4
WisselWERK 7.2 - ‘Art in the dark’ - p 4-9
Observator
‘ART IN THE DARK’ Cultuurparticipatie voor blinde en slechtziende mensen De sociaal-culturele beweging ‘Zicht op Cultuur’ wil het culturele aanbod van Vlaamse en Brusselse musea toegankelijk maken voor blinde en slechtziende mensen. Tegelijk willen ze ook de zienden laten ondervinden op welke manier blinden en slechtzienden kunst beleven. In de zomer van 2009 werd daartoe het pilootproject ‘Art in the Dark’ in Oostende, Nieuwpoort, Bredene, Zeebrugge en Wenduine opgezet in samenwerking met het kustkunstenfestival Beaufort03. In een ‘black box’, een container, werden kunstwerken in een pikdonkere ruimte tentoongesteld. Blinde en slechtziende begeleiders waren daarbij gids voor het zeer diverse bezoekerspubliek van Beaufort03. Wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie: Art 2. § 3. Het ontbreken van een redelijke aanpassing voor de persoon met een handicap vormt een discriminatie in de zin van de wet. Als een redelijke aanpassing wordt beschouwd de aanpassing die geen onevenredige belasting betekend of waarvan de belasting in voldoende mate gecompenseerd wordt door bestaande maatregelen. Het lijkt een beetje een contradictie: een blinde of slechtziende die geniet van schilderijen... Zo op het eerste gezicht ligt dat in dezelfde lijn als een ‘hond in een kegelspel’ of een ‘olifant in een porseleinwinkel’. Hooguit kunnen we ons voorstellen dat hier en daar een beeld beschikbaar gesteld wordt om het te betasten. Of om het met een metafoor te zeggen: je mag even aan de wijn ruiken maar hem niet proeven. En toch kan het, mensen met visuele beperkingen die genieten van kunst, erin kunnen opgaan en kunst ten volle beleven. En omdat het kan hebben ze er recht op: het is aan de samenleving om de hinderpalen zo miniem mogelijk te maken. Dat is niet alleen een morele plicht maar ook een wettelijke verplichting, zoals het hierboven aangehaalde artikel 2 van de antidiscriminatiewet aantoont. WisselWERK toog naar Gent, de stek van Zicht op Cultuur, voor een verslag uit eerste hand over ‘Art in the Dark’. Projectleider Inge Piotrowski en vrijwilliger Ilse Dupont, allebei blind, vertellen ons er samen met educatief medewerker Sarah De Wolf, die wel kan zien, iets meer over. Directeur Rieke Jacobs (nu ex-directeur) kwam er af en toe bij zitten.
Bezoekers verlaten de ‘black box’. (Foto: Zicht op Cultuur/Beaufort ‘03)
Vooraleer we dieper ingaan op het project ‘Art in the Dark’ maken we in de eerste paragrafen een ‘tour d’horizon’: over wie gaat het en hoe is de doelgroep samengesteld? Het gaat immers niet om een te verwaarlozen groep in de samenleving. Vervolgens gaan we in op de vraag hoe je, ondanks een visuele beperking, toch toegang hebt tot beeldende kunst en kunstbeleving, onder meer via de techniek van verbale beschrijving. Naast ‘Art in the Dark’ focussen we nog even op andere activiteiten van Zicht op Cultuur. Als uitsmijter volgen nog enkele paragrafen over onbedoelde neveneffecten en het belang van ervaringsdeskundigen.
Visuele beperkingen
meer dan 10 600 blinde mensen. Als we alle lichte vormen van slechtziendheid bij elkaar optellen, dan komen we aan twee procent van de bevolking of meer dan 213 000 mensen die lijden aan een of andere vorm van slechtziendheid. Van die visueel gehandicapten is 10% jonger dan 18 jaar en 65% ouder dan 60. Die cijfers laten al vermoeden dat visuele beperkingen meestal optreden op latere leeftijd. En dat aantal slechtziende ouderen zal in de toekomst wellicht nog toenemen gezien de stijging van het aantal diabetici en de oogproblemen die daarbij kunnen optreden. Heel veel blinden en slechtzienden hebben dus wel de ervaring van het zien en kunnen zich daar heel wat bij voorstellen.
Eén op de honderd mensen in ons land is slechtziend, één op de duizend is blind(1). In absolute aantallen gaat het om meer dan 106 000 slechtzienden en
Er bestaan ook heel wat variaties in niet- of slechtziendheid. Je wordt als blind beschouwd als iets dat een nor-
WisselWERK 7.2 - ‘Art in the dark’ - p 4-9
5
Johan De Vriendt maal ziende persoon vanop 10 meter waarneemt, pas zichtbaar wordt op 1 meter afstand. Je bent ook blind als je gezichtsveld minder dan 20° is wanneer je recht voor je uit kijkt. Normaal is dat 180°. Ook bij blindheid is de variatie dus groot: je kan helemaal niets zien, je kan licht en donker waarnemen of je kan toch een zeker vorm van visuele waarneming hebben. Sommigen hebben daar nog veel aan, anderen kunnen met dat restzicht weinig doen. Slechtziend ben je als je iets maar waarneemt vanaf een afstand van 3 meter waar een ander dat kan vanaf 10 meter, of met een gezichtsveld dat kleiner is dan 40°. Naast deze geringe gezichtsscherpte of een kleiner gezichtsveld kan je ook problemen hebben met kleurenwaarneming (kleurenblind), met lichtinval (geen licht kunnen verdragen, nachtblindheid of problemen bij de aanpassing van licht naar donker en omgekeerd). Je kan het ook moeilijk hebben om op dingen te fixeren door trillende ogen of om visuele informatie te verwerken omwille van een hersenletsel.
Beeldende kunst beleven met visuele beperking Zienden zijn er zich te weinig van bewust dat het genieten van beeldende kunst - van het ‘zien’ van de buitenwereld te maken heeft met veel meer dan het gezichtszintuig. We ‘zien’ evengoed met onze oren, onze neus en onze tastzin. We nemen contexten waar. Een object dat we waarnemen wordt gekaderd. We beleven een sfeer. We confronteren objecten met elkaar, met onze eerdere ervaringen. Onze beleving is bovendien zeer subjectief en wordt bepaald door persoonlijke omstandigheden: we zijn moe of daarentegen zeer fit. We maakten voordien ruzie met onze medebezoeker of we hadden net een zeer goed gesprek... Allemaal belevingsaspecten die mee bepalen hoe we een kunstwerk waarnemen. Mensen die een zintuig missen, compenseren dit dikwijls door een scherpere waarneming met andere zintuigen. Zo is het bekend dat blinde mensen heel dikwijls over een verscherpt gehoor
beschikken of een grotere tastgevoeligheid. Freya Vlerick (Vlerick, 2008): “Blindheid is hoe dan ook een handicap. Toch is de haptische(2) waarneming voor mensen met een visuele beperking een zeer waardevolle, door zienden soms onderschatte manier om te ervaren en te ‘zien’. Daarbij kan gerichte ondersteuning via verbale beschrijving helpen om de eigen beleving op te bouwen. Blinden kunnen dus zeker sterke waarnemingen hebben en daarbij soms nieuwe invalshoeken ontdekken die ook aan zienden kunnen worden meegegeven. In onze visuele wereld zijn de prikkels immers zo groot dat een ziende ook niet altijd alles kan aanschouwen en het soms wenselijk is om via andere zintuigen de waarneming uit te breiden.” Uit voorgaande paragraaf is al gebleken dat de verschillende vormen van slechtof niet-ziendheid, ook een verschillende waarneming en dus ook beleving met zich meebrengen. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen blindgeborenen, laatblinden en slechtzienden. Blindgeborenen hebben geen visueel geheugen voor niet-haptische waarnemingen en kunnen zich visueel moeilijk kleuren en vormen voorstellen (wat niet wil zeggen dat zij dit niet kunnen vatten of begrijpen). Naast compenserende zintuigen zal voor hen beschrijvend en zo precies mogelijk taalgebruik zeer belangrijk zijn, vooral bij vlakke kunstvormen als fotografie, teken- en schilderkunst. Laatblin-
den kunnen in meer of mindere mate nog beroep doen op hun visueel geheugen en slechtzienden kunnen beroep doen op hulpmiddelen. In de brochure ‘OngeZIENe Rijkdom’ wordt een hoofdstuk gewijd aan de beleving van kunst door blinden en slechtzienden en de hulpmiddelen voor de inhoudelijke toegankelijkheid van kunstencentra en kunstartefacten. Overigens heeft toegankelijkheid ook nog een aantal andere aspecten. Naast de inhoudelijke toegankelijkheid, de mogelijkheid tot directe kunstbeleving, moet je ook toegang hebben tot de geschreven informatie. En dat kan gaan over de aankondiging van de tentoonstelling of kunstevenement in de media, de teksten die beschikbaar zijn in de context van de tentoonstelling, de informatiedragers op het niveau van de infrastructuur (wegwijzers, infoborden, naamborden, grondplannen....), de organisatie, het onthaal en de omkadering van het museumbezoek. In de hierboven vermelde brochure worden hierover heel wat tips gegeven.
De verbale beschrijving als medium voor blinden Naast de tastzin, het gehoor en de reukzin is de verbale beschrijving een zeer belangrijke techniek geworden om blinden en slechtzienden te begeleiden in hun ervaring van een kunstwerk of artefact. De verbale beschrijving kan ook voor mensen zonder visuele beperking belangrijk zijn. Ook zij ‘zien’ dikwijls niet wat er is.
De ‘black box’ in Bredene. (Foto: Zicht op Cultuur/Beaufort ‘03)/Beaufort ‘03)
6
WisselWERK 7.2 - ‘Art in the dark’ - p 4-9
“Een verbale beschrijving helpt mensen die niet zien of minder goed zien een mentaal beeld op te bouwen van een object dat voor hen staat. Eigenlijk is het niet meer dan iemand helpen om te zien. Maar achter die eenvoud schuilt ook een opgebouwde techniek. In feite is het de rol van de gids om de persoon met een visuele beperking bij de hand te nemen in een visuele ervaring. Dat lijkt eenvoudiger dan het is” (OngeZIENe Rijkdom, 2009). En verder: “De uitdaging bestaat erin om het geheel van het visuele beeld in een tekst of een verhaal te gieten zonder dat de toehoorder verdwaalt. Ook hier hebben we te maken met een spanning tussen het gelijktijdige van het zien en het noodzakelijk successieve karakter van onze woorden. Een visueel beeld, als een bundeling van tekens en betekenissen, moet worden omgezet naar taal.” De techniek van de verbale beschrijving wordt samengevat in vijftien richtlijnen: 1. Het geven van standaardinformatie: de titel, de kunstenaar, de ontstaansdatum, het medium, de grootte en plaatsing. 2. Het geven van een algemeen overzicht (onderwerp, vorm en kleur). Blinde personen moeten geleidelijk een overzicht krijgen van het hele werk. Daarna vul je aan met algemene indrukken, de sfeer van het werk... 3. De oriëntatie van het werk: correcte informatie over de positie en personages in het kunstwerk en hun verhoudingen tegenover elkaar. 4. Beschrijving van de techniek en het medium. 5. Beschrijving van de stijl en de stijlaspecten. 6. De woordkeuze: concrete en duidelijke taal is belangrijk. Dubbelzinnig en figuurlijk taalgebruik is te mijden. 7. Geef levendige details. De ‘toeschouwer’ kan dan zelf een beeld opbouwen en een autonoom oordeel vellen over het kunstwerk. Het verhaal moet vragen oproepen bij het publiek. 8. Aandacht voor de plaatsing van het werk in de context van het museum. 9. Leg het verband tussen visuele indrukken en tactiele gewaarwordingen.
Een beeld met handen ‘zien’. (Foto: Zicht op Cultuur)
10. Verklaar concepten die niet haptisch waarneembaar zijn (bijv. schaduw en wolken voor blindgeboren personen). 11. Begrijpen door nadoen: houdingen van personages worden uitgelegd door toeschouwers zelf de posities te laten innemen. 12. Informatie over de historische en sociale context.
13. Gebruik van geluid, muziek en poëzie kan sfeer overbrengen. 14. Aanraken: direct contact met een voorwerp is de beste manier om een object te leren kennen. 15. Beschrijvingen van kunstwerken kunnen aangevuld worden met tactiele tekeningen die een oriëntatie geven over het kunstwerk.
WisselWERK 7.2 - ‘Art in the dark’ - p 4-9
‘Art in the Dark’ Hoe het begon In het kader van hun educatieve opdrachten organiseerden een aantal musea publieksprogramma’s om hun collecties toegankelijk te maken voor blinden en slechtzienden. Zo is het Museum voor Blinden dat startte in 1975, een onderdeel van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Waar het aanvankelijk ging om tentoonstellingen uit de collectie van het KMKG vooral gericht op tactiele ervaringen, begon men vanaf 2000 met de techniek van de verbale beschrijving. Ook de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België organiseren met hun educatieve dienst het Equinox-programma voor blinden en slechtzienden. Bij de Alechinsky-tentoonstelling bijvoorbeeld, kregen de deelnemers eerst een introductie over de kunstenaar en zijn werk waarna zij zich een mentaal beeld konden vormen van het werk van de kunstenaar met gebruikmaking van de materialen die de kunstenaar gebruikte, van geluidsfragmenten waarop Alechinsky zijn werk uitlegde, van fragmenten jazzmuziek, enz. Ze werden uitgenodigd om Alechinsky’s dynamische werkmethode toe te passen. Dan pas volgde een parcours door de tentoonstellingszalen. Dat zijn slechts een paar voorbeelden van initiatieven die musea ontwikkelden om een niet onbelangrijke doelgroep kennis te laten maken met hun kunstvoorwerpen. In 2003 gaf de provincie OostVlaanderen de opdracht tot een grootschalig museumonderzoek waarbij dertig musea onderzocht werden op hun toegankelijkheid. Daarbij werden concrete adviezen geformuleerd. Screenings van culturele instellingen vonden ook plaats in het kader van het Kustactieplan en in de provincie Antwerpen. Dit onderzoek was voor Zicht op Cultuur de basis waarop zij hun expertise omtrent toegankelijkheid van musea voor blinden en slechtziende ontwikkelden. Hierbij werd de know-how van ervaringsdeskundigen, museumgidsen en -consulenten samengebracht. Tijdens een tweedaags congres over verbale beschrijving voor blinden en slechtzienden in 2007 te Oostende, ontstond het
idee om een tentoonstelling te organiseren in een pikdonkere ruimte onder vakkundige begeleiding van blinde en slechtziende gidsen. Op die manier wilde Zicht op Cultuur ook de ziende bezoekers laten ontdekken op welke manier blinden en slechtzienden van kunst genieten. Zij konden ervaren dat beeldende kunst meer is dan ‘zien’ en ook op andere manieren kan beleefd worden. Zo wordt niet alleen de kunstbeleving van de ziende verrijkt, maar wordt ook goodwill in de samenleving gecreëerd, wat de mogelijkheid voor blinden en slechtzienden vergroot om tot cultuurparticipatie te komen. Dat idee werd getoetst bij een aantal stakeholders als provinciale ambtenaren, ervaringsdeskundigen, academici en de musea zelf. Er werd een stuurgroep opgericht met ervaringsdeskundigen, FARO (het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed), museumconsulenten en provinciale ambtenaren.
‘Art in the Dark’ De realisatie Voor het eerste evenement in het kader van ‘Art in the Dark’ werd samengewerkt met de triënnale voor hedendaagse kunst ‘Beaufort03 aan zee’.(3) In een eerste fase zocht de stuurgroep blinde en slechtziende medewerkers die een langdurig engagement als gids wilden opnemen voor dit sensibilisatieproject. Eerst fungeerden ze als proefpanel waarbij ziende
7
museumgidsen de verbale beschrijving oefenden. Die inzichten werden dan teruggekoppeld naar de cultuursector en naar geïnteresseerde blinde of slechtziende kunstliefhebbers. Het resultaat van dit proces was (samen met diverse museumonderzoeken en andere activiteiten) de brochure ‘OngeZIENe Rijkdom’ (zie meer lezen). Zicht op Cultuur stelt er zich de vraag hoe de ervaringswereld van mensen met visuele beperkingen kan geïntegreerd worden in de werking van erfgoedinstellingen. De brochure laat ook zien dat organisaties die zich openstellen voor die ervaringswereld, er een versterkte publiekswerking bovenop krijgen. Beaufort vond kunstenaar Peter Rogiers bereid om een aantal van zijn beelden ter beschikking te stellen van het project ‘Art in the Dark’. De blinde en slechtziende rondleiders in spé kregen de gelegenheid om kennis te maken met de kunstenaar, zijn werk, zijn ideeën, de gebruikte procédés. Santiago DeWaele van de vzw Kunst, de organisatie achter Beaufort03, bouwde een ‘black box’, een verplaatsbare container, waarin het project zich afspeelde. De opleiding van de gidsen onder begeleiding van Janien Prummel, zelfstandig consulent cultuurbemiddeling, was een zeer belangrijk onderdeel van het project. Mogelijke verhaallijnen werden ont-
Deelnemers evalueren ‘Art in the Dark’ (Uit het Projectboek ‘Art in the Dark’) Olav Grondelaers, reporter Klara: “Ik heb al om en bij de 500 reportages gemaakt, maar nog nooit heb ik zo een ervaring gehad: enerzijds de afhankelijkheid van jullie goede zorgen, anderzijds het ontzag voor jullie ogen: vingers die veel meer voelen dan ik ooit gevoeld heb. Ik ben waarlijk onder de indruk en hoop dat iedereen zijn weg naar de black box vindt. Proficiat!” Dirk: “Het was voor mij een bijzonder verrijkende ervaring om in uw leefwereld te kunnen treden. Het sensitieve, soms zelfs sensuele benaderen van kunst onder de ervaren begeleiding was een revelatie en ook een leerschool in het aanscherpen van een tactiele benadering van mijn omgeving. Veel sympathie voor dit initiatief.” Caroline, rondleider ‘Art in the Dark’: “De mensen rondom mij beseffen een stuk beter met welke obstakels en dagdagelijkse beslommeringen wij geconfronteerd worden. Wat voor mezelf héél belangrijk is dat ik de mensen kon tonen dat ik er weer sta, (...) dat ik mij terug kan engageren.”
8
WisselWERK 7.2 - ‘Art in the dark’ - p 4-9
wikkeld. Er werd aandacht gegeven aan agogische vaardigheden, aan interactief praten over kunst, het geven en ontvangen van feedback, het ontwikkelen van zelfvertrouwen. Maar vooral werd er geoefend, eerst met elkaar en dan met ziende museumgidsen uit een aantal grote musea. De ‘black box’ werd tijdens ‘Beaufort03 aan zee’ van begin mei tot eind juli opgesteld in achtereenvolgens Oostende, Nieuwpoort, Bredene, Zeebrugge en De Haan. Bij het onthaal en de inschrijving door Inge, de blinde projectleider, werden de bezoekers al meteen geconfronteerd met de mogelijkheden van de pc voor blinden en slechtzienden. Na kennismaking met de begeleider kregen de bezoekers een rondleiding van een half uur in de ‘black box’. Daarna konden de bezoekers vragen stellen aan de gids over het beleven van kunst of andere aspecten die met het leven met een visuele beperking te maken hebben. In een gastenboek konden de bezoekers hun impressies neerschrijven, ze konden deelnemen aan een wedstrijd en ze werden uitgenodigd een evaluatieformulier in te vullen.
mee te beleven en mee vorm te geven. De organisatie gaat daarbij met de partners op zoek naar mogelijkheden om kunst en erfgoed ook ‘in het donker’ te laten beleven op deze evenementen.
Ontmoeting met een niet-visuele wereld Zicht op Cultuur organiseert nog andere activiteiten die ziende mensen moeten toelaten zich in te leven in een ‘donkere’ wereld. - ‘Ontmoeting met het donker’ is een reizende interactieve tentoonstelling rond visuele handicaps. Deze tentoonstelling wordt regelmatig op een andere plaats opgesteld (in het najaar 2010 in Antwerpen). Kleine groepen worden door opgeleide blinde of slechtziende ervaringsdeskundigen doorheen een aantal modules in een verduisterde ruimte rondgeleid. Er wordt stilgestaan bij de dagelijkse problemen die personen met een visuele handicap ondervinden in een groene
zone, op de openbare weg, op café. Er worden tips voor een vlotte omgang gegeven en knelpunten uit het dagelijks leven aangekaart en besproken. Er worden ICT-aanpassingen gedemonstreerd en er wordt inzicht gegeven - ondermeer met simulatiebrillen - in diverse vormen van blindheid en slechtziendheid. - ‘Blindelings’ is een culinair meergangendiner in een volledig verduisterde ruimte waarin blinden en slechtzienden de rol van kelner op zich nemen. De deelnemer wordt geconfronteerd met heel wat praktische vragen. Hoe eet je dan? Hoe houd je een gesprek in groep gaande? Hoe vind je elkaar terug? Waar staat je wijnglas? Smaakt het eten anders als je niets ziet? Dergelijke aspecten worden aan den lijve ondervonden, zodat een optimale ervaring met de wereld van de blinden en slechtzienden mogelijk wordt. De deelnemers ervaren ook dat blinde of slechtziende kelners zeer goed kunnen
793 mensen werden rondgeleid in de ‘black box’. Ze hadden allemaal een zeer diverse achtergrond. De overgrote meerderheid van de bezoekers kon goed zien. Een aantal ervan kwamen uit de museumwereld. ‘Art in the Dark’ kreeg ook heel wat persaandacht. De reacties waren over het algemeen zeer positief. Een uitgebreide evaluatie is opgenomen in het “Projectboek ‘Art in the Dark’” (zie meer lezen). Ondertussen voert Zicht op Cultuur verkennende gesprekken met de provinciale overheiden van Vlaams-Brabant, Oost-Vlaanderen en Antwerpen, met een aantal steden en met organisatoren van cultuurevenementen om te beantwoorden aan de vraag van blinde en slechtziende mensen naar mogelijkheden om kunst en erfgoed in ‘het donker’ te beleven. Enerzijds wil Zicht op Cultuur aan de vraag beantwoorden van blinde en slechtziende mensen om deze evenementen op een comfortabele manier
Verbale beschrijving van een schilderij (Foto: Zicht op Cultuur)
WisselWERK 7.2 - ‘Art in the dark’ - p 4-9
functioneren. Het diner wordt regelmatig op diverse plaatsen georganiseerd. Het idee ervoor is ontstaan ter gelegenheid van de week van de smaak. - Naast vorming voor de eigen doelgroep van blinden en slechtzienden wordt ook heel wat vorming gegeven aan andere ziende groepen in de samenleving. Via dialoog en ervaringsopdrachten maken de deelnemers kennis met de wereld van blinden en slechtzienden. Die vorming wordt aangeboden in het onderwijs, de hulpverlening, overheidsdiensten, horecapersoneel, de cultuursector, enz. Op vijf jaar tijd werden meer dan 49 000 mensen bereikt.
‘Handicap-als-gift’ en het belang van ervaringsdeskundigen Op het eind van het gesprek wilde directrice Rieke Jacobs van ‘Zicht op Cultuur’ nog een paar dingen kwijt. Ze stelt dat de projecten van haar organisatie met ziende mensen een heleboel, niet vooraf ingecalculeerde neveneffecten hebben. Wanneer mensen in het donker genieten van beeldende kunst, van een wandeling in het donker, van een diner, dan vallen heel wat prikkels weg. Het tijdsbesef verdwijnt. Mensen voelen geen druk meer, de activiteit in het donker heeft een onthaastend effect. Er ontstaat een zen-ervaring. Eén van de bezoekers van ‘Art in the Dark’ sprak zelfs van toegepaste mindfulness. Als het zicht wegvalt worden remmingen en vooroordelen minder relevant en wordt er meer aandacht gegeven aan de inhoud. Rieke Jacobs: “We gaan meer naar de ‘fond’, de basis. We winnen aan authenticiteit, de dingen vereenvoudigen en verdiepen. In feite geven we hier een enorme cadeau aan de samenleving.”
een gevende positie. Het kan ook anders als je bijvoorbeeld vertrekt vanuit nietvisuele rijkdom in plaats van niet-visuele beperking. Dat houdt in dat ervaringsdeskundigen (in dit geval mensen met visuele beperkingen) hun bijzondere ervaringswereld aanwenden om de ervaringswereld van de zienden te verruimen en te verdiepen. Die ervaringsdeskundigen leveren op die manier een wezenlijke bijdrage “tot bewustmaking, mentaliteitswijziging en het streven naar een democratische en open samenleving (...)” (OngeZIENe Rijkdom, p. 15). Devlieger: “Ervaringsdeskundigheid suggereert nochtans een heel andere uitgangspositie, deze om te geven, een rijkdom die een bijdrage kan betekenen voor de maatschappij.” Tenslotte wilde Rieke Jacobs nog het belang en de functie van ervaringsdeskundigen in de verf zetten. Blinde en slechtziende mensen die zich aangesproken voelen door één van de projecten van Zicht op Cultuur, nemen een engagement op zich met een grote verantwoordelijkheid en betrokkenheid waarbij kwaliteitsvol werk verwacht wordt. De organisatie steunt hen daarin ten volle
en investeert daar heel wat middelen in via gratis opleidingen, catering, vervoer en soms zelfs overnachtingen. Er wordt ook heel veel tijd ingestoken. Er wordt naar hen geluisterd, ze krijgen vertrouwen. Er wordt hen een veilige omgeving geboden waarin ze hun talenten ten volle kunnen ontwikkelen. Die coaching en ondersteuning vraagt heel veel werk en tijd. “We vragen ons af hoe we dat structureel kunnen blijven waarmaken. Is de samenleving bereidt om te investeren in de doelgroepen en ervaringsdeskundigen? Nu gaat het geld van de samenleving naar de professionals en zijn er te weinig middelen om het werk van ervaringsdeskundigen te valoriseren en te ondersteunen. Opgeleide ervaringsdeskundigen zijn het sociaal kapitaal van de organisatie. En als je kijkt naar de maatschappelijke afdruk die onze projecten nalaten, maken ze mee deel uit van het sociaal kapitaal van de samenleving.” Johan De Vriendt hoofdredacteur WisselWERK
Meer weten & lezen
‘Zicht op Cultuur’ (ZOC), sociaal-culturele beweging van ‘Blindenzorg Licht en Liefde’. Maagdestraat 14 - 9000 Gent - Tel. 0475/67 02 68 E-mail:
[email protected], zoc@lichtenliefdebe www.vlaamsoogpunt.be (in opbouw) DEWITTE, Jan; JACOBS, Rieke & MELLAERTS, David (red.) (2009): “OngeZIENe Rijkdom. Blinde en slechtziende bezoekers openen de blik op kunst en erfgoed.” Gent/Brussel: Zicht op Cultuur/FARO. VLERICK, Freya (2008): “Veni, vidi, vici? Kunstbeleving bij blinden.” Masterscriptie bij de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen, departement Beeldende Kunsten. ZICHT OP CULTUUR (2009): “Projectboek ‘Art in the Dark’. Cultuurparticipatie voor blinde en slechtziende personen.” Gent: Zicht op Cultuur.
Noten
(1) De gegevens uit deze paragraaf komen uit”OngeZIENe Rijkdom”, zie ‘meer lezen’. (2) De haptische waarneming is een actieve, doelbewust waarneming via tasten. Een tactiele
Rieke Jacobs verwees hierbij naar het begrip ‘handicap-als-gift’ van prof. Patrick Devlieger (KUL).(4) Personen met een handicap worden in een samenlevingsmodel dat gelijke kansen vooropstelt, gecompenseerd voor iets dat ze niet hebben. Ze worden gecompenseerd voor een verondersteld nadeel. Dat brengt hun in een krijgende en niet in
waarneming daarentegen is passief: waarnemen door aangeraakt worden, de wind of de zon voelen... (3) Zie ook: http://www.beaufort03.be (4) Prof. Devlieger op een studiedag van GRIP, 16/2/2000, in Leuven. Het thema van de
9
studiedag was “Niets over ons, zonder ons! Het thema van de presentatie: “Ervaringsdeskundigheid binnen de bestaande visies op handicap”. Het verslag van deze studiedag
kan gedownload worden via
http://www.gripvzw.be/nieuwsbrief/bijlagen/090629/Verslagenbundel%20studiedag.pdf