Nummer Toegang: ARKE
Arkel, G. van / Archief
Het Nieuwe Instituut (c) 2000
ARKE
Arkel, G. van / Archief
3
I N H O U D S O P G AV E BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF.................................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker....................................................................................6 Citeerinstructie.................................................................................................................6 Openbaarheidsbeperkingen.............................................................................................6 Archiefvorming..............................................................................................................7 Geschiedenis van het archiefbeheer................................................................................7 Geschiedenis van de archiefvormer.................................................................................7 Arkel, Gerrit van............................................................................................................7 Manier van ordenen.............................................................................................................13 Bronnen...............................................................................................................................14
BESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN...................................................15 ARKE.110458116 Correspondentie.....................................................................................15 ARKE.110458117 Projecten (gesigneerde en toegeschreven projecten)...........................16 ARKE.110458118 Tekeningen mogelijk van Van Arkel.......................................................20 ARKE.110458119 Verzamelde tekeningen..........................................................................22 ARKE.110458120 Personalia...............................................................................................23 ARKE.110458121 Documentatie..........................................................................................24
ARKE
Beschrijving van het archief
Beschrijving van het archief Naam archiefblok: Arkel, G. van / Archief Periode: 1878-1929 (1948) Archiefbloknummer: ARKE Omvang: 3,67 meter Archiefbewaarplaats: Het Nieuwe Instituut Archiefvormers: Arkel, Gerrit van
Arkel, G. van / Archief
5
6
Arkel, G. van / Archief
ARKE
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal doen. Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling. VOLLEDIG: Het Nieuwe Instituut, Rotterdam, Arkel, G. van / Archief, nummer toegang ARKE, inventarisnummer ... VERKORT: Het Nieuwe Instituut, Rotterdam, Arkel, G. van / Archief (ARKE), inv.nr. ... Openbaarheidsbeperkingen
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Het archief is openbaar
ARKE
Arkel, G. van / Archief
7
Archiefvorming
Archiefvorming Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER Het materiaal is afkomstig van de cineast L. van Gasteren. Volgens informatie van de cineast kreeg hij in het kader van zijn film “Het Huis” contact met de inmiddels bejaarde dochters van H.J. Breman. Het kantoor bleek sinds de dood van de vader nagenoeg onveranderd te zijn. Van Gasteren nam een en ander mee voor zijn film. De dochters vernietigden kort daarop de rest van het archief. Van Gasteren heeft het materiaal in 1993 en 2000 overgedaan aan het NAi. Het betreft hier dus slechts een fragment van het oorspronkelijke bureauarchief. Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER Arkel, Gerrit van
ARKEL, GERRIT VAN G.A. van Arkel (1858-1918): van neostijl tot Nieuwe Kunst door Michiel Kruidenier Inleiding en archief Gerrit van Arkel heeft een groot aantal gezichtsbepalende gebouwen in de Amsterdamse binnenstad op zijn naam staan, waarvan de Diamantbeurs aan het Weesperplein 4 uit 1910 zijn bekendste werk is. In Amsterdam ontwierp Van Arkel vooral woon- en winkelhuizen, kantoor-, bank- en fabrieksgebouwen - waaronder enkele diamantslijperijen - en pakhuizen. Daarbuiten bouwde hij onder meer enkele landhuizen. Zijn vroege werk ontwierp hij in een vaak rijk gedecoreerde mengeling van neostijlen. Vanaf omstreeks 1894 ging Van Arkel bouwen in een sobere variant van de Jugendstil, die in Nederland beter bekend staat als de Nieuwe Kunst. Kenmerkend voor het idioom van Van Arkel zijn het gebruik van erkers en loggia's, asymmetrisch geplaatste balkons, (opengewerkte) torentjes en koepeltjes. In al zijn ontwerpen is veel aandacht besteed aan expressief en uitbundig gedetailleerde gevel-beëindigingen. Van het archief van Van Arkel is weinig overgebleven. Een klein aantal tekeningen, foto's en een paar brieven worden bewaard bij het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) te Rotterdam. Het materiaal is afkomstig van de bekende filmmaker Louis A. van Gasteren. Voor de aankleding van zijn film 'Het Huis' uit 1960 was hij op zoek naar oude bouwtekeningen. Hij bezocht de beide dochters van H.J. Breman, de compagnon van Van Arkel, die hem naar het oude kantoor van hun vader brachten. Tot Van Gasterens grote verbazing was het kantoor sinds de dood van hun vader onveranderd gebleven. Van Gasteren nam het een en ander mee. Vlak na het bezoek van Van Gasteren gooiden de hoogbejaarde dochters de rest van het archief weg. Ook bij de Topografische Atlas in Amsterdam is een aantal bouwtekeningen van Van Arkel te vinden. Het archief van de 'Vereeniging Beurs voor den Diamanthandel' bevindt zich bij het Gemeentearchief van Amsterdam, maar is zeer incompleet.
8
Arkel, G. van / Archief
ARKE
Achtergrond en opleiding Gerrit van Arkel werd geboren op 3 april 1858 te Loenen aan de Vecht als zoon van Adrianus van Arkel en Maria Elisabeth Rijken. Alhoewel van eenvoudige komaf, bezocht hij behalve de dorpsschool, ook de 'Fransche school', een school die met name was gericht op kinderen van de rijkere bovenklasse. Na zijn schooltijd ging Van Arkel al vrij snel aan het werk. Hij leerde tekenen bij de heer J.P. Lutgers, een in die tijd bekende uitgever van bundels staalgravures en litho's. Op veertienjarige leeftijd kwam Van Arkel in de leer als timmermansjongmaatje bij de heer Fluijt. Vervolgens werkte hij korte tijd in Baarn en daarna in Amsterdam. In Amsterdam volgde Van Arkel avondlessen aan de Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand. Deze eerste Amsterdamse ambachtsschool was opgericht in 1861, onder andere door de architect J.H. Leliman. Leliman was vooral beroemd als criticus, weldoener en schrijver. Overdag werkte Van Arkel als tekenaar op het bureau van de bouwkundige Jan Galman, een van de andere bestuursleden van de Industrieschool. Jan Galman werd bekend vanwege zijn visionaire ontwerpen voor een brug over het IJ. Na het verlaten van de Industrieschool werd Van Arkel door toedoen van Galman op zeventienjarige leeftijd leraar bouwkundig tekenen op diezelfde Industrieschool. Een van de andere leraren bouwkundig tekenen op deze school in die tijd was Jacob Olie, die vooral bekend zou worden vanwege de vele foto's die hij van de stad Amsterdam maakte. Wilkens, Van Arkel en Breman Ondertussen had Van Arkel kennisgemaakt met W. Wilkens. Wilkens, geboren in 1855, was chef-de-bureau bij de architect G.B. Salm. In 1876 kwam Van Arkel, door toedoen van Wilkens, als tekenaar op het bureau van Salm terecht. Enkele jaren later, in januari 1880, verhuisde Van Arkel van Loenen naar Amsterdam, alwaar hij kwam te wonen op de Nieuwe Spiegelstraat 25. In 1882 besloot Van Arkel te stoppen met lesgeven aan de Industrieschool. Hij vestigde zich, op 23-jarige leeftijd, samen met Wilkens als zelfstandig architect aan de Prinsengracht 494. De samenwerking tussen Wilkens en Van Arkel was slechts van korte duur. In december 1883 vertrok Wilkens wegens gezondheidsredenen naar Java, om vervolgens op 16 februari 1884 te Djoeana te overlijden. Van Arkel zette, samen met de opzichter Van Vliet en een aantal leerlingen, het bureau Wilkens & Van Arkel voort. Vanaf 1893 kwam de naam van Wilkens niet meer in de kantoornaam voor en ging het bureau verder onder de naam Van Arkel. In 1885 trouwde Van Arkel met Anna Maria Cramer. In 1901 scheidde Van Arkel van haar en hertrouwde hij een maand later met de elf jaar jongere Maria Elisabeth Martha du Pré. Samen verhuisden ze op 4 mei 1909 naar Abcoude. Het bureau bleef gevestigd in Amsterdam. In januari 1915 associeerde Van Arkel zich wegens gezondheidsredenen met de jongere H.J. Breman, een bouwkundige die reeds verscheidene jaren bij hem werkzaam was. Van Arkel overleed op 11 juli 1918. Hij werd begraven op de begraafplaats te
ARKE
Arkel, G. van / Archief
9
Baambrugge. Breman zette het bureau, dat inmiddels was gevestigd aan de Keizersgracht 760, voort. Van Arkel, Architectura et Amicitia Van 1879 tot en met 1895 was Van Arkel lid van het genootschap Architectura et Amicitia in Amsterdam. Dit genootschap was in 1855 opgericht door jonge 'bouwkunstigen' met als doel om elkaar te stimuleren. Met name in de jaren tachtig van de negentiende eeuw was Van Arkel binnen dit genootschap zeer actief. In de jaren 1880-1885 hield hij diverse lezingen over uiteenlopende bouwmaterialen, zoals ijzer, natuursteen, ceramiek en baksteen. Dat Van Arkel beschikte over een goede materialenkennis, blijkt ook uit het feit dat hij speciaal voor dit onderwerp was opgenomen in een commissie voor het beantwoorden van vragen. Wilkens was lid van het genootschap van 1877 tot 1884. Hij was zes jaar lang, van 1878 tot en met 1883, de bibliothecaris van het genootschap. Ook Wilkens hield, net als Van Arkel, lezingen voor de leden van Architectura et Amicitia. Zijn lezingen behandelden vooral historische onderwerpen, zoals: 'De bouwkunde bij de Romeinen' en 'De Renaissance in Italië'. Ook zat Wilkens, samen met de architecten J.L. Springer, W.J. Vuijk, E.T.H. Damen, J.B. Springer en A.W. Weissman, in de redactie van een reeks plaatwerken, die tussen 1881-1883 werd uitgegeven. Het betrof een verzameling van 36 bekroonde ontwerpen, die in zes delen verscheen en in een band werd gebundeld. Deze reeks kreeg geen vervolg; het bleef, waarschijnlijk door de vroegtijdige dood van Wilkens in 1884, bij deze eerste jaargang. Andere leden van het genootschap waarmee Van Arkel zou samenwerken waren onder andere G.B. Salm (1855-1897), J.B. Olie (1855-1905), J.H. Leliman (1855-1910), A.W. Weissman (1875-1920), W. Crevels (1882-1904), E. van den Bossche (1882-1908), H.H. Baanders (1889-1901/1918), Jac. van den Bosch (1898-1924) en H.J. Breman (1907-1919). Van Arkel, Weissman en de oudheden De architecten A.W. Weissman (1858-1923) en Gerrit van Arkel ontmoetten elkaar voor het eerst omstreeks 1877 bij het genootschap Architectura et Amicitia. Deze ontmoeting leidde tot een langdurige vriendschap, die zou duren tot aan de dood van Van Arkel in 1918. Van Arkel en Weissman zaten samen in de 'Commissie van toezicht tot instandhouding van gebouwen en voorwerpen, die belangrijk zijn voor de kennis van het leven van het voorgeslacht'. Deze commissie was in 1887 in het leven geroepen door het bestuur van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. De commissie besloot om een inventaris samen te stellen van alle in ons land nog aanwezige oude bouwwerken en voorwerpen. Van Arkel was, gezien zijn historische en bouwkundige kennis, hiervoor de geschikte persoon. Al eerder had hij enkele oude gebouwen opgemeten en getekend. Sommige van zijn tekeningen waren al gepubliceerd, zoals de schetsen die hij in 1884 maakte in Hoorn. In hun vrije tijd bereisden Weissman en Van Arkel de gehele provincie Noord-Holland om oude gebouwen en antieke voorwerpen van voor 1700 te beschrijven, na te tekenen en, met de opkomst van de fotografie, te fotograferen. Dat dit werk niet alleen zeer tijdrovend was,
10
Arkel, G. van / Archief
ARKE
maar ook gevaarlijk, blijkt uit het volgende citaat: 'Er is in Noord-Holland geen toren, of hij [Van Arkel] heeft die om de opschriften, of om de klokken, beklommen, vaak in de gevaarlijkste positie. In Enkhuizen was de toestand zelfs zóo, dat hij aan touwen die twee mannen vasthielden, buiten den toren hing. Het was de eenige mogelijke manier om de opschriften te ontcijferen' (Amsterdam, 1906). De resultaten van het onderzoek werden door het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap tussen 1891 en 1905 in acht delen uitgegeven. Als dank werden Van Arkel en Weissman op 11 december 1905 benoemd tot erelid van het genootschap, maar desondanks werd de kwaliteit van de inventarisatie sterk bekritiseerd. Met name Jan Kalf, de latere directeur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg, vond de inventarisatie ver onder de maat. Van Arkel en de Amsterdamse gemeenteraad Van 1899 tot 1906 was Van Arkel lid van de Amsterdamse gemeenteraad, waarin hij tot de vrijzinnig-democratische fractie behoorde. Uit de raadsverslagen blijkt dat Van Arkel als raadslid weinig actief was. Zijn naam komt in de verslagen maar weinig voor. Wel zat Van Arkel in enkele commissies. Vlak na zijn benoeming als raadslid, werd hij benoemd in de 'Commissie van Advies in zake wijziging der bepalingen omtrent minimum loon en maximum arbeidstijd in de bestekken der Gemeentewerken'. In 1900 werd Van Arkel benoemd tot lid van de 'Commissie tot nazien der Gemeenterekening'. En in 1903 werd Van Arkel herkozen in de 'Commissie van publieke werken'. Ook werkte hij onder andere mee aan de herziening van de bouwverordening in 1905. Interessanter is de motie die Van Arkel in 1901 indiende om opnieuw een gemeentearchitect aan te stellen. De laatste stadsarchitect was zijn vriend A.W. Weissman geweest, die door eigenmachtig optreden in 1891 was ontslagen. De nieuwe gemeentearchitect zou, los van de dienst Publieke Werken, de gemeente in esthetische zaken kunnen adviseren. De schoonheidscommissie zou hiermee overbodig worden. De motie van Van Arkel werd gesteund door het genootschap Architectura et Amicitia. Het genootschap onderschreef het belang van een gemeentearchitect, maar wees tevens op het belang van de schoonheidscommissie. Het gemeentebestuur daarentegen vreesde met de komst van een gemeentearchitect het ontstaan van een 'Officieele [bouw]stijl' en verwierp uiteindelijk het voorstel van Van Arkel. Enige jaren later zou er overigens toch weer een gemeentearchitect worden aangesteld. Van Arkel was zowel bestuurslid van Niftarlake, een genootschap ter bestudering van de geschiedenis der Vechtstreek, als, sinds 1908, van het genootschap Amstelodamum. Dit bestuurslidmaatschap zou hem nog grote problemen bezorgen. Vlak voor zijn dood, in 1918, ontwierp Van Arkel samen met H.J. Breman een kantoorgebouw aan de Westermarkt te Amsterdam. Om de bouw van dit nieuwe kantoor mogelijk te maken moest er een vroeg-zeventiende eeuwse tweelingtrapgevel worden gesloopt. De Commissie voor het Stadsschoon, de voorloper van de Schoonheidscommissie, had tegen de sloop geen bezwaar, wat niet zo verwonderlijk was omdat Van Arkel zelf, als afgevaardigde van het genootschap Amstelodamum, in deze commissie zat. De kwestie leidde echter wel tot een storm van protest en uiteindelijk tot de oprichting van de vereniging 'Hendrick de Keyser'.
ARKE
Arkel, G. van / Archief
11
Van Arkel verliet de Commissie voor het Stadsschoon, overleed vlak daarna en het kantoorgebouw werd alsnog, door zijn compagnon Breman, voltooid. Van Arkel en het bouwen In zijn beginjaren bouwde Van Arkel voornamelijk rijk gedecoreerde woon- en winkelhuizen. Hij bezat een grote voorliefde voor de Nederlandse renaissancestijl uit de laat-zestiende, vroeg-zeventiende eeuw, die hij in zijn bouwwerken veelvuldig toepaste. Typerend voor het werk van Van Arkel uit deze periode is het kantoorpand annex woonhuis voor de heer Rutters aan de De Ruyterkade te Amsterdam, dat hij samen met Wilkens in 1883 ontwierp. Verder bouwde Van Arkel enkele woonhuizen in de Pijp en een aantal winkels in de Leidsestraat, de Kalverstraat en de Nieuwendijk. In deze periode werkte Van Arkel veelvuldig samen met diverse 'decorateurs', zoals Jac. van den Bosch, G. van Caspel, M. Hendricks, W. Sommer en de sierkunstenaar J. Blinxma. Het beeldhouwwerk liet Van Arkel meestal ontwerpen door de Vlaamse beeldhouwers Emille van den Bossche en Willem Crevels. Voor de pui van het fotografisch atelier van de hoffotograaf Albert Greiner aan de Nieuwendijk 89 te Amsterdam (1887) ontwierp Van den Bossche een gebeeldhouwd fries, waarop een aantal engeltjes een foto maakt, ontwikkelt en vervolgens bekijkt. De overige versieringen aan de winkelpui werden gemaakt door Willem Crevels. Omstreeks 1894 begon Van Arkel zich steeds meer aan te sluiten bij de 'moderne richting', een nieuwe, Europese bouwstijl die bekend werd onder vele namen, waaronder Nieuwe Kunst, Art Nouveau en Jugendstil. De omslag is bijvoorbeeld goed te zien aan de ontwerpen die Van Arkel in 1896 maakte voor een aantal tegeltableaus voor hotel Damrak en hotel Palais-Royal. Ook het soort opdrachten wijzigde in deze tijd. Behalve woon- en winkelhuizen, ontwierp Van Arkel steeds vaker kantoor- en bankgebouwen. Bekende voorbeelden zijn de gebouwen van The Marine Insurance Company aan het Rokin (1901), de Buitenlandsche Bankvereeninging aan het Damrak (1903) en de Eerste Hollandsche Levensverzekeringsbank aan de Keizersgracht (1904). Dat Van Arkel steeds meer interesse toonde voor de buitenlandse bouwkunst blijkt uit enkele ontwerpen die hij maakte aan het eind van de negentiende eeuw. Hij liet zich inspireren door de Duits-Zwitserse architectuur, zoals bijvoorbeeld te zien is bij de steenhouwerij van de firma Weegewijs aan het Rapenburg, bijgenaamd 'Het Zwitsers Huis'(1889), de bakkerij aan de Spuistraat (1897) en de sigarenwinkel 'Het Transvaalsche Boertje' aan de Herengracht (1900). Gaandeweg werden de ontwerpen van Van Arkel steeds soberder. Dit kwam met name tot uitdrukking in een aantal panden die hij vanaf 1905 voor de diamantindustrie ontwierp, zoals de fabriek van Asscher (1905), de slijperijen van Soep & Co. en Eduard van Dam (beide uit 1906) en natuurlijk de Diamantbeurs (1910). Ook de ontwerpen van een eetkamerbetimmering voor het woonhuis van de heer Raalte aan de Herengracht 553 uit 1910 ogen, in vergelijking met de fleurige, gestileerde bloemmotieven van tien jaar eerder, vrij eenvoudig. Zijn laatste ontwerp, uit 1918, een kantoorgebouw op de hoek met de
12
Arkel, G. van / Archief
ARKE
Westermarkt en de Keizersgracht, is gebouwd in een zeer sobere, strakke stijl met gestileerde ornamenten die doen denken aan de Amsterdamse Schoolstijl. Van Arkel werkte in de loop der jaren veel samen met andere architecten en bouwkundigen, waaronder H.H. Baanders, A. Grimmon, K. Karsten, J. de Klerk, B. van den Nieuwen Amstel, Jac. Roosing, Jac. de Vos, Joss Weiss en A. de Wijs. Leerlingen op zijn bureau waren onder andere E. Boursse, M. Cornelisse, Harry Elte, Ch. Estourgie, S. Franco, D. Heineke, H. de Jong, P.M. Leguit, H.W. Mol, C.J.C. Ovens, E.H.P. Rosenboom, P.J. Schut en J.F.W. Stom. Tot slot Het werk van Van Arkel werd in zijn tijd alom gewaardeerd. Zo werd in 1883 en 1884 bij het genootschap 'Architectura et Amicitia' diverse malen werk van Wilkens & Van Arkel tentoongesteld. De waardering voor het werk van Van Arkel kwam echter vooral tot uiting in de vele architectuurprijzen die hij won. In 1881 kreeg Van Arkel voor zijn inzending voor een prijsvraag voor een 'monumentale steenen brug over een stadsgracht met drie doorvaartopeningen', uitgeschreven door het genootschap 'Architectura et Amicitia', een eervolle vermelding. Op de wereldtentoonstelling in Parijs in 1900 werd zijn inzending voor de Nederlandsche Afdeeling Schoone Kunsten beloond met een bronzen medaille. Het betrof een ontwerp voor gebouw 'Helios', dat in 1897 was gebouwd aan het Spui te Amsterdam. In 1910 werd zijn inzending voor de 'Exposition Universelle de Bruxelles' beloond met een bronzen medaille en een oorkonde. Op een andere tentoonstelling in Brussel won hij een zilveren medaille en ook de Maatschappij voor de Bouwkunst kende Van Arkel tweemaal een zilveren medaille toe. Voor zijn interieurontwerp voor de heer Janse uit Dordrecht (1894) kreeg Van Arkel tijdens een tentoonstelling vermoedelijk een gouden medaille. Na de dood van Van Arkel in 1918 raakte zijn werk langzaamaan in de vergetelheid. De negentiende eeuwse neostijlen en de Art Nouveau werden steeds minder gewaardeerd. Pas aan het eind van de jaren zeventig van de twintigste eeuw ontstond er meer waardering voor de architectuur uit het begin van de twintigste eeuw. De waardering voor bouwwerken uit de tweede helft van de negentiende eeuw is in feite vrij recent. Het werk van Van Arkel komt de laatste jaren steeds meer in de belangstelling te staan. Naar aanleiding van het Monumenten Selectie Project (MSP), een landelijk project van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) dat betrekking heeft op de bouwkunst uit de periode 1850-1940, zijn in de Amsterdamse binnenstad maar liefst twaalf projecten van Van Arkel voorgedragen als rijksmonument, waaronder de Diamantbeurs aan het Weesperplein, het gebouw Helios aan het Spui en het gebouw van de Eerste Hollandsche Levensverzekerings Bank aan de Keizersgracht. Daarnaast zijn er nog eens zeventien panden voorgedragen voor de gemeentelijke monumentenlijst. Ondanks deze hernieuwde waardering, zijn veel panden van Van Arkel inmiddels verdwenen of grondig verbouwd. Opleiding: Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand Amsterdam/
ARKE
Arkel, G. van / Archief
13
Nevenactiviteiten: Architectura et Amicitia/lid/1879-1895; K.O.G./'Commissie van toezicht tot instandhouding van gebouwen en voorwerpen, die belangrijk zijn voor de kennis van het leven van het voorgeslacht'/lid/1987-1905; Amsterdamse gemeenteraad/lid/1899-1906; Amstelodamum/lid/1900-1918/bestuurslid/1908-1918; Oudheidkundig Genootschap Niftarlake/bestuurslid/1912-1918 Kantoorgebouw sleepdienst H. Rutters, De Ruyterkade, Amsterdam Kantoor Marine Insurance Company Ltd, het Rokin, Amsterdam Kantoorgebouw Eerste Hollandsche Levensverzekeringsbank, hoek KeizersgrachtLeliegracht, Amsterdam Koelhuis Prins Hendrik, Nieuwe Vaart, Amsterdam Amsterdam Industrieschool van de Maatschappij voor de Werkende Stand, Amsterdam Architectura et Amicitea Amstelodamum Wilkens, W. Arkel, Gerrit van Breman, Hendricus Johannes Salm, Gerlof Bartholomeus Baanders, Herman Ambrosius Jan Manier van ordenen
Manier van ordenen Bij het ontsluiten is ervoor gekozen om het materiaal van Van Arkel in vier rubrieken in te delen: correspondentie, tekeningen, personalia en documentatie. De grootste rubriek, tekeningen, is weer chronologisch opgebouwd.Bij het inventariseren bleek het archief een aantal tekeningen te bevatten die niet met zekerheid aan Van Arkel konden worden toegeschreven. Deze zijn in een vijfde rubriek ondergebracht: “tekeningen vermoedelijk van Van Arkel”.Daarnaast bleken er een aantal tekeningen te zijn van andere architecten. Bij een aantal van die tekeningen, bijvoorbeeld van H. Moens en W.J. Vuyk, is duidelijk dat ze in dit archief terecht zijn gekomen, omdat Van Arkel en compagnons panden van deze architecten hebben verbouwd. Deze zijn gevoegd bij de desbetreffende projecten in de rubriek “tekeningen”.Vervolgens waren er een aantal tekeningen van andere architecten waarbij het verband met dit archief niet duidelijk was. Die zijn in een zesde categorie, “verzamelde tekeningen”, ondergebracht.Tenslotte werden acht tekeningen van omstreeks 1948 van Nagele gevonden die vermoedelijk van Martinus Kamerling afkomstig waren. Ook hier was geen aantoonbare band met de rest van het materiaal, maar omdat Van Gasteren een film heeft gemaakt over Nagele is het aannemelijk dat Van Gasteren deze tekeningen later aan de collectie heeft toegevoegd. Daarom zijn deze tekeningen uit deze collectie gehaald en in het archief van Kamerling geplaatst.
14
Arkel, G. van / Archief
ARKE
Bronnen
Bronnen G. van Arkel; Architect - Amsterdam; uitgevoerde gebouwen, projecten; uitgegeven door Dr. G. Schueler; Bussum, 1917 De Amsterdamse Diamantbeurs - The Amsterdam Diamond Exchange; Simone Lipschitz; Stadsuitgeverij Amsterdam, 1990 Buiten het NAi: In het gemeentearchief Amsterdam bevindt zich het archief van het architectenbureau Baanders. Daarin bevindt zich materiaal over de bouw van het kantoorgebouw van de Eerste Hollandsche Levensverzekeringsbank 1903-1904: Keizersgracht 174-176, Leliegracht 31, dat H.A.J. Baanders samen met G. van Arkel bouwde.
ARKE
Arkel, G. van / Archief
15
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen ARKE.110458116 Correspondentie
ARKEd1
ARKE.110458116 CORRESPONDENTIE Ingekomen brieven. (aan Van Arkel en Breman). 1897-1926
1 omslag
16
Arkel, G. van / Archief
ARKE
ARKE.110458117 Projecten (gesigneerde en toegeschreven projecten)
ARKEt1
ARKE.110458117 PROJECTEN (GESIGNEERDE EN TOEGESCHREVEN PROJECTEN) Verbouwing van een woonhuis voor dhr. H.C. Funke, St. Annastraat 20-22. Wilkens & Van Arkel 1882-1885 2 tekeningen
ARKE.110458152 Kantoorgebouw voor de sleepdienst H. Rutters aan de De Ruyterkade, Amsterdam 1883 Toelichting: De tekeningen zijn gedrukt en zijn afgebeeld in het tijdschrift "De Opmerker" 1883.De tekeningen zijn gesigneerd door W. Wilkens en G. van Arkel. ARKEt2 5 tekeningen ARKEf1 3 foto’s
ARKEt3
Ontwerp voor een blok woonhuizen aan de Ceintuurbaan, Amsterdam, augustus 1887 1887-1888 2 tekeningen Toelichting: Een tekening van W. Wilkens en G. van Arkel. Een tekening is niet gesigneerd.
ARKEf2
Foto van een relief aangebracht op het winkelpand van de fotograaf J. Greiner op de Nieuwendijk 89 1887
1 foto
Toelichting: De foto is niet gesigneerd; toeschrijving gebaseerd op literatuur
ARKEt4
Verbouwing van een pand, Spuistraat 104 te Amsterdam. Wilkens & Van Arkel. 1891 1 tekening
ARKEt5
Ontwerp voor een suiteseperatie voor Mr. Berg; april 1892 1892
1 blad
Toelichting: Tekening van G. van Arkel.
ARKE.110458159 Interieurontwerp; schouw en wandbetimmeringen, september 1894. 1894 Toelichting: De tekening is van G. van Arkel op de tekening staat een vermelding: "Dordrecht, Janse". De foto is echter niet van een woonruimte maar van een tentoonstellingsstand. ARKEt6 1 blad ARKEf3 1 foto
ARKEt7
Ontwerpen van (tegeltableaux voor) schouwen in het Damrak hotel en het hotel Palais Royal; Amsterdam, september 1896. 1896 2 bladen Toelichting: één tekening is gesigneerd door G. van Arkel
Arkel, G. van / Archief
ARKE
ARKEt8
17
Ontwerp voor de inrichting van een billiardzaal in de Herengracht 571, Amsterdam, voor de heer Kappeyne van de Capello; februari 1897. 1897 1 blad Toelichting: Tekening van G. van Arkel
ARKEt9
Ontwerp voor een woonhuis op de hoek van de P.C. Hooftstraat / Van Eeghenlaan; Amsterdam, mei 1897. 1897 3 bladen Toelichting: Tekeningen van G. van Arkel. Zie ook f4 en t12.
ARKEf4
Groepsfoto van de “eerste steenlegging" voor de uitbreiding van het woonhuis van Sylvain Kahn (1857-1929) en Julie Berg. 1897
1 foto
Toelichting: De maker van de foto is Jacob Olie. Vooraan: Bernard Arnold (1886-1941), Caroline Alice (1887-1972), Henri René (1888-1970) en Sophie Martha (1893-1942). Zie ook t9 en t12.
ARKEt10
Geveltekening voor perceel Zoutsteeg 9-11; Amsterdam. 1899
1 blad
Toelichting: Tekening van Van Arkel horende bij Beschikking van B en W nr 3752, 4 mei 1899.
ARKEt11
Wijziging pui van modemagazijn Anton Huf aan de Nieuwendijk 215, Amsterdam 1899
1 blad
Toelichting: Tekening van Van Arkel.
ARKEd2
Vergunning verleend aan de ""N.V. Vriesseveem"" voor het plaatsen van een stoomketel, 17 november 1899 1899 1 omslag met vergunning inclusief een blauwdruk van het ontwerp. Toelichting: Van Arkel heeft volgens de literatuur gewerkt als architect voor de "N.V. Vriesseveem". Zie ook inventarisnummer t ..
ARKEt12
Ontwerp voor de wandbetimmeringen van een eetkamer voor Mr. S. Kahn; juni 1901. 1901 1 blad Toelichting: Tekening van Van Arkel. Zie ook t9 en f4.
ARKE.110458170 Kantoorgebouw voor The Marine Insurance Company Ltd. te Londen: Rokin 69/Wijde Lombardsteeg 2-8 in Amsterdam. Gebouwd in 1901 en verbouwd en uitgebreid in 1914 en 1917 door G. van Arkel. 1901-1917 ARKEt13 ARKEt14
ARKEt15
11 tekeningen, 1901, 1913, 1917 en. Z.j.. 6 blauwdrukken, 1901, 1914 en z.j.
Ontwerp voor een villa voor fam. W.C. Breukelaar, Bussum, maart 1902.
Arkel, G. van / Archief
18 1902
ARKE 1 blad
Toelichting: Tekening van Van Arkel.
ARKEt16
Ontwerp voor een wachthuisje voor de Amsterdamsche motordienst, Amsterdam. 1902
1 blad
Toelichting: Tekening van Van Arkel.
ARKE.110458175 Inrichting van enkele kamers in de Herengracht 553, Amsterdam, voor de heer Van Raalte; oktober 1907. 1907 Toelichting: Op de tekening en de foto's is de naam van de opdrachtgever niet vermeld. Toeschrijving is gebaseerd op basis van literatuur. ARKEt17 1 blad ARKEf5 2 foto’s
ARKEt18
Ontwerp voor betimmeringen in het privékantoor van de heer B.H. Manus aan het Rokin; Amsterdam, oktober 1912. 1912 2 bladen Toelichting: De tekeningen zijn niet gesigneerd. Toeschrijving gebaseerd op literatuur.
ARKE.110458179 Verbouwing en uitbreiding pakhuis “Prins Hendrik” voor de NV Blauwhoedenveem-Vriesseveem, Nieuwe Vaart 5-9/Kadijk te Amsterdam. Vermoedelijk gebouwd door H.Moens als pakhuis Oost-Indië in 1895-1896, in 1912 verbouwd door G. van Arkel en in 1920 door H.J. Breman. 1912-1920 ARKEt19
ARKEt20
- 6 tekeningen verbouwing pakhuis Prins Hendrik, 1912 - 3 tekeningen steiger en bijbehorende werken, 1919-1920 - 10 tekeningen kantoor en schaftlokaal, 1920. - 1 tekening van de ingang, z.j. - 7 blauwdrukken H. Moen, 1895, 1896 en z.j. - 5 blauwdrukken verbouwing Pakhuis Prins Hendrik, 1912 - 2 blauwdrukken steiger voor het pand Prins Hendrik, 1920 en z.j. - 1 blauwdruk elektrische kraan, z.j.
ARKE.110458182 Verbouwing pakhuizen “Basfein en Rangoon” voor dhr. K. Blans, aan de Zaan te Zaandam. Vermoedelijk gebouwd door Vuijk in 1900, verbouwd in 1920 door H.J. Breman 1920 ARKEt21 ARKEt22
ARKEt23
- 3 tekeningen, 1920 en z.j. - 2 blauwdrukken architect Vuijk, 1900.
Ontwerp voor een winkelpui voor modemagazijn Kalker aan de Kalverstraat 100-104(106), Amsterdam, september/oktober 1925/januari 1929 1925-1929 4 bladen Toelichting: Tekeningen van Van Arkel en Breman.
ARKE
Arkel, G. van / Archief
19
ARKEt24
Verbouwing van een pand voor dhr. H.B. Manus, Kloveniersburgwal 23 te Amsterdam. Van Arkel & Breman 1929-1930 4 tekeningen, 1929,1930 en z.j.
ARKEt25
Ontwerp voor een uitbreiding van perceel Rokin 69, Amsterdam, 12 november 1948. 1948 1 tekening Toelichting: Tekening is niet gesigneerd. Het betreft hier een uitbreiding van een eerder door Van Arkel gebouwd pand. (Zie ook inv.nr t13 en t14).
ARKEt26
Bouw van een pand aan de Laurierstraat 55-57 voor dhr. Versteeg, H.J. Breman 1951 3 tekeningen, 1951 Toelichting: Gesigneerd door Breman.
ARKEt27
Ontwerp voor landhuis "Huize Zwaenwijck", Loenen. z.jr
2 bladen
Toelichting: De tekeningen zijn niet gesigneerd, maar de tekeningen zijn gepubliceerd in boek over Van Arkel.
Arkel, G. van / Archief
20
ARKE
ARKE.110458118 Tekeningen mogelijk van Van Arkel
ARKEt28
ARKEt29
ARKE.110458118 TEKENINGEN MOGELIJK VAN VAN ARKEL Ontwerp voor een (dubbel)woonhuis op de Keizersgracht 165, Amsterdam, voor de heer Hartkamf. 1904 2 tekeningen Ontwerp voor een winkelpui. z.jr.
1 blad
Toelichting: Tekening vertoont grote overeenkomsten met de ontwerpen voor de winkelpui van modemagazijn Kalker; zie aanvraagnummer t23
ARKEt30
ARKEt31
ARKEt32
Ontwerp voor een dubbel woonhuis z.jr.
1 blad
Ontwerp voor een monumentaal woongebouw z.jr.
1 blad
Ontwerp voor een wandvitrinekast z.jr.
1 blad
Toelichting: Op de tekening is de naam geschreven van een mogelijke opdrachtgever: Mr. Kahn
ARKEt33
Plafondontwerp z.jr.
1 blad
Toelichting: Op de tekening is de naam van de vermoedelijke opdrachtgever geschreven: Mr. Botje. Bij een vergelijking met een foto afgebeeld in een boek over Van Arkel lijkt het te kunnen gaan om het plafond in de sigarenwinkel ""De Vorstenlanden"" van E. Huf aan de Zoutsteeg te Amsterdam (Van Arkel 1891)
ARKEt34
ARKEt35
ARKEt36
Interieurontwerp; deuromlijsting, wandkast en schouw met spiegel. z.jr. Interieurontwerpen; perspectieven, wanden en schouwen z.jr. Ontwerp voor een pomp "de Johanna". z.jr.
1 blad
4 bladen
1 blad
ARKE.110458147 Niet nader geïdentificeerde tekeningen z.jr. ARKEt37 ARKEt38
2 tekeningen, z.j. - 1 blauwdruk electrische personenlift (stempel: F. Stieltjens, 1901 - 2 blauwdrukken Amerikaansch kantoor (meubelfabriek Jansen), z.j. - 2 blauwdrukken, z.j. Toelichting: Wellicht gaat het hier om technische details van het pakhuis “Prins Hendrik” voor de NV Blauwhoedenveem-Vriesseveem.
ARKE
Arkel, G. van / Archief
21
Arkel, G. van / Archief
22
ARKE
ARKE.110458119 Verzamelde tekeningen
ARKEt39
ARKEt40
ARKE.110458119 VERZAMELDE TEKENINGEN Ontwerp voor een woonhuis voor de heer G.A. Tindal, van de architect G.B. Salm. 1878 1 blad Ontwerp voor een winkelhuis voor de heer J. Cahen aan de Kalverstraat, van de architect G.B. Salm. 1881 1 blad Toelichting: Gedrukte tekening
ARKEt41
Figuurstudies 1907-1911
5 bladen
Toelichting: Alle tekeningen zijn gesigneerd
ARKEt42
Geveltekening van het Rijksmuseum in Amsterdam van de architect P.J.H. Cuypers. z.jr. 1 blad Toelichting: Gedrukte tekening
ARKEt43
Ontwerp voor een protestantse kerk z.jr.
1 blad
Toelichting: Gedrukte tekening
ARKEt44
Ontwerp voor een ingangspartij van een kerkgebouw z.jr.
1 blad
Toelichting: Gedrukte tekening
ARKEt45
Dwarsprofiel van het noordelijk hoofd bij "Holland op zijn smalst" nabij het zeeëind. z.jr. 1 blad Toelichting: Gedrukte kleurenlitho
ARKEt46
Tekeningen van het Heerenhuis op de buitenplaats “De Rijp”. Kees Romeyn z.jr. 4 tekeningen, z.j.
ARKE
Arkel, G. van / Archief
23
ARKE.110458120 Personalia
ARKEt47
ARKE.110458120 PERSONALIA oorkonde behorende bij een bronzen medaille uitgereikt aan Van Arkel door het organiserend comitee van de Exposition Universelle de Bruxelles 1910. 1910 1 stuk
Arkel, G. van / Archief
24
ARKE
ARKE.110458121 Documentatie
ARKEf6
ARKE.110458121 DOCUMENTATIE Fotolitho van de winkelpui van modemagazijn Kalker naar een ontwerp van H.J. Breman in de Kalverstraat 189 te Amsterdam. z.jr. 1 blad
ARKEf7
Foto van een Mariabeeld aangeboden door de fam. Van de Bossche aan Monica van de Bossche, eerwaarde moeder van het O.L.V.-Gasthuis te Assche. z.jr. 1 foto
ARKEt48
Kalenderbladen. z.jr.
5 bladen