Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF
Algemene gegevens / General Information Programma / Programme
Nationaal Programma Ouderenzorg
Subsidieronde / Subsidy round
4e ronde NPO Transitie-experimenten Interdisciplinair opleidingsmodel Ouderenzorg Samen ontwikkelen, samen opleiden en samenwerken
Projecttitel / Project title
Geplande startdatum / Planned start date
Nederlands / Dutch 01-09-2010
Geplande duur/ Planned duration
27 maanden / months
Datum indienen / Date of application
16-02-2010
Projecttype / Project type
Anders / Differently Nee / No
Projecttaai / Project language
Vervolg eerder ZonMw-project / Continuation previously funded project ZonMw
Aanvrager / Applicant Drs. PPM Bakker T: 0503617003 | F: | E:
[email protected] Universitair Medisch Centrum Groningen Wenckebach Instituut Postbus 30001 9700 RB GRONINGEN
Projectieden / Project members Mr. JFM Aartsen (Bestuurlijk verantwoordelijke) Functie/Position: Lid Raan van Bestuur UMCG | Opleiding/Education: WO Studierichting /Subject: Rechten T: 050 36111503 | F: \ E:
[email protected] Universitair Medisch Centrum Groningen Raad van Bestuur Postbus 30001 9700 RB GRONINGEN
Drs. PPM Bakker (Projectcommissielid) Functie/Position: Stafmedewerker | Opleiding /Education: WO Studierichting /Subject: Onderwijskunde T: 050 361 7003 | F: \ E:
[email protected] Universitair Medisch Centrum Groningen Wenckebach Instituut Postbus 30001 9700 RB GRONINGEN
Drs. E Berghuis (Projectcommissielid) Functie/Position: Huisarts | Opleiding/Education: WO Studierichting /Subject: Geneeskunde T: 0 | F; | E: DHV Groningen Damsterdiep 191 D 9713 EC GRONINGEN
Drs. AVM Etten (Projectleider en penvoerder) Functie/Position: Programmamanager | Opleiding /Education: WO Studierichting / Subject: Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 11:43
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF T: 050 3612943 | F: | E:
[email protected] Universitair Medisch Centrum Groningen Interne Geneeskunde Postbus 30001 9700 RB GRONINGEN
Prof. dr. K van der Meer (Projectadviseur) Functie/Position: Hoogleraar afdelingshoofd huisartsgeneeskunde | Opleiding /Education: WO Studierichting /Subject: Huisartengeneeskunde T: 050 3632970 | F: \ E:
[email protected] Universitair Medisch Centrum Groningen Academische Huisartspraktijk Groningen Postbus 30001 9700 RB GRONINGEN
Dr. PF Roodbol (Projectcommissielid) Functie/Position: Hoofd Wenckebach Instituut | Opleiding /Education: WO Studierichting / Subject: T: 050 3614345 | F: \ E:
[email protected] Universitair Medisch Centrum Groningen Wenckebach Instituut Postbus 30001 9700 RB GRONINGEN
Prof. dr. JPJ Slaets (Projectcommissielid) Functie/Position: Geriater | Opleiding/Education: WO Studierichting /Subject: Interne Geneeskunde T: 050 3611654 | F: | E:
[email protected] Universitair Medisch Centrum Groningen Disciplinegroep Inwendige Geneeskunde Geriatrie Postbus 30001 9700 RB GRONINGEN
HJ van der Linde (Projectcommissielid) Functie/Position: Verpleegkundige in huisartsenpraktijk (POH) | Opleiding/Education: HBO Studierichting / Subject: T: 0612072903 | F: | E: DHV Groningen Damsterdiep 191 D 9713 EC GRONINGEN
Mr. AAC Vlaskamp (Projectadviseur) Functie/Position: Senior adviseur | Opleiding /Education: WO Studierichting /Subject: Rechten T: 030 2985280 | F: \ E:
[email protected] College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA UTRECHT
Dr. T van Wijngaarden (Projectcommissielid) Functie/Position: Huisarts | Opleiding /Education: WO Studierichting /Subject: Huisartsengeneeskunde T: 050 3615020 | F: \ E:
[email protected] Universitair Medisch Centrum Groningen Academische Huisartspraktijk Groningen Postbus 30001 9700 RB GRONINGEN
Aangemaakt door ProJectNet/ Generated by ProJectNet: 16-02-2010 11:43
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF
Projectgegevens / Project information Samenvatting / Summary Dit onderzoeksproject is onderdeel van het Netwerk Ouderenzorg regio Noord (NPO-Noord) en maakt deel uit van het door het CBOG (College Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg) aangestuurd en gecoördineerd kaderprogramma op het gebied van interdisciplinair opleiden in de ouderenzorg. Het CBOG kaderprogramma beoogt een verandering te bewerkstelligen in de opleidingen voor professionals in de ouderenzorg en sluit daarmee aan op de focus en visie van het NPO. Dat heeft ertoe geleid dat zij (CBOG en NPO) gezamenlijk willen werken aan: 1) Het maken van een breed toepasbaar interdisciplinair opleidingsmodel. 2) Het vaststellen van aantal teams van professionals, die met het interdisciplinair opleidingsmodel gaan experimenteren in pilots. Om de doelstellingen van het CBOG kaderprogramma te bereiken wordt onder coördinatie en sturing van het CBOG varianten van andere teams van professionals landelijk uitgewerkt. Hierbij worden de andere NPO netwerken uitgenodigd om invulling te geven aan de deelstudie zodat het breed gedragen wordt. Hierbij is het door het UMCG ontwikkelde model het uitgangspunt. Ouderen leven langer en wonen langer thuis en daardoor groeit de vraag naar complexere zorg in de thuissituatie. De verwachtingspatronen met betrekking tot deze zorg verschuiven van de traditionele ziekte georiënteerde behandeling richting kwaliteit van leven en welbevinden. Bestaande opleidingen die professionals opleiden voor de zorg zijn in hoge mate ziekte georiënteerd en bovendien disciplinegebonden. Nieuwe verwachtingspatronen vereisen in de eerste plaats een betere samenwerking en integratie zowel bij de zorgverlening als bij aspecten van wonen en welzijn. Deze andere verwachtingen vereisen nieuwe en aangepaste competenties van de zorgverleners. Bijvoorbeeld voor het adequaat kunnen hanteren en toepassen van begrippen als autonomie, persoonlijk welbevinden en kwetsbaarheid. Dat zijn generieke begrippen, niet afhankelijk van ziekte of discipline. Het ontwikkelen van een gezamenlijk referentiekader voor professionals die samen verantwoordelijk zijn voor de zorg van de ouderen moet de basis vormen voor een meer doelmatige samenwerking en een betere kwaliteit die tegemoet komt aan de hedendaagse vraag van de ouderen zelf. Om aan die andere en complexere zorg tegemoet te komen is een ambitieus plan door het UMCG ontwikkeld, waarbij opleidingsinnovatie en zorgvernieuwing hand in hand gaan. De bouwstenen van iedere onderwijsvernieuwing zijn leerdoelen, leermiddelen en toetsen. Deze aanvraag richt zich specifiek op het ontwikkelen van generieke competenties die toegepast worden in een interdisciplinaire context. Welke zijn relevante leerdoelen die specifiek voor de ouderenzorg en generiek van aard zijn? Hoe zijn die leerdoelen te bereiken door het uitvoeren van leeropdrachten? Welke leermiddelen lenen zich voor interdisciplinair competentiegericht opleiden? Welke toetsen t.a.v. het leerproces en ten aanzien van zorg uitkomsten zijn hierbij toepasbaar? Dit onderzoek combineert de theoretische kennis uit diverse opleidingsmodellen met kennis uit expert panels (zoals een door Menzis, Evean, UMCG voorgefinancierd project over dit onderwerp). Voor de pilot is gekozen voor de setting van huisarts met praktijkondersteuner. Deze setting past goed in de visie van het NPO-Noord ook omdat dit samenvalt met de wens van de District Huisartsen Vereniging (DHV) Groningen en Menzis. Bovendien past het ook in de systematiek van de werkplaatsen die zijn ingericht voor een lopend transitieproject in NPO-Noord. De wijze waarop in dit project de vraag van de ouderen zelf centraal wordt gesteld is dezelfde als in dit onderzoeksproject. De huisartsen en praktijkondersteuners volgen deels samen modules, reflecteren hierop en passen deze toe op hun eigen werkplek. Zo worden de ontwikkelde competenties, leerdoelen en leermiddelen ook direct gekoppeld aan de vragen en verwachtingspatronen van de ouderen zelf in de concrete setting van de eerste lijn. Het project gaat van theorie naar praktijk en terug en eindigt met een document dat dient als basisdocument. In dat basisdocument staan de uitgangspunten van en ervaringen met interdisciplinair opleiden gericht op de huisarts met praktijkondersteuner in de ouderenzorg omschreven en dit vormt het basisdocument voor het CBOG en de andere NPO netwerken. Het opleidingsmodel heeft als doel duurzame en generiek toepasbare verbeteringen te initiëren met interdisciplinaire opleidingsmodules die worden aangeboden in een samenwerking met Universiteiten, Medische Vervolgopleidingen Hogescholen en Regionale Opleidingscentra. Gezien de beperkte beschikbaarheid aan ervaren docenten en middelen op dit gebied heeft dit gecoördineerd initiatief met het interdisciplinair combineren van modules en het onderling uitwisselen van modules ook in dat opzicht doelmatigheidswinst. Uiteraard is dit project slechts het begin van een veel omvangrijker traject waarbij het CBOG een trekkersrol zal vervullen.
Trefwoorden / Keywords Interdisciplinair, opleidingsvernieuwing, huisarts, praktijkondersteuner, competenties, opleiden, opleiding
Samenwerking / Collaboration Samenwerking tussen onderzoek en praktijk / Cooperation between research and practice:
Ja/Yes
Inhoud / Content Probleemstelling / Problem definition Het aantal ouderen groeit van 3 miljoen in 2005 naar 5 miljoen in 2030(1). Door het ouder worden neemt het risico om een of meer chronische ziekten te krijgen toe. Dat betekent impliciet dat dit niet alleen meer fysieke maar ook meer psychosociale problemen voor de ouderen met zich mee brengt en daarmee een verminderd welbevinden. Daarnaast is de trend dat het Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 11:43
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF aantal ouderen dat zelfstandig thuis blijft wonen toeneemt. Fysieke en psychosociale problemen die vooralsnog in de tweede lijn worden behandeld zullen hierdoor verschuiven naar de eerste lijn. Daardoor zal juist in de thuissituatie als gevolg daarvan complexe zorg en behandeling moeten worden aangeboden. De verwachtingspatronen van ouderen met betrekking tot deze zorg verschuiven meer in de richting van kwaliteit van leven en welbevinden. Dat is fundamenteel anders dan de traditionele ziekte georiënteerde uitkomstmaten gericht op bv organen /ziektes. De maatschappelijke relevantie van de vraag naar betere zorg voor kwetsbare ouderen staat duidelijk omschreven in diverse landelijke rapporten (2-7). Er zijn derhalve maatschappelijke ontwikkelingen die vragen om vernieuwingen in de ouderenzorg. Dit is een uitdaging voor de toekomstige gezondheidszorg en het is belangrijk om daar op te anticiperen. De demografie laat zien dat er de afgelopen decennia winst geboekt is ten aanzien van de gemiddelde levensverwachting. De huidige levenstandaard en de verbeterde gezondheidszorg dragen ertoe bij dat chronische ziekte(n) en beperkingen ten dele worden uitgesteld. Echter het verlengde leven gaat uiteindelijk gepaard met functieverlies en beperkingen; mensen brengen ook meer jaren met ziekte(n) door. De toekomstige gezondheidswinst bij ouderen zit niet per se in de preventie van ziekte en het verlengen van het leven, maar in de preventie van beperkingen en het in stand houden van welbevinden. Dit is een nieuwe maatschappelijke uitdaging. Om een adequate behandeling en zorg voor deze "nieuwe" en groeiende groep patiënten in de thuissituatie te organiseren zal ook een meer integrale benadering van de zorg en behandeling noodzakelijk zijn. Een duidelijke afbakening van de primaire verantwoordelijkheid voor de zorg (care) en de primaire verantwoordelijkheid voor behandeling (case) zijn noodzakelijk (2,3). Helderheid over verantwoordelijkheden en een goede interdisciplinaire samenwerking en communicatie tussen de zorgprofessionals zijn vereist. Ook de communicatie met de ouderen zelf dient aangepast te worden waarbij meer nadruk komt te liggen op het tegemoet komen aan de autonomie van de oudere. Bestaande initiële en vervolgopleidingen die professionals opleiden voor de ouderenzorg, zijn nog onvoldoende toegerust om de"nieuwe" en groeiende complexere zorgvraag het hoofd te bieden (3). Bestaande opleidingen voor de zorg zijn in hoge mate ziekte georiënteerd en bovendien discipline gebonden. Nieuwe verwachtingspatronen van de patiënt vereisen in de eerste plaats een betere samenwerking en integratie, niet alleen binnen de zorg maar bijvoorbeeld ook op aspecten van wonen en welzijn. Daarnaast zijn nieuwe en aangepaste competenties nodig, bijvoorbeeld interdisciplinair samenwerken maar ook voor het adequaat kunnen hanteren van begrippen als autonomie, persoonlijk welbevinden en kwetsbaarheid. Daarnaast is kennis van preventie, voedingstoestand van ouderen, psychische gesteldheid van ouderen, inzicht en toepassing van technologische innovaties, polyfarmacie, domotica/ technische hulpmiddelen, etc. ook van belang (7). Interdisciplinair opleiden van professionals in de ouderenzorg is nodig gezien de andere eisen die aan de professionals worden gesteld. Het ontwikkelen van een gemeenschappelijk interdisciplinair opleidingsmodel moet de basis vormen voor een doelmatigere interdisciplinaire samenwerking, een betere communicatie tussen professionals, betere (deels gemeenschappelijke) kenniswerving van de nieuwe ontwikkelingen en een kwaliteit die tegemoet komt aan de vraag van de hedendaagse ouderen.
Relevantie / Relevance De veranderingen binnen de ouderenzorg vragen om andere/nieuwe competenties van alle in de ouderenzorg werkzame professionals. Door het beter toerusten van professionals door middel van onderwijs en scholing worden zij beter voorbereid op het werken in de huidige en toekomstige ouderenzorg. Het onderwijs en de scholing richt zich op de vier genoemde thema's: beter maken, behoud van functioneren, leren leven met beperkingen en kwaliteitvan leven (8). Professionals zijn na het volgen van het onderwijs / scholing beter in staat om in te spelen op deze vier belangrijke thema's binnen de ouderenzorg. Daarnaast zijn ze beter in staat om in samenwerkingsverband de veranderende vraag te beantwoorden. Waarborging relevantie en kwaliteit De ontwikkelingen rondom interdisciplinair opleiden pasen binnen de doelstelling van het NPO en worden gedragen door het CBOG (omschreven in activiteitenplan 2010). In dit plan van het CBOG staat omschreven -het maken van een breed toepasbaar opleidingsmodel voor interdisciplinair opleiden, -het vaststellen van een aantal teams/professionals, die het gemeenschappelijk opleidingsmodel gaan toepassen in pilots. Het UMCG is door het CBOG gevraagd hierin de eerste stappen uitte voeren door (1) het reeds ontwikkelde theoretische opleidingsmodel ouderenzorg verder te ontwikkelen en (2) experimenteren met het opleidingsmodel in huisartsenpraktijk met teams van huisartsen en praktijkondersteuners / praktijkverpleegkundigen Theoretische kennis uit bestaande onderwijskundige theorieën wordt gecombineerd met kennis uit expert panels (zoals een door Menzis, Evean, UMCG voorgefinancierd project over dit onderwerp) in een experiment. In dit project is gekozen voor de setting van huisarts met praktijkondersteuner / praktijkverpleegkundige omdat dit model goed past in de visie van het NPO-Noord en omdat dit mede samenvalt met de wens van de District Huisartsen Vereniging (DHV) Groningen en Menzis. Maar ook omdat de huisarts in de huisartsenpraktijk de toegangspoort is en blijft tot de zorg voor de thuis wonende oudere. Het is belangrijk dat hier de care en cure goed geregeld zijn op het moment dat een oudere patiënt hulp en/of ondersteuning nodig heeft. Daarom is een goede samenwerking tussen deze twee professionals essentieel. Het eindresultaat van dit onderzoeksproject is een basisdocument met daarin omschreven de uitgangspunten van interdisciplinair opleiden en de ervaringen van het experiment. Andere UMC's in NPO verband worden door het CBOG uitgenodigd om een verdere invulling te geven aan dit basisdocument. Het CBOG beschouwt gemeenschappelijke opleidingsmomenten (zoals modules en begeleidingstrajecten op de werkplek) als een van de instrumenten naast andere instrumenten om daadwerkelijke veranderingen in de zorg voor ouderen te bewerkstelligen. In de visie van het NPO-Noord stond opleiding van meet af aan centraal met een uitgebreid voortraject en publicaties. Aansluiting bij beschikbare (inter)nationale kennis en praktijk Zoals eerder aangeven moeten professionals in de ouderenzorg meer interdisciplinair samenwerken. Er wordt gestreefd naar een zo optimaal mogelijke zorgverlening met alle betrokken professionals. Deze optimale zorgverlening is het resultaat van leren met, van en over elkaar. Uit enkele onderzoeken is gebleken dat interdisciplinair opleiden er toe leidt dat professionals Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 11:43
4
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF elkaar beter begrijpen, dat ze meer samenwerken waardoor de zorg voor de patiënt verbetert (10-12). Echter interdisciplinair opleiden kent ook bedreigingen. De grootste bedreiging (ook in dit onderzoeksproject) is het niveauverschil en het verschil in verantwoordelijkheid. Met dit onderzoeksproject wordt een start gemaakt met het zoeken naar een optimaal 'punt'. Hiermee wordt bedoeld: hoe moet de interdisciplinaire scholing eruit zien zodat alle professionals die kennis van interdisciplinair samenwerken in de ouderenzorg zich eigen maken. Daarbij kan bijvoorbeeld de vraag gesteld worden: hoe zorg je ervoor dat professionals niet afhaken (wanneer de scholing te snel ofte langzaam gaat). Tevens wordt hiermee ook bedoeld hoe op een efficiënte en effectieve wijze zorg wordt verleend door de verschillende professionals, uitgaande van de verschillen in verantwoordelijkheid, hoe leer je verschillende professionals de verschillende rollen in een samenwerkingsverband? In dit onderzoeksproject wordt voortdurend afgestemd met de professional, zodat een zo optimaal onderwijstraject ontwikkeld wordt.
Kennisoverdracht, implementatie, bestendiging / Knowledge transfer, Implementation Consolidation In de visie van het NPO-Noord staatopleiding van meet af aan centraal. Bij de subsidieaanvraag van het UMCG over interdisciplinair opleiden in de Ouderenzorg in 2008 is door ZonMw aangegeven dat zij het onderwerp zeer relevant acht, maar dat uitwerking op landelijk niveau gewenst was. Daarop heeft het NPO Noord contact gezocht met het CBOG en de andere zeven NPO netwerken. Dat heeft ertoe geleid dat zij gezamenlijk willen werken aan: 1) Het maken van een breed toepasbaar opleidingsmodel met daarin opgenomen generieke competenties voor interdisciplinair opleiden in de ouderenzorg. 2) Het vaststellen van een aantal teams/professionals, die met het gemeenschappelijk opleidingsmodel gaan experimenteren in pilots. Het CBOG heeft een Stuurgroep ingericht die het CBOG van input voorziet wat betreft de ontwikkeling en implementatie van het interdisciplinair opleidingsmodel. Het UMCG gaat als eerste aan de slag. Het project van het UMCG gaat van theorie (theoretisch opleidingsmodel) naar praktijk (pilot) en terug en eindigt met een basisdocument. Dit document is de kapstok/ basisdocument voor het uitwerken van het verdere CBOG programma. De netwerkcoördinatoren NPO hebben zich bereid verklaard hieraan in een samenhangend programma hun medewerking te verlenen. Deze netwerken gaan met het basisdocument, ontwikkeld door het UMCG het interdisciplinair opleidingsmodel uitwerken met andere teams van professionals. Inbedding onderzoeksproject in netwerk Dit onderzoeksproject heeft als doelstelling het behalen van de doelstelling van het Netwerk Noord luidend: 'het realiseren van innovatieve zorg op maat met meerwaarde voor het welzijn van de ouderen met complexe problematiek ....' Het gaat in deze doelstelling niet alleen om het ontwikkelen /valideren van nieuwe instrumenten en interventies, ook de toepassing is relevant. Dat geschiedt door professionals en zij moeten voldoende geëquipeerd zijn om deze nieuwe instrumenten en interventies in te zetten, zodat de zorg voor de ouderen met complexe zorgvragen ook daadwerkelijk verbetert.
Doelstelling / Objective Het doel van het te ontwikkelen interdisciplinaire opleidingsmodel is bij te dragen aan duurzame en generiek toepasbare verbeteringen binnen de ouderenzorg. Het opleidingsmodel geeft een beschrijving van generieke competenties in een interdisciplinaire context. Daarnaast worden de leerdoelen, leermiddelen (opleidingsmomenten) en toetsen voor interdisciplinair opleiden in de ouderenzorg omschreven. Vragen die beantwoording behoeven zijn onder andere: Welke generieke competenties in de interdisciplinaire context van de ouderenzorg zijn te benoemen? Welke relevante leerdoelen (voortvloeiend uit de competenties) zijn specifiek voor de ouderenzorg? Hoe zijn die leerdoelen concreet te maken in leeropdrachten? Welke opleidingsmomenten voor interdisciplinair opleiden en welke toetsen t.a.v. het leerproces en ten aanzien van zorguitkomsten zijn hierbij toepasbaar? De ontwikkelde leerdoelen en leermiddelen worden direct gekoppeld aan de vragen en verwachtingspatronen van de ouderen zelf in de concrete setting van de eerste lijn. De huisarts en praktijkondersteuners / praktijkverpleegkundigen spelen een centrale rol in dit onderzoeksproject. Met het interdisciplinaire opleidingsmodel wordt geëxperimenteerd in verschillende settings met verschillende teams. Hierdoor wordt het toepassingsgebied van het interdisciplinaire opleidingsmodel veel ruimer. Het interdisciplinaire opleidingsmodel kan uiteindelijk ingezet worden in al het onderwijs dat gegeven wordt aan professionals die in de ouderenzorg werken / gaan werken, van de geriater tot en met de verzorgende. Op deze manier kan een duurzame verandering binnen de ouderenzorg gerealiseerd worden.
Plan van Aanpak / Strategy Dit onderzoeksproject bevat twee componenten 1: Ontwikkelen interdisciplinair opleidingsmodel ouderenzorg. 2: Pilot, experimenten met opleidingsmodel in huisartsenpraktijken middels een onderwijstraject voor huisartsen praktijkondersteuners / praktijkverpleegkundigen. Componenten 1 en 2 zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en lopen deels parallel. Het project gaat van theorie (component 1) naar praktijk ( component 2) een weer terug naar de theorie. Hiermee wordt bedoeld dat de pilot wordt geëvalueerd en dat de uikomsten hiervan weer gebruikt worden om opleidingsmodel aan te passen / te verbeteren. Met als eindresultaat een basisdocument met daarin omschreven generieke competenties in een interdisciplinaire context die geheel of gedeeltelijk de basis vormen voor andere interdisciplinaire scholing voor professionals in de ouderenzorg. En welke mogelijk ook toepasbaar zijn in de basisopleidingen en een of meerdere als vervolgopleidingen of gespecialiseerde afstudeerrichtingen. Plan van aanpak Component 1: Ontwikkelen Interdisciplinair Opleidingsmodel Ouderenzorg. Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 11:43
5
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF Middels een systematic review wordt richting gegeven aan de ontwikkeling van het opleidingsmodel. Trefwoorden hiervoor zijn: samenwerken, communiceren, duidelijke verantwoordelijkheden, interdisciplinair opleiden, zorg, innoveren, verandering, competenties. Voorwerk is al uitgevoerd in een door het UMCG, Menzis en Evean voorgefinancierd project. Dit heeft geresulteerd in een eerste opzet van een opleidingsmodel. Voor de invulling van de competenties wordt aangesloten bij de Canmeds competenties: medisch (vakinhoudelijk) handelen, communicatie, samenwerking, organisatie, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen en professionaliteit (13). Met zorgverleners die werken met ouderen, worden de beoogde resultaten en de daarbij voorkomende kritische situaties zowel vanuit het gezichtpunt van de ouderen als van de zorgverleners geformuleerd. De gewenste resultaten en de daarbij behorende kritische situaties bepalen de relevante competenties met de operationalisaties daarvan. Deze invulling/uitwerking richt zich met name op die competenties die algemeen zijn voor (alle) professionals in de ouderenzorg, ongeacht de 'functie'. De aanname hierbij is, dat met uitzondering van vakinhoudelijk handelen de andere competenties grotendeels gemeenschappelijke zijn. Bij het beschrijven van de competenties wordt gebruikt gemaakt van de kennis en expertise van het CBOG / NPO netwerken om een breed draagvlak re creëren. Om de geformuleerde (leer)doelen te behalen worden verschillende middelen ingezet: cursorisch en/of klassikaal onderwijs, werkplek leren en actiegericht leren. Van de professionals in dit project wordt verwacht dat zij meer en anders gaan samenwerken en hun nieuwe en andere taken op een andere wijze gaan organiseren. Onder interdisciplinair opleiden wordt verstaan: met elkaar, van elkaar en over elkaar te leren. Daardoor wordt een bijdrage geleverd aan een betere samenwerking en een andere en betere ouderenzorg. (10,11,14,15). Een geschikte vorm van leren wanneer veranderingen nog doorgevoerd moeten worden is actiegericht leren: een continu proces van leren en reflecteren in de praktijk. Met behulp van opdrachten in de praktijk wordt gereflecteerd op de ondernomen acties. Wanneer deze opdrachten ook nog gericht zijn op verandering en innovatie wordt er niet alleen geleerd maar wordt er tevens iets in de praktijk veranderd. Vervolgens wordt gekeken welke toetsen geschikt zijn om effecten op de competenties bij de deelnemers te meten. Denk hierbij aan 360 graden feedback, audits en tests gericht op het functioneren van het team en van de oudere zelf. Het 'theoretische' opleidingsmodel vormt het uitgangspunt voor de vormgeving van het onderwijstraject voor huisartsen en praktijkondersteuners. Een voorbeeld van een uitwerking van doel, middel, toets wordt hieronder gegeven. Voorbeeld: Inleiding Zowel gedurende het werk als tijdens cursorisch onderwijs wordt geleerd. Dit leren kan gestructureerd, formeel en bewust gemaakt worden door het benoemen van opleidingsmomenten. Het gaat hierbij om momenten die geoormerkt worden als opleidings/leermoment. Tijdens een opleidingsmoment komen verschillende taken aan de orde. Het specificeren van een opleidingsmoment in duidelijke taken zorgt ervoor dat het opleidingsmoment overzichtelijker, 'kleiner wordt en hierdoor ingezet kan worden als leerdoel. Het leerdoel is een operationalisatie van de eerder geformuleerde (gemeenschappelijke) competenties. Het leerdoel kan ondermeer getoetst worden. Praktische uitwerking van het bovenstaande: Opleidingsmoment: -Screening van oudere patiënt met behulp van basisinstrumentarium NPO-Noord Taak - De oudere patiënt uitleg geven over het screeningsinstrument en motiveren de vragen te beantwoorden. - Optimaal omgaan met autonomie en vragen van de oudere patiënt zelf. Leerdoel - Communicatie: Motiveren van de oudere patiënt' zodat deze de vragen van het screeningsinstrument invult. Toets - Percentage gescreende patiënten - Percentage zorgplannen op openstaande zorgvragen - Resultaat op goal attainment schaal
Werkwijze De werkgroep gaat voortdurend van het ontwikkelen / uitdenken van het onderwijstraject voor de huisarts en praktijkondersteuner/ praktijkverpleegkundige (bovenstaande tabel) naar het experimenteren hiermee in de praktijk. Uiteindelijk ontstaat er een uitwerking van het onderwijstraject voor huisartsen en praktijkondersteuners / praktijkverpleegkundigen dat tevens ook is toegepast in de praktijk. Generieke / theoretische uitgangspunten worden hieruit gedestilleerd en zijn toepasbaar voor andere NPO-netwerken die aan de slag gaan met andere teams. De praktische uitwerking van het onderwijstraject voor huisarts en praktijkondersteuner/ praktijkverpleegkundige dient als voorbeelduitwerking. Dit is het basisdocument dat met dit onderzoeksproject opgeleverd wordt. In overleg met ouderen en deskundigen uit het veld (oa geriaters, huisartsen, verpleegkundigen, praktijkondersteuners en onderwijskundigen) wordt gekeken welke competenties en thema's algemeen geldend zijn ongeacht de rol van de professional in de ouderenzorg en welke middelen en toetsen het beste ingezet kunnen worden. Hierbij wordt tevens gebruik gemaakt van kennis en expertise van het CBOG / NPO netwerken. Voortdurend zal er geswitcht worden tussen (onderwijskundige)theorie en de praktijk.
Component 2: Experimenteren met het theoretische opleidingsmodel in huisartsenpraktijken met huisartsen en Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 11:43
6
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF praktijkondersteuners / praktijkverpleegkundigen (pilot). Voor de pilot worden 5 tot 10 pilot-werkplaatsen geworven. Dit kunnen werkplaatsen zijn die ook al deelnemen aan het transitie-experiment van NPO-Noord. Daarnaast kunnen huisartsenpraktijken zich eventueel via de DHV aanmelden. Er is gekozen voor een klein aantal werkplaatsen omdat dit onderzoeksproject een eerste experiment is in de praktijk en omdat er nog veel moeten worden ontwikkeld zowel in theorie als praktijk. Gedurende een periode van één jaar worden de huisarts en de parktijkondersteuner / praktijkverpleegkundige theoretisch geschoold en bij het testen/toetsten van het interdisciplinaire model in de praktijk begeleid. Huisartsen en praktijkondersteuner/praktijkverpleegkundigen volgen voornamelijk interdisciplinair maar in sommige gevallen ook monodisciplinair verschillende modules (variërend van twee uur tot een dag). Daarnaast vinden er verschillende begeleidingsmomenten plaats op de werkvloer zelf. Huisartsen en praktijkondersteuners/ praktijkverpleegkundigen reflecteren samen op de gevolgde modules en kijken gezamenlijk wat de meest efficiënte en effectieve methode is voor hun eigen werkplek. Op deze wijze verwerven zij de nieuwe competenties en veranderen zij de eigen praktijk zodat het voldoet aan de veranderende vraag. Kenmerken van de pilot-werkplaatsen: -Een huisartsengroep (HAGRO) of een groep huisartsen onder een dak (HOED). -De HAGRO of HOED heeft ten minste één praktijkondersteuner / praktijkverpleegkundige met HBO werk- en denkniveau in dienst. -Tenminste één "koppel" bestaande uit huisarts en praktijkondersteuner/ praktijkverpleegkundige gaan samen het onderwijstraject volgen. Ook hier is er voortdurend overleg met ouderen en deskundigen uit het veld (oa, huisartsen, praktijkondersteuners, verpleegkundigen en onderwijskundigen) over ervaringen met het opleidingsmodel in de praktijk. Het uiteindelijke product van component 1 en 2 is een basisdocument met daarin omschreven: -Generieke competenties voor professionals die werken in de ouderenzorg. -Leermiddelen die ingezet kunnen worden zodat deze competenties behaald worden. -Toetsen die ingezet kunnen worden om de (behaalde) competenties te meten. -Ervaringen van het experiment met het opleidingsmodel in de huisartsenpraktijk met huisartsen en praktijkondersteuners / praktijkverpleegkundigen. Planning Zie bijlage 1 Overlegstructuur Binnen dit onderzoeksproject is een Stuurgroep en een Werkgroep. De Stuurgroep is verantwoordelijk voor de coördinatie en sturing en formulering van het theoretische interdisciplinair opleidingsmodel. De Werkgroep vertaalt het opleidingsmodel naar de praktijk en begeleidt de praktijken en koppelt de ervaringen weer terug naar de Stuurgroep Zij switchen voortdurend van theorie naar praktijk en weer terug naar de praktijk. Stuurgroepleden, zie blz 1 van deze subsidieaanvraag. Werkgroepleden: -Mr. R. Hilberts (PGSOM, UMCG) -Mevr. drs. P. Bakker (PGSOM, UMCG) -H.J. van der Linde (DHV) -Mevr dr. T. van Wijnbergen (Academische huisartsenpraktijk UMCG) -Drs. A.K. Meininger (PGSOM, UMCG) -Dr. P.M. Boendermaker (PGSOM UMCG) -Dr. W.K. van der Heide (UHD, vakgroep Huisartsgeneeskunde) Promotie onderzoek, drs. Francie GJM Kaaijk-Jacobs Een onderzoeksprogramma (dat reeds van start is gegaan), gekoppeld aan het interdisciplinair opleidingsmodel in de ouderzorg, is de evaluatie van de verworven competenties in de werkplaatsen. Zoals eerder aangegeven is samenwerken een belangrijke competentie, naast andere / nieuwe competenties wanneer het gaat om interdisciplinair samenwerken binnen de ouderenzorg. Vanuit de internationale literatuur (16) is gebleken dat met behulp van de meetinstrumenten; individuele portfolio's, reflectie en feedback instrumenten gemeten kan worden of deze competentie wordt ontwikkeld / wordt verworven. Verschillende teams van huisartsen en praktijkondersteuners / praktijkverpleegkundigen worden ingezet om deze meetinstrumenten te valideren, zodat uiteindelijk deze instrumenten ondergebracht kunnen worden in bestaande curricula. De data worden door middel van non-parametrische toetsen geanalyseerd. In dezelfde periode worden met behulp van het triage-instrument, wat inhoudt de GFI (Groninger Frailty Indicator), de INTERMED voor de complexiteit van zorg en The Well Being lijst, patiëntenuitkomsten gemeten.
Evaluatie De evaluatie van dit project richt zich op: 1 Het onderwijskundige proces *Hoe zorg je ervoor dat professionals niet afhaken (wanneer de scholing te snel of te langzaam gaat). Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 11:43
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF *Hoe leer je verschillende professionals de verschillende rollen in een samenwerkingsverband? 2 Het resultaat, zowel bij de zorgverlener (deelnemers van het onderwijstraject) en de oudere patiënt. Om het resultaat van het onderwijstraject te meten wordt een deel van het basisinstrumentarium van NPO-Noord inzet. Het basisinstrumentarium wordt gebruikt bij screening door self-assessment. De uitkomsten hiervan worden samengevoegd in subgroepen en vertaaltd in een behandelplan. Dit behandelplan wordt afgestemd met de patiënt, met wie tevens doelen worden geformuleerd (goal attainment schaal). Het behandelplan wordt uitgevoerd en geëvalueerd / getoetst. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het basisinstrumentarium voor een deel als procestoetsing, bijvoorbeeld % volledig gescreende mensen, % zorgplannen op openstaande zorgvragen, maar ook op effecten zoals resultaten op de goal attainment schalen. Noot: Voorgesteld wordt om de Minimale Data Set (MDS) vooralsnog niet in te zetten in dit project omdat de doelgroep te klein is om enig effect te meten. Dit betekent echter niet dat in de toekomst bv de MDS niet ingezet zal worden, wanneer er met het opleidingsmodel met meerdere / andere teams is / wordt geëxperimenteerd.
Expertise, voorgaande activiteiten en producten / Expertise, prior activities and products Prof. dr. Joris Slaets Prof. dr. Joris Slaets is de afgelopen 10 jaar hoofd en medeaanvrager van diverse ZonMw gefinancierde studies met betrekking tot ouderenzorg en coördinator van het NPO regio Noord. Hij is lid van de wetenschappelijke raad van LifeLines, de CCMO en van diverse nationale commissie rondom ouderengeneeskunde: Gezondheidsraad, Raad voor Gezondheidsonderzoek, STG, KWF. Hij is oprichter en hoofd van het Universitair Centrum voor Ouderengeneeskunde in het UMCG en voorzitter van de sectie ouderengeneeskunde van de NIV. Hij is opleider voor de internist-ouderengeneeskunde en lid van het conclilium van de NIV. Hij is technisch voorzitter van de Commissie Opleidingseisen, Eindtermen en Competenties van de NIV en eindredacteur van het nieuwe opleidingsplan interne geneeskunde "Een team, een taak". Hij introduceerde de competentie reflecteren in de opleiding tot internist. Hij is de ontwerper van een computerprogramma ter ondersteuning van het implementeren van competentiegerichte opleidingen. Hij is lid van de klankbordgroep curriculumvernieuwing G2010 (geneeskunde opleiding). Hij is promotor van drie onderwijskundige PhD trajecten waarvan een afgerond: Personal Reflection in Medical Education, Leo Aukes, RUG 2008. Prof. dr. Klaas van der Meer Prof. dr. Klaas van der Meer is Hoogleraar Huisartsgeneeskunde. Tevens vervult hij de functie van afdelingshoofd van de afdeling huisartsengeneeskunde van het UMCG. Op dit moment is hij lid van de programmacommissie geneeskracht van ZoMw. Zijn onderzoeksgebied richt zich op chronische aandoeningen in de huisartsenpraktijk. Drs. Pauline Bakker Drs. Pauline Bakker is afgestudeerd als onderwijskundige. Momenteel vervult zij de functie van opleidingsconsulent bij het Wenckebach Instituut van het UMCG. Zij houdt zich voornamelijk bezig met de implementatie van de medische vervolgopleiding in het UMCG / regio. Haar taken zijn onder andere het adviseren van opleiders, ontwikkelen van opleidingsplannen, ontwikkelen van opleidingsinstrumenten. In 2006 heeft dit bijvoorbeeld geresulteerd in het landelijk curriculum tot Spoed Eisende Hulp arts, waar zij als onderwijskundig adviseur een belangrijk bijdrage heeft geleverd. Mr. Rudi Hilberts Is in 1979 afgestudeerd als jurist Nederlands Recht. Werkzaam in het toenmalig Academisch Ziekenhuis Groningen als jurist, beleidsmedewerker en in managementfuncties bij Medische Afdelingen. Daarna gespecialiseerd en werkzaam in Competentiemanagement. Momenteel projectleider bij- en nascholing Huisartsen en Verpleeghuisartsen Dr. Petrie Roodbol Dr. Petrie Roodbol is momenteel Hoofd van het Expertise centrum Verpleging van het UMCG, Hoofd van het Wenckebach Instituut UMCG, Lector Verpleegkundige Innovatie en Positionering Hanzehogeschool Groningen en Directeur van de Academie voor Gezondheidszorg. In haar werk richt zij zich op het vernieuwen van de beroepsinhoud, op de ontwikkeling van nieuwe beroepen, het verbeteren van opleidingen en met onderzoek in het verpleegkundige domein. Zij is deskundig op het gebied van verpleegkundige zorg en multidisciplinair onderwijs en probeert steeds de verbinding tot stand te brengen tussen het primaire zorgverleningproces en de organisatie van de zorg in brede zin. Haar rol daarbij is van initiator, ontwerper, facilitator, direct en indirect gericht op verbetering van het zorgproces en op de ontwikkeling van bevlogen, bekwame hulpverleners waar patiënten vertrouwen in hebben onder meer door goed onderwijs.
Dhr. Henri J. van der Linde Dhr. Henri J. van der Linde heeft in 2009 de opleiding verpleegkundige in de huisartesn praktijk afgerond (cum laude). Hij werkt op dit moment als praktijkverpleegkundige in een huisartsenpraktijk met als aandachtgebieden: DM II, CVRM, Astma /COPD, reizigersadvies en ouderenzorg. Hiervoor heeft hij jarenlang gewerkt als teamleider van verstandelijk gehandicapten. Dr. Tanne van Wijngaarden Dr. Tanne van Wijngaarden is praktiserend huisarts bij de academische huisartsenpraktijk van het UMCG. Zij heeft de NHG-Kaderopleiding Ouderengeneeskunde afgerond. Drs. Erik Berghuis Drs. Erik Berghuis is praktiserend huisarts in een achterstandswijk met bovengemiddelde vergrijzing in de stad Groningen. Tevens vervult hij bestuurlijke activiteiten. Zo is hij bestuurslid van de Districts Huisartsen Vereniging en vervult hij de functie Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 11:43
8
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF van voorzitter van de commissie ouderenzorg van de D.H.V. Daarnaast is hij bestuurslid van de Ondersteuning achterstandswijken in de huisartsenzorg. Mr. Lidy Vlaskamp Mr. Lidy Vlaskamp is momenteel senior adviseur bij College Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG). Zij is verantwoordelijk voor het aandachtsgebied innoveren, in het bijzonder op het terrein van alle niet-medische beroepen en opleidingen. Hiervoor was zij manager van de Isala Academie: het kenniscentrum inzake opleiding, onderzoek en zorgvernieuwing in de Isala klinieken. Tevens is zij adjunct-directeur geweest van het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) en heeft daarvoor enkele jaren Gezondheidsrecht gedoceerd op de Hogeschool Inholland. Zij is verpleegkundige en jurist.
Publicaties / Publications Berendsen, AJ; Benneker, WH; Schuling, J; Rijkers-Koorn, N; Slaets, JP; Meyboom-de-Jong, B Collaboration with general practitioners: preferences of medical specialists-a qualitative study. BMC-Health-Serv-Res. 2006; 6: 155 Aukes, LC; Geertsma, J; Cohen-Schotanus, J; Zwierstra, RP; Slaets, JP The development of a scale to measure personal reflection in medical practice and education. Med-Teach. 2007 Mar; 29(2-3): 177-82 Aukes L.C. Personal Reflection in Medical Education. Proefschrift RUG 2008. Een team, een taak. Slaets JPJ, de Graaf J, van Saase JLCM, Smulders YM, van der Helm HMJ, Cloesmeijer WE. Redactie: Opleidingsplan Interne geneeskunde 2009. Nederlandse Internisten Vereeniging, van Zuiden, 2009. Aukes LC, Cohen-Schotanus J, Zwierstra RP, Slaets JP. The float model: visualizing personal reflection in healthcare. Educ Health (Abingdon). 2009 May;22(1):210. Epub 2009 May 8. Graas de T, Slaets JPJ, Schildkamp HThA, ter Braak GJ , van Schuylenburg L, Albersnagel-Thijssen EPL. Ouderenzorg vereist een integrale visie en opleiding. Medisch Contact, 2008, 63; 13: 554-557. Roodbol P.F. (2005). Dwaallichten, struikeltochten, tolwegen en zangsporen. Onderzoek naartaakherschikking tussen verpleging en artsen. RuG, Faculteit |Bedrijfskunde. Dissertatie Hoeve Y. ten, Knip M., Offenbeek M.A.G. van, Roodbol P.F. (2006). Rollen voor de Nurse Practitioner; naar een adequate positionering van Nurse Practitioners in zorgprocessen. Tijdschrift voor verpleegkundigen, (2), 31-37 Offenbeek M.A.G. van, Kampen T. van, Hoeve Y. ten, Roodbol P.F., Wijngaard J. (2008). De potentie van een NP; inzet van nurse practitioner op mammapoli kan vele voordelen hebben. Medisch Contact, (4), 147-151 Hoeve Y. ten en Roodbol P.F. (2008). Praktijkervaring mettaakherschikking; de inzet van Nurse Practitioners en Physician Assistants bij de cardiothoracale chirurgie. Cordiaal april/mei, 44-48 Hoeve Y. ten en Roodbol P.F. (2008). Good practices met de Nurse Practitioner en de Physician Assistant op de mammapoli. TSG, Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, (5), 233-236 Wynia K., Roodbol P.F., Middel B. (2009). Meten van functioneringsproblemen en de beleving ervan bij mensen met Multiple Sclerose: de Multiple Sclerosis Impact Profile (MSIP). Psychologie & Gezondheid, 37 (3), 165-177 Roodbol P.F. (2010). Multi Professional Education to stimulate collaboration, Special issue. Tijdschrift Medisch Onderwijs, 2010.1. (in press) Hoeve Y. ten., A. Tuinman, P.F. Roodbol (2010). Towards an optimal skill mix for older residents in nursing homes (submitted, Journal of Gerontology). Bakker P.P.M. .Meininger A.K. Competentiegericht curriculum: van schrijftafel naar praktijk. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs jaargang 26, nummer 6 (december 2007) p. 272-278 Meininger A.K. .Bakker P.P.M. Bakker P.P.M. .Meininger A.K. Nieuwe tijden, nieuwe dokters. Competentiegericht opleiden.Tijdschrift voor Medisch Onderwijs jaargang 26, nummer 5 (november 2007) p. 220-227 The Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA): rationale, objectives and methods B.W.J.H. Penninx, A.T.F. Beekman, J.H. Smit, F.G. Zitman, W.A. Nolen, P. Spinhoven, P. Cuijpers, P. J. de Jong, H.W.J. van Marwijk, W. J.J. Assendelft, K. van der Meer, P. Verhaak, M. Wensink, R. de Graaf, W.J. Hoogendijk, J. Ormel, R. van Dyck International Journal of Methods in Psychiatrie Research Int. J. Methods Psychiatr. Res. 17(3): 121-140 (2008) Health beliefs and perceived need for mental health care of anxiety and Depression — The patients' perspective explored M.A. Prins, P. F.M. Verhaak, J.M. Bensing , Klaas van der Meer Clinical Psychology Review 28 (2008) 1038-1058 The effects of exercise and weight loss in overweight patients with hip osteoarthritis: design of a prospective cohort study N. Paans, I. van den Akker-Scheek, K. van der Meer, S.K. Bulstra, M. Stevens BMC Musculoskeletal Disorders, 10:24, 23 feb 2009
Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 11:43
9
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF Preventing Weight Gain: One-Year Results of a Randomized Lifestyle Intervention N.C.W. ter Bogt, W.J.E. Bemelmans, F.W. Beltman, J. Broer, A. J. Smit, K. van der Meer American Journal of Preventive Medicine, Volume 37, Issue 4, October 2009, pages 270-277 The effects of exercise and weight loss in overweight patients with hip osteoarthritis: design of a prospective cohort study N. Paans, I. van den Akker-Scheek, K. van der Meer, S.K. Bulstra, M. Stevens BMC Musculoskeletal Disorders, 10:24, 23 feb 2009 Screening for depression and anxiety: Correlates of non-response and cohort attrition in the Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA) W.J. van der Veen, K. van der Meer, B.W. Penninx International Journal of Methods in Psychiatrie Research Int. J. Methods Psychiatr. Res. 18(4): 229-239 (2009) Published online 21 December 2009 in Wiley InterScience Referenties / References 1 Gezondheidsraad. Ouderdom komt met gebreken. Geneeskunde en zorg bij ouderen met multimorbiditeit. Den Haag januari 2008 2 Graas de T c.s. Meer dan gezondheid. Ouderenzorg vereist een integrale visie en opleiding. Medisch Contact, 63 nr.13, maart 2008 3 Werkgroep geriatrische scholing. Basisnotitie. Het programma ouderenzorg is een gezamenlijk initiatief van UMCG Menzis en EveanGroep Oktober 2007 4 Gezondheidsraad, Ouderdom komt met gebreken. Geneeskunde en zorg bij ouderen met multimorbiditeit, Den Haag, januari 2008 5 Gezondheidsraad. Vergrijzen met ambitie. Den Haag: Gezondheidsraad, 2005; publicatie nr 2005/06. 6 Vulto M, Koot J, Medische ouderenzorg in de toekomst. Anticiperen op ziekte en welbevinden. 7 Scenariostudie. STG Health Management Forum Drukkerij Dipas, Zoetermeer 2007 8 College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg, Gedeelde verantwoordelijkheid. Basis voor een paradigmashift in de opleidingen en de zorg voor ouderen. Januari 2010 9 Ge-'zond-'heids-'raad. Pre-'ven-'tie bij ouderen: focus op zelf-red-'zaarrpheid. Den Haag: Ge-izond-iheids~iraad, 2009; pmblhca-'tienr. 2009/07 10 Barr, H., Koppel, I., Reeves, S., Hammick, M. and Freeth. D. Effective Interprofessional Education: Argument, Assumption and Evidence. Oxford: Blackwell, 2005 11 Hammick, M, Olckers, L and Compion-Smith, C. Leraning in interprofessional teams: AMEE Guide no 38, Medical Teacher, 31: 1,1 - 1 2 2 0 0 9 12 Reeves S, Zwarenstein M, Goldman J, Barr H, Freeth D, Hammick M, Koppel I. Interprofessional education: effects on professional practice and health care outcomes. Cochrane Database of Systematic Reviews 2008, Issue 1. Art. No.: CD002213. DOI: 10.1002/14651858.CD002213.pub2.
13 Frank JR, Langer MA. Collaboration, Communication, Management, and Advocacy: Teaching Surgeons New Skills through the CanMEDS Project. World Jorunal of Surgery. 27, 972-978, 2003 14 Tami L. Remington, Mariko A. Foulk, and Brent C. Williams, Evaluation of Evidence for Interprofessional Education Am J Pharm Educ. 2006 June 15; 70(3): 66. Internet: 15 Hammick M, Freeth D, Koppel I, Reeves S & Barr H (2007) A Best Evidence Systematic Review of Interprofessional Education Medical Teacher (in press)
Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 11:43
1Q
Subsidieaanvraag /Application Dossier nummer/ Dossier number: 60-61900-98-374 DEFINITIEF
Financiële gegevens / Financial data ZonMw budget Jaar/ Year Kostenpost Personeel Materieel Implementatie Apparatuur Overig Totaal / Total
1 242,775 48,885 128,444 0 0 420,104
2 242,775 48,885 128,444 0 0 420,104
3
4
62,700 12,230 32,112 0 0 107,042
5 0 0 0 0 0 0
6 0 0 0 0 0 0
7 0 0 0 0 0 0
8 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal / Total 548,250 110,000 289,000 0 0 947,250
Co-financiering / Cofinancing Naam co-financier / Name of cofinancier
Bedrag / Amount
Status
Bijzondere gegevens / Additional information Vergunningen / Permits
METC DEC WBO
Vergunning nodig / Permit required? Ja/Yes Nee/ No X X X
Vergunning verkregen / Permit obtained? Ja/Yes Nee/ No X X X
Onderschrijvingen / Assents Ja/Yes Code biosecurity / Code Biosecurity Code openheid dierproeven / Code Transparency of Animal Testing
Nee/No X X
Andere vergunningen / Other permits
Historie subsidieaanvraag / History grant application Deze aanvraag is eerder ingediend bij het programma / This grant application has previously been submitted to the ZonMw programme: Nationaal Programma Ouderenzorg Projectnummer/ Project number: 606190098145
Deze aanvraag is ook ingediend bij organisatie / This grant application has also been submitted to organization:
Ondertekening / Signatures Naam projectleider en penvoerder: AVM Etten
Naam bestuurlijk verantwoordelijke: JFM Aartsen
Aangemaakt door ProjectNet/ Generated by ProjectNet: 16-02-2010 11:43
11