Subsidieaanvraagformulier / Grant Application Form Dossier nummer / Dossier number: CONCEPT
Algemene gegevens / General Information Programma / Programme
:
Agiko-stipendia
Subsidieronde / Subsidy round
:
Agiko Stipendia, ronde oktober 2009
Projecttitel / Project title
:
De invloed van lichamelijke aandoeningen, chronische pijn en functionele syndromen op chroniciteit van depressie en angststoornissen in de 1e lijn: een NESDA studie
Projecttaal / Project language
:
Nederlands / Dutch
Geplande startdatum / Planned start date
:
3/1/2010
Geplande duur / Planned duration
:
36 maanden / months
Datum indienen / Date of application
:
Projecttype / Project type
:
Toegepast onderzoek / Applied research
Vervolg eerder ZonMw-project / Continuation previously funded project ZonMw
:
Nee / No
Aanvrager / Applicant Drs. mmjg gerrits T: 0633922366 | F: | E:
[email protected] Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Geneeskunde Huisarts- en Verpleeghuisgeneeskunde Zeeburgerstraat 68 1018 AG AMSTERDAM
Projectleden / Project members Prof. dr. HE van der Horst (Promotor) Functie / Position: Afdelingshoofd Huisartsgeneeskunde | Opleiding / Education: Studierichting / Subject: T: 024448197 | F: | E: VU Medisch Centrum EMGO Institute for Health and Care Research Huisartsgeneeskunde Van der Boechorststraat 7 1081 BT AMSTERDAM
Dr. HMW van Marwijk (Co-Promotor) Functie / Position: Universitair Hoofddocent | Opleiding / Education: Studierichting / Subject: T: 0204449368 | F: | E: Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Geneeskunde Huisarts- en Verpleeghuisgeneeskunde Zeeburgerstraat 68 1018 AG AMSTERDAM
Dr. P van Oppen (Projectleider en penvoerder) Functie / Position: Universitair Hoofddocent | Opleiding / Education: Studierichting / Subject: T: 0205788639 | F: | E: VU Medisch Centrum EMGO Institute for Health and Care Research Huisartsgeneeskunde Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 26-08-2009 11:53
1
Subsidieaanvraagformulier / Grant Application Form Dossier nummer / Dossier number: CONCEPT Van der Boechorststraat 7 1081 BT AMSTERDAM
Prof. dr. BWJH Penninx (Promotor) Functie / Position: Hoogleraar Epidemiologie | Opleiding / Education: Studierichting / Subject: T: 0207885437 | F: | E: VU medisch centrum Psychiatrie Postbus 7057 1007 MB AMSTERDAM
Dr. P Schoonheim (Hoofd opleider) Functie / Position: Hoofdopleider huisartgeneeskunde | Opleiding / Education: Studierichting / Subject: T: 0204448199 | F: | E: VU medisch centrum Huisarts- en Verpleeghuisgeneeskunde en Sociale Geneeskunde Postbus 7057 1007 MB AMSTERDAM
Prof. dr. JH Smit (Bestuurlijk verantwoordelijke) Functie / Position: Directeur Onderzoek | Opleiding / Education: Studierichting / Subject: T: 0205788697 | F: | E: VU medisch centrum Psychiatrie Postbus 7057 1007 MB AMSTERDAM
Projectgegevens / Project information Samenvatting / Summary Patiënten met een depressie of angststoornis komen frequent voor in de huisartspraktijk en bij hen is meestal ook sprake van veel ernstige lichamelijke klachten of aandoeningen zoals chronische pijn. De prevalentie van angststoornissen en depressieve stoornissen in de huisartsenpraktijk is ongeveer 15 tot 20 per 100 patiënten. Bij het leeuwendeel van deze groep is er sprake van een ongunstig beloop. Het is derhalve, zeker in de complexe somatische context van de eerste lijn, van belang om als huisarts een inschatting te kunnen maken welke patiënten wel en welke geen behandeling behoeven (NHG, 2003). Uit eerder onderzoek is gebleken dat personen die een depressie hebben of ooit gehad hebben over het algemeen vaker een lichamelijke aandoening hebben dan degenen die nooit depressief zijn geweest (Spijker e.a., 2004, Scott e.a., 2008). Echter de invloed van het aantal lichamelijke klachten en chronische pijn op het beloop van depressie en angststoornissen is tot op heden slechts sporadisch onderzocht en verdient verder onderzoek (de Waal e.a., 2004). Naast de invloed van lichamelijk klachten en chronische pijn op psychische klachten wordt binnen dit onderzoeksproject onderzocht of somatische symptomen de herkenning van depressie en angststoornissen beïnvloedt binnen de huisartspraktijk en of de mate van somatische symptomen invloed heeft op de behandeling van depressie en angststoornissen. Hierbij wordt verondersteld dat somatische comorbiditeit een risicofactor is voor slechte herkenning en inadequate behandeling van depressie en angststoornissen in de huisartsenprijktijk. Het NESDA cohort is de eerste grootschalige studie die dergelijk onderzoek mogelijk maakt. NESDA is een longitudinale cohort studie van 6 jaar. In de studie zijn 2981 personen in de leeftijd van 18 tot 65 jaar geïncludeerd die worden gevolgd op baseline en na 1, 2, 4,en 6 jaren follow up. In het NESDA cohort wordt de duur en het beloop van de depressieve en angstklachten zorgvuldig in kaart gebracht. En binnen het NESDA cohort wordt ook de lichamelijke comorbiditeit en chronische pijn uitvoerig onderzocht, dit gebeurt aan de hand van zowel een gestructureerd interview als ook aan de hand van een zelfrapportage somatisatievragenlijst. Binnen het cohort wordt uitgebreid verschillende zorggegevens geïnventariseerd. Met dit longitudinaal onderzoek kan een betere risico inschatting worden gemaakt voor het beloop van de angststoornis of depressie bij de individuele patiënt en voor de consequenties van het hebben van veel somatische klachten voor het verkrijgen van de zorg. Er zal gebruik gemaakt worden van de cross-sectionele data als ook van de longitudinale data. In eerste instantie zal er gebruik gemaakt worden van de baseline karakteristieken van het NESDA cohort waarbij er een vergelijking gemaakt zal worden van deelnemers met chronische depressieve stoornissen versus de niet chronische groep. Tevens zullen logistische regressie analyse technieken gebruikt worden om verschillende associaties verder te onderzoeken. Om het beloop en de determinanten te beschrijven, maken we gebruik van multivariate overlevingstechnieken met tijd tot herstel als uitkomst, als ook GEE analyse Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 26-08-2009 11:53
2
Subsidieaanvraagformulier / Grant Application Form Dossier nummer / Dossier number: CONCEPT technieken met categoriele beloop uitkomsten (chronisch beloop, recidiverend beloop, gunstig beloop). Als er factoren zijn met voldoende verklaarde variantie dan kan een predictiemodel ontwikkeld en gevalideerd worden volgens de geldende epidemiologisch richtlijnen. Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is om meer zicht te krijgen op welke risicofactoren van belang zijn op het chronische beloop van een depressie en van angststoornissen voor patiënten binnen de huisartsenpraktijk. Hierdoor kan de behandeling van de betreffende patiënt geoptimaliseerd worden.
Trefwoorden / Keywords MesH: Depression, Anxiety Disorders, Chronicity, Physical, Comorbidity, Primary Care
Samenwerking / Collaboration Samenwerking tussen onderzoek en praktijk / Cooperation between research and practice: Ja / Yes
Organisaties SBOH voor artsen in opleiding Huisartsenopleiding Postbus 19025 3501 DA UTRECHT
Inhoud / Content Probleemstelling / Problem definition Patiënten met een depressie of angststoornis komen frequent voor in de huisartspraktijk en bij hen is meestal ook sprake van veel ernstige lichamelijke klachten of aandoeningen zoals chronische pijn. De huisarts heeft een belangrijke rol bij het informeren, herkennen en behandelen van deze patiënten. In de Nederlandse huisartspraktijk is de prevalentie van de geregistreerde depressieve stoornis 10 tot 15 per 1000 patiënten. De prevalentie van angststoornissen in de huisartsenpraktijk is ongeveer 5 per 1000 patiënten. Bij 40% van de patiënten is er sprake van een gunstig beloop, en is de ziekte self-limiting; bij 60% echter niet. Het is derhalve, zeker in de complexe somatische context van de eerste lijn, van belang om als huisarts een inschatting te kunnen maken welke patiënten wel en welke geen behandeling behoeven (NHG, 2003). Er treden bij 30 tot 40% van de patiënten recidieven op en bij 5 tot 10% is sprake van een min of meer chronische depressieve of angstige stemming. Het is van belang om meer inzicht te krijgen in waarom een depressie of angststoornis bij de één langer aanhoudt dan bij de ander, wat de effecten op het functioneren zijn van de verschillende klachten en aandoeningen, en waarom sommige mensen maar één depressieve episode of een korte angstperiode doormaken en anderen regelmatig. Ofschoon er diverse andere factoren geassocieerd zijn met een ongunstig beloop van depressie en angststoornissen, lijkt de factor somatische comorbiditeit een grote rol te hebben in het ontstaan en het beloop van depressie en angststoornissen (Nuyen e.a., 2005, de Waal & Arnold 2006, Gunn & Gilchrist 2008). De comorbiditeit van lichamelijke ziekten en functionele syndromen met angststoornissen en depressie komt vaak voor (Gilchrist & Gunn, 2007, Tsang e.a., 2008). In een studie in de V.S. bleek dat depressieve patiënten 4 keer zo vaak last hadden van chronische pijn dan niet-depressieven (Arnow e.a, 2006). Ook is gebleken dat bij het comorbide voorkomen van een angststoornis met een depressie meerdere fysieke problemen voorkomen (Scott & Bruffaert, 2007). Met name in de huisartspraktijk maar ook in andere somatische settings is behoefte aan kennis over het beloop die rekening houdt met de fysieke context van de problematiek in die setting. Zo is uit eerder onderzoek gebleken dat personen die een depressie hebben of ooit gehad hebben over het algemeen vaker een lichamelijke aandoening hebben dan degenen die nooit depressief zijn geweest (Spijker e.a., 2004, Scott e.a., 2008). Maar de invloed van het aantal lichamelijke klachten op het beloop van depressie en angststoornissen is tot op heden slechts sporadisch onderzocht en verdient verder onderzoek (de Waal e.a., 2004). Naast de invloed van lichamelijk klachten op psychische klachten wordt onderzocht of somatische symptomen de herkenning van depressie en angststoornissen beïnvloedt binnen de huisartspraktijk en of de mate van somatische symptomen invloed heeft op de behandeling van psychische klachten. Hierbij wordt verondersteld dat somatische comorbiditeit een risicofactor is voor slechte herkenning en inadequate behandeling van depressie en angststoornissen in de huisartsenpraktijk. Het NESDA cohort is de eerste grootschalige studie die dergelijk onderzoek mogelijk maakt. Enerzijds omdat er op een gestructureerde wijze de depressie en angststoornissen in kaart worden gebracht met de CIDI en de lifechart. Tevens wordt de duur en het beloop van de depressieve en angstklachten zorgvuldig in kaart gebracht. En anderzijds wordt binnen het NESDA cohort de lichamelijke comorbiditeit uitvoerig onderzocht, dit gebeurt aan de hand van zowel een gestructureerd interview (CBS gestructureerd interview) als ook aan de hand van een zelfrapportage somatisatievragenlijst (4-DKL). Chronische pijn wordt gemeten door middel van een gestructureerd interview. Ook wordt in het cohort verschillende zorggegevens geïnventariseerd; aan de hand van de WHO-DAS interview, de WHO-DAS zelfrapportage vragenlijst en de Perceived Need for Care Questionnaire. Met dit longitudinaal onderzoek kan een betere risico inschatting worden gemaakt voor het beloop van de Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 26-08-2009 11:53
3
Subsidieaanvraagformulier / Grant Application Form Dossier nummer / Dossier number: CONCEPT angststoornis of depressie bij de individuele patiënt en voor de consequenties van het hebben van veel somatische klachten voor het verkrijgen van de zorg .
Relevantie / Relevance De comorbiditeit van lichamelijke aandoeningen en functionele syndromen met angststoornissen en depressie komt vaak voor. Met name in de huisartspraktijk is behoefte aan kennis over het beloop die rekening houdt met de somatische context van de problematiek in die setting. Zo is uit eerder onderzoek gebleken dat personen die een depressie hebben of ooit gehad hebben over het algemeen vaker een lichamelijke aandoening hebben dan degenen die nooit depressief zijn geweest. Maar de invloed van lichamelijke aandoeningen en van onverklaarde lichamelijke klachten en aandoeningen op angststoornissen en depressie is tot op heden slechts sporadisch onderzocht en verdient verder onderzoek. Een systematische review laat zien dat slechts in 6 van de 17 beschikbare cohortstudies de fysieke comorbiditeit onderzocht werd.(de Waal e.a., 2004) Er lijken aanwijzingen te zijn dat depressie het beloop van lichamelijke ziekten ongunstig beïnvloedt. Maar de invloed van het aantal lichamelijke klachten op het beloop van depressie en angststoornissen is tot op heden slechts sporadisch onderzocht en verdient verder onderzoek (de Waal e.a., 2004). Maatschappelijk gezien is comorbiditeit bij depressie van belang gezien de samenhang met meer gebruik van zorgvoorzieningen en werkverzuim (Buist-Bouwman e.a., 2005). De systematische review (de Waal, e.a., 2004) laat tevens zien dat veel studies naar persistente depressieve klachten in de eerste lijn slechts kleine onderzoekspopulaties onderzochten voor een relatief korte periode. Bij maar 4 van de 17 cohortstudies wordt informatie over chroniciteit nader onderzocht. Voor zover ons bekend is er nog minder bekend over de invloed van somatische comorbiditeit op de duur van angststoornissen. De relevantie van verder onderzoek naar lichamelijke comorbiditeit bij depressie en angst is evident aanwezig, door dit project kan een aantal van deze lacunes in de kennis op dit gebied mogelijk worden weggewerkt. Er is duidelijk behoefte aan groter, en ook breder (waarin ook fysieke comorbiditeit in kaart gebracht wordt) opgezet longitudinaal onderzoek. Het onderzoek kan bijdragen aan het opstellen van een betrouwbaar en bruikbaar predictie model, waarmee het individuele risico op de chroniciteit van de aandoening te voorspellen is. Dit onderzoek zal dan ook een bijdrage leveren aan de verbetering van de zorg voor patiënten met depressie en angst die hierbij tevens last hebben van een lichamelijke aandoening of functionele syndromen.
Kennisoverdracht, implementatie, bestendiging / Knowledge transfer, Implementation Consolidation Doelstelling kennisoverdracht Dit onderzoek zal de kennis vergroten over de invloed van lichamelijk (onverklaarde) klachten op het beloop van depressie en angststoornissen in de eerste lijn. Het in kaart brengen van comorbide aandoeningen kan leiden tot een bruikbaar predictie model om het individuele risico op de duur van een depressie of angststoornis te voorspellen in de 1e lijn. Het onderzoek en later ook de onderzoeksbevindingen zullen gepresenteerd worden aan diverse betrokkenen: patiënten, hulpverleners (huisartsen en huisartsen in opleiding; praktijkondersteuners; en psychologen en psychiaters) die deze groepen van patiënten veelal zullen behandelen of doorverwijzen. Verspreiding van de onderzoeksresultaten is verder mogelijk via website van de betrokken instellingen, bijvoorbeeld NESDA website; en NEDKAD website. Kennisoverdracht naar de hulpverleners en naar de betreffende patiëntengroepen kan gewaarborgd worden via verschillende kanalen. Doordat onderzoekers samenwerken in het Nederlandse Kenniscentrum Angst en Depressie (NEDKAD: www.nedkad.nl) zal via hen de opgedane kennis aan patiënten en professionals worden overgedragen, onder andere door publicatie van het lopende onderzoek op de website en het organiseren van symposia op congressen.
Doelstelling / Objective Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is om meer zicht te krijgen op welke risicofactoren van belang zijn op het chronische beloop van angststoornissen en van een depressie voor patiënten binnen de huisartsenpraktijk waardoor de behandeling van de betreffende patiënt geoptimaliseerd kan worden. Doel: 1. Onderzoeken of comorbiditeit met lichamelijke aandoeningen, chronische pijn en functionele syndromen een risico factor zijn voor chroniciteit van depressieve en angststoornissen binnen de huisartspraktijk. 2. Tevens zal er gekeken worden of patiënten met een depressieve of angststoornis en comorbide lichamelijke aandoeningen, met chronische pijnklachten of functionele syndromen een slechter beloop laten zien dan patiënten zonder comorbide lichamelijke aandoeningen. 3. Is somatische comorbiditeit een risicofactor voor slechte herkenning en inadequate behandeling van depressie en angsstoornissen in de huisartsenpraktijk? 4. Het uiteindelijke doel is het opstellen van een betrouwbaar en bruikbaar predictie model om het individuele risico op de duur van een depressie of angststoornis te voorspellen voor de 1e lijn.
Plan van Aanpak / Strategy De Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA) biedt een unieke mogelijkheid om chroniciteit van depressie en angst in de eerste lijn te bestuderen en te vergelijken met de tweede lijn, en om een predictiemodel te ontwikkelen en valideren Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 26-08-2009 11:53
4
Subsidieaanvraagformulier / Grant Application Form Dossier nummer / Dossier number: CONCEPT dat in de praktijk bruikbaar kan zijn voor risico inschatting naar chroniciteit van deze aandoeningen (Penninx e.a., 2008). NESDA is een longitudinale cohort studie van 6 jaar. In de studie zijn 2981 personen in de leeftijd van 18 tot 65 jaar geïncludeerd die worden gevolgd op baseline en na 1, 2, 4,en 6 jaren follow up. Onafhankelijke en getrainde interviewers hebben de DSM IV diagnostische criteria vastgesteld. De duur, ernst en een uitgebreide testbatterij aan veronderstelde risicofactoren werden gemeten. Inclusiecriteria zijn: personen van 18 tot 65 jaar met als huidige primaire DSM IV diagnose depressie (minor, major of dysthymie) of angststoornis (gegeneraliseerde angststoornis, paniekstoornis, agorafobie en sociale fobie) of zonder een van voorgaande diagnosen. Tevens wordt somatiek of verschillende manieren zorgvuldig in kaart gebracht. Aan de hand van een gestructureerd interview worden 20 veel voorkomende chronische ziekten in kaart gebracht (zoals bijvoorbeeld diabetes; reumatische klachten; longemfyseem; hartinfarct). En Chronische pijn wordt gemeten door middel van een gestructureerd interview. Ook zullen ook de functionele syndromen, zoals prikkelbaredarmsyndroom, chronische vermoeidheidsyndroom, fybromyalgie worden binnen het NESDA cohort in kaart gebracht in het gestructureerde interview. Hiernaast wordt ook de mate van somatiseren aan de hand van de Vierdimensionale Klachtenlijst gemeten (Terluin e.a., 2008). Deze zelfrapportage klachten vragenlijst heeft een somatieschaal meet de ernst van de functionele klachten. Binnen het NESDA cohort zijn 2608 personen met een depressie of angststoornis, en 372 controlepersonen. De uitkomst van deze studie is het beloop van depressie en angststoornissen na 2 en 4 jaar vastgesteld met de Composite International Diagnostic Interview (CIDI) en de life chart. Er zal zowel gebruik gemaakt worden van de cross-sectionele data als ook van de longitudinale data. In eerste instantie zal er gebruik gemaakt worden van de baseline karakteristieken van het NESDA cohort waarbij er een vergelijking gemaakt zal worden van deelnemers met chronische depressieve stoornissen versus de niet chronische groep. Tevens zullen logistische regressie analyse technieken gebruikt worden om verschillende associaties verder te onderzoeken. Om het beloop en de determinanten te beschrijven, maken we gebruik van multivariate overlevingstechnieken met tijd tot herstel als uitkomst, als ook GEE analyse technieken met categoriele beloop uitkomsten (chronisch beloop, recidiverend beloop, gunstig beloop). Als er factoren zijn met voldoende verklaarde variantie dan kan een predictiemodel ontwikkeld en gevalideerd worden volgens de geldende epidemiologisch richtlijnen. Voor het in beeld brengen van somatische co-morbiditeit binnen NESDA maken we gebruik van een aantal beschikbare gegevensbronnen, zoals zelf-gerapporteerde ziekten, gecentraliseerde medicatieregistraties zoals het VUmc die heeft voor Amsterdam en van elektronische patiënten dossiers. Het gaat daarbij vooral om co-morbiditeit met een grote impact op het functioneren over de tijd en met veel klachten. Het totale project zal 5 jaar duren, geïntegreerd in de opleiding tot huisarts als onderdeel van een AIOTHO traject dat in eerste instantie begint met een heel jaar klinische stage. Door de goede infrastuctuur binnen NESDA zal de aanvrager geen uitgebreide tijd hoeven te besteden aan de dataverzameling waardoor de opleiding tot huisarts in combinatie met de opleiding tot onderzoeker goed haalbaar is. Het totale onderzoeksproject zelf zal 3 jaar duren, geïntegreerd in de opleiding tot huisarts. De planning is dat de werkzaamheden in 2010 voor 9 maanden bestaan uit onderzoekswerkzaamheden waarbinnen de beoogde kandidaat kan beginnen met het opschonen en construeren van data files, en het uitvoeren van de data-analyses voor het eerste artikel dat gericht zal zijn op de vraagstelling of co-morbiditeit met lichamelijke aandoeningen en functionele syndromen een risicofactor is voor chroniciteit van depressieve stoornissen en angststoornissen binnen de huisartspraktijk. Voor het in beeld brengen van somatische co-morbiditeit binnen NESDA maken we gebruik van een aantal beschikbare gegevensbronnen, zoals zelf-gerapporteerde ziekten, medicatie en elektronische patiënten dossiers. In eerste instantie zal er gebruik gemaakt worden van de baseline karakteristieken van het NESDA cohort waarbij er een vergelijking gedaan zal worden van chronische depressieve stoornissen en de chronische angststoornis patiënten versus de niet chronische patiëntengroep. Tevens zullen logistische regressie analyse technieken gebruikt worden om verschillende associaties verder te onderzoeken. Tijdens de tweede onderzoeksstage, in 2011 en 2012, zal er gewerkt worden aan een nieuw manuscript waarin de gegevens van de 2-jaar en 4-jaar follow-up van NESDA geanalyseerd zullen worden. Hierbij zal er gebruikt gemaakt worden van GEE en multiple regressie analyse technieken om het beloop en de determinanten te beschrijven, en zal gebruik worden gemaakt van multivariate overlevingstechnieken en tijd met depressie of angst. Er zal in haar vervolg onderzoeksstages (na 2012 tot 2015) gewerkt worden aan de verschillende manuscripten die allen het beloop onderzoeken van psychische stoornissen in relatie met somatische determinanten. Er zal gestart worden met een manuscript over functionele syndromen, vervolgens over chronische pijn en ook een manuscript over chronische somatische aandoeningen als determinant. Tevens zal er een manuscript geschreven worden over of somatische comorbiditeit een risicofactor is voor slechte herkenning en inadequate behandeling van depressie en angst in de huisartsenpraktijk. Uiteindelijk zal dit resulteren in een dissertatie. Daarnaast zal in het eerste jaar gestart worden met het Postinitieel masteronderwijs Epidemiologie (POE). Het zal doorlopen tot en met halverwege het derde jaar van de opleiding. Het onderwijs van de POE wordt door de afdeling epidemiologie en biostatistiek (E&B) in samenwerking met het interfacultair onderzoeksinstituut, EMGO Institute for Health and Care Research (EMGO+) (VUMC) opgezet. Deze Masteropleiding Epidemiologie richt zich op professionals en onderzoekers promovendi die werken in de gezondheidszorg in de ruimste zin van het woord. De opleiding kan goed worden gevolgd naast het klinische werk. De opleiding wordt aangeboden als een tweeënhalf jarige deeltijdopleiding. Het doel van dit onderwijs is dat de afgestudeerde Master Epidemiologie beschikt over kennis en inzicht in epidemiologische methoden en technieken van Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 26-08-2009 11:53
5
Subsidieaanvraagformulier / Grant Application Form Dossier nummer / Dossier number: CONCEPT patiëntgebonden onderzoek en in het vóórkomen en de determinanten van belangrijke ziekten en gezondheidsproblemen. De Master heeft uiteindelijk de nodige vaardigheden om zelf onderzoek op te zetten en uit te voeren, en om ander onderzoek op de juiste wijze te beoordelen. Het concrete eindproduct is een gepromoveerde huisarts met blijvende belangstelling voor wetenschappelijk onderzoek; met andere woorden een bruggenbouwer tussen de praktijk en het onderzoek. Het zal ongetwijfeld leiden tot een meerwaarde voor zowel het patiëntgebonden onderzoek als voor de huisartsenpraktijk.
Expertise, voorgaande activiteiten en producten / Expertise, prior activities and products AGIKO-kandidaat Marloes Gerrits heeft eerder wetenschappelijk onderzoek verricht in verschillende gebieden tijdens haar opleiding geneeskunde. In de doctoraal fase van haar studie ontwierp zij voor de afdeling Gynaecologische oncologie van het UMCN St Radboud een vragenlijst ten einde 356 ouders te interviewen in het kader van de op handen zijnde HPV vaccinaties. Hierbij verwerkte zij de informatie met behulp van SPSS. Als lid van de werkgroep sekse specifieke geneeskunde organiseerde en leidde zij discussie avonden ten aanzien van problematiek rondom sekse verschillen in de medische wereld. Door deze ervaringen heeft zij vaardigheden verworven en ontwikkeld op het gebeid van organisatie die van belang zullen zijn bij het voltooien van een promotietraject. Tijdens haar co-schap huisartsgeneeskunde in Nottingham, Verenigd Koninkrijk, heeft zij status onderzoek verricht naar het management van urine incontinentie. Resultaten van het onderzoek presenteerde zij voor de huisartsen uit de desbetreffende huisartspraktijken. Sinds maart 2009 is zij in opleiding tot huisarts. Daarnaast is de kandidaat AGIKO begonnen met het opzetten van het promotietraject, hiervoor nam zij onder andere deel aan de NESDA researchbijeenkomst, om de mogelijkheden van de database te leren kennen. De AGIKO kandidaat heeft in samenwerking met de projectgroep haar onderzoeksvoorstel verder vorm gegeven de laatste maanden en meegewerkt als onderzoeker aan het afronden van een nieuw internationaal manuscript (submitted). Tevens heeft de AGIKO kandidaat laten zien dat zij na de uitvoering van een vrijwillige onderzoeksstage van 4 maanden een Engelstalig artikel te kunnen schrijven, dat internationaal gepubliceerd is, getuigd van doorzettingsvermogen, werklust en intellectuele capaciteiten. Voor een volledig curriculum vitae wordt verwezen naar de bijlage. Overige projectleden De projectgroep bestaat uit zowel hoogleraren huisartsgeneeskunde (van der Horst) en psychiatrische epidemiologie (Penninx) als uit universitair hoofddocenten huisartsgeneeskunde (van Marwijk, van Oppen) en psychiatrie (van Oppen). Binnen de projectgroep is reeds een ruime traditie aangaande longitudinale studies en het doen van effectonderzoek voor angststoornissen, stemmingsstoornissen en alledaagse klachten (zie ook publicatieoverzicht). De projectleden hebben veel ervaring met (uitvoering en begeleiding van) (promotie) onderzoek en op dit terrein zijn inmiddels diverse dissertaties afgerond (Van der Feltz, 2002; Schreuders, 2007; van Boeijen 2006; van het Veer, 2009; Blankenstein, 2001; Wellschen, 2008; Licht, 2008; Bremmer, 2008; van Schaik, 2006; Smolders, 2009). Tevens bestaat er een nauwe samenwerking vanuit de afdeling Huisartsgeneeskunde en Psychiatrie voor promotie-onderzoek binnen de 1ste lijns gezondheidszorg. De bevindingen van het onderzoek worden in internationale en nationale wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd. De studie zal ingebed worden binnen de NESDA-onderzoeks infrastructuur. De NESDA-studie is een longitudinale studie naar het beloop en predictors van chronische depressie en angststoornissen in zowel de 1ste lijns als 2de lijns gezondheidszorg (gefinancierd door ZONmw 10-000-1002) en beschikt over expertise op het gebeid van recrutering van patiënten, dataverzameling, databeheer en data-analyse. De resultaten van het onderzoek zal leiden tot een verbetering van de zorg van mensen met angststoornissen en depressies met lichamelijke aandoeningen en functionele syndromen binnen met name de 1ste lijn gezondheidszorg. Binnen de projectgroep (Penninx, Smit) is verder veel ervaring met het opzetten en uitvoeren van (longitudinale) dataverzamelingen (de Longitudinal Aging Studie Amsterdam (LASA) en de Amsterdamse Studie naar Angst en Depressie (AMSTAD)). Penninx is de Wetenschappelijk Directeur van NESDA (zie ook de website: www.nesda.nl) en heeft een ruime hoeveelheid internationale artikelen met betrekken tot het onderwerp: beloop van depressie en angst, de interactie tussen lichamelijk en psychisch functioneren, en de determinanten van lichamelijke beperkingen. Van der Horst heeft veel expertise met de uitvoering en begeleiding van promotie onderzoek op het gebied van onverklaarde lichamelijk klachten. Verder heeft een aantal projectleden deelgenomen aan de commissie die de interdisciplinaire richtlijn voor stemmingsstoornissen in Nederland heeft ontwikkeld en is een aantal betrokken bij de implementatie van nieuwe richtlijnen. Mw. Van der Horst is als lid van de richtlijncommissie betrokken geweest bij de tot stand komen van de multidisciplinaire richtlijnen onverklaarde lichamelijk klachten en somatisatie (Multidisciplinaire richtlijnen, 2009). Binnen de GGZ en binnen HAG bestaan er goede contacten met patiëntenverenigingen die ook betrokken worden bij de ontwikkelen en uitwerken van de zorgprogramma's en het onderzoek betreffende angst- en stemmingsstoornissen met comorbide lichamelijke aandoeningen of functionele syndromen.
Publicaties / Publications Publicaties Een selectie van de publicaties van projectgroep Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 26-08-2009 11:53
6
Subsidieaanvraagformulier / Grant Application Form Dossier nummer / Dossier number: CONCEPT Gerrits MMJG, Avery TA, Lagro-Janssen ALM “Urinary Incontinence Management in Women: Audit in General Practice” J Eval Clin Pract 2008; 14(5): 836-83 Lenselink CH, Gerrits MM, Melchers WJ, Massuger LF, van Hamont D, Bekkers RL: Parental acceptance of Human Papillomavirus vaccines Eur J Obst Gynecol Reprod Biol. 2008. 137(1):103-107. Schreuders, B, Oppen P van , Marwijk, HWJ van, Smit JH & Stalman WAB (2005). Frequent attenders in general practice: problem solving treatment provided by nurses. BMC Family Practice 2005, 6:42. Wiersma J, Hovens J, van Oppen P, Giltay E, van Schaik A, Beekman AT, Penninx BW. Childhood trauma as a risk factor for chronicity of depression. J Clin Psychiatry 2009; 17:642-652. Veer-Tazelaar PJ van het, Marwijk HWJ van, Oppen P van , Nijpels G, Hout HPJ van, Cuijpers P, Stalman WAB and Beekman ATF (2006). Prevention of anxiety and depression in the age group of 75 years and over: A randomised controlled trial testing the feasibility and effectiveness of a generic stepped care programme among elderly community residents at high risk of developing anxiety and depression versus usual care. BMC Public Health, 6: 186. Feltz-Cornelis CM van der, Oppen P van Adèr H J.& Dyck R van (2006). Randomised controlled trial of psychiatric consultation for persistent medically unexplained symptoms in general practice. Psychosomatics and psychotherapy, 75, 282-289. Schreuders B, Marwijk HWJ van, Smit JH, Rijmen F, Stalman WAB & Oppen P van (2007). Problem solving treatment (PST) for frequently attending patients. Outcome of a randomised clinical trial, British Journal of General Practice, 57, 886-891. Boeijen C van, Oppen P van , Balkom AJLM van & Dyck R van (2007) Treatment of panic disorder and/or generalized anxiety disorder with a guided self-help manual: an analysis in single cases. Clinical Case Studie, 6, 277-291. Veer-Tazelaar PJ van ‘t, Marwijk HWJ van, Jansen APD Rijmen F , Kostense PJ , Oppen P van, Hout HPJ van , Stalman WAB , Beekman ATF. (2008). Depression in old age (75+), the PIKO study. Journal of Affective Disorders, 106, 295-299. Cuijpers P, Straten van A, Oppen P van (2008) Are psychological and pharmacological interventions equally effective in the treatment of adult depressive disorders? A meta-analysis of comparative studies, Journal of Consulting and Clinical Psychology, 2008, Vol 76. No 6, 909-922. Cuijpers P, Straten van A, Oppen P van (2008) Are all psychological treatments equally effective in the treatment of depression in adults? A meta-analysis of comparative outcome studies, Journal of Clinical Psychology, 2008, Vol 69, 1673-1685. Veer-Tazelaar PJ van ‘t, Marwijk HWJ van, Oppen P van, Hout HPJ van, Horst HE van der, Cuijpers P, Smit F, Beekman ATF (2009). Stepped-care prevention of anxiety and depression in late life: a randomized controlled trial. Archives of General Psychiatry, vol 66 (no. 3) 297-304. Verhaak PF, Prins MA, Spreeuwenberg P, Draisma S, van Balkom A, Bensing JM, Laurant MG, van Marwijk HW, van der Meer K, Penninx BW. Being treated for common mental disorders. Gen Hosp Psychiatry 2008; in press. Penninx BW, Beekman AT, Smit JH, Zitman FG, Nolen WA, Spinhoven P, Cuijpers P, de Jong PJ, van Marwijk HWJ, Assendelft WJJ, van der Meer K, Verhaak P, Wensing M, de Graaf R, Hoogendijk WJ, Ormel J, van Dyck R. The Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA): Rationale, objectives and methods. Int J Meth Psychiatr Res 2008;17:121-140. Vogelzangs N, Beekman AT, Kritchevsky SB, Penninx BW. Does depression predict increase in abdominal obesity? Arch Gen Psychiatry 2008; 65:1386-1393. Penninx BWJH, Beekman ATF, Honig A, Deeg DJH, Schoevers RA, van Eijk JThM, van Tilburg W. Effect of depression on cardiac mortality. Results from a community-based longitudinal study. Arch Gen Psychiatr 2001;58:221-227. Hermens MLM, van Hout HPJ, Terluin B, Ader JH, Penninx BWJH, van Marwijk HWJ, Bosmans JE, van Dyck R, de Haan M. Clinical effectiveness of usual care with or without antidepressant medication for primary care patients with minor or mild-major depression: a randomized equivalence trial. BMC Medicine 2007;5(1):36. Terluin B, van Marwijk HW, de Vet HC, Ader JH, Penninx BW, Hermens ML, van Balkom TJ, van der Klink JJ, Stalman WB. The four-dimensional symptom questionnaire (4DSQ): A new self-report questionnaire to assess distress, depression, anxiety and somatization. BMC Psychiatry 2006;6:34 . Beekman ATF, Geerlings SW, Deeg DJH, Schoevers RS, de Beurs E, Braam AW, Penninx BWJH, van Tilburg W. The natural history of late-life depression: a 6-year, 14-wave prospective study in the community. Arch Gen Psychiatry 2002;59:605-11. Beekman ATF, Penninx BWJH, Deeg DJH, de Beurs E, Geerling SW, van Tilburg W. The impact of depression on the well-being, disability and use of services in older adults: a longitudinal perspective. Acta Psychiatr Scand 2002;105:20-27. Koster A, Bosma H, Kempen GI, Penninx BW, Beekman AT, Deeg DJ, van Eijk JT. Socio-economic differences in incident depression in older adults: The role of psychosocial factors, physical health status, and behavioral factors. J Psychosom Res 2006;61:619-27. Blankenstein, AH, van der Horst, HE, Schilte, AF, de Vries, D, Zaat, JO, Andre, KJ et al. (2002). Development and feasibility of a modified reattribution model for somatising patients, applied by their own general practitioners. Patient.Educ.Couns., 47, 229-235. Jellema, P, van der Horst, HE, Vlaeyen, JW, Stalman, WA, Bouter, LM, & van der Windt, DA (2006). Predictors of outcome in patients with (sub)acute low back pain differ across treatment groups. Spine (Phila Pa 1976.), 31, 1699-1705. Jellema, P, van der Windt, D, Schellevis,., & van der Horst, HE (2009). Systematic review: accuracy of symptom-based criteria for diagnosis of irritable bowel syndrome in primary care. Aliment.Pharmacol.Ther. van der Horst, HE, Boukes, FS, & Assendelft, WJ (2002). [The Dutch College of General Practitioners' 'Irritable bowel syndrome' standard]. Ned.Tijdschr.Geneeskd., 146, 1516-1517. van der Horst, HE., Schellevis, FG, van Eijk, JT, & Bleijenberg, G (1998). Managing patients with irritable bowel syndrome in general practice. How to promote and reinforce self-care activities. Patient.Educ.Couns., 35, 149-156. van der Horst, HE., van Dulmen, AM, Schellevis, FG, van Eijk, JT, Fennis, JF, & Bleijenberg, G (1997). Do patients with irritable bowel syndrome in primary care really differ from outpatients with irritable bowel syndrome? Gut, 41, 669-674.
Referenties / References Arnow BA, Hunkeler EM, Blasey CM, Lee J, Constantino MJ, Fireman B, Kraemer HC, Dea R, Robinson R, Hayward C. Comorbid depression, chronic pain, and disability in primary care. Psychosom Med 2006; 68: 262-268. NHG standaarden Depressieve stoornis (oktober 2003) en Angststoornissen (september 2004) Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 26-08-2009 11:53
7
Subsidieaanvraagformulier / Grant Application Form Dossier nummer / Dossier number: CONCEPT Nuyen J, Volkers A, Verhaak P, Schellevis F, Groenewegen P, van den Bos G. Accuracy of diagnosing depression in primary care: The impact of chronic somatic and psychiatric comorbidity. Psychological Medicine 2005 (35): 1185-1195 Gilchrist G, Gunn j. Observational studies in depression in primary care: what do we know? BMC Fam Pract 2007 (8):28 (abstract) Spijker J., de Graaf R, Bijl RV, Beekman AT, Ormel J, Nolen WA. Determinants of persistence of major depressive episodes in the general population. Results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS). J Affect Disord 2004; 81: 231-240. De Waal MWM, Arnold IA, Eekhof JAH, van Hemert AM. Somatoform disorders in general practice. Prevalence, functional impairment and comorbidity with anxiety and depressive disorders. Br J Psychiatry 2004; 184: 470-476. Lyketsos CG, Nestadt G, Cwi J, et al. the life chart Interview: a standardized method to describe the course of psychopathology. International Journal of Methods of Psychiatric Research 1994; 4: 143-155. de Waal MW, Arnold I A, Eekhof J A, & van Hemert AM. Somatoform disorders in general practice: prevalence, functional limitations and comorbidity with anxiety and depression. Ned Tijdschr Geneeskd, 2006; 150(12): 671-676. de Waal, MW, Arnold IA, Spinhoven P, Eekhof JA, van Hemert AM. The reporting of specific physical symptoms for mental distress in general practice. J Psychosom Res, 2005; 59(2): 89-95. Gunn JM, Gilchrist GP, Chondros P, Ramp M, Hegarty K L, Blashki GA, Pond DC, Kyrios M, Herrman HE. Who is identified when screening for depression is undertaken in general practice? Baseline findings from the Diagnosis, Management and Outcomes of Depression in Primary Care (diamond) longitudinal study. Med J Aust.2008 188(12 Suppl): S119-S125. Tsang A, von Korff M, Lee S, Alonso J, Karam E, Angermeyer MC, Borges GL, Bromet E J, Demytteneare K, de Girolamo G, de Graaf R, Gureje O, Lepine JP, Haro JM, Levinson D, Oakley Browne MA, Posada-Villa J, Seedat S, Watanabe M. Common chronic pain conditions in developed and developing countries: gender and age differences and comorbidity with depression-anxiety disorders. J Pain, 2008; 9(10): 883-891. Scott KM, Von Korff M, Alonso J, Angermeyer M, Bromet, EJ, Bruffaerts R, de Girolamo G, de Graaf R, Fernandez A, Gureje O, He Y, Kessler RC, Kovess V, Levinson D, Medina-Mora ME, Mneimneh Z, Oakley Browne MA, Posada-Villa J, Tachimori H, Williams D. Age patterns in the prevalence of DSM-IV depressive/anxiety disorders with and without physical co-morbidity. Psychol.Med, 2008 38(11): 1659-1669. Scott KM, Bruffaerts R, Tsang A, Ormel J, Alonso J, Angermeyer MC, Benjet C, Bromet E, Girolimo G, de Graaf R, Gasquet I, Gureje O, Haro JM, He Y, Kessler RC, Levinson D, Mneimneh ZN, Oakley Browne MA, Posada-Villa J, Stein D J, Takeshima T, Von Korff M. Depression-anxiety relationships with chronic physical conditions: results from the World Mental Health Surveys. J Affect.Disord.,2007. 103(1-3): 113-120. Buist-Bouwman MA, de Graaf R, Vollebergh WA, Ormel J. Comorbidity of physical and mental disorders and the effect on work-loss days. Acta Psychiatr.Scand,2005; 111(6): 436-443.
Financiële gegevens / Financial data ZonMw budget Jaar / Year Kostenpost Personeel Materieel Implementatie Apparatuur Overig Totaal / Total
1 14,500 1,500 0 0 0 16,000
2 9,800 0 0 0 0 9,800
3 14,500 1,500 0 0 0 16,000
4 5,000 0 0 0 0 5,000
5 14,500 1,500 0 0 0 16,000
6
7 0 0 0 0 0 0
8 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal / Total 58,300 4,500 0 0 0 62,800
Co-financiering / Cofinancing Naam co-financier / Name of cofinancier
Bedrag / Amount
Status
Bijzondere gegevens / Additional information Vergunningen / Permits
METC DEC WBO
Vergunning nodig / Permit required? Ja / Yes Nee / No X X X
Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 26-08-2009 11:53
Vergunning verkregen / Permit obtained? Ja / Yes Nee / No X X X
8
Subsidieaanvraagformulier / Grant Application Form Dossier nummer / Dossier number: CONCEPT
Onderschrijvingen / Assents Ja / Yes Code biosecurity / Code Biosecurity Code openheid dierproeven / Code Transparency of Animal Testing
Nee / No X X
Andere vergunningen / Other permits
Aangemaakt door ProjectNet / Generated by ProjectNet: 26-08-2009 11:53
9