Configuratiehandleiding Appguard Staf
Appguard Staf
versie 2 CONFIGURATIEHANDLEIDING
Configuratiehandleiding Staf
Appsoftware http://www.appsoftware.nl 18 april 2008
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Revisie Versie
Datum
Auteur
Opmerkingen
Concept 1 Concept 2 1 1.1
Mei 2006 Juni 2006 Juni 2006 Jan. 2008
MBr TM MB TM
Eerste versie Aanvulling Concept 1 Verdere uitwerking Volledig herzien
-1-
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Inhoudsopgave REVISIE ................................................................................................................................................................ 1 INHOUDSOPGAVE............................................................................................................................................. 2 INLEIDING........................................................................................................................................................... 3 1.
APPGUARD STAF MOGELIJKHEDEN ............................................................................................... 4
2.
EERSTE INSTALLATIE .......................................................................................................................... 7 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
3.
APPGUARD STAF SETUP ......................................................................................................................... 7 GROEPITEMS EN GROEPEN...................................................................................................................... 8 CLIENTIDENTIFICATIE .......................................................................................................................... 12 CONFIGURATIE TESTEN ........................................................................................................................ 14 SCHERMBESCHRIJVINGEN............................................................................................................... 15
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9. 3.10. 3.11. 3.12. 3.13. 3.14. 3.15. 4.
GROEPITEMS ........................................................................................................................................ 16 GROEPEN ............................................................................................................................................. 21 GRATIS TIJD ......................................................................................................................................... 24 STAF-FUNCTIONALITEIT ....................................................................................................................... 26 EIGEN KNOPPEN ................................................................................................................................... 29 PRINTERS ............................................................................................................................................. 30 SYSTEEM.............................................................................................................................................. 32 CLIENTIDENTIFICATIE .......................................................................................................................... 34 BIBLIOTHEEKSYSTEEM......................................................................................................................... 36 INTERNETBON ...................................................................................................................................... 39 INFORMATIE VOOR PUBLIEK ................................................................................................................. 40 GEEN-TOEGANGSMELDING .................................................................................................................. 42 INACTIVITEIT ....................................................................................................................................... 43 TEKSTEN .............................................................................................................................................. 45 REGISTRATIE........................................................................................................................................ 46
VEEL GESTELDE VRAGEN ................................................................................................................ 47
-2-
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Inleiding Hartelijk dank voor het aanschaffen van Appguard Staf v2. In deze handleiding wordt gedetailleerd uitgelegd hoe u Appguard Staf configureert voor het eerste gebruik of ter vervanging van een vorige versie van Appguard Staf of Appguard Pro Menu. In hoofdstuk 1 is een overzicht van de mogelijkheden van Appguard Staf v2 te vinden en in hoofdstuk 2 wordt stap voor stap beschreven hoe u een Appguard opstelling snel werkend krijgt. In hoofdstuk 3 worden vervolgens alle schermen van de configuratie behandeld. Mocht u onverhoopt toch tegen een probleem aanlopen dan kunt u eens in hoofdstuk 4 bij de Veel Gestelde Vragen kijken of daar een oplossing staat voor uw probleem. Mocht dit niet het geval zijn dan kunt u uiteraard contact opnemen met Appsoftware. Let op: indien u gebruik maakt van Appguard Staf met een Xafax EAP koppeling, lees dan ook de handleiding ‘Configuratie Appguard Staf met EAP’.
-3-
Configuratiehandleiding Appguard Staf
1. Appguard Staf mogelijkheden Appguard Staf is de centrale applicatie van het totale Appguard beheersysteem. In Appguard Staf worden de betalingen voor Internet, applicatie- en printergebruik afgehandeld. Appguard Publiek is de applicatie die op de publiekscomputers wordt geïnstalleerd. AppARaat is de software die op het selfservice betaalsysteem draait. Raadpleeg voor de mogelijkheden van deze applicaties de betreffende handleidingen.
Appguard Staf in relatie tot de ander Appguard applicaties Appguard Staf houdt bij hoeveel er gebruik gemaakt mag worden van de betaalde diensten op publiekscomputers. Appguard Staf boekt de hiervoor gebruikte tegoeden af bij de Appguard UserDatabase (voor codes en/of leden) of het bibliotheeksysteem. Appguard Staf logt alle transacties naar de Appguard LogServer. In figuur 1-1 is een schematische weergave van de verschillende applicaties te vinden.
Figuur 1-1 Schematische weergave opstelling Appguard applicaties
In de meeste gevallen wordt Appguard Staf geïnstalleerd op een centrale server en bediend vanaf een personeelsbalie in de buurt van de te controleren computers. Het personeel heeft dan toezicht op wat er gebeurt op de computers en kan hier als het nodig is ingrijpen. In sommige situaties is de selfservice zover doorgevoerd dat het niet nodig is het personeel met Staf te laten werken en volstaat een installatie op een server of aparte computer in de backoffice.
-4-
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Voor het personeel is het met behulp van Appguard Staf mogelijk om o.a. • • • • • • • • •
Het gebruik van Internet en/of applicaties toe te staan voor een bepaalde tijd, Te zien wanneer er een computer vrijkomt, Meldingen te versturen naar de publiekscomputers, Een computer van afstand aan te zetten, uit te schakelen, opnieuw op te starten of af te melden, Zelf definieerbare acties per computer uit te voeren (bv. meekijken op het scherm met VNC), Nieuwe codes aan te maken en te printen, Tegoeden van codes te controleren, Tegoeden van Appguard Gebruikers te beheren, Printopdrachten te beheren (met verschillende tarieven voor kleur en zwart-wit).
Door Appguard Staf kan de toegang tot verschillende betaalde internetsites en applicaties worden gecontroleerd. De internetsites worden in Appguard georganiseerd in white- en blacklists. Deze white- en blacklists worden vervolgens samen met de te controleren applicaties geordend in groepen. Een voorbeeld is de groep ‘MS Office’, deze kan bestaan uit de programma’s Word, Excel, PowerPoint en een whitelist met de inhoud ‘office.microsoft.nl*’. Naast internet- en applicatiegebruik kan Appguard Staf ook de betalingen voor het printen afhandelen. Niet-betaalde functionaliteit en het menu dat het publiek ziet dienen ingesteld te worden in de configuratie van Appguard Publiek. Zie hiervoor de handleiding van Appguard Publiek.
Wijze van betaling Het publiek kan de toegang tot het gebruik van betaalde internetsites of applicaties (een groep) verkrijgen door: 1. in Appguard Staf tijd te geven (door het personeel), 2. op de publiekscomputer aan te melden met bibliotheeklidnummer, 3. op de publiekscomputer aan te melden met een Appguard code, 4. op de publiekscomputer aan te melden met een combinatie van een Appguard gebruikersnaam en wachtwoord. Een Appguard code is een code waarmee men gebruik kan maken van de betaalde diensten. Deze codes kunnen geprint worden bij het selfservicestation (AppARaat) of bij Appguard Staf. Een Appguard gebruiker is een combinatie van een gebruikersnaam en wachtwoord die alleen in de Appguard applicaties bestaat. Een Appguard gebruiker kan worden aangemaakt in Appguard Staf, tevens kan hier het tegoed van die gebruiker worden opgehoogd.
-5-
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Printopdrachten Als het publiek een document af wil drukken dan kunnen deze printopdrachten direct vanaf de publiekscomputer betaald (met behulp van het beschikbare tegoed) en eventueel geprint worden. Ook is het mogelijk om de printopdrachten niet direct te printen. In zo’n geval kan het personeel de printopdracht alsnog uitvoeren of verwijderen vanuit Appguard Staf. Ook kan een printopdrachtcode gegeven worden waarmee het publiek bij een selfservice AppARaat zijn printopdracht kan identificeren om deze vervolgens te betalen en afdrukken. Een printopdracht wordt automatisch verwijderd als deze te lang in de wachtrij staat.
-6-
Configuratiehandleiding Appguard Staf
2. Eerste installatie In dit hoofdstuk wordt stap voor stap beschreven wat u moet doen om snel een eenvoudige Appguard opstelling te realiseren. Voor een uitgebreidere beschrijving verwijzen we naar hoofdstuk 3. Hoe Appguard Publiek geïnstalleerd moet worden is te vinden in de desbetreffende handleiding.
2.1. Appguard Staf setup U kunt Appguard Staf installeren door het installatieprogramma appguard-stafsetup.exe uit te voeren. Tijdens deze installatieprocedure wordt een aantal vragen gesteld, waaronder de vraag of u de licentieovereenkomst accepteert. U kunt Appguard Staf niet installeren of gebruiken als u niet akkoord gaat met de licentieovereenkomst. Lees de overeenkomst daarom nauwkeurig voordat u verder gaat met het installeren van Appguard Staf. Ook kan er een programmamap en een Start-menu programmagroep worden opgegeven. Aanbevolen wordt om hiervoor de standaardinstellingen te gebruiken, tenzij u Appguard Staf meerdere keren op één machine wilt installeren. Nadat u de vragen hebt beantwoord en Appguard Staf is geïnstalleerd, krijgt u de vraag of u de Appguard Staf Configuratie en/of Appguard Staf wilt starten. Zorg dat hier het vinkje voor ‘Appguard Staf Configuratie starten’ is geplaatst en klik op Voltooien. De configuratie wordt nu gestart.
-7-
Configuratiehandleiding Appguard Staf
2.2. Groepitems en groepen Internetsites en applicaties waar Appguard iets mee moet doen moeten worden ingevoerd als groepitem. Vervolgens moeten deze groepitems worden ingedeeld in één of meerdere groepen. Een groep is de eenheid die wordt vrijgegeven als iemand aanmeldt of tijd wordt vrijgegeven. Als voorbeeld zullen we een groep maken waarin het volledige internet wordt vrijgegeven. Hiervoor gaan we eerst een groepitem van het type whitelist maken en deze vervolgens in een groep zetten zodat we er ook voor kunnen aanmelden en vrijgeven. Kies op het scherm ‘Groepitems’ (Figuur 2-1 Configuratie Groepitems) voor ‘Nieuw’. Het scherm ‘Groepitem’ verschijnt (Zie figuur 2-2)
Figuur 2-1 Configuratie Groepitems
-8-
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Figuur 2-2 Configuratie groepitem
Geef in het scherm ‘Groepitem’ het item een naam (in dit geval ‘Volledig Internet’) en kies voor het type Whitelist, aangezien we (delen van) het Internet willen vrijgeven. De wildcard voor ‘Alles’ is * dus de volledige whitelist is alleen ‘*’. Om deze whitelist te kunnen gebruiken, is het noodzakelijk om deze in een groep te plaatsen. Ga hiervoor naar het scherm ‘Groepen’ (Figuur 2-3 Configuratie Groepen) en klik op de knop ‘Nieuw’. Het scherm ‘Applicaties in groep’ verschijnt (Figuur 2-4 Configuratie groep).
-9-
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Figuur 2-3 Configuratie Groepen
Figuur 2-4 Configuratie groep
- 10 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
In het scherm ‘Applicaties in groep’ (Figuur 2-4 Configuratie groep) geeft u de groep een naam, in dit geval ‘Vrij Internet’, en kunt u aangeven wat het gebruik van deze groep kost. Ook kunt u aangeven welk bericht moet worden weergegeven als de tijd bijna op is en hoe ver van tevoren deze melding moet worden gegeven. Als in Appguard Staf deze groep wordt vrijgegeven, dan kan de klant gebruik kunnen maken van het internet. We willen dus het groepitem ‘Internet’ in deze groep hebben. Dit doen we door het groepitem te selecteren uit het rechterlijstje en op het pijltje naar links te klikken. Klik op OK om dit scherm te sluiten en de wijzigingen op te slaan.
- 11 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
2.3. Clientidentificatie Om Appguard te kunnen gebruiken is het noodzakelijk dat Appguard Staf weet waar de Appguard Publiek-computers zich bevinden in het netwerk. In Appguard Staf v2 is het mogelijk om dit automatisch te detecteren. Hiervoor is het noodzakelijk dat Appguard Publiek op de publiekscomputers is gestart en ingesteld is als Appguard Staf-client. Ga vervolgens in de Appguard Staf Configuratie naar het scherm ‘Clientidentificatie’ (Figuur 2-5 Configuratie clientidentificatie) en klik op de knop Detecteer.
Figuur 2-5 Configuratie clientidentificatie
Let op: als u Appguard installeert in een Terminal Server omgeving, werkt het automatisch detecteren van clients niet. Raadpleeg in dat geval paragraaf 3.7.
- 12 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Figuur 2-6 Configuratie clientdetectie
Een scherm zoals figuur 2-6 zal verschijnen. Hier zijn alle gedetecteerde computers te zien waarop Appguard Publiek draait en die nog niet in de lijst met clients zijn opgenomen. U kunt de toe te voegen clients selecteren en vervolgens op de knop ‘Toevoegen’ klikken. Indien nodig kunt u de gedetecteerde gegevens na het toevoegen nog aanvullen door de gewenste client te selecteren en op de knop ‘Wijzigen’ te klikken (zie figuur 2-5). Het is verstandig om op deze manier de gedetecteerde gegevens te controleren en elke computer een korte beschrijving te geven. De eerste regel van deze beschrijving zal in Appguard Staf verschijnen achter het computernummer.
- 13 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
2.4. Configuratie testen Nu we een eenvoudige configuratie hebben gemaakt, kunnen we deze gaan testen. Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan en controleer vervolgens of op de publiekscomputers Appguard Publiek is gestart en dat zij zijn geconfigureerd als Appguard Staf client. Start nu op de computer waar de configuratie is uitgevoerd Appguard Staf (Start => Alle programma’s => Appguard Staf). Als nu de in de eerste stap geconfigureerde clients met een grijs nummer zijn aangegeven, dan is er communicatie tussen de Staf en Publiek applicatie. Door in Staf nu tijd te geven voor Vrij Internet wordt het op de publiekscomputers mogelijk om te internetten.
- 14 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3. Schermbeschrijvingen In dit deel van de configuratiehandleiding kunt u informatie vinden over de verschillende opties die zijn in te stellen in de Appguard Staf configuratie. Stuk voor stuk zullen alle schermen en hun opties worden behandeld.
- 15 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.1. Groepitems Een van de belangrijkste functies van Appguard Staf is het afschermen van de computer voor een gebruiker. Appguard Staf kijkt met behulp van Appguard Publiek actief naar de applicaties en websites die een gebruiker probeert te gebruiken. Per applicatie en website kan aangegeven worden of deze wel of niet gebruikt mag worden. Het toestaan van applicaties en gebruikers wordt gedaan met behulp van groepen. Een groep kan bestaan uit een combinatie van applicaties en internetfilters. Een internetfilter is een lijst met URL’s van websites. Er zijn twee soorten filters: whitelists en blacklists. Een whitelist bevat websites die wél bekeken mogen worden en de blacklist heeft links die juist niet bekeken mogen worden. In een internetfilter kan gebruik gemaakt worden van wildcards. Hoe dit werkt wordt verderop uitgebreider behandeld. Let op: programma’s die niet in een groep zijn opgenomen zijn standaard toegestaan en URL’s die niet op een whitelist in een groep staan zijn standaard NIET toegestaan! Binnen het scherm ‘Groepitems’ (figuur 3-1) kunnen applicaties en internetfilters worden beheerd. Vervolgens kan via het scherm ‘Groepen’ de groepitems onderverdeeld worden in groepen.
Figuur 3-1 Groepitems
Het scherm ‘Groepitems’ bestaat uit een lijst waarin alle beschikbare items gedefinieerd staan. Rechts daarvan is een vijftal knoppen te vinden. De eerste drie knoppen zijn voor handelingen met een item. De knop ‘Nieuw’ maakt een nieuw item aan. Met ‘Wijzigen’ kan een bestaand item gewijzigd worden. Met ‘Verwijderen’ wordt het geselecteerde item uit de lijst verwijderd.
- 16 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
De onderste twee knoppen starten ondersteuningsapplicaties om applicatie- en internetfilters te maken. Met ‘AppTool’ is het mogelijk om de interne namen (ClassNames) van de applicaties te achterhalen. Met behulp van de ‘URLgen’ is het mogelijk versneld internetfilters te kunnen maken. Wanneer op de knop ‘Nieuw’ geklikt wordt verschijnt er een scherm waarin een groepitem aangemaakt of gewijzigd kan worden. Applicaties en internetfilters worden in hetzelfde scherm getoond, met verschillende opties.
Figuur 3-2 Configuratie applicatie
Figuur 3-3 Configuratie whitelist
Voor een item gelden de volgende eigenschappen: •
Nummer Dit is het nummer dat het item krijgt in de lijst.
•
Naam De naam die gegeven kan worden aan een item. Deze naam is om het groepitem gemakkelijker te identificeren.
•
Type Zoals eerder genoemd zijn er drie types: ‘applicatie’, ‘whitelist’ en ‘blacklist’. Hieronder worden deze types verder toegelicht.
Bij een ‘applicatie’ kunnen meerdere opties opgegeven te worden (zie figuur 32), bij ‘whitelist’ en ‘blacklist’ kan een lijst met URL’s gemaakt worden in een groot tekstvak (zie figuur 3-3).
- 17 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Applicatie Een applicatie heeft als specifieke eigenschappen: •
De locatie naar de applicatie op de harde schijf. Deze applicaties worden gestart op de publiekscomputers en daarom moet de locatie van de applicatie zoals de applicatie op die computer te benaderen is ingevuld worden. Het is alleen noodzakelijk om de locatie op te geven als het programma gestart moet worden door bijvoorbeeld een inlogactie. Voor het sluiten van programma’s is het niet noodzakelijk om de locatie op te geven.
•
Melding bij geen vrijgegeven tijd Wanneer een bezoeker geen tijd heeft voor de opgegeven applicatie is het mogelijk om een melding op het scherm te tonen. Deze melding is bedoeld om de gebruiker te informeren dat het gebruik van deze applicatie vrijgegeven moet worden door het personeel of door betaling.
Niet in alle gevallen wordt een applicatie gedefinieerd om deze toe te staan voor gebruik. Het is ook mogelijk om een applicatie als groepitem aan te maken om deze in zijn geheel te verbieden. Dit wordt veelal gebruikt voor applicaties die gebruikers niet mogen gebruiken, om bijvoorbeeld beveiliging niet te ondermijnen. Een goed voorbeeld hiervan is ‘taskmgr.exe’. Dit is het uitvoerbaar bestand van Windows Taakbeheer. Met dit programma kunnen alle andere applicaties gestopt worden. Om dergelijke programma’s te verbieden moet Appguard Staf weten hoe deze applicaties gevonden kunnen worden. Het vinden van applicaties kan Appguard Staf op drie manieren: •
Titelbalk De naam die bovenin de applicatie in de balk te vinden is. Eventueel aangevuld met een * om ervoor te zorgen dat op zijn minst het opgegeven woord aanwezig is.
•
Classnaam Dit is de naam die intern binnen Windows voor de applicatie geldt. Deze naam kan niet veranderd worden zonder veel kennis en is daarom een goede methode om de applicatie te vinden. De Classnaam is te achterhalen door middel van de applicatie ‘AppTool’.
•
Bestandsnaam De naam van het bestand waarmee de applicatie gestart wordt.
Na het identificeren van de applicatie moet de applicatie nog afgesloten worden. Dit kan op drie manieren. De beschikbare opties zijn: •
Sluit hoofdvenster Sluit de applicatie af en biedt de gebruiker de mogelijkheid om zijn werk nog op te slaan.
•
Sluit hoofdvenster en alle daardoor gemaakte vensters Sluit de applicatie af en biedt de gebruiker de mogelijkheid om zijn werk nog op te slaan. Wanneer er extra schermen geopend zijn, zoals optiedialogen, worden deze ook correct afgesloten.
- 18 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
•
Breek programma af Deze methode is dwingender dan de voorgaande. Met deze optie wordt de applicatie in zijn geheel afgebroken en is er ook niet de mogelijkheid om het gedane werk op te slaan.
Een speciale variant is er voor MSN en Windows Messenger: deze applicaties kunnen niet door bovenstaande opties worden afgesloten. Om ook MSN en Windows Messenger te kunnen reguleren dient in het vak ‘Detectietekst’ de bestandsnaam van MSN Messenger of Windows Messenger ingevuld te worden. Door het invullen van één van beide bestandsnamen (respectievelijk msnmsgr.exe en msmsgs.exe) worden automatisch zowel MSN Messenger als Windows Messenger gecontroleerd.
URL-lijst Het maken van een whitelist of een blacklist is zeer eenvoudig. Het is niets meer dan een lijst met URL’s van websites. Als uitleg nemen we de volgende situatie. Er is een aantal websites dat gebruikers zonder in te loggen mogen bekijken. Eén daarvan is de productinformatie van Appguard Staf. Deze productinformatie is op onderstaande URL te vinden. http://www.appsoftware.nl/staf Om de website van Appsoftware beschikbaar te maken met een whitelist beperken we ons in dit geval enkel tot de website van Appsoftware. De specifieke pagina halen we weg, tenzij we slechts enkele pagina’s beschikbaar willen maken. We houden dan dit gedeelte over: http://www.appsoftware.nl Let goed op bij het kiezen van heel specifieke pagina’s, websites bestaan dikwijls uit meerdere bestanden (denk maar aan afbeeldingen en StyleSheets) en deze hoeven niet altijd op dezelfde locatie voor te komen als de pagina die we willen laten zien. Wanneer deze extra locaties niet ook worden toegevoegd zal de pagina niet goed op het scherm getoond worden. Test daarom een whitelist altijd voordat deze actief gemaakt wordt voor gebruikers. Het volgende deel dat van de hyperlink afgehaald kan worden is het eerste deel: ‘http://’. Dit is het protocol waarop de website gevonden kan worden en is voor ons niet van belang. Appguard Publiek controleert de URL die een gebruiker intypt volgens de whitelist en we willen alleen beperkingen opleggen op essentiële onderdelen van de hyperlink. www.appsoftware.nl Als laatste stap moeten we nog een ding toevoegen. We willen alle pagina’s en delen van de website van Appsoftware doorlaten en voegen daarom aan het einde een * toe. www.appsoftware.nl*
- 19 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Alle URL’s die met ‘www.appsoftware.nl’ beginnen worden doorgelaten. Het is ook mogelijk om de * vooraan te zetten: *.appsoftware.nl* Dit wordt gedaan om bijvoorbeeld subdomeinen van websites toe te staan. Door gebruik te maken van * hoeft niet iedere pagina of afbeelding apart in de whitelist gezet te worden. Dit maakt een whitelist korter en gemakkelijker te onderhouden. Het voorbeeld dat hier besproken is geldt voor een whitelist, het maken van een blacklist verloopt op dezelfde wijze. Het enige verschil is dat er in een blacklist URL’s worden opgenomen die expliciet niet bekeken mogen worden.
- 20 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.2. Groepen In het voorgaande zijn groepitems behandeld en hoe deze aangemaakt kunnen worden. Zodra er één of meer items zijn aangemaakt kunnen deze in groepen geplaatst worden. Dit kan in het scherm ‘Groepen’ (zie figuur 3-4).
Figuur 3-4 Groepen
Met ‘Groepen’ worden groepen aangemaakt die bestaan uit applicaties en/of internetfilters die gebruikt mogen worden. Deze groepen zijn de methode om functionaliteiten te bundelen en zo gebruikers toegang te geven op publiekscomputers. Wanneer een gebruiker tijd krijgt op een computer geldt dit altijd voor één of meerdere groepen. Alle applicaties en internetfilters die binnen deze groep(en) vallen mogen dan gebruikt worden tot de tijd op is. Binnen het scherm ‘Groepen’ is een lijst te vinden met de reeds geconfigureerde groepen. Rechts naast deze lijst bevinden zich drie knoppen om een groep aan te maken, te wijzigen of te verwijderen. Een groep binnen Appguard Staf kan bestaan uit meerdere opties, afhankelijk van de mogelijkheden die gebruikt moeten worden. Zie hiervoor figuur 3-5.
- 21 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Figuur 3-5 Groep
Ten eerste is er een groepnaam. De naam van een groep dient om de groep makkelijk te kunnen identificeren. Wanneer tijd wordt vrijgegeven door medewerkers via de interface van Appguard Staf zal met behulp van deze naam de groep geselecteerd gaan worden. Daarom is het verstandig om voor een heldere en korte groepnaam te kiezen. Na de naam zijn er de kosten die betaald moeten worden voor het gebruik van deze groep. Deze kosten worden in euro’s opgegeven. Vervolgens kan de termijn voor dit bedrag worden ingesteld. De mogelijkheden hiervoor zijn: ‘Minuut’, ‘Kwartier’, ‘Halfuur’ en ‘Uur’. In sommige gevallen kan het ook handig zijn om geen geldbedrag op te geven. Er zijn situaties waarin wel de tijd beperkt moet worden, maar waar de gebruikers geen geld hoeven te betalen voor sommige groepen. Als er gebruik gemaakt wordt van Bicat, dan wordt achter het Kosten-veld een knop ‘Kosten per abonnementsoort’ getoond. Als hierop wordt geklikt verschijnt een scherm waarin een afwijkend tarief per statistische categorie opgegeven kan worden. Voor het invullen van meerdere statistische categorieën kunt u in het laatst ingevulde vak op de ‘pijl naar beneden’-toets op het toetsenbord drukken. Het is ook mogelijk om een paar minuten voordat de tijd op is een tekst te sturen naar de gebruiker om hem of haar er aan te herinneren dat de tijd bijna
- 22 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
op is. Op deze manier krijgt de gebruiker de tijd om indien nodig zijn of haar wijzigingen op te slaan. Het aantal minuten voor het einde en de tekst zijn in te stellen. Hierna zijn twee lijstjes met items te vinden in het scherm. Deze twee lijstjes staan naast elkaar met twee knoppen ertussen. Links zijn de items die wel zijn toegestaan in de groep. Rechts zijn de items die niet zijn toegestaan. Door middel van de twee knoppen in het midden kunnen de items verplaatst worden. De laatste optie onderin het scherm is ‘Acties’. Ter aanvulling op een groep kunnen bepaalde applicaties gestart worden aan het begin of het einde van de tijd dat iemand de computer mag gebruiken. Er zijn in totaal tien acties in te stellen. •
Starten van applicatie bij vrijgeven
•
Starten van applicatie bij tijd op
•
Sluiten van applicatie bij vrijgeven
•
Sluiten van applicatie bij tijd op
•
Computer resetten bij tijd op
•
Computer uitloggen bij tijd op
•
Computer uitschakelen bij tijd op
•
IE vensters naar de startpagina
•
IE vensters vernieuwen
•
Computerblokkering opheffen
Bij de eerste vier acties is het mogelijk om een applicatie aan te geven die gestart cq. gesloten moet worden. Dit moet een applicatie zijn die is geconfigureerd als groepitem in het scherm Groepitems.
- 23 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.3. Gratis tijd Met behulp van Appguard Staf is het mogelijk om bibliotheekleden of Appguardgebruikers (personen met een Appguard gebruikersnaam en wachtwoord) ‘gratis tijd’ te geven. Zo kan bijvoorbeeld ingesteld worden dat het eerste half uur internet per dag gratis is. Op het scherm ‘Gratis tijd’ (zie figuur 3-6) zijn dan ook de bekende drie knoppen, ‘Nieuw’, ‘Wijzigen’ en ‘Verwijderen’, te vinden. Daarnaast is het mogelijk om alléén gratis tijd te geven aan bibliotheekleden die maximaal een bepaald bedrag aan boete hebben openstaan.
Figuur 3-6 Gratis tijd overzicht
Er kunnen zoveel ‘Gratis tijd’-mogelijkheden gemaakt worden als wenselijk is, Appguard Staf selecteert automatisch de meest relevante op het moment van inloggen door de klant. Indien van toepassing wordt de hoeveelheid gratis tijd bij elkaar opgeteld. Als wordt gekozen voor ‘Nieuw’ verschijnt een scherm als in figuur 3-7.
- 24 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Figuur 3-7 Gratis tijd
Het is mogelijk om gratis tijd te geven aan bibliotheekleden als gebruik wordt gemaakt van een door Appguard Staf ondersteund bibliotheeksysteem. Ook kunnen in het geval van Bicat Statistische categorieën opgegeven worden die gebruik mogen maken van deze gratis tijd. Er kan gratis tijd worden geconfigureerd voor Appguard-gebruikers als er een Gebruikersdatabase aanwezig is en er in Appguard Staf gebruik wordt gemaakt van Appguard-gebruikers. Er kan een hoeveelheid minuten en een geldigheidsperiode opgegeven worden. In het voorbeeld hebben bibliotheekleden dus 30 minuten gratis Vrij Internet per dag. Tevens kan er voor gekozen worden om als de gratis tijd op is, automatisch over te schakelen op het tegoed of deposito van de ingelogde gebruiker (mits dit toereikend is).
- 25 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.4. Staf-functionaliteit Binnen het scherm Staf-functionaliteit zijn algemene functies van Appguard Staf in te stellen en aan te passen (zie figuur 3-8). Het scherm is opgedeeld in vier kaders. Per kader zullen de beschikbare opties beschreven worden.
Figuur 3-8 Staf-functionaliteit
Het eerste kader is ‘Computers’. Binnen dit kader zijn opties te vinden voor het tabblad ‘Computers’ in de gebruikersinterface van Appguard Staf. Dit tabblad is uit te schakelen en om dit te doen kan het keuzevak in de rand van het kader worden uitgeschakeld. Binnen het ‘Computers’-kader zijn vijf opties beschikbaar: •
Knop “Verbruik bijhouden” weergeven (voor achteraf afrekenen) Er verschijnt een extra knop in de beheersinterface van Appguard Staf waarmee een computer vrijgegeven kan worden. De vrijgegeven tijd wordt dan niet afgeteld, maar vanaf nul opgeteld. Zo kan er achteraf afgerekend worden.
•
Automatisch afvinken van computers Na het veranderen van de status van een computer wordt de selectie automatisch opgeheven. Vervolgens kan gemakkelijk een andere computer geselecteerd worden om deze van status te veranderen.
•
Automatisch afvinken van programmagroepen Evenals bij computers geldt ook voor programmagroepen dat wanneer een status is veranderd de selectie van programmagroepen wordt opgeheven.
•
Niet toestaan computers te resetten of uit te schakelen Door middel van speciale computeracties is het mogelijk om handelingen uit te voeren met de computer waarop iemand aan het werk is. Hierbij valt
- 26 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
te denken aan meekijken op het scherm of iemand teksten versturen. Er zijn ook knoppen aanwezig om een computer af te sluiten of te herstarten. Het herstarten van een computer gaat niet goed wanneer Appguard draait op een Terminal Server omgeving aangezien dit resulteert in het herstarten van de server en daarmee álle sessies, waardoor niemand meer gebruik kan maken van de computer. Schakel deze optie daarom in als er gebruik wordt gemaakt van een Terminal Server omgeving. Als laatste is in te stellen op welke manieren er tijd kan worden vrijgegeven. Dit kan in tijd of in geld. Er kan gekozen worden om beide methoden mogelijk te maken, of alleen tijd of alleen geld. Het tweede kader is ‘Gebruikers’. Met Appguard Staf is het mogelijk om bezoekers zelf te laten inloggen op de publiekscomputer. Er hoeft in dat geval niet langer tijd te worden vrijgegeven door een medewerker. Er zijn twee vormen van gebruikers binnen Appguard. Er kan gewerkt worden met internetcodes, deze kunnen bijvoorbeeld worden aangeschaft met een betaalautomaat die communiceert met Appguard Staf. Daar kan een bon aangeschaft worden waarop een code staat die kan worden ingegeven waarna de computer gebruikt mag worden totdat de tijd van de code op is. Het is ook mogelijk om in een keer meerdere internetbonnen te laten afdrukken door Appguard Staf, op deze manier is deze functionaliteit te gebruiken zonder een speciale betaalautomaat. Naast internetcodes kan er ook gewerkt worden met Appguard Gebruikers. Deze gebruikers kunnen in Appguard Staf aangemaakt worden en worden in de Appguard UserDatabase opgeslagen. Vervolgens kan er met zo’n aangemaakte gebruikersnaam-wachtwoordcombinatie ingelogd worden op de publiekscomputers. Hiervoor is het uiteraard noodzakelijk dat er tegoed is toegekend aan de gebruiker of dat de gebruiker recht heeft op ‘gratis tijd’ (zie hiervoor hoofdstuk 3-3). Het is ook mogelijk om voor Appguard Gebruikers alleen ‘gratis tijd’ toe te staan. Als laatste optie in dit kader is er nog het maximum aantal dagen dat een bon geldig is. Deze waarde staat standaard op 365 dagen, maar in specifieke gevallen kan deze waarde hier worden aangepast. Voor zowel internetcodes als Appguard-gebruikers geldt dat deze mogelijkheden alleen aanwezig zijn als de Appguard User/GebruikersDatabase is geïnstalleerd. Het derde kader is ‘Opstart/afsluit opties’. In dit kader zijn twee opties te vinden. Zodra Appguard Staf geminimaliseerd wordt kan Appguard Staf rechts onderin het systeemvak geplaatst worden in plaats van op de taakbalk. Vooral in situaties waarin de computer ook nog voor andere doeleinden gebruikt wordt kan dit handig zijn. De tweede optie is het vragen om bevestiging voor het afsluiten van Appguard Staf. Als Appguard Staf is afgesloten is het niet mogelijk om betaalde acties op de publiekscomputers uit te voeren. Om verwarring te voorkomen kan deze optie worden aangezet. Het vierde kader staat geheel rechts, dit is ‘Tijd/geld’. Er bevinden zich hier twee lijstjes met bedragen en minuten. Eerder werd al gesproken over de
- 27 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
mogelijkheden om computers vrij te geven, dit kan door middel van een geldbedrag of een aantal minuten. Het selecteren hiervan gebeurt door middel van een snelkeuzelijstje. Zowel voor geld als voor tijd zijn er 15 mogelijke waardes. Met de standaardopties zijn alle mogelijkheden eenvoudig in te stellen, maar ze kunnen gewijzigd worden door in dit kader het bedrag of het aantal minuten aan te passen. Deze lijstjes zijn onafhankelijk van elkaar, het is dus niet zo dat bijvoorbeeld de eerste tijdseenheid gelijk moet zijn aan de eerste geldeenheid.
- 28 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.5. Eigen knoppen De computers die verbonden zijn met Appguard Staf kunnen worden vrijgegeven voor gebruik. Gebruikers van de computer mogen alleen die dingen doen waarvoor zij hebben betaald. Doordat er een koppeling is tussen de computer en Appguard Staf is het mogelijk om andere acties met die computer uit te voeren. Omdat dit geen dagelijkse handelingen zijn, zijn deze handelingen niet standaard zichtbaar. Deze moeten expliciet worden ingeschakeld. Het aantal computeracties dat daar nu te vinden is is beperkt, maar binnen het scherm ‘Eigen knoppen’ kunnen computeracties worden toegevoegd. Als extra functionaliteit kan gedacht worden aan meekijken met de computer met behulp van VNC. Om een koppeling te maken is dikwijls een manier nodig om de andere computer te vinden. Dit kan met zes waarden die in het scherm ‘Clientidentificatie’ per client ingevuld kunnen worden: -
#BESCHRIJVING#
-
#NETBIOS#
-
#DNSNAAM#
-
#IPADRES#
-
#MACADRES#
-
#POORT#
Verschillende applicaties die het mogelijk maken om door middel van een koppeling een handeling uit te voeren met een andere computer werken met één of meerdere van deze waarden. Met name het IP-adres en de DNS-naam komen daarvoor in aanmerking. Welke waarde gebruikt moet worden voor een specifieke applicatie is afhankelijk van die applicatie. Raadpleeg hiervoor de handleiding van de desbetreffende applicatie. Het aanmaken of wijzigen van een eigen knop verloopt via een apart scherm. Hierin kan de tekst op de knop in de interface van Appguard Staf worden ingesteld en welke applicatie het betreft. Zodra een of meer waarden gebruikt zijn zal onderaan het keuzevak ‘Verandert computerstatus’ beschikbaar komen. Met deze optie wordt in de interface van Appguard Staf in de lijst met beschikbare computers aangegeven in welke stand de computer is gezet. Deze optie wordt veelal gebruikt in een situatie waar door middel van een Windows Server de computer in een andere Organizational Unit geplaatst wordt. Hiermee kunnen computers meerdere functies krijgen afhankelijk van hun Organizational Unit. Deze geavanceerde functionaliteit van Appguard gaat te ver voor deze configuratiehandleiding, indien u hier meer informatie over wilt kunt u contact opnemen met Appsoftware.
- 29 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.6. Printers Appguard Staf kan naast computers ook printers afschermen voor gebruikers. Voordat een printopdracht wordt uitgevoerd moet er eerst betaald worden, met geld of computertegoed. Het is mogelijk om verschillende tarieven te rekenen voor kleur en zwart-wit. Het scherm ‘Printers’ toont een overzicht met rechts daarnaast een drietal knoppen. Met de knoppen kunnen de printers aangemaakt, gewijzigd of verwijderd worden. De lijst toont de geconfigureerde printers. Van een printer is te zien welke printer het betreft en hoeveel het kost om een pagina te printen. Daarnaast is ook te zien hoeveel computertegoed een gebruiker minimaal over moet hebben na het printen. De laatste kolom in de lijst heeft als titel ‘TTL’. Dit is een afkorting voor Time To Live, en staat voor de tijd in minuten dat een printopdracht bewaard wordt. Binnen deze tijd moet een gebruiker zijn printopdracht betalen en laten afdrukken. Als de TTL verstreken is wordt de printopdracht automatisch verwijderd.
Figuur 3-9 Printerinstellingen
Het toevoegen of wijzigen van een printer verloopt via een apart scherm. In dit scherm kan een printer geselecteerd worden en zijn eigenschappen aan te geven die gelden voor het gebruik van deze printer. Er kunnen niet meer dan twee printers ingesteld worden. Mocht u meerdere printers willen gebruiken, dan kunt u contact opnemen met Appsoftware voor een aangepaste versie. Per printer kunnen de kosten per pagina worden opgegeven. Dit kan voor zowel kleur als zwart-wit verschillend zijn. De volgende optie is het minimaal benodigd resterend tegoed. Om ervoor te zorgen dat gebruikers nog fatsoenlijk van de computer gebruik kunnen maken nadat ze de printopdracht betaald hebben met hun computertegoed kan hier een benodigd restbedrag ingevoerd worden. De hoeveelheid tijd die beschikbaar is om een printopdracht te betalen en af te halen kan vervolgens worden ingesteld.
- 30 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
•
Printcode geven De printcode waarmee de opdracht kan worden afgehaald wordt aan de gebruiker getoond
•
De keus geven om direct af te drukken vanaf publiekscomputer De gebruiker heeft de keuze om een printopdracht direct te printen en te betalen van het computertegoed
•
De keus geven om de printopdracht op te halen met gebruikersnaam De gebruiker heeft de keuze om een printopdracht op te halen met zijn of haar gebruikersnaam
•
Printopdrachten mogen betaald worden met computertegoed De gebruiker mag de printopdracht betalen met het tegoed dat bedoeld was voor het gebruik van de computer, mits dit toereikend is.
•
Melding geven als er geen tegoed is voor een printopdracht Als er niet is ingelogd door de gebruiker of als de computer door het personeel is vrijgegeven door middel van de knop ‘Gebruik toestaan’ dan is er geen tegoed voor de computer. Als dit keuzevakje is aangevinkt zal er dan toch een melding verschijnen.
•
Printopdrachten van onbekende computers direct printen Printopdrachten van computers die niet zijn geconfigureerd in Appguard Staf zullen direct doorgelaten worden. Personeel kan op deze manier zonder tussenkomst van Appguard Staf van de printer gebruik maken.
- 31 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.7. Systeem Binnen het scherm ‘Systeem’ zijn een aantal kaders te vinden waar algemene instellingen voor het systeem ingesteld moeten worden.
Figuur 3-10 Systeem
De toegang tot Appguard Staf en de configuratie hiervan kunnen worden beveiligd met een wachtwoord. Dit kan bij ‘Staf toegangswachtwoord’ en ‘Configuratie toegangswachtwoord’. Als er geen wachtwoord benodigd is moet een leeg wachtwoord worden ingevoerd. In het kader ‘Appguard Server Instellingen’ kan de poort worden geconfigureerd waarop Appguard Staf luistert naar Appguard Publiek. Standaard is deze poort 4801. Deze poort hoeft normaalgesproken niet aangepast te worden. Bij gebruik van verschillende installaties van Appguard Staf op één computer, bijvoorbeeld in een Terminal Server omgeving, dient deze optie gebruikt worden om de verschillende installaties van elkaar te onderscheiden. Bij gebruik van meerdere installaties op één computer is het tevens noodzakelijk om de opstartparameter ‘norunningcheck’ mee te geven, zie hiervoor de Veel Gestelde Vragen. In het LogServer kader kan aangegeven worden hoe er verbinding moet worden gemaakt met de Appguard LogServer, indien aanwezig. Met behulp van de LogServer is het mogelijk om alle transacties bij te houden in een centrale applicatie. Vanuit de LogServer kunnen vervolgens eenvoudig overzichten worden gecreëerd. Om een connectie met de LogServer in te stellen is een IPadres en een poort nodig naar de LogServer. Als extra optie is er de Menunaam. Dit moet een unieke naam zijn waaraan deze installatie van Appguard Staf is te identificeren. In het kader ‘UserDB Server’ kunnen de verbindingsopties voor de Appguard UserDB worden ingesteld. Zodra er binnen Appguard Staf met codes of Appguard
- 32 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
gebruikers gewerkt moet worden is een UserDB Server noodzakelijk om de tegoeden te registreren. Hiervoor is een IP-adres en een poort nodig waar de UserDB op luistert. Omdat de gegevens gecodeerd worden aangezien er met tegoeden gewerkt wordt is een sleutel noodzakelijk die in zowel Appguard Staf als in de UserDB geconfigureerd is. Tot slot kan hier nog een afboekeenheid worden geconfigureerd. Per code of Appguard-gebruiker worden porties van maximaal dit bedrag afgeboekt bij de UserDatabase. Hoe hoger deze waarde, hoe minder dataverkeer, maar ook hoe meer risico bij een onverwachte fout. Als het tegoed op is, of er wordt uitgelogd, dan wordt het resterende bedrag afgeboekt (ook als dit kleiner dan de afboekeenheid is).
- 33 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.8. Clientidentificatie Het scherm ‘Clientidentificatie’ wordt gebruikt voor het configureren van de publiekscomputers die verbonden moeten worden met Appguard Staf. Er is een lijst zichtbaar waar alle clients onder elkaar gevonden kunnen worden. Het aantal beschikbare clients is afhankelijk van de ingestelde licentie. Naast de lijst met clients is een vijftal knoppen te vinden. •
Wijzigen Hiermee kan de geselecteerde client gewijzigd worden. Er verschijnt een venster waarin de eigenschappen veranderd kunnen worden. o
Computerbeschrijving
o
Netbios-naam
o
DNS naam
o
IP-adres
o
MAC-adres
o
Poort
Van de opties hierboven wordt de beschrijving gebruikt als naam in de interface van Appguard Staf. Het is daarom verstandig om hier een korte en duidelijke naam voor te kiezen.
Figuur 3-11 Computergegevens
De overige eigenschappen zijn voor de identificatie binnen Appguard Staf zelf. Het MAC-adres is daarbij het belangrijkste. De poort is standaard 4822 maar deze kan veranderd worden in bijvoorbeeld Terminal Server omgevingen. •
Wissen Wist de gegevens van de geselecteerde client uit de lijst.
•
Omhoog Verplaatst de geselecteerde client een plaats omhoog. De lijst met clients wordt in deze volgorde gepresenteerd in de interface van Appguard Staf. Vaker gebruikte computers kunnen op deze manier boven minder vaak gebruikte computers geplaatst worden. Ook kunnen op deze manier de computers in dezelfde volgorde worden gezet als dat ze opgesteld staan.
•
Omlaag Verplaatst de geselecteerde client een plaats omlaag.
- 34 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
•
Detecteer Detecteert alle draaiende installaties van Appguard Publiek in het huidige netwerksegment. Een scherm als in figuur 3-12 zal verschijnen. Hierin staan alle gedetecteerde clients die nog niet toegevoegd zijn. Selecteer de toe te voegen clients en klik op ‘Toevoegen’ om deze aan de lijst toe te voegen.
Figuur 3-12 Clientdetectie
- 35 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.9. Bibliotheeksysteem Appguard Staf kan samenwerken met een aantal bibliotheeksystemen. Deze samenwerking maakt het mogelijk om te internetten of printopdrachten te betalen met het tegoed dat aanwezig is in het bibliotheeksysteem. Appguard Staf communiceert met het bibliotheeksysteem door middel van de standaard SIP en kan hierdoor met nagenoeg ieder bibliotheeksysteem communiceren dat over een SIP-interface beschikt. In de SIP standaard is het ophogen van tegoeden niet opgenomen, hierdoor kan niet met ieder bibliotheeksysteem met tegoeden gewerkt worden. Daar waar het bibliotheeksysteem niet in staat is om tegoeden op te slaan kan de Appguard UserDatabase dit overnemen. Appguard Staf ondersteunt Vubis versie 1 (uitgezonderd deposito) en 2, Bicat en Concerto. Andere bibliotheeksysteeminterfaces zijn mogelijk, maar niet standaard opgenomen in Appguard Staf. Voordat gebruik gemaakt moet worden van tegoeden in het bibliotheeksysteem kan het beste eerst contact opgenomen worden met Appsoftware.
Figuur 3-13 Bibliotheeksysteem
- 36 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Bibliotheeksysteem De volgende opties zijn in te stellen voor het bibliotheeksysteem: •
Soort Hier kan het aanwezige bibliotheeksysteem gekozen worden. De beschikbare bibliotheeksystemen zijn Bicat, Vubis en Concerto. Voor het testen van het Appguard Staf is ook een test bibliotheeksysteem genaamd ‘Dummy’ aanwezig. Deze kan gebruikt worden om de systematiek van het Appguard Staf te bekijken zonder een echt bibliotheeksysteem in de buurt te hebben.
•
IP-adres Dit is het IP-adres van het bibliotheeksysteem waarmee een verbinding gemaakt dient te worden.
•
Poort Deze poort wordt in combinatie met het IP-adres gebruikt om verbinding te maken met het bibliotheeksysteem.
•
Loginnaam Dit is de loginnaam waarmee Appguard Staf kan inloggen op het bibliotheeksysteem om gegevens op te vragen of te bewerken.
•
Wachtwoord Het wachtwoord wordt in combinatie met de loginnaam gebruikt om in te loggen op het bibliotheeksysteem.
•
Maximaal aantal pogingen Het maximum aantal keren dat geprobeerd moet worden verbinding te maken. Pas deze waarde alleen aan als u weet wat u doet.
•
Timeout in ms Tijd dat een Appguard Staf wacht op een antwoord van het bibliotheeksysteem, in milliseconden.
•
Boekcode groepgebruik Alleen voor Bicat. Vul hier de boekcode in waarmee gebruikte tegoeden voor betaalde diensten in Bicat moeten worden geboekt.
•
Boekcode printen Alleen voor Bicat. Vul hier de boekcode in waarmee betalingen voor printopdrachten in Bicat moeten worden geboekt.
•
Afboekeenheid Per lid worden porties van maximaal dit bedrag afgeboekt in het bibliotheeksysteem. Hoe hoger deze waarde, hoe minder dataverkeer, maar ook hoe meer risico bij een onverwachte fout. Als het deposito op is, of het bibliotheeklid logt uit, dan wordt het resterende bedrag afgeboekt (ook als dit kleiner dan de afboekeenheid is).
Als de boekcodes voor Bicat zijn ingevuld worden ook betalingen van niet-leden in het bibliotheeksysteem met de betreffende boekcode geboekt. De bovenstaande opties bibliotheeksysteem.
- 37 -
zijn
voor
de
algemene
communicatie
met
het
Configuratiehandleiding Appguard Staf
Vervolgens kan er aangegeven worden hoe er verbinding gemaakt moet worden met het bibliotheeksysteem. Dit kan op twee manieren, direct via SIP of door een SIP over telnet-verbinding. In de meeste situaties wordt gebruik gemaakt van SIP-berichten. Zodra er gekozen wordt voor een telnet-verbinding dienen er extra opties opgegeven te worden: •
Readytijd in ms Dit is de tijd in milliseconden dat na het inloggen gepauzeerd moet worden. Dit wordt gebruikt omdat bij sommige bibliotheeksystemen de SIP server na het inloggen nog niet in staat is commando’s te ontvangen.
•
Readystring Dit zijn de karakters die de SIP-server retourneert wanneer de login succesvol is.
•
Loginstring Dit zijn de karakters die de server stuurt als de loginnaam ingevoerd kan worden. Dit kan getest worden door als volgt een telnet verbinding te maken met de SIP-server: telnet [IP-adres] [poort] (op de commandline).
•
Wachtwoordstring Dit zijn de karakters die de server stuurt als het wachtwoord ingevoerd kan worden. Dit kan getest worden door als volgt een telnet verbinding te maken met de SIP-server: telnet [IP-adres] [poort] (op de commandline).
•
Ongeldig wachtwoord string In het geval dat er geen correcte verbinding gemaakt kan worden met Bicat kan een melding op het scherm getoond worden. Deze kan aangepast worden in de optie: ‘Ongeldig wachtwoord string’.
- 38 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.10.
Internetbon
Op het scherm ‘Internetbon’ (figuur 3-14) kan de (bonnen)printer geselecteerd worden waar de bonnen met internetcodes, die in Appguard Staf gemaakt worden, afgedrukt moeten worden. Ook kan hier de opmaak van de internetbon gewijzigd worden. Let op: indien u gebruik maakt van AppARaat wordt hiermee de bonnenprinter die AppARaat gebruikt of de opmaak van de internetbonnen die met AppARaat gemaakt worden NIET gewijzigd!
Figuur 3-14 Internetbon
- 39 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.11.
Informatie voor publiek
AppStats is een applicatie die gebruikt wordt voor het tonen van de status aan een gebruiker van de computer. De gebruiker kan op die manier eenvoudig zien hoeveel tijd er nog beschikbaar is. AppStats kan daarnaast nog worden uitgebreid met extra opties zoals beschikbare groepen. Naast de overgebleven tijd kan ook het resterende geldbedrag getoond worden.
Figuur 3-15 Informatie voor publiek
De voor AppStats instelbare opties zijn: •
Start AppStats op clients Zodra deze optie is aangevinkt wordt AppStats gestart op de publiekscomputers zodra Appguard Publiek wordt gestart en er tijd beschikbaar is voor een gebruiker.
•
Toon ook niet gebruikte groepen Zodra een gebruiker tijd heeft gekregen verschijnt in AppStats hoeveel tijd er beschikbaar is en welke programmagroep(en) de gebruiker kan gebruiken. Met deze optie is het mogelijk om de overige programmagroepen ook te tonen in AppStats. De gebruiker kan op die manier ook zien welke opties er nog meer mogelijk zijn.
•
Toestaan applicatie af te sluiten Als deze optie is aangevinkt kan een gebruiker AppStats afsluiten. Het kruisje rechts bovenin AppStats verschijnt alleen als deze optie is aangevinkt. Het is verstandig dan ook zelf ervoor te zorgen dat het publiek AppStats weer kan starten, door bijvoorbeeld een snelkoppeling hiernaartoe te maken.
- 40 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
•
Toon ook geld In de standaardconfiguratie toont AppStats alleen de tijd die nog resteert. Als deze optie is aangevinkt zal AppStats schakelen tussen de resterende tijd en het resterende bedrag.
•
Positie AppStats venster Hier kan de initiële positie van het AppStats-venster worden ingesteld. Het publiek kan zelf het AppStats-venster naar een andere plek verslepen echter nooit buiten het zichtbare scherm. AppStats blijft als het ware plakken aan de randen van het scherm.
Figuur 3-16 Voorbeelden van de weergave van AppStats
- 41 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.12.
Geen-toegangsmelding
Wanneer een gebruiker van Appguard een pagina probeert op te roepen die niet bekeken mag worden, door bijvoorbeeld een blacklist of als er geen tijd meer is voor de programmagroep dan verschijnt de Geen-toegangsmelding. Dit is een webpagina die zelf ingevuld kan worden via het scherm ‘Geen-toegangsmelding’. Let op bij het maken van een Geen-toegangsmelding dat de pagina altijd afkomstig lijkt van de pagina die de gebruiker heeft opgevraagd. Appguard vervangt de inhoud door de Geen-toegangsmelding. Er kunnen problemen optreden met afbeeldingen en externe CSS StyleSheets. Deze moeten altijd afkomstig zijn van een vaste locatie en mogen geen relatieve paden bevatten, aangezien het pad naar de website telkens anders kan zijn, afhankelijk van de website die de gebruiker wil bezoeken. De Geen-toegangsmelding kan door Appguard Publiek van verschillende plekken worden gehaald. Als de Geen-toegangsmelding moet worden opgehaald bij Appguard Staf moet dit in Appguard Publiek worden in gesteld.
Figuur 3-17 Geen-toegangsmelding
- 42 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.13.
Inactiviteit
Wanneer gebruikers van Appguard Publiek een bepaalde tijd geen handelingen uitvoeren met de computer is het mogelijk om een actie uit te voeren. Dit kan handig zijn om de computer weer terug te brengen in een beginsituatie of de computer op te schonen.
Figuur 3-18 Inactiviteit
De volgende acties kunnen worden ingesteld: -
Uitloggen De huidige Windows gebruiker uitloggen.
-
Computer opnieuw opstarten
-
Bureaublad opschonen Alle programma’s behalve Appguard Publiek afsluiten.
-
Uitloggen uit Appguard Als iemand in Appguard is aangemeld met bijvoorbeeld een code of lidnummer dan wordt deze uitgelogd.
-
Programma uitvoeren Hier kan een zelf gekozen programma ingevuld worden.
Er kunnen meerdere acties worden ingevoerd die op de verschillende tijden worden uitgevoerd. Het is niet mogelijk om 2 acties op dezelfde tijd uit te voeren. Vlak voordat de Inactiviteitsactie wordt uitgevoerd krijgt de gebruiker nog de kans om aan te geven dat hij of zij wel bezig is met de computer maar op dit moment bijvoorbeeld iets aan het lezen is. Gedurende een ingestelde tijd kan de
- 43 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
gebruiker een toets indrukken of de muis bewegen waarna de acties geannuleerd worden. Deze tijd is aan te passen in het tekstvak ‘Tijd die een gebruiker heeft om te reageren (sec.)’. Als laatste optie is er nog het keuzevakje voor ‘Actie alleen uitvoeren als er activiteit is geweest’. Als dit keuzevakje is aangevinkt, zal er pas een Inactiviteitsactie worden uitgevoerd als er toetsenbord- of muisactiviteit is geweest sinds het moment dat de computer of Appguard Publiek is opgestart.
- 44 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.14.
Teksten
Wanneer gebruikers in aanraking komen met de verschillende functionaliteiten van Appguard Staf en Appguard Publiek komen er verscheidene (status)meldingen op het scherm. Deze teksten zijn op het scherm ‘Teksten’ volledig naar uw eigen wens aan te passen. Er zijn teksten voor: -
Printermelding
-
Gebruikersinformatie
-
Login-schermen
-
Loguit-schermen
-
Wijzig wachtwoord scherm
-
Geen actie
-
Tijdelijk blokkeerscherm
Figuur 3-19 Clientteksten
- 45 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
3.15.
Registratie
Via dit scherm is het mogelijk om de registratiegegevens in te voeren. Wanneer Appguard Staf niet geregistreerd is kan de applicatie slechts voor een beperkte tijd gebruikt worden. Onderaan het scherm is te zien welke opties er mogelijk zijn met deze licentie.
Figuur 3-20 Registratie
- 46 -
Configuratiehandleiding Appguard Staf
4. Veel gestelde vragen
Vraag Antwoord
Kunnen er ook meerdere instanties van Appguard Staf op de zelfde computer actief zijn? Ja, dat kan. Hiervoor moet alleen wel elke Appguard Staf instantie naar een andere poort luisteren. Zie hiervoor hoofdstuk 3.6: Systeem. Tevens is het noodzakelijk dat de opstartparameter NORUNNINGCHECK wordt meegegeven. Bijvoorbeeld: C:\Appguard\Begane grond\Staf\AppStaf.exe NORUNNINGCHECK
- 47 -