Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit huishoudelijk reglement, vastgesteld overeenkomstig artikel 27 van de statuten van de vereniging VTV Tuinderslust krachtens een besluit van de algemene ledenvergadering, treedt in werking op het moment dat tenminste 2/3 van het aantal stemgerechtigde leden hieraan zijn goedkeuring heeft gegeven. Wanneer het quorum van 2/3 niet wordt gehaald. kan staande de vergadering een tweede vergadering worden uitgeschreven. In de tweede vergadering is de goedkeuring van 2/3 deel van het aantal aanwezige leden voldoende. Artikel 2. Onder een (volks-)tuin wordt verstaan een perceel grond dat wordt gebruikt door een of meer natuurlijke personen voor recreatief tuinieren of als nutstuin voor niet commercieel gebruik. Artikel 3. a. Ten behoeve van de vereniging kan het bestuur statuten en reglementen opstellen. b. De opgestelde statuten en reglementen moeten worden goedgekeurd door de algemene ledenvergadering zoals is gesteld in artikel 23 en 27 van de verenigingsstatuten. c. Het bestuur overhandigt elk lid een exemplaar van de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging en van de RBvV.
Leden en kandidaat-leden Artikel 4. I. Personen die lid willen worden van de vereniging, geven zich schriftelijk op bij het bestuur die hem/haar op een wachtlijst plaatst of rondleidt langs beschikbare tuinen. Zodra overeenstemming is bereikt tussen het kandidaat¬lid en het bestuur van de vereniging over een geschikte tuin en het kandidaat¬lid zich bereid heeft verklaard het tuinhuis en andere opstallen en de inhoud van de tuin te kopen, draagt het bestuur het kandidaat-lid voor bij de RBvV ter afsluiting van een overeenkomst tot verhuur en/of ingebruikneming van een tuin. 2. Het bestuur is bevoegd van de volgorde van de wachtlijst af te wijken of een kandidaat-lid te weigeren een bepaalde tuin te verhuren onder opgaaf van redenen. 3. Het bestuur zal de overeenkomst van een kandidaat-lid uiterlijk binnen een maand na invulling van de voorgeschreven formulieren opsturen naar het secretariaat van de RBvV. Artikel 5. 1. De minimum leeftijd om voor een tuin in aanmerking te komen is 21 jaar. Aan een lid wordt niet meer dan één tuin ter beschikking gesteld. Artikel 6. 1. Het onderhoud van het tuincomplex en de gemeenschappelijke opstallen wordt verricht door de leden. Daartoe moet elk lid tot op de leeftijd van 70 jaar jaarlijks een verplicht aantal uren besteden aan het algemene werk. Bij VTV Tuinderslust is dit twintig uren per seizoen, tenzij de algemene ledenvergadering anders bepaalt. Onder algemeen werk wordt ook verstaan het deelnemen in commissies, bestuur of het verrichten van een door het bestuur of de commissies aangewezen taak. 2. Leden die niet in staat zijn werkuren te verrichten, kunnen deze vergoeden ter waarde van een door de algemene ledenvergadering vastgesteld bedrag. Wanneer een lid zijn werkuren of taak verzuimd. wordt voor niet gewerkte uren een boete opgelegd. De hoogte van de boete wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering. Wanneer leden in verband met ziekte tijdelijk geen werkzaamheden kunnen verrichten is dit ter beoordeling van het bestuur. Artikel 7. Het houden van (pluim)-vee en! of huisdieren, m.u.v. aangelijnde honden en katten, is niet toegestaan, behoudens schriftelijke toestemming van de RBvV en het bestuur van de betrokken vereniging. Vogels mogen uitsluitend in het tuinhuisje worden gehouden.
1
Artikel 8. 1. Naar rato van het oppervlakte mag een tuin een vastgesteld maximum oppervlakte aan opstallen en verharde paden bevatten. Leden die een tuinhuis of andere opstallen willen plaatsen, dan wel verbouwen of uitbreiden, dienen te beschikken over de vereiste vergunningen. Verzoeken om toestemming worden door het lid via het bestuur van de vereniging ingediend bij de RBvV op daarvoor bestemde formulieren. De regels met betrekking tot de bouw van opstallen op de tuin staan vermeld in een bijlage bij dit huishoudelijk reglement. 2. Het bestuur van de vereniging en!of het bestuur van de RBvV is niet aansprakelijk indien één of meer vergunningen worden geweigerd. Artikel 9. I. Verblijf tijdens de nacht is alleen toegestaan gedurende de maanden dat het water op de tuinen is aangesloten. De opstallen zijn bestemd voor recreatieve doeleinden en permanente bewoning is niet toegestaan. 2. Ieder lid heeft de plicht zijn/haar tuin alsmede de opstallen van de aanvang af in goede staat te brengen en deze als een goed 'huisvader' te onderhouden. 3. Een commissie belast met het toezicht op het onderhoud, zal in geval van verwaarlozing hiervan melding maken bij het bestuur dat het lid hiervan schriftelijk in kennis stelt. Wanneer het lid het verzoek tot onderhoud negeert, heeft het bestuur de vrijheid de tuin dan wel de opstallen te laten opknappen voor een door de algemene ledenvergadering te bepalen uurbedrag. Indien het lid volhardt in het nalaten van het onderhoud, kan het bestuur een boete opleggen dan wel een royementsprocedure in werking zetten. Artikel 10. Ten aanzien van het gebruik van de tuin gelden de volgende voorwaarden. I. Bomen en grote struiken moeten minimaal 100 centimeter van de erfscheiding worden geplaatst. 2. Er mogen alleen milieuvriendelijk bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. (N.B. Niet alle biologisch afbreekbare producten zijn milieuvriendelijk). 3. De hagen grenzend aan de paden dienen regelmatig te worden geknipt en het onkruid eronder te worden verwijderd. De helft van het pad dan wel de sloot grenzend aan de tuin moet door het desbetreffende lid worden onderhouden. 4. Leden mogen buren, wandelaars of rolstoelers niet hinderen met overhangende takken of op de paden geplaatste obstakels. 5. Schuttingen tussen de tuinen onderling mogen maximaal vanaf de achterzijde eenderde lengte van de tuin beslaan en niet hoger zijn dan lm80. In geval van bijzondere omstandigheden tuinmaten oordeelt het bestuur over de maximale lengte van de schutting. 6. Vanwege het publieke karakter van het tuincomplex is het niet toegestaan de tuin aan de voorzijde dicht te laten groeien of te verstoppen achter schuttingen. Om dezelfde redenen moeten afval, bouwen sloopmaterialen of andere ontsierende elementen zo onzichtbaar mogelijk worden opgeborgen. 7. Afval mag alleen worden gedeponeerd op de door het bestuur daarvoor aangewezen plaatsen. Voor het gescheiden aanleveren van huishoudelijk- en tuinafval gelden aparte regels die bij dit huishoudelijk reglement zijn gevoegd. 8. Verbranden van afval en stoken van open vuur is om milieutechnische dan wel veiligheidsredenen verboden. Het gebruik van vuurkorven en barbecue is (met mate) alleen toegestaan wanneer niemand in gevaar wordt gebracht en de omgeving er geen hinder van ondervindt. Artikel 11. Het lid zorgt ervoor dat zijn gezinsleden of bezoekers geen overlast veroorzaken aan anderen. In het bijzonder gelden de navolgende voorschriften. 1. Het is verboden zonder toestemming andermans tuin te betreden. Een uitzondering geldt bestuursleden en/of daarvoor aangewezen functionarissen. 2. Het is verboden anderen te hinderen met het volume van apparaten al! radio, televisie, gettoblaster of muziekinstrumenten. Een uitzondering gelde!: de verenigingsactiviteiten. 3. Verbouwingen en lawaaiige werkzaamheden e.d. dienen zoveel mogelijk buiten de vakantieperiode en doordeweeks te worden uitgevoerd. Eer uitzondering geldt een nieuw lid. Die is immers verplicht zijn tuin dan wel dl opstallen direct in goede staat te brengen. 3. Het is verboden politieke of religieuze propaganda te maken. Het is niet toegestaan te collecteren zonder toestemming van het bestuur. 4. Om veiligheidsredenen is fietsen, brommen etc. tussen I april en I oktober verboden. Kinderen tot 12 jaar mogen, mits voorzichtig, het hele jaar op de paden fietsen. Het is niet toegestaan met een auto het terrein te betreden. 6. Het is verboden handelingen te plegen in strijd met de goede zeden el gewoonten. waaronder wildplassen, intimidatie, openbare dronkenschap prostitutie. dealen, etc. 2
Artikel 12. I. Het bestuur kan - vooruitlopend op nadere maatregelen - een lid schorsen voor de duur van een maand indien betrokkene herhaaldelijk handelt in strijd met hetgeen is bepaald in statuten en/of huishoudelijk reglement van d vereniging. 2. Het bestuur van de vereniging doet onverwijld mededeling van een dergelijke maatregel aan het bestuur van de RBvV. Artikel 13. I. De contributie voor het komende boekjaar wordt op een ledenvergadering vastgesteld. 2. Het lid dient binnen de aangegeven periode op de jaarrekening de contributies, grondhuur en andere verplichtingen op de rekening van de ING te hebben voldaan. 3. Bij overschrijding van de betalingstermijn vanaf de vervaldag is het lid wettelijke rente verschuldigd over de jaarrekening. Alle kosten voor de invordering worden gesteld op 15% van het te vorderen bedrag - met een minimum van 150 euro - en zijn verschuldigd op het moment dat incasso uit handen wordt gegeven. 4. Indien het lid niet op de 1ste juni aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan. kan hem het lidmaatschap van het lopend boekjaar worden opgezegd, met inachtneming van een opzeggingstermijn van minimaal 4 weken. (Artikel 10 lid 2 sub a van de statuten). 5. Leden kunnen t.b.v. hun jaarrekening maandelijks een bedrag sparen bij ( penningmeester van de vereniging. Artikel 14. Beëindiging van het lidmaatschap. I. Beëindiging van het lidmaatschap van de vereniging is beschreven in artikel 1 0 van de statuten. Indien een lid te kennen geeft zelf het lidmaatschap te willen beëindigen kan hij dit doen door ondertekening van een bij het bestuur te verkrijgen opzegformulier. De waarde van de opstallen zal na betaling van de taxatiekosten worden vastgesteld door een schattingscommissie van de vereniging of van de RBvV. Indien het lid het niet eens is met de schatting van de taxatiecommissie van de vereniging kan hij binnen een maand in beroep gaan bij de RBvV die dan tegen betaling een nieuwe schatting verricht. Deze schatting is bindend, ook als deze lager uitvalt dan die van de vereniging. 2. Het bestuur is belast met het werven van nieuwe leden en het toewijzen van huisjes. 3. Het lidmaatschap van de vereniging eindigt op het moment dat de opstallen daadwerkelijk zijn verkocht, tot die tijd gelden alle rechten en plichten als hiervoor genoemd. (Zie artikel 21 en 22 van de statuten).
Bestuur. De samenstelling en bevoegdheden van het bestuur zijn vastgesteld in artikel 11 van de statuten. Artikel 15 1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Voorzitter, secretaris en penningmeester zijn belast met de dagelijkse gang van zaken waartoe zij krachtens het huishoudelijk reglement van de vereniging en de besluiten van de algemene ledenvergadering zijn geroepen. Artikel 16 1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen. Hij ziet erop toe dat de statuten, het huishoudelijk reglement en de verenigingsbesluiten en die van de RBvV worden uitgevoerd dan wel nageleefd. 2. Bij ontstentenis van de voorzitter neemt de secretaris de taken en bevoegdheden van de voorzitter tijdelijk waar. Artikel 17. 1. De secretaris is belast met de gehele correspondentie en ledenadministratie van de vereniging, hij maakt de notulen van de vergadering en brengt verslag uit op bestuursvergadering en algemene ledenvergadering. De secretaris bewaart kopieën van ontvangen en verzonden brieven en stukken tot een periode van vijf jaar. Ook zorgt hij voor het schriftelijk jaarverslag van de vereniging. 2. Het bestuur kan besluiten een deel van de taken van de secretaris aan een andere bestuurder overdragen. 3. Bij afwezigheid van de secretaris neemt de penningmeester de taken en bevoegdheden tijdelijk waar.
3
Artikel 18. 1. De penningmeester is belast met het financiële beheer van de vereniging. Tegenover elke betaling en/of inning dient een nota, kwitantie of bon te staan. Hij zal niet meer kasgeld in zijn bezit hebben dan noodzakelijk is. De mutaties worden nauwkeurig bijgehouden op de wijze als door het bestuur bepaald 2. De penningmeester dient desgevraagd, de voorzitter, diens gemachtigde of plaatsvervanger, of de kascontrolecommissie inzage te verschaffen in de boekhouding en/of inlichtingen te verstrekken over het financiele beleid. 3. De penningmeester brengt aan de algemene ledenvergadering schriftelijk verslag uit over de financiële positie van de vereniging en van het gevoerde beheer. Zijn begroting legt hij, na goedkeuring door het bestuur, ter goedkeuring voor aan de ledenvergadering. 4. De penningmeester is bevoegd te beschikken over bank- en girosaldi tot een bedrag van 2.500 euro (in 2002). Voor het meerdere is een bestuursbesluit vereist. 5. Aanschaffen die in een keer een bedrag van 3.500 euro (in 2002) te boven gaan dienen te worden voorgelegd aan de algemene ledenvergadering. Artikel 19. 1. Een bestuurslid dat herhaaldelijk nalatig is of ongeschikt blijkt te zijn voor zijn functie, kan door het bestuur met meerderheid van stemmen worden geschorst tot aan de eerstvolgende bestuursvergadering. 2. De voorzitter kan een bestuurder die zeer nalatig is of zich ernstig misdraagt per direct schorsen tot aan de eerstvolgende bestuursvergadering waar over de schorsing wordt gestemd. 3. De betrokken bestuurder mag deze vergadering bijwonen. Op de eerstvolgende ledenvergadering moet de schorsing worden bekrachtigd met tenminste 2/3 der geldig uitgebrachte stemmen. 5. Het betrokken bestuurslid dient bij schorsing of tussentijds aftreden alle eigendommen en (al dan niet virtuele) gegevens en bescheiden van de vereniging direct aan het bestuur over te dragen.
Algemene Ledenvergadering. Artikel 20. 1. In een jaarlijks voor 1 juli te houden algemene ledenvergadering zullen worden behandeld. a. notulen laatstgehouden ledenvergadering. b. het jaarverslag van de secretaris. c. het jaarverslag van de penningmeester. d. het verslag van de kascontrolecommissie. e. de verkiezing van de volgens rooster aftredende bestuursleden en leden van de kascontrolecommissie en de verkiezing van nieuwe bestuursleden. f. het beleid van het bestuur. g. de voorstellen van het bestuur. h. de begroting. i. de zaken die op de voorgeschreven wijze op de agenda voor de algemene ledenvergadering zijn gebracht. 2. De algemene ledenvergadering wordt bijeengeroepen met inachtneming van een termijn van tenminste 14 dagen, behoudens het bepaalde in artikel 24 en 26 van de statuten van de vereniging. De bijeenroeping geschiedt schriftelijk met de agenda voor de desbetreffende vergadering. Voorstellen voor de algemene ledenvergadering moeten minimaal 48 uur voor de aanvang van de vergadering worden ingediend bij de secretaris. 3. Het bestuur schrijft een algemene ledenvergadering uit zo vaak als het dit nodig acht. De voorzitter heeft het recht de beraadslagingen te sluiten, tenzij de meerderheid van de aanwezige leden zich daartegen verzet. 4. Kandidaten voor het bestuur moeten minimaal 48 uur voor aanvang bij de vergadering schriftelijk worden voorgedragen door minimaal drie leden. Het bestuur is verplicht hiervan op de algemene ledenvergadering mededeling te doen.
Commissies. Artikel 21. Het bestuur van de vereniging kan commissies instellen. Een bestuurslid van de vereniging fungeert zo mogelijk als voorzitter. Deze commissies zijn onderworpen aan een reglement, waarin de rechten en plichten zijn omschreven. Het bestuur stelt deze reglementen vast, met uitzondering van het reglement voor de kascontrolecommissie.
4
Artikel 22. 1. Een commissie van toezicht kan zijn: a. een tuin- en tuinkeuringscommissie. b. een bouw- en taxatiecommissie. 2. Bestuursleden en de daartoe door het bestuur aangewezen commissieleden hebben te allen tijde toegang tot de tuinen van de leden voor het uitoefenen van de bij dit huishoudelijk reglement aan hen opgedragen taak. Artikel 23. 1. De leden van de commissies worden aangesteld en ontslagen door het bestuur van de vereniging. De commissies verrichten hun werkzaamheden conform de volgende richtlijnen en onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van de vereniging. 2. De tuincommissie bestaat uit tenminste drie leden. De taak van de commissie is: a. het bepa1en van het groenbeleid voor de percelen, die onder de zorg en de verantwoordelijkheid van de vereniging vallen. b. het leiding geven aan het totale gemeenschappelijk algemeen werk, het opstellen van het jaarlijkse beleidsplan, het op schrift stellen van de wekelijkse werkzaamheden en het begeleiden van het algemeen werk. 3. De tuinkeuringscommissie bestaat uit drie leden plus twee gastleden die niet per se lid hoeven te zijn van de vereniging. De taak van de commissie is: a. het controleren van het onderhoud van de tuinen van leden, van de heggen, de paden en de slootkanten en het algemeen aanzicht. b. het houden van een tweejaarlijkse tuinkeuring in mei en augustus volgens een systeem van vier categorieën: Goed, voldoende, matig en slecht. Het bestuur zal in de twee laatstgenoemde categorieën de leden schriftelijk wijzen op de verplichtingen ten aanzien van het onderhoud. Indien binnen twee weken de gebreken niet zijn verholpen kan het bestuur maatregelen nemen als omschreven in artikel 14 van het huishoudelijk reglement. c. De controle dient te worden uitgevoerd met inachtneming van hetgeen is vermeld in artikel 2 lid I van de statuten over natuurlijk tuinieren. d. De keuringscommissie wordt geacht zich op de hoogte te houden van de veranderende maatschappelijke inzichten over het gebruik van bestrijdingsmiddelen en dergelijke. Artikel 24. 1. De leden van de bouw- en taxatiecommissie als bedoeld in artikel 22 lid I sub b van dit huishoudelijk reglement worden aangesteld en ontslagen door het bestuur van de vereniging. De commissies verrichten hun werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van het bestuur. 2. De taak van de bouwcommissie is: a. het controleren van en het houden van toezicht op de (uitvoering van de) bouwvoorschriften met betrekking tot de opstallen op de tuinen van de leden; b. het adviseren van de leden bij (ver)bouw van tuinhuis of andere opstallen. c. het adviseren van het bestuur m.b.t. bouwvoorschriften en verbouwen opstallen etc. d. het verrichten van speciale taken het onderhoud van het verenigingsgebouw betreffende, de loodsen, de toegangen en bruggen alsmede de waterhuishouding van het tuincomplex. 3. Indien bij controle blijkt dat zonder vergunning is gebouwd of gewijzigd, wordt het lid daarvan schriftelijk in kennis gesteld. Het lid krijgt 14 dagen de gelegenheid wijzigingen aan te brengen en de gebreken te herstellen conform de vergunningen. 4. De taak van de taxatiecommissie is: a. het vaststellen van het taxatiebedrag bij de verkoop van de opstallen; de taxatie geschiedt door tenminste twee leden van de commissie. Het taxatierapport wordt ingeleverd bij het bestuur. b. het adviseren van het bestuur m.b.t. taxaties. c. het uitmeten van tuinen indien een tuin wordt verkocht of bij wijziging van percelen. Wijzigingen. Artikel 25. Wijzigingen van dit reglement kunnen slechts geschieden bij besluit van 2/3 van het aantal geldig uitgebrachte stemmen. Ontbinding. Artikel 26. De vereniging kan worden ontbonden, indien daartoe door een bijzondere ledenvergadering wordt besloten zoals vermeld in artikel 26 van de statuten van de vereniging. Aldus vastgesteld op de algemene ledenvergadering van de vereniging VTV Tuinderslust, op 11 januari 2003. 5