WW AhrendW.v.d. Dussen weetjeskrant KA STE ELDU SS EN . N n e s s u D r e d n a v L Ahrend Hallo nieuwsgierige wijsneuzen,
Wijsneuzen ,
Leuk dat jullie vandaag een kijkje komen nemen in mijn kasteel. Je kunt nu zelf zien hoe ik 600 jaar geleden woonde. Je mag op mijn slotvoogdstoel gaan zitten, en mijn helm en harnas bewonderen. Helaas zijn er veel van mijn bezittingen in de loop van de jaren door overstromingen en plunderingen door de Spanjaarden en later de Fransen verdwenen. Maar gelukkig is het kasteel zelf nog aardig door de eeuwen heen gekomen. Om jullie een idee te geven over de tijd waarin ik leefde, heb ik deze weetjeskrant laten maken. Veel plezier met deze N E G krant en de rondleiding ENDA DE HEILIG dereen van het door mijn kasteel. Maar ie s a w n e g a pas wel goed op! Blijf niet essies of Op heiligend ren dan proc a w r E . ij achter in de donkere vr l kastee gemaskerde t e m n le e sp akelige kelder, prik je er vaak pantomime rp. Ook was o d t e h niet aan mijn hellebaard in to u a rs k o acteu tsauto’s en g o b t e m t ie , en laat je niet teveel wijs n urs kermis; aten, jongle b ro c a t e m maken door de gids. en maten maar ken kooplied n rondtrek minstrelen e s vaak grote rs). ‘S avond e m ra k rs a dans. (m et muziek en m n re vu e d g vreu
opgelet!
Zelfs onder mij n eten moet ik jullie wijsneuzen nog de les lezen. Zoek de pagina op in deze kran t met de gidsenk wiss. Als je tijd ens je rondleiding goed oplet kun je alle vragen en opdra chten uitvoere n. Laat hem na de rondleiding even na kijken en missc hien weet jij d an ook alles over het ka steel.
Slotvoogd
INHOUD l De Heiligendagen l De bouw van mijn kasteel l Ridders, wapenuitrusting, toernooien en steekspelen. l Edelvrouwen op het kasteel l Familiewapens l Middeleeuwse kledij l De schoenen van de Graaf van Anjou l Kinderen in de Middeleeuwen l De ridderschool l Puzzels en kleurplaat
WW W. KA
DE BOUW VAN MIJN KASTEEL
DE RIDDERSCHOOL
Op mijn zevende jaar ging ik naar een ridderschool. Eerst werd ik page (jongste bediende), daarna schildknaap en vervolgens leerde ik hoe ik met wapens om moest gaan. Bang voor paarden was ik niet en ik wist precies hoe ik met een paard om moest gaan. Tegelijkertijd vechten en paardrijden was erg moeilijk. Ik moest met mijn knieën het paard besturen omdat ik mijn handen in het gevecht vrij moest houden. Mijn harnas bood me bescherming tegen lanssteken, slagen met knots, bijl en zwaard. Maar het was wel zwaar en moeilijk bewegen met dat harnas aan. Nadat ik alles geleerd had werd ik tot ridder geslagen en moest ik de eed afleggen voor de hertog van Holland. Ik heb meegevochten in de strijd tussen de hertog van Dordrecht en de heer van Altena..
In 1387 kreeg ik als bewoner en eigenaar van het ‘versterckt Huys Dussen’ toestemming van de hertog Albrecht van Dordrecht om een kasteel te bouwen. Het huis waar ik tot dan toe in woonde bestond uit een grote toren van vier verdiepingen met een plein dat ommuurd was. Zo’n woontoren heette in die tijd een ‘Donjon’. Samen met mijn bouwmeester (architect) is er een tekening gemaakt. Ik wilde een sterk kasteel. De muren werden heel dik en steil. De torens liet ik niet op de hoeken bouwen omdat door de uitvinding van het buskruit en het gebruik van kanonnen, torens op de hoeken snel kapot geschoten werden. De woontoren liet ik staan, daaraan vast liet ik meerdere woonverblijven bouwen, zoals de ridderzaal en de burgerzaal. De fundering van het kasteel werd gemaakt van boomstammen omwikkeld met koeienhuiden. Natuurlijk liet ik ook een slotgracht graven. Met een ophaalbrug en valhekken in de poort was het moeilijk om zo maar naar binnen te komen. De bouw duurde ongeveer zes jaar. Met een groot feest hebben we het kasteel in gebruik genomen. De ambachtslieden die op het binnenplein werkten zoals de smid, de harnasmaker, de valkenier maar ook het personeel zoals de bakker, koks en de baertmaker (kapper) waren erg blij met het nieuwe kasteel. Helaas moest ik en al mijn familieleden en personeel het kasteel in 1421 verlaten door een grote overstroming. Na 40 jaar konden mijn kinderen pas weer terug keren naar het kasteel. Het was echter geheel vernietigd en ze hebben hard moeten werken om het weer op te bouwen.
STE ELDU SS EN .
as zo Wist je dat een harn trekken zwaar was dat het uit handvan bijvoorbeeld een uren met schoen alleen kon gebe ap. Veel hulp van een schildkna ns een ridders deden het tijde in hun gevecht daarom gewoon broek.
In het begin van de riddertijd waren de harnassen nog niet volledig. De benen waren bijvoorbeeld onbedekt. In de gevechten werd daar dus op gemikt. In de loop der jaren werd het hele lijf bedekt met ijzer. Het was erg zwaar maar deed ook op sommige plaatsen veel pijn en was ook erg warm. Na elk gevecht moesten de schildknapen het harnas helemaal schoonschuren en met dierenvet insmeren om roesten te voorkomen.
HARNASSEN
NL
WW W. KA
HET FAMILIEWAPEN
Ridders sierden hun schilden met het wapen van de familie. Iedere ridder had maar een wapen. Als hij overleed ging dat wapen over op zijn oudste zoon. Jongere zoons lieten wapens ontwerpen, die net iets anders waren. De wapens werden volgens een systeem dat ‘heraldiek’ wordt genoemd geregistreerd. Daar waren strenge regels voor. Ook de kleuren en het taalgebruik werden precies afgesproken.
DE RIDDERTOERNOOIEN
DE WAPENU ITRUSTING
Ridders gebru ikten in hun ge vechten vers waren er het chillende wap zwaard en he ens. Allereers t sc hild. Toen de kregen de zw t harnassen ge aarden ook sc bruikt werde herpe spitse ridders een la n punten. Ook ge ns. Als zij op bruikten de elkaar afstor voor zich om mden hielden de tegenstand zij de lange la er uit het zad ns Bij een grond el te stoten e gevecht gebru n te verwond ikte een ridd e n. bijl en een vl er een knots, ijmscherp han e e n k or d mes of dolk. te met ijzer aang Als antwoord eklede ridders op al d ie w erden boogsch Zij moesten va utters opgele n grote afstan id. d de aanstorm hun scherpe ende ridders pijlen verwon met den. Een goed e boogschutte heel snel erg veel pijlen zui r kon ver afschiete de ridders on n. W aren gedeerd door de pijlenrege dan moesten n gereden de boogschut ters het onde delven. Om d rspit at te voorkom en werden de boogschutters getraind in gr ondgevechten, bij ze in rijen werden opgest eld.
STE ELDU SS EN .
Waarschijnlijk is het toernooi in de 11e eeuw ontstaan. De toernooien werden aan de hoven georganiseerd als oefening voor de strijd. Aanvankelijk werd er gestreden tot de dood erop volgde, maar later streed men voor een beloning: geld, grond, een kasteel of om de hand van een mooie jonkvrouw. In het begin waren de regels niet zo strikt. Men startte en vocht erop los. Later werd het toernooiveld ingedeeld en streden de ridders te paard langs een houten balustrade (steekspel). Als een ridder in de 13e eeuw een toernooi verloor dan hoefde hij slechts zijn paard en wapentuig af te geven. Honderden ridders reisden met hun gevolg door Europa, van kasteel tot kasteel, om aan de toernooien deel te nemen. Zij verdienden respect, hofdames, landerijen en kastelen, tenminste als de ridder won. Toen de toernooien erg populair werden, vanaf 1500, kwamen er ook bijzondere harnassen, helmen, schilden en wapens in elk model. Elke ridder probeerde zich te onderscheiden. Veel wapensmeden van Engeland tot diep in Italië verdienden erg veel geld met hun dikwijls vaak erg mooie producten. Er kwamen heel veel toeschouwers naar de toernooien. Sommigen reisden maanden om een belangrijk toernooi bij te wonen. Een ridder die zich tijdens een toernooi misdroeg werd geschorst en moest zijn helm afgeven.
ELEN WATERSTEEKSP eekspelen te Er werden ook st . Roeiers water gehouden n en de stuurden de bote vooraan. Dat ridders stonden arlijk. Wie was ook erg geva daarbij overboord viel en d weinig kans gewond raakte ha overleven. Met het toernooi te twintig tot een harnas van het voor de dertig kilo was jk om naar de ridder erg moeili . Als de kant te zwemmen emmen. ridder al kon zw
NL
WW W. KA
LEEUWEN E D D I M E D N I KINDEREN n geboren, want
EDELVROUWEN
opt zodra ze ware Baby’s werden gedo in de eerste en er veel kinderen door ziekte stierv voor uders waren streng O . te or bo ge n hu dagen na nde jaar veer vanaf hun tie ge on en en er nd ki hun zijn. acht volwassen te ge en er nd ki en rd we meehelpen gezinnen moesten Kinderen uit arme rijke n; de kinderen van de kost te verdiene ilie en werden bij fam mensen en van edel geleid. daar te worden op ondergebracht om n en zich ard rijden, vechte pa n de er le s en ng De jo den hoe ze en; de meisjes leer ag dr ge te er dd ri als sten leiden. in goede banen moe en ud ho is hu t oo gr een
ACHTERNAMEN De achternamen van welgestelde families werden vaak ontleend aan hun grootste bezit of belangrijkste landgoed. Armere gezinnen gebruikten hun ambacht als achternaam, zoals Molenaar of Smid, of de naam van de woonplaats. Sommige mensen stonden gewoon bekend als iemands zoon of dochter, zoals in ‘Janszoon’ bijvoorbeeld.
De edelvrouwen werden door de familie uitgehuwelijkt. Ze mochten niet zelf hun geliefde kiezen. Ridders waren vaak op zoek naar een rijke erfgename, want na het huwelijk kreeg de ridder de erfrechten. De edelvrouwen hadden veel minder rechten dan de vrouwen nu. Toch was de rol van de edelvrouwen binnen de muren van het kasteel erg belangrijk. Zij moesten de administratie van de keuken en de huishouding bijhouden en waren verantwoordelijk voor het kasteel en het landgoed als de ridder voor lange tijd weg moest. Soms moesten ze zelfs de verdediging van het kasteel leiden als het kasteel werd aangevallen. Veel edelvrouwen konden lezen en schrijven en spraken meerdere talen. Ridders vonden het echter gevaarlijk als hun vrouw kon lezen. De belangrijkste taak voor de edelvrouwen was in die tijd te zorgen voor erfgenamen, het liefst natuurlijk mannelijke erfgenamen.
STE ELDU SS EN .
De armen deden vaak mee aan wedstrijden waarbij zoveel mogelijk gras of stro getild t van moest worden op het handva s er Voor de meeste mensen wa een sikkel. Als prijs werden en weinig verschil tussen werk d. diende varkens, stro en hout uitgeloof vrije tijd. Veel tijdverdrijf de ar ook Ook stropen was een gelief niet alleen als vermaak, ma en n of om bezigheid. Konijnen, herten om eten op tafel te krijge t. log vogels kwamen op tafel terech zich voor te bereiden op oor
VRIJE TIJD
Spelletjes en dans waren de bezigheden tijdens de vele dorpsfeesten. Op kerkhoven t fluit werden vaak dansfeesten me 1 mei en vioolmuziek gehouden. Op boom werd er rond gedanst om een . die in het dorp was neergezet n Sporten die beoefend werde waren voetbal, worstelen en hockey.
NL
WW W. KA
De mannen droegen in de Middeleeuwen een soort jurkje met de naam ’cotte’. Daar overheen trokken zij een lange, wijde mantel aan. Deze mantel werd niet alleen gedragen tegen de kou of om mee te pronken maar had vele doeleinden: 1. Ridders gooiden hun mantel op de grond als zij een gevecht aan wilden gaan met de vijand. 2. Boodschappers, die goed nieuws brachten kregen van de edelman, als dank, een mantel. 3. Troubadours, zangers die van kasteel naar kasteel trokken, kregen als dank voor hun mooie liedjes een mantel van de edelman. Het was de bedoeling dat ze deze direct weer verkochten. Het geld dat de mantel opbracht mochten ze dan houden. Veel mannen droegen in de Middeleeuwen puntmutsen of kleine ronde mutsen met een bolletje erop. Eigenlijk net zoiets als de ijsmutsen die we nu nog weleens dragen.
KOSTUUMS EN KLEDING
d an Anjou ha Ene graaf v n bbels op zij last van kno nen at ze schoe voeten. Omd ij ze nellen liet h k n e g in g g r e nen n. Veel man e k a m r e g n la teressant en vonden dit in na. Zo werd aapten hem n van schoene het dragen uzen (hoe met lange ne use eter) een he b e o h r e g n la am van deze rage. De na n. navelschoene schoenen: S
STE ELDU SS EN .
l Voor de Help Ahrend naar zijn kasteeechte wijsneuzen
MINSTREE L W U O KJEONKVR L A NS Er is wat R verkeerd KE SLOTGRACHT D De vrouwen droegen zeer lange R gegaan in R A A HPOORT B en wijde jurken van dure ELM E deze krant, LL RIDDER EKASTEEL stoffen. Deze jurken werden H kun jij L HARN A versierd met edelstenen en A de woorden TOERS A S ERZ borduursels. De jurken waren T NO nog terugvinden? D lang en wijd omdat er dan veel O D O I I R KN stof in verwerkt kon worden. Een teken van weelde en rijkdom. Hun haar lieten ze groeien, maakten een scheiding in het midden met twee lange vlechten. Er werden linten doorheen gevlochten. Hoe langer de vlechten hoe beter.
1. Had in de zeventiende eeuw maar 1 wijzer
2. Woog ongeveer 30 kilo en droeg een ridder 3. Geeft rondleidingen in het kasteel 4. Een ander woord voor kasteel
5. Het kasteel heeft twee hoge en spitse … 6. Een moeilijk woord voor een wandkleed
7. De voornaam van de vrouw met de zes slapers
NL
WW W. KA
De Middeleeuwen bestrijken een aantal eeuwen. In die tijd veranderde er natuurlijk nogal wat in de kleding. Zo werd op een gegeven moment ‘Mi-part’ mode. Een kostuum gemaakt in verschillende kleuren. Bijv. Een rode en blauwe broekspijp. Ook werden de kostuums steeds mooier en vonden de mensen het zonde om er lange mantels over heen te dragen. Om die reden, werden, in de loop van de tijd, de mantel steeds korter. En komt er een nieuwe trend. Belletjes! Overal werden belletjes aan vastgemaakt. Zo kon men het van verre horen als er een edelman in aantocht was.
STE ELDU SS EN .
Geef ons een kleurtje
He, wijsneuzen,
Wat een tijd die Middeleeuwen , geen televisie of computers, auto’s of spijkerbroeken. Zelfs geen school voor de meeste kinderen. Heerlijk, he! Maar er was wel veel armoe, kinderen stierven vaak jong en waren vaak ziek. Wees dus maar blij met deze tijd.
Terwijl de mantels steeds korter werden, werden de hoofd-deksels steeds langer. Wat begon met een soort bivakmuts, een muts met een gat erin, voor het gezicht, eindigde in een lange puntmuts. De kaproen, zoals de oorspronkelijke bivakmuts heette, werd verboden omdat er veel overvallen mee gepleegd werden. De mensen gingen hem andersom dragen met een lange sliert aan de muts. Deze sliert werd de lierepijp genoemd. en rschil tussen een linkerve en ge n me e nd ke n en. In de Middeleeuwe . Kon je je nooit vergiss de elf tz he ei eb all n re rechterschoen. Ze wa
NL