Afstudeervariant TRAINING EN COACHING (academiejaar 2005-2006 – 1ste licentie LO) 1. Doelstellingen en eindtermen van de afstudeervariant De afstudeervariant Training en Coaching wil de student voorbereiden op de begeleiding van jeugdige competitiesporters. Aldus wordt in de twee jaar een opleiding aangeboden waarin de student kennis en inzicht verwerft in: participatiemotieven in competitiesport en dit in de praktijk op een systematische wijze kunnen verzamelen en analyseren, het begrijpn hoe individuen op mentaal vlak hun competitiesport beleven en hier op een gepaste wijze als trainer kunnen op inspelen, het verzamelen over gezondheidsaspecten die de carrière van de competitiesporten beïnvloeden zoals voedingsleer, doping, …, de maatschappelijke discussies betreffende competitiesport, zoals technologische vooruitgang, commercialisering, professionalisering, mediatisering, het gericht kunnen zoeken van literatuur en dit als basis gebruiken voor de reflectie op gebeurtenissen en de eigen sporttak, het formuleren van een eigen kritische visie, de technische aspecten van de specifieke sport en dit aan de hand van bewegingsanalyse, EMG, …, de methodologische richtlijnen van techniektraining en deze kunnen toepassen in diverse fasen van het aanleerproces i.f.v. planning, uitvoering en evaluatie van het leerproces, het trainingsproces van atleten i.f.v. wedstrijdplanning, uitvoering en evaluatie van trainingen en wedstrijden, de mentale voorbereiding en de begeleiding, de regelgeving (wetten en decreten, …) van de competitiesport en dit concreet kunnen vertalen, de kenmerken van een kwaliteitsvolle sportfederatie en club. De student moet kennis hebben van : de belangrijkste nationale en internationale tijdschriften, boeken, websites en CD-roms in zijn specifiek vakgebied en hieruit gericht informatie kunnen opzoeken en bespreken. De student moet onderzoeksgegevens kunnen interpreteren en kritisch analyseren. Hij moet een eigen onderzoek kunnen opzetten, uitvoeren en evalueren. De student moet als trainer en coach kunnen omgaan met atleten, andere trainers, bestuursleden en ouders. Hij moet een (groep) competitiesporter(s) kunnen leiden en kunnen samenwerken aan de vooropgestelde doelstellingen. Hij moet zijn eigen capaciteiten en interesses inzake training en coaching kunnen inschatten en verwoorden. Als voorbereiding van de afstudeervariant Training & Coaching krijgt de student in de eerste licentie een introductie, een oriëntatie van de variant.
Afstudeervariant Training en Coaching
1
2. Opbouw van het voorbereidingsprogramma Titel - Titularis Training & Coaching Sportspecifieke trainingsmethodiek I M. Theeboom Coachingsaspecten bij individuele en ploegsporten P. Wylleman
W.V.
CU
SP
ST
SEM
HOC WPO HOC WPO
15 15 15 15
3
75
2
3
75
1
3. Inhoud van de cursussen 3.1. Sportspecifieke trainingsmethodiek I Docent : Prof. Dr. M. Theeboom Doelstellingen en eindtermen: Deze cursus richt zich naar de methodische en didactische aspecten van het leiding geven binnen het domein van de sport. Hierbij wordt verdergewerkt op diverse elementen die de student doorheen de opleiding in een aantal cursussen kreeg aangeboden. Na afloop dient de student in staat te zijn om: - de belangrijkste methodische en didactische aspecten van de sport-begeleiding te kunnen beschrijven - een eigen visie te kunnen formuleren met betrekking tot het pedagogisch verantwoord begeleiden van sporters - de verantwoordelijkheden van trainers en coaches te kunnen beschrijven (zowel op didactisch als op organisatorisch vlak) - het belang van goede communicatievaardigheden tijdens het begeleidingsproces te kunnen aangeven en beschrijven - de motivationele aspecten van de sportbegeleiding te kennen - het begeleidingsproces te kunnen plannen en evalueren. Inhoud: - jeugdleden en jeugdsportbegeleider (jeugdleden: een specifieke groep in de sportclub; de jeugdsportbegeleider) - het begeleiden van jeugdleden (planning en organisatie van activiteiten; jeugdleden motiveren; vorming van jeugdleden en aanleren van vaardigheden) - samenvatting. 3.2. Coachingsaspecten bij individuele en ploegsporten Docent: Prof. Dr. P. Wylleman Doelstelling en eindtermen: Doelstellingen : - Studenten van de afstudeervariante 'Training en Coaching' algemene begrippen i.v.m. coaching bijbrengen. - De studenten kennis laten maken met een raamwerk waarin mentale training en begeleiding kunnen gesitueerd worden en met de integratie van dit raamwerk in het coachingsproces. - De studenten praktijkervaring bijbrengen met betrekking tot het hanteren van
Afstudeervariant Training en Coaching
2
-
-
specifieke technieken van mentale training m.n. stressmanagement, concentratie, doelstellings- en communicatietechnieken in het coachingsproces. Inzicht verschaffen in de wijze waarop de noden en vereisten i.z. mentale training/begeleiding van een individuele atleet/speler kan geanalyseerd worden en hoe deze noden/vereisten in het coachingsproces kan geïntegreerd of vertaald worden. In interactie komen met het coachingsproces zoals gehanteerd door coaches van individuele of teamsporters in de competitiesport.
Eindtermen : - Begrippen van coaching kunnen toepassen naar individuele en/of teamsporten. - Doel, opzet, aanleer- en trainingsproces van technieken toelichten en in praktijk omzetten met een individuele atleet/speler. - Analyse maken van de noden en vereisten inzake mentale training/begeleiding van een individuele atleet/speler. Inhoud: Theorie : 1. Algemene begrippen 2. Coachen en mentale aspecten. 3. Mentaal trainen : mentale begeleiding ; stress en stressbestendigheid ; positief denken ; werken met doelstellingen. 4. Coachen individuele sporten versus teamsporten. 5. Communicatietechnieken. PO's : - Aanleren van specifieke mentale technieken. - Het analyseren van de mentale vereisten en noden van een atleet. - Het interageren met trainers.
Afstudeervariant Training en Coaching
3
Afstudeervariant TRAINING EN COACHING (academiejaar 2006-2007 – 2de licentie LO) 1. Opbouw van het programma Titel - Titularis Verplichte vakken Sportspecifieke trainingsmethodiek II P. Clarys Sportspecifieke trainingsleer R. Meeusen Sportspecifieke biomechanica B. Van Gheluwe Jeugdsportbeleid P. De Knop Nutritionele aspecten van gezondheid en fitheid P. Clarys Keuzevakken (een verplichte keuze) Biometrie toegepast op de sport W. Duquet Begrippen van de kinesitherapie in de sport R. Meeusen Cardio-respiratoire en biochemische aanpassingen aan de inspanning K. De Meirleir EMG van vaardigheden en trainingsvormen J.P. Clarijs Danstheorie en choreografische analyse K. De Martelaer Stages Stages in sportclubs E. Zinzen
W.V.
C.U.
SP
ST
SEM
HOC WPO HOC WPO HOC WPO HOC
15 15 15 15 15 15 30
3
75
1
3
75
1
3
75
2
3
90
2
HOC WPO
15 15
3
75
1
HOC WPO HOC WPO HOC WPO
15 15 15 15 15 15
3
75
2
3
75
2
3
75
2
HOC WPO HOC WPO
15 15 15 15
3
75
2
3
75
2
ZELF
120
4
120
jaar
2. Inhoud van de cursussen 2.1. Sportspecifieke trainingsmethodiek II Docent: Prof. Dr. P. Clarys Doelstellingen en eindtermen: -
De afgestudeerde moet in staat zijn de wetenschappelijke bevindingen te vertalen naar de praktijk toe. Hij moet in de desbetreffende sport adviezen kunnen verstrekken naar de competitiesport. Hij moet in staat zijn competitiesporten te begeleiden naar hun wedstrijd toe.
Afstudeervariant Training en Coaching
4
Inhoud: Op basis van de know-how van alle vakken die tot de keuzemogelijkheid "Training en Coaching" behoren, worden sportspecifieke evaluaties toegepast. Deze resulteren in het opstellen van een trainingsplanning. Hierbij participeren de cursisten in alle stadia van de evaluatie : - het verzamelen van informatie - de adviesverstrekking - gebruik makend van de voorhanden zijnde micro-technologie - het opvolgen van de trainingen en de wedstrijden (begeleiding). De studenten moeten via praktische sessies de kans krijgen om de voorbereiding op wedstrijden actief mee te maken. Bepaalde topics moeten ten gronde behandeld worden met coaches uit de betrokken sportdisciplines.. 2.2. Sportspecifieke trainingsleer Docent : Prof. Dr. R. Meeusen Doelstellingen en eindtermen: Het kunnen toepassen van deze principes bij het opstellen van een trainingsschema bij atleten. Analyse van de sporten met de specifieke trainingstechnische, biochemische en fysiologische achtergrond. Kennis over en toepassing van de verschillende sportspecifieke tests en interpretatie van de gegevens voor het opstellen van een trainingsschema, jaarplan. Inhoud: Toepassing van de verschillende basiseigenschappen, de mogelijk fysiologische aanpassingen en de methoden om deze basiseigenschappen te optimaliseren in een sportspecifiek programma. De trainingsmethoden, de basiswetten van het trainingsproces en de trainingsopbouw worden uitvoerig belicht. De toepassing van de trainingsleer in bijzondere omgevingsomstandigheden en voor specifieke doelgroepen alsmede de overtraining vormen het vervolg van deze cursus. De studenten krijgen en belangrijke studieopdracht om in hun sportgebied een jaarplanning, en periodisering op te stellen. 2.3. Sportspecifieke biomechanica Docent: Prof. Dr. B. Van Gheluwe Doelstellingen en eindtermen: Doel : Inzicht verwerven in de specifieke biomechanische aspecten van een door de student gesecteerde sport. Eindterm : In staat zijn de biomechanische principes die op een specifieke sport betrekking hebben, te herkennen en toe te passen. Inhoud: Dit is geen cursus doch een begeleide opdracht die de student in staat moet stellen zijn biomechanische kennis en inzichten in een bepaalde sporttak te verruimen door
Afstudeervariant Training en Coaching
5
bibliografisch opzoekwerk enerzijds en door de practische toepassing van èèn of meer onderzoekstechnieken anderzijds. Het eerste culimineert in het presenteren van een uitgebreid seminariewerk over de gekozen sporttak, het tweede in een werkboek waarin de proefondervindelijke resultaten over dezelfde sporttak verwerkt zijn. Beide worden dan door de student voorgedragen en nadien gezamenlijk in een ruimere discussieronde grondig besproken. 2.4. Jeugdsportbeleid Docent : Prof. Dr. P. De Knop Doelstellingen en eindtermen: Deze cursus heeft als doel de bijzondere problemen te analyseren bij hetbegeleiden, initiëren, trainen en coachen van jongeren in de sport.Na het volgen van het opleidingsonderdeel moet de student in staat zijn : 1/ de evolutie van de jeugdsport te schetsen 2/ een overzicht te maken van de bijzondere problemen van de jeugdsport (in Vlaanderen en internationaal) 3/ een eigen visie te formuleren op deze problemen 4/ een projectplan te schrijven voor kwaliteitsbevordering en/of participatieverhoging Inhoud: Theorie : - Het belang van jeugdsport en de ontwikkelingen in de sport van invloed op de jeugdsport - Fair play - Omgaan met ouders in de sport(club) - Drop out in de jeugdsport - Kindvriendelijkheid in de (georganiseerde) sport - Promotiecampagnes en speciale jeugdsportprogramma's - Combineren van studie en competitiesport - Talentontwikkeling en -begeleiding 2.5. Nutritionele aspecten van gezondheid en fitheid Docent : Prof. Dr. P. Clarys Doelstellingen en eindtermen: Verwerven van kennis en inzicht in de problematiek van de relatie tussen voeding, gezondheid en fitheid. Inhoud: Theorie : Voeding als energiebron bij rust en arbeid (alg. principes van volwaardige, evenwichtige voeding); Gezondheid en voeding (relatie met preventie en beschavingsziektes); Sportvoeding. De cursus wordt met transparanten verduidelijkt. Praktijk : Oefeningen voor het berekenen van de energiebehoefte, de voedingsanalyse; toepassen van eigen voedingspatroon en analyse d.m.v. computerprogramma; opstellen van kritisch verslag met voedingsadviezen.
Afstudeervariant Training en Coaching
6
2.6. Biometrie toegepast op de sport Docent : Prof. Dr. W. Duquet Doelstellingen en eindtermen: Doelstelling : Verwerven van practische ervaring van biometrie op het terrein. Eindtermen : De student moet in staat zijn zelf een biometrische studie te kunnen opzetten en uitvoeren in het domein van de bewegingswetenschappen. Inhoud: Na een inleiding over toepassingen van biometrie in de sport wordt aan de hand van een grondige literatuurstudie door de student een project opgesteld voor biometrische metingen in een zelf gekozen sport. De atleten worden gemeten en aan de hand van de resultaten wordt een biometrisch profiel opgesteld. 2.7. Begrippen van de kinesitherapie in de sport Docent : Prof. Dr. R. Meeusen Doelstellingen en eindtermen: De doelstelling van de cursus is de aanstaande lic LO een elementair inzicht te bieden in de epidemiologie van letsels, de ontstaansmechanismen en de preventie van sportletsels. Verder wordt de nodige aandacht besteed om de belangrijke noties ivm eerste hulp bij te brengen, en een basisinzicht te verwerven in de sportrevalidatie en revalidatietraining. Inhoud: Epidemiologie van sportletsels, spierletsels, peesletsels, bandletsels. Verder worden deze letsels regio- en sportspecifiek besproken. 2.8. Cardio-respiratoire en biochemische aanpassingen aan de inspanning Docent : Prof. Dr. K. De Meirleir Doelstellingen en eindtermen: Deze cursus heeft als doel de dieper fysiologische achtergronden die ontstaan tijdens een inspanning te beschrijven. Als eindresultaat zal de student een grondige analyse kunnen verrichten van de cardio-respiratoire en biochemische aanpassingen die zich voordoen in het lichaam tijdens de specifieke sporten. Inhoud : Onder de vorm van recente literauur worden de 'nieuwste' research bevindingen besproken. Samen met de student bepaald, op individuele wijze zullen er opdrachten worden geformuleerd (sportspecifiek). Invulling van onderwijsvormen : wordt gegeven onder vorm van werkcollege en praktische oefeningen (o.m. maken voor simulaties).
Afstudeervariant Training en Coaching
7
2.9. EMG van vaardigheden en trainingsvormen Docent : Prof. Dr. J.P. Clarijs Doelstellingen en eindtermen: De menselijke spierfunctie is in vele aspecten meetbaar. Eén daarvan is de registratie van de elektrische activiteit van de spier. Via deze metingen en de technische kennis ervan, kan de student inzicht verwerven in de functie van spieren en spiergroepen, zowel tijdens eenvoudige en complexe bewegingsvormen, als tijdens cyclische en onregelmatige bewegingsvormen. Het leerdoel is dubbel en specifiek: technische kennis verwerven over de meetprincipes enerzijds en het gecoordineerd functioneren van een spier leren analyseren en interpreteren anderzijds. Inhoud : De cursus omschrijft zowel het technische als het analytische van een elektromyografieregistratie op dusdanige wijze dat de student een spiercontractie kan evalueren naar kwaliteit (vorm van de spierpotentialen, de artefacten, tijd en duur van een contractie, contractiepieken en -dalen), maar ook naar kwantiteit (de hoeveelheid spierinspanning, de geintegreerde EMG of de intensiteit, en de relatie met kracht en vermoeidheid). Toepassingen worden voorgesteld vanuit de sport en de ergonomie. De meetprocedure EMG wordt gedemonstreerd en door de studenten uitgeprobeerd. 2.10. Danstheorie en choreografische analyse Docent : Prof. Dr. K. De Martelaer Doelstellingen en eindtermen: The interpretation of dance research as a contribution to choreographical analysis. Inhoud : Hoorcollege : - Introduction Definitions of art, dance, dance as an artform. The tension between the physical concreteness of dance on the one hand and its great abstract potential on the other. - Dance as an artform and the development of scientific interest from different angles The creative proces of the choreographer and of the dancer. Interpretation of the dance performance. Interaction between dance as an artform and social and historical developments. Oefeningen : On the basis of students'own potential and interest, special attention is given to the articulation of findings about theory and practice, allowing movements in both directions.
3. Stages 120u stage in een topsportschool of in één of meerdere sportclubs.
Afstudeervariant Training en Coaching
8
Leerdoelen : De stage heeft tot doel inzicht te verkrijgen in de eigen mogelijkheden voor het uitvoeren van een leidinggevende functie in het domein van de trainingsbegeleiding of advisering van jeugdige competitiesporters. De stagebegeleider moet een expert zijn in de sport die door de kandidaat wordt gekozen. Hij zal actief betrokken worden bij de begeleiding van jeugdige atleten en bij de organisatie van trainingen, stages en wedstrijden op competitieniveau.Om zijn stage optimaal in te vullen, zal hij een logboek en routeverslag bijhouden en zal hij beroep doen op expertise van de universitaire begeleider. Eindtermen : -
De afgestudeerde moet in zijn sportdiscipline in staat zijn zelfstandig jeugdige competitiesporters te begeleiden, te trainen en hun helpen deel te nemen aan wedstrijden. De afgestudeerde moet in zijn sportdiscipline de jeugdige competitiesporter kunnen helpen bij het opstellen van de nodige trainingschema's, het verschaffen van adviezen
4. Tewerkstellingsperspectieven De tewerkstellingsperspectieven van de opleiding liggen vooral op het vlak van : - lesgever in club/vereniging (dit wil zeggen trainer en/of coach voor jeugd- en volwassensport gaande van het niveau van initiatie tot begeleiding van competitiesport), - hoger gekwalificeerde coach en verantwoordelijke in federaties met zwaartepunt op jeugdsportbeleid en -ontwikkeling (sporttechnische coördinator, coördinator topsport, sporttechnische coördinator voor recreatieve sportbeoefening), - docent in de kaderopleiding Vlaamse Trainersschool, - lesgever hoger secundair onderwijs (mits diploma lerarenopleiding), - lesgever sportwetenschappen, opleidingsinstituten (hogescholen), - dans en kunstacademies (mits diploma lerarenopleiding), - lesgever topsportscholen.
Afstudeervariant Training en Coaching
9