}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 22 februari 2013
Actueel Alternatieven parkeergarage onder Voorhout
Interview Marco van Baalen nieuwe baas Haags Historisch
3
10&11
jaargang 7 nummer 302
€ 1,95
Actueel Een jaar na de moord op Ximena
12&13
Nieuwe rosse buurt
Terwijl de landelijke politiek zich juist buigt over de vraag of prostitutiebezoek niet – net als in Zweden – strafbaar zou moeten worden gesteld ontwikkelt de gemeente Den Haag samen met een particuliere projectontwikkelaar plannen voor
een nieuwe rosse buurt bij de Binckhorst. Op het stadhuis leeft al geruime tijd de wens om de Geleenstraat en de Doubletstraat vrij van prostitutie te maken, maar het ontbreekt de overheid aan geld om de raamexploitanten uit te kopen. Een
compleet nieuwe rosse buurt zou simpelweg verhuizen mogelijk maken en wel naar een bedrijventerrein tussen het Schenkviaduct en de spoorwegoverkluizing aan het begin van de Binckhorst. Zie ook pagina 3>Foto: Thomas Vahé
Ingezonden mededeling
primeur!
Gustave Caillebotte
een impressionist & de fotoGrafie
2>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 22 februari 2013
Vroondaal, villawijk op verkeerde plek
Nieuw plan met goedkopere huizen Door Casper Postmaa
De gemeente Den Haag is er niet in geslaagd om van Vroondaal, gelegen tussen Kijkduin en Madestein, een nieuwe, zeer exclusieve woonwijk te maken. De meeste kavels zijn niet verkocht. Als voorbeeld was aanvankelijk het uit de jaren dertig daterende Marlot bij Wassenaar gekozen, later presenteerde de gemeente plannen die een nog chiquere woonwijk voorstonden met landhuizen in alle mogelijke stijlen met grote tuinen geflankeerd door parken en waterpartijen. ‘Topfunctionarissen en ondernemers uit binnen- en buitenland zoeken voor henzelf en hun gezin huisvesting die voldoet aan hun internationaal georiënteerde levensstijl’, aldus de foldertaal van toen. Vroondaal zou het antwoord zijn op hun wensen. Scepsis Vanaf het begin was er scepsis over de haalbaarheid van de ambitieuze plannen. Tegenstanders vonden de kavels te duur, ze werden dan ook mondjesmaat verkocht, en zij wezen erop dat mensen die zoveel geld te besteden hebben liever richting Wassenaar wonen. Dat geldt ook voor expats die veelal aan de noordkant van de stad werken bij organisaties als Shell, Siemens, Europol, Vredespaleis en het Internationaal Strafhof. Een poging om die groep naar Vroondaal te lokken door de internationale school in Kijkduin te situeren had weinig resultaat. Wethouder Marnix Norder (PvdA, bouwen en wonen) heeft deze week een nieuwe opzet voor Vroondaal gelanceerd waarin ook andere woningtypen dan villa’s en landhuizen worden toegelaten. In een begeleidende brief stelt hij dat ‘door de slechte woningmarkt de ontwikkeling was stil komen te liggen’. In werkelijkheid zat de klad al in de verkoop vóór de economische crisis omdat in Den Haag nooit een markt heeft bestaan die groot genoeg was om het hele plan te vullen. Onduidelijk is hoeveel geld Den Haag met het kostbare project heeft verloren.
Ontnuchterend Ook de toezegging dat kopers hun woningen zelf mogen ontwerpen kon de stroom rijken naar Vroondaal niet op gang brengen. Degenen die wel kwamen, waren verantwoordelijk voor een opmerkelijke architectonische productie. Van Belgisch paleis tot naakt minimalisme, en alles wat daartussen mogelijk is, verrees in Vroondaal. Hagenaars waren nieuwsgierig genoeg om een ritje door Nieuw Brasschaat te maken, maar slechts weinigen wilden er wonen. Als ze het al konden betalen, want een bezoek aan Vroondaal was voor veel potentiële kopers een ontnuchterende ervaring. De prijzen van een braakliggende stukje grond begonnen zo ongeveer bij 400.000 euro, en daar kon je zeker geen landhuis op bouwen. Uiteindelijk was het de bankencrisis die de gemeente deed inzien dat een super-deluxe Vroondaal een fantoom was dat het nooit verder dan de tekentafel zou brengen. Herbezinning door Norder heeft nu een plan opgeleverd dat volgens de gemeente wel haalbaar is. Er mogen nu andere woningtypen worden gebouwd, die ook binnen het bereik van de hogere middenklasse liggen. Sociale woningbouw is nadrukkelijk uitgesloten. Want chic moet het volgens de gemeente blijven. Ook komen er extra voorzieningen als winkels, een basisschool, een kinderopvangcentrum en betere aansluitingen op het openbaar vervoer. De gemeente komt toe aan wensen van de bewoners door wandel- en fietspaden aan te leggen. Kopers die een eigen huis willen bouwen, maar deze keer wat goedkoper, kunnen volgens Norder straks onder meer terecht in deelplan Nieuw Vroondaal. Het al bestaande wijkje zal Oud Vroondaal gaan heten. Oude en nieuwe rijken komen zo niet direct naast elkaar te wonen, een heel Haagse oplossing. De bewoners waren aanvankelijk tegen de nieuwe plannen, maar hebben volgens de gemeente, na gesprekken in klankbordgroepen, nu vrede met de nieuwe inzichten van de wethouder.
Exodus, de organisatie die ex-gedetineerden begeleidt, is in ieder geval dit jaar gered.>Foto: Eveline van Egdom
Halvering subsidie voor Exodus dit jaar van de baan Exodus, de organisatie die exgedetineerden opvangt en begeleidt, verwacht dit jaar geen financiële problemen nu wethouder Rabin Baldewsingh (sociale zaken) ervan afziet de subsidie dit jaar te halveren. Dat heeft de wethouder afgelopen vrijdag aan directeur Ed Deij van Exodus toegezegd. Of de subsidie ook volgend jaar wordt gecontinueerd, wordt besloten op basis van een plan dat directeur Deij voor 1 juli gaat overleggen. Door Saskia Herberghs
De ontwikkeling van Vroondaal heeft een opmerkelijke architectonische verscheidenheid opgeleverd.> Foto: PR
Stichting Exodus, in 1981 begonnen als dagopvang voor ex-gedetineerden in de kelder van een flat in Moerwijk, werkt alweer 27 jaar met beroepskrachten die jaarlijks in drie geschakelde panden aan de Frankenslag zo’n 35 tot 40 mensen na hun detentie begeleiden naar een woning, werk, relaties en zingeving. Dit wordt bekostigd door kerken, particulieren, bedrijven en de gemeente. De bewoners van Exodus staan veelal nog onder toezicht van justitie en krijgen 24-uurs begeleiding. Een gemiddeld verblijf duurt een jaar, waarna de ex-gedetineerde wordt geacht op eigen benen te kunnen staan. Andere bewoners vallen niet meer onder een justitieel programma of hebben in het buitenland in de gevangenis gezeten. Voor die laatste twee groepen ontvangt Exodus geen landelijke subsidie. “Om recidive te voorkomen, bieden wij hen toch
een programma aan”, zegt Deij, die hiervoor de exploitatiesubsidie van de gemeente aanwendt. “We kunnen trajecten afronden omdat er geen voorwaarden aan de subsidie worden gesteld ook al is die eigenlijk bestemd voor de ‘stenen’, dus voor de panden die we huren van de Diaconie Den Haag”. Baldewsingh wilde aanvankelijk deze subsidie halveren en volgend jaar zelfs volledig vervangen voor ondersteuning via het zorgloket. Sinds de gemeente over een zorgloket beschikt, het zogeheten Centraal Coördinatie Punt, voor mensen die niet in hun basisbehoeften kunnen voorzien, worden ook ex-gedetineerden voor ambulante begeleiding doorverwezen naar het Leger des Heils, de Kessler Stichting, Impegno en Limor. Volgens Deij hoort Exodus ook in dat rijtje thuis, omdat ex-gedetineerden specifieke hulp vragen. “Onze doelgroep is anders, ook al zitten in de problematiek wel overeenkomsten”.
Vrijwilliger Als de hulp niet op de ex-gedetineerden wordt toegesneden, vreest Deij dat er vaker sprake zal zijn van recidive. Dat zou de gemeente op de lange duur meer geld kosten, zegt Deij. “Nu valt 10 procent van al onze bewoners minder terug in de criminaliteit, bij de mensen die hun programma bij Exodus volledig kunnen afronden is dat zelfs 30 tot 40 procent lager dan de landelijke recidivecijfers’’. Dat komt volgens Deij omdat ze bij Exodus ‘vier
sleutels’ krijgen aangereikt, die gaan over wonen, werken, relaties en zingeving. Vaste begeleiders werken samen met de ex-gedetineerden aan het verwezenlijken van van tevoren vastgestelde doelen. Gedetineerden melden zich al in de gevangenis aan voor een programma bij Exodus. Fabiola (22) uit Spijkenisse is één van hen. Zij hoopt met hulp van Exodus Den Haag het contact met haar ouders te herstellen, haar schulden weg te werken en een huis te vinden waar ze met haar dochtertje kan wonen. “Nu werk ik drie keer in de week als vrijwilliger met dementerende ouderen. We breien, doen spelletjes en bakken pannenkoeken. Ik had nooit gedacht dat ik ooit gratis zou werken, maar nu ben ik er blij mee. Het is nuttig voor hen en voor mezelf”. Fabiola heeft drie maanden in de gevangenis gezeten, maar dat ervoer ze eigenlijk als ‘vrijheid’. “Daarvoor ben ik drie jaar lang tussen vier muren gevangen gehouden door mijn exvriendje. Zonder Exodus zou ik terugbelanden in het leven waarin ik zat. Dan zou ik zo weer in de bak zitten”. Het regime van Exodus bevalt haar zo goed dat ze hoopt er nog lang te kunnen blijven. Ze staat nog twee jaar onder toezicht van de reclassering. Nu geniet ze van het samen koken en eten met de medebewoners, het om 23 uur binnen moeten zijn, het verbod op drank en drugs, en de gesprekken met de psychologe doen haar goed. “Ik heb een eigen sleutel. Dat heb ik nooit gehad”.
3
actueel<
Vrijdag 22 februari 2013 > Den Haag Centraal
Plan voor erotiekboulevard bij Binckhorst goed van pas, want er is meer controle mogelijk.
Door Jan van der Ven
De talloze goedkope lege bierblikken, de stapels straatvuil en snoeihout wijzen erop dat daklozen zich hier thuis moeten voelen. Het verkeer raast voorbij op de Binckhorstlaan/Lekstraat, de trein Amsterdam-Den Haag HS dendert over het nabijgelegen spoorviaduct. Op dit kleine rommelige stukje Den Haag van anderhalve hectare heeft de projectontwikkelaar Terra Nova zijn oog laten vallen. Er moet op het terrein een erotiek-boulevard worden gebouwd, compleet met hoerenramen, is het idee. De e-boulevard moet het probleem van de prostitutie in de Geleenstraat en de Doubletstraat oplossen.
Schuin De fractie van de PvdA in de Haagse gemeenteraad kijkt tegelijkertijd met een schuin oog naar de meest recente ontwikkelingen in de PvdA-fractie van de Tweede Kamer. Toevallig werd deze week bekend dat de PvdA onderzoekt of er een wettelijk verbod kan komen op hoerenlopen. Dit omdat teveel vrouwen volgens de PvdA gedwongen worden in de prostitutie te werken, terwijl prostitutie zelf legaal is in Nederland. Het PvdA-Kamerlid Myrthe Hilkens is deze week naar Zweden afgereisd om zich daar te oriënteren op de situatie in dat land. In Zweden kunnen hoerenlopers maximaal een jaar celstraf krijgen. Hilkens kreeg deze week morele steun voor haar ideeën van PvdA-minister Asscher van Sociale Zaken. Hij liet haar weten dat het een goed idee is dat mensenhandel en gedwongen prostitutie worden aange-
Vorige week stuurde Terra Nova een brief naar burgemeester Van Aartsen en naar alle fractievoorzitters met daarin het voorstel voor de bouw van de eboulevard. De ondernemers van Terra Nova weten dat de gemeente al lange tijd worstelt met de prostitutie in genoemde straten. De fracties van PvdA en VVD willen de beide straten het liefst sluiten, ze lopen hierin voorop. Met dit doel in het achterhoofd hebben ze vorig jaar om een onderzoek gevraagd naar wat er allemaal komt kijken bij een afgedwongen sluiting. Aanvankelijk richtten de beide fracties zich op de raamprostitutie in de Doubletstraat. In het coalitieakkoord is 8,5 miljoen gereserveerd voor de eerste stappen op weg naar sluiting van de vele ramen in die straat. Sluiting van de Doubletstraat leek de fractie van de VVD echter onvoldoende en dus voegden de liberalen er later de Geleenstraat aan toe. Uitkopen De gereserveerde 8,5 miljoen euro is verre van voldoende om de beide straten van de prostitutie te ontdoen. Het uitkopen van de exploitanten zal een veelvoud ervan gaan kosten, realiseren de fracties van PvdA en VVD zich. Uit een reportage in Den Haag Centraal van 11 mei vorig jaar bleek dat het prostitutie-vrij maken van het Spijkerkwartier in Arnhem niet alleen een zaak van lange adem was, maar ook een van eindeloos veel geld. Eén van de actievoerders daar waarschuwde voor de tegenstanders. “Vergeet niet dat je heftige jongens als tegenstanders hebt, hun financiële belangen zijn erg groot. Ikzelf voelde me vaak bedreigd toen ik actie voerde voor sluiting van de ramen”, verklaarde hij. Sluiting van twee drukbeklante Haagse hoerenstraten is dus niet alleen duur, het is ook een erg taai en ingewikkeld proces. En ineens is daar het aanbod van projectontwikkelaar Terra Nova om de problemen waar de gemeente al zo lang mee worstelt, in één
De Doubletstraat.>Foto: Jurriaan Brobbel
klap op te lossen. Het lijkt een aantrekkelijk aanbod, ook doordat Terra Nova schrijft dat de e-boulevard tevens een oplossing kan bieden voor de almaar oprukkende Chinese massagesalons in het centrum van de stad. Maar wie de brief van de firma Terra Nova erop naleest, komt al snel tot de ontdekking dat de investeerders zich goed realiseren dat zij een knellend probleem van de gemeente helpen oplossen. Want in ruil voor de bouw van de e-boulevard wil Terra Nova tevens nauw betrokken worden bij de herontwikkeling van de Doubletstraat, de Geleenstraat en de directe omgeving van beide straten, zoals de Pletterijkade. Ook wil Terra Nova van de gemeente financiële steun voor
Ingezonden mededeling
Leraar worden in de Haagse regio? Welke stappen moet je zetten om leraar te worden in het voortgezet onderwijs in de Haagse regio?
Kom naar de informatiebijeenkomst ‘Leraar van Buiten’ op woensdag 6 maart, 19-21 uur Hofstad Lyceum, Colijnplein 9, 2555 HA Den Haag. Meld je aan op www.derodeloper.nu/actueel
de verdere uitwerking van de eerste plannen voor de e-boulevard. Rijp Om de geesten rijp te maken voor de ideeën van Terra Nova staat verder in de brief dat er al gesprekken zijn gevoerd met een aantal vooraanstaande stakeholders in beide straten. In gewoon Nederlands staat er: we hebben gesprekken gehad met de meest belangrijke exploitanten van de hoerenramen en die willen wel meewerken aan een eventuele verhuizing naar het driekhoekje tussen de spoorlijnen, aan de rand van de Binckhorstlaan. De fractie van de VVD was er vorige week snel bij een eerste positief signaal af te geven. Vooral het idee dat de gemeente gevrijwaard blijft van het uitkopen van exploitanten van ramen, spreekt de liberalen erg aan. Nu de eigenaren van de ramen zeggen bereid te zijn mee te werken aan een verhuizing, kan flink geld worden bespaard, is de achterliggende gedachte. Er kan zodoende, hoopt de VVD, eindelijk meer schot komen in dit dossier. De fractie van de PvdA is terughoudender. Het PvdA-raadslid Marieke Bolle zegt dat het nog veel te vroeg is om een beslissend oordeel uit te spreken. De PvdA maakt zich sterk om misstanden in de prostitutie (illegaliteit, drugs, vrouwenhandel, dwang) aan te pakken. Het idee van een e-boulevard komt dan
pakt. Als wethouder in Amsterdam was Asscher voor celstraffen voor hoerenlopers, al zag hij ook wettelijke belemmeringen. Niet ver van de Binckhorstlaan intussen zetten deze zondagmiddag mannen hun eerste schreden in de Geleenstraat. Ze lijken zich niet bewust van de meest recente perikelen rond de prostitutie. Ze schuifelen in stilte langs de eindeloze reeks ramen.
Nieuw onderzoek naar garage bij Voorhout Door Casper Postmaa
De combinatie achter het plan voor een parkeergarage onder het korte deel van het Lange Voorhout onderzoekt of een dergelijke voorziening op een andere plek in de directe omgeving kan worden gebouwd. De bouwers zijn daarover in gesprek met de gemeente Den Haag. Volgens Gerad Schoenaker, woordvoerder van de bouwers (Sens Real Estate, Dura Vermeer, Haskoning), betekent het niet dat het oude plan daarmee is opgegeven. Bronnen binnen de Haagse gemeentepolitiek zeggen dat het college van burgemeester en wethouders bouwen onder dit deel van het Voorhout afwijst. Theaters, bewoners en bedrijven in de omgeving van het Voorhout zijn enthousiaste pleitbezorgers van de parkeergarage, maar daar staan organisaties als de Vrienden van Den Haag en de Bomenstichting lijnrecht tegenover. Lange lijst Volgens Gerad Schoenaker, woordvoerder van de bouwcombinatie, is er een lange lijst van plekken in de omgeving van het Voorhout waarnaar zal worden gekeken. “Bijvoorbeeld onder het Tournooiveld, de Lange Vijverberg of het Korte Voorhout tussen het Ministerie van Financiën en de plek waar de Hoge Raad komt. We zijn al maanden bezig en zullen op korte termijn, nog dit voorjaar, het onderzoek presenteren aan de betrokken wethouders”. Al decennia maken projectontwikkelaars plannen voor een parkeergarage in dit deel van de binnenstad. Begin jaren tachtig ontstond een politieke crisis over een voorstel voor parkeren onder de Hofvijver en tien jaar later sneuvelde een plan voor een garage onder het lange deel van het Lange Voorhout. De huidige bouwcombinatie denkt dat het met de techniek van vandaag mogelijk is om zo te bouwen dat de monumentale omgeving niet wordt geschaad. De linden zouden volgens boomdeskundigen tijdelijk naar elders kunnen worden verplaatst en zo kunnen overleven. Anderen menen dat dit zeer onzeker is. De bouwers werken samen met de Spaanse architect Joan Busquets.
Ingezonden mededeling
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 22 februari 2013
stadsmens
Afvalzak voor evenementen voorziet sociale werkplaatsen van opdrachten Hij is milieuvriendelijk, reduceert zwerfvuil en kan dienen als een reclamezuil. Ziehier een kleine greep uit de kenmerken van de gloednieuwe TyBin evenementenafvalzakken. Voor de bedenkers van deze ‘holle bolle Gijs’, zoals sommigen de doorzichtige zak noemen, was dat nog niet voldoende. Marc Schellekens, Paul Stoppelenburg en Michiel Ceha wilden meer. Hun vinding, zo meenden zij, moest het verschil maken. En ook dat is het geval. De afvalzakken worden samengesteld op een sociale werkplaats. Tot nu toe alleen in Rotterdam. De opzet is om er meer sociale werkplaatsen bij te betrekken. Werkgelegenheid dus voor een groep die vorig jaar massaal ontslag boven het hoofd hing. “Ik was laatst voor een spoedopdracht in Rotterdam”, vertelt Paul Stoppelenburg. “Mensen zijn daar zo serieus en gedreven aan het werk. Dat is mooi om te zien”. Kort gezegd bestaat de TyBin uit een lichtgewicht (openstaande) zak met ingebouwde riem en een kabelbinder (tywrap). Met deze kabelbinder is de afvalzak tijdens evenementen overal te bevestigen en, met het doorknippen van de tywrap, na gebruik gemakkelijk
V.l.n.r. Paul Stoppelenburg, Marc Schellekens en Michiel Ceha met hun ‘holle bolle Gijs’. >Foto: Eveline van Egdom
te verwijderen. Het bij de vuilverwerking uitgesorteerde plastic komt, volgens afspraak, weer terug bij de firma MMP TyBin BV voor hergebruik. Rotterdam had de primeur tijdens de Havendagen en na afloop bleek het zwerfvuil met 85% te zijn verminderd. Hengelo volgde. Het wachten is nu op onder meer Den Haag en Amsterdam. De TyBin, vertelt Stoppelenburg, kan tijdens de inhuldiging op 30 april het centrum van de hoofdstad oranje kleu-
ren. “Ons idee is om de zakken met een half procent oranje uit te voeren, zodat je er – met het oog op de veiligheid – nog wel doorheen kunt kijken”. En om het feestelijke beeld compleet te maken deze suggestie: “Plak er een sticker op met portretten van Willem-Alexander en Maxima”. Ook Den Haag ziet Stoppelenburg straks oranje gekleurd tijdens de viering van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden. “Maar veel eerder al zou de TyBin gebruikt kunnen worden. Tijdens de
Ingezonden mededeling
neel et Zuidelijk To Peer Gynt – H n Van Henrik Ibse
“Er gebeurt veel in de epische (levens)reis die Peer Gynt maakt en dat levert een keur aan kleurrijke scènes op.” **** De Telegraaf “Regisseur Matthijs Rümke brengt een groteske uitvoering, zij het met een serieuze ondertoon.” Elsevier Ma 25 & di 26 februari, 20.15 uur | ks.nl | 0900 3456789 (10 cpm)
City Pier City bijvoorbeeld. De hele stad staat dan vol dranghekken waar je de zakken aan kunt ophangen”, zegt Stoppelenburg die binnenkort een gesprek heeft met de gemeente Den Haag. Naast de eerder genoemde kenmerken zal hij de gemeente op nog meer aspecten wijzen. “Dankzij de kabelbinder staat de TyBin altijd open en nodigt daardoor uit voor gebruik”. En: “Aan de onderkant van de zak zijn twee hoekjes uitgeknipt om restanten van vloeistoffen te laten afvloeien. Dat scheelt qua gewicht en kleding wordt daardoor niet vies”. Veldrijden België kent inmiddels ook de afvalzak. Hij werd er onlangs gebruikt tijdens een wedstrijd veldrijden. “Daar komen gemiddeld dertigduizend mensen op af. De wedstrijden worden in bossen, in duinen en op velden gehouden. Wagens om afvalbakken af te leveren kunnen daar niet rijden. De gewoonte was om aan het eind massaal te helpen ruimen, maar dat gebeurt steeds minder. Dan zijn de zakken dé oplossing”. Na een hockeywedstrijd lanceerde Marc Schellekens, directeur van een detacheringsbureau voor laboratori-
umpersoneel, het idee voor de TyBin. Zijn vrienden Michiel Ceha, eigenaar van een groothandel in schoonmaakapparaten, en Paul Stoppelenburg, die een marketing achtergrond heeft, reageerden enthousiast. “Wij wilden niet zonder meer de zak in de markt zetten; we wilden ons onderscheiden. Vandaar de gedachte aan de sociale werkplaats. Je kunt natuurlijk een volautomatische machine kopen, maar daar ging het ons niet om. Nu zorg je voor werkgelegenheid”. De afvalzakken en kabelbinders worden los aangeleverd bij de sociale werkplaats. Via Sika Delft Printing komt daar de digitaal aangevoerde sticker, met daarop reclame voor bijvoorbeeld een stad, bedrijf of winkel, ook terecht. Stoppelenburg: “Als eerste wordt de sticker opgeplakt en daarna wordt de kabelbinder ingezet. Rotterdam had voor de Havendagen duizenden TyBins afgenomen. Voor de gemeente was het een ontdekking dat het zwerfafval met 85% was gereduceerd. Men had acht uur ingecalculeerd om de boel schoon te maken, maar het was binnen vier uur gebeurd. Dat scheelt toch heel veel geld”. Joke Korving
5
actueel<
Vrijdag 22 februari 2013 > Den Haag Centraal
Extra aandacht voor excellente leerlingen
Voortgezet onderwijs viert feest van een brede basis kunnen ook doelen zijn”.
De Stichting VO Haaglanden bestaat deze week tien jaar. De koepelorganisatie van negen middelbare scholen in Den Haag en Rijswijk viert dit jubileum met een symposium over de zin en onzin van excellentie in het onderwijs. Bestuursvoorzitter Ina Burema en bestuurslid Peter van Laarhoven bespiegelen de stand van het Haagse onderwijs. Door Jasper Gramsma
Sinds de gemeente het openbaar voortgezet onderwijs in 2003 verzelfstandigde, is er volgens het college van bestuur van Voortgezet Onderwijs Haaglanden veel veranderd in positieve zin. “De stichting stelt scholen in staat elkaar te ondersteunen en te verbeteren wanneer zich grote projecten voordoen of er expertise moet worden ingewonnen. Daarnaast zijn we erin geslaagd de afgelopen jaren een weefsel op te zetten waarin middelbare scholen spontaan ideeën uitwisselen voor verbetering. Het maandelijkse rectorenoverleg helpt daarbij. Een voorbeeld daarvan zijn de VO Haaglanden masterclasses die binnenkort van start gaan. Eén van onze scholen organiseert binnenkort de eerste masterclass waar ook leerlingen van andere scholen in het VO naartoe kunnen”, vertelt voorzitter Burema. Ondanks de nauwe samenwerking op het gebied van financiën, personeel en huisvesting, slagen de uiteenlopende scholen er volgens haar in hun eigen karakter te behouden, dat is het zogenaamde ‘Haagse Model’. “De stichting is van beperkte omvang en opereert kadergericht op de achtergrond. Wij vinden pluriformiteit erg belangrijk. Het verschil tussen Haganum en Dalton is duidelijk: de eigenschappen van beide zijn niet te vergelijken. Maar sommige scholen waren juist elkaars directe concurrent, zoals het Segbroek College en Dalton. Inmiddels is die strijd beslecht en hebben alle scholen hun eigen niches. Het verschil in identiteit is de afgelopen jaren dus uitgesprokener geworden”. Naast ondersteuning van de onderwijsinstellingen, ziet
Peter van Laarhoven en Ina Burema op werkbezoek in het Segbroek College>Foto: C&R
VO Haaglanden toe op de kwaliteit van het onderwijs. Bestuurslid van Laarhoven: “Wij hanteren strengere richtlijnen dan de onderwijsinspectie en als er ontwikkelingen gaande zijn waardoor de kwaliteit op den duur in gevaar komt, zitten we er als eerste bovenop. Dat leidt soms tot stevige gesprekken”. Verbetering De viering van het tweede lustrum gaat niet alleen gepaard met wapenfeiten. Het bestuur van de stichting ziet nog mogelijkheden voor verbetering. “Het huidige politieke klimaat biedt kansen om naast aandacht voor zorgleerlingen meer nadruk te leggen op high potentials”, zegt Burema. “Nederland is al decennialang heel egalitair. Daardoor doen
zorgleerlingen het in ons land beter dan gemiddeld, maar de bovenlaag is nonexistent. Een leerling die beter is dan de rest zou niet omwille van het groepswerk een ander hoeven helpen, maar heeft het volste recht om zijn eigen potentie verder te ontwikkelen”. Burema en Van Laarhoven vinden dat daarbij ook een rol is weggelegd voor de onderwijsinspectie. Van Laarhoven: “De systematiek die de inspectie gebruikt om de onderwijskwaliteit te meten, is goed. Eerder werden scholen door hen als excellent bestempeld, nu moeten scholen zichzelf opgeven. De criteria waaraan ze moeten voldoen om voor het predicaat excellente school in aanmerking te komen zijn onduidelijk en worden willekeurig gehanteerd. Bovendien zijn
er genoeg andere meetlatten waarlangs de scholen kunnen worden gelegd, zoals de lijst van Jaap Dronkers in de Volkskrant. Onder meer daarom heeft slechts één van onze scholen (Dalton Den Haag, red.) een aanvraag gedaan”. Het symposium ter ere van het jubileum is getiteld ‘In search of excellence (?)’. Op de vraag waarom er een vraagteken aan is toegevoegd, antwoordt Van Laarhoven: “De naam van het symposium is relativerend bedoeld. We willen met dit thema de discussie aanzwengelen over de noodzaak van excellentie in het onderwijs. Bij sommigen is een talent overduidelijk aanwezig, maar dat geldt niet voor iedereen. De vraag is of het streven naar excellentie voor ieder kind even belangrijk is. Een leuke schooltijd en het ontwikkelen
Monument Met de aandacht van de gemeente en het rijk voor excellente leerlingen heeft VO Haaglanden de wind in de rug. Financieel laat de politiek het nog wel afweten en dat brengt de stichting op termijn mogelijk in de problemen. “De helft van onze gebouwen is een monument. Bij de overdracht van de taken kregen we de gebouwen cadeau”, zegt Burema. “We hebben echter nooit budget gekregen voor het plegen van groot onderhoud. Door een ongelukkige gemeentelijke verordening wordt alleen nieuwbouw vergoed. Een monumentaal gebouw als dat van het Haganum willen we natuurlijk niet kwijt, dus dringen we er bij de wethouder op aan de regeling aan te passen. Als die niet verandert, wordt renovatie een probleem”. Landelijke maatregelen die het onderwijs treffen, maken het er ook niet makkelijker op. Oudere leraren met relatief hoge salarissen moeten langer doorwerken, waardoor de kosten stijgen. Burema voegt daar aan toe: “Ook de beloningsstructuur voor leraren in de Randstad is onlangs aangepast. Ze gaan sneller in salaris omhoog. Op zich is dat toe te juichen, maar het moet wel betaalbaar blijven. Tachtig procent van het budget wordt door personeelskosten in beslag genomen”. Van excessieve beloning van de bestuursleden zoals bij andere maatschappelijke organisaties, is volgens Burema geen sprake. “Niemand van ons rijdt in een leaseauto en we zitten hier niet om het onderwijs uit te venten”. Burema en Van Laarhoven betreuren de affaires die de sector de laatste jaren teisterden, maar ze zijn van mening dat het onderwijs met de stichting beter af is dan bij de gemeente. Van Laarhoven: “Bij ons speelt enkel het belang van goed onderwijs een rol, zonder een politieke agenda. Er wordt zowel horizontaal, door ouders, leerlingen, rectoren en leerkrachten op ons gelet, als verticaal door het ministerie, de raad van toezicht en de inspectie. Toezicht is er dus voldoende en onze boekhouding is transparant en inzichtelijk voor een grote groep”.
Gemeenteraad stemt in met nieuwbouwplan Arendsdorp
Duizend meter eraf voor de vrede in de coalitie Door Jan van der Ven
Het D66-raadslid Tobias Dander heeft bijna geen belminuten meer. Nagenoeg zijn hele voorraad minuten spendeerde hij vorige week donderdagmiddag om de plannen van PvdA-wethouder Norder voor een nieuwe seniorenflat in het park Oostduin te verzachten. Enkele uren voordat de gemeenteraad een besluit moest nemen over de noodzakelijke aanpassing van het bestemmingsplan, rinkelde de telefoons van onder meer wethouder Norder, het PvdA-raadslid Marieke Bolle, de VVD’er Rob van de Laar en CDA-fractievoorzitter Gert Jan Bakker. In korte tijd liepen donderdag al telefonerend de spanningen binnen de coalitie van PvdA, VVD, D66 en CDA op, want alle deelnemers aan de telefonades van die middag wisten dat de tijd drong. Er waren nog maar enkele uren te gaan voordat de gemeenteraad een eindoordeel moest vellen over het veelbesproken bestemmingsplan. Juist die tijdsdruk leidde binnen de coalitie tot ergernis, want een weg terug leek, met een blik op de klok, niet meer
mogelijk. Waarom was D66 niet eerder met een alternatief gekomen, vroeg menigeen zich vertwijfeld af? Zodat er meer tijd zou zijn geweest om één en ander eens goed door te spreken met de eigen achterban? De fractie van D66 speelde hoog spel maar kreeg uiteindelijk op het nippertje gedaan dat de coalitiepartijen diezelfde dag instemden met een milder bouwplan. “Het ging ons er vooral om de vraag wat de goede maat voor nieuwbouw in het park is”, legt het D66-raadslid Dander uit. “Er moest meer balans in het plan komen, maar zonder dat het vertraging op zou lopen”. Toen Dander donderdag met zijn telefonades begon, wilde hij het plan van wethouder Norder voor de bouw van een seniorenflat van maximaal 28.000 vierkante meter aanpassen naar 26.000 vierkante meter. Uiteindelijk, na lang onderhandelen en veel heen en weer getelefoneer, kwamen partijen, als echte kooplieden, in het midden uit: Norder ging ermee akkoord dat het bouwplan werd gemaximeerd op 27.000 vierkante meter. Duizend meter eraf voor de goede vrede in de coalitie. Dander realiseerde zich achteraf
hoog spel te hebben gespeeld. “Ja, het was natuurlijk ook mogelijk geweest dat we met niets thuis waren gekomen”.
Verlegenheid Dander bracht met zijn voornemen de bouwplannen te verzachten, ongewild het VVD-raadslid Rob van de Laar in verlegenheid Want die stond permanent in contact met de leden van de wijkvereniging Benoordenhout. Het VVD-raadslid zegt: “D66 kwam wel erg laat met het plan op de proppen. Terwijl ik dus constant in overleg was met de leden van de wijkvereniging Benoordenhout over hun wensen en over recente ontwikkelingen”. De VVD-fractie had uiteindelijk een streep getrokken. Van de Laar: “Er was door ons een grens gesteld aan de maximale hoogte van de torens, aan het in stand houden van de rij bomen aan de Wassenaarseweg, aan het aantal vierkante meters grondoppervlak van het nieuwe pand en we wilden geregeld zien dat de nieuwbouw alleen wordt neergezet voor ouderen”. Toen het debat donderdagavond eenmaal op stoom kwam, werden de con-
touren van het aangepaste nieuwbouwplan zichtbaar. De maximale hoogte van de torens van het nieuwe pand wordt 35 meter. Het aantal vierkante meters dat gebouwd wordt, bedraagt maximaal 27.000, wat ongeveer 55 procent meer is dan het huidige verouderde pand. Er is plaats voor ongeveer 180 luxe appartementen in het gebouw. Wethouder Norder verdedigde de bouwplannen in het groen, ook tegenover de reeks insprekers uit Benoordenhout. “Ze doen het plan onrecht aan. Er wordt een beeld geschetst alsof het park nu groen is, maar er staat nu al een gebouw dat 33 meter hoog is, een gebouw dat ver in het park steekt met een oppervlakte van 20.000 vierkante meter”. Kettingbeding De PvdA-wethouder moest nog in debat met de VVD over de eis dat de nieuwe flats alleen bestemd zijn voor ouderen. De VVD’ er Van de Laar hielp de wethouder. “Je kunt zo’n woonbestemming niet regelen via een bestemmingsplan, dus moet je denken aan een kettingbeding. Dat regelt dan dat nieuwe bewoners in dezelfde categorie
moeten thuishoren als de voormalige bewoner”. Na afloop van debat kreeg Van de Laar nog het idee toegespeeld één en ander te regelen via een servituut. De politiek kent het begrip servituut als geen ander sinds de ruzies over het servituut dat regels stelde voor bebouwing ten behoeve van Eurojust. Volgens wethouder Norder zal het zo’n vaart niet lopen dat de nieuwe flat wordt betrokken door jonge bewoners. “Het zullen zeker geen yuppenflats worden. De flats zijn bestemd voor ouderen die eventueel behoefte hebben aan enige ondersteuning, maar niet aan ouderen die 24 uur per dag verzorging nodig hebben”, aldus de wethouder. Tot slot moest de kwestie van de dreigende bomenkap aan de Wassenaarseweg nog worden geregeld. Een overtuigende meerderheid van de gemeenteraad nam een motie van de VVD aan, waarin staat dat er aan de Wassenaarseweg geen bomen mogen worden gekapt ten behoeve van een nieuwe inen uitrit omdat de bestaande in- en uitrit ter hoogte van de Neuhuyskade voldoet. Zie ook pagina 8
6>Varia terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 22 februari 2013
foto’s uit het haags gemeentearchief
Den Haag - Brussel met hindernissen
Den Haag - Brussel is niet alleen voor de Fyra een moeizaam traject. Ook voor menig wielrenner is het een uitdagende rit gebleken. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw organiseerde de Residentie Rennersclub Sparta fietstochten tussen Den Haag en Brus-
Gelukkig was even verderop de spoorwegovergang gesloten sel. Sparta, opgericht in 1912, was een grote vereniging en mocht zich bovendien verheugen in koninklijke aandacht. Binnen een jaar na oprichting kreeg ze het predicaat ‘Koninklijk Goedgekeurd’ en zowel Prins Hendrik der Nederlanden als Koning Albert I van België hebben zitting gehad in erecomités van de vereniging. De eerste Den Haag-Brussel-rit vond plaats in 1923. Een echte wedstrijd mocht het niet heten (in die tijd was het verboden om wielerwedstrijden op de openbare weg te houden): het
was een betrouwbaarheidsrit. Voor de aankomst in Brussel werd een richttijd bepaald en de renners kregen strafpunten bij het overschrijden van deze niet te halen richttijd. Hoe minder strafpunten, hoe sneller de renner de rit had volbracht. Aan de eerste rit, uitsluitend opengesteld voor leden van Sparta, deden slechts achttien renners mee. Tien jaar later was de Den HaagBrussel-rit uitgegroeid tot een grootschalig evenement met 140 deelnemers, zowel amateurs als veteranen. Ook leden van andere wielrenverenigingen uit Nederland, België en Duitsland deden mee. De renners begonnen op deze tiende april 1932 met zeer sterke tegenwind aan de 170 km naar Brussel. De rit was van het startpunt, Hotel Atlanta in de Wagenstraat, tot Moerdijk geneutraliseerd, dit stuk telde dus niet mee voor het klassement. De renners moesten hier met een pont het Hollands Diep oversteken, aangezien er nog geen brug was. Na de oversteek was er een nieuwe start, maar die verliep rommelig. Een aantal renners was namelijk al op weg vóórdat het startschot had geklonken. Gelukkig was even verderop de spoorwegovergang gesloten, zodat de renners daar
De start van de tiende Den Haag-Brussel-rit in de Wagenstraat op 10 april 1932. >Foto: Haags Gemeentearchief
opgevangen konden worden en er opnieuw een start volgde. Door de harde wind bleef de groep niet lang bij elkaar, er ontstond een kopgroep die naarmate de rit vorderde, steeds kleiner werd. Vlak over de grens bij Mortsel kon de kopgroep nog net voor een sluitende spoorwegovergang langsfietsen. De achtervolgers
inclusief de vijftig auto’s en motorfietsen met controleurs en mensen van de pers moesten wachten tot de trein gepasseerd was. Op zo’n dertig kilometer voor Brussel had Gerrit van der Ruit een grote en volgens velen beslissende voorsprong opgebouwd, toen materiaalpech hem trof: een lekke band. Hij
wist deze echter zo snel te verwisselen, dat hij een deel van zijn voorsprong kon behouden. Helaas reed hij twee kilometer verder wederom lek en dit keer reden zijn achtervolgers hem wel voorbij. In de sprint leek de amateur Frank Slaats de beste papieren te hebben, maar Piet van der Horst slaagde er de laatste twintig meter in Slaats met een uiterste krachtinspanning achter zich te laten. Van der Horst, Olympisch medaillewinnaar van 1928, won de rit met twee fietslengtes voorsprong. De onfortuinlijke Van der Ruit behaalde kort achter Slaats toch nog de derde plaats. De eerste negen plaatsen in het klassement waren Nederlanders. De tiende plaats werd bezet door de Duitser Wierz. Op de prijsuitreiking sprak de Belgische gezant Maskens Piet van der Horst toe en reikte hem de door de Belgische koning uitgeloofde medaille uit. Een elfde editie van de Den HaagBrussel-rit is er nooit gekomen, waarschijnlijk omdat de crisisjaren dit de vereniging onmogelijk maakten. Cynthia Hamberg www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
residentie Orkest Ontvangt FREdERiEkE SAEiJS
Antonio MEndEz dirigeert Britten en Brahms
de op-en-top haagse violiste Frederieke saeijs soleert bij het residentie Orkest met het derde vioolconcert van mozart.
antonio méndez herdenkt de honderdste geboortedag van Benjamin Britten met zijn meest ontroerende liederencyclus: de serenade voor tenor, hoorn en strijkers.
Vr 8 maart 20.15 uur za 9 maart 20.15 uur
Mario Venzago dirigent Frederieke Saeijs viool Janácek suite ‘het sluwe vosje’ Mozart vioolconcert nr. 3 dvorák symfonie nr. 7 1e rang € 38,- | 2e rang € 32,50 | 3e rang € 20,- | <27 jaar € 10,-
Vr 22 maart 20.15 uur zo 24 maart 14.15 uur
Antonio Méndez dirigent Ben Johnson tenor | René Pagen hoorn Pärt Cantus in memoriam Benjamin Britten Britten serenade | Brahms symfonie nr. 4 1e rang € 38,- | 2e rang € 32,50 | 3e rang € 20,- | <27 jaar € 10,-
Frederieke Saeijs alle concerten vinden plaats in de dr anton Philipszaal, den haag. kAARtEn BEStEllEn: 070 88 00 333 of residentieorkest.nl
7
regio<
Vrijdag 22 februari 2013 > Den Haag Centraal
Dienstverlening aan ondernemers kan beter verreck WASSENAAR/VOORSCHOTEN – De dienstverlening van de gemeenten Wassenaar en Voorschoten aan ondernemers moet worden verbeterd. Dat is één van de conclusies van een onderzoek van De Kamer van Koophandel Leiden naar de dienstverlening aan ondernemers in 26 gemeenten in de regio. De beide gemeenten, samenwerkend in werkorganisatie Duivenvoorde, hebben intussen al enkele maatregelen genomen, die de dienstverlening moeten bevorderen. Zo stellen ze twee extra functionarissen aan, die samen het ondernemersloket
vormen, en zal in het tweede kwartaal van dit jaar een digitaal ondernemersloket worden geopend. Het door de Kamer van Koophandel gepubliceerde rapport geeft concrete aanbevelingen. Een belangrijk punt van kritiek blijkt het functioneren en de bereikbaarheid van het Klantcontactcentrum (KCC) van de gemeenten Wassenaar en Voorschoten. De Kamer van Koophandel geeft aan dat medewerkers van het KCC nader geïnstrueerd moeten worden om klanten ‘warm’ door te verbinden. Dit betekent dat de medewerker de vraag van
een klant begrijpt en die kan doorgeven aan degene met wie hij of zij doorverbindt. Ook is er een instructie nodig over hoe gesprekken met klanten te starten en af te ronden. Verbeterplan Vorig jaar stelde de gemeente Wassenaar reeds een verbeterplan op naar aanleiding van een eerder onderzoek. Het plan ‘Bewijs van Goede Dienst’ wordt nu aangescherpt en met aanvullingen uit het rapport van de Kamer van Koophandel doorgevoerd. Behalve de verbetering van het telefonisch
contact met het Klantcontactcentrum is ook de beantwoording van mails voor verbetering vatbaar. De ‘afhandelingstermijn’ van binnenkomende emails zal strakker moeten worden gecontroleerd. Ook ontbreekt het aan een standaardopzet voor de beantwoording. De twee extra functionarissen die nu zijn aangesteld zullen het ondernemersloket bemannen. Niet door achter een balie plaats te nemen maar door telefonisch bereikbaar te zijn. Voor meer informatie: www.wassenaar.nl
Kinderboerderijen gaan draaien met zorgorganisatie Door Gilles Boeuf
LEIDSCHENDAM-VOORBURG – Als gevolg van de gemeentelijke bezuinigingen heeft de gemeente Leidschendam-Voorburg besloten nog maar één van de drie kinderboerderijen in Leidschendam-Voorburg open te houden. Kinderboerderij Essesteijn blijft open, terwijl Rusthout mogelijk door een Stichting wordt voortgezet en kinderboerderij Vreugd en Rust een dierenweide wordt. De gemeente heeft in zorgorganisatie Middin een partner gevonden. Mensen met een verstandelijke beperking zullen zorg dragen voor het onderhoud van de kinderboerderij. Zorgorganisatie Middin heeft al ervaring met het begeleiden van cliënten met een verstandelijke beperking op een kinderboerderij. In Rijswijk beheert Middin al vijftien jaar kinderboerderij Het Akkertje. Juist om die reden heeft de gemeente LeidschendamVoorburg contact gezocht. Hans Houweling, zorgmanager bij Middin: “Dit is een kans voor de gemeente en wij kunnen laten zien wat we al aan ervaring hebben”. Niet alleen met de gemeente werkt Middin graag samen. Houweling benadrukt dat het werken op de kinderboerderij samen met een grote groep vrijwilligers gebeurt. “ In en met de samenleving , dat vinden wij de belangrijkste uitdaging”. Zeventien vrijwilligers van Stichting De Groene Basis zorgen er voor dat Essesteijn ook in het weekend open kan blijven en geven milieu- en natuureducatie aan kinderen. Voor het komend voorjaar zijn er al 150 excursies aangevraagd door basisscholen. Trots De acht ‘mee-werkers’, zoals de cliënten van Middin zichzelf liever noemen, zullen vanaf komende week op Essesteijn worden begeleid door een medewerker van Middin. Net als de cliënten is de medewerker al werkzaam geweest bij Het Akkertje. Houweling; “ Dit is plezierig en zinvol
De exploitatie van kinderboerderij Essesteijn is overgedragen aan zorgorganisatie Middin.>Foto: C&R
werk en de mee-werkers zijn ontzettend trots op wat ze doen”. Voor de cliënten bestaat het werk uit het onderhoud van het terrein, het uitmesten van de hokken en het voeren van de dieren. Dankzij het partnerschap met Middin kan ook kinderboerderij Vreugd en Rust open blijven. De voormalige kinderboerderij blijft met beperktere openingstijden open voor publiek. Omdat de educatieve functie wegvalt en er minder grote dieren staan, verandert
de status in ‘dierenweide’. Wederom zijn het mensen met een verstandelijke beperking die de boel draaiende houden. Bruikleen De boel draaiende houden, dat is wat een aantal bewoners van Leidschendam-Voorburg ook graag wil voor kinderboerderij Rusthout. Ze hebben zich verenigd in Stichting Vrienden van Rusthout. Burgemeester en wethouders hebben inmiddels ingestemd met
het in bruikleen geven van de grond en de gebouwen van Rusthout aan de Stichting. Over de precieze voorwaarden wordt nog onderhandeld. Wethouder Van Ostaijen draagt deze week op kinderboerderij Essesteijn symbolisch de sleutel over aan Middin. Van Ostaijen: “Er is op boerderijvoorzieningen veel bezuinigd. We zijn blij dat met de samenwerking van Middin op stadskinderboerderij Essesteijn ook dierenweide Vreugd en Rust open kan blijven”.
VVD niet voor herbenoeming Hoekema WASSENAAR– De leden van de VVD in Wassenaar hebben voor een motie gestemd om burgemeester Hoekema niet voor een tweede termijn te benoemen. Deze stemming tijdens een ledenvergadering is een advies aan de VVD-fractie in de gemeenteraad. Of de fractie dit advies overneemt, is nog niet bekend. Ook de leden van Wat Wassenaar Wil
(WWW) zijn volgens partijvoorzitter Henri Hendrickx niet voor een tweede termijn. WWW zoekt een burgemeester die volgens de partijvoorzitter een geïnspireerd leider is en politieke processen goed kan managen. Hendrickx: “Aan deze kwaliteiten voldoet Hoekema niet”. WWW en de VVD vormen met 13 van de 21 zetels een meerder-
heid in de gemeenteraad. Per 1 juli 2013 eindigt de ambtstermijn van burgemeester Hoekema en dient de gemeenteraad een aanbeveling te doen aan de minister van Binnenlandse Zaken over zijn herbenoeming. Dat doet zij door uit haar gelederen een vertrouwenscommissie samen te stellen. Deze commissie moet vervolgens een
oordeel vormen over het functioneren van de burgemeester en haar bevindingen met hem bespreken. Het verslag van dit gesprek, samen met het oordeel over het functioneren, wordt aan de raad voorgelegd die uiteindelijk in een besloten vergadering hierover beraadslaagt. Deze vergadering staat begin maart op het programma.
Oranje blanje bont en blauw
Zilversmeden zijn doende de kroon van een bijpassend formaat te voorzien. Willem-Alexander wordt koning! Hoe zal 30 april 2013 de geschiedenis ingaan? De vorige troonswisseling kan ik mij nog goed herinneren. Ik was eerstejaarsstudent en speelde met mijn Haagse vrienden Paul en Rolf in een straatmuzikantengroepje, het PAROMA-trio. Hoewel het gistte in de stad, leek er ’s ochtends nog niet veel aan de hand. Wij begaven ons naar de Dam, pakten onze instrumenten uit en begonnen in een vrolijk zonnetje te spelen. We stonden ergens bij Het Monument, ver achter al die uit de provincie ingevlogen oranjeklanten. De sfeer was lacherig, helemaal toen er iemand vlakbij ons een rookbom tot ontbranding bracht. De rook vermengde zich met die van gretig opgestoken dikke sigaretten. Een Zweedse journalist vroeg of wij musiceerden bij wijze van ‘tribute to the new queen’. Ach welja, zeiden wij, maar we legden hem vooral uit dat het Koninginnedag was en dat je dan onbelemmerd met je kunsten centjes kon verdienen. Toen zwaaiden de balkondeuren open. De geselecteerde onderdanen vooraan gingen uit hun oranjebolletjes. Maar ook in ons wereldwijze buurtje begon men als één man te juichen. Kortstondig, want toen scheen iedereen te beseffen dat je zoiets als republikeinse Amsterdammer anno 1980 niet meer deed: juichen voor de koningin. Spoedig klonken er andere geluiden en wel in die mate dat de arme ouwe Juliana er niet meer over heen kwam: ‘Zojuist...zojuihuist...’ Klunziger kon niet. Ik voelde mee met de wit weggetrokken Familie. Daar stonden ze, oog in oog met hun boertige volk. Daarna zijn we nog lekker op het Rokin gaan spelen, totdat de sfeer razendsnel omsloeg. Een overdosis ME-busjes dreef ons op. Vriendelijke Vrijmarkt-bezoekers werden meegesleept in deze agressie en begonnen stukken trottoir te werpen. We hebben moeten rennen om niet in de verdrukking te komen. Later stonden wij op 20 meter afstand van een cordon ME’ers in de Kalverstraat de evergreen ‘Het is uit het leven gegrepen’ te spelen. Wolken traangas en hash om onze hoofden, ’t was net Toppop. In de Volkskrant stond onlangs een stoer stuk over de zogenaamde mislukking van het koningschap van Beatrix: al haar stokpaardjes (ontwikkelingshulp, duurzaamheid, Europa) zouden uit de mode zijn. Tja. En straks weer niet. Ondertussen kwijlt het ooit zo opgewonden volk bij de aanblik van de Oranjes. 30 april wordt een onberispelijk evenement. Hoezo mislukt? Marcel Verreck www.marcelverreck.nl
8>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 22 februari 2013
Norder weet niet beter dan te slopen en nieuw te bouwen Door René Vlaanderen en Valentijn van Koppenhagen
Op 6 februari besprak de commissie het zoveelste voorstel om de Stichting Arendsdorp toe te staan het huidige gebouw te slopen en te vervangen door nieuwbouw. Het probleem Arendsdorp, een eertijds riante verzorgingsflat in het park Arendsdorp, dient vol-
IJzeren gordijn In zijn bekende naoorlogse toespraak stelde Winston Churchill dat dwars door Europa een ijzeren gordijn was neergelaten. Anno 2013 had hij kunnen vaststellen dat dwars door de Haagse gemeenteraad eveneens een ijzeren gordijn is neergelaten. Aan de ene zijde de collegepartijen, PvdA, VVD, D66 en CDA, met een kleine meerderheid. Aan de andere kant de oppositiepartijen. Op het belangrijke gebied van bouwen, bestemmingsplannen, etc. oefent PvdA-wethouder Norder binnen de coalitie een praktisch dictatoriale macht uit. Herhaaldelijk moeten de collegepartijen daarvoor buigen omdat de PvdA voorlopig nog niet af wil van deze wethouder, al groeit ook in die partij de weerstand. De andere collegepartijen volgen, uit vrees dat zij de volgende raadsperiode niet meer in het college worden gevraagd. Het gevolg is dat steeds vaker en bloc wordt gestemd over voorstellen van Norder: de collegepartijen vóór, de oppositiepartijen tegen. Met democratische meningsvorming heeft dit niets meer te maken, maar wel met een zich welbewust buitenspel zetten van de raad. Een onheilspellende ontwikkeling als men naar de Europese geschiedenis kijkt. Vorige week was dat ook weer het geval bij de raadsbehandeling van het zeer omstreden bestemmingsplan Oostduin-Arendsdorp. Dat plan voorziet in massale nieuwbouw in dit waardevolle park. De VVD en D66, die bij raadsverkiezingen veel stemmen trekken in het Benoordenhout, bogen ook ditmaal weer het hoofd voor Norder en lieten de honderden Benoordenhouters die bezwaar hadden gemaakt als een baksteen vallen. mr. A. van Sonsbeeck
gens de eigenaar gesloopt te worden en vervangen door nieuwbouw, liefst hoger en groter. De lijst van leegstaande kantoren in de directe omgeving is lang. Dus waarom niet echt geprobeerd van één van die kantoren verzorgingseenheden te maken? Norder schrijft wel dat onderzocht is of zulks in het Lummusgebouw zou kunnen (dus niet, volgens hem), maar er is niet gekeken naar andere leegstaande of binnenkort leegkomende kantoorpanden. De Vrienden van Den Haag hebben onderstaande reactie naar de commissie gezonden: Met een gevoel van teleurstelling hebben de Vrienden van Den Haag kennis genomen van het voorstel van wethouder Norder met betrekking tot bovengenoemd onderwerp. Dit,omdat in zijn voorstel de wethouder kiest voor nieuwbouw van Arendsdorp. Hiermee wordt een kans gemist om het beleid tot omvormen van leegstaande kantoorpanden uit te voeren en de kans om stenen in groen om te zetten wordt ook gemist. Het gevolg van deze gemiste kans is dat er weer gebouwen leeg blijven staan, er weer een gebouw gesloopt gaat worden en het nog maar de vraag is of de beoogde nieuwbouw inderdaad als verzorgingseenheden/serviceappartementen zullen worden bewoond. Of worden het ‘gewoon’ luxe appartementen omdat door allerlei maatschappelijke ontwikkelingen verzorgingsflats niet of nauwelijks meer te verhuren zijn?
Transformeren Veel kantoorpanden staan leeg, het gemeentelijk beleid is om dit overschot te verminderen door de panden geschikt te maken voor andere functies. Als Stichting Arendsdorp en de projectontwikkelaar in plaats van nieuwbouw een naburig kantoorgebouw transformeren tot serviceappartementen, versterken zij het Haagse gemeentebeleid en verminderen zij leegstand en verloedering van de grote gebouwen in het Benoordenhout. Het heeft ons dan ook verbaasd dat de bestrijding van de leegstand in onze stad ook hier weer niet lijkt te gaan lukken. Dezelfde wethouder die verantwoordelijk is voor de bestrijding van de (kantoren-)leegstand helpt hier de leegstand in stand te houden. Diverse panden zouden voor transformatie in aanmerking kunnen komen, zoals het Lummus-kantoor en het vroegere Shell-gebouw. Thans is alleen
uw mening
Schoothondje van Norder
aanpassing van het Lummuskantoor bekeken en te duur bevonden. Er ontbreekt echter een duidelijke kostenvergelijking die ook voor andere belanghebbenden toegankelijk is. Voor andere gebouwen is geen inschatting gemaakt. Verder is alleen gekeken naar de kosten van nieuwbouw versus transformatie. Niet meegenomen zijn de kosten van onderhoud en leegstand voor de eigenaars van de kantoorpanden en de gemeente, en de indirecte kosten voor een stadswijk waar meerdere grote panden lange tijd leegstaan. Door af te zien van nieuwbouw en een bestaand gebouw in de wijk te transformeren tot aantrekkelijke serviceappar-
Haagse Harry
doen niets anders dan met grote verliefde ogen naar hem lonken en vergeten daarbij totaal hun eigen achterban. Misschien kwam het dit keer omdat het Valentijnsdag was, wie zal ’t zeggen? Ik hoop dat de verkiezingen voor de gemeenteraad dit college volgend jaar wel wakker schudden. Enny Kleikamp-van Leeuwen
Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
© Marnix Rueb
Het Haagse College van B&W lijkt een schoothondje van wethouder Norder. Wethouder Norder verdedigde vorige week in de gemeenteraad zijn plannen voor het landgoed ArendsdorpOostduin. Ik weet één ding zeker: als hij in tweedehands auto’s handelde, zou ik er nooit van m’n leven één bij hèm kopen. Hij weet een aanzienlijk grotere bebouwing midden in het kloppende groene hart van het Benoordenhout te verkopen alsof het een verbetering van het park zou zijn, en trekt zich niets aan van verzet vanuit de buurt. De andere collegepartijen, met de VVD voorop, gevolgd door D’66 en het CDA, durven nauwelijks een woord van kritiek te uiten. Niks dualisme, wethouder Norder bestuurt de stad. En de collegepartijen,
Een eerste ontwerp voor een nieuwe serviceflat in het park Oostduin Arendsdorp. Architect: Jeroen Kreijne van Lengkeek Architecten. > Foto: Werkgroep Nassaubuurt.
tementen winnen bewoners en stichting Arendsdorp tweemaal: (1) Er hoeft maar eenmaal verhuisd te worden en (2) verhuizing is pas nodig nadat de nieuwe appartementen zijn opgeleverd. Daarmee verdwijnt een belangrijke rem voor adspirant bewoners en een kostenpost voor het huidige Arendsdorp. Want nu staan veel untis leeg door de sloopplannen. Verder kan door transformatie een belangrijk deel van het park aan de natuur worden teruggegeven. Het gemeentelijke beleid voor een groene stad met parken en ecologische verbindingszones wordt hiermee versterkt. Een onderzoek naar de werkelijke mo-
gelijkheden en kosten van transformatie kan dus vele doelen dienen. Het is een kans om bij te dragen aan de realisatie van het gemeentelijk bouwbeleid, de financiële en sociale kosten van leegstand en verhuizing te verlagen, en de natuur er ditmaal iets bij te geven. Een unieke kans voor de stad Den Haag om deze aanpak te onderzoeken: van experiment naar ervaring en erkenning. De Vrienden van Den Haag verwachten een betere oplossing! René Vlaanderen is voorzitter van de Vereniging Vrienden van Den Haag, Valentijn van Koppenhagen is lid van de werkgroep Stadsbeeld en Stadsgroen
9
economie<
Vrijdag 22 februari 2013 > Den Haag Centraal
BIZ maakt het verschil in de winkelstraat
Meer banen in de regio Door acquisitie van nieuwe investeringen en vestigingen van buitenlandse bedrijven worden in de regio WestHolland op termijn 889 banen gecreëerd. Dit blijkt uit de jaarresultaten van de WestHolland Foreign Investment Agency (WFIA), het bureau dat namens gemeenten, provincie en Kamer van Koophandel buitenlandse investeringen aantrekt voor de regio. De WFIA bemiddelde bij nieuwe vestigingen en herplaatsingen van 40 buitenlandse bedrijven in de regio. De projecten uit 2012 laten een groeiverwachting zien van 889 nieuwe banen na 3 jaar. Dit is bijna een verdubbeling van de prognose in 2011. De startende bedrijven in 2012 hebben bij elkaar 168 werknemers in dienst. Daarnaast zijn bij de herplaatsingsprojecten 533 bestaande arbeidsplaatsen behouden.
Veolia in de verkoop Veolia heeft flink te lijden onder de economische crisis in Europa, daarom ziet het moederbedrijf zich genoodzaakt de Nederlandse tak te koop te zetten. In Nederland levert Veolia openbaar vervoer in Zeeland, Brabant, Limburg, Zuid-Holland en Gelderland. Veolia zegt dat alle bestaande contracten blijven bestaan. Het laatste contract loopt af in 2017, in de regio Haaglanden. Ook blijft de naam Veolia voorlopig gewoon bestaan.
Den Haag steeds meer filmstad De samenwerking in de BIZ heeft de Hobbemastraat al veel opgeleverd.>Foto: Jurriaan Brobbel
Door Jan van der Ven
Zijn enthousiasme is aanstekelijk. Wanneer winkelstraatmanager Hans van Agt over zijn werk in de Hoefkade en de Hobbemastraat vertelt, moeten de vonken wel overslaan bij zijn gesprekspartners. In opdracht van de gemeente toog hij ruim anderhalf jaar geleden aan het werk in beide straten. Zijn eerste doel: de winkeliers laten samenwerken en het optuigen van een winkeliersvereniging. Zijn einddoel: voldoende winkeliers zien mee te krijgen voor de oprichting van een zogeheten Bedrijfs Investeringszone (BIZ). Van Agt heeft beide doelen gehaald. “Nu is het zaak de winkeliers erbij te houden. En da’s niet altijd even makkelijk, want samenwerken kost tijd. En het blijven zelfstandige ondernemers, die het altijd vreselijk druk hebben met hun eigen zaak”, weet Van Agt. BIZ is het toverwoord. Het begrip bekt niet echt lekker, maar een BIZ kan voor winkelstraten een wereld van verschil zijn. De nieuwe minister van Economische Zaken, de VVD’er Henk Kamp, is groot voorstander van de BIZ. Hij heeft daarom eind vorig jaar de Tweede Kamer laten weten dat na vier jaar experimenteren met de BIZ, de regeling een definitief karakter krijgt. “Goed nieuws dus voor de Haagse winkelstraten die, net als de Hoefkade en de Hobbemastraat, een BIZ zijn geworden”, weet het PvdA-raadlid Mustafa Okcuoglu. De PvdA’er is al geruime tijd een groot pleitbezorger van de BIZ, al weet hij ook dat er veel energie en overtuigingskracht nodig is om voldoende winkeliers op één lijn te krijgen. De praktijk laat zien dat landelijk de helft van de pogingen om een BIZ van de grond te tillen, uiteindelijk mislukt.
“Maar als het lukt, dan zie je ook in de hele straat de resultaten ervan”, zegt de PvdA’er en hij noemt als voorbeeld de Paul Krugerlaan. Die straat onderging een complete metamorfose. De winkeliers zijn er tevreden, de klanten eveneens. Intussen kregen ook de Frederik Hendriklaan en de Van Hoytemastraat hun BIZ. De kans op mislukken wordt kleiner wanneer mensen als Hans van Agt hun enthousiasme loslaten op het samensmeden van de winkeliersbelangen. In dat proces draait het vooral om overtuigingskracht. “Je moet de winkeliers laten zien dat ze via een BIZ invloed kunnen uitoefenen op de problemen waar ze mee kampen. En je moet ze laten zien dat de kwaliteit van het winkelgebied erdoor verbetert”, legt Van Agt uit. Nee, er hangt geen dikke gemeentelijke subsidiebuidel boven de BIZ te wachten. Wel maakt de gemeente mankracht vrij om winkeliers te helpen. Of er worden krachten van buiten ingehuurd, zoals Hans van Agt. Soms is de gemeente ook bereid in de buidel te tasten voor de aanschaf van sfeerverlichting. “Maar als die na een tijdje vervangen moet worden, moet de winkelstraat het geld zelf ophoesten”, stelt Van Agt. Kassa Dat geld is dan afkomstig van de BIZ zelf. Hoe komt een BIZ aan geld? Van Agt legt uit: “Wanneer een BIZ eenmaal draait, verplichten alle winkeliers zich tot het betalen van een gemeentelijke heffing. Dus ook de winkeliers die eigenlijk niets wilden weten van een BIZ. Die moeten toch meebetalen, je hebt dus geen freeriders”. Het geld verdwijnt niet in de kassa van de wethouder van financiën. Het geld wordt terugbetaald aan de
straat zelf en is bestemd voor projecten die de gehele winkelstraat ten goede komen. Van Agt: “Zo hebben we in de Hobbemastraat alle kauwgum op de stoep laten verwijderen met stoommachines. Je wilt niet weten hoeveel plakken kauwgum er vanaf kwamen. Op sommige tegels zaten wel vijftig vieze plakken kauwgum”. De straat kreeg ook zeer moderne verlichting. Van Agt laat foto’s zien: de pilaren van het overdekte deel van de winkelstraat krijgen ’s avonds een groene of blauwe glans. Hoeveel geld er te besteden valt, hangt af van het soort straat. De betaling per winkelier kan gerelateerd zijn aan de WOZ-waarde van het pand. Wat tot gevolg heeft dat de BIZ in bijvoorbeeld de Van Hoytemastraat te boek staat als rijk. In andere straten wordt per kadastrale eenheid betaald. In de Hobbemastraat gaat het jaarlijks om een bedrag van 21.000 euro dat de winkeliers samen opbrengen. “Winkeliers betalen er zo’n 25 euro per maand. Dat is in de Frederik Hendrikstraat veel meer, soms wel duizenden euro’s per jaar”, weet van Agt. Het geld wordt niet alleen geïnvesteerd in het wegstomen van kauwgum, ook de veiligheid staat hoog op het lijstje. In overleg met alle partijen (van brandweer tot politie en gemeente) worden hierover afspraken gemaakt. Vervolgens krijgt de winkelstraat een KVO, een Keurmerk Veiligheid Ondernemen. Aan de hand van een enquête wordt de (on)veiligheid van de betreffende straat in beeld gebracht. De volgende stap is het nemen van maatregelen, zoals een veiliger entree van een winkel. Na verloop van tijd wordt gekeken of de straat veiliger geworden is. Verder worden er veelkleurige nieuwsbrieven gemaakt, bedoeld om de deelnemende winkeliers
te informeren over het laatste nieuws. Daarnaast wordt facebook ingezet, zodat iedereen op de hoogte is van de laatste nieuwtjes of foto’s kan zien van de intocht van Sinterklaas. Gevaren Ondanks het succes van een BIZ liggen er gevaren op de loer, weet van Agt. “Samenwerken en de boel bij elkaar houden blijft moeilijk, zeker wanneer het gaat om zelfstandigen die het druk hebben met hun bedrijf”, is zijn ervaring. Van Agt neemt het bestuur nog veel werk uit handen. Een kantoor heeft hij niet, hij trekt door de winkelstraten, van afspraak naar afspraak. Gasten ontvangt hij in het restaurant van de voorzitter van de winkeliersvereniging op de hoek van het Hobbbemaplein en de Hobbemastraat. Eigenaar Farid Habib van Food Court de eerste Halal Fastfood zaak van Nederland. Farid Habib kijkt tevreden terug. “We zijn er als winkeliers doorheen gekomen, we hebben de winkeliers kunnen overtuigen van het nut en de noodzaak van de samenwerking. De BIZ is goed voor de straat., weten de winkeliers nu ook”. Al blijven er twijfelaars, zoals de eigenaar van de belwinkel of die van een café. Ze voelen zich ondanks alle inzet van Van Agt en Raid Habib geen onderdeel van het collectief, zeker niet als dat maandelijks ook nog eens geld kost. Habib vindt het een goede zaak dat de BIZ alle winkeliers verplicht mee te betalen. Dwang is noodzakelijk. “Want er zijn altijd winkeliers die aanhikken tegen de betaling. Maar die kunnen er nu niet meer onderuit”, aldus Habib. Dat de betaling tot bijvoorbeeld een straat zonder kauwgum leidt, spreekt de winkeliers aan, is de ervaring van Habib. “Ze zien dat er nu iets gebeurt”.
Het gemeentelijk beleid om film- en tvprojecten naar de stad te trekken, werpt zijn vruchten af. De afgelopen twee jaar is Den Haag het decor geweest voor 40 producties die in de stad zijn opgenomen, zoals Bellicher, Smoorverliefd en Voetbal Internationaal Oranje. Producenten maken dankbaar gebruik van het netwerk dat de gemeente heeft opgezet om hen zoveel mogelijk te faciliteren. Het faciliteren bestaat onder meer uit het coördineren van het vergunningentraject, hulp bij het zoeken van geschikte Haagse filmlocaties en ondersteuning bij premières, setbezoeken en perspresentaties. Zo stelt de gemeente de door haar beheerde gebouwen beschikbaar voor opnames. ROC Mondriaan is een belangrijke partner in het netwerk door bijvoorbeeld mensen beschikbaar te stellen voor catering en beveiliging op de filmset. Na nationale producenten zet de gemeente nu ook in op internationale filmmakers. Den Haag zal zich de komende tijd op internationale beurzen presenteren en lanceerde onlangs een filmpje waarmee buitenlandse producenten in één keer kunnen zien wat Den Haag als filmstad hen te bieden heeft.
Vieze lucht gemeten Milieudefensie en wijkbewoners hingen deze week verkleed als gezonde-luchtverpleegsters het honderdste meetpunt op in Den Haag. In de campagne ‘samen voor gezonde lucht’ gaan burgers samen met Milieudefensie een jaar lang meten hoe ongezond de lucht is in hun wijk. Het honderdste meetpunt is opgehangen op de hoek van de 2e Sweelinckstraat en het Stadhoudersplantsoen. “Luchtvervuiling wordt in Nederland te weinig gemeten”, aldus Ivo Stumpe van Milieudefensie. “Wij willen samen met burgers in kaart brengen hoe de luchtkwaliteit is op plekken die voor hun van belang zijn. In wijken waar mensen wonen, werken of waar hun kinderen naar school gaan”.
10>interview Vilan
Verkassen xxxxx
Den Haag Centraal > Vrijdag 22 februari 2013
Marco van Baalen, nieuwe directeur Haags Historisch Museum en de Gevangenpoort
‘Met mij hebben ze gekozen voor de inhoud’
Wanneer u dit leest, ben ik verVilan van deander Loo huis. Tijdelijk. kast naar een Omdat ik door de maanden durende renovatiewerkzaamheden in mijn straat zenuwpatiënt ben geworden. ’t Valt me tegen van mezelf, maar inmiddels kom ik bij het kleinste geluid al los van de grond. Dus dan weet u het wel. Elke werkdag was het buiten prijs. ’s Morgens vroeg arriveerden er enkele of meerdere mannen nooit vrouwen in auto’s. Mannen met zín in de dag. Met groot enthousiasme parkeren ze hun auto’s, om elkaar daarna zo luidruchtig te begroeten alsof ze broers waren die elkaar na jaren eindelijk weer terugzagen. En dat dus élke ochtend. Daarna gingen ze klussen, vooral boren en hakken. Als ik ze uit het raam bekeek, leken het me stuk voor stuk aardige mannen met veel plezier in het leven. Ze maakten in groepsverband indianengeluiden, meerstemmig en loepzuiver, waarvan ik elke noot kon horen omdat ze dan allemaal in de badkamer van de onderbuurman stonden en het hier extreem gehorig is. Chagrijnig waren de mannen geen moment. U merkt het, ik probeer alles positief te zien. Dat heb ik nog best lang volgehouden, ongeveer tot ik me realiseerde dat ik binnen tien minuten na wakker worden in bed lag te snikken. Met de totale overspanning op komst werd een wisselwoning urgenter. Ik kreeg iets toegewezen en probeerde een verhuisplan te maken. Soms zat ik een uur naar buiten te kijken. Wezenloos. Op zich is verhuizen eenvoudig. Inpakken, transporteren, uitpakken. Een veilige kamer maken voor mijn kleine kater Tim, die zelf mag bepalen hoe en wanneer hij het nieuwe huis gaat verkennen. Internet regelen. Alles regelen. En heel vaak mezelf toezingen van: kom Kees, het is maar tijdelijk. Straks mag ik immers weer terug naar huis. Wat me dwars zit, is dat ik bezweken ben aan de overlast. Ik had verwacht dat ik sterker zou zijn. Maar ik wist niet, dat dit buitengeluid, of beter gezegd deze voortdurende rotherrie, zo op mijn zenuwen zou inwerken. Is het na de werkdag stil in de straat, dan lig ik als een geknakte lelie op de bank bij te komen en dan moet ik wéér huilen, om alles. Dus nou ja, ’t kan niet anders. Met dit nieuwe zelfinzicht verhuis ik naar de wisselwoning. Ik ben een zwakke zuster, die bezweken is aan een overdosis zingende mannen met drilboren. Met mij kunt u de oorlog niet winnen, helaas. Vilan van de Loo
Marco van Baalen begint op 1 mei als de nieuwe directeur van het Haags Historisch Museum en museum De Gevangenpoort. Hij werkte jarenlang samen met de vertrekkende directeur Antoinette Visser. Ook hij belooft een sociale leidersstijl. ‘Als ik de opdracht had gekregen om voor het eind van het jaar vijf mensen te ontslaan, had ik bedankt voor deze baan’.
Door Annerieke Simeone Hij wil nog wel gewoon een grap kunnen maken met een suppoost als hij per 1 mei de nieuwe directeur wordt van het Haags Historisch Museum en De Gevangenpoort. Marco van Baalen (1966), hoofd collecties van beide musea, ziet niet op tegen zijn promotie, maar zou het wel erg vinden als het contact met zijn medewerkers straks anders wordt. “Aan mij zal het niet liggen. Ik ga niet opeens in een ivoren toren zitten. Ik ben een mensenman”. Een sociale leidersstijl heeft de kunsthistoricus voor ogen. Net als die van de huidige directeur, Antoinette Visser, waarmee hij acht jaar lang nauw samenwerkte. “Antoinette heeft het vermogen haar personeel alle vrijheid te geven, zonder daarbij het overzicht te verliezen. Dat vind ik bijzonder, zo zou ik ook willen zijn”. Toch weet Van Baalen, die eerder werkzaam was voor het Noordbrabants Museum, het Amsterdam Museum en het Rijksmuseum, dat hij geen kopie is van Visser. “De uitstraling van Antoinette is, tja hoe zal ik het zeggen… bijna majesteitelijk. Die heb ik natuurlijk niet. We schelen een generatie. Sommige mensen vragen me: ben je niet te jong voor deze functie? Maar dat vind ik onzin”. Met opgetrokken wenkbrauwen: “Ik ben midden veertig! De laatste jaren is een hele garde aan oudere museumdirecteuren vervangen door een jongere lichting. Nog jonger dan ik zelfs. Kijk bijvoorbeeld maar naar Benno Tempel van het Gemeentemuseum. Die was 36 jaar toen hij daar begon”. Al jaren oefent Van Baalen zijn functie met plezier uit, toch dacht hij de laatste tijd wel eens na over een car-
rièreswitch. “Na acht jaar mag dat wel, toch?” De keren dat hij Visser verving als zij op vakantie of ziek was, bevielen hem goed. “Ik vind het leuk om de tent draaiende te houden”. Van Baalen wist dat Visser binnen afzienbare tijd met pensioen zou gaan. Nog voor hij actie kon ondernemen, werd hij gepolst als mogelijke kandidaat. “Vervolgens heb ik netjes een brief geschreven aan de Raad van Toezicht en gesprekken gevoerd over de belangrijkste kerntaken van beide musea: het beheren van de oude Haagse collectie, het verwerven van 20ste eeuwse geschiedenis en het uitbouwen van de relatie met de Haagse bevolking. Toen de Raad merkte dat ik de continuïteit wilde bewaren, waren ze overtuigd”. Van Baalen zucht even. “Even was ik bang dat ze zouden kiezen voor een manager, zoals je nu bij wel meer musea ziet, iemand die vooral financieel de zaken in orde maakt, maar met mij hebben ze gekozen voor inhoud. Iemand die weet wat er in de winkel te koop is”. Gruwelijk Inhoudelijk of niet, ook Van Baalen zal
‘De meeste op sensatiegerichte martelmusea hebben geen enkel historisch besef ’
de komende tijd flink op de kleintjes moeten letten. Of zoals hij het zelf verwoordt: gruwelijk gaan bezuinigen. Zowel het Haags Historisch Museum als De Gevangenpoort moeten om en nabij de 20% in de begroting snijden. “We hebben de plannen voor de komende jaren al bijgesteld en gelukkig behoudt iedereen zijn baan. Als ik de opdracht had gekregen om voor het eind van het jaar vijf mensen te ontslaan, had ik voor deze baan bedankt. Maar het is niet zo dat ik voor deze moeilijke periode wegloop. Samen met Antoinette hebben we als museumteam in die acht jaar iets opgebouwd. Ik voel me betrokken bij deze organisatie. De komende vier jaar zijn magere jaren, ik wil die vier vette jaren ook wel meemaken”. Als eerste bezuinigingsmaatregel neemt Van Baalen het advies van de gemeente over: minder doen. Een beetje ironisch: “Nou, dat doen we dan maar. We hadden zes à zeven tentoonstellingen per jaar, de komende jaren zijn dat er nog hooguit vier”. Ook zal hij net als Visser de stad in moeten, op zoek naar geld. “De politiek verwacht dat we die weg bewandelen. Partnerschappen sluiten, fondsen nog meer benaderen”. Van Baalen lijkt minder strijdvaardig dan de eerste directeur van het Haags Historisch Museum en De Gevangenpoort, Marie Christine van der Sman, nu bestuurder bij het Museon. Die dreigde zichzelf in de jaren 90 vast te ketenen aan het bordes van het Haags Historisch Museum toen het gevaar bestond dat het museum zou worden gesloten. Had Van Baalen ook niet zo’n protestactie moeten initiëren? De kunsthistoricus tuurt door het raampje van de koffiecorner aan de Hofvijver. “Tja, of dat nut zou hebben. Kijk, ik
>Foto: Piet Gispen
hou wel van een beetje actie voeren, maar je moet je ook bedenken dat het om een andere situatie ging. Neemt niet weg dat midden jaren 90, voordat de musea werden verzelfstandigd, geld kregen van de rijksoverheid of de gemeente. Dat was de geldlijn. Sponsoring of fondsen werden amper geraadpleegd. De meeste instellingen wisten niet wat hen overkwam toen de kraan werd dichtgedraaid. De tijden zijn inmiddels veranderd. Ik vind het wel gezond om zelf de boer op te gaan voor extra financiering”. Zo is enkele jaren geleden het Sint Sebastiaan Genootschap, in het leven geroepen. Geldschieters van deze business club die de activiteiten van het Haags Historisch Museum en Museum de Gevangenpoort ondersteunen, zijn ondermeer Silvia Tóth, juwelier Steltman en Wladimiroff Advocaten. De laatste subsidieert ook rechtgerelateerde lezingen. “Elk museum heeft zo'n club nodig”. Van Baalen pauzeert even. “Nou ja, bijna elk museum. Sommige zal het simpelweg nooit lukken extra geld binnen te halen. Er zijn genoeg musea met belangrijke collecties waar geen hond op af komt, terwijl de professionals zeggen: het is van groot belang dat deze verzameling bewaard moet blijven. Voor dat soort gevallen moet de politiek uitzonderingen maken”. De geschiedenis van het Haags His-
11
interview<
Vrijdag 22 februari 2013 > Den Haag Centraal
t
torisch Museum voert terug tot in de 19de eeuw. De eerste collectie bestond ondermeer uit een zestal uitzonderlijke groepsportretten van magistraten die op het Oude Stadhuis aan de Groenmarkt hangen, een collectie die het Haags Historisch Museum tot op de dag van vandaag beheert. Twee van deze magistraatsdoeken zijn onlangs gerestaureerd met behulp van het Sint Sebastiaan Genootschap. Een schilderij uit 1618 toont een groepsportret met Haagse stadsbestuurders en schutters. Van Baalen loopt er naar toe. Hij wijst de tweede persoon van rechts aan. “Zie je wat in zijn haar zit?” Zonder het antwoord af te wachten: “Een oog!” Met een infraroodcamera hebben we ontdekt dat Van Ravensteijn de figuur eerst hoger had geschilderd. We hadden het oog kunnen wegwerken, maar eigenlijk zie je het pas als je er met je neus opstaat. Dus we hebben het maar laten zitten. Het is een leuk detail”. Verantwoordelijk Verruit de meeste tijd brengt Van Baalen door in het Haags Historisch Museum, waar hij nu nog verantwoordelijk is voor de collectie. In de Gevangenpoort zit hij één dag per week, want ‘daar valt veel minder te regelen’. Het museum kent na-
melijk een permanente opstelling. Maar wel één die jaarlijks veel publiek trekt. Om en nabij de 50.000 bezoekers. Met dat aantal barst De Gevangenpoort bijna letterlijk uit zijn voegen. Al sinds de opening in 1882 is de voormalig middeleeuwse gevangenis een plek waar gidsen de spannendste verhalen vertellen. Bijvoorbeeld over de bekende gevangene Cornelis de Witt die er van werd beschuldigd prins Willem III te willen vermoorden. De gezant van de Staten-Generaal bleef desondanks alle valse beschuldigingen ontkennen, en belandde in de Pijnkelder waar hij drieënhalf uur door de beul onderhanden werd genomen. Het einde is bekend: Cornelis die na zijn ondervraging niet meer kan lopen, laat zijn broer Johan met een rijtuig komen om hem af te halen. Wanneer Johan binnen is, bestormt een uitzinnige menigte het gebouw. De beide broers worden naar buiten gesleept en gelyncht op de Plaats, even buiten de gevangenis. Zo zijn er tientallen van dit soort lugubere verhalen te vertellen. Toch waakt Van Baalen ervoor dat de Gevangenpoort op een hoop wordt gegooid worden met zogenaamde ‘torture’-musea. “Je kunt het zo smerig en griezelig maken als je wilt,
maar wij zijn daar een beetje terughoudend in. De meeste op sensatiegerichte martelmusea hebben geen enkel historisch besef. Ze gooien de geschiedenis op een hoop, plaatsen nepwerktuigen in een zaal en zetten in op de zieke geest. Prima als zij dat zo doen, voor ons is De Gevangenpoort een museum over de geschiedenis van het strafrecht”. De martelwerktuigen die in Den Haag staan, zijn uniek in de wereld. “De meeste landen, zoals bijvoorbeeld Engeland, hebben deze weggegooid uit schaamte. Eind 19de eeuw is hier juist uit oogpunt van kennisoverdracht bij wet besloten dat alle gevangenissenspullen die voor de sloop op de nominatie stonden, bij ons terecht kwamen”. Sinds de stad zich een paar jaar terug het imago heeft aangemeten van recht en vrede, past De Gevangenpoort ook mooi in het gemeentelijk promotieplaatje. Van Baalen vindt het prima. “Feitelijk was Den Haag sinds de 15de eeuw een rechtsstad. Toen was het Hof van Holland, het hoogste gerechtshof van Holland, al hier gevestigd”. Indorock Waar in De Gevangenpoort wekelijks tientallen groepen bijna letterlijk naar binnen worden geperst, kan
er bij het Haags Historisch Museum nog wel wat volk bij. De teller blijft dit jaar steken op 53.000 bezoekers, Volgens Van Baalen moeten we de aantallen niet zo heel letterlijk nemen. “Het Haags Historisch opereert ook buiten de museumgrenzen. Anders dan kunstmusea zijn wij niet zozeer bezig met de esthetiek, maar met de context. We gaan de wijk in, praten met mensen en maken ze bewust van hun eigen stedelijke geschiedenis. Maar we maken ook exposities op andere locaties, zoals bij de Raad van State, het Atrium en met ProDemos op het Binnenhof ”. Voor het aankomende project ‘Indië in Den Haag’, heeft Van Baalen veel contacten gelegd met Indische Hagenaars. “Wij gebruiken hun verhalen en spullen in de tentoonstelling die inzoomt op Indorock, toko’s en restaurants en op Couperus die regelmatig afreisde naar Indië. “Weet je dat hier rond de jaren 30 veel Indische reiswinkels bestonden? Koloniale pakken, koffers, hoeden, landkaarten. Alles wat je nodig had voor een reis naar de Gordel van Smaragd kon je daar kopen”. Wie Van Baalen over Den Haag hoort spreken, zou denken dat de man hier al jaren woont. Maar niets is min-
‘De uitstraling van Antoinette is, tja hoe zal ik het zeggen… bijna majesteitelijk. Die heb ik natuurlijk niet’ der waar. De in Eindhoven geboren kunsthistoricus resideerde bijna 25 jaar in Amsterdam. Ongeveer vier jaar pendelde hij van de hoofdstad naar de Hofstad. “Dat ging op zich wel, maar als je hier niet woont, blijft zo’n stad wel erg abstract. Dan voel je het niet helemaal. Zijn vriendin, styliste van beroep, had even tijd nodig om aan het idee te wennen, maar uiteindelijk zijn ze hier al meer dan drie jaar gesetteld. Het was wennen, beaamt Van Baalen. “In het begin vond ik Den Haag een beetje te rustig, zeker op het gebied van het culturele leven. Hier gebeuren veel meer zaken aan de oppervlakte. In Amsterdam is alles veel meer out in the open, daar worden openingen en feestjes van de daken geschreeuwd”. Of ik het mis? Ik moet zeggen: nu ik hier een paar jaar zit, voel ik me helemaal thuis. Er is veel groen, ik zit binnen tien minuten fietsen op het strand. Amsterdam is het niet meer voor mij. Den Haag is echt mijn stad geworden”.
12>actueel
Den Haag Centraal > Vrijdag 22 februari 2013
Een jaar na de moord op Ximena Pieterse
Met de rechtszaak voor de deur blijkt het verdriet nauwelijks afgenomen Op 25 februari 2012 overleed de 15-jarige Ximena Pieterse. Ze werd bij een toevallige ontmoeting met een wildvreemde jongen met messteken om het leven gebracht. Hoe kwamen haar ouders Robert en Manuela dit jaar door? “Dat een deel van je hart dood is, wil niet zeggen dat het in een ander ritme moet gaan kloppen”.
Door Hans Willink
Zondag 26 februari 2012 om 12.00 uur kwamen de leden van de Haagsche Rugby Club (HRC) bijeen. Ximena was spelend lid en ook haar broer, ouders, grootouders, ooms en tantes zijn aan de club verbonden. Bovendien had ze hier veel vrienden. HRC was in het hart geraakt en de rugbywereld zocht steun. Troost, ook. Niemand van de aanwezigen verwachtte dat de familie die dag al langs kwam. Ongeloof en verdriet voerden de boventoon. Dat werd naar de achtergrond gedrongen, toen een paar auto’s het parkeerterrein opreden. Iedereen herkende de voertuigen en wandelde rustig naar buiten. Robert, Manuela en broer Ayrton liepen voorop richting het clubhuis, de andere familieleden er pal achter. Vechtend tegen hun verdriet, gesterkt door de steun. Een bescheiden applaus klonk. In iedere omhelzing werd smart gedeeld. Nog geen vierentwintig uur nadat Robert als eerste het vreselijke nieuws te horen kreeg. “We waren al vanaf de vroege ochtend bezig om Ximena te bereiken”, blikt Robert terug op die zaterdag, nu bijna een jaar geleden. “Toen om half vier de politie aanbelde, vroeg ik ze om binnen te komen en vertelde dat ik al wist dat het voorbij was. Als ze in het ziekenhuis had gelegen of kattenkwaad uitgehaald, dan was er een telefoontje gekomen. Het verbaasde de agenten dat ik heel rustig was. Het klinkt misschien stom, maar ik schakelde meteen. Ayrton zat in de auto onderweg naar wintersport en Manuela was op de zaak; ik wilde haar niet bellen, omdat ze bijna vrij was en liever wilde wachten tot ze thuis kwam. Wel heb ik meteen andere familie gebeld en gezegd dat ze me niets moesten vragen, maar meteen naar ons toe moesten komen.
Toen Manuela de straat kwam inrijden wist ook zij meteen dat het foute boel was. Ik moest haar van de weg naar binnen krijgen, want ze zakte in elkaar. Nadat ze in huis was, werd ze boos op mij omdat ik niet had gebeld. Maar wat had ik moeten zeggen door de telefoon? Je dochter is dood? In fracties van secondes probeer je zo rationeel mogelijke beslissingen te nemen. Met de politie en andere familie hier kon ik ook niet in de auto stappen en naar haar toe rijden”. Boos Manuela vult aan: “De tamtam was snel gegaan en ik werd al gebeld door een familielid. Die zei verder niets, maar het ‘vreemde’ telefoontje speelde wel mee in mijn achterhoofd. De hele dag wist ik al dat het niet goed was. Als ik Ayrton bel, dan kan het wel eens een tijdje duren voordat hij terugbelt. Ximena kreeg ik altijd snel aan de telefoon. Nadat ik vlak voor sluitingstijd werd gebeld, bleef dat een beetje rondspoken. Zoals een raar telefoontje dat bij iedereen doet. Op het moment dat ik de straat in reed, stond mijn hart even stil. Ik was zo boos, dat ik bijna nog de auto achteruit in die van mijn ouders parkeerde. Het ergste vond ik dat mijn huis vol zat en ik het niet even rustig op me kon laten inwerken; zonder dat er anderen bij waren. Nadat ik van de eerste schok was be-
Robert zegt wel eens dat hij zich van die week meer herinnert dan van onze bruiloft
komen, heb ik de vrienden gebeld met wie Ayrton op reis was. Hij kon het niet geloven en riep dat het niet waar kon zijn. Ze zaten een uur van hun bestemming af en hebben rechtsomkeert gemaakt. Om half twee ’s nachts stonden ze weer voor de deur”. Robert: “We waren op dat moment nog geen moment alleen geweest. Toen we doodmoe naar bed gingen, sleepte Ayrton zijn matras omlaag en kwam hij bij ons op de kamer liggen. Dat heeft hij bijna twee weken gedaan. Voor hem kwam de realiteit pas naar binnen toen hij bij ons was. Die hele rit lang was het voor hem niets anders dan een surrealistische gedachte. Pas toen hij het kon delen met ons drong het tot hem door”. Ongemakkelijk Een dag later besloten ze om naar de rugbyclub te gaan. “Dat is ons buitenhuis”, legt Manuela uit. “Het was niet iets waarvoor we extra kracht nodig hadden of waar we ons toe moesten zetten. We wilden en konden het delen; lieten het verdriet meedragen door onze vrienden. Daardoor werd het voor ons en voor hen iets minder zwaar. Er was wel even twijfel, toen onze vriend en oom Bonni May vertelde dat dit werd georganiseerd. Maar we voelden dat we hier bij moesten zijn. De voorzitter sprak een kort woordje en daarna zei Robert dat er een muziekje op moest en dat iedereen wel aan een biertje toe was”. “Het klinkt raar, maar anders had ik het gevoel dat het zo doods was”, gaat Robert verder. “Er was natuurlijk iemand dood, maar iedereen voelde zich zo ongemakkelijk. Niemand durfde wat te zeggen of zo. Het was natuurlijk ook heel heftig. De sfeer moest iets meer ontspannen worden. Niet geforceerd, maar een muziekje en een biertje zorgt ervoor dat mensen gaan praten. Elkaar alleen maar
>Foto: Piet Gispen
aanstaren helpt niets, bij niemand. Het was geweldig dat er zoveel mensen waren. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor elkaar. Iedereen stond daar met zijn eigen verdriet. Totaal anders dan het onze, maar met dezelfde behoefte om dat te delen. Niemand had ons daar verwacht, dus iedereen was daar voor het samenzijn en delen van gevoelens. Niemand wilde ons bellen om langs te komen. Dat wij ook kwamen hielp bij iedereen om het eerste verwerkingsproces op gang te brengen. Net zo goed als wij enorm steun vonden bij al deze vrienden. Iedereen die er was, kent ons goed en kende haar goed. Het was thuiskomen om het met de rest van de ‘familie’ te delen. Zoals de rugbywereld helemaal in elkaar zit”. Roes Manuela: “De dagen tot en met de uitvaart leefden we in een roes. Op de automatische piloot. Achteraf gezien
hadden we die week gefilmd willen hebben. Robert zegt wel eens dat hij zich van die week meer herinnert dan van onze bruiloft. Op maandag gingen we naar het ziekenhuis om haar te zien. Identificatie was eigenlijk niet nodig, want iedereen wist al dat het Ximena was. Het was meer de bevestiging… Vanaf het moment dat ik daar binnenkwam en haar zag liggen heb ik alleen maar gehuild. En dan nog is het onwerkelijk. Dan nog hoop je dat ze gewoon overeind komt. Je ziet haar liggen en weet dat het je dochter is, maar er was geen echte herkenning. Ze was heel mooi gemaakt, maar Ximena’s haar zat zoals ze het nooit zou dragen. Toen ik daarnaar vroeg, zeiden de dames dat ze dit zo hadden gedaan omdat ze een blauwe plek op haar voorhoofd had. Aan de ene kant wilde ik dat veranderen, aan de andere kant wilde ik het voor andere mensen niet nog moeilijker maken. Dus heb ik alleen gevraagd
13
actueel<
Vrijdag 22 februari 2013 > Den Haag Centraal
Het spirituele is mijn ding. De docenten waren altijd bereikbaar voor me
nu sneller in. Dat een deel van mijn hart dood is, wil niet zeggen dat het nu in een ander ritme moet gaan kloppen. Maar het ongeloof duurt voort. Het blijft onwerkelijk en niet te bevatten. Ik weet dat het zo is, dat onze dochter, zuster, kleindochter, nicht, vriendin en teamgenoot is vermoord. Een deel van mij ontkent het echter nog steeds”. Spijt Robert: “Ik zou het erg vinden als ik spijt zou hebben over iets dat ik in het afgelopen jaar heb gedaan. Dat ik er bijvoorbeeld spijt van zou hebben dat ze een zwart vestje aan had in de kist. We hebben geen spijt, nergens van. Want keuzes zijn niet terug te draaien. Ook niet straks op 6 maart voor de rechter, als hij de straf moet bepalen. Het liefste zie ik, dat de in Nederland zwaarst mogelijke straf wordt gegeven. Iemand die tot dit in staat is, mag nooit meer vrij op straat lopen. Wat ons is aangedaan, moet anderen niet overkomen.
of haar lippen wat roder mochten. Die laag make-up paste ook niet echt bij haar, maar dat moest natuurlijk”. Robert: “De aanraking was koud. Het was niet Ximena, maar ze wás het wel. Meestal lees je over zoiets in de krant en als je die dan dichtslaat, vergeet je het weer. Nu kun je het niet vergeten, mag je het niet vergeten. Ook de verhalen van andere slachtoffers, die na Ximena zijn gevallen, komen nu hard bij me naar binnen. Net als elk bericht dat er weer een tbs’er is ontsnapt of dat er wordt gekort op de geestelijke gezondheidszorg, grijpt me bij de keel. Nu word ik er boos om”. Gemis Met de uitvaart eindigde de roes van het moeten regelen en doorgaan zonder al teveel nadenken. Al snel verwachtte men dat alles weer verder ging als vanouds. Een onmogelijk-
heid. “De negen maanden daarna waren voor mij geestelijk zo vermoeiend”, vervolgt Robert. “Niet alleen de beginperiode na de crematie, wanneer je wel tien keer per dag door mensen wordt aangesproken, dat ze het zo vreselijk vinden. Ik kwam voor mijn werk bij mensen om zaken te doen. De condoleances waren goed bedoeld, maar voor mij kon ik dan geen zaken meer doen. Je kon me na zo’n goedbedoelde opmerking geestelijk wegbrengen. Probeer dan maar eens over de aanschaf van zonwering te praten. Nu wordt dat minder en kan ik meer zelf bepalen of ik erover wil beginnen. Daarnaast heb ik niet altijd zin om antwoord te geven op terloopse vragen of ik kinderen heb en hoe oud ze zijn. Sommige mensen wíl ik er wel bijna mee confronteren, door de manier waarop ze het vragen. Zo zonder enige vorm van respect of nog erger: ze hebben zelf ook iets naars meegemaakt”.
“Ieder mens heeft een eigen tempo en andere manier van rouwverwerking”, voegt Manuela toe. “Dat komt ook omdat iedereen een andere relatie met elkaar heeft. Een moeder gaat heel anders met een dochter om dan een vader. Of zoals een broer met zijn zus. Daarin moet je elkaar de ruimte geven. Wij zijn er samen alleen maar sterker van geworden. Natuurlijk is er af en toe die arm om je heen of die knuffel, maar we laten elkaar ook vrij. Robert sprak aanvankelijk veel met de pers. Daarbij voelde hij zich goed. Ik hoefde dat aanvankelijk niet zo. Mijn ruimte zocht ik in de cursussen Healing en Intuïtieve Ontwikkeling, waarmee ik al bezig was. Vrij snel na het gebeurde, was ik al weer aan het assisteren bij die cursussen. Het spirituele is mijn ding. De docenten waren altijd bereikbaar voor me. Ik kon een uur met ze bellen en stond daarna weer met beide benen op de grond. Ook de dames bij HRC waren
er altijd voor me. Met hen kon ik over alles praten. In het spirituele vond ik de weg naar mijn verwerking. Ik weet dat Ximena er nog is. Als ik haar nodig heb, is ze er ook. Kort geleden heb ik het boekje Het Sprookje van de Dood van Marie-Claire van der Bruggen gekocht. Daarin staat dat je, voordat je op aarde komt, met andere zielen afspreekt hoe je leven zal verlopen. Dat was voor mij een bevestiging dat je als kinderen je ouders uitkiest, wat ik al jaren beweer. Ik heb uit dit boek geleerd dat het leven niet altijd negatief is, dat er altijd een lichtpuntje is. We gaan door een kutperiode, maar het leven is niet kut. Ons spiraaltje heeft stilgestaan en we gaan weer langzaam omhoog. Het heeft de manier waarop we invulling geven aan het leven nauwelijks veranderd. Wel besluiten we gemakkelijker om dingen te doen, omdat alles in het leven zo relatief is. Een bezoek aan mijn zus in Australië plannen we
Natuurlijk zijn we geweldig bijgestaan door Bonni die ons steeds in de luwte hield ten opzichte van de pers, door Slachtofferhulp, door onze psychotherapeute Betty Sluzewski en door de familierecherche, die de verbinding vormde tussen de recherche en ons. Het Schadefonds Geweldsslachtoffers en de door vrienden in het leven geroepen Stichting Ximena, zorgen voor enige financiële verlichting, wat hard nodig is door alle kosten en inkomstenderving. Er is zoveel hulp geweest op alle fronten. We zijn daar erg dankbaar voor. Alle beetjes helpen, ook in het verwerkingsproces. Iedereen helpt de brug te bouwen. Wij moeten er overheen zien te komen. Dat is een lang en pijnlijk proces, waarvan we nu, na een jaar, nog steeds aan het begin staan. Een paar weken geleden had ik een droom, waarvan ik voor mezelf en ik ben niet zweverig of zo aanneem dat het echt was. Ik omhelsde Ximena. Dat was zo fijn. Dat mis ik. Het lichamelijke contact; even kunnen vastpakken. Ik voelde haar echt tegen me aan. Wat mis ik dat verschrikkelijk”.
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 22 februari 2013
Karsu ‘live’ in Dakota en op film
Van Turks restaurant naar Carnegie Hall Door Bert Jansma
Bertozzi & Casoni: Compositie in wit, 2005-2007. >Foto: Piet Gispen.
Bel Paese, 2010. >Foto: PR
De natuur en de dingen schitteren in het licht van de kunst Bertozzi & Casoni in Beelden aan Zee Beelden aan Zee toont voor het eerst in Nederland het werk van twee Italiaanse keramisten, kunstenaars, de firmanten Bertozzi & Casoni. Een lust voor het oog en het brein en ook nog eens verbluffend knap.
door de kunstenaars verweven tot sterke beelden, maar hun werk raakt aan meer. Zowel de dood als de kunst worden ons voorgeschoteld, maar waar deze combinatie meestal tot de donkerste romantiek leidt zijn Bertozzi en Casoni eerder geestig.
Door Egbert van Faassen
Kruis Eén van de grote beelden stelt een elektrische stoel voor. Ik weet niet of deze executie-machines aan mode onderhevig zijn, maar dit exemplaar lijkt ouderwets. Van ruw hout gemaakt (misschien ook een verwijzing naar het kruis dat zo’n belangrijke rol speelt in de christelijke symboliek?) met koperen geleiders en leren boeien, lijkt het. Maar dat is bedrieglijk. Eén van de verrassingen van deze tentoonstelling is hoe goed verschillende materialen in keramische technieken kunnen worden geïmiteerd. Voor de moordstoel zweven talloze vlinders. O zo licht fladderen ze rond, maar we weten dat hen geen lang leven is beschoren. Tegelijk is de elektrische stoel één van de iconische beelden uit het œuvre van Andy Warhol. De Italiaanse kunstenaars hebben zijn werk verbeterd, zou je kunnen zeggen. Dat leg ik er niet in, dat geven ze zelf aan doordat ze ook het meest beruchte Warhol-beeld, de ‘Brillo Box’ bewerkten door er een hondenhok van te maken. Het grote beeld met de ijsbeer heet minder eenvoudig dan het lijkt, want met een verwijzing naar het monochrome schilderen: ‘Compositie in wit’. De Italiaanse kunstenaar uit de tijd van Zero, Piero Manzoni, die niet toevallig ook veel in wit heeft ge-
Giampaolo Bertozzi (1957) en Stefano dal Monte Casoni (1961) zijn geen ‘animaliers’ zoals de negentiende-eeuwse dierenbeeldhouwers waar Beelden aan Zee eerder een tentoonstelling aan wijdde, maar er zijn volop dieren te zien. Hagedissen, eekhoorntjes, slakjes en vlinders zitten, kruipen of fladderen op en over de beelden. Een levensgrote ijsbeer figureert in een grote sculptuur van zes meter lang. Een gorilla draagt een hertje in zijn armen als in een ‘piëta’, de houding waarin op misschien wel duizenden afbeeldingen Maria de dode Christus draagt. Roomse symboliek is in deze tentoonstelling sterk aanwezig. We zien de heilige maagd zelfs verschijnen als een skelet met botten van glanzend zilver. Religieuze symboliek wordt gepaard aan zorgvuldig weergegeven rotzooi. Afval, schimmels of etensresten maken onderdeel uit van vrijwel alle beelden. De ijsbeer op zijn enorme ijsschots – hij komt straks weer voorbij om een ander thema van Bertozzi & Casoni te illustreren – zeult een net voort, gevuld met resten van producten die wij in Europa hebben gebruikt. Vanzelfsprekend komen die op de Noordpool terecht. Natuur, godsdienst en consumentisme worden
maakt, krijgt ook een behandeling van Bertozzi & Casoni. Manzoni’s grootste bluf, het als multiple aanbieden van een ingeblikte ‘kunstenaarspoep’ wordt hier nagemaakt als een berg van de totale oplage. De blikjes zijn gaan lekken. Zachtgroene derrie verbeeldt weer een heel ander soort van vergankelijkheid. De kunstenaars werden eerder als vaklieden ingehuurd om werk voor indertijd sterren aan het firmament als Arman of Mendini uit te voeren. Ze vormen samen een firma: kunst is gewoon een onderneming. Dus ook het werk van al die schilders die een piëta maakten. Kunstwerken zijn dingen tussen andere dingen. Maar zij maken zulke combinaties van de dingen, dat die je weer aan het denken zetten. In de heldere publicatie bij de tentoonstelling wijst Nelleke van Zeeland op een frase van Dante, die weerklinkt in een ogenschijnlijk simpel stilleven op een net weer te groot formaat krukje, waarvan op de zitting de verpakking van een Italiaans kaasje is gereproduceerd. Alessandra Laitempergher wijst op het element tijd, dat een belangrijke rol speelt in dit werk. Om na het bezoek aan de tentoonstelling nog eens na te denken. Bertozzi & Casoni zijn in alle opzichten verbazend. Tergend is, dat je de beelden niet mag aanraken. Het ziet er uit als … , maar die keramisten zijn de allerbeste bedriegers.
In Theater Dakota deze week de Haagse kennismaking met een nieuw TurksAmsterdams zangeresje plus een documentaire over haar: Karsu Dönmez. Ze is al eens bij De Wereld Draait Door geweest, bij Pauw & Witteman, dus publiciteit genoeg. Opvallend omdat Karsu ook weer niet zoveel gepresteerd had dat ze zo prominent uit de rijen van de vele zangeresjes-in-opkomst gehaald zou moeten worden. Het had ongetwijfeld met drie dingen te maken: dat ze als meisje van zeventien was begonnen met zingen in het Turkse restaurant Kilim van haar vader, dat ze via een uitwisseling van jong talent uit achterstandswijken op het podium van Carnegie Hall in New York terecht kwam en omdat filmmaakster Mercedes Stalenhoef al zo vroeg begon aan een documentaire over haar. Stalenhoef was vaste gast in restaurant Kilim en werd er meteen getroffen door dat pittige jonge meisje dat vanachter de piano Turkse liedjes, eigen songs en af en toe ‘standards’ zong. Karsu Dönmez werd vliegensvlug tot ‘de Nederlandse Norah Jones’ verheven en heette meteen ‘jazz-zangeres’. Beide gaan ze mank. Ze lijkt absoluut niet op Norah Jones, muzikaal en emotioneel lijkt ze zelfs méér in huis te hebben. En ‘jazz’ dekt de lading evenmin. Maar cdproducent Sony vond haar goed genoeg voor een contract en een eerste cd! Karsu Dönmez (22 inmiddels) is een talent. Een zelfbewust meisje dat van jongsafaan wil zingen, dat liedjes kan brengen die een bijna tastbare gevoeligheid hebben. Het woord ‘chansons’ lijkt uit ons vocabulaire verdwenen, maar komt er toch het dichtst bij. Voor die Amerikaanse ‘standards’ ontbreekt haar nog techniek, dat blijkt onder meer wanneer ze een toelatingstest doet voor de opleidingsklas van het conservatorium en wordt afgewezen. Verzacht door de opmerking dat ze absoluut muzikaliteit uitstraalt. De vraag is dan ook of Karsu wel ‘jazz-zangeres’ zou moeten willen worden. Wat ze aan eigen werk brengt, heeft zoveel belofte in zich dat ze daar veel beter aan verder zou kunnen werken.
Bertozzi & Casoni; Timeless. Museum Beelden aan Zee, Harteveltstraat 1, tot en met 19 mei. www.beeldenaanzee.nl Publicatie € 15,–
Restaurantzangeresje De documentaire van Mercedes Stalenhoef is overigens in geen enkel opzicht een ‘hoera-verhaal’ van een meisje dat van restaurantzangeresje ster wordt. Integendeel, Stalenhoef vangt mooi de balans tussen haar zelfbewust-willen en de onzekerheid hóe. Filmt haar vader en moeder die hun dochter verstandig en voorzichtig begeleiden, mag
Postma. Zij wordt internationaal als een belangrijke jazzvrouwe onthaald: net nog Luxemburg, volgende week Zürich en in maart tweemaal New York (waar ze eerder opnam met Dianne Reeves). Met haar laatste cd ‘The Dawn of Light’ won ze de Edison en ook zij speelt na lange tijd hier, op diezelfde zondag 24 in de Regentenkamer. Om 16.00 uur. Dan zijn we er nog niet, want anderhalf uur eerder (14.30) is trompettist Angelo Verploegen met zijn band te horen in Theater Dakota. Ook hij heeft een nieuwe cd uit, ‘The Ballad Album’. Met alleen maar langzame stukken als ‘Somewhere over the rainbow’en ‘I fall in love too easily’, en Angelo laat daar via zijn flügelhorn oorstrelende ontdekkingsreizen op los. “Het was bedoeld als alleen een cd-project”, vertelt hij, “maar Jeroen Domernik
van de Toonzaal (de tot muziekzaal omgebouwde historische synagoge van Den Bosch) wilde het graag op zijn podium. Dat bleek zo’n succes dat we ermee verder zijn gegaan”. Op die cd speelt ex-Hagenaar Marc van Roon piano, maar – dat krijg je met alles op één zondag – die speelt óók bij Tineke Postma. En die was eerst. Verploegen vond een vervanger in Jeroen van Vliet, met wie hij regelmatig musiceert. De meeste jazzliefhebbers kennen Verploegen nog van The Houdini’s, ooit het Nederlandse antwoord op de Jazz Messengers met Hagenaar Bram Wijland als bezielende motor achter de drums. The Houdini’s zijn er nóg steeds. “Binnenkort bestaan we 25 jaar”, meldt Angelo, “we zijn alle oude opnames gaan beluisteren, en daar kwam prachtig werk voorbij. We gaan dat op cd zetten en in een
Zangeres en pianiste Karsu (22) stond reeds in Carnegie Hall en op het North Sea Jazz festival. > Foto: PR
zelfs mee naar het plaatsje in Turkije waar de familie in 1980 vandaan kwam (óók Karsu=sneeuwwater geheten), en naar New York. Stalenhoef bewees eerder met o.a. de documentaire ‘Carmen meets Borat’ – over wat de Amerikaanse komiek achterliet in het Roemeense dorpje waar hij zijn eerste film maakte – dat zij geeft om de personages die ze filmt. Dat ze dichtbij kan blijven, op hun huid bijna, zonder dat het stoort of opdringerig wordt. Haar ‘dichtbij’ betekent dat ze geen afstandelijkheid, geen ruimte tussen haar en haar personages wil, emoties wil vangen die vaak in kleinste momenten schuil gaan. Het maakt haar ‘Karsu – I hide a secret’ een warm-innemend en zelfs ontroerend portret. Dat ‘I hide a secret’ klinkt daarbij wat thriller-achtig, maar het is de titel van een song van Karsu. En haar geheim is gewoon het mooie geheim van alle jonge mensen die diep van binnen iets héél graag willen. Theater Dakota: optreden van Karsu Dönmez ‘live’ op 23 februari (20.15); documentaire ‘Karsu – I hide secret’ op 26 (19.00) en 27 (17.00) februari
jazz
Angelo,Tineke en Rembrandt
Er zijn weken dat de jazz mondjesmaat Den Haag aandoet, of steeds van dezelfde Haagse sleutelfiguren – niks mis met ze, prima muzikanten – moet komen. Maar voor zondag 24 februari zag ik echt met lede ogen mijn mailbox vollopen. Want die dag valt de jazz hier opeens niet meer te behappen. Ik wees u vorige week al op het concert in de Barth Kapel (ingang Brouwersgracht, 16.00) van Rembrandt Frerichs’ Levantasy met
zijn mengsel van jazz en de Oriënt. Hagenaar Frerichs is bezig aan een internationale tournee. Net nog München, straks Caïro, Algiers, Madrid en Zürich. Hij gaat de kant op van musici als Yuri Honing en Eric Vloeimans die ook bijna meer buitensgaats spelen dan in eigen land. Het lijkt dé weg voor jazzmusici, want in dat eigen land heeft nog maar een handjevol podia oor en geld voor jazz. Hetzelfde geldt voor saxofoniste Tineke
concertserie brengen”. Zoveel talent en zoveel tinten jazz op één dag: er zou zondag a.s. eigenlijk een jazzbusje moeten pendelen tussen Dakota, Regentenkamer en Barth kapel. Nog even ruimte voor twee concerten die níet op zondag plaatsvinden: zangeres Marjorie Barnes met het Edgar van Asselt trio in de Regentenkamer op 23 februari. En op 22 februari op diezelfde plek een Ode aan Dim Kesber. Ik heb Dim kortgeleden al eens aangekondigd, maar wat wil je, hij is – met Ack van Rooyen – de oudste, nog steeds musicerende Hagenaar. Van de generatie die ‘all that jazz’ voor ons ontdekte.
Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 22 februari 2013 > Den Haag Centraal
Caillebotte en de fotografie in Gemeentemuseum
Kijken als een camera Caillebotte heeft geweldige schilderijen nagelaten, behalve zijn eigen werk een collectie impressionistische schilderijen, die hij aan de Franse staat legateerde. Het Gemeentemuseum toont een mooi overzicht en vergelijkt Caillbotte’s schilderijen met de vroege fotografie. Door Egbert van Faassen
Er is één schilderij van Caillebotte in Nederland: het wonderlijke ‘Zicht door een balustrade’ uit 1880 in het Van Goghmuseum. Dat is hier te zien samen met ‘De parketschavers’ , een meer dan realistische weergave van drie halfnaakte timmerlieden, die de vloer van een hoog gelegen Parijs appartement bewerken. Dat op de vijfde moet zijn, waar de mannen zich in het zweet werken, een fles rode wijn bij de hand, kan je zien door een soortgelijke balustrade als die prominent op het eerste schilderij is weergegeven. Beide doeken zijn voor hun tijd ongewoon modern. Het onderwerp is het leven in Parijs in de tweede helft van de negentiende eeuw, dat door de aanleg van brede boulevards een enorme gedaanteverwisseling had ondergaan. En het gezichtspunt van de schilder is verwant aan het soort vertekeningen zoals de fotografie biedt, die toen razendsnel in ontwikkeling was. Een foto, zo legt Franz Kaiser uit in zijn bijdrage aan de publicatie, toont een beeld zonder alle aanpassingen die onze hersenen maken. Daardoor zien we de werkelijkheid anders op een foto dan wanneer we zelf om ons heen kijken. ‘De parketschavers’ is inmiddels wel een beroemd schilderij. Dat komt door het spectaculaire perspectief, maar ook doordat het vrijwel permanent in het Musée d’Orsay hangt. Niet uitgeleend werd het bijna even beroemde monumentale doek ‘Straat in Parijs bij regen’, in The Art Institute of Chicago. Maar het is toch aanwezig in deze tentoonstelling, omdat de inrichters één van de grote museumfoto’s van de hedendaagse fotograaf Thomas Struth konden opnemen, waarop je het schil-
derij van Caillebotte op zaal ziet in Chicago. Dat is slim, omdat Struth op een omgekeerde manier het thema van deze tentoonstelling verbeeldt – de relatie tussen het fotografische beeld en het schilderij. Gustave Caillebotte (1848-1894) werd ten onrechte vooral gezien als een voetnoot bij de geschiedenis van het impressionisme. Hij steunde Monet financieel, kocht doeken van Renoir en anderen, exposeerde met de impressionisten in tentoonstellingen die hij soms zelf financierde. Hij was een bewonderaar. Jean Renoir vertelde in het boek dat hij schreef over zijn vader, de schilder, dat Caillebotte bloosde bij lof over zijn eigen schilderijen. Zijn helden waren iets ouder en hij was langs een andere weg tot de schilderkunst gekomen. Langzaam werd ingezien dat Caillebotte, die ook nog eens heel productief is geweest in zijn korte leven, een schilder was met een heel eigen kwaliteit. Tandenknarsend Hij trok lange tijd in bijna alles op met zijn jongere broer Martial, die musicus was en fotografeerde. Hun wegen scheidden zich toen Martial trouwde – Gustave schijnt het bij een bijzit te hebben gelaten. De broers zijn een begrip in de filatelie, omdat ze een postzegelverzameling bezaten, die tijdens hun leven verkocht werd voor miljoenen – in de huidige euro omgerekend – terwijl ze toch al konden putten uit een familiefortuin. Ze bewoonden gezamenlijk een appartement aan de Boulevard Haussmann. Samen kochten ze een buitenhuis aan de Seine. De tuin leverde motieven aan de schilder. Belangstelling voor het water had hij al, zoals blijkt uit zijn schilderijen van roeiers. Caillebotte was ook niet te beroerd om voorzitter te worden van de Parijse zeilvereniging. Een veelzijdige man, die midden in zijn tijd stond. Toen hij op vijfenveertig-jarige leeftijd overleed, bleek hij zijn grote verzameling impressionistische schilderijen te hebben nagelaten aan de Franse staat. Deze zou in het Louvre moeten worden geëxposeerd. Zo
schiep hij een ambtelijk probleem, omdat het ondenkbaar was dat de nog beschimpte impressionisten een plek in de aan voorbeeldig geachte kunst gewijde zalen zouden krijgen, terwijl een weigering eigenlijk onmogelijk was. Renoir, die het testament moest uitvoeren, zag tandenknarsend hoe slechts een derde van de collectie werd geaccepteerd. Die doeken werden ondergebracht in het Luxembourg. De tentoonstelling is een samenwerking met de Schirn Kunsthalle in Frankfurt, maar het Gemeentemuseum heeft deze niet zonder meer overgenomen. Andere bruiklenen en de eigen ‘Blauweregen’ van Monet vullen de Duitse tentoonstelling aan. Rond het late schilderij van Monet, één van de doeken waarvoor hij inspiratie vond in zijn tuin te Giverny, zijn er de schilderijen waarvoor Caillebotte keek naar zijn kapitale landgoed in Petit Gennevilliers. Het museum legt speciale nadruk op de vier niet eerder getoonde decoratieve schilderijen van Caillebotte – margrieten van bovenaf gezien, in een plat vlak – als een voorloper van de bijna abstracte late Monet. Een waarom niet. Had hij Monet niet al tijdens zijn leven flink geholpen? Stereofotografie De fotografie is een belangrijk onderdeel van deze tentoonstelling. Het argument dat Caillebotte keek als een camera wordt afdoende verdedigd door de vele foto’s die hier zijn te zien. Het is overigens niet bekend of Gustave zelf fotografeerde, maar zeker is dat hij bekend was met de fotografie en dan niet alleen met de foto’s van zijn broer. Een zaal is geheel gewijd aan de negentiende-eeuwse stereofotografie. Soms verbluffend heldere stadsgezichten met vreemde, als zetstukken in de ruimte geplaatste figuren. Een dergelijk perspectief meen ik terug te zien in de compositie met een lezende vrouw – de krant in haar handen groot op de voorgrond, een man in liggende houding onwaarschijnlijk klein op de achtergrond.
Gustave Caillebotte op de Place du Caroussel. Particuliere collectie. >Foto: Martial Caillebotte
Een aantal portretten kreeg een eigen zaal. Deze zijn ook wat de voorstelling betreft intrigerend. De interieurs, de kleding van de geportretteerden roepen een tijdsbeeld op en daarmee soms ook vragen. Waarom draagt de dandyesk geklede Paul Hugot een ruwe tak als wandelstok? Zou dat papier dat in zijn vest steekt herkenbaar zijn geweest voor de schilder en zijn onderwerp, of dient het als een wit accent zonder meer? Het portret van Pierre Camille Daurelle, bloemperken op de achtergrond, roept minder vragen op. Dat is gewoon een jongetje met een rijk gedachtenleven. Toon
Tellegen, die het bij de tentoonstelling verschenen kinderboek schreef, kent hem weer zijn eigen idee over de verhouding tussen de fotografie en de schilderkunst toe: ‘Als het regent kan je niet fotograferen dat de zon schijnt. Als het regent kan je wel schilderen dat de zon schijnt. Dat is het voordeel van schilderen.’ Gustave Caillebotte, een impressionist en de fotografie. Gemeentemuseum, Stadhouderslaan 41.Tot en met 20 mei. www.gemeentemuseum.nl Gelijknamige publicatie, € 9,90. Ingrid Godon en Toon Tellegen: Een zondag met Caillebotte, € 13,95
Ingezonden mededeling
10 maart Museon Wildlife Photo Community - Met Marijn Heuts: The Green Mile – landschappen, details en dieren dichtbij huis - Laat uw natuurfotografie beoordelen, stuur in voor 4 maart! Voor meer informatie en inschrijven: www.museon.nl
LEZERSACTIE – 50% KORTING!*
Code 132
* Op vertoon van deze aankondiging. De Museon Wildlife Photo Community is een activiteit bij Wildlife Photographer of the Year.
Den Haag entraal
16>sport André
Is Marianne Vos wel clean?
Eigenlijk wist ik het allemaal wel maar weigerde het te erkennen. Het is een onmenselijke opgave om een berg van de buitencategorie op te fietsen, laat staan meerdere op een dag. Als je iets weet van arbeidsfysiologie dan is diep in je hart duidelijk dat je wordt opgelicht. Maar toch zat ik gekluisterd aan de buis als de helden omhooggingen. De bergetappe is waar het echt om ging. Als er een buitenlander wint dan knaagt het aan je geweten en zet je vraagtekens. Maar als er een frisse Hollandse jongen als eerste de finish passeert dan bestaat plotseling midden in de zomer Sinterklaas weer. Allemaal hebben ze gebruikt in het peloton van de Tour. Niemand is onschuldig en gezamenlijk hebben de heren wielrenners de strijd uitgevochten over de rug van de wielersport zelf. Niet wie talent heeft en goed traint is winnaar, maar het talent met de beste spullen pakt de gele trui. Dat ik deze zomer niet meer kijk naar de Tour neem ik de wielrenners collectief kwalijk. Boos ben ik op al die renners die mij de Tour hebben ontnomen. Toch neem ik het mijzelf ook kwalijk dat ik het met een gezond verstand verkoos te weigeren de realiteit te doorgronden. Eigenlijk kunnen we niet verrast zijn en eigenlijk ben ik dat ook niet. We hebben immers zelf ook een verantwoordelijkheid en vooral een keuze. Nu sta ik voor de keuze om de gouden medaille van Marianne Vos als eerlijk verdiend te accepteren. Als mij dat door gegroeid wantrouwen niet lukt en het arme kind blijkt clean door het leven te gaan dan is er pas echt iemand onrecht aangedaan. Onschuldig totdat het tegendeel is bewezen gaat in het wielrennen niet meer op. Onschuldig als in de komende 10 jaar niets wordt ontdekt door nieuwe onderzoeksmethoden is de nieuwe norm. Ik wil dolgraag dat die gouden medaille rechtmatig is verkregen maar dankzij de heren wielrenners neemt mijn euforie daarover met terugwerkende kracht af. Zo vervuilt hun wangedrag en onze naïviteit veel meer dan men zich in de sportwereld lijkt te realiseren. De bergetappe is mij ontnomen en dat is iets waar ik echt van genoot. Mijn Olympische heldin Marianne Vos omarm ik krampachtig. Maar echt blij zijn kan ik pas over tien jaar. Dan pas is Marianne Vos clean. De heren worden bedankt.
André Wetzel Oud-voetballer en trainer
Den Haag Centraal > Vrijdag 22 februari 2013
Luc Lejeune in eerste HGC en Jong Oranje
‘Opa zou super trots op me geweest zijn’
Luc Lejeune is sinds dit seizoen speler van HGC heren 1. Het is snel gegaan met de 19-jarige verdediger. Niet alleen maakt Lejeune veelvuldig zijn opwachting op het veld bij zijn club, hij mag zich sinds dit najaar tevens selectiespeler van Jong Oranje noemen. De geboren Hagenees droomt van het WK in India in december 2013 en kan zo, bijna twintig jaar nadat zijn tante, 95-voudig international en HGCicoon Lisanne Lejeune, een einde maakte aan haar hockeycarrière, weer een Lejeune in Oranje laten optreden. Door Mashall van Basten Batenburg
Luc Lejeune kwam niet eerder uit voor een Nederlands selectieteam. Door zijn optreden in het eerste van HGC heeft hij zich echter in de kijker weten te spelen bij bondscoach Sjoerd Marijne. “Door blessures bij mijn teamgenoten ben ik in de eerste helft van het seizoen veel aan spelen toegekomen bij HGC. Door in de Hoofdklasse te spelen ben ik er een beetje ingerold bij Jong Oranje. De eerste selectieronde ben ik inmiddels doorgekomen, maar we trainen momenteel nog met een grote groep. Het is een behoorlijk in-
De student Sport & Managment aan de Johan Cruyff University kreeg het hockeyen met de paplepel ingegoten. tensief programma. We oefenen de hele zomer door en hopelijk gaan we ook op stage naar een ander land, dat heb ik nog nooit meegemaakt’’. Naast de trainingen bij zijn club en bij de bond, traint de jonge Gazelle veel voor zichzelf om zo zijn kans op selectie voor het WK in India te vergroten. Lejeune heeft onder andere strafcornergoeroe Toon Siepman ingeschakeld om zijn strafcorner te perfectioneren. “Mijn strafcorner kan mijn kans op selectie voor het WK vergroten. Met een goede corner kan ik een team iets extra’s bieden. Naast extra cornertraining, doe ik zelf ook veel aan krachttraining en besteed ik extra aandacht aan mijn looptechniek. De hele winter heb ik met Martijn van Delft (ex-trainer HGD Dames 1, red.) hard gewerkt aan mijn coördinatie en het snel wenden en keren. Ik wil nu zoveel mogelijk meepakken, mezelf ontwikkelen, zodat ik straks kan laten zien dat ik er bij hoor’’. Voetbal De student Sport & Managment aan de Johan Cruyff University kreeg het hockeyen met de paplepel ingegoten. Niet alleen zijn tante maakte furore op het Haagse en internationale hockeypodium. Ook zijn moeder, Helen Lejeune-van der Ben, heeft een succesvolle hockeycarrière achter de rug met onder andere olympisch brons in 1988 en het behalen van de wereldtitel in 1990. Toch begon de jonge Lejeune pas
Luc Lejeune. > Foto: HCG
op zijn dertiende met hockeyen. “Ik had de vrije keuze om de sport te kiezen die ik leuk vond. Voetbal vond ik helemaal geweldig en dus koos ik ervoor niet te gaan hockeyen, maar te gaan voetballen. Toen mijn moeder coach werd van HGC dames 1, stond ik tussen de wedstrijd door wel eens op het veld met een hockeystick en dat vond ik ook leuk. Na een keer meetrainen met jongens C1 ben ik meteen gestopt me voetbal. Halverwege het seizoen ruilde ik mijn voetbalschoenen in voor een hockeystick’’. Debuut En daar stond hij dan, 16 september 2012. Anderhalf uur voor het begin van de eerste competitiewedstrijd tegen Kampong kreeg Lejeune te horen dat hij in de basis mocht starten tegen de Utrechters. Op zijn eigen club, op zijn eigen veld, met zijn eigen publiek. “Het was een heerlijke dag om te hockeyen, er was veel publiek, de verwachtingen waren hoog. We speelden best goed en konden Kampong lang op 1-1 houden, maar uiteindelijk verloren we met 3-1. Het ging dus niet helemaal zoals ik gehoopt had’’. Echt genieten van zijn debuut kon Lejeune niet. Na afloop van de wedstrijd sprong hij meteen in de auto voor een wedstrijd met het tweede. Pas ’s avonds op de bank kwam het besef. ‘’Als kleine jongen stond ik elke week langs de lijn bij het eerste. Ik heb de succesjaren van HGC meegemaakt vanaf de kant. Het is altijd mijn droom geweest om zelf tussen de grote mannen te staan. Mijn hele familie was aanwezig bij mijn eerste wedstrijd. Mijn ouders, mijn broer en zus, en natuurlijk ook mijn oma. Mijn oma (HGC-erelid Ton Lejeune, red.) was heel erg trots. Ze vertelt me vaak dat opa (oud-voorzitter en erelid Mans Lejeune, red.) meekijkt vanaf boven en dat hij super trots op me geweest zou zijn. Het was een heel speciaal mo-
‘Mijn strafcorner kan mijn kans op selectie voor het WK vergroten’ ment om zo mijn debuut te maken’’. Ontwikkelen De jeugdinternational wil niet te ver vooruit kijken. Hij is vooral bezig met het nu, bezig zichzelf te ontwikkelen, volgens zijn zelf uitgestippelde plan. Lejeune stroomde niet direct vanuit de jeugd door naar het eerste team van HGC. Afgelopen seizoen speelde hij nog in Heren 2. ‘’Samen met Mark Bouwman (onder meer oud-coach Heren 1, red.) heb ik vanaf de jeugd al een soort stappenplan gemaakt. Via jongens A1 en Heren 2 wilde ik laten zien dat ik goed genoeg ben voor het eerste. We hebben steeds haalbare doelen gesteld. Ik verwacht niet te veel van mezelf, dan kan het alleen maar tegenvallen. Natuurlijk hoop ik dat ik over twee, drie jaar een vaste kracht ben bij HGC, maar ik ben pas negentien. Ik vind het leuk dat ik nu al veel minuten maak, ik probeer zo hard mogelijk te werken en zoveel mogelijk vooruit te gaan, maar ik ga nergens vanuit. De eerste competitiehelft heb ik veel gespeeld door blessures bij mijn teamgenoten’’. De naam van Bouwman valt veelvuldig als het over het carrièreverloop van Lejeune gaat. “Mark heeft mij vijf jaar lang super goed begeleid. Ik heb heel veel aan hem gehad, en nog steeds. Maar ook binnen Heren 1 word ik goed opgevangen. Spelers zoals Floris van der Linden en Goof van der Kamp geven veel goede tips en helpen me in het veld’’. Komende zondag begint HGC de tweede helft van de competitie met een uitwedstrijd tegen Kampong. De
Lejeune De naam Lejeune is een begrip binnen HGC. Naast Mans en Ton Lejeune, is ook Lisanne Lejeune benoemd tot erelid van de Wassenaarse club. Mans Lejeune is gedurende twee periodes (1980-1983 en 1986-1987) voorzitter geweest van de Gazellen. Lisanne Lejeune heeft haar hele hockeycarrière voor HGC gespeeld en won met haar club zeven landstitels en evenzoveel Europa Cups (zesmaal de Europacup 1 en één keer de Europacup 2). Helen Lejeune-van der Ben is van 2004-2008 onder meer als hoofdcoach betrokken geweest bij het eerste damesteam van HGC en is momenteel nog actief bij de jeugd. ‘’Mijn familie is sterk met HGC verbonden. Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit voor een andere club zou kunnen hockeyen. HGC is een heel belangrijk deel van mijn leven. Mijn naam geeft misschien extra druk, maar het maakt me vooral juist sterker. Het laat me een stap harder lopen. Ik vind het fijn dat er binnen mijn familie veel mensen rondlopen die me advies kunnen geven. Mijn familie begrijpt hoe tophockey in elkaar zit. Ik heb veel aan mijn familie, maar ik heb er zelf hard voor gewerkt om te staan waar ik nu sta. Ik heb zelf bewezen dat ik goed kan hockeyen’’.
Gazellen staan momenteel op de negende plaats met slechts drie gewonnen wedstrijden. “We hebben veel pech gehad met blessures. Op een gegeven moment waren we nog maar met dertien fitte spelers. Ik denk dat we in het tweede deel van de competitie nog veel punten gaan pakken. Als we compleet zijn dan hebben we gewoon een heel sterk team’’.
17
sport<
Vrijdag 22 februari 2013 > Den Haag Centraal
Kallista de Graaf: geen spijt van overgang naar Fortuna
ster bent. Ik ben nog hard bezig daaraan te werken. Korfbal technisch was het misschien beter geweest als ik eerder de stap had gemaakt. Aan de andere kant, mentaal en sociaal heb ik de laatste jaren bij Eibernest veel meegemaakt en dat is ook belangrijk geweest voor mijn ontwikkeling. We spraken bij Eibernest veel over elkaars kwaliteiten, evalueerden wedstrijden en situaties. Je moet elkaar aanvoelen en inspelen op elkaars kwaliteiten, elkaar gaan ‘lezen’. Tijdens het spel heb je geen tijd om daarover na te denken”.
Korfbalster Kallista de Graaf maakte dit seizoen de overstap van Hoofdklasser HKV/Ons Eibernest naar Korfbal League topper Fortuna/ MHIR. Sindsdien gaat het goed met de 25-jarige De Graaf. De veel scorende Haagse heeft bij Fortuna in haar debuutjaar in de Korfbal League meteen een basisplaats verworven. Met haar oude club daarentegen gaat het stukken minder. Eibernest staat voorlaatste en zal uit de laatste drie wedstrijden minimaal drie punten moeten halen om niet te degraderen.
Wanhoop Met haar oude club gaat het na haar vertrek niet goed. Drie wedstrijden voor het einde van de zaalcompetitie staat HKV/Ons Eibernest op de voorlaatste plaats in de Hoofdklasse. “Als ik Eibernest nu zie spelen, doet dat me pijn. Kwaliteit is echt niet het probleem, maar bij de spelers moeten de juiste kwaliteiten benut worden en dat gebeurt nu niet. Daar bovenop komt nog eens het mentale deel; omgaan met teleurstellingen. Het lukt de ploeg nu niet om elkaar er doorheen te slepen. Ik zie en herken de wanhoop en moedeloosheid. Dat is een verschrikkelijk gevoel. Het is goed dat er met de nieuwe coach voor het komende seizoen, Bas Harland, een frisse wind doorheen gaat. Ik heb nog met Bas gespeeld en weet dat je veel van hem kan leren”.
Door Alex ’t Lam
Als meisje van zeven werd Kallista de Graaf door een vriendinnetje meegenomen naar HKV/Ons Eibernest en ze was gelijk verkocht. Haar balletschoentjes hing ze aan de wilgen, ze ging korfballen. De Graaf klom in zeventien jaar bij de Eibers op naar het eerste van de club aan de Steenwijklaan waar ze meerdere kampioenschappen en promoties beleefde. De laatste stap naar de Korfbal League wist ze met Eibernest net niet te maken. Afgelopen jaar nam de juriste vreemdelingenrecht bij de Raad van State het besluit om de overstap naar de Korfbal League te maken door een transfer: “Het liefst was ik met Eibernest naar de League gepromoveerd, maar toen het tot twee keer toe misliep in de kruisfinale heb ik de knoop doorgehakt. Ik was al een paar jaar door League-clubs gevraagd. Op een gegeven moment ging ik twijfelen of ik het moest doen of niet. Ik had toen alleen het idee dat ik nog niet klaar was bij Eibernest. Het afgelopen jaar had ik dat niet meer en dat was voor mij het moment om te gaan. Behalve door Fortuna was ik ook gevraagd door Deetos, TOP en Dalto. Ik ben gaan kijken bij welke club ik me goed zou voelen in combinatie met wat haalbaar is met mijn werk. Uit die afweging kwam Fortuna het beste uit de bus. En daar heb ik tot nu toe geen spijt van”, zegt De Graaf lachend. “Op dinsdag- en donderavond trainen we eerst een uur en gaan daarna gezamenlijk eten en dingen bespreken. Daarna trainen we nog anderhalf uur. Verder moeten we zelf eenmaal per week fitnessen. Op zaterdag hebben we dan natuurlijk de wedstrijd. Ook daarnaast ben ik veel met korfbal bezig. Ik hou er rekening mee bij mijn voeding, feestjes, pas mijn werktijden aan, neem regelmatig mijn rust, ben extra voorzichtig als ik een keer een andere sport doe. Maar je moet het wel in perspectief zien en reëel blijven. Ik ga niet niets doen, omdat ik in de League speel. Ik vind eigenlijk alle sporten leuk. Soms is het jammer dat korfbal een kleine sport is. In andere sporten zijn er wel mogelijkheden om naar het buitenland te gaan of betaald te worden. Maar ik ben niet gaan korfballen om prof te worden. Het hoogst bereikbare is nu het Nederlands team. Dat was vroeger een droom, maar toen stond ik er niet echt bij stil. Nu speel ik in een topteam met internationals om me heen en is het een stukje realistischer. In Oranje spelen lijkt me fantastisch. Het zou een hele grote eer zijn en een enorme bevestiging, maar het is nu niet aan de orde”. Moeiteloos De Graaf heeft de overstap naar de Korfbal League ogenschijnlijk moeite-
Kallista de Graaf heeft voor dit zaalseizoen twee duidelijke wensen. “Ahoy halen! En dan natuurlijk ook winnen. Dat lijkt me waanzinnig gaaf. De verschillen bovenin de Korfbal League zijn klein. Maar ik denk dat wij samen met PKC en KZ de sterkste zijn. In Ahoy moeten we dan vechten om de prijzen. Daarnaast hoop ik heel erg dat Eibernest zich dit jaar handhaaft in de Hoofdklasse. Ik heb daar mijn hele leven gespeeld. Ook al speel ik nu bij Fortuna, Eibernest is toch mijn club”.
‘De mooiste’
Kallista de Graaf. >Foto: Creative Images
loos gemaakt. “Het was keihard werken, kan ik je zeggen. Natuurlijk had ik wel talent en een stevige basis, maar ik leer echt van elke training en van iedere tegenstander. Ik probeer alles als een spons in me op te nemen. Tot nu toe gaat het lekker en sta ik vanaf de eerste wedstrijd in de basis. Maar bij iedere wedstrijd ben ik toch benieuwd of ik er weer in sta, want dat is voor mij
nog geen zekerheidje”. De 1,65 meter grote De Graaf kende dit jaar bij Fortuna een droomstart. Ze scoorde in de eerste wedstrijden dan ook veelvuldig. Nu, halverwege de competitie stagneert de doelpuntenproductie enigszins. “Ik word nu verdedigd als een spits. Dat is op zich wel een compliment. Ze vinden je klaarblijkelijk zo gevaarlijk dat ze je niet willen losla-
ten. Ik ben dit seizoen doelgerichter geworden. Als ik in de positie ben, dan neem ik nu de kans. Doordat ik met Mirjam Maltha in een vak speel, moet ik de spitsdame verdedigen. Er wordt nu van me gevraagd dat ik binnen een meter van mijn tegenstander sta. Ook daarin ben ik gegroeid. Het gaat in de League om details, die bepalen of je een goede speelster of een topspeel-
Kallista betekent ‘de mooiste’ in het Grieks en die benaming misstaat Kallista de Graaf niet. De 25-jarige korfbalster valt onder meer op door een glimlach die doet denken aan die van een andere Hagenaar, Michael Boogerd. Kallista de Graaf speelde vanaf haar zevende levensjaar bij HKV/Ons Eibernest en groeide daar de laatste jaren uit tot een veel scorende, door veel clubs begeerde speelster. Dit seizoen is de Haagse overgestapt naar Fortuna/ MHIR uit Delft. Toch onderhoudt ze nog warme contacten met haar oude club. Haar vriend Danny Gerritsen speelt er en als het even kan, gaat ze naar de wedstrijden van haar voormalig ploeggenoten kijken. Ook komen de Eibers regelmatig bij Fortuna op bezoek. Van de top van de Hoofdklasse naar de top van de Korfbal League. Bij Fortuna speelt De Graaf nu ineens samen met internationals Barry Schep, Thomas Reijgersberg. Op de vraag wat De Graaf op hen te kort komt, is ze lang stil. “Vooral ervaring. Zij hebben al zoveel momenten meegemaakt waarop het er echt om ging. Zij gaan daar nog veel makkelijker mee om”.
HAAGSE CREATIVITEIT VEROVERT DE WERELD Vele miljoenen zagen de beelden van Floris Kaayk als Flying Dutchman. Ook Dimitri Nieuwenhuizen timmert met zijn interactieve concepten als ondernemer aan de weg. Beiden zijn creatief ambassadeur
De creatieve ambassadeurs 2012-2013 zijn: - Jeroen Warmerdam van serious gaming bedrijf Tygron - Modeondernemer Wim de Bruyn - Dimitri Nieuwenhuizen van Lust vormgeving en nieuwe media - Floris Kaayk, transmediamaker, bekend als Flying Dutchman
Tekst Caroline Ludwig Fotografie Jorrit Renaud (portretten), Jelle Vermeersch (Human Birdwings)
Zie ook www.csdenhaag.nl en www.conseptmagazine.nl Editie 5
DImITRI nIEuWEnHuIzEn: KRuISbESTuIVInG En InnOVATIE
Creatieve ambassadeurs Ieder jaar benoemt de gemeente een aantal opvallende ondernemers uit de creatieve sector tot creatief ambassadeur van de stad Den Haag. Zij hebben als opdracht Den Haag internationaal te promoten als creatieve stad, netwerken uit te breiden en de naamsbekendheid van Den Haag te vergroten.
FLORIS KAAyK: TuSSEn WERKELIjKHEID En FAnTASIE
van Den Haag. Met hun inspirerende verhalen promoten ze de stad als bakermat van creativiteit. Een man met enorme vleugels vliegend boven een park. De beelden staan bij velen op het netvlies gegrift. Even leek het onmogelijke toch te kunnen. Had Jarno Smeets een ontdekking van wereldniveau gedaan? Niet lang daarna maakte de geestelijk vader, Floris Kaayk, in het televisieprogramma ‘De Wereld Draait Door’ bekend dat alles in scene was gezet. Human Birdwings bleek een transmediaproject, dat Floris samen met Revolver Media Producties op de Haagse Binckhorst bedacht en filmde in het Westbroekpark. Floris staat nog steeds te kijken van de onwaarschijnlijke hoeveelheid media-aandacht die zijn project opleverde. “Zelf vond ik het verhaal nogal ongeloofwaardig. Tal van universiteiten hebben geprobeerd een techniek te ontwerpen waarmee mensen kunnen vliegen. Waarom zou het mij dan wel lukken? Dit project legt een zwakte van de journalistiek bloot. Door nieuwsmakers is nauwelijks research gedaan naar de technische achtergrond. Op een gegeven moment kregen we zoveel vragen en interviewverzoeken dat het niet meer houdbaar was. De mediahype veroorzaakte bij mij een gevoel van verbijstering, schuldgevoel en paniek.” Kort daarna werd Floris benaderd door de gemeente met het verzoek om een jaar lang creatief ambassadeur van de stad te zijn. “Ook voor Human Birdwings gaf ik al regelmatig lezingen
en interviews, maar dat aantal nam rap toe. Via internet werd het filmpje al 7,5 miljoen keer bekeken. Ook zijn de beelden op allerlei festivals te zien, van Helsinki tot Seoul en binnenkort ook in Tokio. Tijdens interviews en ontmoetingen krijg ik veel vragen over de titel creatief ambassadeur. Dat staat prominent op mijn homepage en mensen zijn er nieuwsgierig naar. Ik vertel graag over Den Haag, de stad waar ik sinds 2006 woon en werk. Het aantal en de verscheidenheid in creatieve panden is geweldig. Mijn atelier is in de Besturing, een rauwe en industriële omgeving die me inspireert. De grote musea zijn veelal bekend, maar ik wijs mensen graag op
Dimitri Nieuwenhuizen wist al jong dat hij dingen wilde maken. Filosofie, dat leek hem de juiste studie om al zijn ideeën vorm te geven. Later bleken industrieel ontwerpen aan de TU Delft en vormgeving aan de Design Academy in Eindhoven beter te passen. “Ik woonde inmiddels in Den Haag en had al tijdens mijn opleiding een eigen studio opgericht. Sinds 1999 werk ik onder de naam Lust samen met Thomas Castro en Jeroen Barendse. In die tijd werd het internet langzamerhand volwassen. We ontwikkelden een nieuwe manier om te ontwerpen met behulp van de computer: process based design. Parallel aan elkaar onderzoeken onze ontwerpers intensief de mogelijkheden. Al die schetsen monden uit in nieuwe vormen van communicatie. Zoals de Posterwall for the 21st Century, die we maakten voor het Museum of the Image in Breda. De virtuele muur destilleert informatie uit allerlei lokale en globale digitale nieuwsbronnen en gebruikt deze als basis voor het dagelijks automatisch ontwerpen van 600 posters. Waar de traditionele poster de blik van de kijker trachtte te fixeren, zal de poster van de toekomst je aanwezigheid voelen en daarop reageren.Voor ons is het medium eigenlijk ondergeschikt, of de vorm nu een boek, een installatie, een poster of een product is. In 2008 startte LUSTlab, waarmee we research doen
naar autonome ideeën. Res Sapiens kreeg veel aandacht. Het is een installatie met een tafel vol Ikea-lampen elk aangesloten op een eigen internetbron. Berichten op het web worden vertaald in bewegingen van de lampen. Uit de experimenten in Lustlab komen software en concepten voort.” Bij de vele lezingen die Dimitri over de wereld geeft, prijst hij de vele kleine creatieve ondernemers in Den Haag. “Het aantal is ongekend hoog. De laatste ontwikkeling is dat beroepen steeds meer overlappen. De grens tussen de creatieve en de technische sector wordt steeds kleiner. Als ambassadeur heb ik mezelf als doel gesteld de kruisbestuiving tussen kunst,
allerlei kleine expositieplekken. Dat zijn echt ontdekkingen. Eigenlijk is er nog geen naam voor wat ik doe. Ik noem mezelf transmediamaker, mediakunstenaar of gewoon filmmaker. In mijn projecten zit altijd bewegend beeld, ik wil steeds een verhaal vertellen en ook zijn er telkens raakvlakken met de wetenschap. Ook mijn laatste fictieve project Rayfish Footwear, over sneakers gemaakt van genetisch gemanipuleerd roggeleer, deed veel stof opwaaien. Ik speel nu met het idee om bij een toekomstige film al in een vroeg stadium bekend te maken dat het om een kunstproject gaat. Ik ben benieuwd of ik dan weer zo veel aandacht krijg.”
Human Birdwings met de fictieve Flying Dutchman Jarno Smeets
design, ondernemerschap, wetenschap en techniek te bevorderen. Dit najaar zal er een eerste Haagse conferentie zijn tussen denkers en doeners. Er komt een centraal thema en dan kijken we wie met wie iets nieuws kan bedenken. Het moet een soort inventief Silicon Valley in Den Haag worden.Van onderaf beginnen, daar geloof ik in.” Ook zet hij zich in om de Haagse creatieve sector beter zichtbaar te maken. Zo zijn er plannen voor een installatie, die later dit jaar in het Atrium te zien zal zijn. De installatie, met als ingrediënten internet, gebouwen en objecten, zorgt voor een samensmelting van de digitale en fysieke wereld.
Installatie Res Sapiens 2011-2012, LUSTlab i.s.m. Pieke Bergmans
19
varia<
Vrijdag 22 februari 2013 > Den Haag Centraal
Huisartsenpost Bronovo mogelijk dicht Het is niet uitgesloten dat de huisartsenpost bij het ziekenhuis Bronovo per 1 april gesloten wordt. De huisartsenpost vangt na kantooruren en in het weekeinde patiënten op. Indien nodig worden die vervolgens doorverwezen naar de nabijgelegen afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) van het ziekenhuis. Het definitieve besluit over de toekomst van de huisartsenpost wordt binnenkort genomen. Het ziekenhuis zelf gaat er vanuit dat er niets gaat ver-
anderen. “In onze plannen houden we er rekening mee dat de huisartsenpost gewoon blijft bestaan”, aldus de woordvoerster van het ziekenhuis. Zij doelt op de plannen voor de nieuwbouw van de afdeling spoedeisende hulp. Die afdeling is al geruime tijd gehuisvest in een noodonderkomen. In de nieuwbouwplannen, die startklaar zijn, is ruimte gereserveerd voor een huisartsenpost. Een mogelijke sluiting is het gevolg van de opening van een huisartsen-
post op het terrein van het Westeindeziekenhuis enkele weken geleden. Daarmee is het aantal huisartsenposten in Den Haag op vier gekomen: bij ziekenhuis Bronovo, het Westeindeziekenhuis, Antoniushove (Leidschendam) en bij de vestiging aan de Leyweg van het Hagaziekenhuis. Zorgverzekeraars vinden vier huisartsenposten teveel van het goede. Er is in hun visie sprake van overcapaciteit en zij dringen daarom aan op sluiting van een huisartsenpost.
Duizend figuranten in een levende digitale klok Bezoekers van Theater aan het Spui maken op 6 maart een levende digitale klok op de tribune van het dan jarige Haagse theater. Dit publieksinitiatief wordt georganiseerd door de Spuigenoten, de vriendenvereniging van Theater aan het Spui. Om het project te laten slagen, zijn er tijdens het twintigste verjaardagsfeest duizend figuranten nodig voor de filmopname van de digitale klok op de tribune van de Grote Zaal. Het resultaat van het kunstproject, een video van de digitale klok, zal dagelijks te zien zijn in de foyer van Theater aan het Spui. Iedere dag zullen de gezichten van de theaterbezoekers voorbij komen op het grote scherm. “Fantastisch dat ons publiek op deze manier een gezicht krijgt”, vindt directeur van Theater aan het Spui Cees Debets. De Tijd Is Gekomen, zo heet het project dat volgens Derk Hazekamp, een van de initiatiefnemers van Spuigenoten, niet kan bestaan zonder de deelname van figuranten. “We vormen gedurende zestien uur een digitale klok, opgedeeld in tijdvakken van veertig minuten. De mensen zitten zo dat ze samen cijfers vormen, en met die cijfers de tijd. Als iedereen veertig minu-
stadsgroen
Parkietje
Van de 25 kastanjebomen in de buurt van de Hofvijver zijn er 19 gezond. De zes andere zijn op een vreselijke manier verminkt. Zo erg zelfs, dat wethouder Revis laat weten dat hij ze op korte termijn gaat kappen. De zes zijn afgeleefd, krakkemikkig, afgeschreven. Dat komt allereerst door de kastanjebloedingsziekte, maar de ‘knopvraat’ die daar nu bij komt, blijkt funest. De parkieten zijn de daders. Zoals duiven dól zijn op stokbrood en meeuwen liefhebbers zijn van patat, houden halsbandparkieten van
Iedere avond vliegt een flink deel van de 5.000 Haagse parkieten naar de Hofvijver, waar ze voor het slapen gaan aan de kastanjeknoppen knabbelen
Een still uit de test-opname van afgelopen week. De tijd "17:10" >Foto: PR
ten zit dan zijn meer dan duizend mensen nodig,” aldus Hazekamp. De groep figuranten komt voort uit regelmatige bezoekers van Theater aan het Spui. Volgens Hazekamp zijn er nog veel meer enthousiastelingen nodig
die plaats moeten nemen op de tribune om De Tijd Is Gekomen te doen slagen: “Als u het een leuk project vindt, kunt u een tijdvak uitkiezen en u in schrijven via de website: www.spuigenoten.nl/de-tijd-is-gekomen”.
bloemknoppen en zakjes pinda’s. Iedere avond vliegt een flink deel van de 5.000 Haagse parkieten naar de Hofvijver, waar ze voor het slapen gaan aan de kastanjeknoppen knabbelen . Nu hoor ik u denken: als dadelijk de zes aangevreten bomen zijn gekapt, dan beginnen die groene rakkers toch aan de resterende kastanjes te knagen? Ja, dat zit er dik in. Hoog tijd dus om die vogels flink om de tuin te
leiden of te verjagen. Afschieten doen we niet, het vlees is trouwens ook niet zácht te krijgen. Wel zouden we hun nesten – holletjes in bomen – kunnen dichtstoppen, dan sterft de populatie vanzelf uit. Of zou een valkenier de pedante parkieten de baas kunnen? Is het aanleggen van een verlokkelijk kruimelpad van pinda’s richting het Haagse bos misschien een idee? Er is echter nog een optie, die zo voor de hand ligt dat die tot nu toe over het hoofd is gezien. De halsbandparkiet is al sinds de tijd van Alexander de Grote in trek als kooivogel. Het beest hecht zich aan zijn verzorger en kan nota bene binnen korte tijd een paar woordjes spreken. Waarom stoppen we de vogel niet terug in zijn kooi? In een grote volière, langs het schelpenpad op de Vijverberg? Het zijn heus aardige dieren om te zien en je hebt ze in vele vrolijke kleuren: lichtgroen, middengroen, olijfgroen, doperwtengroen, mosgroen en donkergroen. Deze vogels, die weinig angst voor mensen kennen, zijn misschien ook leuk als inzetbaar bij wijze van toeristische attractie? Mochten er onoverkomelijke bezwaren rijzen dan hebben we een plan B. Er zijn ruim 500.000 inwoners in de stad. Als 1 procent van ons nu zo’n kooitje koopt en daar een vogelechtpaartje in zet. Dan komen we zelfs nog zo’n 5.000 vogels tekort .... Wendy Hendriksen >Meer columns en een boek op www.wendyhendriksen.nl
Raad van State nu wel akkoord met woningbouw Escamplaan De bouw van 90 woningen op de voormalige woonwagenlocatie aan de Escamplaan mag doorgaan. Dat heeft de Raad van State woensdag beslist. De Raad vernietigde twee jaar geleden een eerder bestemmingsplan voor dit bouwproject, omdat de ontsluiting van de toekomstige woonwijk niet was geregeld. Dat gebrek is nu hersteld, maar niet
naar wens van bewoners van de naastgelegen Houtwijk. De gemeente heeft gekozen voor ontsluiting via de Q.A. Nederpelstraat in die wijk. De door buurtbewoners gewenste ontsluiting via de Escamplaan ziet de gemeente niet zitten, omdat dit de doorstroming van die hoofdweg zou hinderen. Volgens de Raad heeft de gemeente een grote beleidsvrijheid bij het kiezen van
ontsluitingen. Bovendien hebben de buurtbewoners volgens de Raad niet aannemelijk gemaakt dat de gemeente een onredelijke keuze heeft gemaakt met een ontsluiting door hun wijk. De Raad oordeelt dat de verkeerstoename in de Q.A. Nederpelstraat gering zal zijn. Daarom verwacht de Raad geen verkeersonveilige situaties en ook geen geluidsoverlast.
groter dan op straat of in de klas, en toezicht ontbreekt vrijwel geheel. Pesten is niet strafbaar, en onder de twaalf jaar kan iemand voor geen enkel delict worden vervolgd. Kortom, het lijkt een opvoedkundige kwestie te zijn. Lijkt, want ouders mogen van een school verwachten dat hun kind in een veilige omgeving verkeert en beschermd wordt tegen gedrag dat ontwrichtend kan werken. In 2008 daagden ouders de school van hun kind voor de rechter, omdat ze vonden dat de school niet voldoende had gedaan
aan het pestgedrag van andere leerlingen. De rechter wees hun eis af, omdat de school volgens hem wel had voldaan aan die ‘zorgplicht’. Scholen dragen dus een verantwoordelijkheid, puur omdat de kinderen aan hun zorg zijn toevertrouwd. Maar welke middelen en methodes hebben scholen om dergelijke uitwassen te bestrijden? Sommige scholen voeren speciale antipestprogramma’s in, zoals het in Finland ontwikkelde KiVa systeem, dat zou leiden tot een aanmerkelijke daling van het pestgedrag op scholen. Een collega van mij pleitte er onlangs voor dat op scholen een vak ‘relatiekunde’ moet worden ingevoerd, omdat pubers erg nieuwsgierig zijn hoe ze zich moeten gedragen en thuis niet altijd de informatie krijgen die ze goed zouden kunnen gebruiken. Zo kunnen kinderen weerbaarder worden tegen spanningen binnen het gezin, beseffen ze beter wat hun gedrag voor effect heeft op anderen en zou het pesten als
juridisch
Pesten
Veel aandacht is er de laatste tijd in de media voor kinderen die worden gepest. De reden van die aandacht is een aantal tragische zelfmoorden van pubers die geen andere oplossing zagen dan zich het leven te benemen. Pesten is van alle tijden, maar dat kinderen een zo vergaande stap zetten, is iets nieuws. Social media zoals Facebook lijken een grote rol te spelen bij deze drama’s. Juist het ‘shaming’-effect van cyberpesten schijnt bij zowel daders als slachtoffers de meeste impact te hebben. De mogelijkheden iemand zwart te maken op het internet zijn
gevolg daarvan wel eens kunnen dalen. Voorkomen is beter dan genezen. Maar ouders en kinderen zouden ook zelf in actie kunnen komen. Wat volgens diverse deskundigen niet werkt, is niets doen. De pestkop een flinke hengst voor zijn kop geven is een optie die volgens sommigen een effectieve manier is om van het pesten af te komen. Politiek correct is dat advies niet, en een school zal deze tip niet in haar
De mogelijkheden iemand zwart te maken op het internet zijn groter dan op straat of in de klas, en toezicht ontbreekt vrijwel geheel
pestprotocol opnemen, vermoed ik. Je kunt het ook via de band spelen en de druk opvoeren op de pestkoppen, door gebruik te maken van de mogelijkheden die ons dikke Burgerlijk Wetboek biedt, door de ouders van de pester aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Pesten is weliswaar niet strafbaar, maar wel onrechtmatig. Het slachtoffer voelt immers pijn, zijn of haar spullen worden vernield of ontvreemd en er kan depressiviteit optreden, waardoor de schoolprestaties verminderen en schade ontstaat. Daarmee kan je naar de rechter toe, die het pesten kan verbieden en een dwangsom kan opleggen, of een straatverbod. Harde maatregelen, maar in zware gevallen misschien toch een bruikbare oplossing? Michael van Basten Batenburg Delissen Martens Advocaten www.delissenmartens.nl
20>society
Den Haag Centraal > Vrijdag 22 februari 2013
vilan, renate & de residentie
Maar er werden geen haringen in de hal gehangen De high tea van de Ladies’ Circle Den Haag had plaats in het Hilton Hotel en het was allemaal voor een goed doel. Dat goede doel was het Panorama Mesdag en dat vinden wij een prachtig goed doel dus geen kwaad woord over deze dames. Ook al niet omdat dit een club is voor vrouwen tot 45 jaar en wij desondanks toch welkom waren. Zo zie je maar weer: het komt altijd van pas om societycolumnist te zijn. Je hoort natuurlijk nergens bij, maar je mag wel naar binnen. Terwijl de ladies voorafgaand aan de tea een rondleiding kregen door het Panorama Mesdag, keken wij alvast een beetje rond. In de hal van het Hilton stonden verschillende stands. De meest fascinerende vonden wij die van Tupperware. Alleen al het feit dat dat nog steeds bestaat! De vrouw achter de stand legde uit dat Tupperware met zijn tijd is meegegaan, want je hebt nu bakjes die zowel in magnetron als vriezer kunnen. Dergelijke huishoudelijke quantumfysica gaat onze pet natuurlijk te boven, dus we schoven snel door naar de stand van de Van Lennep Kliniek voor huidverbetering (lees: botox). Aan schoonheidsspecialiste Nadja el Barbary (geweldige naam) legden wij uit dat wij onze rimpels verdiend hebben. We vonden het mooi dat ze zich daardoor niet uit het veld liet slaan en ons meteen een ‘spray tan’-behandeling aanraadde. “Het gaat er niet af onder de douche”, beloofde ze. Inmiddels was het programma begonnen. Dat bestond onder meer uit een inleiding van binnenhuisarchitecte Angelika Kok en een act van cabaretier Maarten Willemse. Angelika Kok, verantwoordelijk voor het interieur van het Hilton, bleek over het grootste komische talent van de twee te beschikken. Ze vertelde beeldend hoe ze fietsend langs het Hilton ervan droomde dit hotel in te richten. Maar dat zij, als alleenstaande moeder in een vissershuisje op Scheveningen, ervan overtuigd was dat dat ‘hem niet ging worden’. Een tapijtlegger introduceerde haar bij het hotel, ze kreeg een week om haar pitch voor te bereiden en moest toen voor een tribunaal van twintig pakken komen. Haar plan, waarbij ze inspeelde op de aanwezigheid van zee en duinen in Den Haag, werd integraal aangenomen. Alleen met haar suggestie om haringen op te hangen in de hal deed de hoteldirectie vreemd genoeg niets. Maar de zandwand en het helmgras kwamen er wel. Vervolgens mocht Kok de rest van het hotel ook inrichten, met als laatste de royal suite. “Toen was ik er klaar mee. Burn out”, eindigde ze haar betoog. “Ik denk dat iedereen nu met heel andere ogen naar de inrichting van het hotel zal kijken”, sloot één van de organisatoren de presentatie van Kok fijntjes af. De middag zette zich voort, wij zagen dames naadloos van de thee in de witte wijn glijden, en toen was het tijd voor de loterij. Daarbij werden verdacht genoeg bijna alle schoonheidsbehandelingen gewonnen door de heren aan de herentafel, die zich om onverklaarbare redenen in het midden van de zaal bevond waardoor het extra opviel. Wij wisten het zeker: dit was doorgestoken kaart. Wij sloegen ons voor het hoofd dat wij geen loten hadden gekocht, want
Het tweede rondje is van mij. >Foto's: Mylène Siegers
Staan er in de folder ook bakjes met een luipaardmotiefje?
er vielen prachtprijzen te winnen, zoals een cursus mindful eten, een mini-facelift en jawel, een ‘spray tan’ behandeling. En wij wisten nu dat het er onder de douche niet zou afgaan. Bij elkaar werd 6.555 euro opgehaald en de cheque zou overhandigd worden aan journalist Frits Wester, maar die had op het laatste moment afgezegd. Zal je altijd zien. Maar verrassend genoeg kon dat de pret totaal niet drukken.
Laat mij voelen en ik zal zeggen wie u bent.
Renate van der Zee
Alaaf!