Ac viteitenverslag van de En teit Belas ngen en Invordering Deel 1
Jaarverslag 2008 van de Administrateur-generaal van de Belastingen en de Invordering FOD FINANCIEN
Ac viteitenverslag van de En teit Belas ngen en Invordering
Inhoud: 1
Voorwoord
30
A. Verwezenlijkingen
3
Hoofdstuk 1: Coperfin: De vooruitgang 2008
30
1. Day-to-day werkzaamheden
4
1. Functionele expertise en Ondersteuning (FEO)
30 30
1.1. Inkohieringen 1.1.1. Ketting PB
4 4 4
1.1. Algemeen 1.2. Operationalisering van de afdelingen Reglementering en Juridische Expertise 1.3. Project Kennisbeheer
30 30 30
o Algemeen o Werkprocessen o Resultaat op het vlak van de inkohieringen
4
2. Dienst Coördinatie en Uitvoering (DCU)
5 5 5 6
2.1. Datawarehouse 2.2. Algemene doelgroepen 2.3. E-audit 2.4. Sectoriële en thematische doelgroepen
31 31 31 31 31
1.1.2. Ketting VENB 1.1.3. Ketting BNI 1.2. Coördinatie van sommige controleopdrachten 1.2.1. Datamining iteratie 5 1.2.2. Overzicht sectoriële acties opgestart in 2008 en hun respectievelijke opbrengsten
6
3. Multikanaal Dienstverlening (MKDV)
31 32 32 33
a. Acties toegewezen aan de controlecentra b. Acties toegewezen aan de klassieke diensten Directe belastingen c. Acties toegewezen aan de btw-kantoren d. Acties toegewezen aan controlecentra en aan klassieke diensten (DB en/of btw)
33
2. Organisatorische wijzigingen
33 33
2.1. Hergroepering Rechtspersonenbelasting 2.2. Overdracht van de Onroerende Voorheffing (OV) naar de AOIF
34
3. Integratie en update gerealiseerde projecten in de day-to-day van de AOIF/KMO
34 34 34 35 35 35 35 36 36 36 36 36 37 37
3.1. Tax-on-web (TOW) 3.1.1. TOW Burger 3.1.2. TOW Mandataris 3.1.3. TOW Ambtenaar 3.2. Belcotax-on-web (BOW) 3.3. TAXI 3.3.1 Algemeen 3.3.2. Evolutie 3.3.3. Resultaten 3.4. Workflow Geschillen 3.4.1. Aanpak 3.4.2. Inhoud van de Workflow Geschillen 3.4.3. De Workflow Geschillen in cijfers (toestand in september 2008) 3.5. TBT
6 7 9 9 9 13
3.1. Algemeen 3.2. Waarom MKDV? 3.3. Bespreking per kanaal 3.3.1. Internet 3.3.2. Contactcenter 3.3.3. Persoonlijk onthaal
15
4. Program Management Office (PMO)
17
Hoofdstuk 2: Het personeel
21
Hoofdstuk 3: De strijd tegen de fiscale fraude
22 22
1. Centralisatie van de inlichtingen 2. Coördinatie, opvolging en supervisie van de sectoriële en thematische controleverrichtingen en controleverrichtingen met vertakkingen 3. Supervisie en dagelijks beheer van de Taskforce “minerale oliën” 4. Medewerking aan en opvolging van de Belgische, Europese en internationale netwerken verbonden aan de problematiek van het witwassen van kapitaal, de financiering van het terrorisme en de fiscale, economische en financiële fraude.
24 25
29
Hoofdstuk 4: 2008 voor de fiscale administraties
30
1. Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit
37 37 37 37 38 38 39 39 39 40 40 40
3.5.1. Inleiding 3.5.2. Verbetering TBT 3.6. Scanning – intervat – vatlist 3.6.1. Scanning van de aangiften PB 3.6.2.Intervat 3.6.3. Evolutie van de indiening van de btw-aangiften 625 (papier/elektronisch) 3.7. FINFORM 3.8. URBAIN (Urbanism Information Network) 3.9. STIR-BTW 3.10. STIR-CORE 3.11. Opstarten van het project splitsing P/KMO 3.12. Opstarten van het project BTW/KMO
41
B. De buitendiensten
41
1. De opdracht van de AOIF
41
2. De doelstellingen van de AOIF
41 42 45
2.1. Beheer 2.2. Controle 2.3. Geschillen
45
3. De AOIF in cijfers: aantal diensten
46
4. De AOIF in cijfers: aantal personeelsleden
46
5. De AOIF in cijfers: aantal belastingplichtigen
46 48 48
5.1. Personenbelasting (PB) 5.2. Vennootschapsbelasting (Ven.B) 5.3. Btw
49
6. De AOIF in cijfers: activiteiten
49 54
6.1. Het beheer van de aangiften 6.2. Het uitvoeren van controles
61
C. De dagelijkse werking van de centrale diensten
64
2. Administratie van de invordering 3. Bijzondere belastinginspectie
67
4. Administratie van de douane en accijnzen
71
Hoofdstuk 5: De internationale betrekkingen
72
1. Wetgeving
72 72 72 73 73 75 78 82 82 82 84 85 85 85 85 87 87
1.1. Directe belastingen 1.1.1. Bilateraal niveau 1.1.1.1.Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting 1.1.1.2. Administratieve regelingen inzake de uitwisseling van inlichtingen 1.1.2. Multilateraal niveau 1.1.2.1. Europese unie 1.1.2.2. OESO 1.2. Indirecte belastingen 1.2.1. Juridische afdeling: Europese regelgeving- geschillen en prejudiciële vragen- OESO 1.2.1.1. Europese Unie: instellingen, werkgroepen en regelgeving 1.2.1.2. OESO 1.2.1.3. Diversen 1.2.2. De economische afdeling: de eigen middelen inzake btw 1.2.3. De internationale administratieve samenwerking 1.2.3.1. Europese Unie 1.2.3.2. OESO 1.2.3.3. Bilaterale akkoorden inzake administratieve samenwerking
88
2. Internationale samenwerking door uitwisseling van ambtenaren
88 88 88 88 89 89 89 89 90 90 90 90 90 90 91
2.1. Fiscalis 2.1.1. Voor btw, directe belastingen en taks op de verzekeringspremies 2.1.1.1. Deelname van Belgische ambtenaren aan seminaries, projectgroepen en workshops 2.1.1.2. Werkbezoeken van Belgische ambtenaren in andere Lidstaten 2.1.1.3. Werkbezoeken van buitenlandse ambtenaren in België 2.1.2. Voor accijnzen 2.2. Internationale samenwerking inzake douane en accijnzen 2.2.1. Douane 2013 2.2.2. TAIEX 2.2.3. OLAF 2.2.4. Eurodouane 2.2.5. WDO 2.2.6. ISEC 2.2.7. Buitenlandse stagiairs 2.2.8. Diverse zendingen
Voorwoord Het jaar 2008 werd halverwege gekenmerkt door een onverwachte wending in de conjuncturele cyclus. Terwijl de ontvangsten gedurende de eerste zes maanden nog gunstig evolueerden zoals vroeger, heeft de financiële crisis, ontstaan in de zomer van 2008, duidelijk haar sporen nagelaten op de totale fiscale ontvangsten van het jaar. Deze laatste zijn slechts met 2,6 % gestegen tegenover 2007, met als gevolg een belangrijke minderwaarde van meer dan 2,6 miljard euro in vergelijking met de aanvankelijke ramingen. In deze moeilijke context heeft de Algemene administratie van de belastingen en de invordering, in samenwerking met de verschillende betrokken Ministers en de leden van het Directiecomité van de FOD Financiën, met de middelen die ze had, de moderniseringsopdracht voortgezet die haar was toegewezen in het kader van “Coperfin” en van het managementplan, opgesteld in 2003. Terwijl het personeelsbeleid, de informatica en de budgettaire aspecten van het Departement onder de bevoegdheid vallen van de Voorzitter van het Directiecomité, heeft de Algemene administratie van de belastingen en de invordering voornamelijk getracht de grote fiscale strategische doelstellingen te vertalen en te coördineren, zoals deze vastgesteld zijn in het managementplan en dit vooral op gebied van: - de dienstverlening aan de belastingplichtigen; - de coördinatie van de acties van de verschillende administraties inzake fraudebestrijding; - de opvolging van de grote transversale programma’s inzake modernisering op vlak van informatica binnen de fiscale administraties en - de bemiddeling tussen de fiscale administraties ingeval van verschillende standpunten. Met betrekking tot de dienstverlening aan de belastingplichtige zijn de jaren 2002-2008 getuige geweest van een echte Copernicusrevolutie in de fiscale administraties. Dankzij belangrijke begrotingsmiddelen en opeenvolgende informaticaplannen die in de loop der jaren bijgesteld zijn en het mogelijk gemaakt hebben beter in te spelen op de fiscale noden van de ambtenaren en belastingplichtigen, kan men zeggen dat, na enkele kinderziekten, de hervorming tot een
groot succes heeft geleid. Dit heeft vorm gekregen door de digitalisering van haast alle soorten van aangiften (PB, VenB, btw, enz.) en van toepassingen zoals “Tax-on-web”, “Taxi”, “Edivat”, “Intervat”, enz. De dienstverlening aan de belastingplichtigen is er eveneens op vooruitgegaan door middel van instrumenten zoals het “Contactcenter”, het intensieve gebruik van de mail in de omgang met de belastingplichtige, de inwerkingstelling van het enig dossier en de ontwikkeling van een “geïntegreerd verwerkingssysteem” (STIR). Dit systeem, dat tegelijk ontwikkeld werd binnen de entiteiten “Belastingen en Invordering” en “Patrimoniumdocumentatie” – die zelf een opmerkelijke modernisering van haar werkzaamheden realiseert – heeft de FOD Financiën toegelaten om snel de opgelopen achterstand weg te werken die was ontstaan ingevolge een lange inertie vóór de jaren 2000. Wat de fiscale fraude betreft is er de laatste zes jaren onder impuls van de Algemene administratie van de belastingen en de invordering een duidelijke vooruitgang gemaakt door de selectie van dossiers te centraliseren, en dit voornamelijk door middel van de “datamining” en de sectoriële acties, ingeleid door het Anti-Fraudecomité. Er dient ook melding te worden gemaakt van de wil van de Algemene administratie van de belastingen en de invordering om de uitwisseling van informatie in het Europees kader van de spaarrichtlijn uit te werken, die volledig haar vruchten zal afwerpen dankzij nieuwe informaticaprogramma’s die vanaf 2009 zullen worden toegepast. Sinds meerdere jaren worden de concrete resultaten in cijfervorm weergegeven in de activiteitenverslagen. Omwille van verschillende problemen werd de ontwikkeling van de uitbreiding van de “datamining” tot een ruimer geheel inzake databankbeheer, “datawarehouse” genaamd, vertraagd.
1
Bovendien werd de ontwikkeling van de “datawarehouse” in 2008 vertraagd door de besprekingen over de naleving van de wettelijke bepalingen – nl. de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer – die de uitwisseling en de kruising van gegevens toelaten, zowel intern, tussen fiscale administraties, als met organismen die tot een andere sector behoren zoals de sociale zekerheid. Voor wat de situatie van het personeel betreft en in het bijzonder de hervorming van de structuren van de FOD Financiën heeft 2008 voor geen doorbraak gezorgd. Daarom dient meer dan ooit dank te worden betuigd aan het personeel dat in deze moeilijke situatie kwaliteitswerk heeft afgeleverd ondanks een onverbiddelijke afname van het aantal ambtenaren omwille van de ongunstige structuur van de leeftijdspiramide. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het huidige verslag van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering het laatste in zijn soort zal zijn. Rekening houdend met de gedurende de zes eerste jaren van Coperfin opgedane ervaring, heeft de Minister inderdaad geacht dat de te grote groepering van diensten met verschillende bevoegdheden binnen één grote entiteit namelijk “Belastingen en Invordering”, zoals die aanvankelijk was gepland, ongeschikt was en dat het efficiënter zal zijn om de materies te splitsen in vier entiteiten, met name: de taxatie inzake inkomstenbelastingen en btw, de douane en accijnzen, de inning en invordering en de fiscale fraudebestrijding, telkens onder de leiding van een Administrateur-generaal en onder het gezag van de Voorzitter van het Directiecomité. Op het eerste zicht kan een dergelijke verdeling lijken in te gaan tegen de evolutie waargenomen in de meerderheid van de OESO-landen, die allen in de richting van een groepering gaan van de werkzaamheden van de fiscale administraties en een afplatting van de hiërarchie omwille van evidente redenen van efficiëntie, vereenvoudiging en vermindering van de uitgaven. In werkelijkheid zal de voorgestelde situatie in de lijn liggen van de algemeen waargenomen beweging wanneer men rekening houdt met het feit dat de hervorming voorziet in een aanzienlijke versterking van de coördinatiefuncties op niveau van de Voorzitter van het directiecomité. Zo zal de Voorzitter bijgestaan worden door nieuwe diensten en adjuncten die niet alleen bevoegdheden zullen hebben inzake coördinatie maar eveneens inzake strategische begeleiding.
2
De hergroepering onder één gezag van, enerzijds, het personeels-, informatica- en begrotingsbeleid, dat reeds in het verleden afhing van de Voorzitter van het directiecomité, met, anderzijds, het fiscale beleid, dat afhing van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering, zou ertoe moeten leiden dat er meer rekening wordt gehouden met de doelstellingen inzake fiscale strategie, die tot nog toe gehanteerd en gesteund werden, soms met succes en soms met moeilijkheden, omwille van de veelvuldige obstakels die moesten overwonnen worden om deze duidelijk onmisbare technische en leidinggevende coördinatie te realiseren. Mijn mandaat van Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering is beëindigd op 1 april 2009 met de beoordeling “zeer goed”, toegekend door de Minister van Financiën. Ik hoop dat de nieuwe hervorming zo snel mogelijk meer klaarheid zal brengen in de organisatie van de FOD Financiën en dat men zonder uitstel kan overgaan van een voorlopige situatie - die te lang heeft geduurd maar in feite een echte revolutie was ten opzichte van het vroegere Ministerie van Financiën - naar een toestand die toelaat om de modernisering verder te zetten in omstandigheden die positief zijn voor zijn ambtenaren, die essentiële componenten zijn en die zonder angst de toekomst tegemoet kunnen gaan omwille van hun know-how en de kwaliteit van het werk dat zij tot nu toe hebben afgeleverd. Jean-Marc DELPORTE Adjunct-administrateur-generaal van de belastingen Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering (1.4.2003 – 31.3.2009)
Hoofdstuk 1 Coperfin : de vooruitgang in 2008
1 3
1 Hoofdstuk 1: Coperfin: De vooruitgang in 2008
● ●
1. Functionele Expertise en Ondersteuning (FEO)
● ●
de bouw van een gebruiksvriendelijke en performante zoekmotor; de ter beschikkingstelling van de nodige beheerstools; de ontwikkeling van een digitaal informatiekanaal ( ‘push & pull’ – systeem ); de implementatie van de benodigde toegangsmodules en webinterfaces.
1.1. Algemeenheden Het project FEO heeft als doel het uitwerken van de richtlijnen van een toekomstige stafdienst op het niveau N-1 die zal belast zijn met het opstellen van de reglementering, circulaires en technische instructies alsook met de ontwikkeling van de ‘best practices’ en de werkmethoden. De operationalisering van de afdelingen ‘Reglementering’ en ‘Juridische Expertise’ van deze toekomstige stafdienst werd in 2005 als prioritair beschouwd.
In de loop van het jaar 2008 werden de volgende stappen gezet: ● ●
de ontwikkeling van een nieuwe organisatiebrede taxonomie werd gefinaliseerd; de “use cases” die betrekking hebben op de verschillende gebruikersfunctionaliteiten - waarbij de nadruk wordt gelegd op de performantie en het gebruiksgemak van de zoekmotor - werden geïmplementeerd; de ontwikkeling van de “use cases” die betrekking hebben op de verschillende kennisbeheerdersfunctionaliteiten - waarbij de nadruk wordt gelegd op de flexibiliteit en de gebruiksvriendelijkheid van de eigenlijke beheerstools - werd verdergezet; de inhoud van Fisconet (oud) werd gemigreerd in de nieuwe fiscale gegevensbank Fisconetplus die operationeel is sinds 3 november 2008. De migratie van de DocDB, Codinet en een aantal informatieve sites werd verder voorbereid.
In de loop van 2006 werden de eerste noodzakelijke werkzaamheden voor deze operationalisering gerealiseerd door de cel FEO. Deze werkzaamheden worden beschreven in de jaarverslagen 2006 en 2007 van de entiteit Belastingen en Invordering.
●
1.2. Operationalisering van de afdelingen Reglementering en Juridische Expertise
●
Een essentieel element om de operationalisering van de afdelingen Reglementeringen en Juridische Expertise, zoals beschreven in de haalbaarheidsstudie, te kunnen bewerkstelligen, is de inrichting van een nieuwe juridische structuur voor de FOD Financiën. Gelet op de moeilijkheden die werden ondervonden bij de oprichting van deze nieuwe structuur, werd in de loop van 2008 nog geen enkele concrete beslissing genomen.
De inhoudelijke bijwerking van de gegevensbanken werd toevertrouwd aan de Dienst Kennisbeheer onder de hoge leiding van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering. In deze dienst zijn 22 medewerkers tewerkgesteld.
1.3. Het Kennisbeheersysteem
2. Dienst coördinatie en uitvoering (DCU)
De eerste fase van de implementatie en de organisatie van een enig kennisbeheersysteem in de FOD Financiën omvat inzonderheid:
Bij Koninklijk besluit van 4 maart 2008, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 12 maart 2008, werd een dienst risicobeheer opgericht in de schoot van, onder meer, de Algemene administratie van de belastingen en de invordering.
●
4
De overheidsopdracht met betrekking tot de uitvoering van deze eerste fase maakte het voorwerp uit van een offerteaanvraag die in juli 2006 werd gepubliceerd.
de installatie van een centrale “unieke” kennisdatabank waarin op relatief korte termijn (2008 en 2009) de bestaande gegevensbanken, zoals “Fisconet” en “Codipers” en tal van andere informatieve sites, zullen worden geïntegreerd;
1 Deze dienst, die onder de leiding van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering werd geplaatst, staat in voor de analyseactiviteiten en de coördinatie in het kader van het risicobeheer. Deze activiteiten moeten de principes inzake finaliteit, proportionaliteit en veiligheid respecteren en dit conform de “privacywet” van 8 december 1992, zijnde een materie waarvoor een wetsontwerp wordt voorbereid dat de richtlijnen inzake de behandeling van persoonsgebonden gegevens binnen de FOD Financiën zal vastleggen. Bovendien moet de methodologie inzake risicobeheer, door middel van een objectieve benadering, de gelijke behandeling van belastingplichtigen garanderen. Rekening houdende met de hierboven vermelde bepalingen heeft de dienst risicobeheer, de diverse beslissingsniveau’s en de regels inzake de verdeling van taken tussen de verschillende actoren die betrokken zijn bij risicobeheer bepaald: de politieke overheid, de werkgroep “privacy”, de dienst ICT, de Algemene administratie van de belastingen en de invordering en de verschillende pijlers/administraties. De hiernavolgende aspecten moeten eveneens worden toegewezen aan het uitgevoerde risicobeheer in 2008: 2.1. Datawarehouse Het op punt stellen van het technisch softwareplatform (release Themis) werd beëindigd in het jaar 2008. Naast het verder op punt stellen van de identificatiegegevens in de datawarehouse, werd de release ‘Eos’ toegespitst op het realiseren van verbindingen met het project “Geïntegreerd verwerkingsysteem voor belastingen en invordering” (STIR-DU) met de integratie van het Enig Dossier tot doel. Daarnaast zorgde ‘Eos’ ook voor de ontwikkeling van een verzameling basisgegevens met betrekking tot de nieuwe btw-belastingplichtigen. De release ‘Prometheus’, die handelt over de goederenaspecten van Douane en accijnzen, heeft de analyse van de gegevensbronnen die in de datawarehouse zullen worden opgenomen, verdergezet.
2.2. Algemene doelgroepen De coördinatie van het risicobeheer werd gecentreerd rond de algemene doelgroepen door middel van de opvolging van de Datamining. De datamining is gebaseerd op de resultaten van vroegere controles en op de btw-aangiften. Het programma Datamining vertegenwoordigt een selectie te controleren dossiers die 40 % van de capaciteit van de controlecentra bedraagt. Voor de controleperiode 2008 – 2009 werd de 5de iteratie datamining geëxploiteerd voor de selectie van de dossiers in de controlecentra en in de klassieke diensten DB en btw van de AOIF. Aan de bestaande segmenten (groothandel, bouw, horeca, industrie, voertuigen, diensten en kleinhandel) werd één specifiek segment (grote ondernemingen) toegevoegd, hetgeen de enige nieuwigheid is van de 5de iteratie. De bedoeling van de introductie van dit nieuwe segment “Grote Ondernemingen” was tweeledig. Vooreerst heeft ze een positieve invloed op de modelvorming in de andere betrokken segmenten, zodat in al deze segmenten meer homogene populaties worden verkregen. Daarnaast laat een afzonderlijk segment voor “Grote Ondernemingen” toe de samenstelling van de selectie qua omvang van de dossiers op een meer gerichte en aangepaste wijze te sturen. De 5de iteratie heeft geleid tot een selectie van 11.438 dossiers. 2.3. E-audit Om de evolutie van de controles digitaal te kunnen ondersteunen, heeft de administratie regionale cellen in het leven geroepen die gespecialiseerd zijn in handelingen verbonden met de e-audit. Dit initiatief beantwoordt aan de juridische mogelijkheden die recent werden gecreëerd om de boekhouding (inkomend en uitgaand facturenboek en dagboek van ontvangsten) op een digitale manier bij te houden. Deze mogelijkheden van elektronische facturatie zijn ook ingeschreven in de fiscale reglementering.
5
1 Het e-auditprogramma is er dus op gericht de administratie toe te laten controles uit te voeren op een meer geavanceerde en aan de noden van de huidige realiteit aangepaste wijze. In 2008 werden de opleidingen inzake het gebruik van de toepassing ACL volledig afgerond. Er werden nieuwe normen uitgewerkt opdat de controlediensten een zeker percentage van de te controleren dossiers met behulp van e-audittechnieken zouden behandelen. Het aantal door de controlecentra van de AOIF met gebruik van de ACL-tool te behandelen dossiers voor de controleperiode 2008 – 2009 bedraagt 287. De administratie wenst op de ingeslagen weg voort te gaan aangezien de tickets van kasregisters alsook de rekeningen en ontvangstbewijzen, die alle verantwoordingsstukken van de boekhouding vormen, nu op digitale wijze mogen worden opgeslagen, zonder enige bewaring van papieren dragers. Er werden praktische regels uitgewerkt om het dagboek van ontvangsten en het centralisatiedagboek op digitale wijze bij te houden en er werden regels geformuleerd volgens dewelke de facturen, uitgereikt op papier, door de uitreiker en ontvanger ervan op digitale wijze kunnen worden bewaard en voorgelegd naar aanleiding van een fiscale controle. Verder werd ook de opslag op digitale drager van andere boeken en stukken geregeld.
In 2008 heeft de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering, tesamen met zijn collega’s van de Bijzondere Belastinginspectie en de Administratie der douane en accijnzen, de FOD Financiën vertegenwoordigd bij het College voor de strijd tegen de grote fiscale en sociale fraude, opgericht onder het gezag van de Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding. Het actieplan 2008/2009 van het College heeft de Dienst coördinatie en uitvoering aangezet tot intensieve voorbereidende werkzaamheden, namelijk met betrekking tot de kruising van de fiscale en sociale databanken. Volgende acties werden op touw gezet met het oog op een specifiek rendement voor het begrotingsjaar 2009: misbruiken van de Frans-Belgische grensarbeidersregeling, de fictieve maatschappelijke zetels, meerwaarden gerealiseerd op gebouwde onroerende goederen als “toevallige oprichter” voor de btw, de curatoren, splitsing van eigendomsrechten, de DELAWARE-LIMITED vennootschappen, organisatie van culturele manifestaties, sportmanifestaties en vermakelijkheden, de sector van de industriële reiniging, de sector van het wegtransport. Wat de sector invordering betreft werd de derde fase van de thematische actie “toepassing artikels 319 bis WIB 92 en 63 bis Wbtw” (bepalingen die aan de invorderingsector dezelfde onderzoeksbevoegdheden geven als deze die gelden voor de taxatiesector) hernomen in de schoot van de betrokken operationele diensten. Deze fase betreft het instellen van een aansprakelijkheidsvordering lastens bestuurders van vennootschappen ingeval de schulden inzake bedrijfsvoorheffing en btw niet worden betaald. De toegepaste procedure is gebaseerd op artikel 442 quater WIB 92 en artikel 93 undecies WBtw.
2.4. Sectoriële en thematische doelgroepen 3. Multikanaal dienstverlening (MKDV) In 2008 werden de volgende acties opgestart: ten onrechte afgetrokken onderhoudsuitkeringen, onterechte recuperatie van vorige verliezen bij controlewijzigingen, gebruik van Z-platen zonder betaling van de verkeersbelasting, meerwaarden gerealiseerd bij de vervreemding van gebouwen onder het btw-regime, ongegronde aftrek voor energiebesparende investeringen, aangifte van roerende inkomsten in toepassing van de spaarrichtlijn, toepassing van de bijzondere regeling van de belastingheffing op de winstmarge voor tweedehandse goederen in de automobielsector. De resultaten van deze acties worden gedetailleerd beschreven in het hoofdstuk met betrekking tot de werkzaamheden van de AOIF (Hoofdstuk IV).
6
3.1. Algemeen Om de dienstverlening beter te kunnen organiseren is een verdere uitbouw van de interactiekanalen vereist. Deze interactiekanalen kunnen worden ingedeeld in 3 grote types, nl. internet, contactcenter (CC) en persoonlijk onthaal. Op die manier kan de FOD Financiën zijn diensten langs meerdere kanalen aanbieden, d.w.z. een multikanaal dienstverlening of MKDV.
1 De realisaties van de vorige jaren leiden er ontegensprekelijk toe dat de burgers en de ondernemingen de weg hebben gevonden naar de FOD Financiën. 3.2. Waarom MKDV? Kort samengevat kan de doelstelling van de FOD Financiën als volgt worden geformuleerd: “zorgen voor de correcte naleving van de wetgeving waarvoor de FOD Financiën bevoegd is”. Er dient dus een evenwicht gevonden te worden tussen de dienstverlenende taken (belastingplichtigen helpen om de wetgeving na te leven) en de controlerende taken (verifiëren of de wetgeving wordt nageleefd). Het is duidelijk dat multikanaal dienstverlening een belangrijk element is in de dienstverlening aan de burgers en de ondernemingen. Binnen de OESO wordt het volgende schema gehanteerd, waaraan de rol van MKDV is toegevoegd:
Houding belastingbetalers inzake naleving wetgeving
Factoren die het gedrag van de belastingbetaler beïnvloeden
AcƟviteit
Strategie om wetgeving te doen naleven
Beslist om de wetgeving niet na te leven
Alle middelen gebruiken voorzien in de wetgeving
Niet bereid na te leven, maar doen het toch mits alertheid belasƟngdienst
Ontraden door opsporing
Sector
BelasƟngbetaler Sociologische
Proberen na te leven, maar lukt niet steeds
Economische
Bereid om correct na te leven
Psychologische
Bron
Bijstand verlenen
Strategie = druk naar beneden uitoefenen
Zo makkelijk mogelijk maken
OESO
MKDV
7
1 Dezelfde OESO wijst ons erop dat er een hiërarchie bestaat in het gebruik van de dienstverleningskanalen. Hiërarchie van dienstverleningskanalen (OESO)
(geen contact) Internet Telefoon e-mail Briefwisseling Persoonlijk onthaal Dat betekent dat het wenselijk is dat meerdere dienstverleningskanalen worden aangeboden, maar dat de burgers en de ondernemingen wel moeten aangemoedigd worden om het juiste kanaal te gebruiken (o.m. om efficiency redenen), d.w.z. zo veel mogelijk het virtuele kanaal, vervolgens het CC en pas in laatste instantie het persoonlijk onthaal (infocenters) in de dienstgebouwen.
8
Naast bovenvermelde algemene principes biedt een afsplitsing van de dienstverleningskanalen van de back offices een aantal concrete voordelen. Hierna een opsomming van de voornaamste voordelen voor de verschillende betrokkenen. - Burgers en ondernemingen: ● Betere toegankelijkheid voor de burgers en de ondernemingen (bv. één centraal telefoonnummer) ● Professionele en kwaliteitsvolle afhandeling van vragen ● Minder fouten door de belastingplichtige als gevolg van betere informatie en transparantie ● Coherentie van de antwoorden, ongeacht medewerker en kanaal ● FOD Financiën krijgt een beter zicht op de noden van de burgers/ondernemingen waardoor de dienstverlening kan verbeteren - Medewerkers back offices FOD Financiën: ● Minder vragen (telefoons, e-mails, …) ● Minder fouten van belastingplichtige te corrigeren omdat burgers en ondernemingen correcte informatie krijgen ● Ambtenaren spitsen zich meer toe op andere belangrijke taken zoals dossierbeheer en controle. - FOD Financiën: ● Efficiëntie ● Klantvriendelijker ● Beter imago ● Klanteninzicht: verbreden van analytisch inzicht (bv. detecteren van welke vragen het meest “leven” bij de burger) ● Concreet zichtbaar bewijs van modernisering via een betere dienstverlening voor de burgers en ondernemingen
1 3.3. Bespreking per kanaal 3.3.2. Contactcenter 3.3.1. Internet 3.3.2.1. Overzicht van de ontvangen vragen (toestand op 31.12.2008) Nadat in 2007 de beslissing werd genomen om gebruik te maken van het WCMS (Web Content Management System) Tridion, ging in 2008 een groot deel van de werktijd naar de functionele analyse van de toekomstige departementale site www.financiën.belgium.be om op die manier bijvoorbeeld een gebruiksvriendelijker bestelmandje voor de publicaties van de FOD Financiën te creëren. Daarnaast werd er verder gezocht naar mensen die als webredacteur het redactiecomité konden versterken. Niettegenstaande vroeger reeds theoretisch was nagedacht over een workflow met mogelijke rollen en bijhorende redactie- en publicatieprocedures werd steeds duidelijker dat er zich een aantal organisatorische wijzigingen opdrongen. Dat besef leidde ertoe dat de mensen met webontwikkelingsvaardigheden beter konden worden samengebracht in een centrale dienst. Die centralisatie wierp snel vruchten af want in september 2008 ging de nieuwe tijdelijke site van Financiën live. Hoewel de site nog niet wordt bijgewerkt via het WCMS, is hij wel al opgebouwd volgens de nieuwe thematische navigatiestructuur. Het doel van een website is mensen te helpen zelf de informatie te vinden waarnaar ze op zoek zijn. De hele logica achter het selfservicekanaal is immers dat de kosten lager zijn dan bij interacties aan de telefoon of van persoon tot persoon. Maar dat betekent wel dat dit kanaal goed gestructureerd en beheerd moet worden en dat de inhoud zo moet geschreven zijn dat de doelgroep verstaat waarover het gaat. Dat betekent dat naast de bijwerking van de reeds bestaande FAQ over de intussen gekende thema’s, zoals de fiscaliteit van de auto en de woning, ook nieuwe onderwerpen werden aangeboord. Voor de doelgroep Particulieren werden nieuwe teksten geschreven over carpooling, fietsvergoeding en de btw van 6% bij nieuwbouw of aankoop van een nieuwe woning. Voor het eerst werden ook FAQ geschreven rond een aantal thema’s voor de doelgroep Zelfstandigen & Ondernemingen zoals de fiscaliteit van de vzw, fiscale verplichtingen voor starters en de beveiliging van de beroepslokalen.
Aard van de ontvangen oproepen (startdata) Personenbelasting (14.04.2005) Invordering (14.04.2005) Tussenkomst energiekosten (26.09.2005 tot 25.01.2007) Voorafbetalingen (01.05.2005) Verkeersbelastingen (25.10.2005) Internationale fiscaliteit (25.10.2005) Geregistreerde aannemers (25.10.2005 tot 30.04.2008) Registratie huurcontracten en taks op beursverrichtingen (01.06.2006) Btw (01.05.2008) Vennootschapsbelasting (01.05.2008) Andere vragen (25.10.2005) Totaal telefonische oproepen E-mails (verschillende onderwerpen)
2005
2006
2007
2008
63.844 7.925 37.713
112.202 32.963 27.731
120.954 37.032 430
172.410 44.366 -
28.449 84.175 340
48.558 403.525 5.378
44.892 277.150 7.596
46.849 323.955 5.534
765
12.152
14.266
3.833
1.864
44.997
1.085
18.192
27.107
14.451 14.015 7.162 53.808
224.296
662.565
574.424
686.383
5.441
12.070
20.158
25.295
We zien dat het aantal vragen voor de meeste categorieën blijft stijgen. Voor wat betreft het kwalitatieve aspect, stellen we een verhoging vast van de complexiteit van de vragen. Die kwantitatieve en kwalitatieve evoluties vinden plaats bij een niet significante wijziging van de externe communicatie. Dat betekent dat de burgers en de ondernemingen steeds beter de weg naar het Contactcenter vinden. Dat impliceert uiteraard dat er meer middelen moeten worden ingezet om de rechtmatige verwachtingen van de burgers en de ondernemingen correct te beantwoorden.
9
1 In 2008 was het CC de twee laatste zaterdagen van juni open. Tijdens die twee dagen werden 1.355 oproepen ontvangen.
3.3.2.2. Bereikbaarheid van het CC en beheer van piekperiodes Voor 2008 was de bereikbaarheid van het CC 88,30 %. Bij 74,81 % van de oproepen werd opgenomen binnen de 40 seconden. Die cijfers liggen laag en wanneer de tendens aanhoudt, zal moeten worden ingegrepen door verhoging van de middelen van het CC.
De pieken verkeersbelasting doen zich ongeveer maandelijks voor naar aanleiding van de massale maandelijkse verzending van de uitnodigingen tot betaling. Een gespreide verzending (per week) van die documenten zou het beheer binnen het CC-team verkeersbelasting gemakkelijker maken. De periode vóór het indienen van de aangifte Personenbelasting (PB) is de meest bekende piekperiode. De volgende tabel en grafieken geven een overzicht van de evolutie van de ontvangen telefoons tijdens die piek. Tel. PB/pieken (Tot uiterste indieningsdatum aangifte) Mei Juni Juli Augustus Totaal Verschil Verschil in % Werkdagen Tel. per werkdag
10
Aj. 2005 (Tot 31/8)
Aj. 2006 (Tot 18/7)
7.385 24.431 8.393 18.415 58.624
82
Aj. 2007(Tot Aj. 2008(Tot 4/7, incl. 2 zat.) 2/7, incl. 2 zat.)
5.893 31.065 44.885
13.283 46.514 18.085
22.922 57.699 9.105
81.843 23.219 39,61 52
77.882 - 3.961 - 4,84 45
89.726 11.844 15,21 43
715
1.574
1.731
2.087
Topdag PB
2.545 (13/06)
7.323 (17/07)
6.642 (02/07)
6.090 (30/06)
Topdag volledig CC (alle materies)
4.380 (27/09)
14.395 (17/07)
12.082 (03/07)
12.045 (30/06)
Aantallen
Gedurende piekperiodes liggen die cijfers uiteraard nog lager. Het beheer van pieken blijft hoe dan ook een delicate aangelegenheid. De meest uitgesproken pieken betreffen de verkeersbelasting en de personenbelasting.
Vergelijking pieken PB 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0
Aj. 2005 Aj. 2006 Aj. 2007
mei
juni
juli
Maanden
aug
Aj. 2008
1 Om ook tijdens die jaarlijkse pieken een aanvaardbaar dienstverleningsniveau te bieden, dienen er uiteraard meer medewerkers ingezet te worden. Vervelend is dat de mensen die hiervoor in eerste instantie in aanmerking komen op dat moment ook meer dan nodig zijn in hun diensten. Inderdaad, ook in de lokale diensten is het uiterst druk tijdens de jaarlijkse piekperiode PB, zelfs wanneer ze verlost zijn van een aantal vragen die door het CC worden beantwoord.
Reglementaire teksten betreffende de organisatie van de dienst en bijhorende functies om het CC duurzaam te kunnen verankeren in de organisatie en om een normale werking te kunnen garanderen, konden niet gerealiseerd worden in 2008. (cfr supra 1.2.) 3.3.2.6. ICT – Project Infofin
Daarom besliste de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering om stagiairs in te zetten, verder aangevuld met nog een bijkomend aantal ambtenaren om het CC tijdelijk te versterken. Die stagiairs krijgen een theoretische vorming tijdens hun stage en in het CC kunnen ze die kennis meteen in praktijk brengen. Daarbij ondervinden ze onmiddellijk welke vragen bij de burger leven en op welke manier die vragen worden geformuleerd.
Op basis van de BPR van Coperfin-1 werd in de eerste helft van 2004 een voorstudie gemaakt over de multikanaal dienstverlening. Uit die voorstudie bleek de noodzaak van de implementatie van een technisch platform ter ondersteuning van de dienstverlenende activiteiten binnen MKDV.
3.3.2.3. Uitbreiding van het CC
Het doel van Infofin is om de burgers en de ondernemingen een nog betere dienstverlening te verschaffen, wat ook tegemoet komt aan de behoeften van de CC-medewerkers.
Het CC werd - in de mate van het mogelijke - in de loop van 2008 verder uitgebouwd zodat ook kan worden geantwoord op vragen van ondernemingen (vooral btw en vennootschapsbelasting). 3.3.2.4. Medewerkers Het CC beschikte over 76 belastingambtenaren, wat echter slechts 67,7 voltijdse eenheden betekent, rekening houdend met deeltijds werk (toestand op 31 december 2008). Door het geven van passende vorming is het mogelijk geweest om een aantal materies geheel of gedeeltelijk te verschuiven tussen de teams, wat meer mogelijkheden heeft geboden voor het opvangen van pieken. Naast een betere dienstverlening en een hogere efficiëntie voor de FOD, worden de CC-medewerkers op die manier meer afwisseling en vormingsmogelijkheden aangeboden. 3.3.2.5. Operationalisering Het huidige CC werkt nog steeds in een tijdelijke structuur, wat tal van problemen veroorzaakt.
Via het project Infofin worden de nieuwe toepassingen van dit technisch platform geïmplementeerd.
De toename van aantal en verscheidenheid van vragen aan het CC vereist inderdaad dergelijk professioneel technisch platform (project Infofin) voor het interactie- en vraagbeheer. Op die manier wordt de dienstverlening aan de burgers en de ondernemingen verbeterd en wordt de behandeling van de vragen geoptimaliseerd. Voor zuiver theoretische vragen is geen identificatie van de vraagsteller nodig. In die gevallen volstaat het om een minimaal aantal gegevens bij te houden. Dit gebeurt meestal automatisch (bv. de materie waarover vragen worden gesteld). Voor een aantal andere vragen zijn er echter opzoekingen nodig om te kunnen helpen en dan is identificatie van de vraagsteller nodig. In deze gevallen is het nuttig om de vragen bij te houden, o.m. om ervoor te zorgen dat betrokkene de vraag niet moet herhalen bij een volgend contact of om te vermijden dat de vraag niet meer wordt teruggevonden. Infofin voorziet hiertoe o.a. in integratie van een aantal identificatiegegevensbanken (uiteraard beveiligd), maar voorlopig blijven de bestaande toegangen tot de “dossiers” ongewijzigd. De integratie van het Infofin-platform en de nieuwe toepassingen (de toepassingen voor een geïntegreerde verwerking) zullen pas worden gerealiseerd naarmate die nieuwe toepassingen operationeel en stabiel zijn.
11
1 Vooral de mogelijkheid om gebruiksvriendelijk en efficiënt te communiceren met de ongeveer 4.000 buitendiensten betekent een grote vernieuwing. Hierbij werd de klemtoon gelegd op een zeer gebruiksvriendelijke en eenvoudige manier van werken tussen de CC-medewerkers enerzijds en de medewerkers van de buitendiensten anderzijds. Dat betekent dat het CC die vragen op een gestandaardiseerde manier zal kunnen doorsturen naar de betrokken dienst (het gaat om een zeer beperkt aantal vragen per dienst), die dan verder het nodige kan doen.
Nauwe samenwerking tussen de FOD Financiën (zowel CC-verantwoordelijken als ICT) en consultants op grond van een degelijke methodologie zorgt ervoor dat de timing wordt nageleefd om de piloot te laten starten in 2009. Technologie voor Infofin : een ketting van verschillende componenten zorgt ervoor dat de contacten kunnen worden opgevolgd van bij aanvang tot oplossing
Doordat de applicatie niet volledig nieuw is en eerst op kleine schaal is uitgeprobeerd, werd het Infofinproject als een heel pragmatisch project bekeken door de verantwoordelijken van het CC. Er werd hierbij vanzelfsprekend steeds rekening gehouden met het standpunt van de burger, de onderneming, de CCmedewerkers, het management, de organisatie en uiteraard de wetgeving.
Phone s y s te m V o IP
Naarmate het onthaal in de dienstgebouwen wordt uitgebreid, zal op termijn worden overwogen om de toepassing ook open te stellen voor het lokaal onthaal.
12
e on Ph We
b fo
E -le tte rb o x (e -m a il)
rm
C R M 4 .0 . In te rQ uesa c tio n tio n BI
P o rta l (w e b fo rm )
W FM
F2F
Q ueue M CSP
●
E -m a il C itiz e n / C om pany
e
●
L e tte rb o x
ac
●
L
x
r e tt e
2F
●
DB C o m p a n ie s
DB P e rs o n s
R outing & Q ueuing
Fa
ce
●
F a x S e rv e r
Fa
●
Mogelijkheid tot volledige opvolging van de vragen, van aanvang tot oplossing, via een volledige ketting; Meerdere kanalen, globaal beheerd: burgers en ondernemingen kunnen hun vraag stellen via telefoon, e-mail, fax, webformulier, brief en (op termijn) bezoek aan onze onthaalkantoren; Mogelijkheid om vlot kennis op te bouwen, te delen en up to date te houden, specifiek voor het CC en later voor het onthaal; Mogelijkheid tot snelle en gebruiksvriendelijke uitwisseling van informatie met ongeveer 4.000 diensten (back offices) tegen een aanvaardbare kostprijs op het vlak van ICT; Inbouw flexibiliteit: transfer van vragen, validatie van antwoorden (bv. e-mail), identificatiemogelijkheden van personen, evolutie van wetgeving, enz. Ontwikkeling van een planningstool die met alle factoren rekening houdt, zoals verwacht aantal vragen, flexibele werktijden, verlof, enz. Installatie van een meetinstrument, belangrijk zowel voor een efficiënt beheer als voor het opbouwen van kennis over de problemen waarmee de belastingplichtigen worden geconfronteerd, wat moet toelaten om de service nog verder te verbeteren.
IV R
DB K n o w le d g e
De Infofin-oplossing is opmerkelijk om volgende redenen: ●
DB V e h ic le s
D B W eg w ijz e r
In te ra c tio n c h a n n e ls
Communication between CC & Back Office asynchrone
B a c k o ffic e
D a ta q u e s tio n s D a ta P la n n in g
S cripting
legend E xistin g
C C Agent
In developm ent
1 Taak/doelstelling van de verschillende componenten - multikanale routering van de interacties - monitoren van de interacties - workforce management - scripting - rapportering op interacties - integratie tussen Genesys en CRM -
vraagbeheer overzicht op vragen templates e-mail en brieven campagnebeheer opmerking: de CRM-software is case centric geconfigureerd. kennisbeheer voor CC mogelijkheid om toe te zenden aan back offices rapportering op vragen
Gebruikte technologie (componenten)
3.3.2.7. Vooruitzichten 2009
Genesys
a) Uitbreiden activiteiten CC In 2009 zal het CC geleidelijk verder worden uitgebouwd om alle vragen betreffende Patrimoniumdocumentatie te kunnen beantwoorden.
Genesys GPLUS/Microsoft CRM Adapter (voice + e-mail) Microsoft Dynamics CRM 4.0
Vermoedelijk zal ook het aantal medewerkers van verschillende teams verder moeten worden uitgebreid om de toenemende hoeveelheid vragen te kunnen beantwoorden. b) Operationalisering CC
Microsoft Dynamics CRM 4.0 + microsoft Sharepoint Services (WSS3) Microsoft Dynamics CRM 4.0 + microsoft BI SSRS/SSAS MS CRM Software Development Kit (MS CRM SDK) voor een aantal integraties.
Projectmethodologie voor Infofin: Prince2- en Agile worden gebruikt. Kenmerken: het mee betrekken van de medewerkers en het management in de oplossing, de nodige aandacht schenken aan het veranderingsaspect (change) en het gradueel opbouwen van de functionaliteiten in samenspraak met de eindgebruikers. Voor de niet-ingewijden: de faseplannen (ook sprints genoemd) worden zo opgebouwd dat niet alleen iteratief gewerkt wordt, maar ook incrementeel zodat het inzicht toeneemt en samenwerking ruim aandacht krijgt. De gebruikers worden dus niet geconfronteerd met een vertaling van het lastenboek door programmeurs, maar kunnen naargelang de applicatie vorm neemt nog bijsturen. De evolutie van de implementatie verloopt dus op grond van samenwerking en transparantie.
Het CC zal worden gestabiliseerd en verankerd in de organisatie door het aanpassen van reglementaire teksten betreffende de dienst en de bijhorende functies. c) ICT – Project Infofin De implementatie van het project is in 2008 volgens plan verlopen en de start zal plaatsvinden in 2009. Vervolgens zal in 2009 de stabiliteit van het systeem worden bekeken en zal worden onderzocht welke bijsturingen er moeten worden doorgevoerd. Vervolgens zullen de volgende stappen worden onderzocht (omschrijving, haalbaarheid en prioritisering). 3.3.3. Persoonlijk onthaal Op 25 augustus 2008 werd het Infocenter van de Finance Tower opengesteld voor het publiek. Dat Infocenter is gevestigd te 1000 Brussel, Kruidtuinlaan 50. Burgers kunnen er van 9.00 tot 16.00 uur terecht met hun fiscale vragen.
13
1 Bezoekers die voorafgaandelijk een afspraak maakten met een ambtenaar worden onthaald op het gelijkvloers en naar de juiste contactpersoon doorverwezen. Bezoekers zonder afspraak daarentegen worden op verdieping -1 door onthaalbeambten naar een informatie-ambtenaar geleid die de burger verder helpt in een afzonderlijke gespreksruimte.
Omdat ook de diensten van het back office bezoekers ontvangen, zij het in mindere mate dan het Infocenter, werden er samenwerkingsakkoorden opgesteld waarin de taken van het Infocenter en van het back office duidelijk werden afgebakend. De projectgroep FINTO-onthaal sloot met alle betrokken diensten van het back office dergelijke akkoorden.
Het Infocenter, ontwikkeld door de projectgroep FINTO-onthaal, biedt zowel voordelen voor de bezoekers als voor de ambtenaren. Bezoekers worden rechtstreeks naar de juiste contactpersoon doorverwezen en worden onthaald in een eigentijdse infrastructuur door ambtenaren die specifiek zijn opgeleid om hen juist en duidelijk te informeren. Nu de meeste bezoekers zoveel mogelijk in het Infocenter worden geholpen, kunnen de ambtenaren uit de andere diensten (zogenaamde back offices die zich op bovenverdiepingen bevinden) zich toespitsen op hun andere kerntaken, zonder hun werk te moeten onderbreken voor onverwachte bezoekers. Voortaan hoeft slechts een minderheid van de belastingplichtigen zich naar die verdiepingen te begeven, wat ongetwijfeld ook de veiligheid in de Finance Tower ten goede komt.
Verder werd de nodige infrastructuur voorzien. Naast de klassieke infrastructuur zoals PC’s, bureaus, enz., werd ook een geautomatiseerd ticketingsysteem voorbereid om de bezoekers zo snel mogelijk door te verwijzen naar de juiste informatieambtenaren. Kort samengevat: op basis van de vraag van de bezoeker drukt de onthaalbeambte een ticketnummer af voor het correcte fiscale team; de bezoeker wordt naar de juiste wachtzaal doorverwezen en wordt er via een informatief scherm opgeroepen om zich naar een informatieambtenaar in een bepaalde gespreksruimte te begeven. Voor een vlottere doorstroming zijn er ook interactieve zuilen waarmee de bezoeker zelf zijn ticket kan afdrukken. Het ticketingsysteem voorziet ook in de nodige rapportering omtrent het aantal bezoekers.
Het Infocenter voorziet nieuwe rollen (onthaalbeambten, informatieambtenaren, teamchefs en een afdelingshoofd) en nieuwe organisatiestructuren (onthaalteam en fiscale teams). Er bestaat hiervoor evenwel nog geen juridisch kader. Daarom werd het Infocenter in projectvorm uitgebouwd, naar analogie met het Contactcenter.
De eerste bezoekers werden verwacht tegen einde augustus 2008, terwijl de renovatiewerken van de Finance Tower pas beëindigd waren begin 2009. Daarom diende het Infocenter in een eerste fase voorlopig en in beperkte mate te worden gehuisvest op het gelijkvloers in plaats van op zijn definitieve locatie, verdieping -1. Tijdens deze overgangsfase, die in bijzonder moeilijke werkomstandigheden verliep, werden uitsluitend de onthaalbeambten en de informatieambtenaren van de teams Personenbelasting en btw ingezet om de vragen van de bezoekers te beantwoorden.
De onthaalbeambten verwijzen als eerste aanspreekpunt de bezoeker door naar de juiste informatieambtenaar uit het correcte fiscale team (personenbelasting, kadaster, btw, invordering en verkeersbelasting).
Hierna een overzicht van de ontvangen vragen (toestand op 31.12.2008) Aan de betrokken administraties werd gevraagd hun interacties met bezoekers kwantitatief te begroten. Op basis van die interactieaantallen werd het aantal nodige medewerkers voor het Infocenter bepaald, rekening houdend met een bepaald dienstverleningsniveau. In het voorjaar van 2008 stelde de projectgroep FINTO-onthaal de functieprofielen en de opleidingsprogramma’s op voor de onthaalbeambten, de informatieambtenaren, hun teamchefs en het afdelingshoofd. Deze opleidingen betroffen zowel de soft skills (o.a. communicatievaardigheden en omgaan met agressie) als de technische competenties (o.a. fiscaliteit, werkprocedures, gebruik van applicaties, enz.). Ook gedetailleerde werkprocessen en –procedures werden uitgeschreven.
14
Algemeen onthaal Team PB Team btw
Totaal 10.621
Volledig opgelost 1.634
4.282 1.020
3.467 806
Doorverwezen 8.987 (naar teams Infocenter of back office 815 (naar back office) 214 (naar back office)
Wanneer na evaluatie blijkt dat dit innoverende concept werkbaar is, zal worden overwogen in welke mate het concept kan worden uitgebreid naar andere dienstgebouwen.
1 4. Program Management Office (PMO) De Algemene administratie van de belastingen en de invordering zet zijn traject van verandering voort in het kader van de verschillende programma’s en moderniseringsprojecten van het Coperfinplan. De bepaling van de prioriteiten binnen dit veranderingstraject en de werkelijke coördinatie van de verschillende programma’s en projecten ter realisering van het Coperfinplan moeten, volgens ditzelfde plan, verzekerd worden door drie diensten van de stafdienst PMO: een strategische PMO-dienst op niveau van de Voorzitter (N) en 2 PMO’s op niveau N-1 (waarvan 1 PMO bij “Belastingen en Invordering”).
Deze actieplannen, inclusief dat van het College van de entiteit Belastingen en invordering, werden gevalideerd tijdens het Directiecomité van 5 december 2008. Bij deze gelegenheid werd er een business case opgemaakt die melding maakt van al de details betreffende de oprichting van een dienst PMO N-1. In afwachting van deze effectieve oprichting, heeft de officieuze cel PMO N-1 bijgedragen tot de voorbereiding van de implementatie van de moderniseringsprojecten van de entiteit Belastingen en Invordering : FEO, PMO N-1, DCU (Risicobeheer, Contactcenter en Enig dossier) evenals van de pijlers N-2 (AOIF, Invordering, Douane en accijnzen en Fraudebestrijding).
Momenteel verzekert de strategische PMO-dienst de coördinatie van de lopende projecten net zoals zij helpt bij het bepalen van nieuwe projecten. In 2005 werd de implementatie van PMO “Belastingen en Invordering” beschouwd als prioritair en op stapel gezet in het kader van een operationaliseringsproject. Gezien de afwezigheid van de nodige reglementaire bepalingen en het stilvallen begin 2007 van het operationaliseringsproject, heeft de effectieve realisatie van de PMO (N-1) nog niet kunnen plaatsvinden. De afwezigheid van een operationeel PMO bemoeilijkt echter aanzienlijk een optimale prioritisering evenals de coördinatie en de opvolging van de talrijke lopende projecten, maar vormt daarnaast ook een groot risico voor het goede verloop van de modernisering van de entiteit Belastingen en invordering. In 2008 hebben de diensten van het Kabinet van de AABI (officieuze cel PMO N-1) het strategisch PMO geholpen om het strategisch seminarie van 19 september 2008 voor te bereiden. Tijdens dit seminarie werd beslist dat de modernisering van de FOD Financiën zou verder verlopen volgens het aanvankelijke Coperfinplan en dat elk college een concreet actieplan zou voorstellen met hun prioriteiten voor de komende 12-18 maanden.
15
Hoofdstuk 2 : Het Personeel
2 17
2 Hoofdstuk 2 : Het personeel ( zie bijlage tabellen 90 tot 94) Tussen 31 december 2006 en 31 december 2008 wordt een vermindering vastgesteld van 849 ambtenaren wat neerkomt op bijna 4% (3,91%) van het effectief van de fiscale administraties. Deze vermindering situeert zich zowel op het vlak van de statutaire (-3,62%) als van de contractuele (-6,85%) ambtenaren. Deze afname is voornamelijk te wijten aan de terugloop van het aantal ambtenaren bij de AOIF, de Invordering en de AFZ (-5,06%) daar deze administraties 847 ambtenaren verliezen. In 2008 is, in tegenstelling met vorige jaren, het effectief van de BBI verminderd (511) alhoewel het nog lichtjes hoger ligt dan dat van 2006 (505). De Administratie van douane en accijnzen, daarentegen, heeft een toename opgetekend van 112 eenheden maar haar effectief ligt nog steeds lager dan in 2006. De terugloop van het aantal ambtenaren is dus zeer reëel binnen de FOD Financiën, in het bijzonder voor de fiscale administraties. Terwijl het aantal ambtenaren van niveau 1 blijft stijgen (+2,04%), blijft daarentegen het effectief van de niveaus B (-3,78%) en C (-1,60%) verder dalen. Bij het niveau D stellen we de grootste daling vast van het effectief (16,28%) of 598 ambtenaren, voornamelijk vastbenoemden (18,83%).
18
2
19
Hoofdstuk 3 : Strijd tegen de fiscale fraude
3 21
3 Hoofdstuk 3 : De strijd tegen de fiscale fraude Tijdens het jaar 2008 heeft het Vast Comité voor de strijd tegen de fiscale fraude zijn opdrachten voortgezet zowel op het gebied van de coördinatie van en het toezicht op de strijd tegen de fiscale fraude als op het gebied van de coördinatie en de ontwikkeling van de werkmethoden. Dit is gebeurd binnen de bestaande activiteitsdomeinen waarover meer details hieronder. 1. Centralisatie van de inlichtingen afkomstig van de parketten, de arbeidsauditoraten en de CFI (Cel voor Financiële Informatieverwerking, preventieve anti-witwaswetgeving):
Parketten Auditoraten CFI TOTAAL
2006 272 568 91 931
Jaar 2007 272 565 147 984
2008 305 323 106 734
In vergelijking met 2007 wordt het jaar 2008 gekenmerkt door een toename van de inlichtingen komende van de parketten en een vermindering van de inlichtingen komende van de arbeidsauditoraten en van de CFI.
Bovendien werden 323 inlichtingen door de arbeidsauditoraten verstrekt voor het jaar 2008. De belangrijkste (aantal inlichtingen gelijk of hoger dan 30 voor het jaar 2008) zijn de auditoraten van Hasselt (231 inlichtingen) en Antwerpen (64 inlichtingen). Een groot deel van de verstrekte inlichtingen betreffen de “DIMONA”-aangifte (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid : aangifte van begin en einde van een werkrelatie tussen werkgever en werknemer). Tenslotte werden 106 inlichtingen verstrekt door de CFI in 2008. 2. Coördinatie, opvolging en supervisie van de sectoriële en thematische controleverrichtingen en controleverrichtingen met vertakkingen Deze opdracht wordt geconcretiseerd door een drievoudige procedure: ●
●
De voorafgaande betekening aan de Minister van Financiën van de lopende controle- of invorderingsverrichtingen. Deze betekeningen zijn mede-ondertekend door de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering en de betrokken administrateurs. De Staatssecretaris toegevoegd aan de minister van Financiën verzekert de coördinatie van de acties waarbij verschillende administraties betrokken zijn en waarvoor geen protocol werd afgesloten.
In 2008 werden 305 inlichtingen door de parketten verstrekt. ●
De belangrijkste parketten op dit vlak (aantal doorgezonden inlichtingen gelijk of hoger dan 30 voor het jaar 2008) zijn deze van Brussel (87 inlichtingen), Antwerpen (47 inlichtingen) en Luik (38 inlichtingen). Op de tweede plaats vindt men (aantal inlichtingen gelijk of hoger dan 15 voor het jaar 2008) de parketten van Hasselt (29 inlichtingen) en Leuven (15 inlichtingen). Op te merken valt dat de parketten van Turnhout, Bergen en Charleroi respectievelijk 13, 12 en 10 inlichtingen hebben verstrekt.
22
Het Anti-fraude comité is, onder leiding van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering, belast met de centralisatie en de coördinatie van de evaluaties van de controle- en invorderingsverrichtingen die door de administratie worden uitgewerkt, hetzij op verzoek van het politieke gezag hetzij op initiatief van een fiscale administratie.
3 Als controleverrichtingen uitgevoerd in 2008 kunnen in het bijzonder worden vermeld:
Op basis van de inlichtingen verstrekt door de verschillende fiscale administraties bedragen de resultaten inzake de strijd tegen de fiscale fraude in miljoen euro:
1) Controles in de telefoonwinkels (nazicht van het opnemen in de boekhouding van de aankopen van telefoonverbindingen bij buitenlandse leveranciers). 2) Controles in verband met cadeaubonnen. 3) Operaties in verband met valse vzw’s. 4) Acties gevoerd tegen betalingen “in het zwart” in de horecasector. 5) Verschillende operaties in verband met de controle van trajecten van valse facturen.
Resultaten in MIO EUR a) Verbinding tussen de databanken van de FOD b) Informatie-uitwisseling van het COIV naar de ontvangers c) Datamining d) Misbruik van het meerwaardesysteem e) Specifieke onderzoeken (telecom, horeca, spelen en weddenschappen) f) Fictieve zetels g) Frauduleuze kasgeldvennootschappen
6) Verschillende controleverrichtingen betreffende niet aangegeven salarissen en niet afgehouden roerende voorheffing. 7) Controles in verband met de aankoop van onroerende goederen in het buitenland. 8) Controles verricht in de brouwsector (levering van minderwaardig bier).
h) Btw-carrousels i) Verrekenprijzen Totaal
Toestand op 31/12/2008 134,88
Toestand op 31/12/2007 112,41
Toestand op 31/12/2006 100,1
4,8
2,24
6,8
207,54
204,37
218,3
8,8
13,46
_
49,97
62,31
139,9 0,4
_
_
0,91
1,91
6,4
243,48
180,5
333,2
15,18
13,39
12,0
665,56
590,6
817,1
NB : Bij het totaal voor het jaar 2008 moet de globale raming van het bedrag voortvloeiend uit de acties “doelgroepen”, ten bedrage van 35,60 MIO EUR worden gevoegd.
9) Controleverrichtingen betreffende de regelmatigheid van de terugbetaling van de taks op de beursverrichtingen.
23
3 Hierna volgen de toelichtingen betreffende de verschillende rubrieken uit de tabel: (c) Datamining-vierde iteratie: ●
●
●
De datamining is een analysesysteem dat het mogelijk maakt om op basis van de controleresultaten die in het verleden zijn geboekt tot een aangiftemodel te komen dat het meest overeenstemt met het aangiftemodel voor een fraudegeval of een inbreuk op de fiscale wetgeving. Het bedrag geeft het totaal van de verschuldigde btw, van de ingekohierde inkomstenbelastingen (IB), de btw-boetes, de administratieve boetes IB alsook de verhogingen IB weer. Op 31.12.2008 heeft dit analysesysteem een resultaat van 207,54 miljoen euro opgeleverd.
(e) Specifieke onderzoeken: het bedrag geeft het totaal van de verschuldigde btw, de btw-boetes, de ingekohierde inkomstenbelastingen (IB) en de verhogingen IB weer. Op 31.12.2008 bedroeg de totale opbrengst van de specifieke onderzoeken die ingeleid werden in 2008, 49,97 miljoen euro.
(h) Btw-carrousels: het totale bedrag omvat de rechtgezette btw-ontvangsten evenals het bedrag van de opgelegde btw-boetes. Op 31.12.2008 hebben de controleacties betreffende de btw-carrousels een resultaat opgeleverd van 243,48 miljoen euro (dit is een stijging met 35% in vergelijking met 2007). (i) Verrekenprijzen: het betreft de bedragen van de belastingverhogingen vastgesteld in 2008 door de cel “verrekenprijzen” met een opbrengst op 31.12.2008 van 15,18 miljoen euro. Voor het jaar 2008 moet aan het totaal bedrag van 665,56 miljoen euro, een bedrag van 35,60 miljoen euro worden toegevoegd afkomstig van de acties “doelgroepen” (bv. spaarrichtlijnen, meerwaarde op onroerende goederen, energiebesparingen, enz.), ingeleid in 2006 en 2007. Aangezien het ramingen betreft werden deze cijfers niet opgenomen in de tabel van de resultaten betreffende de strijd tegen de fiscale fraude. 3. Supervisie en dagelijks beheer van de Taskforce “minerale oliën” ●
Het is aangewezen volgende acties te belichten: ●
●
●
●
24
Specifieke onderzoeken ingesteld door de BBI (Telecom, elektronische handel, enz…) hebben een resultaat van 29,05 miljoen euro opgeleverd.
Deze actie werd in 2008 afgesloten met een positief resultaat namelijk alle zendingen naar het Groothertogdom Luxemburg werden in rekening gebracht in de boekhouding van de fiscale bestemmelingen (de hoeveelheden werden ofwel aangegeven ten verbruik ofwel voor opslag in een belastingentrepot).
De opbrengst van de spelen en weddenschappen bedroeg 4,24 miljoen euro. De controle betreffende de regelmatigheid van de terugbetaling van de taks op de beursverrichtingen heeft een resultaat van 12,69 miljoen euro opgeleverd. Controles in de telefoonwinkels betreffende de aankoop van telefoonverbindingen bij buitenlandse leveranciers hebben een resultaat van 1,25 miljoen euro opgeleverd.
In 2007 werd door de Taskforce een actie opgestart om de overeenstemming na te gaan tussen de bewegingen van minerale oliën onder de schorsingsregeling van accijnzen vanuit belastingentrepots gevestigd in België naar deze gevestigd in het Groothertogdom Luxemburg en de werkelijke bewegingen van deze producten.
●
In 2008 heeft de Administratie der douane en accijnzen deelgenomen aan de actie “MEMORY” die als doel heeft de regelmatigheid te controleren van de bewegingen van accijnsproducten, waaronder minerale oliën, binnen de Europese Unie en aan de binnengrenzen van de Europese Unie. Deze actie werd ingeleid door de Werkgroep Douanesamenwerking van de Raad van de Europese Unie.
3 ●
De resultaten van deze actie zullen in 2009 gekend zijn en zullen de Taskforce in staat stellen de in België opgezette gemeenschappelijke controlesystemen te vergelijken met deze van de andere lidstaten van de Europese Unie.
De bevoegde dienst van de Administratie der douane en accijnzen heeft bijgevolg, onder impuls van de Taskforce, de toepasselijkheid van de selectie- en controlecriteria opnieuw bestudeerd en gewijzigd. Een nieuwe omzendbrief werd opgesteld eind 2008.
Deze resultaten zullen tevens relevant zijn voor de inwerkingstelling in 2009 van het EMCS (Excise Movement Control System), dit is een volledig geautomatiseerd beheerssysteem van de bewegingen van geharmoniseerde accijnsproducten (minerale oliën, tabak, alcoholhoudende dranken) binnen de Europese Unie.
- Opdat de diensten van de AOIF (controle VenB) op de hoogte zouden zijn van het bestaan van gegevens inzake professionele diesel die zijn opgeslagen in de database van de Centrale Dienst voor Informatiebeheer en Risicoanalyse van de Douane en accijnzen, heeft de Taskforce bovendien een vademecum opgesteld om een praktische opzoeking van informatie inzake professionele diesel opgeslagen in deze database mogelijk te maken. Dit vademecum werd door de bevoegde diensten van de AOIF gepubliceerd als bijlage bij de omzendbrief die specificeert dat de teruggave van de bijzondere accijns op professionele diesel een belastbaar voordeel is.
Tijdens dezelfde periode werden diverse initiatieven genomen, namelijk:
- Verbetering van de doeltreffendheid van de databases gekoppeld aan het Petrissysteem en het PWS (paralell warning system) met Nederland. Deze databases die worden gebruikt zowel door de NOD Douane en accijnzen als door de gespecialiseerde BBI carrouselinspectie laten de identificatie toe van de intracommunautaire bewegingen van minerale oliën onder schorsing van accijnzen ter bestemming van België. Gedurende het jaar 2008 is de Taskforce eveneens gestart met de screening van handelaars die in hun belastingentrepot opslag verrichten voor rekening van derden. Daarvoor werd een database uitgewerkt door de dienst informatica van de BBI en de eerste testen zijn afdoend. Deze database zal in 2009 operationeel zijn na het verzamelen en inbrengen van de passende gegevens.
4. Medewerking aan en opvolging van de Belgische, Europese en internationale netwerken verbonden aan de problematiek van het witwassen van kapitaal, de financiering van het terrorisme en de fiscale, economische en financiële fraude. In 2008 heeft de FAG (Financiële Actiegroep) zich gebogen over de volgende onderwerpen: ●
●
Deze diverse, hiervoor genoemde databases zijn zeer performante controlemiddelen die het mogelijk maken de carrouselfraude inzake minerale oliën snel te stoppen. Zo werden in 2008 drie btw-carrousels aan het licht gebracht (en ontmanteld) in de sector van de minerale oliën. - Op het gebied van de professionele diesel heeft de Taskforce de aanzet gegeven tot de invoering van nieuwe voorschriften teneinde de selectiecriteria en de controleparameters te verbeteren.
Uitbreiding van de leden van de FAG : de financiële actiegroep van de Caraïben wordt buitengewoon lid van de FAG en het Comité van Bazel (Comité voor supervisie van het bankwezen) werd door de FAG opgenomen als waarnemend lid. De werkgroep ICRG (International Cooperation Review Group) heeft, eind 2008, de lijst geïdentificeerd en openbaar gemaakt van de landen die ernstige lacunes vertonen inzake de strijd tegen het witwassen van kapitaal en de financiering van het terrorisme, namelijk : Iran, Oezbekistan, Turkmenistan, Pakistan en Sao Tomé en Principe. De leden van de FAG hebben daarvoor aan de financiële instellingen gevraagd aangepaste maatregelen van waakzaamheid te treffen in hun relaties met de financiële instellingen van deze vijf bovengenoemde landen.
De analyse door de Taskforce van de controles verricht inzake professionele diesel heeft immers aangetoond dat de controles verricht op basis van een volgens de vastgelegde criteria gemaakte selectie bijna identieke resultaten opleverden als deze verricht op totaal toevallige wijze.
25
3 ●
Op het gebied van de strijd tegen het witwassen van kapitaal en de financiering van het terrorisme werden nieuwe voorschriften uitgewerkt binnen het domein van de handelstransacties teneinde het verzwijgen van criminele activiteiten en het verschuiven van kapitalen door middel van dergelijke transacties te verhinderen. Meer specifiek met betrekking tot de financiering van het terrorisme werd de aanbeveling van de FAG inzake de elektronische overschrijving gewijzigd. Deze werd uitgewerkt met het doel terroristische organisaties bij het verschuiven van hun fondsen te beletten om ongehinderd toegang tot de elektronische overschrijvingen te hebben. De herziening van deze aanbeveling heeft geleid tot een merkbaar nauwkeurigere identificatie van de opdrachtgever van de elektronische overschrijvingen en heeft het begrip nationale overschrijving uitgebreid tot deze binnen de Europese Economische Ruimte (EER), dit gezien het hoge veiligheidsniveau van de betalingsmogelijkheden binnen de EER. Bovendien heeft de FAG de strikte toepassing door haar leden gevraagd van de sancties die door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werden getroffen tegen Iran. Deze sancties hebben onder andere als doel het financiële vermogen te bevriezen van personen die direct betrokken zijn bij het nucleaire programma van Iran dat het risico van een snelle verspreiding van kernwapens inhoudt.
●
●
●
26
Op het gebied van typologieën gaan de studies over de zwakke punten van de nieuwe betalingstechnologieën (vooruitbetaalde kaarten, betaalsystemen via internet, mobiel betalen …), over de zwakke plekken van het witwassen van kapitaal en de financiering van het terrorisme in de sector van de casino’s en over technieken voor het witwassen van kapitaal via clubs en sportverenigingen. De in 2008 uitgevoerde wederzijdse evaluaties betreffen Canada, Singapore, de Russische Federatie, Hongkong, Japan, Mexico en de twee leden van de Coöperatie van de Golf namelijk Katar en de Verenigde Arabische Emiraten. Gedurende het jaar 2008 heeft de FAG haar studies verder gezet inzake de financiering van de proliferatie (hoofdzakelijk van massavernietigingswapens). De FAG is er zich terdege van bewust dat de financiering van de proliferatie verbonden is met de financiering van het internationaal terrorisme en dat deze een belangrijke bedreiging vormt voor de wereldveiligheid.
3
27
Hoofdstuk 4 : 2008 voor de fiscale administraties
4 29
4 Hoofdstuk 4: 2008 voor de fiscale administraties
●
Resultaat op het vlak van de inkohieringen
1. Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit
a) Aanslagjaar 2006
A. Verwezenlijkingen
De eerste inkohieringen gebeurden al in oktober 2006. Een voorzichtige aanpak, waarbij zo’n 10.000 aanslagen werden gevestigd. Vanaf november werd op grotere volumes overgeschakeld.
1. Day-to-day werkzaamheden b) Aanslagjaar 2007 1.1. Inkohieringen 1.1.1. Ketting PB ●
Algemeen
De aanpak van de werkzaamheden is opgevat onder projectvorm. Dit project heeft de benaming ‘ketting PB’ gekregen. Deze werkwijze heeft het voordeel - los van de hiërarchische structuren - gedeelde afspraken te kunnen maken en tot een consensus te komen in de aanpak. De ketting is dus eigenlijk een “team”, waarin beslissingen die in een deelaspect genomen worden, directe gevolgen hebben voor het verdere verloop van het volledige proces. ●
Werkprocessen
In de ketting PB ageren de werkprocessen die verband houden met: ● ●
de inkohiering van de aangiften in de personenbelasting over de aanslagjaren 2006, 2007 en 2008 het ontwerpen en realiseren van de papieren en elektronische aangifte voor de aanslagjaren 2007, 2008 en nu 2009.
De bedoeling was om terug op normale koers te geraken zodat de normale indieningstermijn voor de aangifte PB opnieuw kan worden gerespecteerd. Deze aanpak heeft toegelaten om de aangiften tijdig te (laten) verzenden, en de ontvangstdatum situeert zich nu toch al twee jaar opnieuw rond 30 juni van het aanslagjaar, wat een terugkeer naar een “normale” situatie betekent.
30
De eerste inkohieringen werden gestart in september 2007. Planning: 250.000 in september, en 3.000.000 tegen eind december. Deze planning werd eind december quasi gehaald (2.927.883 artikels) en het leeuwendeel van de inkohieringen werd uitgevoerd tegen eind maart 2008. c) Aanslagjaar 2008 De inkohieringen zijn gestart in september 2008 met een beperkt aantal artikels. Inmiddels werd de vooropgestelde doelstelling gehandhaafd. Deze doelstelling bestaat uit het respecteren van een planning die identiek is aan deze van het vorige jaar, met beëindiging van het grootste deel van de inkohieringen tegen 31 maart 2009.
4 G ecu m u lee rd e to talen v a n aan tallen artikels maand
Inkohieringen
aj. 2008
aan tal a rtike ls
september aj.
1.887
59.284
Nul resultaat
1.205
52.336
Totaal
november aj.
181.577
421.636
2.280
159.741
278.496
1.198
Negatieve aanslagen-
137.549
477.673
6.512
Totaal
478.867
1.177.805
9.990
Positieve aanslagen
474.448
694.980
191.300
Nul resultaat
405.740
532.598
206.662
maart aj. +1
april aj. +1
mei aj. +1
juni aj. +1
509.541
953.931
144.621
1.389.729
2.181.509
542.583 432.382
Positieve aanslagen
808.585
981.022
Nul resultaat
716.932
755.441
383.992
Negatieve aanslagen-
780.022
1.191.420
347.960
2.305.539
2.927.883
1.164.334
Positieve aanslagen
960.710
1.165.683
747.009
Nul resultaat
894.955
913.815
701.515
Negatieve aanslagen-
1.605.599
2.043.772
1.001.482
Totaal
februari aj. +1
89.269 200.889
aan tal a rtike ls
Nul resultaat
Totaal
januari aj. +1
7.908 11.000
1.1.2. Ketting VENB
aj. 2006
Positieve aanslagen
Negatieve aanslagen-
december aj.
aan tal a rtike ls
Positieve aanslagen
Negatieve aanslagen-
oktober aj.
aj. 2007
Totaal
3.461.264
4.123.270
2.450.006
Positieve aanslagen
1.212.865
1.452.630
1.075.601
Nul resultaat
1.108.992
1.255.267
860.560
Negatieve aanslagen-
2.260.406
2.615.011
1.787.950
Totaal
4.582.263
5.322.908
3.724.111
Positieve aanslagen
1.437.082
1.606.966
1.394.537
Nul resultaat
1.293.447
1.402.301
1.160.622
Negatieve aanslagen-
2.758.135
2.867.984
2.434.907
Totaal
5.488.664
5.877.251
4.990.066
Positieve aanslagen
1.568.179
1.671.357
1.609.271
Nul resultaat
1.465.810
1.481.415
1.383.151
Negatieve aanslagen-
3.025.679
2.993.546
2.811.706
Total
6.059.668
6.146.318
5.804.128
Positieve aanslagen
1.683.514
1.763.240
1.758.388
Nul resultaat
1.556.308
1.587.169
1.508.187
Negatieve aanslagen-
3.221.725
3.161.602
3.012.999
Totaal
6.461.547
6.512.011
6.279.574
Positieve aanslagen
1.743.913
1.820.424
1.781.982
Nul resultaat
1.603.386
1.610.528
1.530.290
Negatieve aanslagen-
3.329.306
3.228.882
3.047.425
Totaal
6.676.605
6.659.834
6.359.697
Was tot en met aanslagjaar 2008 niet als project gecoördineerd maar werd in zijn geheel opgevolgd. Is vanaf aanslagjaar 2009 als project opgestart met de verantwoordelijken voor alle deelaspecten naar analogie van de “ketting PB”. 1.1.3. Ketting BNI De belasting niet-inwoners wordt vanaf aanslagjaar 2009 ook in projectvorm behandeld. Dit ingevolge de ingebruikname van een geautomatiseerde back-office, TAXI. Ook de berekening is ondertussen modulair ontwikkeld, zoals voor de personenbelasting. Tax-on-web en TAXI zullen de werkprocessen van deze belasting fundamenteel wijzigen. 1.2. Coördinatie van sommige controleopdrachten 1.2.1. Datamining iteratie 5 De iteratie 5 werd ter beschikking gesteld van de controlecentra en de klassieke taxatiekantoren. De grote nieuwigheid van deze iteratie is de verschijning van een nieuw segment: dit van de grote ondernemingen. Het bevat de ondernemingen die een zakencijfer of aankoopbedrag hebben dat hoger is dan 5.000.000,00 €. Bovendien wordt de toepassing beheerd door de centrale administratie zelf. Dit komt hierop neer dat de toepassingen Feedback (ontwikkeling van controlelijsten en codering van controleresultaten) en Reporting beheerd worden door de cel Datamining zelf. 1.2.2. Overzicht sectoriële acties opgestart in 2008 en hun respectievelijke opbrengsten Al naargelang hun materie zijn gerichte acties toevertrouwd aan verschillende diensten van de AOIF.
31
4 a. Acties toegewezen aan de controlecentra ●
Recuperatie vorige verliezen: de beschrijving van de doelgroep “vennootschappen die snel veranderen van adres, zaakvoerders, ...” heeft aangetoond dat sommige vennootschappen ten onrechte overgedragen vorige verliezen en overgedragen investeringsaftrekken in mindering brengen (toepassing van artikel 207, 3e lid WIB 92).
Bijgevolg heeft de administratie beslist over te gaan tot een sectorieel onderzoek van een aantal betrokken vennootschappen voor de aanslagjaren 2006 en volgende gedurende de controleperiode 2007-2008 - de actie werd gestart op 24 april 2008; - betreft 79 dossiers; - verwerping overgedragen verliezen en overgedragen investeringsaftrek: 346.147,46 €.
- aanvang van de actie: september 2008; - betreft 2.786 dossiers; - behelst de belastbare periodes die betrekking hebben op de aanslagjaren 2006 en 2007 (aanslagjaren 2004 tot 2008 voor de regularisaties van de bedrijfsvoorheffing); - aantal gecontroleerde testdossiers: 248; - verwerping van de onderhoudsuitkeringen in de testdossiers: 682.924,93 €; - andere supplementen in de testdossiers: 255.593,34 €; - aantal geverifieerde belastingplichtigen einde september : 84; - verwerping van onderhoudsuitkeringen einde september: 428.692,56 €; - taxatie in hoofde van de begunstigden einde september: 156.851,92 €. c. Acties toegewezen aan de btw-kantoren ●
b. Acties toegewezen aan de klassieke diensten Directe belastingen ●
●
Energiebesparende investeringen : de actie beoogt een controle op de juiste toepassing van de belastingvermindering bedoeld in artikel 14524 WIB 92 voor de uitgaven gedaan met het oog op energiebesparende investeringen in een woning. instructie AOIF 40/2008 (Ci.R.591.328) dd. 05.09.2008; aanvang van de actie: augustus 2008; betreft 3.636 belastingplichtigen; behelst de belastbare periode die betrekking heeft op aanslagjaar 2006; aantal belastingplichtigen geverifieerd einde september: 416; totaal bedrag aan basissupplementen einde september: 243.956,41 €. Onderhoudsgelden: deze actie betreft belastingplichtigen die hetzij verzoeken om de aftrek van een alimentatierente waarvan het bedrag sterk gestegen is voor het aanslagjaar 2006 in verhouding tot de bedragen waarvoor in de vorige jaren de aftrek werd gevraagd, hetzij voor de eerste maal om de aftrek van een rente verzoeken.
- 2 luiken : ● Jaar 2008: Opzoeking van de op 29.02.2008 bij de DIV geactiveerde platen die op 28.04.2008 bij de AINV niet gekend zijn (programma TCVB). ●
32
Jaar 2006 en 2007: platen die deel uitmaken van het luik 2008 die gebruikt werden voor voertuigen die onderworpen zijn aan de formaliteiten van de technische controle volgens de gegevens van GOCA.
- Actie gestart op 13.05.2008. - 1.973 betrokken titularissen voor een totaal van 2.442 commerciële platen. - Resultaat op 15.09.2008. Betaalde bedragen: ● 2008 : 791.887,28 €; ● 2007 : 263.352,53 €; ● 2006 : 153.706,14 €. ●
- instructie AOIF 39/2008 (Ci.R.15/587.412) dd. 05.09.2008;
Z-platen: de actie georganiseerd door de AOIF en de Alnv heeft als doel de regularisatie van de verkeersbelasting voor de commerciële Z-platen die geactiveerd zijn bij de DIV en niet gekend bij de AInv.
Toepassing margeregeling : de actie heeft als doel de verificatie van een correcte toepassing van de bijzondere regeling van de winstmarge bedoeld in artikel 58, § 4, KB nr. 53 en in de circulaire 2/1995 op tweedehands vervoermiddelen door professionelen van de sector.
4 -
instructie dd. 22.09.2008; E.T. 115.168; betreft 555 dossiers; loopt over de jaren 2005, 2006 et 2007; actie werd zopas opgestart : geen resultaat op dit ogenblik.
-
d. Acties toegewezen aan controlecentra en aan klassieke diensten (DB en/of btw) ●
Spaarrichtlijn: in toepassing van de Europese richtlijn 2003/48/CE dd. 03.06.2003 werd een geautomatiseerd systeem van informatie-uitwisseling tussen de Lidstaten in werking gesteld betreffende de betaling van interesten toegekend in een Lidstaat aan genieters die hun fiscale woonplaats in een andere Lidstaat hebben. De actie heeft als doel de taxatie van roerende inkomsten van buitenlandse oorsprong die krachtens deze Richtlijn werd medegedeeld.
- actie toegewezen aan klassieke controles voor de dossiers van loontrekkenden en gepensioneerden en aan de Controlecentra voor de dossiers van handelaars, uitoefenaars van vrije beroepen en bedrijfsleiders - instructie AOIF 41/2008 (Ci.R 15/593.478) dd. 05.09.2008 - aanvangsperiode van de actie : september 2008 - betreft 2.113 belastingplichtigen (waarvan 502 voor de controlecentra) - de gegevens lopen over de belastbare periode die verbonden is aan aanslagjaar 2006 maar de onderzoeken zijn voorzien voor de aanslagjaren 2007 en 2008, evenals voor 2005 en 2004 indien er aanwijzingen van fraude aanwezig zijn - aantal geverifieerde belastingplichtigen einde september : 29 - totaal bedrag van basissupplementen einde september : 185.044 € ●
Meerwaarden op onroerende goederen verkocht onder het btw-regime: er werd een georganiseerde controleactie gestart m.b.t. de meerwaarden, gerealiseerd ter gelegenheid van een overdracht onder bezwarende titel, op in België gelegen onroerende goederen, voor de belastingplichtigen die, anders dan in de uitoefening van een economische activiteit, gebouwen hebben opgericht, hebben laten oprichten of hebben verkregen met toepassing van de btw en die herverkopen onder het stelsel van de toevallige btw-belastingplicht (artikel 8,§ 1, WBTW).
-
instructie AOIF 38/2008 (Ci.R.15/583.372) dd. 05.09.2008 aanvang van de actie : juni 2008 betreft 181 dossiers voor de klassieke diensten en 99 voor de controlecentra loopt over de belastbare periode verbonden met aj. 2006 en 2007 doel: de taxatie van de onroerende meerwaarden gerealiseerd in hoedanigheid van toevallige btwplichtige (2 verrichtingen of meer) aantal uitgevoerde testdossiers: 8 dossiers totaal bedrag basissupplementen voor de testdossiers: 1.083.202,03 € aantal geverifieerde belastingplichtigen sinds de start van de actie : 5 aantal basissupplementen einde september : 282.483,88 €.
2. Organisatorische wijzigingen 2.1. Hergroepering Rechtspersonenbelasting Naar aanleiding van een audit heeft het Rekenhof in het verleden tekortkomingen vastgesteld op het vlak van de organisatie van de fiscale controle van de dossiers die aan de Rechtspersonenbelasting (RPB) onderworpen zijn. Ingevolge hun aanbevelingen is sinds 1 september 2008 bij de AOIF een hergroepering van de RPB-dossiers doorgevoerd. Vroeger werden deze dossiers verdeeld over alle diensten personenbelasting (PB) en de enkele specifieke diensten RPB die er waren. Voortaan worden zij gegroepeerd in één nieuwe RPB-controle per gewestelijke directie der directe belastingen. Het doel van deze reorganisatie is met een grotere organisatorische doeltreffendheid tot een betere fiscale controle komen. 2.2. Overdracht van de Onroerende Voorheffing (OV) naar de AOIF De wet op de Rijkscomptabiliteit bepaalt dat de functie verbonden met de inning en de invordering van de belasting niet compatibel is met de functie van de vestiging van de belasting. Om in overeenstemming te zijn met deze wet werden in een eerste fase de taken, die betrekking hebben op de vestiging alsmede
33
4 op de geschillen van de onroerende voorheffing (in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) overgedragen van de Invordering naar de AOIF. Dit heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2008. Opdat zij van bij de aanvang operationeel zouden zijn, werden in de gewestelijke directies 14 nieuwe diensten samengesteld met personeel dat reeds in 75 ontvangkantoren deze taken inzake onroerende voorheffing uitvoerde.
b) Communicatie bestemd voor de burgers In 2003 is Tax-on-web op bescheiden schaal ontwikkeld ten behoeve van een beperkte doelgroep burgers. Na diverse evaluaties blijkt sindsdien dat vooral Tax-on-web ambtenaar en Tax-on-web mandaathouders hoog scoren in het gebruik van de applicatie (ongeveer 85% van ingediende aangiften vindt hier zijn oorsprong). De individuele gebruiker (de burger) blijft, ondanks een bescheiden jaarlijkse groei, stagneren.
Zo’n hergroepering van taken in de teams van de OV zal zorgen voor wederzijdse hulp onder de ambtenaren, zowel op het vlak van het rendement als voor het hergebruiken van de know how van iedereen. De teamgeest zal meer dan waarschijnlijk de efficiëntie van de nieuwe diensten verbeteren daar voordien de ambtenaar veelal alleen de OV behandelde in het ontvangkantoor, wat voor welbepaalde problemen en achterstand zorgde, inzonderheid in geval van afwezigheid.
Er werd dan ook beslist vooral op die doelgroep te focussen en concrete acties te organiseren om deze doelgroep nog meer te sensibiliseren in het gebruik van Tax-on-web. Strategisch werd beslist acties op te starten in, eensdeels, het onderwijs en, anderdeels, naar de burger toe in de steden en gemeenten.
3. Integratie en update van de gerealiseerde projecten in de day-to-day van de AOIF/KMO
Is operationeel sinds 2004 en is ontwikkeld ten behoeve van de cijferberoepen die het systeem gebruiken voor het invullen van de aangiften van hun klanten.
3.1.2. TOW Mandataris
3.1. Tax-on-web (TOW) 3.1.1. TOW Burger a) Nieuwigheden in 2008 : ●
●
34
Overzicht van de vooraf ingevulde gegevens: de burger heeft de mogelijkheid alle vooraf ingevulde gegevens te bekijken vóóraleer hij zijn aangifte raadpleegt. De fiches waarvan die gegevens zijn voortgekomen, zijn beschikbaar in PDF-formaat. 2 nieuwe wizards – specifieke hulp: - interesten en kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen gesloten vanaf 01.01.2005 die in aanmerking komen voor de aftrek van enige woning “woonbonus” (codes 1370/2370 – 1371/2371); - het inbrengen van een nieuw Belgisch rekeningnummer volgens de nieuwe standaard IBAN/BIC ingevolge de overgang naar “Single Euro Payment Area (SEPA).
Het jaarlijks groeiende succes van Tax-on-web is grotendeels gebaseerd op het massaal gebruik van de applicatie door deze cijferberoepen (in 2008: 683.920 aangiften). De samenwerking met de beroepsverenigingen resulteert in het steeds verder verfijnen van de applicatie voor de boekhoudkantoren: de mogelijkheid tot het oplijsten onder diverse vormen van het klantenbestand (Taxworkbox), de snelle zoekfunctie, de snelle invoer van gegevens, het doorsturen van aangiften in massa vanuit het berekeningsprogramma van de mandaathouder (geïntegreerd in de boekhoudpakketten), enz. Voor elke aangifte Tax-on-web mandataris is iedere klant ertoe gehouden individueel een volmacht te geven. Het volume van de te verwerken volmachten groeit jaarlijks (in oktober 2008 bestaan er 1.201.428 individuele Tax-on-web mandaten). Het operationele mandatenbeheersysteem MaGMa levert voor zowel de cijferberoepen als voor onze eigen operationele diensten, die de mandaten verwerken, een meerwaarde naar efficiëntie en gebruiksvriendelijkheid: de optimalisering van de respons/antwoordtermijnen (parallelle consultatie van de authentieke bronnen); gebruiksvriendelijke user interface (schermfaciliteiten); functionele verbetering (overzetting in groepen mandaten/het éénmaal inbrengen van een gegeven bij meerdere handelingen); geoptimaliseerde ondersteuning...
4 3.1.3. TOW Ambtenaar Dit project kadert voornamelijk in de bekommernis om de dienstverlening aan de burger klantvriendelijker te laten verlopen. Elk jaar opnieuw worden er door de ambtenaren in de taxatiekantoren duizenden aangiften ingevuld voor burgers die terzake hulp zoeken. Dank zij de voor een groot deel vooraf ingevulde aangifte en de mogelijkheid om op een zeer snelle manier via de zogenaamde “snelle invoer” de gegevens in te vullen, kent Tax-on-web ambtenaar een toenemend succes. De individuele loonfiches kunnen worden gevisualiseerd via een directe link naar “Belcotax-on-web”, zodat de gegevens van eventueel ontbrekende fiches toch in de aangifte kunnen worden opgenomen. In 2007 werden er op een totaal van 1.357.252 aangiften Tax-on-Web 580.199 ingevuld door de ambtenaren zelf, in 2008 stond de teller op 725.614 aangiftes op een totaal van 1.712.916.
Het succes van de vooraf ingevulde aangifte hangt bijvoorbeeld onlosmakelijk samen met de in Belcotaxon-web beschikbare gegevens. ●
●
Vooraf invulling aanslagjaar 2008 Op 23/04/2008 : 15.064.478 fiches elektronisch ontvangen. Vooraf invulling aanslagjaar 2007 Op 23/04/2007 : 5.186.106 fiches elektronisch ontvangen.
Het totale aantal elektronische fiches voor aanslagjaar 2008 bedroeg 23.896.380. 3.3. TAXI
Pilootproject : TOW Ambtenaar VPN 3.3.1 Algemeen Op vraag van de buitendiensten werd in 2008 voorzichtig gestart met een pilootproject in samenwerking met enkele gemeenten. Enkele vooraf geregistreerde ambtenaren hebben de machtiging gekregen om via een VPN-verbinding (Virtual Private Network) vanuit een externe locatie toegang te krijgen tot de FinBox van de belastingplichtige (Tax-on-web ambtenaar). Op deze manier konden de aangiftes van de burgers die zich aandienden tijdens de zitdagen in de bedoelde gemeenten, elektronisch worden ingediend met de voordelen die Tax-on-web biedt (minder fouten door de vooraf ingevulde gegevens, ingebouwde filters, minder lange wachttijden door de snelheid van het systeem). 3.2. Belcotax-on-web (BOW) Belcotax-on-web is de elektronische toepassing die bedrijven en ondernemingen toelaat hun loongegevens in te dienen bij de fiscale overheid. Een aantal bedrijven maakt hiervan gebruik: dit versnelt de behandeling van de data binnen de back-offices van de belastingadministraties en heeft met name op Tax-on-web en TAXI een grote impact.
TAXI, de back-office in de personenbelasting, was voor de eerste keer operationeel voor het aanslagjaar 2005. Bedoeling van deze applicatie: ● Voor de taxatieambtenaar: - een instrument voor het beheren van dossiers PB; - een gecentraliseerde toegang; - een geïntegreerde behandeling van het dossier. ● Voor de dienstchefs: - een instrument voor het opstellen en beheren van het werkplan; - opvolging en beheer van de taxatiewerkzaamheden.
35
4 3.3.2. Evolutie 2008 (en 2009): belangrijke ontwikkelingen die verband houden met: ● integratie nieuwe berekening PB; ● uitbreiding TAXI naar BNI; ● inkohiering aanslagjaar “speciaal” via TAXI; ● uitbreiding en aanpassing van de “business rules”; ● automatische staten (1 voor de ambtenaar – 5 voor de hiërarchische meerdere); ● toegang tot aanslagjaar N-1 (nieuwe kolom); ● automatisering vraag om ontheffing; ● creatie van 4 standaardbrieven; ● printfunctionaliteit.
klassieke btw-diensten en de controlecentra van de AOIF en deze van de Bijzondere belastinginspectie (DB en btw). Ter herinnering, de toepassing biedt een eenvoudig gebruiksinstrument: het werk wordt verricht via een elektronisch dossier, aangevuld met een geheel van gegevens en documenten die niet alleen toelaten om het geschil te beheren, maar ook om het stap per stap te volgen, ongeacht de evolutie ervan. Het stelt tevens de dienstchef in staat een duidelijk zicht te hebben op de te beheren geschillen. De uitbreiding naar alle diensten die zowel de administratieve als de gerechtelijke geschillen met betrekking tot inkomstenbelastingen, daarmee gelijkgestelde belastingen en btw behandelen, wordt zodoende verwezenlijkt. 3.4.2. Wat wordt door de Workflow Geschillen behandeld ?
3.3.3. Resultaten Een efficiënte back-office zorgt er natuurlijk in de eerste plaats voor dat de inkohieringen volgens een normale planning kunnen verlopen. Naast het vinden van een goed evenwicht inzake automatische behandeling van dossiers, moet TAXI de juiste dossiers selecteren waarin rechtzettingen moeten gebeuren. In aanslagjaar 2007 ging het om volgende aantallen: - 669.632 geblokkeerde dossiers - 593.650.482,38 € supplement (886 €/dossier)
Inzake gerechtelijke geschillen wordt in de Workflow Geschillen in het kader van de geleidelijke uitbreiding het volgende geïntegreerd : de verzoeken bij de rechtbanken van eerste aanleg na administratief bezwaar (REA), de vorderingen in kort geding, de verzoeken bij de rechtbank zonder voorafgaand administratief bezwaar, de dagvaardingen tot schadevergoeding verbonden aan de vestiging van de belasting, de verzoekschriften tot teruggave van belasting of taksen, verzet tegen dwangbevel (btw) evenals de vorderingen in beroep tegen deze vonnissen met inbegrip van de prejudiciële vragen voor het Grondwettelijk Hof en voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. De dossiers inzake ongunstige vonnissen of gemengde vonnissen zonder akkoord van de administratie of in geval van een vordering in beroep, worden wedersamengesteld opdat ze in de latere fase van behandeling via elektronische weg kunnen opgevolgd worden en dit om het verlies van dossiers en de papieren uitwisseling van dossiers tussen diensten te vermijden.
3.4. Workflow Geschillen 3.4.1. Aanpak De toepassing Workflow Geschillen maakt het mogelijk de administratieve en gerechtelijke geschillen te beheren voor de diensten van de Directe Belastingen, nl. de klassieke diensten directe belastingen en de 48 controlecentra van de AOIF. Sinds 2008 beheert dit systeem eveneens de btw-geschillen van de
36
Op administratief vlak vormt de Workflow Geschillen de enige bron voor onderzoek en beheer van de geschillen inzake de vestiging van de bovenvermelde belastingen. Op gerechtelijk vlak daarentegen bevat de Workflow enkel de geschillen die door de verschillende diensten werden gecreëerd sinds de inwerkingtreding van de toepassing bij die diensten. Het is ook aangewezen om een inhaalbeweging uit te voeren door een wedersamenstelling van de dossiers die nog hangende zijn voor de hoven en rechtbanken. Het is de bedoeling om de gegevens van de Workflow op elektronische wijze te behandelen en om beheersverslagen op te maken met het project MISSISSIPPI. Gelet op het aantal geschillen in eerste aanleg, zal
4 de wedersamenstelling evenwel pas uitgevoerd en verwezenlijkt worden tegen eind 2009, zodat de voorraad nog hangende geschillen kan opgemaakt worden op 31 december 2009.
rie stelde ook voor het eerst duidelijk dat MISSISSIPPI het ICT-fundament zou zijn voor alle reporting en monitoring. Een laatste beslissing van dit seminarie betrof het opstarten van een scorecard-oefening.
Om de coherentie van de administratieve beslissingen en de verdediging van de belangen van de Staat voor de hoven en rechtbanken te waarborgen, werd een thesaurus met trefwoorden opgesteld door het projectteam, met de hulp van ambtenaren die aan een ander project, meer bepaald “Kennisbeheer”, werden toegewezen. Die thesaurus wordt in productie gesteld vanaf februari 2009. In de toekomst kan elk geschil gekwalificeerd worden in functie van de trefwoorden, voor elk voorwerp waaruit het geschil bestaat. Hierdoor zullen op een eenvoudige manier relevante of samenhangende geschillen kunnen opgezocht worden.
3.5.2. Verbetering TBT
Het beoogde doel van de ontwerpers van het project zal in 2009 volledig bereikt zijn met de automatisering van de statistische rapporten. 3.4.3. De Workflow Geschillen in cijfers (toestand in september 2008) Deze toepassing telt : - 5.400 gebruikers; - 322.319 geschillen (ontstaan door het systeem of wedersamengesteld, waarvan 228.211 afgesloten zijn; - meer dan 3.206.211 documenten (gescand, ontstaan door de toepassing of ingebracht). Meer dan 450 ‘modeldocumenten’ in het Frans, Nederlands en Duits worden door deze toepassing ter beschikking gesteld. 3.5. TBT 3.5.1. Inleiding Op 14 februari 2006 had het eerste strategisch seminarie plaats waarop werd beslist MISSISSIPPI te verbeteren en beter te gebruiken. Bij deze gelegenheid werd eveneens beslist de toegang tot TBT uit te breiden en in voorbereiding hierop per gewestelijke directie een contactpersoon aan te wijzen. Dit semina-
Een nieuwe reeks gebruiksvriendelijker boordtabellen werd ontwikkeld (beter leesbaar en handiger in het gebruik). Het betreft modellen die respectievelijk gegevens bevatten inzake Ven.B/BNI-ven./RPB, PB en btw en waarvoor afzonderlijke rapporten zijn opgemaakt voor de klassieke diensten en de contralecentra. Vanaf januari, en lopend tot eind juni, werd de definitieve uitbreiding van de toegang TBT tot alle dienstchefs gerealiseerd. Begin maart 2008 werd een nieuwe fase van MISSISSIPPI opgestart: het creëren van een BSC (Balanced score card) voor het managementniveau N-2. Eind juli waren 35 indicatoren gedefinieerd, die nu in productie moeten gebracht worden. 3.6. Scanning – intervat – vatlist 3.6.1. Scanning van de aangiften PB Elk jaar vormt de behandeling van de aangiften in de personenbelasting een werkelijke uitdaging voor de administratie. Sedert 2005 worden de aangiften in de personenbelasting, die zijn ingediend op papieren drager, behandeld door de techniek van de scanning. Alle aangiften, overgemaakt op papieren drager, werden gescand, met uitzondering van de aangiften die niet voldoen aan de vereiste voorwaarden op het vlak van leesbaarheid en geldigheid van de aangiften. Dit project heeft het mogelijk gemaakt om de werkzaamheden van codering die weinig meerwaarde bieden en veel tijd en energie vergen, aanzienlijk te beperken.
37
4 De tabel hierna verduidelijkt op synthetische wijze de toestand op 31.07.2007 en op 31.07.2008 teneinde toe te laten de geboekte vorderingen te beoordelen. Toestand op 31.07.2007
Toestand op 31.07.2008
Aangiften PB ingediend bij de taxatiediensten
4.277.125
4.055.282
-5,19
Aangiften PB verzonden naar scanningcentra Aangiften gescand door de scanningcentra
2.191.405
2.684.973
+22,52
1.157.301
2.137.965
+84,74
557.203
908.759
+63,09
de
Aangiften, na behandeling verzonden naar TAXI door de scanningcentra
Verschil in %
Op 31 december 2008 was 98,10% van de te scannen aangiften betreffende de personenbelasting voor het aanslagjaar 2008 reeds behandeld.
Het Europees project van e-government waarvoor België zich engageert, beoogt in het bijzonder de elektronische behandeling en het volledig geïnformatiseerd beheer van alle dossiers. De verplichting tot elektronische indiening voltrekt zich geleidelijk: zij heeft in de eerste plaats betrekking gehad op de grote ondernemingen, vervolgens op de KMO’s, de maandelijkse en daarna de trimestriële belastingplichtigen. Vanaf 1 april 2009 zullen de kwartaalaangevers verplicht zijn om hun btw-aangiften in te dienen via de INTERVAT-toepassing. Het percentage van elektronische indiening voor de aangiften van het 2de kwartaal en de maanden juni en juli 2008 bereikt 70% van het totaal der ingediende periodieke btw-aangiften. 3.6.3. Evolutie van de indiening van de btw-aangiten 625 (papier/elektronisch)
De digitalisering van de documenten door de scanningmethode heeft het mogelijk gemaakt om de termijn van terbeschikkingstelling van de aangiften voor de modules van inkohiering en berekening van de belasting in te korten, alsook voor de taxatiediensten. Het nieuwe project Corporate Scanning System zal het mogelijk maken om, vanaf het aanslagjaar 2009, de aangiften in de personenbelasting te digitaliseren alsook de begeleidende bijlagen en bewijsstukken. Alle aangiften in de personenbelasting zullen naar het voorbeeld van de btw-documenten, rechtstreeks naar beide scanningcentra worden verzonden om de manutentiewerkzaamheden zoveel mogelijk te beperken.
38
Jaar 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
manueel 2.705.208 251.892 138.547 145.231 153.966 160.179 129.616
Papier SCAN 255.807 2.651.688 2.668.673 2.595.176 2.558.631 2.274.304 955.219
Totaal 2.961.015 2.903.580 2.807.220 2.740.407 2.712.597 2.434.483 1.084.835
EDIVAT 19.607 99.497 185.936 233.298 284.091 310.167 124.873
Elektronisch INTERVAT TOTAAL 13.824 33.431 58.397 157.894 87.877 273.813 115.189 348.487 160.805 444.896 511.406 821.573 2.078.489 2.203.362
3.6.2.Intervat
De tabel geeft een kort overzicht van de evolutie van de behandeling van de btw-aangiften sedert 2002, het jaar van de verwezenlijking van de scanning voor de btw-documenten.
Sinds februari 2002 laat de INTERVAT-toepassing de verzending toe van de aangiften, de klantenlistings en de intracommunautaire opgaven zonder voorafgaande registratie of aanvraag tot toegang.
De geleidelijke verplichting om in te dienen via Internet buigt de tendens om in vergelijking met de vorige jaren. De papieren drager vertegenwoordigt nog slechts 32,99% in 2008 tegenover 74,77% en 2007.
Twee methodes van authentificatie zijn op het ogenblik mogelijk: - hetzij via de elektronische identiteitskaart ; - hetzij via een digitaal certificaat klasse 3.
Het aantal via Intervat en Edivat ingediende aangiften gaat in stijgende lijn en bereikt in 2008 respectievelijk 63,21% en 3,80% tegenover 15,71% en 9,52% in 2007. De laatste jaren vermindert het aantal via de scanning behandelde aangiften geleidelijk ten bate van de elektronische indiening.
4 In 2008 was een dalende trend in de indiening van de aangiften via Edivat merkbaar, wat wordt verklaard door de voorziene afschaffing van deze wijze van indiening vanaf 1 januari 2009. Van dat ogenblik af zal enkel de elektronische indiening via Internet mogelijk zijn. Bovendien richt Intervat zich zowel tot de belastingplichtige die zijn aangiften, intracommunautaire kwartaalopgaven en jaarlijkse klantenlistings wenst in te dienen als tot de cijferberoepen die een groot aantal documenten gelijktijdig indienen. 3.7. FINFORM Er is geen enkele wettelijke verplichting om bijlagen bij de aangifte in de personenbelasting te voegen. Voor de vennootschapsbelasting dient enkel het verslag van de algemene vergadering en de jaarrekening te worden bijgevoegd. Het meesturen van ‘bijlagen’ (vooral bij de mandaathouders) is echter in de praktijk massaal. De toepassing FINFORM (bibliotheek van de fiscale formulieren die binnen de FOD beschikbaar zijn) liet toe om directe links te ontwikkelen naar de elektronische toepassingen Tax-on-web en Vensoc die progressief en stelselmatig verfijnd worden. Het is, hoewel facultatief, dus steeds mogelijk elektronisch bijlagen mee te sturen met de aangifte (PDF-formaat). In het kader van de aangifte in de personenbelasting werden, ten behoeve van de burgers en de cijferberoepen, “alle” mogelijke formulieren ontworpen en op FINFORM aangeboden. Ze werden opgedeeld in enerzijds officieel te gebruiken documenten (bv. 276U – investeringsaftrek) en anderzijds in facultatief te gebruiken documenten (bv. beroepskosten). Een rubriek “eigen documenten” werd eveneens voorzien. Waar mogelijk werden er “slimme” documenten (achterliggende berekeningsmodules) ontwikkeld. 3.8. URBAIN (Urbanism Information Network) Met behulp van de toepassing Urbain (beschikbaar sinds 01.01.2007) kunnen de gemeentebesturen via Internet de uitgereikte bouw-en verkavelingsvergunningen meedelen aan de Administratie van de patrimoniumdocumentatie (Opmetingen en Waarderingen).
Teneinde de toepassing Urbain op een vlottere manier te kunnen gebruiken werd een Access-bestand ontwikkeld dat de btw-controlekantoren (bouwcellen) toelaat een beter overzicht te hebben over de door de gemeentebesturen uitgereikte bouwvergunningen. Deze nieuwe tweetalige toepassing “Urbain BTW-TVA”, welke door de kantoren kan worden gedownload via intranet, laat benevens het importeren van nieuwe bouwvergunningen onder meer toe: - de bouwvergunningen te sorteren op “nieuwbouw”, “verbouwing” of “niet te behandelen”; - brieven bestemd voor de bouwheer automatisch af te drukken; - de datum van de betekening van het kadastraal inkomen en de verjaringsdatum in te voeren; - de dossiers op te volgen. 3.9. STIR-BTW Sinds januari 2005 bouwt het STIR-BTW projectteam aan een applicatie die de btw-ambtenaren moet ondersteunen bij het beheer en behandelen van anomalieën in btw-aangiften (periodieke aangiften, klantenlistings en ICO-opgaven). Daarnaast zullen voormelde btw-gegevens door een ruime groep ambtenaren van de FOD Financiën via deze applicatie op een gebruiksvriendelijke manier kunnen worden geconsulteerd. Teneinde het terrein voor te bereiden op de komst van de applicatie werd een implementatieteam in het leven geroepen waarvan de opdracht zich situeert rond 5 activiteitenblokken: - Check ICT & logistiek - Communicatie - Opleiding - Key Performance Indicators (KPI) - Helpdesk Btw-specialisten van de centrale administratie en de buitendiensten hebben de applicatie geëvalueerd. Daaruit bleken een aantal aanpassingen vóór de werkelijke in productie stelling onontbeerlijk, evenals de aanpassingen noodzakelijk voor de btw-eenheid. Aangezien het hier geen fundamentele wijzigingen betreffen werd ervoor geopteerd de versie van de applicatie (R1.0) zonder deze wijzigingen reeds in (pre)productie te plaatsen teneinde het functioneren van de applicatie in een productieomgeving te kunnen testen en in parallel aan de verbeteringen/uitbreidingen van de applicatie (R1.1) te werken.
39
4 Hiermee rekening houdend werd beslist de roll-out van de applicatie te laten gebeuren in volgende fasen: ●
●
Opleiding & roll-out van de R1.0: - Periode maart - juni 2008: start in 3 pilootkantoren - Vanaf 04.07.2008: uitbreiding pré-productie naar een 50-tal kantoren - Periode 04.07.2008 tot 04.08.2008 ● ondersteuning op het terrein ● tussentijdse helpdeskstructuur werd opgezet. - Periode 04.08.2008 tot in productie stelling (midden november) ● opdracht in parallel te werken onder het toezicht van de e.a. inspecteurs diensthoofden & gewestelijk directeurs. - Vanaf 15.09.2008: progressieve uitbreiding naar alle kantoren Midden november 2008: definitieve in productie stelling van de R1.1 in alle kantoren/ manutentiecellen van de btw.
3.10. STIR-CORE De toepassing STIR Controle (STIR–CORE) maakt deel uit van het in werking stellen op grotere schaal van het systeem van de geïntegreerde verwerking van belastingen en invordering (STIR). Zij biedt een ondersteuning inzake enerzijds het werkplanbeheer inzake fiscaal nazicht btw en inkomstenbelastingen en anderzijds het document-, correspondentie- en taakbeheer ten behoeve van de controleambtenaren, werkzaam binnen de diensten van de AOIF. Het resultaat van de uitgevoerde fiscale nazichten zal uiteindelijk te consulteren zijn via het elektronisch Enig Dossier dat per belastingplichtige wordt gehouden. Binnen het kader van het lopende STIR project werden eind 2008 reeds een aantal functionaliteiten inzake werkplanbeheer en beheer van controleopdrachten in productie gebracht en ter beschikking gesteld van een aantal polyvalente controlecentra van de AOIF Eveneens binnen het kader van het STIR project wordt een module voor de Opsporingen ontwikkeld. De
40
huidige ontwikkelingen zullen een betere planning en opvolging van de opsporingstaken mogelijk maken door zowel het centraal als lokaal management. Met de realisatie van dit project wordt ook een oplossing geboden ten opzichte van de eerder door het Rekenhof geformuleerde aanbevelingen inzake de aansturing van de Opsporingsdiensten. 3.11. Opstarten van het project splitsing P/KMO Het project “splitsing Particulieren/KMO” is een pilootproject dat de volledige reorganisatie van de huidige diensten personenbelasting voorbereidt. Zoals destijds in Coperfin werd bepaald, evolueren wij van een organisatie gestructureerd volgens belastingmaterie – de personenbelasting in dit geval - naar een organisatie die gericht is op doelgroepen. In dit project zijn er twee: particulieren en kleine en middelgrote ondernemingen. De doelgroep Particulieren bevat niet alleen alle dossiers van loon- en weddetrekkenden, gepensioneerden en genieters van vervangingsinkomsten, maar ook de dossiers van bedrijfsleiders. In de doelgroep KMO resteren dan alle dossiers van zelfstandigen en beoefenaars van vrije beroepen. 3.12. Opstarten van het project BTW/KMO Het project beoogt door een functionele hergroepering van de klassieke btw-diensten te komen tot de optimalisatie van de aanwending van het menselijk potentieel ervan en eveneens om de organisatie te laten aansluiten op de evolutie inzake informatica en te evolueren naar de Coperfinstructuren door : - het maken van een duidelijke scheiding tussen beheerstaken (dienstverleningsactiviteiten) - en controlewerkzaamheden; - het vormen van grotere teams door samenvoeging van bestaande diensten; - de oprichting van afdelingen “dienstverlening” met onderscheid tussen infocenter en back office; - de oprichting van afdelingen controle (fiscaal nazicht).
4 B. De buitendiensten 1. De opdracht van de AOIF De Administratie van de ondernemings− en inkomensfiscaliteit - vestigt de inkomstenbelastingen en de btw voor de verschillende overheden; - behandelt de geschillen betreffende die belastingen; - verleent haar medewerking bij de toepassing van diverse sociale wetten ten voordele van de burger en - staat borg voor de juridische rechtszekerheid van de burger, met respect voor de wettelijke en reglementaire bepalingen. De opdracht wettigt de bestaansreden van de administratie. Door de wijze waarop ze gedefinieerd is, stelt de opdracht van de AOIF twee accenten tegenover elkaar: enerzijds het feit dat de verschillende overheden de klanten zijn aan wie zij in de eerste plaats verantwoording verschuldigd is en anderzijds, het respect voor de procedures om de transparantie van haar handelingen te verzekeren en om de belastingplichtigen rechtszekerheid te bieden. Het is dus een opdracht bestaande uit twee aspecten, controle en dienstverlening, die zo goed mogelijk in balans moeten gehouden worden. De kernactiviteiten van de AOIF, zoals ze voortvloeien uit haar opdacht, worden als volgt geïdentificeerd: - aangiften verwerken en beheren; - controles uitvoeren; - geschillen behandelen; - diensten verlenen. 2. De doelstellingen van de AOIF De meeste strategische doelstellingen van de AOIF worden gerealiseerd via automatiseringsprojecten. Inzake personenbelasting zijn Tax−on−Web en het scannen van de aangiften voorbeelden daarvan die ook voor de burger duidelijk zichtbaar zijn.
Andere belangrijke voorbeelden zijn: - Datamining: voor het objectief, automatisch en gecentraliseerd selecteren van de te onderzoeken aangiften; - STIR: voor de geïntegreerde verwerking van alle belastingen en de invordering ervan. Het realiseren van automatiseringsprojecten is vooral een taak van de centrale diensten. Die mogen daarbij uiteraard niet uit het oog verliezen dat de kerntaken van de AOIF vlot en correct moeten blijven verlopen. De operationele doelstellingen van de AOIF betreffen daarom: - het verwerken en beheren van de aangiften; - het uitvoeren van controles; - het behandelen van de geschillen; - het zorgen voor een goede dienstverlening aan de burger. Alle diensten van de AOIF zijn actief betrokken bij het bepalen van de doelstellingen. Uitgaande van nationaal uitgezette krijtlijnen, bepaalt elk controlecentrum en elke gewestelijke directie zelf in welke mate hij of zij zal bijdragen tot het verwezenlijken van het nationale doel, rekening houdend met zijn of haar beschikbare middelen. 2.1. Beheer De centrale diensten moeten er voor zorgen dat de aangiften tijdig worden verzonden en dat de nodige informaticatoepassingen tijdig beschikbaar zijn. Concreet betekent dit dat : ● inzake PB : - de aangiften op 30/04 van het aanslagjaar verzonden zijn; - Tax−on−Web op 15/05 van het aanslagjaar beschikbaar is; - het scannen van de aangiften aanvangt op 01/07 van het aanslagjaar; - TAXI op 01/09 van het aanslagjaar beschikbaar is.
41
4 De volgende tabel geeft een overzicht van het bereikte resultaat : ●
inzake Ven.B : - de aangiften op 15/05 van het aanslagjaar verzonden zijn; - VENSOC op 15/05 van het aanslagjaar beschikbaar is; - het registratieprogramma op 01/09 beschikbaar is.
Voor het aanslagjaar 2008 werden de aangiften PB tussen 10 april en 10 mei 2008 verzonden. Tax−on−Web was zoals gepland op 15 mei beschikbaar. Het scannen werd al aangevat op 12 juni 2008. De toepassing TAXI voor het verwerken van de aangiften liep vertraging op en was pas op 29 september operationeel. De reden hiervoor moet gezocht worden in het opstarten van een andere nieuwe toepassing – het enig dossier – wat ook op de bestaande toepassingen als TAXI en de berekening van de belasting een impact had. De laatste verzending van aangiften Ven.B had plaats op 16 juli. De toepassing VENSOC was met wat vertraging op 25 juni 2008 beschikbaar voor het downloaden van de aangiften en vanaf 4 juli konden de aangiften via deze toepassing ook worden ingediend. Daarentegen konden de taxatiediensten de aangiften reeds verwerken vanaf 5 augustus.
Doelstelling
Realisatie op 30/6/2008 8%
Betax
Max. 15%
Niet−indieners PB
Max. 10%
5%
Niet−indieners Ven.B
Max. 8%
7%
Niet−indieners RPB
Max. 15%
15%
Niet−indieners BNI−vennootschappen
Max. 30%
26%
Niet−indieners BNI−natuurlijke personen
Max. 20%
31%
Enkel inzake BNI−natuurlijke personen werd de doelstelling niet bereikt. Het betreft echter een relatief kleine groep belastingplichtigen die vaak omwille van hun verblijf in het buitenland moeilijk bereikbaar zijn. De doelstellingen blijven van toepassing voor het aanslagjaar 2008. 2.2. Controle
Wat het beheer van de aangiften inzake directe belastingen betreft, werden voor het aanslagjaar 2007 de volgende doelstellingen vastgelegd (vergadering van Gewestelijke directeurs van 10 juli 2007) : 1. Het aantal niet ingediende aangiften moet globaal beperkt blijven tot: ● ● ● ● ●
10% van het aantal verzonden aangiften PB; 20% van het aantal verzonden aangiften BNI−natuurlijke personen; 8% van het aantal verzonden aangiften Ven.B; 30% van het aantal verzonden aangiften BNI−vennootschappen; 15% van het aantal verzonden aangiften RPB;
2. Inzake PB mag maximaal 15% van de ontvangen aangiften manueel worden verwerkt (via het systeem BETAX) in plaats van te worden gescand.
42
De AOIF onderscheidt de volgende activiteiten : - de grondige verificatie: die veronderstelt een simultane controle van de materies inkomstenbelastingen en btw en een controle van de boekhouding over een periode van minstens 2 jaar; de grondige verificaties worden door de controlecentra verricht; - de beheerscontrole: dit is een gericht onderzoek naar bepaalde punten van de aangifte; de beheerscontroles worden door de klassieke diensten van de Directe belastingen en van de btw uitgevoerd; - de inordestelling: dit is een essentiële rechtzetting uitsluitend op basis van in het dossier voorhanden zijnde informatie en waarbij tevens ook alle onderdelen van het permanent dossier van de belastingplichtige worden bijgewerkt; - zonder verificatie: deze classificatie wordt gebruikt wanneer ofwel de gegevens van de aangifte zonder meer worden verwerkt, ofwel wanneer essentiële rechtzettingen worden uitgevoerd maar zonder bijwerking van het permanent dossier;
4 - geautomatiseerde inkohiering : dit is een nieuwe categorie die sinds aanslagjaar 2005 in de PB is ontstaan door het gebruik van TAXI en waardoor een groot aantal aangiften zonder enige tussenkomst van een taxatieambtenaar worden ingekohierd. Met het begrip «controle» worden enkel de beheerscontroles en de grondige verificaties bedoeld. De inordestellingen, de inkohieringen zonder verificatie en de geautomatiseerde inkohieringen vormen samen het proces «het verwerken en het beheer van de aangiften». Voor de klassieke diensten Directe Belastingen werden tijdens de vergadering van Gewestelijk directeurs op 10 juli 2007 de volgende nationale krijtlijnen uitgezet : 1. de controlegraad verhogen (aantal beheerscontroles/aantal dossiers) : - PB/bedrijfsleiders: 2% meer t.o.v. de vorige controleperiode; - PB/zelfstandigen: 2% meer t.o.v. de vorige controleperiode; - Ven.B: 3% meer t.o.v. de vorige controleperiode; 2. het percentage rechtzettingen verhogen (aantal gewijzigde aangiften naar aanleiding van een inordestelling of een beheerscontrole/totaal aantal aangiften die aan een inordestelling of een beheerscontrole werden onderworpen) : - PB/bedrijfsleiders : 2% meer t.o.v. de vorige controleperiode; - PB/zelfstandigen : 2% meer t.o.v. de vorige controleperiode; - Ven.B: 5% meer t.o.v. de vorige controleperiode.
De doelstelling voor het verhogen van de controlegraad werd niet bereikt. Wat betreft de categorie van de bedrijfsleiders werd evenwel de controlegraad van 30/06/2007 (1,20%) verdubbeld. Voor de zelfstandigen was de gewenste doelstelling een ratio van 5,74%. Hoewel de voorgestelde doelstelling van 6,48% niet werd gehaald, benadert het reële resultaat (5,71%) toch de gewenste ratio. Inzake Ven.B lag de voorgestelde doelstelling (5,45%) onder het gewenste niveau (6,11%). Ook de voorgestelde doelstelling werd niet gerealiseerd. Toch ligt het resultaat (4,97%) bijna 2% hoger dan de ratio van 30/06/2007. De doelstelling om het percentage rechtzettingen te verhogen wordt ook berekend op basis van het aantal inordestellingen. Alhoewel inordestellingen eerder tot het proces beheer behoren, werd toch voor deze methode gekozen om te vermijden dat activiteiten artificieel van de ene naar de andere categorie zouden verschoven worden. Voor deze doelstellingen werden de diensten niet verzocht een eigen voorstel in te dienen. Uit de cijfers kan men concluderen dat voor de : - bedrijfsleiders de doelstelling niet werd bereikt : 14,44 % i.p.v. 15,27%; - zelfstandigen de doelstelling wel werd bereikt : 21,38% t.o.v. 18,05%; - vennootschappen de doelstelling niet werd bereikt : 15,73% i.p.v. 18,89%. Gelet op het zwakke resultaat inzake Ven.B, werd de analyse verfijnd door enkel de beheerscontroles in aanmerking te nemen. Dit geeft als resultaat voor het percentage rechtzettingen : 80%. Hieruit kan worden afgeleid dat inzake Ven.B, in tegenstelling tot de PB, weinig rechtzettingen worden verricht naar aanleiding van een inordestelling.
De volgende tabel geeft een overzicht van het bereikte resultaat :
Controlegraad bedrijfsleiders
Toestand op 30/06/2007 (aanslagjaar 2006) 1,20%
Krijtlijn voor Engagement Realisatie op aanslagjaar van de 30/06/2008 2007 gewestelijke (aanslagjaar directies 2007) +2% = 3,20% 3,58% 2,51%
Controlegraad zelfstandigen
3,74%
+2% = 5,74%
6,48%
Controlegraad vennootschappen
3,11%
+3% = 6,11%
5,45%
4,97%
Rechtzettingen bedrijfsleiders
13,27%
+2% = 15,27%
14,44%
Rechtzettingen zelfstandigen
16,05%
+2% = 18,05%
21,38%
Rechtzettingen vennootschappen
13,89%
+5% = 18,89%
15,73%
Voor het aanslagjaar 2008 werd beslist de doelstellingen te behouden. De voorstellen van de gewestelijke directies leiden tot volgende samenvatting : Krijtlijn voor aanslagjaar 2008
Engagement van de gewestelijke directies
Controlegraad bedrijfsleiders
Toestand op 30/06/2008 (aanslagjaar 2007) 2,51%
+2% = 4,51%
3,35%
Controlegraad zelfstandigen
5,71%
+2% = 7,71%
6,67%
Controlegraad vennootschappen
4,97%
+3% = 7,97%
5,83%
5,71%
43
4 Inzake btw werd de doelstelling in zeer algemene termen geformuleerd : het aantal uitgevoerde beheerscontroles tijdens het kalenderjaar 2008 moest meer bedragen dan het aantal dat tijdens het jaar 2007 werd gerealiseerd. De vastgestelde vooruitgang bedraagt, op niveau van het Rijk, 33%. Wat de specifieke categorieën « Begin van activiteit » en « Niet-indiening » betreft, was de verhoging aanzienlijk : zij bedraagt respectievelijk 91% en 147%. Dit dient evenwel enigszins te worden genuanceerd door de vaststelling dat de aantallen in 2007 zeer laag waren, en dat dus de minste verbetering zich vertaalt in een hoog percentage. Voor de categorie van de « Stopzetting van activiteit» bedraagt de toename 11%. Aangezien deze categorie reeds goed vertegenwoordigd was in het totaal pakket van beheerscontroles, kan deze vooruitgang als voldoende worden beschouwd. In de categorie «Teruggavencontrole (Lijst 678)» valt eveneens een stijging van 24% waar te nemen. Het aantal beheerscontroles inzake « Bouwwaarde » is gestegen met 67%. Voor het jaar 2009 werd de doelstelling anders geformuleerd. Analyse van de cijfers van vorige jaren leert dat de ratio [aantal beheerscontroles/aantal btw−plichtigen] in een aantal gewestelijke directies 10% bereikt. Dit resultaat werd nu tot norm gesteld. Met andere woorden, voor het kalenderjaar 2009 wordt van élke gewestelijke directie verwacht dat de ratio [aantal beheerscontroles/aantal btw−plichtigen] 10% bedraagt. Daarbij moet echter nog steeds voorrang worden gegeven aan de zogenoemde « prioritaire » categorieën (begin van activiteit, stopzetting van activiteit, teruggavencontrole van de lijst 678, niet-indiening en Datamining), zijnde categorieën waarvoor het Rekenhof heeft aanbevolen dat zij bij voorrang aan een controle moeten onderworpen worden. Tijdens de vergadering van Gewestelijke Directeurs van 10 december 2007 werden de Controlecentra uitgenodigd een voorstel van doelstelling in te dienen dat moest leiden tot een algemene verhoging van het aantal gecontroleerde dossiers.
44
De ingediende voorstellen werden geanalyseerd tijdens de vergadering van Gewestelijke Directeurs van 30 september 2008. De conclusie was dat de voorstellen van alle Controlecentra samengeteld tot de volgende verhoging van het aantal dossiers voor de controleperiode 2007/2008 zou leiden : - +24% inzake PB; - +22% inzake Ven.B, RPB en BNI-ven.; - +15% inzake btw; hetzij globaal een verhoging van 19%. Het resultaat van de verwerking van de gegevens leidt tot volgende tabel :
PB Ven.B, RPB en BNI−vennootschappen Btw
Doelstelling (aantal dossiers) 7.292 16.273 17.704
Resultaat (1) 5.576 13.945 17.456
Percentage 76% 86% 99%
(1) Om de doelstelling uitgedrukt in aantallen dossiers, te vertalen naar in TBT meetbare gegevens, werd gebruik gemaakt van de volgende hypothese : - tijdens de controleperiode 2007/2008 worden inzake IB noodzakelijkerwijs de aangiften van het aanslagjaar 2007 onderzocht, ongeacht of er nog een of twee voorgaande aanslagjaren mee worden onderzocht; in TBT worden daarom alle gegevensdragers IB met betrekking tot het aanslagjaar 2007 geteld, ingevoerd tussen 1/7/2007 en 31/12/2008; - voor de btw worden alle gegevensdragers met betrekking tot het boekjaar 2006 geteld.
Het betere resultaat inzake btw is deels te wijten aan het feit dat de voorgestelde inspanning inzake btw 15% bedroeg, terwijl de ambities inzake PB en Ven.B ambitieuzer waren. Een vergelijking met de aantallen die werden gerealiseerd op 31/12/2007 geeft het volgende beeld :
PB Ven.B, RPB en BNI−vennootschappen Btw
Resultaat op 31/12/2007 5.875 13.370 15.415
Resultaat op 31/12/2008 5.576 13.945 17.456
Verschil -299 +575 +2.041
4 Daarbij dient ook rekening te worden gehouden met het feit dat het aantal gepresteerde dagen in 2008 3% minder bedraagt dan werd geraamd bij het opstellen van de doelstellingen.
- het actief meewerken aan de talrijke moderniseringsprojecten die worden opgezet om de efficiëntie van de diensten en hun toegankelijkheid voor de burger te verbeteren.
De Controlecentra kregen de aanbeveling te streven naar een gemiddelde duur van de controle van 6 dagen en minder. Dit heeft duidelijk een effect op het aantal uitgevoerde controles, en het blijft de bedoeling meer controles uit te voeren.
Het college van de Algemene Inspectie is het orgaan dat de verbinding legt tussen de centrale diensten en de buitendiensten van de AOIF.
2.3. Geschillen Voor alle diensten geldt als doelstelling, de administratieve bezwaarschriften zo vlug mogelijk te behandelen (binnen een termijn van 6 of 9 maanden). Alle geschillen worden via de toepassing Workflow geschillen (cfr. A.3.4) behandeld. Het project voor het opstellen van een boordtabel, op basis van de informatie van de Workflow, met rapporten die moeten toelaten de doelstellingen ter zake op te volgen, heeft echter heel wat vertraging opgelopen. Het project bevindt zich momenteel in een fase waarbij gegevens uit de Workflow aan de administratie werden aangeleverd met het oog op hun validatie. 3. De AOIF in cijfers : aantal diensten Door het niet volledig uitvoeren van de herstructurering van de Administraties van de directe belastingen en van de btw, is de AOIF een administratie geworden bestaande uit 3 entiteiten : - de klassieke diensten van de directe belastingen; - de klassieke diensten van de btw; - de controlecentra en de opsporingsdirecties. Deze 3 entiteiten worden beheerd door de centrale diensten. Deze centrale diensten hebben hoofdzakelijk de volgende opdrachten : - het opstellen en verspreiden van richtlijnen voor de dagelijkse taxatiewerkzaamheden (het beheer van de dossiers, het uitvoeren van controles, het behandelen van geschillen); - een strikte opvolging van het beheer van de aangiften en de inkohiering van de belasting, met regelmatige rapportering aan de Minister van Financiën;
Ten opzichte van het jaar 2007, is er tijdens het jaar 2008 een wijziging opgetreden. In uitvoering van een aanbeveling van het Rekenhof, werden alle dossiers Rechtspersonenbelasting, die over alle controles natuurlijke personen waren verspreid, gegroepeerd in 14 gespecialiseerde diensten (12 door hervorming van een controle natuurlijke personen + 2 nieuwe diensten). In het verlengde van deze operatie werden ook 4 nieuwe centrale taxatiekantoren opgericht. AOIF
48 Controlecentra
2 Opsporingsdirecties
15 Gewestelijke directies Directe Belastingen
10 Gewestelijke directies BTW
73 inspecties
40 inspecties
22 inspecties
152 controles vennootschappen + 5 centrale taxatiekantoren
243 controles
47 secties
289 controles natuurlijke personen + 14 diensten RPB +
1 centraal kantoor voor buitenlandse belastingplichtigen
25 centrale taxatiekantoren 2 belastingcentra 8 controles "buitenland" 1 speciaal belastingcentrum 3 documentatiecentra
45
4 4. De AOIF in cijfers : aantal personeelsleden Sinds alle personeelsleden van de AOIF bij wijze van overgangsmaatregel voor het verwezenlijken van de Coperfin-herstructurering gekanteld werden in een “voorlopige cel”, bestaat er geen “kader” meer zoals voorheen. Jaarlijks moeten de functionele behoeften in een personeelsplan worden voorgelegd. Het personeelsplan maakt evenwel geen onderscheid tussen de AOIF en de Administratie van de invordering. Globaal genomen is het personeel als volgt verdeeld over de verschillende buitendiensten: Aantal effectieven tewerkgesteld in de sector taxatie
5. De AOIF in cijfers : aantal belastingplichtigen Voor het beheer van de belastingplichtigen beschikt de administratie over nationale bestanden. De natuurlijke personen onderworpen aan de PB zijn opgenomen in het geautomatiseerd repertorium van de natuurlijke personen. Het is op basis van dit repertorium dat de aangiften worden verzonden. Een belastingplichtige “PB” kan dus zowel een gezin zijn als een alleenstaande. Het repertorium bevat alle belastingplichtigen die in principe aan de personenbelasting zijn onderworpen, dus ook belastingplichtigen die om een of andere reden zijn vrijgesteld van de verplichting een aangifte in te dienen. Het repertorium van de rechtspersonen bevat de instellingen en vennootschappen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting, aan de rechtspersonenbelasting of aan de belasting van niet inwonersvennootschappen.
Controlecentra; 2.285; 21%
Het signaletisch bestand bevat alle personen die btw-plichtig zijn. Dit bestand bevat dus natuurlijke personen en rechtspersonen die ook in één van de bovenvermelde repertoria zijn opgenomen.
Klassieke diensten BTW; 2.271; 21%
Klassieke diensten DB; 6.079; 58%
Bron : document P&O van 22/06/2009
Ten opzichte van het vorige rapport, stellen we een afname vast van 4% in de controlecentra, een afname van 5% in de klassieke diensten btw en een afname van 7% in de klassieke diensten van de directe belastingen.
46
4 5.1. Personenbelasting (PB)
Evolutie van het aantal uitgereikte aangiften Personenbelasting
Het aantal belastingplichtigen in de PB is voor het aanslagjaar 2008 lichtjes toegenomen ten opzichte van het aanslagjaar 2007. Het totaal aantal is geëvolueerd van 6,6 miljoen naar 6,7 miljoen.
7.000.000 6.000.000
Aantal uitgereikte aangiften
Evolutie van het aantal belastingplichtigen - natuurlijke personen
Aantal belastingplichtigen
7.000.000 6.000.000 5.000.000 4.000.000 3.000.000
5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000
2.000.000 0
1.000.000 Aantal uitgereikte aangiften PB
0 Handelaars, vrije beroepen, e.d. Loontrekkers, bedrijfsleiders, e.d.
aj 2006
aj 2007
aj 2008
516.788
505.246
510.005
6.038.541
6.170.417
6.219.655
aj 2006
aj 2007
aj 2008
6.084.174
6.160.643
6.264.859
Toestand op 31.12 van het aanslagjaar
cf. bijlage - tabel nr. 2
Toestand op 31.12 van het aanslagjaar
cf. bijlage - tabel nr. 1
47
4 5.2. Vennootschapsbelasting (Ven.B)
5.3. Btw
Het aantal uitgereikte aangiften in de vennootschapsbelasting is de afgelopen jaren telkens met 4% toegenomen en bedraagt nu meer dan 400.000 eenheden.
Het aantal aan de btw onderworpen belastingplichtigen is in 2008 met 2% toegenomen ten opzichte van het jaar 2007 en bedraagt nu in totaal 756.827. Daarvan dienen 521.453 een gewone driemaandelijkse aangifte in; dit is een stijging met 3%. Het aantal belastingplichtigen dat een maandelijkse aangifte indient is met 2% gestegen en bedraagt nu 88.752.
Evolutie van het aantal uitgereikte aangiften Vennootschapsbelasting 700.000
Evolutie van het aantal btw-belastingplichtigen
Aantal uitgereikte aangiften
600.000 700.000
400.000 300.000 200.000 100.000 0 Aantal uitgereikte aangiften
600.000
Aan tal b tw -b elastin g p lich tig en
500.000
aj 2006
aj 2007
aj 2008
382.512
396.749
412.918
Toestand op 31.12 van het aanslagjaar
500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0 Gewone driemaandelijkse aangiften Maandelijkse aangiften
2007
2008
505.319
521.453
85.988
87.208
88.752
T o e sta n d o p 31.12 va n h e t ka le n d e rja a r
cf. bijlage - tabel nr. 4 cf. bijlage - tabel nr. 8
48
2006 480.250
4 6. De AOIF in cijfers : activiteiten
6.1. Het beheer van de aangiften
De in dit hoofdstuk gebruikte gegevens komen uit de boordtabellen van de AOIF: TBT.
Het beheersproces vormt de basisactiviteit van de AOIF en behelst de eigenlijke vestiging van de belasting.
De informatie van TBT komt op zijn beurt uit de verschillende toepassingen voor de berekening van de belasting. Omdat de berekening van de inkomstenbelastingen jaarlijks wijzigt, betekent dit dat de informatie met betrekking tot de PB, Ven.B, RPB en BNI-ven. ook per aanslagjaar wordt opgeslagen. Met andere woorden: indien in één enkel dossier 2 of 3 aanslagjaren worden onderzocht en rechtgezet, zal deze informatie niet meer als één gecontroleerd dossier worden weergegeven zoals in de vroegere manuele staten, maar als 2 of 3 verschillende “gegevensdragers”. Zo kan het ook gebeuren dat een aangifte die reeds werd ingekohierd nadien nog wordt rechtgezet en aanleiding geeft tot een supplementaire aanslag. Ook in dit geval geeft dit aanleiding tot 2 verschillende “gegevensdragers” in TBT daar waar voorheen op de manuele staten de oorspronkelijke inschrijving werd aangepast. Alle hierna volgende grafieken en tabellen hebben dus geen betrekking op dossiers maar wel op “geregistreerde gegevensdragers”. Een aangifte wordt als gewijzigd beschouwd wanneer de oorspronkelijke gegevens van de aangifte worden gewijzigd, hetzij in het voordeel van de belastingplichtige (rechtzetting van een vergissing) hetzij omdat hij zijn aangifte niet correct heeft ingevuld of nog omdat hij zijn aangifte niet heeft ingediend en hij aan een aanslag van ambtswege wordt onderworpen.
Inzake de inkomstenbelastingen geldt als prioriteit er voor te zorgen dat alle ingediende aangiften tijdig worden ingekohierd. Tot vóór de invoering van het scannen van de aangiften, diende de inkohiering gepaard te gaan met een inordestelling van het dossier. Het invoeren van de scanning van de aangiften en het in gebruik nemen van de toepassing TAXI hebben er toe geleid dat inzake personenbelasting nu ook de categorieën “automatische inkohiering” en “zonder verificatie” worden onderscheiden. Dit onderscheid is in de boordtabellen meetbaar met ingang van het kalenderjaar 2007 voor de gegevens met betrekking tot de aanslagjaren 2006 en 2007. Inzake btw worden met ingang van het jaar 2007 ook het aantal inordestellingen in de boordtabellen opgevolgd. Personenbelasting (PB) De hiernavolgende cijfers zijn het totaal van het aantal geregistreerde gegevensdragers met betrekking tot de categorieën : - geautomatiseerde inkohieringen; - zonder verificatie; - inordestellingen.
De tabellen geven, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, de informatie weer per kalenderjaar. Inzake inkomstenbelastingen kunnen gedurende eenzelfde kalenderjaar aangiften van maximaal 3 verschillende aanslagjaren worden behandeld. Voorbeeld: in het kalenderjaar 2008 kunnen aangiften worden verwerkt van de aanslagjaren 2006, 2007 en 2008.
49
4 Vordering van de werkzaamheden per aanslagjaar, verdeeld over de jaren (AJ) tot (AJ)+2
10.000.000 9.000.000 8.000.000 7.000.000 6.000.000 5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 0 inkohieringen op basis van de aangifte gewijzigde aangiften
2004
2005
2006
2007
2008
3.351.707
5.060.276
7.729.937
8.393.461
5.656.582
346.263
431.650
401.953
573.413
482.625
Aantal geregistreerde gegevensdragers
Aantal geregistreerde gegevensdragers
Beheer van de aangiften PB
8.000.000 7.000.000 6.000.000 5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 0 AJ 2003
AJ 2004
AJ 2005
jaar
jaar+1
AJ 2006
AJ 2007
AJ 2008
jaar+2
cf. bijlage - tabel nr. 18 Vanaf 2004 is er een gestage toename te zien van het aantal geregistreerde gegevensdragers die een hoogtepunt bereikt in 2007 en in 2008 terug afneemt. Sinds de invoering van de scanning en het automatisch inkohieren via TAXI, komt het inderdaad geregeld voor dat een aangifte eerst automatisch wordt ingekohierd en nadien nog wordt gewijzigd, wat aanleiding geeft tot 2 geregistreerde gegevensdragers. Opvallend is de vermindering van het aantal geregistreerde gegevensdragers in 2008 (ongeveer 3 miljoen minder). Een analyse van de maandelijkse coderingen voor de verschillende aanslagjaren die per kalenderjaar worden behandeld, geeft evenwel een verklaring voor deze situatie.
50
Deze grafiek toont dat voor de aanslagjaren 2005 en vorige, de coderingen pas startten in het jaar volgend op dat van het aanslagjaar. Vanaf het aanslagjaar 2006 werden de coderingen nog tijdens het jaar zelf aangevat. Tegen eind december 2006 waren voor dat aanslagjaar 17% van het totaal aantal coderingen uitgevoerd. De grootste aantallen coderingen met betrekking tot het aanslagjaar 2006 werden echter tijdens het eerste kwartaal van het kalenderjaar 2007 uitgevoerd. Deze drie maanden omvatten 56% van alle coderingen voor het aanslagjaar 2006. De taxatiewerkzaamheden betreffende het aanslagjaar 2007 waren vanaf het begin van de controleperiode (september 2007) omvangrijker in aantal. Zo waren tegen 31 december 2007 reeds 43 % coderingen met betrekking tot het aanslagjaar 2007 geregistreerd. (Zie tabel vermeld onder nr. A.1.1.1.)
4 Voor het aanslagjaar 2008 werd de nieuwe berekeningsmodule PB voor het eerst geïntegreerd in de applicatie TAXI. Dit heeft bij de aanvang enkele technische problemen met zich gebracht die de werking van de applicatie hebben vertraagd. De coderingen startten weliswaar in september 2008, doch aan een lager ritme dan het vorige aanslagjaar. Dit verklaart waarom tijdens het kalenderjaar 2007 uitzonderlijk veel gegevensdragers werden geregistreerd en dat dit aantal voor het kalenderjaar 2008 wat lager uitvalt.
Wat het aanslagjaar 2007 betreft, ziet de toestand er als volgt uit (beheer uitgevoerd tussen juli 2007 en december 2008): Aantal geregistreerde gegevensdragers PB met betrekking tot aanslagjaar 2007 - toestand op 31/12/2008
Gewijzigde aangiften naar aanleiding van het beheer van de aangiften PB
Aantal geregistreerde gegevensdragers
De dalende trend inzake het percentage gewijzigde aangiften sinds 2004, lijkt in 2006 zijn dieptepunt te hebben bereikt en is in 2008 opnieuw gestegen ten opzichte van 2007. Wanneer de geautomatiseerde inkohieringen buiten beschouwing worden gelaten, stijgt het percentage tot 16%.
10% 9%
Zelfstandigen; 503.307; 8%
8%
Bedrijfsleiders; 245.908; 4%
7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%
2004
2005
2006
2007
2008
percentage gewijzigde aangiften
9%
8%
5%
6%
8%
percentage rechtzetting van vergissingen
4%
3%
3%
2%
2%
Loontrekkers; 5.920.424; 88%
51
4 De onderlinge verhouding tussen de 3 grote categorieën van belastingplichtigen – natuurlijke personen, is niet gewijzigd ten opzichte van het voorgaande aanslagjaar. Procentuele verdeling van het aantal geregistreerde gegevensdragers PB per type behandeling - Aanslagjaar 2007 Toestand op 31/12/2008
Vennootschapsbelasting (Ven.B) Zowel het totaal aantal geregistreerde gegevensdragers, als het aantal daarvan dat betrekking had op een rechtzetting, vertoont een stijgende trend over de laatste 5 kalenderjaren. Het aantal rechtzettingen is gestegen van gemiddeld 3% over de jaren 2004 tot 2005, tot gemiddeld 7% over de jaren 2007 en 2008. Beheer van de aangiften Ven B
100% 600.000
80%
2.351.466
108.343
208.881
70% 60% 50%
635.022 44.367
106.754
93.198
187.672
40% 30% 20%
2.933.936
10% 0% Loontrekkers
Bedrijfsleiders
Geautomatiseerde inkohiering
Zonder verificatie
Aantal geregistreerde gegevensdragers
90%
500.000
400.000
300.000
200.000
100.000
Zelfstandigen
Inordestelling
Ook inzake de aard van de uitgevoerde werkzaamheden, is de onderlinge verhouding niet noemenswaardig veranderd.
0 Inkohieringen op basis van de aangifte Gewijzigde aangiften
cf. bijlage - tabel nr. 18 Het percentage geautomatiseerde inkohieringen bedraagt 50% voor de loontrekkers, 38% voor de bedrijfsleiders en 37% voor de zelfstandigen.
52
2004
2005
2006
2007
2008
319.056
356.641
333.232
456.203
499.829
13.165
16.689
14.371
35.325
37.126
4 Deze definitie heeft voor gevolg dat het percentage productieve controles in de categorie van de inordestellingen meer dan 80% bedraagt.
Gewijzigde aangiften naar aanleiding van het beheer van de aangiften Ven B
Het aantal inordestellingen is in 2008 lichtjes gedaald ten opzichte van 2007. Dit is deels te verklaren door de nadruk die werd gelegd op het realiseren van de doelstellingen inzake beheerscontrole.
10%
Percentage gewijzigde aangiften
9%
Aantal uitgevoerde inordestellingen btw
8% 7%
140.000
6% 120.000
5% 100.000
4% 3%
80.000
2%
101.591
102.140
22.809
21.070
2007
2008
60.000
1% 0%
40.000
2004
2005
2006
2007
2008 20.000
Btw 0
Inzake btw bevatten de boordtabellen vanaf het jaar 2007 ook informatie omtrent het aantal inordestellingen. Een btw-kantoor heeft een ruim pakket aan beheerstaken te vervullen. Een groot deel daarvan kan worden opgelost door eenvoudig contact met de belastingplichtige. Dit soort activiteiten wordt momenteel echter nog niet in TBT gemeten. Worden als inordestellingen beschouwd en zijn hier dus bedoeld, enkel de dossiers die aanleiding geven tot het opmaken van een invorderingsorder en de dossiers die doelbewust voor een inordestelling worden geselecteerd, ongeacht of die verificatie uiteindelijk aanleiding geeft tot het opmaken van een invorderingsorder (productieve controle) of niet (niet productieve controle).
cf. bijlage - tabel nr. 19
Niet productieve controle
Productieve controle
53
4 6.2. Het uitvoeren van controles De belangrijkste opdracht van de AOIF bestaat er in de controlewerkzaamheden op het vlak van de inkomstenbelastingen en de btw te organiseren in overeenstemming met de wettelijke en reglementaire bepalingen, in een klimaat van rechtszekerheid en transparantie voor de burger en de ondernemingen. Zij moet er op toezien dat iedereen zijn deel betaalt, niets minder, maar ook niets meer.
In de cijfers en grafieken valt een breuk te merken tussen de periode vóór en na 2006. Vooral inzake PB was 2006 een uitzonderlijk jaar, te wijten aan het invoeren van het scannen van de aangiften, wat een vertraging had uitgelokt op het gebied van de taxatiewerkzaamheden. Vanaf de controleperiode 20072008 werd bovendien gewerkt met doelstellingen inzake het aantal te verwezenlijken beheerscontroles. Dit begint duidelijk effect te krijgen, althans wat de aantallen beheerscontroles betreft. Resultaat van de beheerscontroles PB uitgedrukt in aantallen rechtzettingen
De klassieke diensten van de directe belastingen
Aantal geregistreerde gegevensdragers
Evolutie van het aantal beheerscontroles uitgevoerd door de klassieke diensten van de directe belastingen 120.000
100.000 80.000 60.000 40.000 20.000
100.000
0
80.000 60.000 40.000
2004
2005
2006
2007
2008
totaal aantal geregistreerde gegevensdragers PB
95.753
104.892
55.376
74.477
85.420
waarvan gewijzigd
26.714
48.517
35.081
60.622
69.002
waarvan gewijzigd met akkoord
25.465
45.256
32.862
53.741
63.419
20.000 0
2004
2005
2006
2007
2008
PB
95.753
104.892
55.376
74.477
85.420
VENB
24.389
28.768
23.460
31.467
37.457
RPB
8.702
10.439
2.899
3.216
4.011
BNI-VEN
1.311
1.294
1.319
749
715
cf. bijlage - tabel nr. 18
54
120.000
Aantal geregistreerde gegevensdragers
De klassieke diensten voeren beheerscontroles uit, dit wil zeggen: een controle op de echtheid en de juistheid van één of meer bestanddelen van de aangifte. Indien een aangifte wordt gewijzigd, dient vooraf het akkoord van de belastingplichtige te worden gevraagd. Deze kan al dan niet akkoord gaan. Indien hij niet reageert op het bericht van wijziging, wordt verondersteld dat hij – stilzwijgend – akkoord gaat. Indien hij slechts gedeeltelijk akkoord gaat, wordt de wijziging als een «niet-akkoord» bestempeld.
cf. bijlage - tabel nr. 18
4 Het aantal beheerscontroles PB is in 2008 met 15% toegenomen ten opzichte van 2007. Het percentage rechtzettingen PB, dat in 2007 81% bedroeg, is in 2008 stabiel gebleven. Het percentage van de rechtzettingen waarmee de belastingplichtige heeft ingestemd, is gestegen van 89% in 2007 tot 92% in 2008. Wanneer het totaal pakket van aangiften PB wordt uitgesplitst naar gelang de aard van de belastingplichtige, kan het beeld als volgt worden bijgesteld : Resultaat van de beheerscontroles PB van het jaar 2008 uitgedrukt in aantallen rechtzettingen
De gewijzigde aangiften kunnen op verschillende elementen betrekking hebben: - becijferbare rechtzettingen die geen invloed hebben op de belastbare basis maar wel op het bedrag van de belasting : verminderingen van premies van levensverzekeringscontracten, van kapitaalsaflossingen van hypothecaire leningen, van betalingen voor pensioensparen, enz.; - niet becijferbare rechtzettingen die invloed hebben op het bedrag van de belasting: vermindering van het aantal personen ten laste, verhogingen van het aanslagtarief, verschuivingen van een ongewijzigd bedrag van het bouwsparen naar het lange termijnsparen, enz.; - werkelijke inkomstenverhogingen: voor deel 1 van de aangifte gaat het om verhogingen van lonen en wedden, vakantiegelden, vervangingsinkomsten, enz. ; voor deel 2 van de aangifte gaat het om verhogingen van het omzetcijfers, niet aangegeven of gewijzigde meerwaarden, enz.
60.000
Evolutie van de gemiddelde inkomstenverhoging PB naar aanleiding van beheerscontroles door de klassieke diensten van de directe belastingen
40.000 30.000 20.000 10.000 0
loontrekkers
bedrijfsleiders
zelfstandigen
totaal aantal geregistreerde gegevensdragers PB
26.516
8.705
50.199
waarvan gewijzigd
18.400
6.910
43.692
waarvan gewijzigd met akkoord
17.106
6.273
40.040
cf. bijlage - tabel nr. 18 - het aantal wijzigingen is het grootst in de categorie van de zelfstandigen: 87%; - in de categorie van de bedrijfsleiders geeft 79% van de beheerscontroles aanleiding tot een rechtzetting; - voor de loontrekkers bedraagt het percentage rechtzettingen 69%. Het percentage “met akkoord” schommelt voor alle categorieën rond de 92%.
Gemiddelde inkomstenverhoging in euro
Aantal geregistreerde gegevensdragers
Wat deze laatste categorie betreft, kunnen de volgende gemiddelde bedragen berekend worden : 50.000
10.000,00 € 9.000,00 € 8.000,00 € 7.000,00 € 6.000,00 € 5.000,00 € 4.000,00 € 3.000,00 € 2.000,00 € 1.000,00 € 0,00 € gemiddelde inkomstenverhoging PB
2004
2005
2006
2007
2008
6.631,15 €
8.768,83 €
9.338,95 €
9.212,74 €
9.062,67 €
55
4 Dit gemiddelde wordt berekend door het totaal bedrag van de inkomstenverhogingen (774,133 mio € - cf. bijlage tabel nr. 18) te delen door het totaal aantal uitgevoerde beheerscontroles (85.420). Indien men de berekening beperkt tot het aantal gewijzigde aangiften, bekomt men een gemiddelde van 11.219 € als resultaat. Resultaat van de beheerscontroles Ven.B uitgedrukt in aantallen rechtzettingen
Inzake Ven.B kunnen de rechtzettingen betrekking hebben op : - reële inkomstenverhogingen (verworpen uitgaven, afschrijvingsexcedenten, inventarisvermeerderingen, verdoken reserves, omzetverhogingen, enz.); - verminderingen van verrekenbare bestanddelen; - verhoging van het aanslagtarief. Wat de reële inkomstenverhogingen betreft, kunnen de volgende gemiddelde bedragen worden berekend:
40.000
Evolutie van de gemiddelde inkomstenverhoging Ven.B naar aanleiding van de beheerscontroles door de klassieke diensten van de directe belastingen
30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0
2004
2005
2006
2007
2008
totaal aantal geregistreerde gegevensdragers Ven.B.
24.389
28.768
23.460
31.467
37.457
waarvan gewijzigd
17.012
21.469
17.963
26.238
31.651
waarvan gewijzigd met akkoord
12.301
18.974
15.445
20.970
24.915
cf. bijlage - tabel nr. 18 Inzake Ven.B is het aantal beheerscontroles in het jaar 2008 met 19% toegenomen ten opzichte van het vorige jaar. Het percentage rechtzettingen bedraagt 84% en het percentage “met akkoord” 79%. Ook hier is de invloed van de geformuleerde doelstellingen zichtbaar.
56
Gemiddelde inkomstenverhoging in euro
Aantal geregistreerde gegevensdragers
35.000
60.000,00 €
50.000,00 €
40.000,00 €
30.000,00 €
20.000,00 €
10.000,00 €
0,00 € gemiddelde inkomstenverhoging Ven.B
2004
2005
2006
2007
2008
44.133,38 € 55.536,06 € 48.265,93 € 46.046,11 € 24.060,59 €
4 De aanzienlijke toename van het aantal beheerscontroles, is duidelijk ten koste gegaan van de belangrijkheid van de rechtzettingen. Indien echter het gemiddeld bedrag enkel berekend wordt op basis van het aantal rechtzettingen (in plaats van op basis van het totaal aantal uitgevoerde beheerscontroles), dan bekomt men een gemiddelde inkomstenverhoging van 28.474,22 € (901,237 mio € - cf. bijlage, tabel nr. 18 gedeeld door 69.002 rechtzettingen).
Gemiddeld werden daarbij de volgende omzetverhogingen geregistreerd : Evolutie van de gemiddelde omzetverhoging naar aanleiding van de door de klassieke diensten btw uitgevoerde beheerscontroles 6.000,00 €
Wat de btw betreft, is het aantal beheerscontroles tijdens het jaar 2008 met 33% toegenomen ten opzichte van het jaar 2007. Dit is het effect van de doelstelling terzake. Het aandeel van de productieve controles daarin is evenwel gedaald van 44% in 2007 tot 37% in 2008. Resultaat van de beheerscontroles btw uitgedrukt in aantallen navorderingen 80.000
Aantal ingevoerde gegevensdragers
70.000 60.000 50.000 40.000
Gemiddelde omzetverhoging in euro
De klassieke diensten van de btw 5.000,00 €
4.000,00 €
3.000,00 €
2.000,00 €
1.000,00 €
0,00 €
30.000
Gemiddelde omzetverhoging
2004
2005
2006
2007
2008
5.028,25 €
3.918,26 €
4.963,21 €
4.671,99 €
3.280,66 €
20.000 10.000 0
2004
2005
2006
2007
2008
Aantal ingevoerde invorderingsorders en informatiebulletins
55.151
60.897
57.798
56.730
75.661
Waarvan productieve
24.523
24.966
23.893
24.790
28.074
Waarvan gevolgd door boete
20.602
21.233
20.026
19.997
23.405
cf. bijlage - tabel nr. 19
57
4 De controlecentra Evolutie van het aantal door de controlecentra ingevoerde gegevensdragers
Begin van activiteit; 10% Andere; 20%
Stopzetting van activiteit; 16%
Bouwwaarde (B57); 16% Datamining; 2% Niet-indiening; 6%
Aantal ingevoerde gegevendragers
Reden van de beheerscontroles uitgevoerd tijdens het jaar 2008 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 PB
Teruggavecontrole op lijst 678; 30%
2004
2005
2006
2007
2008
8.385
10.522
6.492
10.676
12.131 28.581
21.218
25.978
26.104
28.266
RPB
69
509
306
380
485
BNI-VEN
37
77
67
166
211
16.249
18.016
17.011
17.006
17.235
Ven.B.
BTW
cf. bijlage - tabel nr. 17
58
4 Resultaat van de grondige verificaties PB uitgedrukt in aantallen rechtzettingen
Aantal geregistreerde gegevensdragers
14.000 12.000
30.000,00 €
Gemiddelde inkomstenverhoging in euro
In 2007 viel er een aanzienlijke stijging te noteren van het aantal grondige verificaties. In het jaar 2008 valt deze veel bescheidener uit. Inzake PB is de stijging nog duidelijk merkbaar (+14%). De opmerkelijke stijging van 27% inzake BNI-ven. valt uiteraard niet op, gelet op het gering aantal verificaties in absoluut aantal maar de stijging is miniem inzake Ven.B en btw : + 1%.
Evolutie van de gemiddelde inkomstenverhoging PB naar aanleiding van de grondige verificatie door de controlecentra
25.000,00 €
20.000,00 €
15.000,00 €
10.000,00 €
5.000,00 €
0,00 €
10.000
Gemiddelde inkomstenverhoging
8.000 6.000
2004
2005
2006
2007
2008
11.269,30 €
11.035,55 €
11.397,44 €
10.723,75 €
24.935,82 €
De gemiddelde inkomstenverhoging is daarentegen meer dan verdubbeld.
4.000
Bij de Ven.B zien we een gans ander beeld.
2.000 Resultaat van de grondige verificaties Ven.B uitgedrukt in aantallen rechtzettingen
2004
2005
2006
2007
2008
Totaal aantal geregistreerde gegevensdragers PB
8.385
10.522
6.492
10.676
12.131
Waarvan gewijzigd
8.013
9.633
6.129
10.185
10.521
Waarvan gewijzigd met akkoord
7.706
8.911
5.681
9.584
9.961
30.000 25.000
cf. bijlage - tabel nr. 1
Aan tal g ereg istreerd e g eg even sd rag ers
0
Het percentage rechtzettingen in de PB blijft echter dalen. Van 95% in 2007 is het in 2008 verder gedaald tot 87%. Het percentage “met akkoord” blijft daarentegen stabiel op 95%.
20.000 15.000 10.000 5.000 0
2004
2005
2006
2007
2008
Totaal aantal geregistreerde gegevensdragers Ven.B
21.218
25.978
26.104
28.266
28.581
Waarvan gewijzigd
17.209
20.570
20.980
22.739
23.132
Waarvan gewijzigd met akkoord
11.855
19.490
20.010
21.576
22.034
59
4 Hier is niet alleen het percentage “met akkoord” op 95% gebleven, maar ook het percentage van de rechtzettingen zelf is stabiel gebleven en bedraagt in 2008 81%. Ook het resultaat van de controles kan men als redelijk stabiel bestempelen, aangezien het jaar 2007 een aantal heel belangrijke rechtzettingen heeft gekend die het gemiddelde uitzonderlijk sterk hebben beïnvloed.
Bij de btw vinden we een bijna identieke toestand : Resultaat van de grondige verificaties btw uitgedrukt in aantallen navorderingen 20.000
Evolutie van de gemiddelde inkomstenverhoging Ven.B naar aanleiding van de grondige verificaties dor de controlecentra
Aantal geregistreerde gegevensdragers
18.000
Gemiddelde inkomstenverhoging in euro
120.000,00 €
100.000,00 €
80.000,00 €
60.000,00 €
14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0
2004
2005
2006
2007
2008
Totaal aantal geregistreerde gegevensdragers BTW
16.249
18.016
17.011
17.006
17.235
Waarvan met navordering van BTW
14.225
15.159
14.166
14.242
14.364
40.000,00 €
20.000,00 €
0,00 € Gemiddelde inkomstenverhoging
60
16.000
2004
2005
2006
2007
2008
54.569,54 €
74.087,36 €
81.164,61 €
97.499,79 €
71.174,63 €
cf. bijlage - tabel nr. 17
4 Evolutie van de gemiddelde omzetverhoging en nagevorderde btw naar aanleiding van de grondige verificaties door de controlecentra 16.000,00 €
Gemiddeld bedrag in euro
14.000,00 € 12.000,00 € 10.000,00 € 8.000,00 € 6.000,00 € 4.000,00 € 2.000,00 € 0,00 €
2004
2005
2006
2007
2008
Gemiddelde omzetverhoging 15.068,32 € 14.710,93 € 13.165,42 € 13.073,71 € 11.896,12 € Gemiddeld bedrag nagevorderde BTW
7.055,40 €
8.910,84 €
8.382,78 €
8.510,62 €
7.266,76 €
C. De centrale diensten – de dagelijkse werking De directies die bevoegd zijn voor de fiscaliteit van de beroepsinkomsten van de natuurlijke personen, van de diverse inkomsten en de onroerende inkomsten hebben in 2008 1.551 dossiers afgehandeld over principiële aangelegenheden, 105 schriftelijke en mondelinge parlementaire vragen behandeld en 25 circulaires en 2 instructies opgesteld. Het takenpakket van deze directies bestaat uit de personenbelasting (met uitzondering van de roerende inkomsten, de diverse inkomsten van roerende aard en de inkomsten van zelfstandigen), de belasting van niet-inwoners/natuurlijke personen en de bedrijfsvoorheffing en aanverwante materies. In het kader daarvan hebben deze directies daarnaast ook nog talrijke andere belangrijke, en vaak omvangrijke, bijzondere werkzaamheden verricht zoals :
- de jaarlijkse opmaak en bijwerking van de modellen van de fiches 281 en van de berichten met de codenummers 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20 en 30. Bijzonder voor het jaar 2008 is de invoering van het nieuwe belastingstelsel voor sportbeoefenaars en voor scheidsrechters, opleiders, trainers en begeleiders van sportbeoefenaars. Dit heeft aanleiding gegeven tot 15 bijkomende codes gespreid over de fiches 281.10, 20 en 30. Daarnaast werden de berichten met betrekking tot de inkomsten van het jaar 2008 grondig herwerkt, daar de elektronische indiening in principe verplicht is; - de jaarlijkse bijwerking van de aangifte PB, delen 1 en 2 (voorbereiding en toelichting). Wat aanslagjaar 2008 betreft waren 49 bijkomende codes vereist om al de wettelijke maatregelen in de aangifte om te zetten. Voor aanslagjaar 2009 komen daar nog eens 61 nieuwe codes bij. Daarvan zijn er 36 het gevolg van het eerder genoemde nieuwe belastingstelsel voor sportbeoefenaars en sportgerelateerde activiteiten en 14 van het nieuwe belastingstelsel voor auteursrechten en naburige rechten. Het betreft 2 nieuwe maatregelen waarvan de toepassing in de praktijk vrij complex is; - de jaarlijkse bijwerking van de aangifte BNI/nat.pers., delen 1 en 2 (aangifte en toelichting), die weliswaar een eerder beperkte groep van belastingplichtigen aanbelangt, maar zeer complex is gelet op de 6 verschillende categorieën van belastingplichtigen met elk hun eigenheid en ander taxatieregime. Hier zal de toepassing van het nieuwe belastingstelsel voor sportbeoefenaars nog complexer worden. Vroeger bestond er voor de sportbeoefenaars niet-inwoners ongeacht de kwalificatie van hun sportinkomen immers een bevrijdende bedrijfsvoorheffing van 18 %. Die blijft weliswaar bestaan, met dien verstande dat de regularisatie in bepaalde gevallen verplicht wordt; - de opmaak en bijwerking van allerlei brochures en FAQ’s; - medewerking aan TOW, onder meer wat de wizards betreft; - het oplossen van principiële vraagstukken inzake de berekening van de personenbelasting en BNI/nat. pers. waarvan de intensiteit in belangrijke mate is toegenomen naar aanleiding van het nieuwe project voor de berekening van de personenbelasting vanaf aanslagjaar 2008 dat in 2009 wordt voortgezet en verruimd; - de actieve deelname aan allerlei vernieuwingsprojecten; - het verlenen van ondersteuning aan het contactcenter en aan de centra voor beroepsopleiding; - het voortzetten, coördineren en leiden van een project “rondetafel bedrijfsvoorheffing” dat ertoe strekt een correcte inning en betere controle van de bedrijfsvoorheffing te bewerkstelligen en waarbij talrijke andere diensten van de belastingadministratie, zowel centrale diensten als buitendiensten, zijn betrokken. Naar aanleiding van het toenemend aantal maatregelen inzake vrijstelling of gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing dringt zich inderdaad een betere controle en een herziening van de bestaande procedures op;
61
4 - het verlenen van adviezen over wetsvoorstellen en wetsontwerpen aan de AFZ en aan de beleidscel van de minister, onder meer met betrekking tot het bijsturen van de nieuwe belastingstelsels inzake sportbeoefenaars en sportgerelateerde activiteiten en inzake auteursrechten en naburige rechten; - het nemen van initiatieven en formuleren van voorstellen om discriminaties, leemten en ongewenste neveneffecten weg te werken; - het nauwgezet opvolgen en de grondige analyse van de fiscale en niet-fiscale wetgeving (EG-verdrag, dubbelbelastingverdragen, Grondwet en Bijzondere wetten tot hervorming van de instellingen, Financieringswet, Burgerlijk Wetboek, Wetboek vennootschappen, Sociaal en arbeidsrecht, Decreten) en van de rechtspraak (Rechtbanken van eerste aanleg, Hoven van Beroep, Hof van Cassatie, Grondwettelijk Hof en Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen) met het oog op het naar behoren verrichten van de voormelde bijzondere werkzaamheden en andere taken. De bijkomende codes op de fiches 281 en op de belastingaangiften in de personenbelasting zijn een gevolg van nieuwe fiscale maatregelen en de complexiteit ervan, zoals de nieuwe belastingstelsels voor sportbeoefenaars en sportgerelateerde activiteiten en voor auteursrechten en naburige rechten.
Zowel het opstellen van het aangifteformulier in de vennootschapsbelasting, rekening houdend met de wijzigingen aangebracht voor het aanslagjaar 2008, als de projecten “FINFORM” en “VenSoc”, hebben een belangrijke inspanning gevraagd. De medewerkers van die directies hebben eveneens hun medewerking verleend aan : - de opmaak van de individuele fiches 281.50 en de samenvattende opgave 325.50 en de daarbij horende toelichting met het oog op het correct invullen en versturen (zowel elektronisch als op papier) van die formulieren; - het opmaken en het aanpassen van de analysedossiers van de verschillende formulieren in het kader van “FINFORM”, evenals aan het testen van de elektronische versies van de verschillende formulieren; - de bijwerking van vulgariserende brochures met betrekking tot de ondernemingsfiscaliteit in het kader van de externe communicatie met het publiek; - de publicatie op de internetsite van de FOD Financiën van allerhande informatie ten behoeve van de belastingplichtigen (waaronder 15 circulaires met verduidelijkingen van wettelijke of reglementaire bepalingen);
Er kan alleen maar worden benadrukt dat die toenemende complexiteit en veelheid aan fiscale maatregelen ongetwijfeld een grens heeft bereikt en dit niet alleen voor de individuele burger. Ook in kringen van specialisten buiten en binnen de administratie wordt aangedrongen op stabiliteit van de belastingwetgeving. Wil men komen tot snelle, efficiënte en klantvriendelijke oplossingen in de personenbelasting, zoals de vooraf ingevulde aangifte of het voorstel van aanslag, dan zal een status-quo inzake de belastingwetgeving zelfs niet volstaan, maar is ook een drastische vereenvoudiging en het terugdringen van het aantal fiscale maatregelen een conditio sine qua non. De directies bevoegd inzake de ondernemingsfiscaliteit (vennootschappen en natuurlijke personen), de fiscaliteit van de vrije beroepen en de roerende inkomsten, hebben in de loop van het jaar 2008 1.658 dossiers afgehandeld. In dit cijfer zijn onder meer begrepen, vragen uitgaande van belastingplichtigen, plaatselijke diensten of de Dienst Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken1, zowel als circulaires, instructies, aangiften, formulieren, antwoorden op parlementaire vragen, berichten in het Belgisch Staatsblad, berichten op de site van de FOD Financiën, enz.
62
1
Hierin zijn begrepen de werkzaamheden betreffende de door de Dienst Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken (DVB) behandelde aanvragen (toepassing van de samenwerkingsovereenkomst van 15.6.2005), t.t.z. het verzenden van vragen om inlichtingen - en de behandeling van de antwoorden hierop - aan de buitendiensten betreffende hangende geschillen met de betrokken belastingplichtigen, alsmede het opzoeken van precedenten of vroeger door de centrale diensten ingenomen standpunten met betrekking tot vragen gelijkaardig aan deze die bij de DVB zijn ingediend.
4 - de Administratie van fiscale zaken, inzonderheid met betrekking tot: ● vastgestelde leemten in de wetgeving of de reglementering; ● het opstellen van wettelijke en reglementaire bepalingen met betrekking tot de vennootschapsbelasting en de roerende voorheffing; ● prejudiciële vragen die aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen of aan het Grondwettelijk Hof zijn gesteld; - de werkzaamheden van het Contactcenter door de inbreng van hun kennis voor de meest ingewikkelde vragen; - verschillende werkgroepen met betrekking tot herstructurerings- en operationaliseringsprojecten; - de kwaliteitscontrole betreffende de gecertificeerde opleidingen van de niveaus B en C; - het grondig testen van de elektronische aangifte in de vennootschapsbelasting in het kader van het project “VenSoc”, wat verscheidene werkvergaderingen en het oplossen van fiscaal-technische problemen verbonden aan de interpretatie van het analysedossier opgemaakt door de informaticadiensten met zich heeft meegebracht; - het project XBRL-taxonomie voor de aangifte in de vennootschapsbelasting en de bijhorende FINFORM-bijlagen; - het voorbereiden van dossiers van de Dienst Voorafgaande Beslissingen in fiscale zaken (DVB) en het deelnemen aan vergaderingen met de leden van de DVB; - het opvolgen van de dossiers “coördinatiecentra” (na het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 22.6.2006 en de beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13.11.2007); - het verstrekken van advies met betrekking tot vragen uitgaande van de GOCS2 (risicobeheer, beschrijving van doelgroepen); - de behandeling van principiële interpretatieproblemen die zijn gerezen bij de toepassing van de wet van 16.7.2008 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en tot instelling van een forfaitaire belastingregeling inzake auteursrechten en naburige rechten, alsmede aan: ● de opmaak van de aangifte 273S met betrekking tot roerende inkomsten uit de voormelde auteursrechten en naburige rechten; ● de opmaak van de individuele fiches 281.45 en de samenvattende opgave 325.45 en de daarbij horende toelichting met het oog op het correct invullen en versturen van die formulieren; - het tot stand komen van een databank “Extra-wettelijke pensioenen”; - de kennisgroepen “zeescheepvaart” (interpretatieproblemen met betrekking tot de regeling inzake tonnagetaks op zeeschepen) en “aftrek voor octrooiinkomsten” (interpretatieproblemen inzake deze
aftrek); - de werkgroepen belast met de evaluatie en de opvolging van de bepalingen tot invoering van de aftrek voor risicokapitaal; - de volledige actualisering van de vakcursus “Vennootschapsbelasting” over het aanslagjaar 2008. Naast de afhandeling van de gewone geschildossiers, werden door de btw-directies actief gewerkt aan de opmaak en de wijziging van reglementaire of wettelijke bepalingen en hebben ze een aantal circulaires opgesteld. - Nieuwe wetgeving van toepassing vanaf 1 januari 2010 betreffende de plaatsbepaling van diensten: samenwerking met de AFZ inzake de omzetting van de gewijzigde Europese richtlijn in Belgisch recht en ontwerp tot wijziging van circulaire nr. 11/1997 rekening houdend met de nieuwe wetgeving en uitwerking van een nieuw ontwerp van circulaire betreffende tussenpersonen. - Stelsel van de btw-eenheid: naar aanleiding van de opmerkingen van de Europese Commissie in document nr. 556 van het btw-comité werd een dienstnota opgemaakt ter verantwoording van het behoud van een systeem met sub-btw nummers in de Belgische reglementering inzake btw-groeperingen (btw eenheid). - Nieuwe geïnformatiseerde procedure betreffende de intracommunautaire leveringen van nieuwe voertuigen: ontwerp tot wijziging van de voor btw belasting-plichtigen voorziene procedure tot kennisgeving van intracommunautaire leveringen van nieuwe voertuigen aan niet voor btw-doeleinden geïdentificeerde personen (zoals voorzien in artikel 3 van koninklijk besluit nr. 48). Samenwerking met de andere directies van de AOIF met het oog op de implementatie van een nieuwe procedure van geïnformatiseerde gegevensoverdracht door de belastingplichtigen en samenwerking met de AFZ met betrekking tot de hiertoe noodzakelijke wetswijzigingen.
2
“Groep voor Organisatie, Coördinatie en Supervisie”, belast met de omkadering van de projectgroepen die de beschrijving van doelgroepen en de ontwikkeling van de bijhorende profielen verzekeren, alsook de ontwikkeling van een aanpak en van een model van bijstand/van dienstprestatie en/of van controle.
63
4 - Nieuwe reglementering met betrekking tot factureringen en de bepaling van het belastbaar feit – Reglementering inzake de consignatiezendingen: ondersteuning verleend aan de AFZ met betrekking tot de voorbereiding van en deelname aan de btw werkgroep nr.1 van de Europese Unie. - Arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen: uitwerking van een werkdocument met het oog op een discussie binnen het btw-comité betreffende de gevolgen van de arresten van voormeld Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in de zaken C-409/04 (Teleos), C-146/05 (Collee) en C-271/06 (Netto Supermarket). - Door belastingplichtigen verrichte intracommunautaire verwervingen van nieuwe voertuigen: opmaak van richtlijnen betreffende de raadpleging van de nieuwe geïnformatiseerde databank van de Douane betreffende de vignetten 705 (operationeel sinds 1 juni 2008). - Bijwerking van de btw-Handleiding betreffende de hoofdstukken III en V rekening houdende met de op 1 juli 2007 toepasselijke wetgeving. - Verlegging van de heffing van de btw bij invoer: op vraag van het Kabinet van Financiën werd een studie verricht naar de haalbaarheid om de regeling verlegging van de heffing van de btw bij invoer (z. Circulaire AOIF nr. 1/2008) derwijze aan te passen dat de voorfinanciering ervan zou worden afgeschaft en wat daarvan de budgettaire impact zou zijn. - Paperless Douane – Export Controle System: de Administratie der douane en accijnzen heeft een nieuw systeem geïntroduceerd voor de elektronische aangifte in België van douane-aangiften. Dit systeem heeft in 2008 haar volle uitwerking gekregen. De implementatie van het systeem heeft in 2008 bepaalde problemen aan het licht gebracht die ook de eraan verbonden btw-aspecten betreffen. Deze problemen werden gesignaleerd aan de bevoegde douanediensten en in gezamenlijk overleg werd naar afdoende oplossingen gezocht. Er werd hierover gecommuniceerd met de btw-buitendiensten en met ondernemingen die deze nieuwe techniek mogen of moeten gebruiken. Er werd in overleg met de dienst Vorming (btw en Douane) overeengekomen om voor deze nieuwe toepassing een vorming te organiseren bestemd voor controle-ambtenaren van de btw.
64
- Reglementering van de vrijstelling van btw voor de invoer van goederen in de bagage van reizigers: richtlijn 2007/74/EG bevat een aanpassing/modulering van de vrijstelling van btw en accijnzen voor de invoer van goederen in de persoonlijke bagage van reizigers (Belgische btw-reglementering opgenomen in artikel 43 van het koninklijk besluit nr. 7). Met het oog op de omzetting van deze richtlijn in Belgisch recht werd ten aanzien van de erin geformuleerde opties met de douane een gezamenlijk standpunt uitgewerkt en werd een voorstel tot wijziging van voornoemd artikel overgemaakt aan de AFZ. De omzetting werd in december 2008 gepubliceerd in het Staatsblad. De commentaar op de nieuwe regeling zal in de loop van 2009 opgenomen worden in de instructie Bagage van de Administratie der douane en accijnzen. - Omzetting Richtlijn 2008/8/EG: Richtlijn 2008/8/EG omvat zeer belangrijke wijzigingen inzake de bepaling van de plaats van de dienst op het stuk van btw. Deze implicaties werden grondig bestudeerd en met het oog op de omzetting van de richtlijn in Belgisch recht werd aan de AFZ een omstandige, gemotiveerde nota overgemaakt. - Bijwerking aan diverse instructies van de Administratie der douane en accijnzen naar aanleiding van gewijzigde reglementering, gepubliceerde beslissingen…: instructie btw, instructie bagage, instructie entrepots, instructie behandeling onder douanetoezicht. 2. Bijzondere Belastinginspectie Ook het jaar 2008 stond eens te meer bol van talrijke initiatieven en reflecties inzake de aanpak van de fiscale fraude. De reeds sedert enige tijd vastgestelde stijgende belangstelling voor de kernopdracht van de BBI werd eens te meer bevestigd. Gedurende dat jaar hebben alle mogelijke platforms, zoals diverse toezichthoudende instanties waaronder het Rekenhof, de politieke overheid met inzonderheid de specifieke parlementaire onderzoekscommissie, de media, de academische wereld alsmede de bedrijfsorganisaties, elk vanuit hun eigen specifieke invalshoek, hun kijk op het fraudefenomeen toegelicht.
4 Ongeacht het aantal en de draagwijdte van alle door deze instanties geformuleerde aanbevelingen dient de strijd tegen de fraude toch te worden gekenmerkt door een weldoordacht evenwicht tussen : - vereenvoudiging en fraude-opportuniteiten, - commerciële autonomie en fiscaal gedrag, - preventieve en repressieve maatregelen, - compliance en vervolging, - proportionaliteit en geboekte resultaten, - juiste prioritisering in functie van financiële belangen, aantal operatoren en hun specifieke rol in een fraudemechanisme. Maar het allerbelangrijkste is de onweerlegbare vaststelling dat de BBI reeds voor het derde opeenvolgende jaar vlot de kaap van 1 MIA € ingekohierde bedragen overschrijdt. Voor dezelfde periode dient hieraan dan nog de steeds stijgende tendens inzake aangepakte fraudezaken, verrichte bankonderzoeken en bij het gerecht ingediende kennisgevingen te worden gevoegd. Afgelopen jaar heeft de Bijzondere Belastinginspectie verder een prominente rol gespeeld in het college voor de coördinatie van de fiscale en sociale fraudebestrijding, de sensibilisering bij zowel binnen- als buitenlandse partneradministraties voor de noodzaak aan een effectieve preventieve risico analyse alsmede de broodnodige kennisdeling van haar expertise met alle geledingen van ons departement. Tevens werd een sedert lang gekoesterde ambitie, zijnde de eigen geschillenbehandeling inzake inkomstenbelastingen, concreet gerealiseerd. Verder werd een uitsluitend in eigen beheer ontwikkeld systeem inzake detectie van carrouselfraude gelanceerd, hetwelk na verloop van tijd en de nodige testen, moet uitmonden in een voor alle directies van de BBI geldend performant inputbeheer. Een andere constante van de laatste jaren, namelijk de doorgedreven aandacht van de wetgever voor de werkzaamheden van de BBI, heeft zich ook in 2008 doorgezet met de verduidelijking en uitbreiding van essentiële anti-fraudemaatregelen.
3. Administratie van de invordering In 2008 zette de Administratie van de invordering haar tweesporenbeleid verder: enerzijds het verzekeren van de dagelijkse werking en, anderzijds, de voorbereiding en de veranderingen in de richting van de Coperfinplannen. Wat de dagelijkse werking betreft, valt vooral de verdere gestage vermindering van de achterstallige schuldvorderingen te noteren. De fiscale achterstand wordt vaak beschouwd als de ultieme barometer om er de efficiëntie van de Administratie van de invordering op af te lezen en dit misschien niet altijd terecht want een stijgen of een dalen van die fiscale achterstand is de slotsom van externe factoren waar de administratie geen of heel weinig vat op heeft en uiteraard interne factoren die zij wel in de hand heeft. Als externe factor heeft de economische recessie die zich in het tweede semester van 2008 manifesteerde ongetwijfeld een zeer sterke invloed gehad op die fiscale achterstand. De betalingsweerstand groeide en ook privé-bedrijven werden en zijn trouwens nog altijd geconfronteerd met nalatige betalers. Desondanks slaagde de Administratie van de invordering er in om zelfs nog spectaculairder dan in 2007 de achterstand terug te dringen met 9,38 % in bedragen en met 6,25 % in aantal aanslagen (zie bijlage - tabel nr. 37). Die lijn trok zich zelfs door tot de categorie van de voorlopig niet eisbare schuldvorderingen: ook daar stelden we een lichte toename vast van de bedragen (0,85 %) ,minder groot dan deze van 2007 (1,19 %) en in aantal aanslagen werd zelfs een bijkomende afname genoteerd met 5 % (-6,27 %) in vergelijking met deze opgetekend in 2007 (zie bijlage - tabel nr. 38). Met het oog op de scheiding tussen het ordonnanceren en invorderen van de belastingen, werden op 1 oktober 2008 de vestigingswerkzaamheden en de behandeling van de geschillen inzake onroerende voorheffing overgedragen naar de administratie belast met de taxatiewerkzaamheden (AOIF). Dit kaderde in het principe vervat in de wetten op de Rijkscomptabiliteit, dat stelt dat de innende of invorderende entiteit niet dezelfde mag zijn als de entiteit die de verschuldigde belasting vestigt.
65
4 De kennisoverdracht ging tevens gepaard met een effectieve personeelsoverdracht. Een 70-tal personeelsleden (het equivalent van 63 voltijdse eenheden) uit de sector Invordering vervoegden op die datum 14 nieuwe diensten Onroerende Voorheffing opgericht in de schoot van de Gewestelijke directies taxatie van de directe belastingen. Deze operatie, opgelegd door de wetten op de Rijkscomptabiliteit, kwam ook de efficiëntie ten goede want door de nieuwe taakverdeling is de administratieve entiteit die de belasting vestigt, tevens bevoegd voor de behandeling van de geschillen terzake. Bovendien kan de Administratie van de invordering zich nog beter toeleggen op haar kerntaak, met name de gedwongen invordering. Beide betrokken administraties hebben er steeds over gewaakt dat de vestiging en de inning van de onroerende voorheffing van het nieuwe aanslagjaar 2009 niet in het gedrang kwam; de belangen voor de gewesten en de ondergeschikte besturen zijn immers te groot. Een belangrijk deel van hun fiscale inkomsten vloeit immers voort uit de onroerende voorheffing. Samen met de verhuis naar de Finance Tower in Brussel werden ook stappen gezet in de richting van de uitvoering van de Coperfinplannen. Een van de grote principes voorzien in die plannen is de scheiding tussen de innings- en de invorderingstaken. Inzake btw bestond dit principe reeds lang. De behandeling van de betalingen en het boeken ervan gebeuren op de RCIV’s (Regionale Centra voor Informatieverwerking in Mechelen en Namen). Ook in de ontvangkantoren van de directe belastingen bevoegd voor de natuurlijke personen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt dit principe nu bewerkstelligd. Het betreft het project SPIRIT, dat voorziet in de oprichting van twee inningskantoren. Dank zij deze inningskantoren kunnen de ontvangkantoren zich uitsluitend inlaten met hun core-business, hetzij de pure invorderingstaken. Door het samenbrengen van alle buitendiensten van Brussel in één gebouw en de oprichting van de inningskantoren heeft men schaalvoordelen bekomen op personeelsvlak dit dankzij het feit dat de taken werden gecentraliseerd en de know-how niet langer versnipperd is. Dit project werd in 2008 voorbereid en is vanaf 1 januari 2009 een feit. De ontvangkantoren werden ook uitgerust met een modern werkinstrument dat meer en meer gebruikt wordt om betalingen te verrichten, namelijk betaalterminals. Een pilootproject, eveneens in het kader van de verhuis naar de Finance Tower, werd daartoe gelanceerd in Brussel.
66
Op de website My Minfin werd een consultatiemogelijkheid aangemaakt die de ondernemingen moet toelaten om uit te maken of ze een inhouding moeten doen van 15% wanneer hun medecontractant uit de bouwsector fiscale schulden heeft. De site werd op 22 december 2008 operationeel. Een 3de uitgave van de toepassing e-notariaat werd in productie gesteld in september 2008. Dit vloeide voort uit de wettelijke verplichting om het elektronisch verkeer te gebruiken als gangbare wijze voor de doorzending van notariële notificaties. In de loop van 2008, werd er ook belangrijke vooruitgang geboekt op het vlak van de opname van de btw in het geïntegreerd behandelingssysteem voor de invordering van de belastingen. Het overleg dat plaatsvond met de zusteradministraties AOIF en AFZ heeft toegelaten om aan de Minister van Financiën de concrete wetswijzigingen voor te leggen die nodig zijn om deze integratie te verwezenlijken. Die integratie is overigens onontbeerlijk om een ander groot principe van de Coperfinplannen te concretiseren, namelijk dat van de “enige ontvanger”. In 2009 staan er de Administratie van de invordering tal van andere uitdagingen te wachten. In 2009 zullen namelijk drie modules van STIMER in productie gaan, die Invordering rechtstreeks aanbelangen. Het gaat om de roerende voorheffing, de voorafbetalingen en de module rond beslagen en overdrachten van schuldvorderingen. Er zal ook gestart worden met de oprichting van het Nationaal Inningscentrum en van het Nationaal Invorderingscentrum. Dit zijn de twee belangrijkste doelstellingen voor 2009. Deze twee belangrijkste objectieven zijn opgenomen in het departementaal actieplan 2009/2010 dat tot stand kwam naar aanleiding van het Strategisch seminarie van het Directiecomité van september 2008. Dat departementale actieplan voorziet eveneens in de oprichting van de stafdienst “Doelgroepenstrategie”. Begin 2009 zal ook het project rond de Balans van schulden en tegoeden worden gefinaliseerd. Dit project moet een zeer brede toepassing mogelijk maken van de compensatiemaatregel die vervat is in de uitbreiding van artikel 334 van de programmawet van december 2004.
4 De financiële crisis, die quasi de hele wereld heeft getroffen, en de tanende economie noopten de Regering een relanceplan uit te werken ten bate van bedrijven in moeilijkheden. Ook de Invorderingsdiensten dragen voor de verwezenlijking van dat relanceplan in 2009 hun steentje bij, vermits dat plan naast een wettelijk uitstel van betaling van de Bedrijfsvoorheffing (BV), ook de mogelijkheid voorziet om uitstel van betaling en verlaging van de interesten te verkrijgen inzake btw en BV, iets wat via individuele beslissingen zal moeten toegekend worden aan bedrijven in financiële moeilijkheden.
- procedure van vereenvoudigd derdenbeslag in handen van werkgevers van grensarbeiders met fictief domicilie in het buitenland; - procedure van vereenvoudigd derdenbeslag in handen van de uitgevers van dienstencheques en lastens dienstenchequebedrijven met achterstallige fiscale schulden; - gerichte invorderingsactie lastens “DELAWARE - LIMITED” ondernemingen en lastens ondernemingen met fictieve sociale zetel en achterstallige fiscale schulden.
Het verder verloop van het STIMER-programma zal evenmin aan de aandacht van Invordering ontsnappen. Nu de ontwikkeling van de eerste golf van modules haar eindfase heeft bereikt, moet met volle overgave gewerkt worden aan de volgende modules. In 2009 moet een module van formaat aangepakt worden, namelijk de geïntegreerde verwerking van de vier inkomstenbelastingen binnen STIMER.
De drie laatst opgesomde acties situeren zich tevens binnen de uitvoering van het Actieplan 2009-2010 van het College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude.
En uiteindelijk zal een brede waaier van doelgerichte invorderingsacties, dankzij een wel doordachte samenwerking tussen stafdiensten en operationele diensten, ongetwijfeld zijn vruchten afwerpen in 2009. De concrete uitwerking van deze gedurende 2009 geplande acties situeert zich andermaal in het kader van de toepassing van een risicobeheersingsproces.
Inzake accijnzen kunnen op het vlak van de wetgeving volgende belangrijke wijzigingen worden vermeld:
Via een doorgedreven analyse en exploitatie van fiscale databanken die betrekking hebben op het gekozen project wordt voor elk betrokken ontvangkantoor een lijst opgemaakt van geselecteerde dossiers die allen tot dezelfde doelgroep behoren en die zowel betrekking kan hebben op de toepassing van een welbepaalde fiscale wetgeving als op de aanwending van een specifieke invorderingsprocedure. Een begeleidende werkonderrichting betreffende elke invorderingsactie ondersteunt de betrokken operationele diensten maximaal bij de concrete implementatie van de actie. Een feedbackprocedure geeft een totaal zicht op het uiteindelijk verloop van elke actie en dit zowel op het vlak van fiscaal rendement als op het vlak van eventuele aanpassingen die zich opdringen voor toekomstige acties. Volgende invorderingsacties bevinden zich momenteel in een analysefase met het oog op hun concrete implementatie in het najaar van 2009: - procedure van vereenvoudigd derdenbeslag in handen van klanten; - procedure van vereenvoudigd derdenbeslag op verloningen; - procedure van uitvoerend beslag op onroerend goed;
4. Administratie der douane en accijnzen
- beperking tot 9.000.000 € van het totaalbedrag dat van erkende entrepothouders wordt gevorderd; die beperking leidt inzonderheid tot een vermindering van de administratieve lasten die aan de economische operatoren krachtens de wet van 10 juni 2006 betreffende de biobrandstoffen worden opgelegd; - belastingtechnische definitie van het begrip “voertuigen waarvoor geen vergunning is verleend voor overwegend gebruik op de openbare weg” ; hierdoor wordt het mogelijk gemaakt dat de bedoelde voertuigen kunnen aangedreven worden met gasolie waarop de accijnzen werden voldaan volgens het tarief betreffende industrieel en commercieel gebruik; - instellen van een procedure betreffende de verkoop van gemerkte gasolie in pompstations; - herzien van de communautaire richtlijn inzake de algemene regeling inzake accijns; deze herziening laat inzonderheid toe om het elektronisch geleidedocument (EMCS) te gebruiken. Op datum van 4 februari 2008 werd Paperless douane en accijnzen (PLDA) opgestart voor het elektronisch indienen van de douaneaangiften op enig document. De start van PLDA past volledig in het meerjarenplan van de Europese Commissie en is tevens de bouwsteen voor de verdere uitwerking van dit plan.
67
4 Eveneens in 2008 werd gestart met de voorbereiding van een aantal projecten van het MASP die op 1 juli 2009 verplicht door de lidstaten dienen te worden opgestart. Het betreft de projecten EORI (unieke registratie van de bedrijven voor douanedoeleinden), AEO (Authorised Economic Operator), ECS fase 2 (export control system), ICS fase 1 (Import control System) en de uitbreiding van NCTS (New computerized Transit System). Gedurende het jaar 2008 werd bij de Administratie der douane en accijnzen overgegaan tot de behandeling van de aanvragen voor AEO-certificatie die volgens dwingende termijnen moet plaatsvinden. Aldus werden op 24 september 2008 de eerste AEO-certificaten plechtig afgeleverd aan een aantal bedrijven die voldaan hadden aan de grondige audit en aldus aan al de voorwaarden te voldoen die voor het bekomen van het AEO-certificaat worden gesteld. Het AEO-certificaat is een belangrijke troef in hoofde van de operatoren die zich terecht kunnen beroepen op hun status van goede naleving van de douanereglementering, maar ook de douane zet op die manier een belangrijke stap in de richting van de realisatie van de secured trade lanes (STL). De STL zullen de douane, mits de daartoe vereiste informatisering, in staat stellen de middelen zo doelgericht mogelijk en dus efficiënter in te zetten in de strijd tegen de fiscale fraude. De voorbereidingen die voor de AEO-certificering werden getroffen waren niet van de minste. Via seminaries en presentaties waarin de douane het voortouw nam om de voordelen van de AEO-certificering in het daglicht te stellen, de te volgen procedure uit de doeken te doen en het openen van een speciale website, werd de voedingsbodem geschapen om de marktdeelnemers over de brug te halen. Gelet op het belang van deze aanvragen dienden de gewestelijke directies de organisatie op zich te nemen . Daartoe werden starterscoördinatoren (STACO) en coördinatoren bedrijfsrisico (CBR) op vrijwillige basis aangeworven en er werd hun door de centrale diensten van de douane de nodige opleiding verstrekt. Die centrale diensten moesten eveneens instaan voor de organisatie van de gegevensuitwisseling met de diensten van de Europese commissie in het kader van de elektronische procedure voor het verlenen van het AEO-certificaat. De centrale diensten blijven verder de aanvragen kanaliseren die bedrijven op het Belgisch grondgebied aanbelangen en nemen princiepsbeslissingen over de in België te volgen procedure.
68
Later op het jaar werd, ook in uitvoering van de Europese beslissingen, een belangrijke stap gezet naar de automatisering van de TIR-regeling. Dit voor wat betreft het gedeelte van dit vervoer dat zich binnen het douanegebied van de Europese Unie afspeelt. Het inzetten van het geautomatiseerd systeem inzake doorvoer (NCTS) voor dit TIR-vervoer binnen de grenzen van de Europese Unie zal de opsporing van de onregelmatigheden inzake TIR-vervoer gevoelig vergemakkelijken. De centrale diensten van de douane hebben de nodige opleiding verstrekt aan de douanediensten op het terrein. Zoals blijkt uit tabel 28 van de bijlage, zijn er nog altijd belangrijke inbeslagnames van drugs. In 2008 was er een daling van de hoeveelheden in vergelijking met 2007 voor wat betreft hasjiesj en marihuana terwijl er een stijging is van het aantal inbeslagnames van cocaïne en khat. De belangrijkste inbeslagnames werden, zoals de vorige jaren, verricht in de haven van Antwerpen en op de luchthavens van Zaventem en Bierset. De motorbrigades zijn actief over het ganse grondgebied en hun vaststellingen inzake drugs zijn in hoofdzaak te kaderen binnen nationale en internationale acties in de strijd tegen het Nederlandse drugstoerisme. Deze vaststellingen betreffen hoofdzakelijk kleinere hoeveelheden drugs, daar het meestal reizigers zijn die worden gecontroleerd. Zoals blijkt uit tabel nr. 30 van de bijlage steeg in 2008 het aantal inbeslagnames van namaakartikelen met meer dan 25%. De Administratie der douane en accijnzen zet dan ook haar inspanningen tegen deze vorm van fraude voort. In de zomer van 2008 werd door de Administratie der douane en accijnzen met het oog op de efficiëntie van de in 2007 gevoerde affichecampagne (herhalen van de boodschap, vermijden van one-shot acties) de gevoerde campagne herhaald. Zij werd gevoerd via de Regie-instelling van de vervoersmaatschappijen. De ambtenaren hebben ook deelgenomen aan vier Benefralux-operaties en aan de maandelijkse ‘Week van de Namaak’. Inzake geschillen (bijlage - tabel 68) stellen wij een belangrijke vermindering vast van de uitvoerbaar verklaarde dwangbevelen en een lichte vermindering van de aan de overtreders aangeboden minnelijke schikkingen (79%).
4 De Administratie der douane en accijnzen heeft in de hierna volgende domeinen interne audits uitgevoerd: ●
●
●
inzake NCTS (New Computerized Transit System) gericht op het gebruik en het functioneren van het NCTS-systeem ; inzake carnet TIR teneinde de procedures te evalueren die werden opgezet om de transportmiddelen te aanvaarden, naast de inschrijving en zuivering van de carnets TIR ; inzake uitvoer van landbouwgoederen die genieten van restituties.
Inzake externe audits heeft de Administratie der douane en accijnzen voorbereidings-en uitvoeringsaudits verricht voor de externe audits van de Europese Commissie. De Administratie der douane en accijnzen stond eveneens in voor de verificatie van de inspectieplannen die betrekking hebben op de uitvoer van landbouwproducten onderworpen aan een restitutieregeling. Daarnaast ontwikkelde zij een anticorruptie project dat de risico’s op corruptie binnen de administratie moet helpen voorkomen. De Administratie der douane en accijnzen denkt tenslotte verder na over de inzet van de controlediensten. Zo nam in maart 2008 een eerste pilootproject MOTO een aanvang met het oprichten van een mobiele controledienst en een Regiekamer bij de gewestelijke directie Hasselt.
69
Hoofdstuk 5 : Internationale betrekkingen
5 71
5 Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen 1. Wetgeving (Administratie van fiscale zaken) De tijdens de periode van 1 januari 2008 tot 31 december 2008 getroffen wettelijke en reglementaire maatregelen op het vlak van de directe en indirecte belastingen waaraan de Administratie van fiscale zaken (AFZ) haar medewerking heeft verleend, zijn opgenomen in de tabellen 76 t.e.m. 79 van de bijlage. 1.1. Directe belastingen
De ondertekening van dat Avenant lokte hevige reacties uit bij de ondernemingen uit de Belgische grensstreek die vreesden geconfronteerd te worden met een tekort aan arbeidskrachten ten gevolge van de afschaffing van de grensarbeidersregeling. Er werd opnieuw onderhandeld over het Avenant van 13 december 2007 teneinde aan die ondernemingen een bijkomende termijn van 3 jaar te verlenen tijdens dewelke ze verder inwoners van Frankrijk konden aanwerven onder dekking van de grensarbeidersregeling. Op 12 december 2008 werd een nieuw Avenant ondertekend. Door dat nieuw Avenant worden volgende wijzigingen aangebracht in de toestand van de grensarbeiders, d.w.z. de werknemers die hun duurzaam tehuis in de Belgische of de Franse grensstreek hebben en die hun bezoldigde werkzaamheid in de grensstreek van de andere Staat uitoefenen.
1.1.1. Bilateraal niveau ●
1.1.1.1. Overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting
Zoals dat reeds bepaald was door het Avenant van 13 december 2007 is de algemene regel van belastingheffing in de werkstaat van toepassing op de beloningen die vanaf 1 januari 2007 zijn verkregen door de grensarbeiders die inwoner zijn van België en in Frankrijk werken.
Belgisch fiscaal verdragsbeleid ●
Het algemene Belgische fiscale verdragsbeleid en de bepalingen van het Belgische standaardmodel van belastingverdrag worden sedert begin september 2008 binnen een werkgroep van afgevaardigden van diverse Regeringsleden onderzocht teneinde daarover een zo breed mogelijke consensus te verkrijgen. Die werkgroep waaraan vertegenwoordigers van de Administratie van fiscale zaken zeer actief deelnemen, heeft zijn werkzaamheden in 2008 nog niet beëindigd. Nieuw Avenant bij de Overeenkomst met Frankrijk Op 13 december 2007 werd een Avenant ondertekend bij de Belgisch-Franse Overeenkomst van 10 maart 1964. Dat Avenant schafte de grensarbeidersregeling (uitsluitend belastingheffing in de woonstaat) af met terugwerkende kracht op 1 januari 2007 voor de grensarbeiders die inwoner zijn van België en in Frankrijk werken. Onder bepaalde voorwaarden bleef deze regeling gedurende een periode van 25 jaar die aanving op 1 januari 2009 behouden, en alleen voor de grensarbeiders die inwoner waren van Frankrijk, hun bedrijvigheid uitoefenden in de Belgische grensstreek en op 31 december 2008 met recht de voordelen van die regeling genoten.
72
Voor de grensarbeiders die inwoner zijn van Frankrijk en in de Belgische grensstreek werken, voorziet het Avenant in belangrijke overgangsmaatregelen die moeten voorkomen dat de werknemers die de voordelen van de regeling genieten verliezen zouden lijden die soms aanzienlijk kunnen zijn : - voor de jaren 2003 tot 2008 genieten die werknemers het voordeel van de grensarbeidersregeling (belastingheffing in Frankrijk) op voorwaarde dat ze de Belgische grensstreek niet meer dan 45 dagen per kalenderjaar verlaten voor het uitoefenen van hun bezoldigde werkzaamheid. - voor de jaren 2009 tot 2011 genieten die werknemers de voordelen van de grensarbeidersregeling, meer bepaald op voorwaarde dat ze de Belgische grensstreek niet meer dan 30 dagen per kalenderjaar verlaten voor het uitoefenen van hun bezoldigde werkzaamheid. Personen die op 31 december 2008 hun duurzaam tehuis in de Belgische grensstreek hadden, kunnen vanaf 1 januari 2009 niet langer het voordeel van de regeling genieten. - vanaf 1 januari 2012 blijft de grensarbeidersregeling gedurende 22 jaar behouden, maar alleen voor de inwoners van Frankrijk die op 31 december 2011 met recht het voordeel van die regeling zullen genieten en in het bijzonder op voorwaarde dat ze de Belgische grensstreek niet meer dan 30 dagen per kalenderjaar verlaten voor het uitoefenen van hun werkzaamheid.
5 ●
De omschrijving van de grensstreek van elke Staat werd zodanig aangepast dat alle gemeenten die vóór de inwerkingtreding van het Avenant van 8 februari 1999 beschouwd werden als behorende tot de grensstreek ook voor de toepassing van het nieuwe Avenant beschouwd worden als behorende tot de grensstreek van Frankrijk of van België, naargelang het geval.
Het nieuwe Avenant biedt België bovendien de mogelijkheid om vanaf aanslagjaar 2009 gemeentelijke opcentiemen te heffen van de beroepsinkomsten van de inwoners van België – grensarbeiders of andere – die op grond van de Overeenkomst of van het Avenant in België vrijgesteld zijn van belastingen. Tot slot voorziet het Avenant ook nog in de betaling van een financiële compensatie door Frankrijk ter vergoeding van de winstderving die voor België voortvloeit uit het feit dat de grensarbeidersregeling gedurende de overgangsperiode van 22 jaar in stand gehouden wordt voor de grensarbeiders die inwoner zijn van Frankrijk. Het nieuwe Avenant zou in de loop van het jaar 2009 ter goedkeuring moeten voorgelegd worden aan het Belgische en aan het Franse Parlement. Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting die op 4 november 2007 werd gesloten met Bahrein De parlementaire stukken met betrekking tot deze Overeenkomst werden begin 2008 opgemaakt. Om de doeltreffendheid te verzekeren van de anti-misbruikclausule waarin de Overeenkomst voorziet (artikel 28), werd een bijzondere bepaling opgenomen in het ontwerp van goedkeuringswet. In die bepaling wordt op duidelijke wijze een geval uiteengezet waarbij mag worden aangenomen dat er sprake is van zulk misbruik dat het gerechtvaardigd is om de toekenning van de voordelen van de Overeenkomst inzake roerende inkomsten te weigeren. Tegelijk maakt die bepaling het ook mogelijk om die voordelen te weigeren in soortgelijke gevallen. Op 6 augustus 2008 werd de Overeenkomst samen met de bijhorende parlementaire stukken toegezonden aan de FOD Budget en Beheerscontrole. Op 31 december 2008 had de FOD Budget zijn standpunt nog niet kenbaar gemaakt.
Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting die op 23 mei 2007 werd gesloten met de Democratische Republiek Kongo Op 10 april 2008 werd de Overeenkomst samen met de bijhorende parlementaire stukken toegezonden aan de FOD Buitenlandse Zaken zodat de procedure voor de parlementaire goedkeuring kon ingezet worden. De Senaat heeft op 11 december 2008 zijn goedkeuring gegeven. Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting die op 22 juni 2005 werd gesloten met Ghana Deze Overeenkomst is op 17 oktober 2008 in werking getreden en werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 december 2008. Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting die op 19 juni 2006 werd gesloten met Macao De Overeenkomst werd samen met de bijhorende parlementaire stukken aan de FOD Budget en Beheerscontrole toegezonden. Op 31 december 2008 had de FOD Budget zijn standpunt nog niet kenbaar gemaakt. Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting die op 6 november 2007 werd gesloten met Qatar De parlementaire stukken met betrekking tot deze Overeenkomst werden begin 2008 opgemaakt. Naar het voorbeeld van de Overeenkomst met Bahrein werd een bijzondere bepaling opgenomen in het ontwerp van goedkeuringswet. Die bepaling laat toe om in bijzondere gevallen te besluiten dat er sprake is van zulk misbruik dat het gerechtvaardigd is om de toekenning van bepaalde voordelen van de Overeenkomst te weigeren. Op 5 augustus 2008 werd de Overeenkomst samen met de bijhorende parlementaire stukken toegezonden aan de FOD Budget waar ze sindsdien in onderzoek is.
73
5 Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting die op 16 april 2007 werd gesloten met Rwanda
inzake roerende inkomsten te weigeren. Tegelijk maakt die bepaling het ook mogelijk om die voordelen te weigeren in soortgelijke gevallen.
Dit dossier heeft op dezelfde data dezelfde weg gevolgd als het dossier met betrekking tot de Overeenkomst met de Democratische Republiek Kongo : het werd op 10 april 2008 toegezonden aan de FOD Buitenlandse Zaken en goedgekeurd door de Senaat op 11 december 2008.
Op 27 oktober 2008 werd het dossier toegezonden aan de FOD Buitenlandse Zaken.
Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting die op 27 april 2006 werd gesloten met de Seychellen Net als de overeenkomsten met Macao en Tunesië werd de Overeenkomst met de Seychellen, samen met de parlementaire stukken, aan de FOD Budget en Beheerscontrole toegezonden. Op 31 december 2008 had de FOD Budget en Beheerscontrole zijn standpunt nog niet kenbaar gemaakt. Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting die op 6 november 2006 werd gesloten met Singapore De nieuwe Overeenkomst met Singapore is op 27 november 2008 in werking getreden en werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 december 2008. Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting die op 7 oktober 2004 werd gesloten met Tunesië
74
Met het oog op het herzien van bestaande overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting of het sluiten van nieuwe overeenkomsten, hebben in 2008 onderhandelingen plaats gevonden die geleid hebben tot de parafering van een gemeenschappelijke ontwerptekst met de volgende landen: Botswana (3 juli 2008), China (9 mei 2008), Eiland Man (30 april 2008), Libië (21 mei 2008), Russische Federatie (20 november 2008), Soedan (13 november 2008) en Tadzjikistan (8 februari 2008). De eerste onderhandelingsronde met Kirgizië die in november 2008 te Brussel plaats vond, kon nog niet met een volledig akkoord worden afgesloten. 1.1.1.2. Administratieve regelingen inzake de uitwisseling van inlichtingen De Administratie van fiscale zaken heeft het beleid tot intensifiëring van de administratieve samenwerking dat in 2006 door de Staatssecretaris voor de Strijd tegen de Fiscale Fraude op gang werd gebracht, verder gezet. Er werd voortgegaan met het onderhandelen over administratieve regelingen inzake uitwisseling van inlichtingen en administratieve samenwerking. In 2008 werden verscheidene nieuwe regelingen gesloten.
Net als de overeenkomsten met Macao en de Seychellen werd de Overeenkomst met Tunesië, samen met de parlementaire stukken, aan de FOD Budget.
30 januari 2008
-
Regeling met de Verenigde Staten inzake wederzijdse coördinatie en administratieve bijstand.
Op 22 juli 2008 werd de goedkeuring van de FOD Budget verkregen. Teneinde rekening te houden met de bewoordingen van die goedkeuring werden de parlementaire stukken aangevuld. Meer bepaald werd er in het ontwerp van goedkeuringswet een bepaling opgenomen die de doeltreffendheid moet verzekeren van de anti-misbruikclausule waarin wordt voorzien door het Protocol bij de Overeenkomst. In die bepaling wordt op duidelijke wijze een geval uiteengezet waarbij mag worden aangenomen dat er sprake is van zulk misbruik dat het gerechtvaardigd is om de toekenning van de voordelen van de Overeenkomst
21 maart 2008
-
Tijdelijke regeling met Nederland met betrekking tot een grensoverschrijdende samenwerking inzake de rechtstreekse uitwisseling van fiscale in lichtingen (deze Regeling vervangt die van 3 juni 1998).
28 maart 2008
-
Regeling met de Tsjechische Republiek inzake wederzijdse administratieve bijstand.
5 1.1.2. Multilateraal niveau 1 april 2008
-
Regeling met Nederland inzake de aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene Staat en op het grondgebied van de andere Staat ten behoeve van belastingonderzoek.
1.1.2.1. Europese Unie Fiscaal pakket
4 augustus 2008
-
Regeling met Estland inzake wederzijdse administratieve bijstand. Gedragscode
12 september 2008 -
Regeling met Denemarken inzake wederzijdse bijstand.
De teksten van de overeengekomen regelingen kunnen gedownload worden van de website van de Administratie van fiscale zaken: http://fiscus.fgov.be/interfafznl/nl/international/cooperation/administration.htm. 1.1.1.3. Uitwisseling van bankgegevens De nieuwe Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting die op 27 november 2006 werd ondertekend tussen België en de Verenigde Staten en die in werking is getreden op 28 december 2007 is, voor wat België betreft, de eerste Overeenkomst die voorziet in het uitwisselen van bankgegevens. Die gegevens worden enkel uitgewisseld op uitdrukkelijk verzoek van de partneradministratie en op voorwaarde dat de belastingplichtige en de bank duidelijk geïdentificeerd zijn. De circulaire nr. AFZ/97-380 van 15.02.2008 verduidelijkt de maatregelen voor de toepassing van die gegevensuitwisseling. In de mate waarin de uitwisseling van bankgegegevens nieuw is voor België, heeft de Belgische administratie gekozen voor een gecentraliseerde procedure. Een enkele dienst van de centrale administratie (directie III/1 van de AOIF) is bevoegd voor het ontvangen van de vragen om inlichtingen die uitgaan van de Verenigde Staten, voor het mededelen van die vragen aan de Belgische banken die betrokken partij zijn alsmede voor het doorsturen van de door de banken verstrekte inlichtingen aan de Inland Revenue Service (IRS), d.i. de Amerikaanse bevoegde autoriteit. Behalve in uitzonderlijke gevallen komen de plaatselijke diensten van de Belgische belastingadministratie dus niet tussen in de afhandeling van de dossiers betreffende vragen naar bankgegevens. Het doel van deze procedure is enerzijds een strikte vertrouwelijkheid te garanderen van de inlichtingen die bij de banken worden verkregen en anderzijds de afhandeling van dit soort vragen om inlichtingen te versnellen.
De werkgroep “Gedragscode” die door de Europese Commissie werd opgericht met als doel het bevriezen en het afbouwen van alle schadelijke fiscale maatregelen (die een invloed heb¬ben op de localisatie van economische activiteiten binnen de Gemeenschap) is verdergegaan met het onderzoek van de nieuwe fiscale maatregelen en van de gewijzigde of vervangende maatregelen die werden voorgesteld door de lidstaten en de afhankelijke of geassocieerde gebieden. De Belgische regeling van belastingaftrek voor octrooi-inkomsten werd door de werkgroep als niet schadelijk beoordeeld. Op de ECOFIN van 2 december 2008 heeft de Raad het nieuwe werkplan voor de werkgroep “Gedragscode” (Future of the Code) aangenomen. Het plan werd voorgesteld in de vorm van een pakket van 6 punten: 1. de procedure (wijze waarop beslissingen worden genomen door de werkgroep), de rol van de precedenten en de vergelijkbaarheidscriteria; 2. de procedure ingeval van gelijklopende procedure “staatssteun”; 3. de anti-misbruikmaatregelen; 4. de transparantie en de uitwisseling van inlichtingen inzake verrekenprijzen; 5. de administratieve praktijk; 6. de banden met derde landen (in relatie met de werkzaamheden van de OESO rond de schadelijke belastingpraktijken).
75
5 Sparen Op 13 november 2008 heeft de Europese Commissie haar voorstel ingediend voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling. De oorspronkelijke richtlijn wil de mogelijkheid scheppen om inkomsten uit grensoverschrijdend sparen te belasten in de lidstaat waar de spaarder woont. Deze doelstelling kan bereikt worden hetzij door middel van een bronheffing die wordt ingehouden voor rekening van de woonstaat, ofwel door een automatische uitwisseling tussen het land van de uitbetalende instantie en de woonstaat van de spaarder. Het nieuwe voorstel voor een richtlijn wil de werking van de oorspronkelijke richtlijn verbeteren, steunend op drie pijlers : 1. de regels voor het vaststellen van de identiteit en de woonplaats van de uiteindelijk gerechtigden tot de rentebetalingen worden strenger; 2. de mogelijkheid om de akkoorden te omzeilen door gebruik te maken van entiteiten die als tussenpersoon fungeren tussen de uitbetalende instanties van die 5 landen en de uiteindelijk gerechtigden die inwoner zijn van de EU, worden beperkt; 3. de omschrijving van rentebetalingen wordt uitgebreid zodat ze alle produkten omvat die gelijkwaardig zijn aan inkomsten uit schuldvorderingen.
76
gekomen. Tijdens de ECOFIN van 2 december 2008 heeft de Raad een resolutie aangenomen over de coördinatie van de directe belastingstelsels inzake de exitheffingsregels. Deze resolutie pleit er voor dat de ontvangende staat, bij de berekening van een meerwaarde die gerealiseerd is op activa die van de ene naar de andere lidstaat overgebracht zijn, dezelfde “waarde bij het overschrijden van de grens” gebruikt als de uitvoerstaat, dit om dubbele belasting te vermijden. Project Harmonisatie Vennootschapsbelasting (CCCTB) Het CCCTB-project (“Common Consolidated Corporate Tax Base”) beoogt de invoering van een geharmoniseerde geconsolideerde belastbare grondslag in de Europese Unie. Deze grondslag zou worden bepaald op het niveau van de moederonderneming of hoofdhuis en zou het resultaat van alle dochterondernemingen en/of vaste inrichtingen omvatten die deel uitmaken van de zogenaamde “CCCTB-groep”. Het geconsolideerd belastbaar resultaat zou vervolgens worden toebedeeld aan de verschillende dochterondernemingen en/of vaste inrichtingen volgens een nog te bepalen verdelingsmechanisme. Iedere lidstaat zou tenslotte de aan haar toebedeelde winst belasten tegen het nationale tarief. Een werkgroep, waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd, is belast met de technische analyse van het CCCTB-stelsel. In 2008 liep het mandaat van de werkgroep af en werd een laatste vergadering gehouden waar voornamelijk werd gesproken over de opname van anti-misbruikbepalingen in het stelsel. Daarnaast kwam ook de opname van bijzondere regels ter bepaling van de belastbare grondslag en verdeling voor ondernemingen actief in de financiële sector en verzekeringsector aan bod. Alle publiek beschikbare documenten van de werkgroep (in het Frans, Engels en Duits) kunnen worden geraadpleegd op: http://ec.europa.eu/taxation_customs/taxation/company_tax/common_tax_base/index_fr.htm.
De werkgroep belastingvraagstukken (werkgroep van de Raad die samengesteld is uit fiscaal experten uit de lidstaten) is met de besprekingen rond dit voorstel voor een richtlijn begonnen toen het Franse voorzitterschap ten einde liep en zal die werkzaamheden onder de volgende voorzitterschappen verderzetten teneinde het voorstel voor een richtlijn te laten goedkeuren door de Raad.
De Europese Commissie heeft de intentie om op basis van het resultaat van de werkzaamheden van de werkgroep een wetgevend voorstel te doen.
Mededelingen van de Commissie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
De initiatieven van de Commissie (in de vorm van mededelingen) die tot doel hebben de coördinatie van de nationale directe belastingstelsels binnen de Unie te bevorderen en de overeenstemming te verzekeren van die nationale stelsels met het gemeenschapsrecht, zijn tot een eerste concreet resultaat
De directie “IB Internationaal” volgt de evolutie in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HJvEG), dat zich steeds meer moet uitspreken over de verenigbaarheid van het gemeenschapsrecht met de wetgeving van de lidstaten inzake directe belastingen.
5 de definitief belaste inkomsten) mocht weigeren aan vennootschappen die enkel het vruchtgebruik hebben van de aandelen van de uitkerende vennootschap.
Arresten van het Hof in 2008 In de loop van het jaar 2008 heeft het HvJEG vier arresten geveld die betrekking hadden op België: 1. Herkwalificatie als dividenden van bovenmatige interest betaald aan bestuurders die niet-inwoner zijn (art. 18, 4°, WIB 92)
4. Roerende voorheffing op de interest die door een vennootschap die inwoner is van België wordt betaald aan een vennootschap die inwoner is van een andere lidstaat In het arrest S.A. Truck Center van 22 december 2008 (C-282/07) heeft het HvJEG ermee ingestemd dat België roerende voorheffing inhoudt op de interest die door een vennootschap die inwoner is van België (of door een vaste inrichting in België van een vennootschap die geen inwoner is van België) wordt betaald aan een vennootschap die inwoner is van een andere lidstaat, terwijl de in België betaalde roerende voorheffing wordt vrijgesteld.
In zijn arrest van 17 januari 2008 in de zaak NV Lammers & Van Cleeff tegen België (C-105/07) heeft het HvJEG geoordeeld dat het automatisch herkwalificeren als dividenden van bovenmatige interest betaald aan bestuurders die niet-inwoner zijn, een schending inhield van de vrijheid van vestiging (artikel 43 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap). Artikel 18, 4°, van het WIB 92 zal dus bij amendement gewijzigd moeten worden.
Inbreukprocedures 2. Niet omzetten van de fusierichtlijn Op 8 mei 2008 heeft het HvJEG België veroordeeld voor het niet binnen de vereiste termijn omzetten van de richtlijn 2005/19/EG van de Raad van 17 februari 2005 tot wijziging van de richtlijn 90/434/EEG betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten. België heeft aan deze tekortkoming verholpen door de wet van 11 december 2008 (BS van 12 januari 2009) houdende wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 teneinde het in overeenstemming te brengen met de Richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten en voor de verplaatsing van de statutaire zetel van een SE of een SCE van een lidstaat naar een andere lidstaat, gewijzigd bij de Richtlijn 2005/19/EEG van de Raad van 17 februari 2005.
Bovendien heeft de Europese Commissie in 2008 een twintigtal inbreukprocedures inzake directe belastingen ingesteld tegen België. Die procedures, die nog altijd lopen, gaan over: ●
●
Het weigeren van het voordeel van het belastingkrediet voor Onderzoek & Ontwikkeling aan vennootschappen die geen inwoner zijn van België.
●
De opcentiemen op de belasting van natuurlijke personen, niet-inwoners.
●
Het afzien van de roerende voorheffing op dividenden van Belgische beleggingsfondsen.
●
3. Weigeren van het voordeel van de regeling van de definitief belaste inkomsten aan vennootschappen die enkel het vruchtgebruik hebben van de aandelen van de uitkerende vennootschap ●
Door zijn arrest van 22 december 2008 in de zaak “Les Vergers du Vieux Tauves” (C-48/07), heeft het HvJEG geoordeeld dat België het voordeel van de moeder-dochterrichtlijn (en van de regeling van
Het feit dat het voordeel van de regeling van de definitief belaste inkomsten enkel wordt toegekend aan dividenden van aandelen die financiële vaste activa uitmaken.
Het inhouden van de roerende voorheffing op dividenden die worden betaald aan buitenlandse beleggingsfondsen. De vermindering van de roerende voorheffing op dividenden van aandelen die zijn gedeponeerd of ingeschreven op een effectenrekening.
77
5 ●
Beperking van de investeringsaftrek tot investeringen die in België gedaan zijn.
●
Gespreide belasting op meerwaarden op voorwaarde van herbelegging in België.
●
De belastingvermindering voor de natuurlijke personen die beleggen in aandelen in ontwikkelingsfondsen voor microfinanciering die zijn opgericht naar Belgisch recht.
Administratieve bijstand ●
●
●
●
●
●
●
●
●
78
Belasting van de meerwaarden en de reserves wanneer de maatschappelijke zetel overgebracht wordt naar een andere lidstaat. Onvolledige omzetting van de spaarrichtlijn voor wat betreft de keuze die aan de overige entiteiten wordt gelaten om voor de toepassing van de richtlijn te worden behandeld als instellingen voor collectieve beleggingen in effecten (ICBE). De vermindering van de roerende voorheffing voor dividenden die worden uitgekeerd door Belgische PRIVAKS. Het afzien van de roerende voorheffing op dividenden die worden uitgekeerd door Belgische BEVAKS. De vrijstelling van roerende voorheffing voor interest die wordt betaald aan beleggingsvennootschappen die beleggen in België. De vrijstelling van roerende voorheffing voor interest van hypothecaire schuldvorderingen terzake van in België gelegen onroerende goederen. De aftrekbaarheid als beroepskosten van bovenmatige interest die wordt betaald aan de Nationale Bank van België De verplichting die aan de beheerders van gecentraliseerde systemen voor het lenen en het ontlenen van financiële instrumenten die geen inwoner zijn van België wordt opgelegd om een in België verblijvende fiscaal vertegenwoordiger aan te duiden. De vereffeningsstelsels voor effectentransacties (tax clearing) moeten beheerd worden door de BNB of door Belgische kredietinstellingen.
De werkgroep inzake administratieve samenwerking op het vlak van directe belastingen heeft zich beziggehouden met twee belangrijke projecten: 1. In het kader van de praktische toepassing van de “Spaarrichtlijn” heeft de werkgroep zijn activiteiten geconcentreerd op de verbetering van de kwaliteit van de inlichtingen en op het belang van de feedback. Zoals elk jaar heeft de werkgroep ook een analyse gemaakt van de statistieken die afkomstig zijn van de lidstaten. 2. Een ander ambitieus plan van de werkgroep, bestaat erin gemeenschappelijke formulieren uit te werken voor het uitwisselen van inlichtingen. Die formulieren, die de uitwisseling van fiscale inlichtingen binnen de EU aanzienlijk moeten vergemakkelijken, worden uitgewerkt voor de uitwisseling van inlichtingen op verzoek, voor de spontane uitwisseling en voor de feedback. Een eerste model voor de uitwisseling van inlichtingen op verzoek werd getest tijdens een Fiscalis-seminarie dat in de loop van de maand juni 2008 plaatsvond in Finland. In 2009 zal er verder gewerkt worden aan de uitwerking van de formulieren. Tegelijkertijd bereidt de werkgroep ook handleidingen voor die de toekomstige gebruikers, d.w.z. de ambtenaren van de plaatselijke diensten die daadwerkelijk belast zullen zijn met het uitwisselen van inlichtingen met de ambtenaren van andere Europese belastingadministraties, in staat moeten stellen de nieuwe formulieren op correcte wijze in te vullen en te gebruiken. 1.1.2.2. OESO OESO- modelverdrag van fiscale overeenkomst Het Comité voor fiscale zaken heeft de werkzaamheden met het oog op het actualiseren van het OESOModelverdrag van fiscale overeenkomst verdergezet. Dat model wordt door de meeste landen gebruikt als basis voor de onderhandelingen over en de toepassing en interpretatie van de bilaterale belastingverdragen. Het model wordt op gezette tijden aangepast ten einde rekening te houden met de recente
5 ontwikkelingen in het verdragbeleid van de lidstaten, met de kennis die door die landen werd opgedaan en met de problemen welke ze hebben ondervonden bij de toepassing van de belastingverdragen. In 2008 heeft het Comité voor fiscale zaken met name een aantal werkzaamheden afgerond waarvan de resultaten opgenomen zijn in de bijgewerkte versie van juli 2008 van het OESO-modelverdrag: • Arbitrage voor het regelen van grensoverschrijdende geschillen De OESO-landen hebben beslist om de waaier van werkwijzen die kunnen gebruikt worden voor het regelen van grensoverschrijdende fiscale geschillen uit te breiden door in te stemmen met de mogelijkheid om beroep te doen op arbitrage wanneer andere middelen tot regeling van die geschillen gefaald hebben. Artikel 25 (Regeling voor onderling overleg) van het Modelverdrag van fiscale overeenkomst voorziet voortaan in de mogelijkheid van arbitrage voor grensoverschrijdende fiscale geschillen die na afloop van een periode van twee jaar na het indienen van een verzoek tot onderling overleg nog niet opgelost zijn. De regeling voor onderling overleg werkt goed maar de laatste jaren is het aantal grensoverschrijdende geschillen en de complexiteit van de zaken toegenomen. De zaken die niet opgelost zijn of die na een te lange termijn opgelost worden, worden dus talrijker. De nieuwe bepaling van de OESO, die niet beperkt blijft tot problemen rond verrekenprijzen, zou het dus mogelijk moeten maken om de werking van regeling voor onderling overleg nog te verbeteren. Bij de onderhandelingen over een dubbelbelastingverdrag stelt België voortaan aan al de partnerlanden voor om in dat verdrag een bepaling op te nemen die het mogelijk maakt om beroep te doen op arbitrage. Bovendien werd de commentaar bij artikel 25 gewijzigd en aangevuld teneinde de regeling van geschillen te verbeteren, zowel in het stadium van het eigenlijke gemeenschappelijk overleg tussen de bevoegde autoriteiten als in het stadium van de arbitrage. • Belastingheffing ter zake van diensten De commentaar bij artikel 5 (Vaste inrichting) behandelt voortaan specifiek het probleem van de belastingheffing ter zake van diensten. Die commentaar bevestigt nogmaals de gegrondheid van de regeling waarin de artikelen 5 (Vaste inrichting) en 7 (Ondernemingswinst) voorzien, namelijk dat winst
die voortkomt uit het verstrekken van diensten die worden geleverd op het grondgebied van een overeenkomstsluitende Staat door een onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat in principe niet in de eerste Staat belastbaar is indien die winst niet kan worden toegerekend aan een aldaar gevestigde vaste inrichting. Zolang een onderneming van een Staat geen vaste inrichting heeft opgezet in de andere Staat, neemt ze immers niet in die mate deel aan het economische leven van die andere Staat dat ze onder de fiscale bevoegdheid van die Staat valt. Een minderheid van OESO-lidstaten staat evenwel weigerachtig tegenover het aannemen van dit principe. Volgens de OESO-commentaar mogen die Staten artikel 5 wijzigen om het aan de bronstaat toekomende recht te behouden om de winst te belasten die voortkomt uit het verstrekken van diensten op zijn grondgebied. Dit recht mag evenwel niet uitgebreid worden tot winst die voortkomt uit het verstrekken van diensten die buiten die Staat geleverd worden. Het enkele feit dat diegene die betaalt voor het verstrekken van de diensten inwoner is van een Staat, dat die betaling ten laste komt van een in die Staat gevestigde vaste inrichting of dat het resultaat van de diensten in die Staat gebruikt wordt, is geen rechtvaardiging voor belastingheffing in die Staat. Bovendien moet enkel de winst die voortkomt uit het verlenen van die diensten aan de belasting onderworpen worden en niet het brutobedrag van de erelonen die voor die diensten werden betaald. Een Staat moet geen belasting heffen van de winst die wordt behaald uit het verlenen van diensten die gedurende een zeer korte tijdsspanne op zijn grondgebied worden verricht (minder dan 183 dagen). In de commentaar werd een alternatieve bepaling voorgesteld die aan deze voorwaarden voldoet. België is voorstander van de regeling die is bepaald door de artikelen 5 (Vaste inrichting) en 7 (Ondernemingswinst) van het OESO-model maar is tegen een uitbreiding van de heffingsbevoegdheid van de bronstaat; onder bepaalde omstandigheden zou België evenwel bereid zijn een gelijksoortige bepaling te aanvaarden als die welke werd voorgesteld door de OESO-commentaar. • Winst die kan worden toegerekend aan een vaste inrichting De commentaar bij artikel 7 (Ondernemingswinst) herneemt de conclusies van het Verslag over de toerekening van winst aan vaste inrichtingen. Die conclusies zijn niet in tegenspraak met de interpretatie die voorheen door de commentaar bij het Modelverdrag van juli 2005 aan artikel 7 werd gegeven. Tegelijkertijd werden de werkzaamheden met het oog op de wijziging van artikel 7 verdergezet teneinde op termijn de volledige toepassing mogelijk te maken van de conclusies van het Verslag over de toerekening van winst aan vaste inrichtingen.
79
5 De Belgische belastingadministratie volgt die nieuwe commentaar wanneer ze de bepalingen moet toepassen en interpreteren van de door België gesloten dubbelbelastingverdragen die de huidige tekst van artikel 7 van het OESO-model bevatten (evolutieve interpretatie). • Toepassing en interpretatie van artikel 24 (Non-discriminatie) De bepalingen van artikel 24 (Non-discriminatie) zorgen voor een evenwicht tussen de noodzaak om een onrechtvaardige discriminatie te voorkomen en de noodzaak om rekening te houden met een gerechtigd verschil in behandeling. In dat opzicht bevestigt de commentaar dat de bepalingen van artikel 24 de “onrechtstreekse” discriminaties niet behandelen. Uit het feit dat personen die geen inwoner zijn van een Staat voornamelijk personen zijn die niet de nationaliteit van die Staat bezitten, mag niet worden afgeleid dat een verschil in behandeling dat gebaseerd is op de woonplaats onrechtstreeks ook een verschil in behandeling is dat gebaseerd is op de nationaliteit, hetgeen verboden wordt door artikel 24, paragraaf 1. De commentaar bevestigt tevens dat de bepalingen van artikel 24 geen behandeling als “meest begunstigde natie” garanderen. Wanneer een Staat een belastingverdrag heeft gesloten dat belastingvoordelen toekent aan inwoners van een andere Staat, kunnen de inwoners van een derde Staat die voordelen niet opeisen op grond van de bepalingen inzake non-discriminatie die opgenomen zijn in het belastingverdrag tussen de eerste Staat en die derde Staat. Van nu af aan is het duidelijk dat de bepalingen inzake non-discriminatie die voorkomen in de belastingverdragen een verschillende draagwijdte hebben dan het principe van fiscale non-discriminatie dat door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen werd uitgewerkt om de vrijheden van het Verdrag betreffende de Europese Unie te waarborgen. Die verduidelijking dient meer bepaald om te voorkomen dat de hoven en rechtbanken van de lidstaten van de Europese Unie verscheidene juridische normen door elkaar zouden gaan gebruiken. • Het criterium van de plaats van werkelijke leiding dat het mogelijk maakt om de gevallen op te lossen waarbij vennootschappen inwoner zijn van twee Staten De meerderheid van de OESO-lidstaten, waaronder ook België, is van mening dat de plaats waar de raad van bestuur gewoonlijk samenkomt niet het essentiële criterium is om te bepalen waar de plaats van werkelijke leiding van een vennootschap zich bevindt. Die Staten houden rekening met een reeks
80
feiten en omstandigheden (met inbegrip van de dagelijkse leiding) om te bepalen waar de plaats van werkelijke leiding zich bevindt (waar vergadert de raad van bestuur, waar bevinden zich de kantoren van de eigenlijke directie, van de commerciële dienst, van de centrale boekhouding, enz., waar wordt de algemene vergadering van vennoten gehouden). De commentaar bij artikel 4 (Inwoner) verschaft meer duidelijkheid over deze werkwijze. De commentaar bij artikel 4 maakt het mogelijk om het probleem van dubbele woonplaats van vennootschappen te regelen zonder gebruik te maken van het criterium van de plaats van werkelijke leiding en laat de bevoegde autoriteiten de mogelijkheid om bij wijze van minnelijke schikking een beslissing te nemen inzake de woonplaats van die personen, waarbij ze zich kunnen baseren op alle criteria die hen relevant lijken. Bij bilaterale onderhandelingen stelt België aan zijn gesprekspartners nog altijd het objectief criterium van de plaats van werkelijke leiding voor om de gevallen van dubbele woonplaats van vennootschappen te regelen. • Uitkeringen door vastgoedvennootschappen In vele Staten wordt een groot aantal portefeuillebeleggingen in vastgoed gerealiseerd door bemiddeling van vastgoedvennootschappen (cfr. de Amerikaanse REIT en de Belgische BEVAK’s). Over het algemeen voorzien de interne wetgevingen enkel in een belastingheffing in hoofde van de beleggers van die beleggingsvennootschappen. Deze laatsten betalen dus geen belastingen op de inkomsten die voortkomen uit onroerende goederen. Wanneer een belegger een deelneming bezit die minstens gelijk is aan 10 % van het kapitaal van een vastgoedvennootschap heeft hij een meer bijzonder belang in de door de vastgoedvennootschap verworven goederen en kan de deelneming in die vennootschap worden beschouwd als vervanging voor een belegging in de goederen die zij bezit. De commentaar bij artikel 10 (Dividenden) stelt dat het in dat geval niet nodig is om in de bronstaat een belastingvermindering te verlenen voor dividenden die zijn uitgekeerd door een vastgoedvennootschap die geen belasting betaalt op haar onroerende inkomsten die minder bedragen dan 15 % van het brutobedrag van de dividenden.
5 • Verduidelijking inzake bepaalde aspecten van de definitie van royalty’s in de commentaar bij artikel 12 (Royalty’s) • Meerwaarden op aandelen van vennootschappen die onroerend goed als voornaamste actief hebben De commentaar voorziet in een bepaling die een alternatief biedt voor artikel 13, paragraaf 4 van het Model. Het doel van die alternatieve bepaling is de meerwaarden op aandelen die in het bezit zijn van een persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks een deelname bezit die minder dan 10 % vertegenwoordigt van het totale vermogen van een vastgoedvennootschap te onttrekken aan de belasting in de Staat waar de onroerende goederen gelegen zijn.
Het Belgisch model van fiscale overeenkomst bevat een gelijkaardige bepaling. • Verduidelijking inzake de toestand van personen met dubbele woonplaats met betrekking tot inkomsten uit derde Staten in de commentaar bij artikel 21 (Andere inkomsten) De tekst van het OESO-model van fiscale overeenkomst van juli 2008 (met inbegrip van de commentaar) kan worden ingekeken op de website van de OESO : http://www.oecd.org. De tekst kan ook worden nagelezen via een link naar de OESO-website, op de website van de AFZ: http://www.fiscus.fgov.be/interfafznl/nl/international/ocde/ocde.htm. Fiscale fraude en administratieve bijstand
België heeft zich het recht voorbehouden om paragraaf 4 van artikel 13 niet op te nemen in zijn verdragen. Wanneer België ertoe gebracht wordt die paragraaf 4 te aanvaarden, probeert het derhalve om de draagwijdte ervan zoveel mogelijk te beperken. • Toepassing van de 183-dagenregel De commentaar bij artikel 15 (Inkomsten uit een dienstbetrekking) verschaft meer duidelijkheid over de berekening van de dagen aanwezigheid die in aanmerking moeten genomen worden voor de toepassing van de 183-dagenregel. Er wordt duidelijk gesteld dat er voor de berekening geen rekening moet gehouden worden met de dagen tijdens dewelke de belastingplichtige een inwoner is van de bronstaat. Paragraaf 2 van artikel 15 is immers niet van toepassing op een persoon die in eenzelfde Staat verblijft en een dienstbetrekking uitoefent. De Belgische belastingadministratie sluit zich aan bij deze interpretatie. • Belastingheffing van inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars Artikel 17 (Artiesten en sportbeoefenaars) voorziet niet in berekeningsregels voor inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars. Sommige wetgevingen voorzien in een bronheffing die wordt toegepast op de brutobeloning die hen wordt betaald. Sommige Staten zijn van oordeel dat belastingheffing van een brutobedrag ongepast kan zijn. Teneinde die Staten in de gelegenheid te stellen om de belastingplichtigen de mogelijkheid te bieden om op een nettobedrag belast te worden, stelt de commentaar bij artikel 17 een paragraaf voor die daartoe in dat artikel 17 kan worden opgenomen.
De werkgroep heeft de OESO-aanbeveling uit 1996 aangaande de aftrekbaarheid van steekpenningen aan buitenlandse ambtenaren herzien. De herziene Aanbeveling, die wel eens duidelijk ambitieuzer zou kunnen zijn dan de huidige tekst, zal in 2009 aan de Raad van de OESO worden voorgelegd. De subgroep TIES (Taxation Information Exchange System) heeft zijn werkzaamheden aangaande het verbeteren van de doeltreffendheid van de uitwisseling van inlichtingen verdergezet. De werkgroep heeft zich in het bijzonder bezig gehouden met de beleidsplannen die moeten ontwikkeld worden om de belastingambtenaren te motiveren om nog verder te gaan in de spontane uitwisseling van inlichtingen. De werkgroep heeft tevens de mogelijkheden bestudeerd om de inlichtingen die in het kader van een automatische uitwisseling worden ontvangen op een doelgerichter en strategischer manier te gebruiken. Tot slot is de werkgroep ook nog bezig met de ontwikkeling van een elektronisch formaat waarmee op gestandaardiseerde wijze inlichtingen over onroerende inkomsten en goederen kunnen uitgewisseld worden. Forum schadelijke belastingpraktijken De OESO heeft in 2008 haar samenwerking voortgezet met de Staten die geen lid zijn van de OESO en die een aantal duidelijk afgelijnde principes inzake transparantie en uitwisseling van inlichtingen hebben onderschreven. In dat kader publiceerde de OESO een bijgewerkt rapport waarin de wettelijke en administratieve regels inzake transparantie en uitwisseling van inlichtingen op fiscaal gebied van 83 landen
81
5 werden vergeleken (“Tax Cooperation - Towards a Level Playing Field - 2008 Assessment by the Global Forum on Taxation”). Met dit rapport beoogt de OESO meer eerlijke spelregels aangaande transparantie en uitwisseling van inlichtingen naar voren te schuiven en alle betrokken partijen aan te zetten tot het afsluiten van evenwichtige akkoorden die voorzien in de uitwisseling van fiscale inlichtingen, hetgeen in de toekomst moet leiden tot een meer gezonde fiscale concurrentie.
Desalniettemin, zullen zowel voor diensten verricht tussen ondernemingen als voor diensten verricht aan particulieren, specifieke regels van toepassing zijn om rekening te houden met het principe van belastingheffing op de plaats van consumptie. Deze uitzonderingen hebben betrekking op diensten die gekwalificeerd zijn als restaurant- en cateringdiensten, verhuur van transportmiddelen, culturele, sportieve, wetenschappelijke en onderwijsdiensten, alsook op telecommunicatiediensten, radio- en televisieomroepdiensten en langs elektronische weg verrichte diensten die aan eindconsumenten worden verstrekt.
1.2. Indirecte belastingen 1.2.1. Juridische afdeling: Europese regelgeving- geschillen en prejudiciële vragen- OESO
- Richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn
1.2.1.1. Europese Unie: instellingen, werkgroepen en regelgeving De Raad Juridische instrumenten goedgekeurd in 2008 Richtlijnen: De Raad van ministers van de EU heeft op 12 februari 2008 twee voorstellen van richtlijn aangenomen betreffende respectievelijk de plaats van de dienst en de procedure van teruggaaf van btw. Zij zullen tot gevolg hebben dat de btw geheven over diensten zal toekomen aan de lidstaat van consumptie. Tevens wordt een nieuwe procedure ingevoerd voor de aanvraag van teruggaaf van btw om een snellere afhandeling ervan te verzekeren. - Richtlijn 2008/8/EG van de Raad van 12 februari 2008 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de plaats van de dienst Ingevolge de inwerkingtreding van de nieuwe regels voor de plaats van de dienst zal vanaf 1 januari 2010 de plaats van belastingheffing voor diensten verricht tussen ondernemingen de plaats zijn waar de ontvanger van de dienst is gevestigd en dus niet langer de plaats waar de dienstverrichter is gevestigd. Voor diensten van ondernemingen aan eindconsumenten, is de plaats van belastingheffing nog steeds de plaats waar de dienstverrichter is gevestigd.
82
Met ingang van 1 januari 2010 zal de procedure die momenteel van toepassing is op aanvragen van teruggaaf van btw ten voordele van ondernemingen van de EU in lidstaten waar zij niet gevestigd zijn, vervangen worden door een nieuwe, volledig elektronische procedure, die een snellere teruggaaf aan de aanvragers zou moeten verzekeren. De huidige papieren procedure is traag, ingewikkeld en duur. Bovendien laat ze op het vlak van de rechtszekerheid te wensen over. Een bijkomende nieuwigheid bestaat erin dat in geval van laattijdige teruggaaf door de lidstaten de aanvrager aanspraak kan maken op de betaling van interesten. Beschikkingen: 2008/737/EG: Beschikking van de Raad van 15 september 2008 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 249 van 18.9.2008) 2008/84/EG: Beschikking van de Raad van 22 januari 2008 waarbij de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Polen worden gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 27 van 31.1.2008)
5 Voorstellen van wetgeving in onderhandeling
- Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de behandeling van verzekerings- en financiële diensten /*COM/2007/0747 def. - CNS 2007/0267 */
De Europese Commissie heeft een voorstel gedaan dat strekt tot het wijzigen van de richtlijn 2006/112/EG om aan de lidstaten de mogelijkheid te bieden om op permanente basis verlaagde tarieven toe te passen op specifieke diensten. Het voorstel van de Commissie betreft slechts die domeinen waarvoor er voldoende elementen voorhanden zijn, die aantonen dat verlaagde tarieven de werking van de interne markt niet in het gedrang brengen. Het gaat voornamelijk om de sectoren van de zogenaamde arbeidsintensieve diensten en van de lokaal verstrekte diensten, met inbegrip van restaurantdiensten. Het voorstel behoudt het principe van een facultatieve toepassing van verlaagde tarieven door de lidstaten.
- Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van maatregelen ter uitvoering van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de behandeling van verzekerings- en financiële diensten /* COM/2007/0746 def/2. */
- Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft belastingontduiking bij invoer en andere grensoverschrijdende handelingen COM (2008) 805
Het voorstel voorziet in een vereenvoudiging van de wetgeving en van de administratieve procedures zowel voor de economische operatoren als voor de administraties en een verhoging van de rechtszekerheid. De nadruk ligt voornamelijk op het actualiseren van de bepalingen die in een specifieke vrijstelling voorzien voor de betrokken sectoren daarbij rekening houdend met de kosten veroorzaakt door de nietaftrekbaarheid van de input btw.
De Europese Commissie heeft een voorstel van richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/ EG voorgesteld strekkende tot het versterken van de mogelijkheden van de belastingadministraties om btw-fraude (in het bijzonder de « carrouselfraude ») te voorkomen of te ontdekken en om de belasting in te vorderen. Twee maatregelen worden hierbij vooropgesteld. De eerste beoogt het frauduleuze gebruik van de vrijstelling van btw bij invoer te voorkomen en de tweede geeft aan de lidstaten de mogelijkheid om de leverancier, die zijn levering niet correct in zijn intracommunautaire listing heeft opgenomen, aansprakelijk te stellen voor het verlies van de btw-inkomsten, indien ook zijn afnemer in gebreke is gebleven om de btw verschuldigd over de intracommunautaire verwerving correct aan te geven in zijn btw-aangifte.
Voorstellen van richtlijn en verordeningen:
- Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van enkele bepalingen van richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde /* COM/2007/0677 def. - CNS 2007/0238 */ Dit voorstel betreft: - het btw-regime dat van toepassing is op de levering van aardgas, van elektriciteit, van warmte en/of koude; - de fiscale behandeling van gemeenschappelijke ondernemingen opgericht krachtens artikel 171 van het EEG-verdrag ; - de aanpassingen verbonden met de uitbreiding van de Europese Unie ; - de voorwaarden en modaliteiten van de uitoefening van het recht op aftrek van de input btw. - Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat verlaagde btw-tarieven COM (2008) 428
- Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde ter bestrijding van de belastingfraude in het intracommunautaire verkeer COM (2008)147 De Europese Commissie heeft een voorstel voorgelegd tot wijziging van de btw- richtlijn en van de Verordening inzake de administratieve samenwerking ter zake van btw dat ertoe strekt om, vanaf 2010, het verzamelen en uitwisselen van informatie met betrekking tot intracommunautaire handelingen sneller te laten verlopen. Lidstaten zouden aldus in staat worden gesteld om carrouselfraude zeer snel te detecteren. Deze voorstellen volgen op de Mededeling strekkende tot de verbetering van de administratieve samenwerking tussen de lidstaten in de strijd tegen de btw- fraude. Ze vormen een onderdeel van een arsenaal aan wetgevende en administratieve maatregelen die een efficiëntere bestrijding van de btwfraude beogen en reeds in een beslissingsfase waren beland.
83
5 Voorstellen van beschikking: - Voorstel voor een beschikking van de Raad waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 285 van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde COM (2008) 404 - Voorstel voor een beschikking van de Raad waarbij de Tsjechische Republiek en de Bondsrepubliek Duitsland worden gemachtigd maatregelen toe te passen die afwijken van artikel 5 van richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde COM (2008) 0753
Het werkjaar 2008 was zeer belangrijk voor België. Enerzijds werden er een aantal interpretatievraagstukken besproken die België in het bijzonder aanbelangden, voornamelijk wat het concept “ gebouwen en het bijbehorende terrein” betreft. Anderzijds was België verplicht het btw–comité te raadplegen met betrekking tot de eigen nationale wetgevende en reglementaire bepalingen waarbij de zogenaamde ”fiscale eenheid” in de Belgische btw-wetgeving werd ingevoerd. Rekening houdend met de complexiteit van deze juridische constructie en ingegeven door de wens van de Commissie om de Belgische kennisgeving samen met gelijkaardige aanvragen van andere lidstaten te behandelen, kon de Belgische raadpleging, die ingediend was in 2007, slechts ter gelegenheid van het btw-comité dat gehouden werd op 28 en 29 februari 2008, worden afgesloten.
Strijd tegen de fraude: 1.2.1.2. OESO Deze materie wordt behandeld in het hoofdstuk gewijd aan de internationale administratieve samenwerking inzake btw en meer in het bijzonder onder punt 1.2.3.1 in de afdeling die handelt over de ATFS (Anti Tax Fraude Strategy)
De vertegenwoordigers van de Administratie van fiscale zaken hebben in 2008 eveneens deelgenomen aan de vergaderingen van het Comité van fiscale zaken van de OESO en van de Werkgroep nr. 9, waaraan door voormeld Comité de werkzaamheden inzake consumptiebelastingen werden toevertrouwd.
De Commissie Werkzaamheden van werkgroep nr. 1 Tijdens de loop van het voorbij jaar is de werkgroep nr.1 slechts één enkele keer samen gekomen en ze heeft de problematiek van de waardebonnen behandeld. Werkzaamheden van het btw-comité De vertegenwoordigers van de Administratie van fiscale zaken (Directie btw- Internationaal) hebben eveneens deelgenomen aan de vergaderingen van het btw-comité, een consultatief orgaan, dat bevoegd is voor de analyse van interpretatievragen die verband houden met de communautaire regelgeving inzake btw , met inbegrip van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en waaraan, in de gevallen voorzien door de richtlijn 2006/112/EG, wijzigingen van de nationale btw-wetgeving, voorafgaandelijk aan hun datum van inwerkingtreding, ter kennis moeten worden gebracht.
84
Op basis van het mandaat verleend door het Comité van fiscale zaken van de OESO, en onder toezicht van Werkgroep nr. 9, werden de werkzaamheden die ertoe strekken internationale richtlijnen te ontwikkelen inzake consumptiebelastingen verder gezet binnen de subwerkgroep van werkgroep 9, de zogenaamde « Technical Advidsory Group » (TAG) alsook binnen de in de schoot daarvan opgerichte « task teams ». De Administratie van fiscale zaken (Directie btw internationaal) is vertegenwoordigd in de TAG. In 2008 concentreerden de werkzaamheden zich enerzijds op het definiëren van de fundamentele concepten van consumptiebelastingen en meer in het bijzonder op het tot stand brengen van een gezamenlijke visie op de plaatsbepalingsregels voor diensten verricht tussen ondernemingen, en anderzijds op het in kaart brengen van de specifieke problemen met betrekking tot de teruggaaf van consumptiebelastingen waarmee ondernemingen geconfronteerd worden bij grensoverschrijdende transacties. De basis voor de discussies binnen de TAG werd gelegd door de respectievelijke “task teams”.
5 1.2.1.3. Diversen
- ontwerpen van antwoord opgemaakt op mondelinge en schriftelijke parlementaire vragen met een Europees aspect van de btw ; - juridisch advies verstrekt over de overeenstemming van de bepalingen van nationaal recht inzake btw met de Europese bepalingen terzake; - juridische bijstand verleend in de procedures inzake btw voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
Twee wijzigingen van Verordening 1798/2003 werden in de loop van het jaar 2008 goedgekeurd: ● Verordening (EG) nr. 143/2008 van de Raad van 12 februari 20085 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1798/2003 met betrekking tot de invoering van een regeling voor administratieve samenwerking en informatie-uitwisseling in het kader van de bepalingen betreffende de plaats van een dienst, de speciale systemen en de procedure tot teruggave van btw; ● Verordening (EG) nr. 37/2009 van de Raad van 16 december 20086 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1798/2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde, ter bestrijding van de belastingfraude in het intracommunautaire verkeer (zie hierover ook in het volgende punt “ATFS”, Richtlijn 2008/117/EG van de Raad van 16 december 2008).
1.2.2. De economische afdeling: de eigen middelen inzake btw
NB: deze twee laatste verordeningen zijn hoe dan ook niet van toepassing vóór 1 januari 2010.
De werkgroep “Eigen middelen inzake btw” waarvan de economische afdeling de coördinatie verzekert, blijft verder de jaarlijkse grondslag van de btw in het stadium van het eindverbruik vaststellen.
ATFS (Anti Tax Fraud Strategy)
De ambtenaren van de Administratie van fiscale zaken (Directie btw internationaal) hebben eveneens:
1.2.3. De internationale administratieve samenwerking inzake btw
Deze tijdelijke werkgroep werd na de ECOFIN-Raad van november 2006 opgericht om een gecoördineerde strategie uit te werken in de strijd tegen de fiscale fraude (en meer in het bijzonder de carrouselfraude inzake btw) heeft haar werkzaamheden in 2008 voortgezet.
1.2.3.1. Europese Unie Administratieve samenwerking inzake btw De administratieve samenwerking op het gebied van de btw is gebaseerd op twee juridische instrumenten: ● Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 20033 die een snellere en meer doeltreffende administratieve samenwerking heeft ingesteld door middel van rechtstreekse uitwisseling van inlichtingen tussen de diensten of ambtenaren van de verschillende lidstaten. ● Verordening (EG) nr. 1925/2004 van de Commissie van 29 oktober 200444 die bepaalde praktische uitvoeringsmodaliteiten van voormelde Verordening heeft vastgesteld en met name verduidelijkt welke categorieën van inlichtingen automatisch kunnen uitgewisseld worden. 3
PB EG L 264 van 15.10.2003, blz. 1 PB EG L 331 van 5.11.2004, blz. 13 PB EG L 44 van 20.2.2008, blz. 1 6 PB EG L 14 van 20.1.2009, blz. 1
De ECOFIN-Raad van juni 2007 heeft twee luiken van maatregelen voorgesteld: enerzijds conventionele maatregelen die de versterking beogen van het huidige btw-systeem en anderzijds meer ingrijpende, structurele maatregelen die beogen het huidige systeem meer fundamenteel te wijzigen. De Commissie heeft in maart 2008 voorgesteld haar aandacht uitsluitend toe te spitsen op meer conventionele maatregelen. Aldus heeft de ATFS-groep in de loop van 2008 verschillende onderwerpen behandeld zoals: - de snellere informatie-uitwisseling tussen de verschillende lidstaten, meer bepaald door het verkorten van de termijn voor het indienen van de intracommunautaire listings alsook deze voor het doorsturen van deze gegevens aan de andere lidstaten ; - het instellen van een geautomatiseerde toegang tot bepaalde gegevens; - de strijd tegen de btw-fraude met betrekking tot invoer en andere grensoverschrijdende handelingen ;
4 5
85
5 - het instellen van een hoofdelijke aansprakelijkheid wanneer een leverancier zijn intracommunautaire verrichtingen niet aangeeft. Op grond van de opgedane ervaring door het “EUROCANET”-project, dat door België geïnitieerd werd om sneller gerichte informatie met betrekking tot handelaars die betrokken zijn in btw-carrousels uit te wisselen, hebben Frankrijk en Nederland trouwens voorgesteld om tussen de lidstaten een Europees vroegtijdig alarmnetwerk op te richten, genaamd “EUROFISC”. Ter herinnering: 24 lidstaten nemen thans deel aan het EUROCANET-netwerk en de bekomen resultaten zijn zeer doeltreffend.
1. de voorstellen inzake het innen en invorderen van de belasting in grensoverschrijdende situaties; 2. de voorstellen inzake de versterking van de administratieve samenwerking die belangrijke wijzigingen vereisen van Verordening 1798/2003; 3. de voorstellen inzake wetgeving die beogen de werking van het btw-systeem te verbeteren (hoofdzakelijk inzake facturering).
Het EUROFISC-project heeft als doel de administratieve samenwerking inzake btw te versterken door de opdracht van het huidige EUROCANET-netwerk in te bedden in een vertrouwenwekkend juridisch kader. De besprekingen betreffende de uitwerking en inzake de praktische modaliteiten van het EUROFISCnetwerk zullen in 2009 worden voortgezet en de juridische basis zou geïntegreerd moeten worden in de herziening van Verordening 1798/2003.
In december 2008 heeft de Commissie een eerste voorstel van richtlijn ingediend tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG (btw) inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid wat betreft de vrijstellingsvoorwaarden van btw inzake invoer, gevolgd door een intracommunautaire levering.
Bovendien is een ATFS-subwerkgroep bezig met het uitwerken van “gemeenschappelijke minimumnormen” die van toepassing zijn op de registratie en de doorhaling van btw-belastingplichtigen.
De belangrijkste punten die in 2008 tijdens de vergaderingen van het SCAC-Comité werden besproken zijn: - het oplossen van problemen die voortvloeien uit het invoeren van nieuwe formulieren SCAC in formaat XML (gestandaardiseerde documenten die langs elektronische weg worden doorgezonden en slechts een minimum aan vertaalwerk vereisen); - het opvolgen van de werkzaamheden van de verschillende projectgroepen Fiscalis (voornamelijk “de noodzaak van feedback inzake informatie-uitwisseling” en “de kwaliteitsverbetering van de uitgewisselde informatie”); - het opvolgen inzake administratieve samenwerking van de strategieën in de fraudebestrijding voorgesteld door de werkgroep ATFS (zie punt ATFS hiervoor); - het onderzoek van de statistieken die verstrekt werden door de lidstaten en het zoeken van een verklaring voor de verschillen of het gebrek aan samenhang; - het vergemakkelijken van de toegang en het verhogen van de betrouwbaarheid inzake de controle van de btw-identificatienummers door de economische operatoren; - het onderzoek van de praktische terugbetalingsmodaliteiten van de btw, voorzien in de (nieuwe) richtlijn 2008/9/EG van de Raad van 12 februari 20089, ten voordele van in een andere lidstaat gevestigde belastingplichtigen.
Ingevolge de werkzaamheden van de ATFS-groep inzake het verkorten van de indieningstermijn van de intracommunautaire listings alsook het doorsturen van de gegevens die er betrekking op hebben tussen de lidstaten, werd door de Raad op 16 december 2008 een Richtlijn en een Verordening goedgekeurd teneinde deze beide termijnen te beperken tot één maand: • Richtlijn 2008/117/EG van de Raad van 16 december 20087 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde ter bestrijding van de belastingfraude in het intracommunautaire verkeer • Verordening (EG) nr. 37/2009 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1798/2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde, ter bestrijding van de belastingfraude in het intracommunautaire verkeer 7
PB EG L 14 van 20.1.2009, blz.7 COM (2008) 807 final 9 PB EG L 44 van 20.2.2008, blz. 23 8
86
In de mededeling van de Raad van 1 december 20088, betreffende een gecoördineerde strategie teneinde in de Europese Unie de strijd tegen de btw-fraude te verbeteren, heeft de Raad deze maatregelen in drie pakketten verenigd:
SCAC (Standing Committee on Administrative Cooperation)
5 Fiscalis 2008-2013 Ingevolge Beschikking nr. 1482/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 200710 werd begin 2008 een nieuw communautair programma ingevoerd om de werking van de belastingstelsels in de interne markt te verbeteren (Fiscalis programma 2013).
de Belgische vertegenwoordiger (van de BBI) het systeem Datamining heeft voorgesteld dat in België gebruikt wordt voor het opsporen van btw-fraudecarrousels. De volgende vergadering van het Task Team SECTIS, die een gezamenlijke vergadering zal zijn met de OESO – Europese Commissie en voorzien was voor eind 2008, werd uitgesteld tot 2009. 1.2.3.3. Bilaterale akkoorden inzake administratieve samenwerking
Dit nieuwe programma volgt het Fiscalis-programma 2003 - 2007 op teneinde de werkzaamheden van deze laatste verder te zetten. Het heeft als doel de samenwerking tussen de fiscale administraties van de lidstaten te versterken en te komen tot een gelijke en doeltreffende toepassing van het communautair recht teneinde beter de fiscale fraude te kunnen bestrijden.
Frankrijk / België
Het Fiscalis-programma 2013 loopt over 6 jaar (in plaats van 5 jaar zoals in het voorgaande programma) teneinde de duur af te stemmen op dit van het meerjarige financiële kader van de Europese Unie.
Overeenkomstig het grensoverschrijdende dispositief van 23 juni 2006 inzake de rechtstreekse uitwisseling van fiscale inlichtingen op het gebied van btw en directe belastingen, heeft de administratieve samenwerking tussen de ambtenaren van de lokale diensten van de departementen in het noorden van Frankrijk en deze van België zich voortgezet in 2008.
De beoogde belastingen blijven dezelfde: btw, accijnzen, inkomsten- en vermogensbelasting, belasting op de verzekeringspremies.
Op 21 november 2008 werd een nieuw akkoord getekend teneinde van Belgische zijde het toepassingsgebied uit te breiden tot de diensten van de Bijzondere Belasting Inspectie (BBI).
De door het nieuwe Fiscalis-programma voorziene werkzaamheden blijven onveranderd wat betreft de vormingswerkzaamheden, multilaterale controles, seminaries en werkgroepen. Hoe dan ook, de “Fiscalis uitwisselingen”, beoogd in het voorgaande programma worden vervangen door “werkbezoeken” in het nieuwe Fiscalis-programma 2013. De werkbezoeken kunnen meer doelgericht zijn en een looptijd hebben die wisselt tussen enkele dagen tot maximum 1 maand.
Nederland / België
1.2.3.2. OESO Op het vlak van de OESO hebben de werkgroepen TIES (Tax Information Exchange System) en de subwerkgroepen (Task Team) hun werkzaamheden voortgezet voornamelijk voor wat betreft de aspecten informatica en de verbetering van de informatie-uitwisseling. Wat betreft het Task Team SECTIS, dat instaat voor het systeem van de informatie-uitwisseling inzake verbruiksbelastingen, werd er slechts één enkele vergadering gehouden in mei 2008, tijdens dewelke 10
Het pilootproject dat in 2007 van start ging inzake gezamenlijke controles tussen België en Nederland, werd voltooid in 2008 met zeer positieve resultaten voor beide landen, zowel inzake btw als directe belastingen. Dit pilootproject heeft bovendien een belangrijke meerwaarde geleverd voor de kennis van de fiscale wetgeving die van toepassing is in het partnerland. De administraties van beide landen werken momenteel in overleg samen teneinde een permanent juridisch kader aan dit project te verlenen. Twee nieuwe regelingen werden in 2008 aangegaan: 1. een voorlopige regeling betreffende een grensoverschrijdende samenwerking inzake rechtstreekse uitwisseling van fiscale inlichtingen, getekend op 21 maart 2008; 2. een regeling betreffende de aanwezigheid van belastingambtenaren van een Staat op het grondgebied van de andere Staat teneinde over te gaan tot fiscale onderzoeken, getekend op 1 april 2008.
PB EG L 330 van 15.12.2007, blz. 1
87
5 Duitsland / België Ingevolge de administratieve regeling van 17 december 2002 inzake de grensoverschrijdende rechtstreekse uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de btw tussen België en de 4 Duitse (aangrenzende) Länder, is de Belgisch-Duitse werkgroep belast met het toezicht op de praktische toepassing van deze regeling samengekomen in maart 2008 te Saarbrücken; de volgende vergadering is voorzien in april 2009 in Duitsland. 2. Internationale samenwerking door uitwisseling van ambtenaren 2.1. Fiscalis 2.1.1. Voor btw, directe belastingen en taks op de verzekeringspremies 2.1.1.1. Deelname van Belgische ambtenaren aan seminaries, projectgroepen en workshops
88
- Efficiëntere coördinatie van multilaterale controles; - Grensoverschrijdende vergunningen voor vereenvoudigde procedures – gecentraliseerde vrijmaking (Accijnzen). In 2008 hebben 30 Belgische ambtenaren, verdeeld over de verschillende administraties van financiën, deelgenomen in diverse landen aan projectgroepen en workshops over verschillende onderwerpen zoals o.m. : - E-audit; - Herziening van de gids inzake multilaterale controles; - Fiscalis jaarlijks werkplan 2008 (Annual Work Program); - Elektronisch internettoezicht; - E-learning (btw module); - Risico management (o.a. Autocanet); - “Tax auditing” in Europees perspectief; - Training inzake de toepassing van informatica programma’s (Accijnzen).
Jaarlijks bepaalt de Europese Commissie (overeenkomstig art. 4 van de Fiscalis Beschikking nr. 1482/2007) in overleg met de Lidstaten de verschillende doelstellingen waaraan het Fiscalis-programma moet voldoen (Annual Work Program 2008). Alle activiteiten georganiseerd onder het luik Fiscalis moeten aan één of meerdere doelstellingen voldoen om recht te hebben op de financiering van die activiteiten.
In 2008 hebben Belgische ambtenaren deelgenomen aan 27 multilaterale en/of bilaterale controles, waarvan 3 selectievergaderingen
Zo hebben in 2008 25 Belgische ambtenaren, verdeeld over de verschillende administraties van financiën, deelgenomen aan 11 verschillende seminaries in binnen - en buitenland en dit over verschillende onderwerpen zoals o.m. : - Plaats van de dienstprestaties inzake heffingen van belastingen; - Wederzijdse bijstand op het gebied van de Invordering; - Bepalingen voor KMO’s betrokken bij de productie van alcohol of alcoholische dranken (Accijnzen); - Gemeenschappelijke formulieren voor de uitwisseling van inlichtingen; - Interpretatie en implementatie door de Lidstaten van de jurisprudentie ten gevolge van uitspraken door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; - Procedures inzake akkoorden in het kader van dubbelbelastingverdragen;
In 2008 hebben 67 ambtenaren van de verschillende administraties binnen financiën gekozen voor een werkbezoek in het buitenland bij hun respectievelijke zusteradministratie.
2.1.1.2. Werkbezoeken van Belgische ambtenaren in andere Lidstaten
De ambtenaren dienen een aantal doelstellingen voorop te stellen die nauw aansluiten bij het jaarlijks Fiscalis werkprogramma (AWP 2008). Iedere deelnemer dient nadien een verslag uit te brengen bij de hiërarchische oversten en aan de Fiscalis coördinator melden of de oorspronkelijke doelstellingen al dan niet werden bereikt.
5 In het algemeen wordt o.m. gestreefd naar: - Het opstellen van een coherent kader om de geldende en toekomstige communautaire reglementering in werking te stellen (btw, Accijnzen, Directe Belastingen); - Het delen van de kennis m.b.t. de vigerende wetgeving in de diverse Lidstaten (btw, Accijnzen, Directe Belastingen); - Het verzekeren van de werking, de ondersteuning en verbetering van de huidige systemen van communicatie en uitwisseling van inlichtingen (btw, Accijnzen, Directe Belastingen); - Het bestrijden van de fraude en het verbeteren van de risicoanalyse en audittechniek ter voorkoming van de fraude (btw, Accijnzen); - Het verbeteren en versterken van de invorderingsprocedures binnen de Europese Unie (btw, Accijnzen); - Het verbeteren van de samenwerking tussen de Lidstaten om een betere toepassing van de bestaande regels te verzekeren (Taks op verzekeringspremies).
2.1.2. Voor accijnzen
2.1.1.3. Werkbezoeken van buitenlandse ambtenaren in België
België neemt deel aan de communautaire programma’s sedert de inwerkingtreding ervan. Het betreft o.a. de programma’s Douane 2013 en Fiscalis 2013 (accijnzen).
In 2008 hebben 52 buitenlandse ambtenaren België uitgekozen voor een werkbezoek van 1 tot 10 werkdagen. Dit zijn zowel gecibleerde werkbezoeken als bezoeken in groep. België biedt jaarlijks een globaal programma te Brugge en te Namen aan. De kwaliteit van de voorgestelde programma’s wordt als hoogstaand ervaren.
In 2008, namen 21 accijnsambtenaren actief deel aan 16 vergaderingen georganiseerd in het kader van werkbezoeken en seminaries op het gebied van de opleiding, de accijnsbewegingen, energetische producten, minerale olie en de risicoanalyse inzake accijnzen.3 buitenlandse ambtenaren legden een werkbezoek af aan verschillende Belgische accijnsdiensten. De acties op het gebied van accijnzen zijn, zoals deze voor het programma DOUANE 2013, zeer belangrijk voor de harmonisering van de wetgeving en de werkmethodes en voor de samenwerking tussen de fiscale diensten van de lidstaten. 2.2. Internationale samenwerking inzake douane
Tevens verleent de administratie haar medewerking aan de activiteiten van de WDO en organiseert zij jaarlijks een academische sessie voor buitenlandse douaneambtenaren bij de Belgische verificatieschool. 2.2.1. Douane 2013
Hun doelstellingen bestaan in het verwerven van kennis en ervaring betreffende o.m. : - de controlemethodes en procedures inzake btw en Directe Belastingen; - de organisatie en procedures i.v.m. multilaterale controles; - de methodes en procedures inzake e-audit en e-commerce; - de maatregelen en methodes inzake het bevorderen van het spontaan naleven van fiscale wetgeving (compliance); - de procedure i.v.m. de terugbetaling van btw; - de internationale samenwerking en uitwisseling van inlichtingen inzake Directe Belastingen en btw.
In 2008 namen 100 Belgische ambtenaren deel aan 55 vergaderingen in het kader van werkbezoeken/ seminaries/werkgroepen en studiebezoeken die plaatsvonden in de verschillende lidstaten en 15 douaneambtenaren uit de Europese Unie werden ontvangen in een Belgische douanedienst in het kader van een werkbezoek. Deze internationale ontmoetingen boden de gelegenheid, zowel aan de Belgische experts als aan de experts uit de andere lidstaten, om de internationale samenwerking te verbeteren en de inspanningen op het gebied van de fraudebestrijding te intensifiëren.
89
5 Als voornaamste doelstellingen van deze ontmoetingen kunnen worden geciteerd: de controle van ondernemingen en de verificatie van goederen, de indeling (classificatie) van goederen, de douanelaboratoria, organisatie en risicobeheer in de luchthavens (ICARUS) en de havens (RALPH), megaports initiative, de koerierdiensten, EBTI, PLDA, de motorbrigades, NCTS, de bestrijding van namaak, de goederen voor dubbel gebruik, opleiding en E-learing, transit, de vereenvoudigde douaneprocedures, het beheer van de communautaire programma’s, resultaatmeting (MoR), de AEO-certificaten en het onderzoeken van schepen. De Belgische administratie organiseerde één activiteit in België; het betrof de 1e vergadering van de werkgroep over het AWP (Annual Work Programme) die op 2 en 3 juni 2008 werd georganiseerd in Luik. Deze vergadering bood de gelegenheid aan de verantwoordelijken van het programma Douane 2013 om van gedachten te wisselen over het werkprogramma en zodoende de prioritaire domeinen te bepalen voor het jaar 2009.
materiaal, de bestrijding van de fraude, oorsprong, het communicatienetwerk, antidumping rechten en een werkgroep “sigaretten”. 2.2.4. Eurodouane Eind 2007 werden de activiteiten van Eurodouane definitief stopgezet voor wat het programma PHARE betreft en in maart 2008 werden de acties betreffende het programma CAFAO beëindigd. Een laatste gezamenlijke vergadering van het Beleidscomité en van de buitengewone algemene vergadering van de AGE (associatie voor het beheer van Eurodouane) vond plaats op 10 juni 2008 in Parijs. Eén Belgische ambtenaar nam hieraan deel. De vergadering besliste over de definitieve ontbinding van Eurodouane en de uitvoering ervan. 2.2.5. WDO
2.2.2. TAIEX In het kader van de technische bijstand organiseerde TAIEX (Technical Assistance Information Exchange Unit) van DG Uitbreiding van de Europese Commissie 2 acties waaraan werd deelgenomen door 3 Belgische ambtenaren. Deze acties werden georganiseerd in het kader van CITES en AEO (Authorized Economic Operator).
Jaarlijks organiseert de Werelddouaneorganisatie (WDO) een “lentebeursprogramma” dat voorbehouden is aan ambtenaren van de douaneadministraties die lid zijn van de WDO. In voornoemd kader hebben 5 ambtenaren, respectievelijk uit de Democratische Republiek Congo, Ivoorkust, Moldavië, Oezbekistan en Turkije, een praktijkstage gevolgd bij de Belgische administratie. 2.2.6. ISEC (Preventie en bestrijding van criminaliteit)
Twee werkbezoeken werden georganiseerd in België die respectievelijk handelden over namaak ten behoeve van een Turkse ambtenaar die werd ontvangen op de Centrale administratie, te Bierset en te Antwerpen en over de ethiek en de bestrijding van corruptie ten behoeve van een delegatie Tunesische ambtenaren. 2.2.3. OLAF In 2008 deed OLAF een beroep op de medewerking van 12 Belgische ambtenaren die deelnamen aan 10 dienstopdrachten met betrekking tot het containervervoer van goederen via binnenlandse havens, het witwassen van geld, de opleiding inzake communicatie en de opleiding over het gebruik van gesofisticeerd
90
Als onderdeel van het Algemene programma “Veiligheid en bescherming van de vrijheden“ werd, ingevolge het Besluit van de Raad van 12 februari 2007, een specifiek programma “Preventie en de bestrijding van criminaliteit” vastgesteld. 9 ambtenaren namen deel aan 6 acties die handelden over minerale oliën, illegaal transport van cocaïne via cargo en koerierdiensten, fraude met synthetische drugs en de Conventie van Napels II.
5 2.2.7. Buitenlandse stagiairs De sessie 2007-2008 werd gevolgd door 20 stagiairs afkomstig uit de Comoren, Congo, Gabon en Togo. Ambtenaren (18) uit respectievelijk Republiek Congo, Democratische Republiek Congo, Ivoorkust, Gabon en Togo volgden de sessie 2008-2009. De verstrekte opleiding betreft de studie van het Tarief van invoerrechten gebaseerd op het Geharmoniseerd Systeem, evenals de hierop betrekking hebbende wetgeving. Op het einde van de sessies wordt een diploma overhandigd aan de geslaagde cursisten. Dit gebeurt in aanwezigheid van de Ambassadeurs en de Directeurs-generaal van de betrokken landen. 2.2.8. Diverse zendingen 2 opdrachten werden gerealiseerd door 2 ambtenaren in het kader van het project “EU-Outreach” en de risicoanalyse. Een delegatie uit Kirgizië en een delegatie uit Tadjikistan werden ontvangen in het kader van de technische bijstand. Hun werkbezoek betrof de volgende domeinen: risicoanalyse, enig kantoor en douaneprocedures. Een delegatie bestaande uit 15 Afrikaanse douaneambtenaren bracht een bezoek aan de haven van Antwerpen. Hun interesse ging uit naar douaneprocedures. Een delegatie bestaande uit respectievelijk Marokkaanse, Franse en Luxemburgse douaneambtenaren bracht een bezoek aan Zaventem betreffende de controles bij uitvoer van goederen voor tweeërlei gebruik.
91
LIJST MET AFKORTINGEN: AABI AEO AFZ AInv AOIF AS-IS ATFS B&I BBI Belcotax-on-Web BNI-Nat.Pers. BNI-VEN BOW BTW BV CAFAO CC CCCTB CDGEFID CFI CITES CLO Codinet COIV Coperfin CRM D&A DB DCU DIMONA DVB EER ECOFIN EDIVAT EU FAQ FINFORM FINTO Fiscalis Fisconetplus FOD Horeca HvJEG IB ICPC ICRG INTERVAT ISEC
92
AGIR AEO AAF ARec AFER AS-IS ATFS I&R ISI INR-PP INR-SOC BOW TVA Pr.P CAFAO CC ACCIS OCDEFO CTIF CITES CLO Codinet OCSO Coperfin CRM D&A CD SCE DIMONA SDA EEE ECOFIN EDIVAT UE FAQ FINFORM FINTO Fiscalis Fisconetplus SPF Horeca CJCE ISR ICPC ICRG INTERVAT ISEC
Algemene administratie van de belastingen en de invordering Geautoriseerde marktdeelnemer Administratie van fiscale zaken Administratie van de invordering Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit Analyse van de toestand zoals hij zich momenteel aanbiedt Anti tax fraud strategy Belastingen en invordering Bijzondere belastinginspectie Elektronische toezending van de fiches 281 en hun samenvattende opgaven 325 via internet door werkgevers en andere schuldenaars van inkomsten die aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen zijn. Belasting van niet-inwoners natuurlijke personen Belasting van niet-inwoners vennootschappen en rechtspersonen Belcotax-on-web Belasting over de toegevoegde waarde Bedrijfsvoorheffing Customs and fiscal assistance offices Contactcenter Common consolitated corporate tax base Centrale dienst voor de bestrijding van de georganiseerde economische en financiële delinquentie Cel voor financiële informatieverwerking Conventie over de internationale handel in bedreigde soorten Central Liaison Center Codificatie inzake personeel Centraal orgaan voor de inbeslagneming en de verbeurdverklaring Modernisering van de Federale Overheidsdienst Financiën Citizen Relationship Management Douane en accijnzen Directe belastingen Dienst coördinatie en uitvoering Bestand van de onmiddellijke aangiften van tewerkstelling Dienst voorafgaande beslissingen Europese Economische Ruimte Raad Economische en Financiële Zaken (EU) Elektronische btw-aangifte voor professionele gebruikers Europese unie Meest gestelde vragen Bibliotheek van de fiscale formulieren die binnen de FOD beschikbaar zijn Verhuis van diensten van FOD Financiën naar de Finance Tower Europees programma inzake accijnzen, btw, directe belastingen en taksen op de verzekeringspremies Gegevensbank bevattende informatie over fiscale materies en over aanverwante niet-fiscale materies Federale overheidsdienst Hotels, restaurants, cafés Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Inkomstenbelastingen Geautomatiseerd systeem voor de inning, de invordering en de comptabiliteit International cooperation review group Elektronische btw-aangifte Programma ´Preventie en bestrijding van criminaliteit`
KMO MKDV MOTO NCTS NOD OESO OLAF OV P&O PB PLDA PMO RBCI RPB RV SCANFIN SECTIS SEPA STIMER STIR TAG TAXI Tax-on-web TBT TIES TOW VATLIST VB Ven.B VENSOC WBTW WCMS WDO WIB
PME PSMC MOTO NCTS DNR OCDE OLAF Pr.l P&O IPP PLDA PMO GRACR IPM PRM SCANFIN SECTIS SEPA STIMER STIR TAG TAXI Tax-on-web TBT TIES TOW VATLIST TC ISOC VENSOC CTIVA WCMS OMD CIR
Kleine en middelgrote ondernemingen Multikanaal dienstverlening Mobiel toezicht (D&A) New computerised transit system Nationale opsporingsdirectie Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling Europees bureau voor fraudebestrijding Onroerende voorheffing Personeel en organisatie Personenbelasting Paperless Douane en accijnzen Program management office Risicobeheer, bijstand, controle en invordering Rechtspersonenbelasting Roerende voorheffing Scanning van administratieve documenten Secure exchange consumption taxes information system Single euro payment area Geïntegreerd verwerkingssysteem multi-entiteiten Invordering Geïntegreerd verwerkingssysteem Belastingen en Invordering Technical advisory group Integratie van de taxatiegegevens On-line dienst voor het indienen van PB-aangifte Boordtabellen Taxation information exchange system Tax-on-web Elektronische lijst van de btw-belastingplichtige afnemers Verkeersbelasting Vennootschapsbelasting Elektronische aangifte in de vennootschapsbelasting Wetboek inzake btw Web content management system Werelddouaneorganisatie Wetboek van de inkomstenbelastingen
93
Nota’s: ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
94
Nota’s: ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
95