Aanpassing archeologische beleidsadvieskaart gemeente Kaag & Braassem The Missing Link Notitie TML563
THE MISSING LINK NOTITIE TML563 Aanpassing archeologische beleidsadvieskaart, gemeente Kaag & Braassem
Inleiding In mei 2011 is het archeologiebeleid van de gemeente Kaag en Braassem vastgesteld en is nu bijna 2 jaar in gebruik. In het kader van een aantal bestemmingsplanprocedures en het voornemen tot vaststellen van een erfgoedverordening is het archeologiebeleid van de gemeente Kaag en Braassem geëvalueerd door The Missing Link.1 Op basis van deze evaluatie zijn de ondergrenzen herijkt en de archeologische verwachting op bepaalde plaatsen in de gemeente aangepast. In deze notitie worden deze aanpassingen beschreven en toegelicht. In bijlage is de nieuwe archeologische beleidsadvieskaart opgenomen. Conform de afspraak met de gemeente Kaag en Braassem is de archeologische verwachtingskaart niet aangepast. De kaart is als bijlage bij deze notitie opgenomen. 1. Aanpassing archeologische beleidsadvieskaart In deze paragraaf worden aanpassingen van de archeologische verwachting (weergegeven op de beleidsadvieskaart) voorgesteld en toegelicht. a. Polder ten westen van het Braassemermeer De polder ten westen van het Braassemermeer aan weerszijden van Noordeinde is in het verleden ontgonnen en door dijken ingesloten. Hier zijn alleen perifere archeologische sporen, zoals sloten, ringvaarten, greppels voor ontwatering en hooguit schuurtjes te verwachten in de bovenste delen. Op de provinciale Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) is aan deze polder, net zoals aan andere polders in de omgeving, daarom een lage verwachting toegekend. Op de vigerende gemeentelijke beleidsadvieskaart uit 2011 heeft deze polder echter een middelhoge verwachting. Dit is enerzijds te verklaren uit het feit dat perifere archeologische sporen toen als belangrijk zijn aangemerkt. Anderzijds is deze verwachting mogelijk gebaseerd op het gedeeltelijk nog aanwezig Hollandveen, zoals de geologische kaart laat zien. Echter alleen als dit Hollandveen veraard is, dat wil zeggen, verdroogt is in het verleden, biedt dit bewoningsmogelijkheden voor nederzettingen uit in dit geval IJzertijd en Romeinse tijd. Of dit ook werkelijk veraard is en bewoningsporen bevat kan enkel worden getoetst middels kostbaar veldonderzoek. Omdat de archeologische verwachting zich beperkt tot perifere sporen en er slechts een geringe kans bestaat op het aantreffen van archeologische resten, aanwezig op het Hollandveen, is de archeologische verwachting bijgesteld naar een lage verwachting. Met dien verstande dat bij uitvoering van werken altijd een wettelijke meldingsplicht bestaat voor archeologische resten. De status en onderzoeksplicht voor de ontginningsas en historische kern, die van noord naar zuid door deze polder loopt, is behouden. b. Overige aanpassingen De legenda-eenheid ‘verstoord’ is verwijderd van de beleidsadvieskaart, aangezien geen enkele plek op de kaart deze aanduiding kent. 1
Bosman, van Roode & De Jong, 2012, Evaluatie archeologiebeleid gemeente Kaag en Braassem, notitie TML 513.
The Missing Link Notitie TML563; Aanpassing archeologische beleidsadvieskaart Kaag & Braassem
2
De legenda-eenheid ‘water’ is op de beleidsadvieskaart geplaatst. Op de huidige beleidsadvieskaart is geen legenda eenheid water aangegeven. Deze meren, waterlopen en dergelijke kennen overigens geen archeologische verwachting en dus geen zijn hier geen voorwaarden aan gekoppeld. Op de vigerende kaart is een aantal waterlopen in het westen van de gemeente Kaag en Braassem niet als water aangeduid. Dit is op de aangepaste kaart veranderd in de legenda-eenheid water. 2.
Overige punten n.a.v. evaluatie a. Stroomgordel/crevasse zuidoosten Bij de evaluatie van het bestaande beleid is aangegeven dat de status in het zuidoostelijk deel van de gemeente nog nader bekeken moest worden. The Missing Link heeft hiervoor ondermeer bestaande literatuur2 en rapporten bestudeerd van archeologisch veldonderzoek dat in dit deel van de gemeente Kaag en Braassem is uitgevoerd.3 Na analyse van deze bronnen is het duidelijk dat in ieder geval een crevasse aanwezig is, ondiep aan het maaiveld. De crevasse lag in het verleden hoger in het landschap en was daarmee een geschikte plek voor bewoning. Daarnaast ligt mogelijk een (noordelijke) rand van de stroomgordel van de Oude Rijn ook binnen de grenzen van Kaag en Braassem. Deze relatief hooggelegen gordel hoort tot het Laagpakket van Wormer. Deze afzettingen liggen op een diepte van ca. 12,5 m –NAP. Dit betekent dat de stroomgordel meer dan 10 m onder het huidige maaiveld ligt. Alleen bij zeer diepe bodemingrepen kan de top van de stroomgordel verstoord worden. Bij normaal gebruik zal deze diepliggende stroomgordel niet aangetast worden. De aanwezigheid van de crevasse is wel aangetoond in genoemd veldonderzoek. De crevasse kan verwacht worden vanaf circa 40 cm tot 1 m onder het huidige maaiveld. Hierom is de hoge verwachting op de beleidsadvieskaart gehandhaafd. b. Aanwas nieuw land Kaag en Braassem is een gemeente met een aanzienlijk wateroppervlak. Het Braassemermeer neemt hierbij een prominente plek in. Door de aanwezigheid van dit water ontstaat er ook elk jaar nieuw land door aanwas. Dit heeft als gevolg dat percelen gelegen aan het water groter kunnen worden door de jaren heen dan dat op de kadastrale kaarten is aangegeven. Het nieuwe land heeft een lage archeologische verwachting omdat het hier over recente sedimentafzettingen gaat. Hier worden geen archeologische resten in situ verwacht. Dit geldt wel voor de grenszone van de vroegere waterlijn. Hier kunnen zaken als oude beschoeiingen, fuiken e.d. worden verwacht. Deze zones hebben en blijven een middelhoge archeologische verwachting behouden. Overigens is de aanwas op slechts enkele plekken geconstateerd en betreft dan hoogstens enkele meters. Op het schaalniveau waarop de beleidsadvieskaart is gemaakt, zijn deze percelen niet (duidelijk) zichtbaar. Aangezien het water geen archeologische verwachting kent en gezien de beperkte omvang wordt de beleidsadvieskaart niet aangepast. c. Vergelijking beleidsadvieskaarten van aangrenzende gemeentes Een vergelijking met de beleidsadvieskaarten van aangrenzende gemeentes kan meer inzicht verschaffen in de manier hoe de verschillende verwachtingen beleidsmatig worden vertaald. 2
Berendsen & Stouthamer, 2001, Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands. Van Gorcum. Hanemaaijer, 2011, Doespolderkade 6, Hoogmade, gemeente Kaag en Braassem. Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek. ADC Rapport 2668. En: De Boer, Sprangers & Bosman, 2011, Voortgangsrapportage Onderzoeken Archeologie Aardgastransportleiding Beverwijk-Wijngaarden (A-803), gemeenten Beverwijk, Zaanstad, Velsen, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Kaag en Braassem, Rijnwoude, Zuidplas, Ouderkerk, Bergambacht, Nederlek, Nieuw-Lekkerland en Graafstroom; archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennende en karterende fase). RAAP-RAPPORT 2449. 3
The Missing Link Notitie TML563; Aanpassing archeologische beleidsadvieskaart Kaag & Braassem
3
Er zijn vier kaarten geraadpleegd: van gemeente Haarlemmermeer, gemeente Aalsmeer, gemeente Rijnwoude en gemeente Teylingen. De vertaling van de archeologische verwachtingen naar beleidsadviezen zijn sterk verschillend per gemeente. De ene gemeente heeft ook gedetailleerdere beleidsadviezen dan de andere. De beleidskaarten van de buurgemeenten van Kaag en Braassem verschillen dusdanig van elkaar dat er geen eenduidige manier is om de verwachtingen te vergelijken en zonodig op aan te passen. Daarom is de beleidsadvieskaart hier niet op aangepast. 3. Beleidsmatige aspecten Ondergrenzen gekoppeld aan bestemmingsregels De Wet op de archeologische monumentenzorg stelt een oppervlakteondergrens voor bodemingrepen van 100 m². Als de bodemingreep groter is dan deze grens geldt een onderzoeksplicht. De gemeente mag van deze oppervlaktemaat gemotiveerd naar boven en naar beneden afwijken. Dit is ook gebeurt bij het opstellen van de archeologische beleidsadvieskaart. Deze ondergrenzen zijn geëvalueerd door en deels aangepast. Hieronder worden de nieuwe ondergrenzen beschreven. De ondergrenzen die worden voorgesteld hebben betrekking op de bodemingrepen en niet op de oppervlakte van het plangebied.4 De ondergrenzen dienen ook zo in nieuwe bestemmingsplannen en de nieuwe erfgoedverordening opgenomen te worden. Nieuwe 1. 2. 3. 4. 5.
ondergrenzen AMK-terreinen: Historische kernen en ontginningsassen: Hoge verwachting: Middelhoge verwachting: Lage verwachting:
50 m² en 30 cm –mv 150 m² en 30 cm -mv 500 m² en 30 cm –mv 2.500 m² en 30 cm -mv geen onderzoeksplicht
1. AMK-terreinen: In Kaag en Braassem is er op dit ogenblik één AMK-terrein aanwezig, dit is een kerkterrein. Het AMK-terrein is circa 1.600m² groot. Een ondergrens van 0 m² die eerder gold is een zeer strikte ondergrens, aangezien alle bodemingrepen vergunningplichtig zijn. Dus ook bijvoorbeeld het aanplanten of rooien van een boom of vernieuwen van hekwerk. Daarom wordt de ondergrens op 50 m² gesteld. Indien er wezenlijk sprake is van nieuwbouw of grote herinrichtingen, zijn de plannen toch vergunningplichtig. Daarnaast levert een archeologisch onderzoek naar bijvoorbeeld boomplantgaten te weinig informatie op, door het geringe oppervlak van een dergelijk gat. Aangezien het AMK-terrein een kerkterrein is, kunnen archeologische resten dicht aan de oppervlakte verwacht worden. De vergunningsvrije diepte is daarom 30 cm beneden maaiveld. De werkzaamheden binnen dit AMK-terrein in Kaag en Braassem worden vergunningplichtig gesteld indien de bodemingrepen groter zijn dan 50 m² en dieper dan 30 cm beneden maaiveld reiken. 2. Historische kernen en ontginningsassen De oorspronkelijke ondergrens van 100m² en 30 cm beneden maaiveld betekent in de praktijk dat in Kaag en Braassem voor nagenoeg alle af te geven omgevingsvergunningen met bodemingrepen een archeologische onderzoeksplicht geldt. Zowel voor de gemeente als voor de vergunningaanvrager 4
Op de vigerende beleidskaart staat vermeld dat het om het oppervlak van het plangebied, in tegenstelling tot de beleidsnota zelf waar het wel degelijk om de bodemingrepen gaat.
The Missing Link Notitie TML563; Aanpassing archeologische beleidsadvieskaart Kaag & Braassem
4
betekent dit een substantiële lastenverzwaring. Daarom wordt deze grens verhoogd naar 150 m² en 30 cm beneden maaiveld. Indien er sprake is van beperkte aanbouw, kleine nieuwbouwwoningen of een beperkte herontwikkeling, hoeft geen onderzoek meer te worden uitgevoerd. Bouwplannen in de historische kern en aan de ontginningsassen vinden regelmatig plaats op reeds verstoorde gronden of vroeger bebouwde locaties. De ervaring van de afgelopen jaren van de gemeente is dat een groot deel van de onderzoeken op reeds bebouwde locaties geen behoudenswaardige archeologische resten heeft opgeleverd. Wanneer er sprake is van grotere nieuwbouwplannen (dus bij bodemingrepen groter dan 150 m², naast de dieptenorm van 30 cm beneden maaiveld), is archeologisch onderzoek wel verplicht. Hier is er ook een grotere kans op het aantreffen van onverstoorde archeologische resten. 3. Hoge verwachting De enige plek waarvoor een hoge verwachting geldt is in het zuidoosten van de gemeente. Op deze crevasse geldt een hogere verwachting dan de omringende gebieden (zie ook punt 4). Daarom is de ondergrens hoger dan voor een middelhoge verwachting. Daarentegen is hier nog sprake van een verwachting, waar ter plaatse van de historische kernen en ontginningsassen eerder archeologische resten aangetroffen zullen worden. Voor de hoge verwachtingsgebieden wordt een oppervlaktegrens opgenomen die minder strikt is dan voor de historische kernen en ontginningsassen, maar wel strikter dan de middelhoge verwachtingsgebieden. De oppervlaktegrens is nu 500 m². De diepte kan, gezien de resultaten van het veldonderzoek op deze locaties, gehandhaafd blijven op 30 cm beneden maaiveld. 4. Middelhoge verwachting De gebieden met middelhoge verwachting zijn gebieden waar bewoning in het verleden mogelijk was. Mogelijk gaat het hier om hoogveenkussens die in het verleden een droge plek bodem om op te wonen. Daarnaast kunnen er ook perifere archeologische sporen aangetroffen worden. Dit is bijvoorbeeld het geval aan de randen van watergebieden, waar oude beschoeiingen, fuiken en dergelijke aangetroffen kunnen worden. De verwachting op het aantreffen van archeologische resten is wel lager dan bij de crevasse, dat een hoge verwachting kent. De ondergrenzen zijn bijgesteld naar 2.500 m² en 30 cm beneden maaiveld, zodat er enkel onderzoek uitgevoerd moet worden wanneer het over grotere bodemingrepen gaat. Deze categorie kent een hogere oppervlaktegrens dan de hoge verwachtingsgebieden, aangezien de verwachting op het aantreffen van archeologische resten ook minder hoog is. 5. Lage verwachting Vooronderzoek voorschrijven in gebieden met een lage trefkans is niet zinvol in de optiek van The Missing Link. De archeologische verwachting is immers laag en (veld)onderzoek zal hier in het overgrote deel ook aantonen dat er geen archeologische resten aanwezig zijn. Meestal beperkt dergelijk onderzoek zich tot het uitvoeren van een bureauonderzoek, wat voor een groot deel in principe dan weer overeenkomt met de resultaten van de verwachtingskaart van de gemeente Kaag en Braassem. Daarom is bij lage archeologische verwachtingsgebieden geen onderzoeksplicht opgenomen. Overigens geldt er altijd een meldingsplicht volgens de Monumentenwet 1988 art. 53: “Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is, meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister.”
The Missing Link Notitie TML563; Aanpassing archeologische beleidsadvieskaart Kaag & Braassem
5
Mochten er onverhoopt toch archeologische resten aan het licht komen, dan kunnen belangrijke vondsten in lage verwachtingsgebieden toch gedocumenteerd en zo nodig veiliggesteld worden. 4. Conclusie De archeologische beleidsadvieskaart is op enkele punten aangepast, evenals de bijbehorende ondergrenzen van de verschillende verwachtingen en waarden. Na goedkeuring van de aangepaste versie van de archeologische beleidsadvieskaart dient dit een juridische verankering te krijgen in nieuwe bestemmingsplannen en de nieuwe erfgoedverordening.
Bijlage: Aangepaste archeologische beleidsadvieskaart
The Missing Link Notitie TML563; Aanpassing archeologische beleidsadvieskaart Kaag & Braassem
6
COLOFON Opdrachtgever: Contactpersoon opdrachtgever: Contactpersoon The Missing Link: Auteur: Autorisatie: Datum: Versie: TML Project: TML Notitie:
Sleutelwoorden:
gemeente Kaag en Braassem dhr. J. Eichler dhr. J. de Jong mevr. S. Hornikx dhr. J. de Jong & dhr. B. Goudswaard (KNA seniorarcheoloog) 18 maart 2013 2.0 definitief 1711 TML563
Kaag en Braassem, archeologische beleidsadvieskaart, aanpassing, advies, onderbouwing
Bijlage: Aangepaste beleidskaart archeologie gemeente Kaag en Braassem
The Missing Link Notitie TML563; Aanpassing archeologische beleidsadvieskaart Kaag & Braassem
7
0
500m 500m
Gemeente Kaag en Braassem - Beleidsplan archeologie
Archeologische beleidskaart Legenda Beleid
Legenda Overig Doelstelling voor behoud
Voorwaarde voor behoud
Indien niet aan voorwaarde wordt voldaan
Waarde
AMK-terrein
Behoud in huidige staat
Geen bodemingrepen groter dan 50 m² en dieper dan 30 cm onder maaiveld
Bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening vroegtijdig archeologisch onderzoek laten uitvoeren en streven naar inpassing van terreinen met archeologische waarden
Gemeentegrens
Historische kernen
Behoud in huidige staat van eventuele resten
Geen bodemingrepen groter dan 150 m² en dieper dan 30 cm onder maaiveld
Bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening vroegtijdig archeologisch onderzoek laten uitvoeren en streven naar inpassing van terreinen met archeologische waarden
Topografie
Ontginningsassen
Behoud in huidige staat van eventuele resten
Geen bodemingrepen groter dan 150 m² en dieper dan 30 cm onder maaiveld
Bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening vroegtijdig archeologisch onderzoek laten uitvoeren en streven naar inpassing van terreinen met archeologische waarden
Water
Hoge verwachting
Behoud in huidige staat van eventuele resten
Geen bodemingrepen groter dan 500 m² en dieper dan 30 cm onder maaiveld
Bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening vroegtijdig archeologisch onderzoek laten uitvoeren en streven naar inpassing van terreinen met archeologische waarden
Middelhoge verwachting
Behoud in huidige staat van eventuele resten
Geen bodemingrepen groter dan 2.500 m² en dieper dan 30 cm onder maaiveld
Bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening vroegtijdig archeologisch onderzoek laten uitvoeren en streven naar inpassing van terreinen met archeologische waarden
Lage verwachting
Geen
Geen Reconstructie verwachtingskaart v03.wor