Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2009
Definitieve versie Vastgesteld in de LHV Ledenraad D.d. 7 april 2009
Inhoudsopgave
Ten geleide
3
1.
Inleiding
4
2.
Doelstelling
5
3.
Het aanbod huisartsgeneeskundige zorg 3.1. Randvoorwaarden 3.2. Basisaanbod, aanvullend aanbod en bijzonder aanbod 3.3. NHG-Standpunten over huisartsgeneeskundige zorg 3.4. Het zorgproces
5 5 6 8 8
4.
Uitwerking van het zorgaanbod naar klachten en aandoeningen 4.1. Referentiekaders voor beschrijving zorgaanbod 4.1.1. NHG-Standaarden 4.1.2. Eindtermen huisartsopleiding 4.1.3. Het classificatiesysteem 4.1.4. Belangrijkste veranderingen
10 10 10 10 10 11
5.
Het zorgaanbod in ICPC-tabellen 5.1. A: Algemeen en niet gespecificeerd 5.2. B: Bloed en bloedvormende organen 5.3. D: Tractus digestivus 5.4. F: Oog 5.5. H: Oor 5.6. K: Tractus circulatorius 5.7. L: Bewegingsapparaat 5.8. N: Zenuwstelsel 5.9. P: Psychische problemen 5.10. R: Tractus respiratorius 5.11. S: Huid en subcutis 5.12. T: Endocriene klieren/metabolisme/voeding 5.13. U: Urinewegen 5.14. W: Zwangerschap/bevalling/anticonceptie 5.15. X: Geslachtsorganen en borsten vrouw 5.16. Y: Geslachtsorganen en borsten man 5.17. Z: Sociale problemen
16 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48
6.
Totstandkoming
50
2
Ten geleide Het Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2009 is een actualisering van het Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2004. Het Aanbod wordt voortaan jaarlijks aangepast op basis van ontwikkelingen in de huisartsenzorg. Het Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2009 is een nadere uitwerking van de visie van de beroepsgroep op de huisartsenzorg. Het betreft de rapporten “Toekomstvisie 2012” en “Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening: concretisering Toekomstvisie 2012” (www.lhv.nl). De invoering van de Zorgverzekeringswet per 1-1-2006 en de vele nieuwe richtlijnen en beschrijvingen van goede zorg door de beroepsgroep maakten deze actualisering nodig. De tabellen in dit rapport zijn vooral geschikt voor communicatie, voor de agenda van de huisartsopleiding en voor het gesprek met de overheid en zorgverzekeraar. De beschrijving van het aanbod hanteert een transparante systematiek, die het mogelijk maakt de kwaliteit van dat aanbod nader te omschrijven. In de tweedelijnszorg wordt hiervoor nu de systematiek van de DBC’s (diagnosebehandelingcombinaties) gehanteerd. DBC’s omschrijven prestatie en kwaliteit van een “zorgproduct” van verschillende aandoeningen. De DBC-systematiek is diagnosegericht en spoort slecht met de huisartsgeneeskundige, integrale en generalistische aanpak, waarbij meestal sprake is van multimorbiditeit. Toch wordt ook in de eerste lijn geexperimeneteerd met DBC’s en de DBC’s Diabetes mellitus en Astma/COPD zijn in gebruik bij zorggroepen. Hiermee hoopt men goede ketenzorg te stimuleren. De M&I-lijst is een lijst van verrichtingen uit het aanbod huisartsenzorg, die vergoed worden. Die lijst overlapt grotendeels wat aanvullend en bijzonder aanbod is, maar is niet hetzelfde. Het aanbod wordt pricipieel gedifieerd vanuit de huisartsgeneeskundige “state of the art”, en de discussie over wat vergoed is een later en ander traject. De M&I-lijst stimuleert innovatieve en substituerende zorg en biedt de praktijk kansen om een breed aanbod aan zorg neer te zetten. Breed wil zeggen veel aanvullend aanbod en eventueel ook bijzonder aanbod. Het huisartsgeneeskundig aanbod is geworteld in een lange traditie van professionele ontwikkeling die zelfs verder teruggaat dan het Basistakenpakket van de huisarts uit 1984. Het aanbod is ook totstandgekomen in wisselwerking met de vraag van de patiënt, die een breed aanbod dichtbij huis wenst. Een breed aanbod aan huisartsgeneeskundige zorg was gecorreleerd met betere outcome van mortaliteit en morbiditeit.1 Het Aanbod huisartsgeneeskundige zorg bepaalt de competenties van de huisarts nodig om dat aanbod te leveren en daarmee ook de Eindtermen van de huisartsopleiding. Het aanbod is op zijn beurt weer geworteld in de empirische en wetenschappelijke kennis en kunde, die het fundament van het vak huisartsgeneeskunde vormen. Het aanbod ontwikkelt zich dan ook in die dynamiek. Bij de actualisering is gebruikgemaakt van publicaties van de beroepsverenigingen NHG en LHV. Het betreft vooral nieuwe NHG-Standaarden en updates, LESA’s, LTA’s, NHG-PraktijkWijzers en de LHV-Handreikingen. Het Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2009 beschrijft zo de inhoud van de anno 2009 door de beroepsgroep geleverde huisartsgeneeskundige zorg, die de essentiële kenmerken van huisartsenzorg weerspiegelt. Het Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2004 is in mei 2004 door de Ledenvergadering van de LHV geaccordeerd en dit Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2009 is ook voorgelegd aan de LHVLedenraad en de NHG-Verenigingsraad. Bij contractering is dit het aanbod dat een voorziening huisartsenzorg zou kunnen bieden. Het basisaanbod biedt iedere praktijk zonder meer, aanvullend aanbod ook maar niet obligaat en bijzonder aanbod hangt af van een aantal condities. Het basisaanbod huisartsenzorg gaat uit van de basisvoorziening huisartsenzorg, die nog steeds bestaat uit één huisarts en één praktijkassistente (0.8 fte). De ambitie om ook chronische zorg als basisaanbod te beschouwen verondersteld een voorziening huisartsenzorg met POH. Dit is nog niet gerealiseerd maar zou goed zijn voor de zorg en ligt in de lijn der verwachtingen.
1
Starfield B. Primary Care: Is It Essential? Lancet 1994;344:1129-33.
3
1.
Inleiding
Algemeen NHG en LHV beschrijven in het rapport “Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening: concretisering Toekomstvisie 2012”1 de kenmerken van de huisartsgeneeskunde, de huisartsenzorg en de huisartsenvoorziening. Een belangrijk onderdeel van het rapport is het nieuwe onderscheid in verschillende soorten zorgaanbod die de huisartsenvoorziening biedt aan haar patiënten. Dit zorgaanbod bestaat uit het basisaanbod van elke huisartsenvoorziening, een aanvullend en een bijzonder aanbod. Met het aanvullend en bijzonder aanbod kan de huisarts zijn zorgaanbod verbreden en inspelen op de zorgvraag van de patiëntenpopulatie in het verzorgingsgebied van een huisartsenvoorziening. Ook komt het aanvullend en bijzonder aanbod tegemoet aan de behoefte van huisartsen aan differentiatie en specialisatie. Context van het huisartsgeneeskundig aanbod Huisartsgeneeskundige zorg bestaat uit generalistische medische zorg in de buurt van patiënten. Deze zorg is persoonsgericht en geplaatst in de context van de specifieke leefomstandigheden van patiënten. Huisartsgeneeskundige zorg is daarmee niet het louter diagnosticeren en behandelen van medische klachten en aandoeningen van patiënten, maar een geïntegreerd proces van zorgverlening gedurende langere perioden van het leven van patiënten. De uitgangspunten voor het beschrijven van het zorgaanbod zijn in genoemd rapport uitgebreid beschreven en onderbouwd.1 Om aan te sluiten op de registratie van klachten en aandoeningen in de dagelijkse praktijk, van universitaire projecten en van de NS II wordt het aanbod beschreven in ICPC-termen.2 De invoering van de Zorgverzekeringswet per 1-1-2006 en de nieuwe tariefstructuur sluit goeddeels aan bij het onderscheid: basis-, aanvullende en bijzondere zorg. Zo wordt voor basiszorg op het inschrijftarief het consult/de visite vergoed. Het huisartsgeeskundig aanbod dekt niet het basisverzekerd pakket huisartsenzorg van de zorgverzekeraar. Bijvoorbeeld preventie (reisadvies, stop roken etc.) valt buiten dat pakket. Wat omvat het huisartsgeneeskundig aanbod? Het basisaanbod wordt door elke voorziening huisartsenzorg geboden. Aanvullend aanbod is zorg die aansluit op de speciale behoeften van de populatie en betreft omschreven activiteiten of groepen patiënten. Die zorg vergt veelal praktijkondersteuning, aangepaste praktijkvoering, extra opleiding van huisarts en/of assistente, een geprotocolleerde aanpak en/of extra inzet. Een aantal mogelijke verrichtingen en diagnostiek worden niet obligaat door iedere praktijk aangeboden, omdat de populatie een andere prioritering van het aanbod nodig maakt. De mogelijkheid bestaat ook door differentiatie aanvullend aanbod bij collegae, bij een andere huisartsenpraktijk, elders in de eerste lijn of in een huisartslab te beleggen. Programmatische aanpak van gezondheidsproblemen (roken, HVZ, overgewicht, preconceptieadvies, etc.) vereisen een proactieve insteek van de praktijk en zijn aanvullend aanbod. Dit geldt ook voor ketenzorg, waarbij afspraken gemaakt moeten worden met ketenpartners en waarbij borging van de keten de uitdaging is. Aanvullend is eveneens aanbod in de GGZ samen met de POH-GGZ. Innovatief aanbod zal meestal onder aanvullend aanbod vallen. Bijzonder aanbod raakt de grens van de huisartsgeneeskunde. De benodigde kennis en vaardigheden voor een deel van het bijzonder aanbod worden niet standaard in de opleiding tot huisarts aangeboden en vergen scholing en deskundigheidsbevordering en aangepaste praktijkvoering. Opbouw van het rapport In dit rapport worden na de doelstelling (in hoofdstuk 2) eerst kort de kenmerken van het aanbod zoals beschreven in de NHG/LHV-Toekomstvisie herhaald en het proces waarin de zorg wordt aangeboden en de vorm waarin. Daarna volgt het zorgaanbod aan de hand van klachten en aandoeningen waar de huisartsenzorg zich op richt geordend naar de ICPC-hoofdstukken, de huisartsgeneeskundige codering hiervoor. Hoofdstuk 4 geeft een toelichting op de uitwerking van het zorgaanbod naar klachten en aandoeningen. In hoofdstuk 5 wordt het huisartsgeneeskundig aanbod uitgewerkt. Er is overlap met de bestaande M&I-lijst, maar de uitgangspunten van beide documenten zijn verschillend. Aanvullend en bijzonder aanbod is vanuit de uitgangspunten en inhoud van huisartsenzorg gedefinieerd en is vooral empirisch. De M&I-lijst is een lijst van voor vergoeding in aanmerking komende verrichtingen die verbreding van het aanbod van goede, effectieve en efficiënte huisartsenzorg dicht bij de patiënt stimuleert. Dat onderscheid is belangrijk, want zowel basis, 4
aanvullend als bijzonder aanbod kan wel of niet extra worden gestimuleerd. Aanbod huisartsgeneeskundige zorg en financiering/ M&I dienen los van elkaar te worden gezien.
2.
Doelstelling
Het geactualiseerd Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2009 is te beschouwen als de concrete invulling van het hoofdstuk over het zorgaanbod in het rapport “Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening: concretisering Toekomstvisie 2012” voor de actuele situatie. Doelstelling hiervan is om: de inhoud van het huisartsgeneeskundige zorgaanbod voor patiënten, huisartsen, andere hulpverleners, overheid, zorgverzekeraars en andere stake-holders duidelijk te maken; aan te geven welke kwaliteit geleverd wordt; de omvang van het aanbod te bepalen; helder te maken wat met van huisartsen kan en mag verwachten.
3.
Het aanbod huisartsgeneeskundige zorg
De diverse universitaire registratieprojecten en de twee tot op heden uitgevoerde nationale studies (NIVEL) geven een goed beeld van de vraag naar huisartsenzorg en het door de huisartsenzorg gerealiseerde aanbod. Deze studies vormen dan ook het uitgangspunt voor de beschrijving van het zorgaanbod. Verder is een goede omschrijving van de kennis en vaardigheden van de huisarts, die bepalen welk aanbod hij kan bieden, te vinden in de Eindtermen van de huisartsopleiding (Eindtermen voor de opleiding van huisartsen. Utrecht: SVUH, 2000). Bijzonder aanbod is een facultatief onderdeel van de huisartsopleiding. Huisartsgeneeskundige zorg is laagdrempelige medische zorg die voor iedereen in zijn of haar buurt wordt geboden door huisartsen en ondersteunend personeel. Zij is verder generalistisch, integraal, persoonsgericht en continu (dag en nacht en van wieg tot graf) beschikbaar (zie Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening). Huisartsenzorg luistert naar de onderliggende princies van relevantie, equity, kwaliteit en kosteneffectiviteit (De Maeseneer). 3.1.
Randvoorwaarden
Het aanbod huisartsgeneeskundige zorg is te realiseren met de volgende randvoorwaarden: • Middelen Bij het beschreven zorgaanbod wordt uitgegaan van de beschikbaarheid van de noodzakelijke middelen. Uitgangspunt hierbij is de huisartsenvoorziening met een gemiddeld samengestelde patiëntenpopulatie wat betreft leeftijd, afkomst, sociale klasse en morbiditeit. Voor huisartsgeneeskundig aanbod aan bijzondere populaties (penitentiaire inrichtingen, asielzoekenden/illegalen, psychiatrische patiënten) geldt een bijzonder aanbod. Een kwalitatief goed zorgaanbod valt of staat met een toereikende financiering van het noodzakelijke personeel, het instrumentarium en inrichting van het gebouw en middelen om de kwaliteit te bevorderen (zowel van de praktijkvoering als van de deskundigheid van de huisarts). Ook dient voldoende tijd gepland te zijn om het aanbod kwalitatief te kunnen waarmaken, en dus voldoende, goed opgeleid personeel. • Personeel Het zorgaanbod van de huisartsenvoorziening vereist zorgverleners die competent zijn om de taken uit te voeren. De competenties van de huisarts en het ondersteunende personeel zijn afgestemd op het basis- en aanvullend aanbod en worden bij veranderingen voortdurend aangepast. Voor het bijzonder aanbod geldt als randvoorwaarde dat het uitvoerend personeel gekwalificeerd is door een daarvoor geschikte, gecertificeerde opleiding. In het NHG/LHV-Standpunt “Ondersteunend personeel in de huisartsenvoorziening” wordt nader omschreven met welke ondersteuning de huisartsenvoorziening haar aanbod denkt te realiseren. • Basisaanbod boven aanvullend en/of bijzonder aanbod Aanvullend en/of bijzonder aanbod mogen niet ten koste gaan van het basisaanbod van de huisartsenvoorziening. Bij de beschrijving van het aanbod anno 2004 werd ervan uitgegaan dat de standaard huisartsenvoorziening beschikt over huisarts(en) en praktijkassistente(s). Daar is de praktijkondersteuning in de persoon van een praktijkondersteuner of praktijkverpleegkundige (hbo- niveau en BIG-geregistreerd) bijgekomen en ook de POH-GGZ. Bij voorkeur is alle personeel in de voorziening huisartsenzorg BIG-geregistreerd, omdat zij zelfstandig contact hebben met 5
patiënten, maar dat is voor doktersassistentes nog een onvervulde wens. De huisartsenvoorziening met een praktijkondersteuner kan een ruimer aanbod leveren. Samenwerking in de eerste lijn kan verdere verbreding geven van een eerstelijnsaanbod al dan niet vanuit een eerstelijnsvoorziening. Het basisaanbod is gedefinieerd voor een normpraktijk van 2.350 ingeschreven patiënten, waarvan de populatie voldoet aan de kenmerken van de Nederlandse bevolking (leeftijd, geslacht, etc.). 3.2.
Basisaanbod, aanvullend aanbod en bijzonder aanbod
De kenmerken van de verschillende soorten aanbod zijn in het rapport Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening uitgebreid beschreven. De kenmerken vormen de basis voor de uitwerking van het aanbod en worden hieronder kort samengevat. (Voor een uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van het rapport Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening.) De indeling basis/aanvullend/bijzonder dient los gezien te worden van het begrip “verzekerd basispakket”. Het verzekerd basispakket dekt vrijwel het gehele huisartsgeneeskundig aanbod en wordt door het CVZ (College voor zorgverzekeringen) vastgesteld. Preventie en reizigersadvisering zijn voorbeelden van uitzonderingen, zijn wel huisartsgeneeskundig aanbod, maar zitten niet in het verzekerde basispakket. Reizigersadvisering zit bijvoorbeeld wel vaak in de aanvullende verzekering. Dit is verwarrend. Het huisartsgeneeskundig aanbod is vanuit de inhoud geformuleerd en staat los van de vergoedingensystematiek van de verzekeraars. Basisaanbod Tot het basisaanbod behoort de eerste opvang van alle klachten en symptomen die samenhangen met gezondheid of ziekte en, afhankelijk van de gepresenteerde klachten en aandoeningen, de verdere afhandeling hiervan. Dit biedt elke voorziening huisartsenzorg. Hieronder vallen ook arbeidsrelevante klachten en de medische zorg tot de patiënt meebehandeld wordt door de bedrijfsarts. Box 1. Kenmerken van het basisaanbod Het basisaanbod: • voldoet aan de essentiële kenmerken van huisartsgeneeskundige zorg; • betreft de eerste opvang van alle klachten en symptomen die samenhangen met gezondheid of ziekte; • betreft nadere diagnostiek en behandeling van veelvoorkomende klachten en medische aandoeningen (indicatie: een prevalentie groter dan 2/1000); • betreft verwijzing voor nadere diagnostiek en behandeling van relatief zelden voorkomende klachten en medische aandoeningen; is waar mogelijk gebaseerd op de inhoud van huisartsgeneeskundige • richtlijnen en standaarden. Alle kenmerken zijn van toepassing voor het basisaanbod tijdens de reguliere openingstijden van de huisartsenvoorziening. Voor de avond-, nacht- en weekenddiensten wordt verwezen naar box 2. Het zorgaanbod tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten Huisartsgeneeskundige zorg is dag en nacht continu beschikbaar (7 x 24 uur). Buiten kantooruren (tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten) richt het zorgaanbod zich op spoedeisende huisartsgeneeskundige zorg. Het gaat dan om die huisartsgeneeskundige zorg die niet kan wachten tot reguliere huisartsgeneeskundige dagzorg beschikbaar is. Deze zorg wordt geleverd na een eerste (telefonische) opvang en beoordeling van alle vragen die door een patiënt of diens omgeving als spoedeisend worden ervaren (triage). Dit zorgaanbod dekt maar een deel van de acute zorg. Acute zorg is het antwoord op een zorgvraag die door de burger als acuut wordt ervaren. De toewijzing van de juiste zorgverlener en behandeling bij de juiste hulpvraag is een aangelegenheid van de professionals. Zij bepalen de zorgbehoefte en een adequaat zorgaanbod. (NHG-Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg, 2005) De huisartsenzorg verzorgt de eerst toegankelijke medische zorg voor patiënten in de ANW-uren. De patiënt zoekt telefonisch contact met de huisartsenpost, kleinschalige dienstenstructuur of huisartsenvoorziening met klassieke waarneemregeling. Daar wordt vervolgens bepaald welke zorg op welke termijn nodig is. Deze posten kunnen daarbij een ‘vooruitgeschoven’ SEH-functie bieden in nauwe samenwerking met de aangesloten SEH.
6
We spreken van aanvullend aanbod indien sprake is van een vooruitgeschoven functie voor de SEH. Daarvan is sprake wanneer de huisarts: 1. een functie heeft bij de toegeleiding van patiënten naar de SEH; 2. een regiefunctie heeft op de (gewone) HAP; 3. een regiefunctie heeft in een geïntegreerd samenwerkingsverband voor spoedzorg; 4. huisartsenzorg biedt bij de zorg voor bijzondere groepen. Box 2. Kenmerken van het zorgaanbod tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten Het zorgaanbod tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten: •
•
behoort tot het basisaanbod van de huisartsenvoorziening en voldoet daarmee aan de essentiële kenmerken van de huisartsgeneeskundige zorg (met uitzondering van de kenmerken 4 en 5); richt zich op huisartsgeneeskundige zorg buiten kantooruren die niet kan wachten tot reguliere huisartsgeneeskundige dagzorg beschikbaar is.
Aanvullend aanbod Aanvullende zorg wordt gegeven aan specifieke, omschreven groepen patiënten en betreft de diagnostiek en behandeling van specifieke klachten, aandoeningen of verrichtingen. Soms is specifieke apparatuur nodig (bijvoorbeeld ECG, Holter, spirometer, audiometer, dopplerapparatuur) Het kan hierbij gaan om een breder aanbod aan huisartsenzorg óf het realiseren van een basisaanbod voor een bovengemiddeld aantal patiënten in een specifieke groep (bijvoorbeeld ouderen, patiënten in verzorgingshuizen, allochtonen, vluchtelingen, daklozen, verslaafden) in een huisartsenvoorziening. Box 3. Kenmerken aanvullend aanbod Het aanvullend aanbod: • is een aanvulling op het basisaanbod en voldoet aan de essentiële kenmerken van huisartsgeneeskundige zorg; • betreft huisartsgeneeskundige zorg die aansluit op de specifieke behoeften van de populatie van de betreffende huisartsenvoorziening en voortkomt uit de demografische kenmerken van het verzorgingsgebied; betreft omschreven activiteiten, die extra kennis en kunde en/of • menskracht en/of diagnostisch/therapeutische apparatuur en/of een programmatische aanpak vereisen; • betreft uitzonderlijk groepen patiënten (aard en grootte). Het aanvullende aanbod zoals dat in de verschillende ICPC-tabellen is te vinden, wordt in onderstaande tabel 2 in paragraaf 3.1 samengevat. Transmuraal zorgaanbod (LTA’s) Bij het transmurale zorgaanbod wil het NHG richtlijnen en handvatten bieden aan zorgaanbieders in eerste en tweede lijn in de vorm van Landelijke Transmurale Afspraken (LTA’s) Het gaat om soms nieuwe taken in de gezondheidszorg of taken die voortkomen uit het op elkaar afstemmen van de zorg van de huisartsenvoorziening en de zorg van andere zorgverleners in de eerste of tweede lijn.3 Het betreft in principe basisaanbod evenals de LESA’s. Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraken (LESA’s) Een LESA geeft richtlijnen voor (het maken van) werkafspraken met andere regionale hulpverleners in de eerste lijn. Deze worden aangepast aan de specifieke situatie en behoefte (http://nhg-artsennet.nl). Populatiegericht aanbod De praktijk kan een aanbod doen om groepen patiënten actief te benaderen, die volgens de richtlijnen van de beroepsgroep zorg behoeven. Voorbeelden zijn patiënten met een verhoogd risico door roken, verhoogde bloeddruk, adipositas, leeftijdsgerelateerde ziekten. Het gaat in feite om proactieve goede zorg (geïndiceerde preventie, programmatische zorg). Deze programmatische zorg is protocollair en welomschreven met bij voorkeur indicatoren waarmee de prestatie is te verantwoorden. Omdat dit aanbod alleen in de wijze van benadering van de doelgroep (geen case finding, maar actieve benadering) verschilt, is dit niet speciaal omschreven in het aanbod 2009. Het is wel duidelijk aanvullend huisartsgeneeskundig aanbod. 7
Bijzonder aanbod Bijzonder aanbod is huisartsgeneeskundige zorg die niet iedere huisarts kan of wil bieden en die niet standaard geleerd wordt in de huisartsopleiding. Zij grenst als het ware aan het huisartsgeneeskundige domein. Om de kwaliteit hiervan te borgen heeft de beroepsgroep (LHV/NHG) het College voor Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden geopend. Het CHBB roept, op verzoek van de beroepsgroep, overheid of verzekeraars, registers in het leven voor huisartsen die bijzondere huisartsgeneeskundige zorg leveren aan patiënten (of kaderhuisartsen). Het CHBB heeft een aantal van de bijzondere bekwaamheden- registers geopend. Inschrijving in deze registrers is mogelijk bij aangetoonde bekwaamheid op een bepaald aspect van huisartsgeneeskundige zorg en bij aangetoonde congruente praktijkvoering. Zo zijn er nu - naast registers voor kaderfuncties van huisartsen (HVZ, GGZ, DM, Astma/COPD, urogynaecologie, palliatieve zorg, huisartsonderzoeker, Supervisie & coaching, Beleid & beheer) registers geopend voor Verloskunde, Echografie, Reizigersgeneeskunde, Oogheelkundige zorg en EKC. Registratie is openbaar en van belang voor transparantie en vergoeding. Box 4. Kenmerken bijzonder zorgaanbod Het bijzonder aanbod grenst aan huisartsgeneeskundige zorg; is een aanvulling op het basisaanbod en het aanvullend aanbod; is gebaseerd op bijzondere, de reguliere kwalificatie-eisen van het personeel overstijgende competenties (“specialisaties”); staat ook open voor niet bij de voorziening ingeschreven patiënten; vereist veelal aparte kwaliteitsborging van de opleiding en deskundigheidsbevordering in de vorm van registratie
Het bijzondere aanbod zoals dat in de ICPC tabellen te vinden is wordt in tabel 3 in paragraaf 3.1 samengevat.
3.3.
NHG-Standpunten over huisartsgeneeskundige zorg
Een nadere uitwerking van het aanbod huisartsgeneeskundige zorg en de vereiste organisatie om die zorg te bieden worden beschreven in de NHG standpunten. De NHG-standpunten zijn allen voorgelegd aan het LHV en zijn geaccordeerd. Al deze Standpunten zijn te vinden op de NHGwebsite: www.nhg.org. Bestaande NHG-Standpunten: • Zorg voor patiënten met een veelvoorkomende chronische aandoening in de eerste lijn; met uitwerkingen voor patiënten met diabetes mellitus (2005) en astma/COPD (2005) en voor cardiovasculair risicomanagement (2007) • De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg (2005) • Ondersteunend personeel in de huisartsenvoorziening (in samenwerking met de LHV) (2005) • Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg (2006) • Huisartsgeneeskunde voor ouderen (2007) • GGZ in de huisartsenzorg (2007) In • • • • •
voorbereiding zijn (2008/2009): Huisartsenzorg en jeugd (verschijnt eind 2008) Huisarts en EPD - Gegevensbeheer en gegevensuitwisseling (verschijnt in 2009) Huisarts en palliatieve zorg (verschijnt medio 2009) Community health (PM) Verpleegkundige zorg in de eerste lijn (PM)
3.4.
Het zorgproces
Patiënten presenteren zich met klachten of vragen bij de huisartsenvoorziening. Deze klachten en vragen worden op gestructureerde wijze persoonsgericht en vraaggericht in behandeling genomen. Een overzicht van dit gestructureerde proces staat in box 5 en wordt vervolgens nader beschreven.
8
Box 5. Het zorgproces Het zorgproces bestaat uit: inventarisatie van klachten, problemen en hulpvragen eventuele verwijzing / terugverwijzing vraagverheldering diagnostiek, werkhypothese en behandelplan eventuele verwijzing / terugverwijzing advies behandeling begeleiding preventie Het eerste deel van het proces, de inventarisatie van de klachten met de vraagverheldering, eerste diagnostiek en eenvoudige behandeling, behoort tot het basisaanbod van de huisartsenzorg. Dit aanbod behelst ook de diagnostiek die door een ander wordt uitgevoerd, maar waarvan de interpretatie door de huisarts zelf wordt gedaan. Bijvoorbeeld het aanvragen van röntgenfoto’s, echografisch onderzoek, gastroscopieën, etc. Indien diagnostiek door anderen wordt verricht en wordt geïnterpreteerd, is er sprake van een verwijzing. Behandeling van aandoeningen kan worden gedaan in de huisartsenvoorziening en maakt dan deel uit van het aanbod van de voorziening. Indien behandeling door een ander buiten de voorziening wordt uitgevoerd, is er sprake van een verwijzing. Het verwijzen en begeleiden van patiënten behoort altijd tot het basisaanbod van de huisartsenzorg.
9
4.
Uitwerking van het zorgaanbod naar klachten en aandoeningen
In de tabellen zijn de klachten en aandoeningen die in de huisartsenvoorziening door patiënten worden gepresenteerd en door huisartsen (en ondersteunend personeel) worden behandeld in kaart gebracht. Hierbij dient rekenschap te worden gehouden met de in het rapport ‘Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening: concretisering Toekomstvisie 2012’ beschreven uitgangspunten van de werkwijze van de hulpverleners binnen de huisartsenzorg: continuïteit en persoons- en contextgerichtheid. In de bijgevoegde tabellen is de prevalentie van klachten en aandoeningen overgenomen uit de Tweede Nationale Studie.4 4.1. Referentiekaders voor beschrijving zorgaanbod 4.1.1. NHG-Standaarden Waar de beroepsgroep richtlijnen voor de behandeling van aandoeningen heeft opgesteld, zijn deze richtlijnen richtinggevend voor de kwaliteit van de te leveren zorg. De betreffende richtlijnen zijn in de tabellen opgenomen. Voor de inhoud van deze richtlijnen wordt naar de bijbehorende NHGStandaarden verwezen (http://nhg-artsennet.nl). 4.1.2. Eindtermen huisartsopleiding Voor de beschrijving van het zorgaanbod wordt bij het ontbreken van een NHG-Standaard verwezen naar de eindtermen van de huisartsopleiding (2000): hoofdtaak 2, categorieën patiënten, klachten en ziekten.5 De eindtermen worden geactualiseerd op basis van het aanbod en de daarvoor benodigde compenties. De presentatie van het zorgaanbod in dit document vooronderstelt, zoals omschreven in het rapport Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening, de basisprincipes van de huisartsgeneeskunde (zoals beschreven in hoofdtaak 1 van de Eindtermen), de beroepshouding (zoals beschreven in hoofdstuk 4) en hoofdtaak 2 (randvoorwaarden). 4.1.3. Het classificatiesysteem Het epidemiologisch onderzoek naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk wordt in Nederland gedaan met het classificatiesysteem van de ICPC. De automatiseringssystemen van de Nederlandse huisartsen maken voor de vastlegging van diagnostiek en behandeling eveneens gebruik van deze classificatie. Het zorgaanbod wordt met behulp van deze classificatie gedefinieerd. Daarmee is het mogelijk om het aanbod van de huisartsenvoorziening te spiegelen aan de cijfers van de diverse registratieprojecten. Om bovenstaande redenen is eervoor gekozen het aanbod van de huisartsgeneeskundige zorg op grond van de indeling van ICPCclassificatiesysteem te beschrijven. De ICPC brengt de klachten en aandoeningen in de volgende hoofdstukken onder: A B D F H K L N P R S T U W X Y Z
Algemeen en niet gespecificeerd Bloed en bloedvormende organen Spijsverteringsorganen Oog Oor Hartvaatstelsel Bewegingsapparaat Zenuwstelsel Psychische problemen Luchtwegen Huid en subcutis Endocriene klieren/metabolisme/voeding Urinewegen Zwangerschap/bevalling/anticonceptie Geslachtsorganen en borsten vrouw Geslachtsorganen en borsten man Sociale problemen
Per hoofdstuk van het ICPC-classificatiesysteem (A t/m Z) worden met de cijfers 1 t/m 29 klachten in het deelgebied beschreven en met de cijfers 70 t/m 99 aandoeningen. Het aanbod wordt in analogische volgorde in de tabellen beschreven. Elk hoofdstuk begint met een korte beschrijving van de meest voorkomende klachten en aandoeningen op het betreffende deelgebied. Vervolgens wordt het basis-, aanvullend en bijzonder aanbod beschreven. 10
Toelichting op de kolommen in de tabellen In de tabellen wordt het aanbod gedetailleerd beschreven. Kolommen met de inventarisatie en vraagverheldering van de klachten en begeleiding van patiënten ontbreken. Deze taken behoren bij alle klachten en aandoeningen tot het basisaanbod van de huisartsenzorg en zijn tijdsintensief. 1. De eerste kolom bevat de ICPC-code. 2. De tweede kolom omschrijft de klacht of aandoening. 3. De derde kolom geeft de eenjaarsprevalentiecijfers van de aandoening. De teller geeft hierbij het aantal personen aan met een of meer episoden met de betreffende ICPC-code in een jaar. 4. De vierde kolom verwijst, indien mogelijk, naar een NHG-Standaard waarin richtlijnen worden beschreven voor het afhandelen van de klacht of aandoening. Indien er geen NHG-Standaard beschikbaar is wordt er verwezen naar de eindtermen van de huisartsopleiding. Is een verwijzing naar de eindtermen evenmin te realiseren dan blijft deze kolom leeg. De verwijzingen beperken zich voor wat betreft de klachten alleen naar richtlijnen die klachten diagnosen behandelen. Indien de Standaarden aandoeningen behandelen wordt er alleen bij de aandoeningen (code 70-99) naar de Standaarden verwezen. De 5. 6. 7.
vijfde en zesde kolom benoemen delen van het zorgproces. De vijfde kolom gaat over “diagnostiek”. De zesde kolom gaat over “behandeling”. De zevende kolom laat ruimte voor opmerkingen betreffende het aanvullende en bijzondere aanbod.
Inventarisatie van klachten en vraagverheldering van klachten, verwijzing en begeleiding van patiënten behoren standaard tot het basisaanbod van de huisartsenzorg voor alle klachten en aandoeningen. Daarom is dit deel van het zorgproces niet in de tabel opgenomen. Diagnostiek die door een ander wordt uitgevoerd, maar waarvan de interpretatie door de huisarts zelf wordt gedaan, behoort ook tot het basisaanbod van de huisartsenzorg. Bijvoorbeeld het aanvragen van röntgenfoto’s, echografisch onderzoek, Gastroscopieën, 24 uurs bloeddrukmeting, Holterdiagnostiek, etc. Diagnostiek die door een ander wordt uitgevoerd en geïnterpreteerd valt onder verwijzingen. Als dit bij een klacht of een aandoening in het merendeel van de gevallen buiten de huisartsvoorziening gebeurt, is er sprake van een verwijzing. Behandeling van aandoeningen in de huisartsenvoorziening maken deel uit van het aanbod van de voorziening. Indien behandeling meestal door een ander buiten de voorziening wordt uitgevoerd is er sprake van een verwijzing. Diagnostiek en behandeling kunnen dus deel uitmaakt van het aanbod van de huisartsenvoorziening (zowel basis-, als aanvullend of bijzonder aanbod). Indien dat het geval is, dan wordt dit in de tabel aangegeven met B = basisaanbod, A = aanvullend aanbod of Bijz = bijzonder aanbod. Indien de diagnostiek meestal door anderen wordt verricht en geïnterpreteerd en de behandeling meestal door anderen wordt uitgevoerd en niet tot het aanbod van de huisartsenzorg behoort, verwijst de huisarts. In de betreffende kolom is dit te vinden als een V. Bij een deel van de klachten en aandoeningen behoort diagnostiek meestal tot het basisaanbod, maar wordt voor de behandeling in de meeste gevallen verwezen. In de tabellen wordt in de kolom Behandeling dan een Verwijzing aangegeven. Dit ondanks het feit dat niet elke patiënt met een dergelijke aandoening verwezen zal worden. De B en V in de tabellen zijn geen absolute waarden. Zij geven aan dat bij genoemde klachten de diagnostiek of behandeling in de meeste gevallen binnen de huisartsenvoorziening wordt verricht (B) of in de meeste gevallen door anderen wordt gedaan (V). Tabel 1 vat de opzet van de ICPC-tabellen samen. In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van het aanvullend aanbod naar ICPC-hoofdstukken en in tabel 3 wordt een overzicht gegeven van het bijzondere aanbod naar ICPC-hoofdstukken. De prevalentiecijfers zijn niet aangepast naar de cijfers van 2006. Sommige regelingen en bijzondere vormen van organisatie van huisartsenzorg zijn niet opgenomen, zoals zorg in een “cottage-hospitaal”, TOB (Tijdelijke opvang Bejaarden en regelingen met meldkamer/ ambulance. 4.1.4. Belangrijkste veranderingen Basisaanbod, dat in de versie 2004 tot 2007 nog onder aanvullend aanbod viel: 1. Verpleeghuisgeïndiceerde zorg thuis. Hieronder valt ook begeleiding van terminale patiënten met aids. 2. Het testen van allergie met een IgE-bepaling heeft in de standaard de voorkeur boven een intra- of percutane huidtest (scratchen) in de huisartsenpraktijk. 3. Het behandelen van een otitis externa met een oortampon is basisaanbod (zie ook NHGStandaard M49). 11
4. Catheteriseren van de blaas, verwisselen van de catheter. (bij moeilijke catheterisatie/ moeilijke suprapubische ctheter volgt verwijzing)
Aanvullend aanbod, dat voorheen niet was omschreven 1. Zorg voor patiënten die vallen onder begeleid wonen (mensen met een verstandelijke handicap, mensen die asiel aangevraagd hebben) voor zover het de zorg betreft voor hun specifieke probleem. Daarvoor is speciale kennis nodig en aanpassing van de praktijkvoering. Bijzonder aanbod, dat voorheen niet was omschreven 1. Zorg voor patiënten, die een vrijheidsbeperking kennen (zorg voor patiënten in een justitiele/ penitentiaire inrichting, zorg voor patiënten opgenomen in een psychiatrische inrichting) Door justitie is een speciale opleiding gestart, die verplicht wordt voor deze vorm van zorg. Het betreft extra kennis over verslavingszorg, psychiatrische stoornissen, wetgeving, etc.
Organisatie van het aanbod huisartsgeneeskundige zorg De beroepsgroep faciliteert de huisarts bij de organisatie van het aanbod. Zij doet dat met de NHGstandpunten en Praktijkwijzers en LHV-Handreikingen. De Handreikingen beschrijven ‘best practice’ en handvatten voor goede zorg, vooral rond samenwerking met partners in zorg. Beschikbare Handreikingen zijn: Samenwerking in de eerstelijnszorg huisarts - jeugdgezondheidszorg De organisatie van de medische en farmaceutische zorg aan ouderen in een verzorgingshuis en thuis P&O Handboek (alleen voor leden op website www.lhv.nl ) Leefstijl en bewegen in de eerste lijn Contractering tussen huisartsen en zorgverzekeraars. Borging en bevordering van zorgkwaliteit Samenhangende zorg in de eerste lijn. De as huisartsen wijkverpleging De zorg van de huisarts aan werkende patiënten Competenties en eindtermen praktijkondersteuners Gepland na 1-1-2009 zijn: Signalering en aanpak kindermishandeling Hoe kies ik een huisarts? Patiëntveiligheid in de huisartsenvoorziening Huisartsenzorg en militairen Huisartsenzorg en asielzoekers Huisartsenzorg en ergotherapie Declaratiewijzer Deskundigheidsbevordering, kwaliteitsbeleid en borging Handreiking huisarts en verloskunde Zorg voor Kwaliteit Huisartsenzorg voor werkende patiënten Huisartsenzorg bij ongevallen en rampen (GHOR)
12
Tabel 1: Overzicht legenda tabellen: Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren altijd tot het basisaanbod
ICPC -code
Omschrijving ICPC-code:
Prevalentie4
Standaard/ Eindtermen
Diagnostiek
Behandeling
Opmerkingen
ICPCcode
Omschrijving ICPC-code: 1-30: klachten 70-99: aandoeningen
Aantal personen met een of meer episodes van betreffende code in een jaar per 1000 patiënten
Verwijzing naar een NHG-Standaard (M01-M82) of naar de Eindtermen: ET met paginanummer
In deze kolom wordt aangegeven tot welk aanbod de uitgebreide diagnostiek behoort: B = Basis A = Aanvullend Bijz = Bijzonder V = Verwijzing
In deze kolom wordt aangegeven tot welk aanbod de behandeling behoort: B = Basis A = Aanvullend Bijz = Bijzonder V = Verwijzing
In deze kolom wordt het aanvullende of bijzondere aanbod nader toegelicht
Tabel 2: Aanvullend aanbod naar ICPC-hoofdstukken ICPC
Zorg
Standaard/Eindtermen
A
Complexe zorg ter vervanging van verpleeghuiszorg Verpleeghuisgeindiceerde zorg Terminale en palliatieve zorg/ Intensieve zorg (inclusief terminale AIDS (zie B)
Criteria indicatie van CIZ; LHV-Handreiking Ouderenzorg Indien sprake is van complexe (verpleeghuis-) zorg thuis. CIZ-indicatie aanvragen zorg die hun specifieke problemen betreft (bv verstandelijke handicap) Volgens protocol ZH MRSA volgens LTA
A
A
Zorg voor patiënten die begeleid wonen/ asielaanvragers
A
B
Vervanging ziekenhuiszorg. Hieronder valt ook MRSA diagnostiek (A78) Systematische evaluatie van polyfarmacie in samenwerking met met de apotheker AIDS
D95
Fissura ani, perianaal abces
F6780 H
Corpus alienum oog, roestring, ductusstenose, Chalazion, trauma Audiometrie / tympanometrie
K
ECG-diagnostiek
K7091
Hart- en vaatziekten (HVZ)
K77
Decompensatio cordis (DC)
K7880 K8588
Hartritmestoornissen, AF
K92
Andere ziekten perifere arteriën
K94
Thrombophlebitis /
K94
Phlebothrombosis
K96
Hemorroiden Trombose hemorrhoid
L87 L
Ganglion gewricht/pees Knie/ heup/ duim (??)- bursitis
A 8485
Hypertensie
Diagnostiek
Behandeling
Opmerkingen
-
A
-
A
Zorg met behandelindicatie CIZ) Ook Hospice zorg Aanvullend als intensieve thuiszorg Ook Hospice zorg
-
A
Betreft een specifieke populatie
A
A
Volgens NHG-protocol
A
B
Hechtingen verwijderen, injecties Zoladex, EPO, MRSA, etc. Samen met apotheker en praktijkondersteuner
Behandeling Begeleiding zie A NHG-Standaard Rectaal BV Vergelijkbaar met chirurgische verrichting NHG-PraktijkWijzer
B
V/A
B
A
Geprotocolleerd in projecten met 2e lijn Incisie
B
A
Oogset, oogboor
A
B/V
NHG-PraktijkWijzer
A
B/V
M 84 Cardiovasculair risicomanagement NHG-PraktijkWijzer M 51 Hartfalen Geprotocolleerd begeleiden Holterfoondiagnostiek in eigen beheer/ eventrecorder Verbeterde diagnostiek van de diagnose hypertensie M 84 Cardiovasculair risicomanagement M13 Perifeer arterieel vaatlijden M30 Varices
B
B
Audiometer en tympanometer Maken ECG zonder interpretatie Disease management/ Bepalen risicoprofiel
B
A
Disease management
A
B/V
Uitleg apparatuur
A
B
24-uursmeting in eigen beheer
A
B/V
Doppler onderzoek
B
A
Zwachtelen; Behandeling
M86 Diepe Veneuze Trombose (DVT)
A
A
CBO-consensus NHG-Standaard Rectaal BV
B
A
Zwachtelen; Behandeling trombosebeen, & heparinisatie Barron ligatie Incisie
B
A A
Punctie of chirurgie injectie / punctie 13
L92 L93 N93 P
Schoudersyndromen / CANS Epicondylitis lateralis Carpaal tunnel syndroom Tarsaal TS,. Chronische psychiatrische problematiek
P15
Alcoholmisbruik (chronisch)
P17
Tabaks misbruik
P19
Drugs/ medicatiemisbruik
P21 P 70
Overactief kind/ hyperkinetisch syndroom (ADHD) Dementie
P74
Angststoornis / angsttoestand
P76
Depressie
R80
Influenza bewezen [ex. pneumonie]
R95
Emfyseem / COPD
R96
Astma
S
Teledermatologie
S04
Lok.zwelling / papel / knobb.huid / subc Mult.zwell./papels/knobb.huid/subc Lipoom Andere benigne neopl.huid / subc. Naevus / moedervlek Atheroom kyste / epitheel kyste Unguis incarnatus / and. nagel aand. Ulc.cruris / decubitus / chron. ulc.
S05 S78 S79 S82 S93 S94 S97
M08 Schouderklachten M60 Epicondylitis ET 105
B B B
A A A
Cyriax-injectie Cyriax corticosteroid injectie
NHG-PraktijkWijzer GGZ
B/A
A
M 10 Problematisch alcoholgebruik NHG-PraktijkWijzer GGZ M85 Stoppen met roken
B/A
A
B
B/A
M23 Slaapproblemen en slaapmiddelen
B
A
Protocol met kinderarts en apotheker M 21 Dementie
A
A
M62 Angststoornissen M44 Depressie
B
A
B
A
M35 Influenza en influenzavaccinatie M26 COPD NHG-PraktijkWijzer
B
B
Begeleiding/ coaching ism POH-GGZ of 1e lijnspsycholoog Geprotocolleerde interventie tbv motivering behandeling HMIS (basisaanbod) Intensieve ondersteunde interventie (A) Programmatisch afbouwen slaapmiddelen/ tranquilizers Intensieve begeleiding en behandeling MMSE-schriftelijk vastgelegd Ondersteu-nende gesprekstherapie Ondersteunende gesprekstherapie Influenza-vaccinatie
B
B,A
Aanvullend Disease management Spirometrie
B
B,A
A
A
B
A
Aanvullend Disease management Spirometrie Apparatuur, afspraken met specialist Chirurgisch verwijderen
B B B B B B B
A A A A A A A
B/A
dietist
B
B/A
B
B/V
M14 Het spiraaltje M25 Subfertiliteit Vademecum verloskunde
B A A/Bijz
A V Bijz
M06 Cervixuitstrijken
B
V
M27 Astma bij volwassene M24 Astma bij kinderen NHG-PraktijkWijzer
ET 139
M70 Decubitus M16 Ulcus cruris venosum Diagnostiek / motivatie
B
T8283 T8586 T90
Adipositas/ obesitas
U
Blaasobstructie, mictieproblemen
W12 W15 W X86
Anticonceptie: iud Sub- / infertiliteit klacht (vrouw) Begeleiding prenatale traject en kraambed Afwijkende cervix uitstrijk
X87
Prolaps vagina / uterus
Lege artis
B
B/A
Y10 Z11
Sub-/infertiliteit (man) Euthanasiewens
M25 Subfertiliteit Richtlijn KNMG
A B/A
V A
Hyperthyreoidie/ hypothyreoidie/ myxoedeem Diabetes mellitus
M 31 Schildklieraandoeningen M01 Diabetes mellitus type 2 NHG-PraktijkWijzer M42 Bemoeilijkte mictie bij oudere mannen
Chirurgisch verwijderen Chirurgisch verwijderen Chirurgisch verwijderen Chirurgisch verwijderen Chirurgisch verwijderen Chirurgisch verwijderen Zwachtelen; Chirurgisch decubituswond nettoyeren Counselling en verwijzing Disease management Aanv. = Begeleiding Disease management Instellen op Insuline Plaatsen/ vervangen catheter.Suprapubisch kan verwijzing zijn. Plaatsen IUD Uitgebreide diagnostiek Prenataal nu ook Bijzonder aanbod Aanvullend BVO cervixcarcinoom Aanmeten, plaatsen van pessarium Uitgebreide diagnostiek SCEN-protocol
14
Tabel 3: Bijzonder aanbod naar ICPC hoofdstukken\ Standaard/Eindtermen A20 A
Euthanasieverzoek/ gesprek over Zorg voor patiënten, die een vrijheidsbeperking kennen (zorg voor patiënten in een justitiele/ penitentiaire/ psychiatrische inrichting,
A
Consultatiebureau
A
Reizigersadvisering
A
Farmaceutische zorg
A
Consultatie over palliatieve zorg
D F
Abdominale pathologie Oogheelkunde
K
ECG-diagnostiek/ interpretatie Interpretatie eventrecording Inspannings-ECG Varices benen [ex. ulc. crur. S97] Libido verlies / vermindering
K95 P07 P08
R95 R96
Seksuele bevred. verlies / vermindering Bezorgdheid over seksuele voorkeur Emfyseem / COPD Astma
W
Zwangerschap en kraamperiode
W90
Normale bevalling levendgeborene
Y13 Y81
Sterilisatie (man) Phimosis / slurf preputium
P09
Diagnostiek
Behandeling
Opmerkingen
ET 51
B
Bijz
Consultatie (SCEN arts)
Eindtermen van de opleiding tot justitieel arts (LHV i.s.m. Julius centrum)
Bijz
Bijz
JGZ-protocol; LHVHandreiking Huisarts JGZ Opleiding en praktijkvoering in NHGPraktijkWijzer 4 Apotheekhoudenden Certificatie normen KEMA Kaderopleiding palliatieve zorg Echo-diagnostiek M12 Refractieafwijkingen
Bijz
Bijz
LHV en justitie startten speciale opleiding verplicht voor zorg in justitiele instellingen. Betreft kennis over verslavingszorg, psychiatrische stoornissen, wetgeving, etc. Bijzonder
Bijz
Bijz
Bijz
Bijz
Bijzonder aanbod Registratie CHBB Registratie LCR Bijzonder
B
Bijz
CHBB
Bijz Bijz
B A/V
NHG-PraktijkWijzer
Bijz
B/V
CHBB-registratie vereist Met spleetlamp CHBB-registratie vereist voor uitgebreide diagnotsiek ECG maken + zelf interpreteren
M30 Varices
B
Bijz
Scleroseren
M87
B
Bijz
M87 Erectiele dysfunctie
B
Bijz
ET 107
B
Bijz
M26 M27 Astma bij volwassenen M24 Astma bij kinderen M32 Vademecum verloskunde M74 Onderzoek van de pasgeborene Vademecom verloskunde Lege artis
Bijz Bijz
B B
Seksuologische hulpverlening Seksuologische hulpverlening Seksuologische hulpverlening Spirometrie spirometrie
Bijz
Bijz/A
Bijz
Bijz
B B
Bijz Bijz
Kraambed = aanvullend Prenatale diagnostiek Bijz. CHBB-registratie vereist Begeleiding gehele zwangerschap en partus Sterilisatie man Circumcisie
15
5. 5.1.
Het zorgaanbod in ICPC-tabellen A: Algemeen en niet gespecificeerd
In deze rubriek zijn een groot aantal klachten van algemene aard samengevoegd. Een zeer veelvoorkomende klacht is algemene moeheid. Van de diagnosen zijn de infectieziekten de meest voorkomende. Basisaanbod De opgesomde klachten (A01-29) kunnen voor het merendeel in de huisartsenvoorziening worden afgehandeld. De gediagnosticeerde infectieziekten (A71-78) worden ook in de huisartsenvoorziening afgehandeld. Dit geldt ook voor bijwerkingen van geneesmiddelen (A84-85). De begeleiding van overlijden (inclusief schouwen) behoort in het geheel tot het basisaanbod. De rol van de huisartsenvoorziening bij de overige diagnosen ligt op het vlak van inventarisatie en eerste diagnostiek en verwijzing. Vervolgens zullen patiënten begeleid worden door de huisartsenvoorziening. Aanvullend aanbod Tot het aanvullende aanbod behoren terminale en palliatieve zorg. Zorg die voortvloeit uit behandeling in de tweede lijn werd traditioneel poliklinisch afgehandeld. Die zorg kan echter ook door de huisarts geschieden, idealiter als onderdeel van Landelijke Transmurale Afspraken (LTA). Voorbeelden zijn “hechtingen verwijderen”, “Zoladex-, EPO-, depotantipsychotica-injecties”, wondverzorging, etc. Aanvullend aanbod vormen ook kwaliteitsprogramma’s die in het algemeen de zorg verbeteren. Zo kan de huisarts bijvoorbeeld met de apotheker geprotocolleerd de medicatie doornemen. Vooral als sprake is van polyfarmacie bij ouderen is bekend dat hier winst voor patiënt te behalen valt. Ook kunnen een aantal huisartsenvoorzieningen samen een samenhangend zorgnetwerk organiseren en een casemanager inzetten. Aanvullend is ook: het (re)organiseren van de medische zorg in het verzorgingshuis alsook het als huisartsengroep - eventueel ondersteund door een consulent - afspraken maken met het ziekenhuis over het opname- en ontslagbeleid. Ook verpleeghuisgeindiceerde zorg is aanvullend aanbod, waarbij de kwaliteitseisen goed omschreven staan in de LHV-Handreiking “ ouderenzorg voor patiënten in het verzorgingshuis en thuis. Zorg voor patiënten die vallen onder begeleid wonen (mensen met een verstandelijke handicap, mensen die asiel aangevraagd hebben) voor zover het de zorg betreft voor hun specifieke probleem. Daarvoor is speciale kennis nodig en aanpassing van de praktijkvoering. Bijzonder aanbod Het verzorgen van de jeugdgezondheidszorg (JGZ, voorheen zuigelingenbureau) kan door de huisartsenvoorziening worden aangeboden. Hiertoe is een aantekening “consultatiebureauarts” vereist. Per 1-1-2009 is een profielregistratie bij de KNMG hiervoor vereist. Wanneer sprake is van een vraag om euthanasie is consultatie van een tweede arts verplicht. Voor uitvoerige advisering over het beleid rond euthanasie en adviezen voor palliatieve zorg is de opleiding tot SCEN-arts aangewezen. Reizigersadvisering is bijzonder aanbod. Voor registratie is aanvullende scholing noodzakelijk en moet de voorziening kunnen beschikken over de benodigde vaccins. Verloskunde, zwangerschap en kraamperiode, perinatale audit bij sterfte/morbiditeit en screening op aangeboren afwijkingen is bijzonder aanbod. (Begeleiding van het kraambed en onderzoek van de pasgeborene is basisaanbod.) Zorg voor patiënten, die een vrijheidsbeperking kennen (zorg voor patiënten in een justitiele/ penitentiaire inrichting, zorg voor patiënten opgenomen in een psychiatrische inrichting) Door justitie is een speciale opleiding gestart, die verplicht wordt voor deze vorm van zorg. Het betreft extra kennis over verslavingszorg, psychiatrische stoornissen, wetgeving, etc.
16
Tabel 3.2.1. A: ALGEMEEN EN NIET GESPECIFICEERD. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod
Prevalentie /1.000 pat.
Standaard/ Eindtermen
Diagnostiek
Behandeling
B B B
B B B
B B B B B B B B B
B B B V B B B B B
B B B B
B B B B
B B B B B B V B B V B B
B B B B V B V B B V B B
B B B
B B B V V V V
A01 A02 A03
Pijn gegeneraliseerd Koude rillingen Koorts
4,0 0,2 6,7
A04 A05 A06 A07 A08 A09 A10 A12 A13
25,4 1,1 4,9 0,1 0,5 1,9 1,5 7,5 2,6
A14 A15 A16 A17
Moeheid / zwakte Algemene achteruitgang Flauwvallen/syncope Coma Zwelling [ex.oedeem k07] Transpiratie problemen Bloeding (lokalisatie nao) Allergie / allergische reactie nao Bezorgdheid (bij)werking geneesmiddelen Koliek bij zuigeling Overmatig huilende zuigeling Prikkelbare / drukke zuigeling Andere algemene sympt. zuigeling
A20 A25 A26 A27 A28 A29 A70 A71 A72 A73 A74 A75
Euthanasie verzoek / gesprek over Angst voor de dood Angst voor kanker nao Angst voor andere ziekte nao neg. Functiebeperking / handicap nao Andere algemene sympt. / klachten Tuberculose gegen. [ex.r70] Mazelen Waterpokken Malaria Rode hond Mononucleosis infectiosa
0,6 0,1 0,6 2,5 0,2 3,6 0,1 0,0 2,3 0,1 0,1 1,2
A76 A77 A78
Andere virusziekten met exantheem Andere virusziekten nao Andere infectieziekten nao
2,3 7,5 1,4
A79 A80 A81 A82 A84
Maligne neopl. (onbekende prim.lok.) Ongeval / letsel nao Multitrauma / inwendige letsels Late gevolgen van letsel Geneesmiddel intoxicatie
0,2 3,3 0,0 0,1 0,4
ET54
V B V B B/ Bijz
A85
11,8
ET 54
B/ Bijz
B
A86 A87 A88 A89 A90 A91 A92 A93 A94
Geneesmiddel bijwerking juiste dosering Intoxicaties andere chem. stof Complicaties medische behandeling Schadel. gevolgen fys. fact. Gevolgen prothese neg. / pacemaker Multiple aangeboren afwijkingen Afwijkende uitslagen onderzoek neg. Toxoplasmose Premature / immature pasgeborene Alle andere perinatale morbiditeit
0,4 2,8 1,3 0,3 0,1 0,8 0,0 0,1 0,1
ET 54
B B B V V B B V B
V V V V/bijz B B V V/Bijz
A95 A96 A97 A99
Perinatale mortaliteit Dood / overlijden [ex.perinataal] Geen ziekte Andere gegen./ niet gespec. ziekten
B B B B
V/ Bijz B B V
M29 Kinderen met koorts ET 48 ET 49 ET 49
ET 50
0,2 0,6 0,1 0,3 ET 51
ET 51 ET 51 ET 52 ET 51 M22 Virushepatitis en andere leveraand. ET 71
M74 Onderzoek van de pasgeborene M32 Zwangerschap en kraamperiode ET 55
12,5
Opmerkingen
Bijz: Zuigelingenbureau Bijz: SCEN
MRSAdiagnostiek
Module Polyfarmacie Module Polyfarmacie
Screening=bijz
Begeleiding zwangerschap is bijz. Audit
17
5.2.
B: Bloed en bloedvormende organen
De meest voorkomende klacht in deze categorie is vergrote lymfeklier(en) (B02). Veel gestelde diagnosen zijn acute lymfadenitis en de anemieën (B70 en B80-82). Voor de anemieën is een NHG-Standaard beschikbaar. Basisaanbod De hierboven genoemde klachten en aandoeningen worden door de huisartsenvoorziening afgehandeld. Bij de overige gestelde diagnosen is de taak van de huisartsenvoorziening over het algemeen beperkt tot de inventarisatie, eerste diagnostiek en verwijzing. Vervolgens heeft de huisartsenvoorziening vooral een belangrijke taak in de begeleiding van patiënten met deze aandoeningen. Aanvullend aanbod Aanvullend aanbod in huisartsenvoorzieningen met veel aids-patiënten zou kunnen bestaan uit begeleiding door de huisarts, die hiervoor een speciale scholing krijgt en die samenwerkt met een praktijkverpleegkundige die hiervoor speciaal is getraind. Bijzonder aanbod Geen.
18
Tabel 3.2.2. B: BLOED EN BLOEDVORMENDE ORGANEN. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod
B02 B03 B04 B25 B26 B27 B28 B29 B70 B71 B72 B73 B74 B75 B76 B77 B78 B79 B80 B81 B82 B83 B84 B85 B86 B87 B90 B99
Vergrote lymfeklier(en) Andere sympt. / klachten lymfeklieren Sympt. / klacht. bloed/ lymfestelsel Angst voor aids Angst v. kanker bloed / lymfestelsel Angst and. ziekte bloed / lymfestelsel Handicap / beperk.bloed / lymfestelsel And.sympt. / kl.bloed / lymfestelsel / milt Acute lymphadenitis Chron. / niet specifieke lymphadenitis Ziekte van hodgkin Leukemie Andere mal. neopl. bloed / lymfestelsel Benigne / niet gespec. neopl. bloed / lymfe Milt ruptuur Andere letsels bloed / lymfestelsel Erfelijke hemolytische anemie And. aangeb. afw. bloed / lymfestelsel Ijzergebreksanemie Pernicieuze / foliumdefic. anemie Andere /niet gespecificeerde anemie Purpura / stollingsst./ afw. thrombose Afwijking leukocyten Onverklaarbare afwijking bloedonderzoek Andere haematologische afwijkingen Splenomegalie Hiv infectie (aids / arc) Andere ziekten bloed / lymfestelsel/milt
Diagnostiek
Behandeling
B B
B B
B B B B B
B B B B V
0,2 1,6 0,4
B B B
V B V
0,3 0,2 0,2 0,1 0,0 0,0
V V V V V V
V V V V V
Prevalentie /1.000 pat. 2,7 0,5 0,3 0,5 0,1 0,6 0,0
Standaard/ Eindtermen ET 56 ET 56
ET 57
0,1 0,0
M76 Anemie
V V
V V
7,3 2,2 1,8
M76 Anemie M76 Anemie M76 Anemie
B B B
B B V
0,8 0,1 1,4
V B V
V V V
0,3 0,0 0,1 0,2
V B B V
V V V/A V
ET 57
Opmerkingen
Het aanbod wordt geleverd volgens de essentiële kenmerken van de huisartsenzorg zoals beschreven in het rapport Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening: concretisering Toekomstvisie 2012.
19
5.3.
D: Tractus digestivus
De huisarts ziet veel problemen van het spijsverteringskanaal. De meest gepresenteerde klachten zijn maagpijn (D02), zuurbranden (D03), buikpijn (D06), diarree (D11) en obstipatie (D12). De meest gestelde diagnosen zijn gastro-intestinale infecties (D73), oesofagus problemen ((D84), stoornissen van de maagfunctie (D87) en spastisch colon (D93). Voor al deze klachten en diagnosen zijn NHG-Standaarden beschikbaar. Basisaanbod De meeste klachten worden in het geheel in de huisartsenpraktijk afgehandeld. Een klein aantal zal na inventarisatie en eerste diagnostiek veelal tot snelle verwijzing leiden (D14, 15, 17). De meest voorkomende diagnosen worden afgehandeld volgens de NHG-Standaarden. Bij de nieuwvormingen is de rol van de huisarts vooral begeleidend van aard (D74- 78). Bij de overige diagnosen inventariseert, diagnosticeert en verwijst de huisarts meestal voor behandeling. Aanvullend aanbod Fissura ani, perianaal abces. Bijzonder aanbod Huisartsen maken toenemend gebruik van de mogelijkheid om het fysisch diagnostisch onderzoek van de buik aan te vullen met een echo. Dit voegt veel diagnostische waarde toe. Scholing, voldoende praktiseren en registratie (CHBB) is vereist.
20
Tabel 3.2.3. D: TRACTUS DIGESTIVUS. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat.
Standaard/ Eindtermen M36 Maagklachten M36 Maagklachten M36 Maagklachten ET 60 ET 60
Diagnostiek
Behandeling
D01 D02 D03 D04 D05 D06 D08 D09 D10 D11 D12 D13
Gegen. buikpijn / buikkrampen Maagpijn Zuurbranden Pijn anus / rectum Perianale jeuk Andere gelokaliseerde buikpijn Flatulentie / meteorisme / boeren Misselijkheid Braken Diarree Obstipatie Geelzucht
9,0 11,0 6,8 0.8 2,6 17,9 1,0 4,7 3,4 9,4 17,0 0,2
D14 D15 D16 D17 D18 D19 D20 D21 D22 D24 D25 D26 D27 D28 D29 D70 D71 D72
Haematemesis / bloed braken Melaena / zwarte teer ontlasting Rectaal bloedverlies Incontinentie voor ontlasting Verandering ontlast./ defec. patr. Sympt./ klacht. tanden / tandvlees Sympt./ klacht. mond / tong / lippen Slikproblemen Wormen / oxyuren / andere parasieten Zwelling buik nao Verandering omvang /uitzetting buik Angst kanker spijsverteringsorganen Angst/ andere ziekte spijsverteringsorg. Functiebep./ handicap spijsverteringsorg. And.sympt./ klacht. spijsverteringsorg. Infectieuze diarree, dysenterie Bof Virus hepatitis
0,3 0,4 2,3 0,4 1,2 1,9 5,8 1.1 1,9 0,5 0.5 0,3 0,4 0,1 0,9 1,4 0,1 0,4
D73 D74 D75 D76 D77 D78 D79 D80 D81 D82 D83 D84 D85 D86 D87 D88 D89 D90 D91 D92 D93 D94
Veronderstelde gastro-intest.inf. Maligne neoplasma maag Maligne neoplasma colon / rectum Maligne neoplasma pancreas Mal. neopl. spijsv. org. and. / niet gesp. Benigne neoplasmata spijsvert. org. Corpus alienum via mond / anus Andere letsels spijsvert.org. Aangeboren afwijking spijsvert.org. Ziekte tanden / tandvlees Ziekte mond / tong / lippen Ziekte oesophagus Ulcus duodeni Andere peptische ulcera Stoornissen maagfunctie Appendicitis Hernia inguinalis Hernia diaphragmatica / hiatus Andere hernia abdominalis Diverticulose / diverticulitis Spastisch colon / ibs Colitis ulcerosa / chron. Enteritis
11,8 0,2 0,9 0,2 0,5 0,4 0,3 0,1 0,2 2,3 5,1 8,6 1,2 0,7 12,0 1,0 2,6 2,1 1,3 1,8 10,5 1,5
D95
Fissura ani/perianaal abces
3,6
B
A
D96 D97
Hepatomegalie Cirrose / andere leverziekten neg.
0,1 0,5
V/Bijz V/Bijz
V V
Echo Echo
D98 D99
Cholecystitis / cholelithiasis And. ziekten spijsverteringsorganen
2,1 1,7
V/Bijz V
V V
Echo
M34 ET 62 M22 Virushepatitis en andere leveraandoeningen M36 Maagklachten
ET 62 ET 64 ET 64 M36 Maagklachten ET 66
M34 Acute diarree M22 Virushepatitis en andere leveraandoeningen M34 Acute diarree M36 Maagklachten
M36 Maagklachten M36 Maagklachten M36 Maagklachten M36 Maagklachten
M71 Prikkelb Darm syndr
B/ Bijz B B B B B B B B B B B/ Bijz
B B B B B B B B B B B
B B B B B B B B B B B/Bijz B/Bijz B/Bijz B B B B B
V V B V B V B V B V V B B V B B B V
B V V V V V B V V B B B B B B V/Bijz B B B B/Bijz B V
B V V V V V B V V V V B B B B V V B V V B V
Opmerkingen Echo
Echo
Echo Echo Echo
Echo
Echo
21
5.4.
F: Oog
De meest voorkomende oogheelkundige klachten in de huisartspraktijk zijn rood oog (F02), afscheiding uit oog (F03), andere visussymptomen (F05), afwijkend gevoel oog (F13) en symptomen en klachten van de oogleden (F16). De meest gestelde diagnose is de infectieuze conjunctivitis (F70). Veelvoorkomende andere diagnosen zijn infectieuze conjunctivitis (F70), allergische conjunctivitis (F71), blepharitis/hordeolum (F72), corpus alienum (F76), refractieafwijkingen (F91) en cataract (F92). Basisaanbod De meest voorkomende klachten en aandoeningen van het oog kunnen volgens de richtlijnen van NHG-Standaarden geheel in de huisartsenvoorziening worden afgehandeld. Dit geldt ook voor een deel van de refractie-afwijkingen. Voor de overige oogheelkundige afwijkingen beperkt de rol van de huisarts zich vooral tot inventariseren en het zo nodig verwijzen. Aanvullend aanbod Uitgebreide bepaling van de visus voor gerichte toegeleiding van patiënten met visus-problemen naar hetzij opticien of oogarts. Bijzonder aanbod Uitgebreid oogheelkundig onderzoek vereist een bijzondere bekwaamheid, waarvoor CHBBregistratie verplicht is. Het betreft diagnostiek en behandeling van veel- voorkomende oogklachten waarbij een spleetlamp, fundusfotografie en ander instrumentarium vereist is.
22
Tabel 3.2.4. F: OOG. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat.
Standaard/ Eindtermen
Behandeling
B
B
B/Bijz
B/Bijz
B
B
F01
Pijn oog
0,9
F02
Rood oog
2,9
F03
Afscheiding uit oog
2,3
F04 F05
1,3 6,3
B B
B B
F13 F14 F15 F16
Mouches volantes Andere visus sympt. / klacht [ex f94] Afwijkend gevoel aan oog Afwijkende oogbewegingen Afwijkend aspect oog Symptomen / klachten oogleden
6,0 0,2 0,8 2,5
B B B B
V V V B
F17
Symptomen / klachten van bril
0,5
B/Bijz
V
F18
0,2
V/Bijz
V
0,2 0,2
B V
B V
1,3
B
F70
Symptomen / klachten van contactlens Angst voor oogziekte Functiebeperking / handicap oog Andere symptomen / klachten oog Infectieuze conjunctivitis
17,7
F71
Allergische conjunctivitis
6,3
F72
Blepharitis / hordeolum/ chalazion
7,0
F73
2,1
F74 F75
And. inf. / ontst. oog [ex. herp / trach] Neoplasma oog / adnexen Kneuzing / bloeding oog
0,1 1,7
F76
Corpus alienum oog
3,5
F79 F80 F81 F82 F83 F84 F85
Andere letsels oog Stenose traankanaal zuigeling Andere aangeboren afwijkingen oog Netvlies loslating Retinopathie Macula degeneratie Ulcus corneae (incl.herpetisch)
F86 F91
Trachoom Refractie afwijkingen
0,0 2,7
F92 F93
Cataract Glaucoom
2,0 1,8
F94 F95
Blindheid, elke graad / vorm Strabismus
0,6 0,7
F99
Andere ziekten oog
2,9
F27 F28 F29
M57 Het rode oog M57 Het rode oog M57 Het rode oog
Diagnostiek
M57 Het rode oog M12 Refractieafwijkingen
M57 Het rode oog M57 Het rode oog M57 Het rode oog
B
B
B
B
B
B/A
B
B
V B
V V
B
B/A
0,7 0,1 0,2
V V V
V V/Bijz V
0,3 0,4 0,3 1,0
V/Bijz V V B
V V V V/Bijz
V B/Bijz
V V
V/Bijz V/Bijz
V V/Bijz
V B/Bijz
V V/Bijz
V
V
M57 Het rode oog M57 Het rode oog M57 Het rode oog
M57 Het rode oog M12Refractieafwijkingen M57 Het rode oog M12Refractieafwijkingen
Opmerkingen
Injectie/ excisie chalazion
Oogboring
23
5.5.
H: Oor
Huisartsen zien veel klachten van het oor. Meest gepresenteerde klachten zijn oorpijn (H01) en gehoorklachten (H02). Meest gestelde diagnosen zijn otitis externa (H70), otitis media acuta (H71), otitis media met effusie H72, tubair catarre (H73), overmatig cerumen (H81) en vertigo (H82). Basisaanbod De meest voorkomende klachten en aandoeningen kunnen veelal volgens richtlijnen van de beroepsgroep geheel in de huisartsenpraktijk worden afgehandeld. Geprotocolleerde behandeling (NHG-Standaard M49) van ernstige otitis externa met een oortampon behoort voortaan tot het basisaanbod.
Aanvullend aanbod Audiometrisch onderzoek en tympanometrie kunnen in de huisartsenvoorziening worden aangeboden. De assistente kan getraind worden in het doen van dergelijk onderzoek en een audiometer en tympanometer moeten tot de praktijkuitrusting behoren. Bijzonder aanbod Geen.
24
Tabel 3.2.5. H: OOR. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod
H01 H02
Oorpijn Gehoor klachten
H03 H04 H05
Oorsuizen / tinnitus Afscheiding uit oor Bloed in / uit oor
H13 H15 H27 H28 H29 H70 H71 H72
H73 H74 H75 H76 H77 H78 H79 H80 H81 H82
Prevalentie /1.000 pat. 5,5 5,5
Behandeling B B
1,8 1,9 0,2
B B B
B B V
Verstopt gevoel oor
1,4
B
B
Zorgen over aspect oor Angst voor oorziekte Handicap/beperking gehoor Andere symptomen / klachten oor Otitis externa
0,3 0,4 0,2 1,2
B B V B
B B V B
B
B/A
B
B
B
B
16,8
M61 Slechthorendheid
M49 Otitis externa M09 Otitis media acuta M18 Otitis media met effusie
Otitis media acute / myringitis Otitis media sereuze / glue ear
17,8
Tubair catarre / tubastenose Otitis media chron. / andere info. oor Neoplasmata oor Corpus alienum in oor Perforatie trommelvlies Oppervlakkig letsel oor Ander letsel oor Aangeboren afwijkingen oor Overmatig cerumen
5,5 1,2
B B
B V
0,1 0,4 0,8 0,2 0,2 0,2 32.3
V B B B V V B
V B V V V V B
B
B
V B
V V
A
V
V
V
V
V
7,6
6,3
0,3
H86
Acoustisch letsel / lawaai doofheid Doofheid alle graden neg.
H99
Andere ziekten oor / mastoid
0,5
H85
Diagnostiek B A
Vertig. syndromen / labyrinthitis Otosclerose Presbyacusis
H83 H84
Standaard/ Eindtermen
0,0 2,3
2,2
M61 Slechthorendheid M75 Duizeligheid
M61 Slechthorendheid M61 Slechthorendheid M61 Slechthorendheid
Opmerkingen
Aanvullend: Audiometrie / tympanometrie
Oortamponade
Aanvullend: audiometrie Aanvullend: audiometrie
25
5.6.
K: Tractus circulatorius
In de tractus circulatorius zijn de meest voorkomende klachten hartkloppingen (K04), gezwollen enkels (K07) en angst voor hoge bloeddruk (K25). Meest gestelde diagnosen zijn: angina pectoris (K74), decompensatio cordis (K77), atriumfibrilleren (K78), hypertensie (K86 en 87), cerebrovasculair accident (K90), varices (K95) en hemorrhoiden (K96). Een aantal klachten en aandoeningen hebben een spoedeisend karakter. Basisaanbod De meest voorkomende klachten en aandoeningen worden volgens de bestaande richtlijnen van de beroepsgroep in de huisartsenvoorziening afgehandeld. Doorverwijzing naar de tweede lijn zal hierbij regelmatig aan de orde zijn. Aanvullend aanbod Het systematisch bepalen van het risico op hart- en vaatziekten (HVZ) geschiedt volgens de NHGStandaard M84. Dit cardiovasculair risicomanagement geschiedt met praktijkondersteuning en vereist speciale verslaglegging. De diagnostiek en behandeling van hypertensie maken hier onderdeel van uit. Het maken van een ECG met automatische interpretatie of via de cardioloog behoort tot het aanvullend aanbod. De behandeling van patiënten met hartfalen volgens de NHG-Standaard M51 vereist ook een systematische aanpak bij voorkeur samen met praktijkondersteuner. De mogelijkheid om in praktijkvoorziening hartritmestornissen te kunnen uitsluiten/ diagnosticeren met behulp van een holterfoon is meer dan service voor de patiënt. Doppler-onderzoek bij perifeer vaatlijden is aanvullend aanbod en biedt de mogelijkheid om de behandeling in de praktijkvoorziening te evalueren. Behandeling van ulcus cruris en thromboflebitis met zwachtelen volgens de NHG-standaard. Het behandelen van aambeien met Barron-ligatie vereist instructie, enige oefening en speciaal instrumentarium en is aanvullend aanbod. Bijzonder aanbod Tot het bijzondere aanbod behoren: • het zelfstandig interpreteren van het ECG; • het scleroseren van varices; • het behandelen van aambeien met Barron-ligatie.
26
Tabel 3.2.6. K: TRACTUS CIRCULATORIUS. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie/1.000 patiënten K01 K02 K03 K04 K05 K06 K07 K24 K25 K27 K28 K29 K70 K71 K72 K73 K74
Pijn toegeschreven aan hart Druk / beklemming toegeschr. aan hart And. pijn toegeschr. aan vaatstelsel Hartkloppingen / bewust van hartslag And. afw. / irregulaire hartslag Opgezette aderen Gezwollen enkels / enkeloedeem Angst voor hartaanval Angst voor hoge bloeddruk Angst and. ziekte hartvaatstelsel Functiebep./hand. hartvaatstelsel Andere symptomen hartvaatstelsel Infectieziekte hartvaatstelsel Acuut reuma/reumatische hartziekte Neoplasma hartvaatstelsel Aangeboren afwijking hart/ vaatstelsel Angina pectoris
2,5 1,9 0,5 4,7 1,4 0,2 8,3 1,0 3,8 1,9 0,1 0,9 0,1 0,1 0,0 0,2 10,7
K75
Acuut myocard infarct
3,3
K76 K77 K78
And. / chron. Isch. hartziekten Decompensatio cordis Boezemfibrilleren / -fladderen Paroxysmale tachycardie Ectop. slagen / extrasyst. alle typen Hartgeruis nao Cor pulmonale Klep aandoening niet reumat. nao Andere hartziekten Verhoogde bloeddruk [ex.k86/k87]
4,3 7,4 4,9
K79 K80 K81 K82 K83 K84 K85
1,7 1,1 0,9 0,1 1,1 1,4 7,9
Standaard/ Eindtermen
M43 Stabiele angina pectoris M80 Acuut coronair syndroom M51Hartfalen M79 Atrium fibrilleren ET 81 ET 81
M84 Cardiovasc. risicomanag. M84 Cardiovasc. risicoman. M84 Cardiovasc. risicoman. M75 Duizeligheid M45 TIA M81 CVA
Diagnostiek
Behandeling
Opmerkingen
B B B B B B B B B B V B V V V V B
B B B B B B B B B B V
ECG ECG
V
V
ECG Instabiele angina pectoris wordt verwezen ECG
V B B
V B V
ECG ECG ECG
V B V V V V B
V B V V V V B
ECG ECG
B
B
B
B
B
B
B B B
V V B
A
V
V V V V B
ECG ECG
ECG
Optie: 24h RRregistratie
K86
Hypertensie zonder orgaanbeschadiging
57,1
K87
Hypertensie met orgaanbeschadiging
7,2
K88
Orthostatische hypotensie
1,4
K89 K90 K91
Passagere cerebrale ischemie Cerebrovasc. accid. (cva) Antherosclerose [ex. coron., cerebr.] Andere ziekten perifere arterien
3,6 4,5 0,9
0,5 2,8
M30 Varices
V B
V A
A= zwachtelen
6,6
M30 Varices
B
Bijz
Bijz. scleroseren
K96
Longembolie / long infarct Thrombophlebitis / Phlebothrombosis Varices benen [ex. ulc. crur. S97] Hemorroiden
8,6
B
A
Aanvullend Barron ligatie
K99
Andere ziekten hartvaatstelsel
1,4
V
V
K92
K93 K94 K95
3,0
M13 Perifeer arterieel vaatlijden
ECG, Optie: 24h RRregistratie ECG, Optie: 24h RRregistratie
A= Doppler onderzoek
27
5.7.
L: Bewegingsapparaat
Klachten van het bewegingsapparaat zijn de meest voorkomende klachten. Vaak worden symptoomdiagnosen gesteld. Veelvoorkomende klachten zijn: klachten van de nek (L01), van de rug (L02 en L03), van de borstkas (L04), van de schouder (L08), van het been (L14), van de knie (L15), van de voeten (L17) en spierpijn (L18). Meest gestelde diagnosen zijn: distorsies van enkel (L77) en knie (L78), andere traumata (L81), syndromen van de cervicale wervelkolom (L83), L86, (L92) en (L93). Basisaanbod De genoemde klachten worden veelal binnen de huisartsenvoorziening afgehandeld. Voor veel aandoeningen heeft de beroepsgroep richtlijnen ontwikkeld die het beleid bij deze aandoeningen richting geven. Fracturen, weinig voorkomende traumata en de weinig frequent voorkomende aandoeningen worden over het algemeen verwezen naar de tweede lijn. Advisering voor sporten en meer bewegen is basisaanbod, tenzij de praktijk hiervoor een geprotocolleerde interventie heeft gerealiseerd. Voor bijna alle klachten van het bewegingsapparaat is een beweegadvies aangewezen. Dat is basisaanbod, alsook verwijzing naar de lifestyle-consulent/beweegtherapeut, fysiotherapeut of Mensendieck/Cesar. Aanvullend aanbod Het doen van puncties in gewrichten voor diagnostiek en behandeling behoort tot het aanvullend aanbod, alsook het injecteren van therapeutica. Daarnaast behoort het tapen van distorsies tot het aanvullend aanbod. Organisatie van een aanbod voor bewegen en sporten (beweegkuur/bewegen op recept) is aanvullend aanbod indien de praktijk hierin een substantiële bijdrage heeft. Bijzonder aanbod Sport medisch advies. Een aanvraag voor een CHBB-register Beweeg- en sportadvisering is in voorbereiding.
28
Tabel 3.2.7. L: BEWEGINGSAPPARAAT. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat. 23,2 22,0 39,7 17,7 2,1 0,5 2,5 17,0 5,7 2,7 6,1 9,9 7,9 12,3 19,0
Standaard/ Eindtermen
Diagnostiek B B B B B B B B B B B B B B B
Behandeling B B B B B B B B B B B B B B B
L01 L02 L03 L04 L05 L06 L07 L08 L09 L10 L11 L12 L13 L14 L15
Nek symptomen / klachten Rug symptomen / klachten Lage rugpijn zonder uitstraling Borstkas symptomen / klachten Flank symptomen / klachten Oksel symptomen / klachten Kaak(gewricht) symptomen/klachten Schouder symptomen / klachten Arm symptomen / klachten Elleboog symptomen / klachten Pols symptomen / klachten Hand/vinger symptomen / klachten Heup symptomen / klachten Been/dijbeen symptomen/ Klachten Knie symptomen / klachten
L16 L17 L18 L19 L20 L26 L27
Enkel symptomen / klachten Voet/teen symptomen / klachten Spierpijn Sympt. meerd./niet gespec. spieren Sympt. meerd./niet gesp. gewrichten Angst v. kanker bewegingsapparaat Angst v. andere ziekte bewegingsapparaat Handicap / beperking bewegingsapparaat Andere/meerdere sympt./ kl. bewegingsapparaat Infectieziekten bewegingsapparaat Neoplasma bewegingsapparaat Fractuur radius / ulna Fractuur tibia / fibula Fractuur hand / voet Fractuur femur Andere fracturen Verstuikingen / distorsies enkel Verstuikingen / distorsies knie
4,6 18,0 15,3 4,0 5,5 0,0 0,4
B B B B B B B
B B B B B B B
0,9
B
V
3,3
B
B
0,4 0,4 1,8 1,0 2,6 0,9 2,8 9,6 4,5
V V B B B B B B B
V V V V V V V B/A B/A
3,9 1,0 15,1 0,9
B B B V
A V B V
L83 L84 L85 L86
Andere verstuikingen / distorsies Luxaties / subluxaties Andere traumata bewegingsapparaat Aangeboren afwijkingen bewegingsapparaat Syndromen cervicale wervelkolom Arthrose / spondylose wervelkolom Verworven afwijkingen wervelkol. Lage rugpijn met uitstraling
6,8 1,9 1,2 15,4
B B V B
B B V B
L87
Ganglion gewricht / pees
3,5
B
A
L88
Rheumatoide arthritis / verwante aandoeningen Coxarthrosis Gonarthrosis
4,8
M41 Reumatoïde artritis
B
V
3,8 5,6
M66 Traumat. Knieprobl.
B B
V V/A
L28 L29 L70 L71 L72 L73 L74 L75 L76 L77 L78 L79 L80 L81 L82
L89 L90
M54 Lage rugpijn
M08 Schouderklachten
M65 Niet traumat. knieprobl. bij kind. en adolesc. M66 Traumat. knieprobl. M67 Niet traumatische knieprobl. bij volwassenen
M04 Enkeldistorsie M67 Niet traumatische knieprobl. bij volwassenen
M54 Lage rugpijn M54 Lage rugpijn M55 Lumbosacraal radiculair syndroom
Opmerkingen
Tapen Tapen Tapen
Punctie / chirurgie
Injectie
29
L91 L92
Andere artrose / verwante aandoeningen Schoudersyndromen / phs
18,4
L93
Epicondylitis lateralis
L94
Osgood-schlatter / andere osteochondrop. Osteoporosis Acute traumata meniscus / kniebanden Chronisch inwendig trauma knie
L95 L96 L97 L98 L99
5.8.
Verworven afwijkingen extremiteiten Andere ziekten bewegingsapparaat
4,0
B
V/A
Injectie
M08 Schouderklachten
B
A
7,2
M60 Epicondylitis
B
A
A=Therapeut. gewrichtspunctie A= Injectie corticoister.
0,7
M65 Niet traumat. knieprobl. bij kind. en adolesc. M69 Osteoporose M67 Niet traumatische knieprobl. bij volwassenen M67 Niet traumatische knieprobl. bij volwassenen
B
B
B/A B
B/A B
B
V
5,0
V
V
20,4
B
V
4,2 2,3 5,5
N: Zenuwstelsel
Veelvoorkomende klachten van het zenuwstelsel zijn: hoofdpijn (N01), spanningshoofdpijn (N02) en vertigo (N17). Meest gestelde diagnosen zijn: migraine (N89), carpaal tunnel syndroon (N93) en andere perifere neuritis (N94). Een aantal aandoeningen met betrekking tot het zenuwstelsel zijn in andere categorieën ondergebracht: TIA en CVA bij de tractus circulatorius (K) en de radiculaire syndromen bij het bewegingsapparaat (L). Basisaanbod De genoemde klachten en aandoeningen worden grotendeels geheel in de huisartsenvoorziening afgehandeld. Bij het grootste deel van de aandoeningen (N70-88) in deze tabel beperkt de rol van de huisarts zich tot inventarisatie, eerste diagnostiek en verwijzing. Daarnaast speelt de huisartsenvoorziening een rol bij de begeleiding van deze aandoeningen. Aanvullend aanbod Injecteren bij carpaal tunnel syndroom behoort tot het aanvullend aanbod. Bijzonder aanbod Geen.
30
Tabel 3.2.8. N: ZENUWSTELSEL. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat. 14,6
Standaard/ Eindtermen ET 99 M19 Hoofdpijn ET 99 M19 Hoofdpijn ET 99
Diagnostiek
Behandeling
B
B
B
B
B B B B
B B B V
M19 Kinderen met koorts
B
B
B B
V B
0,5
B
V
1,4 0,1 1,5
B B B
V B B
0,1 0,9 0,1 0,2 0,3
B B V V V
V B V V V
V V V V B B B V
V V V V V V V V
N01
Hoofdpijn [ex. N02, N89, R09]
N02
Spanningshoofdpijn
7,3
N03 N04 N05 N06
Aangezichtshoofdpijn Restless legs Tintelen vingers / voeten / tenen And. sensibiliteitsst. / onwill. / onwill. bew. Convulsies / stuipen (incl. koorts-) Andere afwijkingen reuk / smaak Vertigo / duizeligheid [ex.h82]
0,6 2,2 1,1 2,7
N07 N16 N17 N18 N19 N26 N27 N28 N29 N70 N71 N72 N73 N74 N75 N76 N79 N80 N81 N85
Verlamming / krachtsverlies [ex.a04] Spraak / fonatie stoornis Angst voor kanker zenuwstelsel Angst voor andere ziekte zenuwstelsel Functiebep. / hand. zenuwstelsel And. sympt. / klacht. zenuwstelsel Poliomyelitis / and. enterovirus inf. Meningitis / encephalitis Tetanus
0,5 0,3 11,6
0,0 0,2 0,3 0,1 1,8 1,1 0,4 0,2
M75 Duizeligheid
ET 100 ET 100
N86 N87 N88 N90 N91 N92 N93
And. infectieziekten zenuwstelsel Maligne neoplasma zenuwstelsel Benigne neoplasma zenuwstelsel Niet gespec. neoplasma zenuwstelsel Hersenschudding Ander letsel hoofd [ex. fractuur] Andere letsels zenuwstelsel Aangeboren afwijkingen zenuwstelsel Multiple sclerose Parkinsonisme, ziekte van parkinson Epilepsie alle vormen Cluster headache Facialis parese / bell’s palsy Trigeminus neuralgie Carpaal tunnel syndroom
0,5 1,1 3,1 0,3 0,4 0,4 3,0
ET 102 ET 103 ET 104 M19 Hoofdpijn ET 105 ET 105 ET 105
V V V V B B B
V V V V B B A
N94 N99
Andere perif. neuritis / neuropathie Andere ziekten zenuwstelsel
3,3 1,5
ET 105
B B
V V
ET 101 ET 101 ET 101
Opmerkingen
Vaccinatie = basisaanbod
Corticosteroid injectie
31
5.9.
P: Psychische problemen
Psychische problemen vormen een belangrijk deel van het werk in de huisartsenzorg. Meest voorkomende klachten zijn angsten (P01) en depressieve gevoelens (P03). De meest gediagnosticeerde aandoeningen zijn angststoornis (P74) en depressie (P76). Basisaanbod Een groot deel van de klachten zal door de huisartsenvoorziening zelf kunnen worden afgehandeld. Voor een kleiner deel van deze klachten zal de huisartsenzorg zich toeleggen op het inventariseren van de klachten en het vervolgens verwijzen naar meer gespecialiseerde hulpverleners in eerste en tweede lijn (met name de verslavings- en gedragsproblematiek). Bij de meest gestelde diagnosen, angststoornissen (P74) en depressies (P76), worden de NHGrichtlijnen gevolgd. Ook voor dementie (P70) bestaan NHG-richtlijnen. Voor de psychosen (P71, 72, 73 en 98) is de belangrijkste taak van de huisartsenzorg de inventarisatie, eerste diagnostiek en verwijzing. Hetzelfde geldt voor de persoonlijkheids-/ karakterstoornissen (P80). Aanvullend aanbod Inhoudelijk valt de afhandeling van de klachten en diagnosen volgens de richtlijnen van de beroepsgroep grotendeels onder het basisaanbod. In specifieke populaties met een grotere prevalentie van psychische problematiek kan de huisartsenzorg een aanvullend aanbod in kwantititeit bieden. Hiervoor is uitbreiding met ondersteuning van een SPV een goede mogelijkheid. Kwalitatief kan een deel van tweedelijnszorg in aanvullend aanbod ook door ondersteuning in de huisartsenpraktijk worden aangeboden. Hierbij valt vooral te denken aan ondersteunende gesprekstherapie bij depressies en angststoornissen (systematische desensitisatie of cognitieve gesprekstherapie; korte oplossingsgerichte therapie; problem solving treatment (PST). Inzet van de POH-GGZ en /of eerstelijnspsycholoog in de huisartsenvoorziening is hiervoor aan te bevelen, alsook voor andere psychiatrische problematiek zoals ambulant behandelden van patiënten met psychosen/schizofrenie en zorgwekkende zorgmijders. Te denken valt aan programma’s casemanagement bij deze bijzondere groepen chronisch psychiatrische patiënten (in een stabiele fase), alsook bewoners van verzorgingshuizen met psychogeriatrische problemen, verslaafden, cliënten in de maatschappelijke opvang, prostituees, bewoners van speciale woonvormen (bijvoorbeeld jongeren met gedragsproblemen of mensen in een resocialisatiefase bijvoorbeeld na detentie) en mensen met neurologische aandoeningen of verstandelijke handicaps. Aanvullend aanbod is ook de uitzonderlijke extra zorg na rampen (zoals in Volendam en Enschede), of voor vluchtelingen met verhoogde kans op PTSS en bepaalde groepen allochtonen met ernstige aanpassingsproblemen. De (programmatische) behandeling van overmatig slaapmiddelengebruik en/ of gebruik van tranquillizers is geen basisaanbod. De huisartsenvoorziening kan hierin een aanbod doen. De methode is gepubliceerd in H&W. De behandeling van tabaksmisbruik kan ondersteund worden met de minimale interventiestrategie (MIS & HMIS). Alcoholmisbruik en de bestrijding ervan is evenals tabaksmisbruik speerpunt van de rgering in het kader van bevordering van de gezondheid. Systematische interventies in de huisartsenpraktijk zijn aanvullend aanbod. De interventie is omschreven in de NHG-Standaard. Diagnostiek van de dementie met de MMSE is aantoonbaar nauwkeuriger dan de klinische blik. Bijzonder aanbod Gezinstherapie en uitgebreide seksuologische hulpverlening zijn bijzonder aanbod. Extra opleiding is hier een vereiste evenals een adequate consultatiemogelijkheid bij gezinstherapie, bijvoorbeeld van het AMW, waar mogelijk op basis van een LESA.
32
Tabel 3.2.9. P: PSYCHISCHE PROBLEMEN. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat. 16,9 7,1 5,7 0,8 0,1 23,9
Standaard/ Eindtermen
Diagnostiek B B B B B B
Behandeling B B B B B B
Opmerkingen
B
Bijz
B
Bijz
B
Bijz
Seksuologische hulpverlening Seksuologische hulpverlening Seksuologische hulpverlening
B B B
B V B
B B
V V
P01 P02 P03 P04 P05 P06
Angstig / nerveus / gespannen gevoel Crisis / voorbijg. stress reactie Down / depressief gevoel Prikkelbaar / boos gevoel / gedrag Zich oud voelen / gedragen Slapeloosheid / andere slaapstoornis
P07
Libido verlies / vermindering
0,3
P08
Sexuele bevred. verlies / vermindering
1,0
P09
Bezorgdheid over sexuele voorkeur
0,1
P10 P11 P12
Stamelen / stotteren / tics Eetproblemen bij kind Enuresis
0,4 0,5 1,5
P13 P15
Encopresis Chronisch alcoholmisbruik
0,1 1,7
P16
Acuut alcoholmisbruik / intoxicatie
0,3
alcoholgebruik M10 Problematisch alcoholgebruik
B
V
P17 P18
Tabaksmisbruik Geneesmiddelmisbruik
4,1 2,1
ET 110 ET 111
B B
A B/A
P19 P20
0,7
ET 111
B B
V V
B B B B B B B
V V V V B B V
P29 P70 P71
Drugsmisbruik Geheugen / concentr. / oriëntatie stoornis Overactief kind / hyperkin. syndroom Andere zorgen gedrag kind Andere zorgen gedrag adolescent Specifiek leerprobleem Levensfaseprobleem volwassene Angst voor psychische ziekte Functiebep. / handicap psych. problemen Andere psychische sympt. / klacht Seniele dementie / Alzheimer Andere organische psychosen
B B B
V V V
P72 P73 P74
Schizofrenie alle vormen Affectieve psychosen Angststoornis / angsttoestand
0,6 0,9 7,1
V V B
V V A
P75
Hysterie / hypochondrie
1,1
M21 Dementie M77 Delier bij ouderen ET 114 ET 114 M62 Angststoornissen ET 116
B
B/A
P76
Depressie
21,2
M44 Depressie
B
A
P77 P78 P79 P80
Suicide poging Neurasthenie / surmenage Andere neurotische stoornis / aandoen. Persoonlijkheids- / karakterstoornissen
0,4 7,8 1,4 1,4
ET 119 ET 120
B B B V
V B B V/A
P85 P98 P99
Mentale retardatie / intell. achterstand Andere / niet gespec. psychosen Andere psychische stoornissen
0,2 0,8 1,7
V V V
V V V
P21 P22 P23 P24 P25 P27 P28
M23 Slapeloosheid en slaapmiddelen M87 M87 Erectiele dysfunctie ET 107
M59:Enuresis nocturna M10 Problematisch
1,1 2,1 0,4 2,0 0,3 0,1 0,1 2,1 1,7 0,6
ET 121
MIS Terugdringen slaapmiddelen/ tranquilizers
Ondersteunende gesprekstherapie Eerstelijnspsycholoog Ondersteunende gesprekstherapie
SPV/ eerstelijnspsycholoog
33
5.10.
R: Tractus respiratorius
Klachten en aandoeningen van de luchtwegen worden veel gepresenteerd in de huisartsenvoorziening. De meest voorkomende klachten zijn: benauwdheid (R02), hoesten (R05) en klachten van de keel (R21). De hierbij passende aandoeningen zijn: acute infectie bovenste luchtwegen (R74), acute/chronische sinusitus (R75), acute tonsillitis (R76), acute bronchitis/bronchiolitis (R78), pneumonie (R81), emfyseem/COPD (R95), astma (R96) en hooikoorts/allergische rhintitis (R97). Basisaanbod Het grootste deel van de klachten van de luchtwegen wordt in geheel in de huisartsenvoorziening afgehandeld. Dit geldt ook voor de genoemde aandoeningen, waarvoor veel richtlijnen zijn geschreven. De huisartsenvoorziening heeft een belangrijke rol bij het op het spoor komen van de veelvoorkomende maligniteiten van de luchtwegen (R84 en R85). Na verwijzing naar de tweede lijn heeft de huisartsenvoorziening vervolgens een aandeel in de begeleiding van deze aandoeningen. De weinig voorkomende aandoeningen worden merendeels verwezen naar de tweede lijn. Aanvullend aanbod Tot het aanvullende aanbod behoort de jaarlijkse influenzavaccinatie van risicogroepen en het verlenen van disease-management aan chronische patiënten met astma en COPD. Het aanbieden van longfunctieonderzoek (spirometrie) in de huisartsenvoorziening is aanvullend aanbod. Hiervoor moet apparatuur in de praktijk beschikbaar zijn, kennis van gebruik en interpretatie van de uitslagen. Bijzonder aanbod Geen.
34
Tabel 3.2.10. R: TRACTUS RESPIRATORIUS. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat. 0,5 7,0 1,2 1,4 46,6 3,2 4,6 2,9 3,9 14,4 2,6 2,9 0,6 0,6 0,3 0,4 0,1 0,6 0,1 1,2 1,7 0,5 56,4
Standaard/ Eindtermen
R01 R02 R03 R04 R05 R06 R07 R08 R09 R21 R22 R23 R24 R25 R26 R27 R28 R29 R70 R71 R72 R73 R74
Pijn toegeschreven aan luchtwegen Dyspnoe / benauwdheid Piepende ademhaling Andere problemen ademhaling Hoesten Epstaxis / neusbloeding Niezen / neus-verstopping / loopneus Andere symptomen / klachten neus Sympt. / klacht.sinussen (incl. pijn) Sympt. / klachten keel Sympt. / klachten tonsillen Sympt. / klachten stem Haemoptoe Abnormaal sputum / slijm Angst voor kanker luchtwegen Angst v. andere ziekte luchtwegen Functiebep. / handicap luchtwegen Andere sympt. / klacht. luchtwegen Tuberculose luchtwegen [ex.a70] Kinkhoest Streptokok. angina / roodvonk Furunkel / abces neus Acute infectie bovenste luchtwegen
R75 R76 R77
Acute / chronische sinusitus Acute tonsillitis Acute laryngitis / tracheitis
27,4 11,6 5,2
R78 R80
Acute bronchitis / bronchiolitis Influenza bewezen [ex. pneumonie]
26,6 2,4
R81 R82 R83 R84 R85 R86 R87 R88 R89 R90 R91 R93 R95
Pneumonie Pleuritis alle vormen [ex. R70] Andere infecties luchtwegen Maligne neoplasma bronchus / long Andere maligne neoplasma luchtwegen Benigne neoplasma luchtwegen Corpus alienum neus / larynx / bronch. Ander letsel luchtwegen Aangeboren afwijkingen luchtwegen Hypertrofie / chron.inf. tons. / adenoid Chron. bronchitis / bronchiectasiën Pleuravocht nao Emfyseem / copd
7,5 0,2 1,6 1,0 0,2 0,6 0,3 0,3 0,0 2,9 3,6 0,1 11,0
M78 Acuut hoesten
R96
Astma
26,1
R97
Hooikoorts / allergische rhinitis
27,8
M26 Astma bij volwassenen M24 Astma bij kinderen M48 Allergische en niet-allergische rhinitis
R98 R99
Hyperventilatie Andere ziekten luchtwegen
4,6 1,3
ET 123
M78 Acuut hoesten
M33 Rhinosinusitis
M78 Acuut hoesten M11 Acute keelpijn M11 Acute keelpijn M78 Acuut hoesten M33 Rhinosinusitis M11 Acute keelpijn M11 Acute keelpijn M78 Acuut hoesten M78 Acuut hoesten M35 Influenza en influenza vaccinatie
M78 Acuut hoesten ET 135
M27 COPD M27 COPD
Diagnostiek B B B B B B B B B B B B B B B B B B V B B B B
Behandeling B B B B B B B B B B B V V B B B V V V B B B B
B B B
B B B
B B
B B
B V B V V V V V V B B V B
B V B V V V V V V V V V B
B
B
B
B
B V
B V
Opmerkingen
Aanvullend: influenzavaccinatie
Aanvullend: disease management; spirometrie Aanvullend; disease management; spirometrie
35
5.11.
S: Huid en subcutis
Patiënten komen vaak met klachten en aandoeningen van de huid bij de huisartsenvoorziening. Meest gepresenteerde klachten zijn: wratten (S03), lokale zwelling/papel/knobbel huid/subcutis (S04), andere lokale infecties huid/subcutis (S11), buil/kneuzing/contusie intacte huid (S16) en scheurwond/snijwond (S18). De diagnosen die het meest worden geregistreerd zijn: dermatomycosen (S74), monoliasis/candiadasis (S75), erysipelas (S76), benigne huidaanhangels (S79), naevus/moedervlek (S82), impetigo (S84), seborrhoisch eczeem (S86), constitutioneel eczeem (S87), contacteczeem (S88), atheroomcyste (S93), acne (S96) en urticaria (S98). Basisaanbod De veelvoorkomende huidafwijkingen kunnen veelal geheel door de huisartsenvoorziening worden afgehandeld. De maligne aandoeningen worden door de tweede lijn behandeld en door de huisarts begeleid. Een aantal chronische aandoeningen wordt veelal in samenwerking met de tweede lijn behandeld (zoals de ernstige vormen van eczeem en psoriasis). Aanvullend aanbod Het verwijderen van huidongerechtigheden als lipomen, atheromen, fibromen, etc. Hiervoor is assistentie gewenst, goed instrumentarium en hygiëne-/ sterilisatievoorzieningen. Naast chirurgische technieken behoren ook elektrochirurgie (hyfrecator) of microwave (Surgitron) tot de technieken voor verwijdering van huidongerechtigheden. Diagnostisch is het stansbiopt ook aanvullend aanbod. Teledermatologie vereist speciale apparatuur en een geformaliseerd contact met een consultatieve voorziening voor dermatologie. Het behoort tot het aanvullend aanbod. Bijzonder aanbod Geen.
36
Tabel 3.2.11. S: HUID EN SUBCUTIS. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod
S01 S02 S03 S04 S05 S06 S07 S08 S09 S10 S11 S12 S13 S14 S15 S16 S17 S18 S19 S20 S21 S22 S23 S24 S26 S27 S28 S29 S70 S71 S72 S73 S74 S75 S76 S77 S78 S79 S80 S81 S82 S83 S84 S85 S86 S87 S88 S89 S90 S91 S92 S93 S94 S95 S96 S97
Pijn / gevoeligheid huid Pruritis / jeuk [ex.d05, x16] Wratten Lok.zwelling / papel / knobb.huid / subc Mult.zwell. / papels / knobb.huid / subc Lokale roodheid / erytheem huid Gegen. roodheid / erytheem huid Andere veranderingen in kleur huid Lokale inf. vinger / teen / paronychia Furunkel / karbunkel / cellulitis lok. Andere lokale infecties huid / subcutis Beet / steek insekt Beet mens / dier Brandwond / verbranding huid Corpus alienum huid / subcutis Buil / kneuz. / contusie intacte huid Schaafwond / schram / blaar Scheurwond / snijwond Andere letsels van de huid / subcutis Likdoorns / eeltknobbels Andere sympt. / klacht. aspect huid Symptomen / klachten nagels Haaruitval / alopecia Andere symptomen / klachten haar Angst voor kanker huid / subcutis Angst voor andere ziekte huid / subcutis Functiebeperking/ handicap huid/ subcutis Andere symp. / klacht. huid / subcutis Herpes zoster Herpes simplex [ex.f85,x90,y72] Scabies / andere aand. door mijten Pediculosis / andere huid infestatie Dermatomycosen Moniliasis / candidiasis [ex.x72,y75] And.infectie huid / subc. / erysipelas Maligne neplasma huid / subc. Lipoom Andere benigne neopl.huid / subcutis And / niet gespec.neopl. huid/subcutis Hemangiomen / lymfangiomen Naevus / moedervlek And. aangeb. afwijking huid / subcutis Impetigo / impetiginisatie Pilonidaal kyste / fistel Seborroisch eczeem / roos Constitutioneel eczeem Contact eczeem / ander eczeem Luier eczeem Pityriasis rosea Psoriasis Ziekten zweetklieren Atheroom kyste / epitheel kyste Unguis incarnatus/ andere nagelaandoen. Mollusca contagiosa Acne Ulc.cruris / decubitus / chron. ulc.
S98 S99
Urticaria Andere ziekten huid / subc.weefsel
Prevalentie /1.000 pat. 0,8 9,2 24,7 8,0 1,2 5,7 1,0 0,8 5,0 4,2 10,6 5,7 2,6 3,1 1,6 6,9 4,5 15,2 2,4 3,6 4,9 1,7 2,1 1,0 0,2 0,2 0,0 3,2 3,8 2,5 0,4 0,5 46,9 7,5 6,7 2,1 2,9 10,2 0,6 0,6 9,5 0,3 7,5 0,4 10,8 15,8 45,1 1,6 1,4 5,2 1,7 9,5 5,4 27 8,5 4,0 7,3 7,6
Standaard/Eindtermen
ET 139 ET 139
M68 Bacteriële huidinf. M68 Bacteriële huidinf. M68 Bacteriële huidinf. ET 141 ET 141 ET 141 ET 141 ET 141 ET 141 ET 141 ET 141
M64 Dermatomycosen M64 Dermatomycosen M68 Bacteriële huidinf.
M68 Bacteriële huidinf.
M37Constition. eczeem
M64 Dermato-mycosen M39 Psoriasis
M15 Acne vulgaris M70 Decubitus M16 Ulcus crur. venos.
Diagnostiek B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B V B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B
Behandeling B B B A A B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B V B B B B B B B B V A A V V A V B V/A B B B B B B B A A B B A
Opmerkingen
Chir. verwijd. Chir. verwijd.
Chir. verwijd. Chir. verwijd.
Chir. verwijd.
Incisie
Chir. verwijd. Chir. verwijd.
Zwachtelen
B B 37
5.12.
T: Endocriene klieren/metabolisme/voeding
Meest gepresenteerde klacht in deze categorie is gewichtsverlies (T08). De aandoeningen die het meeste voorkomen zijn: hypothereoidie (T86), diabetes mellitus (T90), jicht (T92) en vetstofwisselingsstoornissen (T93). Basisaanbod De meest gepresenteerde klachten en aandoeningen worden veelal geheel in de huisartsenvoorziening afgehandeld. Voor de grote groep weinig frequente aandoeningen zorgt de huisartsenvoorziening vooral voor inventarisatie en eerste diagnostiek. Aanvullend aanbod De behandeling van insuline-afhankelijke diabetes mellitus en het disease-management bij diabetes mellitus behoren tot het aanvullende aanbod. De praktijkverpleegkundige is hierbij een onmisbare schakel. Hoewel er nog weinig evidence based behandelingen zijn voor adipositas en obesitas, is er consensus over het belang ervan om dit snel toenemende gezondheidsprobleem aan te pakken. De huisartsenvoorziening kan hierin willen voorzien ook als onderdeel van diabetesbehandeling, behandeling van hart- en vaatziekten (HVZ) en bij de aanpak van jeugdadipositas. Dit gebeurt bij voorkeur door de praktijkondersteuner, eventueel in samenwerking met een dietiste. De praktijkondersteuner kan systematisch disease management doen van de patiënten met schildklierafwijkingen. Dit bevordert hun instelling, compliance en kwaliteit van leven. Bijzonder aanbod Geen.
38
Tabel 3.2.12. T: ENDOCRIENE KLIEREN / METABOLISME / VOEDING. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat. T01 T02 T03 T04 T05 T06 T07 T08 T10 T11 T15 T26 T27
Diagnostiek
Behandeling
B B B B B V B B B B B B B
B B B B B V B B V V V B B
0,0
V
V
0,3
V
V
0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,1 0,7
V V V V V V V
V V V V V V V
B B B
V V V
Dietist/POH Dietist/POH
B
B
Disease management
B
B
B B
V B, A
B B
V B
B
B
V
V
0,8 0,1 0,3 0,4 0,2 0,4 0,8 2,0 0,8 0,4 0,4 0,0 1,2
T70 T71 T72 T73 T78 T80 T81
Overmatige dorst Overmatige eetlust Verminderde eetlust Voedingsprobl.zuig. / kind [ex.p11] Voedingsprobl.volwassene [ex.t06] Anorexia nervosa / boulimie Gewichtstoename Gewichtsverlies Achterbl.verwachte fysiol.ontwikk. Dehydratie Knobbel / zwelling schildklier Angst v. kanker endocriene klieren Angst and. ziekte endo. / metab. / voed. Functiebep. / hand. endo. / metab. / voed. And. sympt. / klacht. endo. / metab. / voed. Infecties endocriene klieren Maligne neoplasma schildklier Benigne neoplasma schildklier Andere/ niet gespec. neopl. endo. kl. Persist.ductus thyreoglossus / kyste And. aangeb. afw. endo. kl. / metab. Struma [ez. t85, t86]
T82 T83 T85
Adipositas (quet.index =30) Overgewicht (quet.index <30) Hyperthyreoidie / thyreotoxicose
2,9 2,3 1,9
T86
Hypo-thyreoidie / myxoedeem
5,8
T87
Hypoglykemie
0,6
T88 T90
Renale glucosurie Diabetes mellitus
0,1 26,3
T91 T92
Vitamine- / voedingsdeficienties Jicht
0,9 4,5
T93
Vetstofwisselingsstoornissen
17,8
T99
And. endo./ metab./ voed. ziekten/st.
0,9
T28 T29
Standaard/ Eindtermen
ET 146
ET 147
M31 Schildklieraandoeningen ET 148 ET 148 M31 Schildklieraandoeningen M31 Schildklieraandoeningen M01 Diabetes mellitus type 2 M01 Diabetes mellitus type 2
M72 Jicht M84 Cardiovasculair risicomanagement
Opmerkingen
Basis = behandeling DM type 2 Aanvullend = disease management Aanvullend: insulineafhankelijke DM
39
5.13.
U: Urinewegen
Veel gepresenteerde klachten zijn pijnlijke mictie (U01), frequente mictie (U02) en incontinentie voor urine (U04). Veruit de meest gestelde diagnose is cystitis/urineweginfectie (U71). Basisaanbod De veelvoorkomende urineweginfecties worden in de huisartsenvoorziening afgehandeld. Slechts zelden hoeven deze verwezen te worden. Dit geldt ook voor de overige veelvoorkomende klachten en aandoeningen. Bij de maligniteiten en aangeboren afwijkingen beperkt het basisaanbod zich tot inventarisatie, eerste diagnostiek, verwijzing en later begeleiding. De seksueel overdraagbare urineweginfecties zijn ondergebracht onder de categorieën X en Y. Het plaatsen of vervangen van een blaascatheter is basisaanbod. Bij complicaties of een complexe (suprapubische) catheter is sprake van aanvullend aanbod of kan verwijzing aangewezen zijn. Aanvullend aanbod Ziekenhuisverplaatste zorg voor complex catheteronderhoud. Bijzonder aanbod Geen.
40
Tabel 3.2.13. U: URINEWEGEN. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat. 3,0 3,1 6,0
U01 U02 U04
Pijnlijke mictie Frequente mictie / aandrang Urine incontinentie [ex.p12)
U05 U06 U07 U13 U14 U26 U27 U28 U29
1,8 1,7 1,0 0,5 0,5 0,0 1,6 0,0 02
U70
Andere mictie problemen Hematurie Andere symptomen /klachten urine Andere symptomen/ klachten blaas Symptomen / klachten nieren Angst voor kanker urinewegen Angst v. andere ziekte urinewegen Functiebep. / hand. urinewegen Andere sympt. / klachten urinewegen Acute pyelonephritis / pyelitis
U71
Cystitis / urineweginfecties
38,5
U72 U75 U76 U77 U78 U79 U80 U85 U88
Niet specifieke urethritis Maligne neoplasma nier Maligne neoplasma blaas Andere maligne neopl. urinewegen Benigne neoplasma urinewegen Niet gespec. neopl. urinewegen Letsels urinewegen Aangeboren afwijkingen urinewegen Glomerulonephritis / nefrose
U90 U95
Orthostatische proteinurie Urolithiasis (alle vormen/lok.)
0,0 2,4
U98 U99
Afwijkende uitslag urine ond. Nao Andere ziekten urinewegen
0,3 1,1
Standaard/ Eindtermen
Diagnostiek
Behandeling
B B B
B B B
B B B B B B B B B
B V B B B B B V V
B
B
B
B
0,5 02 0,3 0,0 0,1 0,1 0,0 0,1
B V V V V V B V
B V V V V V V V
0,2
V
V
V B
V B
V B
V V
1,0
M46 Incontinentie voor urine
M05 Urineweginfecties M05 Urineweginfecties
M63 Urinesteenlijden
Opmerkingen
Catheter
41
5.14.
W: Zwangerschap/bevalling/anticonceptie
Meest gestelde vragen en gepresenteerde klachten zijn: de vraag naar anticonceptie (W11, W12, W14) en subfertiliteit (W15). Meest geregistreerde diagnosen zijn de bevestiging van zwangerschap (W78) en de normale bevalling (W90). Basisaanbod De diagnostiek van de zwangerschap en adequate verwijzing behoren tot het basisaanbod van de huisartsenzorg. Dit geldt ook voor de begeleiding van complicaties in het eerste trimester. De algemeen medische begeleiding gedurende de zwangerschap behoort tot het basisaanbod van de huisartsenzorg. Aanvullend aanbod Uitgebreide diagnostiek en begeleiding bij subfertiliteit behoort tot aanvullend aanbod, alsook het plaatsen van een IUD. Begeleiding van het prenatale traject en het kraambed kan door de huisarts geschieden. Overtijdbehandeling (OTB) is huisartsgeneeskundige aanbod, dat bij veranderde wetgeving (WAZ) in de huisartsenvoorziening kan plaatsvinden. De counselling, diagnostiek en het voorschrijven van de abortuspil vallen binnen de competenties van de huisarts. Dit is ook het standpunt van de KNMG. Bijzonder aanbod De gehele begeleiding van de zwangerschap en van de partus is bijzonder aanbod. Hiervoor is sinds 1993 de verloskundige module verplicht die op enkele huisartsinstituten als keuzemodule in de opleiding wordt aangeboden. CHBB-registratie is verplicht. Voor prenatale screening met behulp van echografie en voor prenatale screening voorafgaand of in het begin van de zwangerschap is eveneens een speciale opleiding vereist (KNOV). Verloskundig actieve huisartsen kunnen hun aanbod zo completeren. Echografie biedt extra diagnostische mogelijkheden en echografie van het kleine bekken behoort tot de basismodule van de echografie. Vaststellen van hartactie, EUG, myomen en adnexpathologie, abortus in gang/completus verrijken het diagnostisch aanbod.
42
Tabel 3.2.14. W: ZWANGERSCHAP / BEVALLING / ANTICONCEPTIE. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat. 2,9
W01
Vraag bestaan zwangerschap
W02 W03
Angst zwanger te zijn Bloedverlies tijdens zwangerschap
2,5 1,2
W05
Misselijk/ braken in zwangerschap
1,1
W10
5,2
W11
Morning after pill / postcoit.a.c. OTB Anticonceptie: orale anticonceptie
W12
Anticonceptie: iud
7,6
W13 W14 W15
Sterilisatie (vrouw) Andere anticonceptie (vrouw) Sub- / infertiliteit klacht (vrouw)
1,7 7,6 4,0
W17
Hevig bloedverlies post-partum
0,1
W18 W19
And. klachten post-partum / kraambed Symptomen / klachten borstvoeding
0,3 0,6
W20 W27 W28 W29
And.sympt./klacht.borsten/zwang./Krb. Angst complicaties zwang. / bevalling Functiebeperk. / hand. t.g.v. zwang. And. sympt. / klacht. zwang. / bev. / krb. / ac. Puerperale infecties / sepsis
0,8 0,5 0,2 1,5
Andere infecties zwang. / krb. / ac. [ex.w70] Maligne neopl. i.v.m. zwangerschap Benigne neopl. i.v.m. zwangerschap Zwang. complicerende letsels Zwang. compl. aangeb. afw. moeder Zwang. compl. niet obst. factoren Zwangerschap: bevestigd
W81
Ongewenste zwangerschap: bevestigd Ectopische zwangerschap Toxicose / (pre-)eclampsie
1,6 0,2 0,2
W82
Spontane abortus
2,1
W83 W84
Abortus provocatus Zwangerschap met verhoogd risico
1,0 0,6
W90
Normale bevalling levendgeborene
W91 W92 W93 W94
Normale bevalling doodgeborene Gecompl. bevalling levendgeborene Gecompl. bevalling doodgeborene Mastitis puerperalis
1,7
W95 W96
Andere aand. borsten kraambed Andere complicaties kraambed
0,3 0,3
W99
And. ziekten i.v.m. zwang. / bev. / krb.
0,4
W70 W71 W72 W73 W75 W76 W77 W78 W79
W80
Standaard/ Eindtermen M32 Zwanger-schap en kraam-periode
Diagnostiek B
Behandeling B/Bijz
Opmerkingen ECHO
B B
B B
B
B
B
B
B
B
B
A
B B A
V B V
B
V/Bijz
B B
B B
B B B B
V B V V
B
B
0,0
B
V
0,0 0,0 0,1 0,0 0,2 17,9
V V V V V B
V V V V V B
B B B
V V/Bijz V
ECHO
B
B/Bijz
ECHO
B B
V V
Bijz
Bijz
V B V B
V V V B
B B
V V
B
V
119,1
0,1
M32 Zwanger-schap en kraam-periode M32 Zwanger-schap en kraam-periode M02 Hormonale anticonceptie M02 Hormonale anticonceptie M14 Het spiraaltje
M25 Subfertiliteit M32 Zwanger-schap en kraam-periode M32 Zwanger-schap en kraam-periode
M32 Zwange-schap en kraam-periode
M32 Zwanger-schap en kraam-periode
M32 Zwanger-schap en kraamperiode M03 Miskraam M32 Zwanger-schap en kraam-periode M74 Onderzoek van de pasgeborene
M32 Zwangerschap en kraamperiode M32 Zwanger-schap en kraam-periode
Aanvullend Plaatsen IUD
A=uitgebreide diagnostiek ECHO
Bijz. begeleiding gehele zwangerschap en partus
43
5.15.
X: Geslachtsorganen en borsten vrouw
Klachten van de geslachtsorganen en borsten bij de vrouw komen veel voor. De meest gepresenteerde klachten zijn: pijnlijke menstruatie (X02), abnormaal vaginaal bloedverlies (X0508), vragen om de menstruatie uit te stellen (X10), climacteriële klachten (X11) en vaginale afscheiding (X14). Meest gestelde diagnosen zijn: candidiasis urogenitale (X72), maligniteiten van de borsten (X76), goedaardige nieuwvormingen van uterus en cervix (X78), vaginitis/vulvitis (X84) en vagina/uterusprolaps (X87). Basisaanbod De veelvoorkomende klachten en aandoeningen worden volgens de bestaande richtlijnen in de huisartsenvoorziening afgehandeld. Bij het veelvoorkomende mammacarcinoom heeft de huisartsenzorg een belangrijke signalerende en eerste diagnostische taak. Na verwijzing is begeleiding een belangrijke taak. Aanvullend aanbod Tot het aanvullende aanbod behoort het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker. Verder het aanmeten van een pessarium bij verzakking/prolaps. Bijzonder aanbod Uitgebreidere seksuologische hulpverlening door huisarts/seksuoloog.
44
Tabel 3.2.15. X: GESLACHTSORGANEN EN BORSTEN VROUW. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat. 1,9 7,9 0,5 1,7 4,8 9,0 9,4 4,5 1,0 5,6 22,8 2,2 1,1 11,8 5,0 5,1 1,3 5,5 6,3 1,9 4,1 2,3 0,1
X01 X02 X03 X04 X05 X06 X07 X08 X09 X10 X11 X12 X13 X14 X15 X16 X17 X18 X19 X20 X21 X23 X24
Pijn gesl. org. vrouw Pijnlijke menstruatie Intermenstruele pijn Pijnlijke coitus Amenorroe/ hypomenorroe / oligomen. Menoraggie Onregelmatige / frequente menstruatie Intermenstrueel bloedverlies Premenstruele symptomen / klachten Uitstel van de menstruatie Clim acteriële symptomen / klachten Postmenopauzaal bloedverlies Bloedverlies na coitus Vaginale afscheiding Andere symptomen / klachten vagina Symptomen / klachten vulva Sympt./ klacht./ kleine bekken (vrouw) Pijn in de borsten (vrouw) Knobbel / zwelling borsten (vrouw) Symptomen / klachten tepel (vrouw) And. sympt. / klacht. borsten (vrouw) Angst voor geslachtsziekten (vrouw) Angst voor sexueel dysfunct. (vrouw)
X25
X28 X29 X70 X71
Angst voor kanker geslachtsorganen (vrouw) Angst voor borstkanker Angst and. ziekten gesl. org. / borsten (vrouw) Functiebep. / hand. gesl. org. (vrouw) And. sympt. / klacht. gesl. org. (vrouw) Lues gesl. org. vrouw Gonorroe gesl. org. vrouw
X72
Candidiasis urogenitale bewezen
20,9
X73 X74 X75 X76 X77 X78 X79 X80 X81 X82 X83 X84 X85 X86
Trichomonas urogenitale bewezen Ontstekingen klein bekken/pid Maligne neoplasma cervix uteri Maligne neopl. borsten (vrouw) And. maligne neopl. gesl. org. (vrouw) Benigne neopl. uterus / cervix uteri Ben. neopl. borsten (vrouw) Andere ben. neopl. gesl. org. (vrouw) And. / niet gespec. neopl. gesl. org. Letsels geslachtsorganen (vrouw) Aangeboren afw. gesl. org. (vrouw) Vaginitis / vulvitis nao Cervicitis / and. ziekten cervix Afwijkende cervix uitstrijk
0,5 1,1 0,3 3,9 0,7 2,5 0,8 0,7 0,2 0,1 0,1 10,8
X87
Standaard/ Eindtermen ET 166 ET 166 M58 Amenorroe M28 Vaginaal bloedv. M28 Vaginaal bloedv. M28 Vaginaal bloedv. ET 166 M73 Overgang M28 Vaginaal bloedv. M38 Fluor vaginalis
Diagnostiek B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B B
Behandeling B B B B B B B B B B B V B B B B B B V B B B B/Bijz
0,4
B
B
2,3 0,5
B B
B B
0,0 0,8 0,0 0,1
B B B B
V B V V
B
B
1,8
M38 Fluor vaginalis M06 Cervixuitstrijken M06 Cervixuitstrijken
B B V V V B B V V B V B B B
B B V V V V V V V V V B V V
Prolaps vagina / uterus
6,1
ET 172
B
V
X88 X89 X90
Fibroaden. / polykyst. afw. borsten Premenstrueel spannings- syndroom Herpes genitalis (vrouw)
3,1 1,2 0,7
B B B
V B B
X91
Condylomata acuminata (vrouw)
0,6
B
B?A
X99
And. ziekten gesl. org. / borst. (vrouw)
2,6
B
V
X26 X27
1,1
M50 PID M50 PID M38 Fluor vaginalis M38 Fluor vaginalis M38 Fluor vaginalis M50 PID M06 Cervixuitstrijken M07 Mammografie
M52 Herpes genitalis M53 Condylomata accuminata
Opmerkingen
Huisarts/ seksuoloog
A = BVO cervixca. Pessarium aanmeten
Behandeling (chirurg.) 45
5.16.
Y: Geslachtsorganen en borsten man
Meest voorkomende klachten zijn: klachten van de penis (Y04), klachten van testes en scrotum (Y05), klachten van de prostaat (Y06), klachten van de potentie (Y08) en verzoek tot sterilisatie (Y13). Meest gestelde diagnosen zijn: prostatitis (Y73), orchitis/epididmyitis (Y74), balanitis (Y75), phimosis (Y81) en benigne prostaathyperplasie (Y85). Basisaanbod Het basisaanbod bevat de afhandeling van de veelvoorkomende klachten en aandoeningen. De eerste diagnostiek en begeleiding van het veelvoorkomende prostaatcarcinoom behoort eveneens tot het basisaanbod. Aanvullend aanbod De uitgebreidere diagnostiek van subfertiliteit behoort tot het aanvullend aanbod, evenals behandeling van concylomata acuminata met behulp van hyfrecator/surgitron. Bijzonder aanbod Sterilisatie van de man en het verrichten van een circumcisie behoren tot het bijzonder aanbod.
46
Tabel 3.2.16. Y: GESLACHTSORGANEN EN BORSTEN MAN. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod Prevalentie /1.000 pat. Y01 Y02 Y03 Y04 Y05 Y06 Y07
Pijn in penis Pijn testis / scrotum Afscheiding penis / urethra Andere symptomen / klachten penis Symptomen / klachten scrotum / testes Symptomen / klachten prostaat Sympt. / klacht. potentie
0,6 1,1 0,5 3,5 2,2 4,9 3,7
Y08 Y10
Ander seksueel probleem man (excl Y07) Sub-/infertiliteit (man)
0,4 1,3
Y13
Sterilisatie (man)
Y14 Y16 Y24 Y25 Y26 Y27 Y28 Y29 Y70
Andere anticonceptie (man) Symptomen / klachten borsten (man) Angst voor sexueel dysfunct. (man) Angst voor geslachtsziekte (man) Angst voor kanker gesl. org. (man) Angst and. ziekten gesl. org. / borst. (man) Functiebep. / hand. gesl. org. (man) And. sympt. / klacht. gesl. org. (man) Lues man
Y71
Gonorroe man
0,4
Y72
Herpes genitalis
0,3
Y73 Y74 Y75 Y76
Prostatitis / vesiculitis seminalis Orchitis / epididymitis Balanitis Condylomata acuminata (man)
2,9 2,2 4,3 0,7
Y77
Maligne neoplasmata prostaat
1,0
Y78 Y79 Y80 Y81
And. mal. neopl. gesl. org. / borst. (man) Benigne neopl. gesl. org. / borst. (man) Letsels geslachtsorganen (man) Phimosis / slurf preputium
Y82 Y83 Y84 Y85
Hypospadie Cryptorch. / niet ingedaalde testis And. aangeb. afw. gesl. org. / borst. (man) Benigne prostaat hypertrofie
5,7
Y86 Y99
Hydrokele And. ziekten gesl. org. / borst. (man)
0,7 1,7
Standaard/ Eindtermen
Diagnostiek
Behandeling
B B B B B B B
B B B B V B B
B A
V V
4,9
B
Bijz
0,3 1,6 0,1 1,6 0,4 0,5
B B B B B B
B V B B B V
0,1 0,8 0,0
B B B
V V V
B
B
B
B
B B B B
B B B B
V
V
0,2 0,2 0,1 2,2
V V B B
V V V Bijz
0,1 0,7 0,1
V B V
V V V
B
B/A
B B
V V
ET 176 M87 Erectiele dysfunctie M25 Subfertiliteit
M56 Urethritis bij mannen M56 Urethritis bij mannen M52 Herpes genitalis
M53 Condylomata acuminata M42 Bemoeilijkte mictie bij oudere mannen
M42 Bemoeilijkte mictie bij oudere mannen
Opmerkingen
Aanvullend: uitgebreide diagnostiek Bijzonder: sterilisatie man
Behandeling (chirurgisch)
Bijzonder: circumcisie
Plaatsen catheter
47
5.17.
Z: Sociale problemen
Patiënten doen met grote regelmaat een beroep op de huisartsenzorg vanwege sociale problematiek. Dit past bij een aantal essentiële kenmerken van de huisartsenzorg. Veelal is de huisartsenzorg de eerste laagdrempelige toegang tot de zorg voor de eerste opvang van alle klachten en symptomen die samenhangen met gezondheid en ziekte. Huisartsenzorg is gericht op het individu en zijn en of haar context. Vaak liggen dergelijke problemen ten grondslag aan lichamelijke klachten. Patiënten presenteren in deze categorie meestal problemen in de werksituatie en relatieproblemen bij de huisarts (ET 182). Basisaanbod Tot het basisaanbod van de huisartsenzorg behoren de inventarisatie van de klachten zoals deze in onderstaande tabel worden genoemd. Het duidelijk krijgen van deze problematiek en het informeren over samenhang van dergelijke problematiek met gezondheidsklachten ligt op het terrein van de huisartsenzorg. Vervolgens zullen patiënten indien nodig voor verdere hulp veelal verwezen worden naar andere hulpverleners in de eerste lijn. De huisartsenzorg heeft hierbij een belangrijke gidsfunctie en moet beschikken over een goed netwerk voor verwijzing (Sociale kaart). Aanvullend aanbod Begeleiding en behandeling door de POH-GGZ. Sociale problemen zijn veelal psychosociaal. Voor de psychische component is aanvullend aanbod door de POH- GGZ een optie. Bijzonder aanbod Geen.
48
Tabel 3.2.17. Z: SOCIALE PROBLEMEN. Inventarisatie en vraagverheldering van klachten en begeleiding van patiënten behoren tot het basisaanbod
Z01 Z02 Z03 Z04 Z05 Z06 Z07 Z08 Z09 Z10 Z11 Z12 Z13 Z14 Z15 Z16 Z18
Z19 Z20 Z21 Z22 Z23 Z24 Z25 Z27 Z28 Z29
Armoede / financiële problemen Problemen met voedsel / water Problemen huisvesting / buurt Probl. sociale / culturele systeem Problemen met werksituatie Problemen met werkloosheid Problemen met opleiding Problemen soc. verzek. / welzijnszorg Problemen met justitie / politie Probl. toegank. /beschikb. gez. zorg Problemen met ziek zijn Relatieproblemen met partner Problemen met gedrag partner Problemen met ziekte van partner Verlies / overlijden van partner Relatieproblemen met kind Problemen met ziekte kind
Verlies / overlijden van kind Relatieproblemen ouders / familie Problemen gedrag ouders / familie Problemen ziekte ouders / familie Verlies / overlijden ouders / familie Relatieproblemen met vrienden Problemen t.g.v. geweld Angst een sociaal prob. te hebben Sociale functiebeperking / handicap Andere sociale problemen neg
Prevalentie /1.000 pat. 0,3 0,1 1,1 0,2 4,2 0,2 0,2 0,6
Standaard/ Eindtermen
Diagnostiek
Behandeling
B B B B B B B B
V V V V V V V V
0,1 0,6
B B
V V
0,3 4,4 0,6 1,4 3,1 1,4 0,9
B B B B B B B
B V V B B V B
0,5 1,0 0,4 1,1 1,4 0,2 0,8 0,0 0,4
B B B B B B B B B
B V V B B V V
0,8
B
Opmerkingen
V
Het aanbod wordt geleverd volgens de essentiële kenmerken van de huisartsenzorg zoals beschreven in het rapport Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening: concretisering Toekomstvisie 2012.
49
6.
Totstandkoming
Eind 2003 presenteerde het NHG het rapport ‘Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening: concretisering Toekomstvisie 2012’. In dit rapport werd de Toekomstvisie die LHV en NHG in 2002 gezamenlijk publiceerden uitgewerkt. Een werkgroep van NHG en LHV beschrijft in ‘Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening: concretisering Toekomstvisie 2012’ de essentiële kenmerken van huisartsenzorg en de huisartsenvoorziening van de toekomst met het aanbod van de huisartsenzorg en de taken van de medewerkers van de huisartsenvoorziening. Het LHV-bestuur heeft vervolgens zijn bureau in januari opgedragen het actuele aanbod van de huisartsenzorg 2004 te concretiseren in lijn met het rapport ‘Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening’. Dit aanbod actualiseert het uit 1987 stammende Basistakenpakket. Het aanbod uit 2004 was vertrekpunt voor de update 2009. Hierbij zijn de nieuw uitgekomen NHG-Standaarden, NHG-Standpunten, NHG-PraktijkWijzers en LHV- Handreikingen meegenomen. De Eindtermen 2000 van de huisartsenopleiding zijn voor dit document gehandhaafd alsook de prevalentiecijfers. Het ‘Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2004’ kan niet los worden gezien van de kenmerken van de huisartsenzorg zoals die zijn beschreven in het rapport ‘Huisartsenzorg en Huisartsenvoorziening’. Het ‘Aanbod huisartsgeneeskundige zorg 2004’ is door de LHV op basis hiervan uitgewerkt en het commentaar van het NHG is hierin verwerkt. Het rapport is verder door een klankbordgroep van praktiserende huisartsen becommentarieerd. Beide rapporten zijn geaccordeerd door de LHV-Ledenvergadering. Voor de update 2009 is dezelfde procedure gevolgd.
50