Aanbevelingen van EFSA voor het houden van konijnen
Luc Maertens Brussel, 04/10/10 Studiedag FOD: “Het konijn op de rooster” Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Dier www.ilvo.vlaanderen.be Beleidsdomein Landbouw en Visserij
Inhoud Context EFSA mandaat Door wie en hoe opinie Voornaamste aanbevelingen op het vlak Biologie – gedrag – handling Beperkte ruimte en sociaal isolement De hoogte van de kooien Bodemmateriaal Kooiverrijking Reproductietechniek Speenleeftijd
Context mandaat EFSA 2003: vraag van de “Raad van Europa” om onafhankelijk en wetenschappelijk advies ivm welzijn van gekweekte konijnen 2004: mandaat EU aan EFSA voor opinie “ Impact of the current housing and husbandry systems on the health and welfare of farmed domestic rabbits” Steunend op de beschikbare wetenschappelijke gegevens Ethische, socio-economische, culturele en religieuze aspecten buiten beschouwing 2004-2005: opstellen opinie: rapport van 137p
EFSA ad hoc werkgroep EFSA: risico analyse in 12 onafhankelijke panels AHAW: animal health and welfare panel Ad hoc werkgroep met 2 vaste panelleden + experten Samenstelling werkgroep: Prof. D. Morton (UK): voorzitter
Prof. M.Verga (It): vast panellid
Prof. A. Blasco (S)
Prof. C. Cavani (It)
Prof. Zs. Szendrö (H)
Dr. A. Lavazza (It)
Dr. M. Stauffacher (Sw)
Dr. L. Maertens (B)
Dr. J. Rosell (S)
Mr. L. Mirabito (F)
Werkmethode Door EFSA en voorzitter opgelegd: Huiswerk: wet. deelrapport door elk lid: 9 hoofdstukken – 137p Risico-analyse: definiëren, herkennen, uitlokkende factoren, gevolgen voor welzijn, goede landbouwpraktijken Globale discussie deelrapporten door de groep Rapport naar AHAW voor goedkeuring en na eventuele aanpassingen: EFSA opinie
Voornaamste aanbevelingen ivm : Biologie en gedrag Beperkte ruimte en sociaal isolement Oppervlakte De hoogte van de kooien Bodemmateriaal Kooiverrijking Reproductietechniek Speenleeftijd Nestkasten, voeder, drinken, hygiëne, temperatuur, ventilatie, ….
Biologie - gedrag - handling Conclusies Vrij recent gedomesticeerd ivm andere landbouwdieren Gedragingen nog vrij vglbaar met wilde konijnen Hoog reproductieniveau (o.a. post partum) Nest-en zooggedrag vglbaar met wilde konijnen
Aanbevelingen Vroege contacten (handling) met mensen: minder stress Ieder verplaatsing en transport met de nodige zorg Op geschikte wijze vastnemen en liften; beperkte afstand
Beperkte ruimte en isolement (1): 1. Definitie probleem: huidige kooien sterk ruimtebeperkend om natuurlijk gedrag te uiten 2. Herkenning: soms stereotypieën, onmogelijkheid om zich te verzorgen, te hoppen of te springen, uitgestrekt te liggen … 3. Blootstelling: meest kritisch bij jonge voedsters, in wachtkooien, einde afmest en voor rammen. 4. Gevolgen voor welzijn: mentale stress: apathie, frustratie en sociaal isolement 5. Goede landbouwpraktijk: grotere ruimte (kooien)
Overzicht kooiafmetingen in EU (2005) in EG) Diepte (cm)
Breedte (cm)
Hoogte (cm)
Vloeropp/ konijn (cm² (cm²)
60-65
40-48
30-35
2400-3120
“Paar” huisvesting
40-42
25-28
28-30
500-585
“Dual” gebruiks kooi* *
60-65
40-48
30-35
480-520
“Dual” gebruiks kooi + nestplaats#
85-90
40-48
30-35
485-540
80-100
50-60
30-35
450-600
40-42
25-28
28-30
1000-1175
Voedster, zonder nestplaats Vleeskonijnen (4--10 weken)
Afmestkooien
∋
Toekomstig fokmateriaal * 5-6 dieren/kooi
# 7-8/kooi
∋ 9-10/kooi
Beperkte ruimte en isolement (2): Risico’s welzijn bij voedsters: Beperkt in beweging (hop bij 2 kg konijn: min. 70 cm !) Niet kunnen verwijderen van haar jongen Isolement Nauwelijks onderscheid in gedrag tss kooi 3000 vs 6000 cm²
Aanbevelingen: Opp. kooi >3500 cm² (zonder NK) minimum 1 zijde >75-80 cm Breedte >35 cm Groepshuisvesting maar problemen met agressiviteit, hygiëne, onaangepast aan huidig management (all in all out) en eerder negatief voor “gezondheid”
Beperkte ruimte en isolement (3): Risico’s welzijn bij gespeende konijnen: Te beperkte ruimte bij “paar” huisvesting Normale bewegingen en gedrag belemmerd, vooral in kleinere kooien en hogere bezetting Vooral bij einde afmestperiode: ligmogelijkheden beperkend
Aanbevelingen: Preferentieel in “dual purpose” kooien – worp gespeende dieren Max. 40 kg/m² betere norm dan konijnen/m² Voor norm: best totale beschikbare oppervlakte in rekening nemen “Huddling” in kleine geborgen ruimte Parkhuisvesting: + gedrag, (-) voor productie en risico op agressiviteit vooral bij grotere groepen Afmetingen: zie voedsters
Hoogte van de huidige kooien Risico’s welzijn: Belemmerd springen, oprichten
(0,4-0,8% tijdsbesteding)
of oor-erectie
Geen 2de niveau Geen differentiatie in zones – “huddling”
Aanbevelingen: Huisvesting met verschillende hoogtezones Gedeelte min. 30 cm (<1,5kg); min. 40 cm (>1,5 kg); volwassen dieren: minimum 45-50 cm 2de niveau (platform): zie verrijking Open “plafond” geen meerwaarde voor welzijn
Bodem Risico’s welzijn: Dichte bodem: belemmering van graafactiviteit, … Strobodem: toename coccidiose en (?) andere enteritisvormen Draad: vleeskonijnen: niet afkerig, zeer laag risico op verwondingen voedsters: prevalentie voetzoolletsels hoog (gemid. 5-15%) Plastiekrooster: bevuiling en (?) hoger gezondheidsrisico
Aanbevelingen: Comfortabele, gedraineerde bodem Verwijdering toelaten met uitwerpselen – ziektedruk Voor volwassen dieren, comfortzone centraal in de kooi (Plastiek footrest), voorzien van openingen om uitwerpselen door te laten Draad - plastiekrooster indien geen verhoogd gezondheidsrisico
Verrijking omgeving Saaie onverrijkte huisvesting, geen knaagmateriaal, geen schuilmogelijkheden, geen “speelmogelijkheden”
Risico’s welzijn: Apathie, agressie tgo huisgenoten, bijten aan draad,… Voedster kan zich niet verwijderen van haar uitlopende jongen
Aanbevelingen: Een 2de niveau, + voor gedrag en verwijdering, – (?) voor hygiëne Knaagmateriaal: vooral + voor gedrag bij beperkte voeding Verrijking moet hygiënisch (strobodem: -) Afsluitbare nestkasten NB proeven toonden aan dat verrijking intensief gebruikt wordt
Reproductietechniek Vrij algemeen KI en inseminatie 11d na werpen
Risico’s welzijn: Laag indien inseminatie door getraind personeel KI bij konijnen vereist hormonale behandeling (reflexovulator) Bij inzet bronstinducerende middelen: “forceert” men reproductie Reproductieritme niet belastender dan in natuur
Aanbevelingen: Inseminatie door getraind personeel Enkel curatieve inzet bronstinducerende middelen Biologisch de bronst sturen: synchronisatie Inzet oxytocine bij uitblijven partus: +
Speenleeftijd Vrij algemeen op 32 – 35 dagen
Risico’s welzijn: Vroeg spenen (<28d): partieel aangepast aan vast voeder Zeer vroeg spenen (<21d): hoog risico, nog bijna uitsluitend melk Kleine jongen: groter risico bij vroeg spenen Laat spenen (> 32d): ruimtebeperking; stresserend voor voedster
Aanbevelingen: Niet later dan 35 dagen Synchroniseer de reproductie en egaliseer de worpen: homogener speengewicht Bij vroeg spenen: hogere staltemperatuur en aangepast voeder
Besluiten Huidige huisvesting duidelijke impact op welzijn en gezondheid Een aantal kritische risico’s werden in kaart gebracht Schaarse wetenschappelijke gegevens voor beoordelen welzijn ivm andere diersoorten Ziekte- en sterfte problematiek > andere gekweekte diersoorten Korte reproductiecarrière: (1j of <) maar 5-6 worpen EFSA vraagt:
aanpassingen kooiafmetingen en houderij (bezetting !)
meer comfortabele vloeroppervlakte
kooiverrijking o.a. om agressie tegen te gaan
Maar aanpassingen - verbeteringen: aandacht voor hygiëne Konijnenhouderij loopt achterop wat betreft nieuwe ontwikkelingen: onvoldoende onderzoek en structuur in de productiekolom
Dank voor de aandacht
Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Dier www.ilvo.vlaanderen.be Beleidsdomein Landbouw en Visserij