Aan het werk Taak 1.2.18 Paul van der Linden, MT2a Vakdocent, van Mierlo Tutor, J v.d. Biggelaar
Inhoudsopgave Inhoudsopgave........................................................................................................................................................ 2 Opdracht 1 t/m 12 .................................................................................................................................................. 3 Testen...................................................................................................................................................................... 7
2
Opdracht 1 t/m 12 1. Betekenis van arbeid De basisbehoeften van Maslow beslaan vijf kernpunten:
Lichamelijke behoeften Dit zijn de primaire levensbehoefte van een mens. Zoals zuiver drinkwater, voedsel en een dak boven je hoofd. Naar mijn mening heeft iedereen hier recht op, omdat dit de meest belangrijke dingen zijn die een mens nodig heeft om überhaupt te kunnen overleven.
Veiligheid en zekerheid Naast de primaire levensbehoefte is het ook fijn om een stukje zekerheid te hebben. Zekerheid als in dat je de volgende dag niet op straat gegooid wordt door je baas, zodat er geen geld meer is om bijvoorbeeld je huur te betalen. Gelukkig is dat hier in Nederland redelijk goed geregeld, d.m.v. allerlei wetten en uitkeringen. Naast zekerheid is ook veiligheid erg prettig. Niet dat je over straat loopt en continue om te moeten kijken of er iemand is die een aanslag wilt plegen, etc.
Sociale behoeften Sociale behoeften, ik denk dat dit een van de meest onderschatte punten uit het rijtje is. Natuurlijk ze zijn niet cruciaal om te kunnen overleven, maar het is toch wel prettig als je vrienden hebt waar je altijd op terug kunt vallen. Of bijvoorbeeld lid zijn van een club of vereniging waar je elk weekend kunt gaan sporten of iets dergelijks simpelweg om even met je hoofd ergens anders te zitten dan de dagelijkse sleur.
Behoefte aan erkenning en waardering Niet veel mensen zullen het toegeven, maar het is altijd fijn erkent en gewaardeerd te worden om wat je goed doet, etc. Bijvoorbeeld als je een werkstuk hebt gemaakt en dat de docent dan zegt dat ’t er goed uit ziet. Dan wordt ’t harde werk in ieder geval beloond.
Behoefte aan zelfrealisatie Ook de behoefte aan zelfrealisatie is heel erg belangrijk. Als je jezelf een bepaald doel stelt wat je in de toekomst allemaal wilt bereiken wordt je al snel gemotiveerder en ga je er in ieder geval harder je best voor doen.
2. het arbeidsethos Het arbeidsethos wil zeggen hoe jijzelf tegen werk in het algemeen aankijkt. Vind je het belangrijk dat mensen werken? Of maakt het je niks uit dat er mensen bij zitten die onrechtmatig in de ziektewet zitten of simpelweg te lui zijn om te werken en met een uitkering op de bank zitten. Ikzelf vind het belangrijk dat iedereen die kan werken ook werkt. Want stel nou als iedereen denkt van, “o andere werken wel, ik geniet lekker van mijn uitkering”, dan zou er zich binnen de kortste keren een crisis voordoen. Stel dat alle vuilnismannen nu zeggen dat ze niet meer werken, wat dan? Dan zouden alle straten van Nederland onder de rotzooi liggen. Daarom is het belangrijk en tevens ook noodzakelijk voor jezelf dat iedereen die kan werken ook werkt.
3. beroepsethiek en bedrijfsethiek Beroepsethiek wil zeggen hoe eerlijk jij bent tegenover de klant over de producten die je verkoopt. Je zult vast wel een keer gehoord hebben dat een verkoper de zin gebruikt, “Dit product is echt topkwaliteit, ik gebruik ‘m zelf thuis ook”. Nu kan het toevallig zo zijn dat hij/zij het product thuis echt heeft, maar veelal is het gewoon een slimme marketing truc om de consument een product aan te smeren. Wanneer dit laatste ’t geval is is de
3
beroepsethiek van de medewerker niet echt hoog. Ikzelf vindt dat je altijd zo eerlijk mogelijk moet zijn, en niet altijd naar het geld kijken maar ook de tevredenheid van de klant. Bedrijfsethiek is ongeveer ’t zelfde, alleen nu geldt ’t hoe een heel bedrijf tegen zaken aankijkt i.p.v. een medewerker. Logischerwijs is dit vaak op een grotere schaal. Bijvoorbeeld het afval wat een bedrijf produceert, dat het illegaal gedumpt wordt, wat slecht is voor het milieu. Wanneer dit gebeurd heeft het bedrijf in kwestie geen hoge pet op wat betref bedrijfsethiek.
4.
de arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt is een algemeen begrip voor de werkgelegenheid van allerlei richtingen. De richting ICT, die ik nu volg, vraagt momenteel om veel arbeidskrachten. Dat was de laatste jaren anders, toen ging ’t slecht met de afgestudeerde ICT’ers want ze konden moeilijk een baan vinden. Maar ’t feit dat het nu goed gaat wil niet zeggen dat het goed blijft gaan. Dit schommelt, en kan over 10 jaar weer helemaal instorten.
5.
manieren om aan een baan te komen
Er zijn vele manieren om aan een baan te komen. Je kunt via familie/vrienden ergens een plaats aangeboden krijgen. Maar zo makkelijk gaat het niet vaak. Veelal zul je moeten zoeken naar vacatures, etc en dan solliciteren via een sollicitatiebrief, gesprek of beide. Een andere manier is via een uitzendbureau. Hier laat je weten waar je interesses liggen en vervolgens gaan zij voor je kijken waar er ergens plek is wat binnen jou straatje past.
6.
uitzendbureau en arbeidsbureau
Een uitzendbureau is een instantie die werknemers en werkgevers met elkaar in contact brengt. Je kunt bij een uitzendbureau langsgaan en zij kijken dan of er een baan beschikbaar is. Wanneer dit het geval is betaald de werkgever het uitzendbureau en een deel van dit bedrag is voor de werknemer. Het arbeidsbureau daarentegen valt onder de overheid en heeft geen winstoogmerk. Bij een arbeidsbureau moet je je verplicht inschrijven als je bijvoorbeeld de WW in wilt. Arbeidsbureaus worden gefinancierd door de overheid en heeft als belangrijkste taak alle mensen aan het werk te helpen.
7.
arbeidssectoren
Arbeid in Nederland is verdeeld in vier verschillende sectoren, te weten: De primaire sector, hieronder vallen de landbouw, veeteelt en visserij. De secundaire sector, hieronder valt de industrie, etc. De tertiaire sector, hieronder valt de commerciële dienstverlening, zoals banken, reisbureaus en zorgverzekeringsbedrijven. De quartaire sector, hieronder vallen alle overheidsinstanties en niet‐commerciële dienstverleningen, zoals scholen en ziekenhuizen. De sector waarin ik waarschijnlijk terechtkom later is de secundaire sector, die van industrie.
4
8.
structurele –en conjuncturele werkloosheid en frictiewerkloosheid
Er zijn tal van soorten werkloosheid, en allemaal hebben ze verschillende oorzaken. Hieronder noem ik er vier, seizoenswerkloosheid, frictiewerkloosheid, structurele –en conjuncturele werkloosheid.
Seizoenswerkloosheid Wanneer je bijvoorbeeld een restaurantje runt in een vakantieoord, komen de meeste klanten in het hoogseizoen wanneer er vakanties zijn. Dit betekent dat ze dan veel personeel nodig hebben en in de winter bijvoorbeeld veel minder.
Frictiewerkloosheid Dit komt voor wanneer iemand ontslagen is of ontslag heeft genomen, maar nog niet meteen een nieuwe baan kan vinden. In het geval van ontslag zelf nemen, is het, vind ik, te wijten aan de persoon zelf omdat die eerst moet kijken of er andere banen beschikbaar zijn.
Structurele werkloosheid Deze vorm van werkloosheid zie je vooral in de industrie sector. Structurele werkloosheid betekent dat er geen banen meer beschikbaar zijn voor een langere termijn. In de industrie sector richten bedrijven zich vooral op de lagelonenlanden, zoals China en India. Hier verzetten ze hetzelfde werk, maar dan sneller en vele malen goedkoper. Wanneer dit gebeurd verdwijnen er dus banen hier en heeft tot gevolg, structurele werkloosheid.
Conjuncturele werkloosheid Deze vorm van werkloosheid hangt samen met de welvaart van het land. Wanneer de economie aantrekkelijker wordt hebben mensen meer te besteden, zijn er dus meer producten nodig en dus ook meer arbeidskrachten om die producten te produceren. Als de welvaart minder is, neemt de koopkracht af en wordt er te weinig verkocht door bedrijven en moeten ze bezuinigen en dit resulteert bijna altijd in banenverlies.
9.
werkloosheid van de laatste jaren
Zoals al eerder gezegd heeft Nederland, vooral in de secundaire sector, veel last gehad van structurele werkloosheid. Dit waarschijnlijk omdat de economie wat terugdrong en bedrijven inventief moesten zijn om überhaupt nog winst te kunnen maken. Dus gingen ze naar China en Polen en daar verschaften de mensen hetzelfde werk sneller en goedkoper. Maar mijn inziens is dit de laatste tijd ook aan het veranderen. Ik had laatst een artikel gelezen over een bedrijf in Amerika die haar helpdesk centrum in India had staan. Natuurlijk in India kunnen ze ook goed Engels spreken, maar je merkt ’t verschil toch wel door ’t accent e.d. Klanten hebben veelal geklaagd over dit fenomeen omdat ze zich niet verbonden voelden met de helpdeskmedewerkers en ze soms niet eens konden verstaan. Dus ik maak me niet druk dat de banen die verdwijnen naar het buitenland. Dat is een kwestie van nu en kan over 10 jaar ineens omgeslagen zijn.
10.
Beroepsbevolking
De beroepsbevolking is, zoals het woord al zegt, alle mensen die werken of werk zoeken van de leeftijd tussen 15 en 65 jaar die minimaal 12 uur kunnen draaien per week. In Nederland slinkt de beroepsbevolking snel. Dit is vooral te wijten aan de vergrijzing en doordat studenten tegenwoordig langer op school blijven.
5
11.
arbeidsparticipatie
De arbeidsparticipatie houdt in hoeveel mensen van bijvoorbeeld allochtone afkomst, mannen/vrouwen, oudere of gehandicapte werken. Dit wordt vaak uitgedrukt in percentages en hieraan kun je gelijk zien in welke landen en welke sectoren welke groepen mensen gewild zijn ja of nee.
12.
maatregelen om arbeidsparticipatie te verhogen
Groepen als bijvoorbeeld allochtonen/gehandicapten hebben vaak een mindere kans om aangenomen te worden voor sommige banen. Er zijn allerlei maatregelen om bedrijven er toe te zetten om mensen van zulke groepen juist wel aan te nemen. Vooral de overheid moet hiertoe een bijdragen aan geven, d.m.v. subsidies te verstrekken e.d. In mijn ogen moeten ze dit wel doen, om zo heel Nederland te stimuleren te gaan werken. Dit omdat de beroepsbevolking toch al aan het slinken is, en later helemaal geen arbeidskrachten te vinden zijn.
6
Testen Hieronder volgen een aantal uitslagen van tests die ik ingevuld heb op www.123test.nl. Eerst volgt de uitslag van de test zelf, daarna licht ik zelf nog een kort stukje toe met mijn eigen mening van de uitslag. Beroepskeuzetest Uitslag van beroepskeuzetest Je bent te typeren als een dokter. Een dokter is een onderzoekend type. Onderzoekende mensen vinden veel voldoening in het uitvinden van iets nieuws. En in het oplossen van problemen. Daarbij stellen ze kritische vragen en zijn ze gewend logisch en systematisch na te denken om een oplossing te vinden. Dat kan op hoog intellectueel niveau als professor, natuurkundige of wetenschappelijk onderzoeker. Maar mensen met een onderzoekende achtergrond vind je bijvoorbeeld ook vaak in beroepen als medewerker van een laboratorium, computerprogrammeur, psycholoog, management consultant of verzekeringsexpert.' Conclusie beroepskeuzetest De uitslag van de test komt overeen met wat ik van te voren dacht. Ikzelf ben een type dat graag zoekt naar oplossingen en wanneer ik er niet uit kom, doorga tot het probleem opgelost is. Ondanks dat wetenschappelijk onderzoeker of natuurkundige misschien wat te hoog gegrepen is, ben ik wel iemand die alles graag systematisch en structureel wil aanpakken. Ik wil altijd weten waar ik aan toe ben, wat ik nog moet doen en al gedaan heb. Kortom, de uitslag van de test sluit feilloos aan op hoe ik zelf ben. Werkwaardentest Uitslag van werkwaardentest Mensgerichte werkomgeving (80%) Je vindt het belangrijk dat men oog heeft voor de problemen van elkaar. Het wordt gewaardeerd en vanzelfsprekend gevonden dat je andere mensen helpt. Samenwerking met mensen staat centraal en in je functioneren ben je graag belangrijk voor anderen. Onderzoek werkomgeving (80%) Het liefst word je aangesproken op je kennis en ervaring. Indien nodig vergaar je extra kennis via studie of onderzoek. Intellectuele ontwikkeling en wetenschappelijke vooruitgang zijn zaken die je nastreeft. Een werkomgeving die je daartoe de ruimte geeft, spreekt je erg aan en vind je belangrijk. Conclusie werkwaardentest Deze uitslag komt iets minder overeen met hoe ik zelf in elkaar zit. Het punt van mensgerichte werkomgeving klopt niet helemaal. Ik vind het wel fijn als ik belangrijk ben voor andere, maar ik vind het, eerlijk gezegd, niet zeer belangrijk dat men oog heeft voor de problemen van elkaar. Ook het samenwerken met andere past niet echt bij mij. Ik doe veel liever de taken en projecten alleen, omdat ik dan de totale controle heb over mijn werk en niemand anders is af te rekenen, als er iets fout is gegaan, dan mezelf. Sollicitatietest Uitslag sollicitatietest Je bent pro‐actief ingesteld. Eigenlijk is solliciteren voor jou gesneden koek. Misschien heb je dat van nature of misschien ben je door schade en schande wijzer geworden. Je realiseert je in ieder geval dat je een sollicitatie
7
aan de ene kant niet te lichthartig moet nemen. Een goede voorbereiding (op bijvoorbeeld een assessment, route plannen, vragen voorbereiden etc) vergroot je kans. Aan de andere kant dien je ook te voorkomen dat je te happig bent met als risico dat je jezelf verloochent. Solliciteren is met andere woorden een mix van inspanning en jezelf zijn. Conclusie sollicitatietest De uitslag klopt zo ongeveer wel. Op zich is solliciteren niet echt een probleem voor mij. Alhoewel ik natuurlijk meestal wel een beetje zenuwachtig ben van te voren, belemmert dit mij niet tijdens het gesprek zelf. Ik ga er voor en probeer mezelf niet in de lucht te prijzen, maar zeker ook niet te bescheiden over komen. Mochten ze mij niet aannemen, dan ga ik gewoon verder zoeken naar een andere vacature en niet wekenlang malen of ik iets verkeerd gedaan of gezegd heb. Ambitietest Uitslag ambitietest Je kan heel gedreven zijn. Soms verlies je daarbij je omgeving uit het oog, maar over het algemeen weet je werk en privé redelijk te combineren. Je realiseert je dat het eenzaam aan de top kan zijn. Geld of (zakelijk) succes maakt misschien gelukkig, maar niet ten koste van alles. Het maken van de juiste afweging is echter niet altijd even makkelijk. Pas op dat je dan niet vervalt in besluiteloosheid. Daar zit niemand op te wachten. Conclusie ambitietest Deze uitslag komt precies overeen hoe ik nu tegenover school en privé aankijk. Ik ben heel gedreven op school en wil alles op tijd en keurig af hebben. Maar ik kan het ook rustig laten gaan om het privé gezellig en aangenaam te hebben. Het combineren tussen die twee kost op zich ook niet veel moeite. Wanneer ik met het een bezig ben ga ik ervoor en idem dito geldt voor het ander.
8
Resultaatgerichtheidtest Uitslag resultaatgerichtheidtest Taak‐ en procesgericht Waarschijnlijk ben je goed in staat een balans te vinden tussen werk en privé. Over het algemeen pak je dingen doelmatig en efficiënt aan, maar niet ten koste van alles. In je functie kan je over het algemeen doelmatig werken zonder te extreem georganiseerd te zijn. Een zekere planning heeft wel je voorkeur. Je bent iemand die in staat is met weinig inspanningen een groot effect te sorteren. Streven naar absolute perfectie is echter niet jouw ding. Je bent met andere woorden iemand die met een bepaald doel voor ogen handelt maar ook bereid is een compromis te sluiten of met minder genoegen neemt. Van anderen verlang je waarschijnlijk niet dat ze hun werk tot in perfectie doen, maar aan pure slordigheid van anderen zul je je wel storen. Conclusie resultaatgerichtheidtest Op zich komt ook dit onderzoek wel overeen met de werkelijkheid. Ik pak dingen graag zo efficiënt mogelijk aan en vooral heel doelmatig, maar ik kan me soms wel beperken in dingen. Zoals wanneer ik geen tijd meer heb, wil ik nog wel eens een hoofdstuk minder schrijven e.d.. Ook kan ik me verschrikkelijk storen aan anderen die niet gemotiveerd genoeg zijn en die zijn/haar taken niet zorgvuldig doen. Ondernemerstest Uitslag ondernemertest Je hebt het zelfvertrouwen, de creativiteit en de doelgerichtheid die je als ondernemer nodig hebt. Bovendien heb je een sterke innerlijke drijfveer om te werken en je op werkgebied te ontwikkelen. Daarbij laat je je niet intimideren door ander mensen of ontmoedigen door problemen. Als jij ergens aan begint maak je dat ook af. Belangrijk als je ondernemer wilt worden, is ook dat je aanvoelt wat anderen bezighoudt. En dat doe jij. Weet je waar anderen behoefte aan hebben, dan weet je ook hoe je daar geld aan kunt verdienen. Loondienst is minder geschikt voor jou. Alhoewel je zeker de kwaliteiten beschikt om uitstekend werk te leveren in loondienst, bestaat het gevaar dat je je onder een baas beknot en gecontroleerd voelt. Voor jou is vrijheid nu eenmaal belangrijker dan zekerheid. Conclusie ondernemertest Deze uitslag komt wel overeen met de werkelijkheid. Ik heb vaak gedacht om zelf en met een vriend van me een computerbedrijfje te beginnen. Een waar hij de technische kant van de computer verzorgt en ik de websites ontwerp en het bouwen ervan. Het is er nooit van gekomen omdat ik eerst diploma’s wilde halen, maar het idee ligt er nog en zal me niks verbazen dat we die in de toekomst nog gaan realiseren. Dus het is goed dat deze uitslag er uit is gerold, omdat dit toch een soort van streven is voor mij.
9
Prestatiemotivatietest Uitslag prestatiemotivatietest Je bent in redelijke mate intrinsiek gemotiveerd en in redelijke mate extrinsiek gemotiveerd. Dat je redelijk intrinsiek gemotiveerd bent betekent dat je het best leuk vindt om te studeren. Maar héél leuk vind je het nou ook weer niet. Dat je in redelijke mate extrinsiek gemotiveerd bent wil zeggen dat je er ook rekening mee houdt wat je met je studie kunt bereiken: een diploma, geld, status of de erkenning van de mensen waar je van houdt. Op zich is er niks mis met jouw motivatie. Wél zou je gelukkiger zijn als je studie wat beter zou passen bij je werkelijke interesses. Conclusie prestatiemotivatietest Of het ligt aan de test zelf of dat ik ’t niet goed heb ingevuld weet ik niet, maar deze uitslag past niet hoe ik nu tegen mijn opleiding aankijk. Sinds jaren heb ik eindelijk een opleiding gevonden die wel aansluit bij mijn interesses en doe er meer voor dan ooit te voren. Natuurlijk denk ik na over wat ik uiteindelijk allemaal kan bereiken met een diploma op het gebied van geld, status of erkenning maar dat is niet de uiteindelijk drijfveer waarvoor ik voor deze opleiding heb gekozen. Dus wat mij betreft strookt de uitslag niet met de werkelijkheid.
10