Secretariaat: E. Doornebal-Deenik, Maalkoppelweg 6, 4105 HH Culemborg Email:
[email protected] Tel.0345-515747 Rabo rekening 312596502
Aan de raad van de gemeente Culemborg d.t.v. het college van burgemeester en wethouders van Culemborg Culemborg, 25 oktober 2012 Onderwerp: de toekomst van internationale samenwerking na 2014 Geacht College en Raad, In het eerste jaar van de nieuwe bestuursperiode 2010 – 2014 is met uw raad van gedachten gewisseld over mogelijke accentverschuivingen binnen het werk van SCOS op het gebied van internationale samenwerking. Mogelijke nieuwe doelen zouden met ingang van de eerstvolgende raads- annex bestuursperiode 2014 -2018 operationeel moeten zijn. De centrale vraag waarop een antwoord dient te worden geformuleerd is: “Waarop wil de stad die komende bestuursperiode(n) haar inspanningen op het gebied van internationale samenwerking richten?” Immers, SCOS bestaat nu ruim 20 jaar en heeft gedurende die periode, met voorafgaande instemming van de Raad, in de Republiek Zuid-Afrika projecten opgezet en ondersteund. In een themavergadering van december 2010 heeft de Raad SCOS uitgenodigd tijdig een advies voor te leggen met (alternatieve) mogelijkheden van internationale samenwerking. Uw vraag heeft binnen de SCOS-organisatie geleid tot een brede en diepe bezinning en gedachtewisseling over de toekomst van lokale internationale samenwerking. Het gaat om het antwoord op de kernvragen: ”wat doen wij nu, waarom doen wij dat en wat willen wij waarom in de toekomst gaan doen?”. Om een degelijk antwoord op die fundamentele vragen te krijgen zijn wij terug gegaan naar onze “wortels” en statutaire opdracht om van daaruit een helder antwoord aan onszelf en aan u te kunnen geven.
Pag. 1
In onze statuten (artikel 2, lid 1) staat als doelstelling: “De stichting heeft ten doel zich in te zetten voor een samenwerking met bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden ter verbetering van hun levensomstandigheden gekoppeld aan voorlichting en bewustwording van individu en samenleving binnen de gemeente Culemborg.” Nadat in de Republiek Zuid-Afrika, met de vrijlating van Mandela, de afschaffing van de apartheidspolitiek en de invoering van algemeen kiesrecht, de structuur van een democratie werd opgebouwd heeft Culemborg als lid van de LOTA (Lokale Overheden Tegen Apartheid) het wijzende vingertje veranderd in een helpende hand. De Republiek Zuid-Afrika neemt t.o.v. alle ontwikkelingslanden een net wat andere (historische) plek in vanwege de activiteiten van de V.O.C. in de 17e eeuw en de betrokkenheid van de Culemborger Jan van Riebeeck daarbij. Dat is de basisreden waarom Culemborg, en dus SCOS, al 20 jaar voor de RZA heeft gekozen en in de RZA ondersteuning aan projecten geeft. Ook al zijn Culemborg en SCOS betrekkelijk kleine organisaties; toch hebben wij met onze activiteiten en inzet soms net het gewenste verschil gemaakt op die plaatsen in Zuid-Afrika waar wij actief waren en zijn. Onze huidige inspanningen richten zich op: 1. Ondersteuning van het jeugdwerk in de township Manenberg (Kaapstad). Toelichting: tot en met 2013 uitvoering van bestaande afspraken. Daarna geen verplichtingen. 2. Ondersteuning microfinanciering Kuyasafund (Kaapstad). Toelichting: het breakeven punt is intussen bereikt en het Kuyasafund kan op eigen benen staan en haar financiering organiseren. Verplichtingen gerealiseerd. 3. Uitvoering gemeentelijke BBIS-regeling. Toelichting: jaarlijks budget dat onder voorwaarden dient voor financiële ondersteuning van lokale initiatieven op het vlak van internationale ontwikkelingssamenwerking. 4. (Financiële) ondersteuning van andere lokale initiatieven (bijv. subsidiëring van het project “Nie swart nie wit nie” van Lek en Linge en financiële ondersteuning van de Werkgroep Fairtrade Gemeente). Toelichting: ondersteuning van lokale initiatieven op het gebied van internationale samenwerking die zonder financiële support niet tot stand kunnen komen dan wel moeten stoppen en niet onder de werking van de BBIS-regeling kunnen vallen. 5. Bewustwording en draagvlakvergroting binnen de Culemborgse gemeenschap. Toelichting: via persberichten, de website en deelname aan bijv. een goede doelen markt draagvlakversterking zoeken van de activiteiten op het gebied van internationale samenwerking. Pag. 2
Wanneer niet langer voor RZA zou worden gekozen waarvoor wordt dan gekozen, om welke reden en voor welk doel? Dat kleine (extra) historische argument dat het verschil maakte tussen de RZA en andere ontwikkelingslanden is dan weg; de (ontwikkelings)wereld is dan opeens heel groot! Daarbij komt dat men niet voor een korte periode voor een andere regio zou moeten kiezen maar toch voor minimaal 2 (= 8jaar) en bij voorkeur feitelijk voor 3 bestuursperioden (= 12 jaar) om projecten op te zetten, af te wikkelen maar ook vervolgens een continuïteit zo goed mogelijk te waarborgen. Het gaat daarbij niet alleen om de keuze voor een voor die samenleving relevant en waardevol project maar ook om het zoeken naar betrouwbare samenwerkingspartners ter plaatse. Onder externe begeleiding heeft SCOS het afgelopen voorjaar haar visie en missie opnieuw geformuleerd. Vanuit onze visie en missie hebben wij aansluitend strategische en operationele doelstellingen (wat gaan we doen) geformuleerd en in beeld gebracht. Het waar en wat, bijvoorbeeld in welke ontwikkelingswereld, is dan nog steeds buiten beeld gebleven. Daarvoor hebben wij ook informatie van internationale organisaties geraadpleegd (zie bijv. de site www.hdr.undp.org/en/data/trend.com voor de international human developments indicators) en een gesprek gevoerd met een tweetal medewerkers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Wij stellen trouwens vast dat de rangorde van landen op deze internationale lijst niet betekent dat er regionaal geen grote verschillen binnen een land bestaan. Een precies en eenduidig antwoord - waar is de grootste armoede en is de meeste behoefte aan internationale ondersteuning - levert deze informatieronde niet op. Daarvoor is er nog op teveel plaatsen in de ontwikkelingslanden sprake van fundamentele en schrijnende tekortkomingen. Wel hebben wij kunnen vaststellen, door raadpleging van informatiesites van bijv. de OESO en de Wereldbank, dat naast een nog behoorlijk aantal andere staten in de wereld, de centraal Afrikaanse staten zonder uitzondering tot de categorie van ontwikkelingslanden kunnen worden gerekend waar internationale ondersteuning belangrijk is voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling. Het denken op wereldschaal - om zo objectief mogelijk nieuwe doelen en plekken te kunnen kiezen - betekent vervolgens ook dat we in alle bescheidenheid onze eigen positie moeten relativeren. Wat is SCOS op de schaal van deze wereldproblemen? Uitzoomen is en blijft evenwel belangrijk om aansluitend de eigen (micro)positie en de dingen die we als kleine lokale organisatie in de praktijk aankunnen vast te kunnen vaststellen. Een ontwikkelingsland, volgens de WTO, moet aan 3 van de volgende 4 criteria voldoen: 1. 2. 3. 4. Pag. 3
Laag inkomen per hoofd van de bevolking Lage levensverwachting Geringe scholing en Gebrekkige voeding
Het is niet de WTO die bepaalt of men zo’n land is; dat moet de betreffende staat zelf doen. Men moet zich daarbij wel realiseren dat in landen die aan minder dan 3 van deze criteria voldoen zich ook de meest schrijnende situaties kunnen voordoen voor delen van de bevolking. Overigens hanteren andere internationale organisaties, waaronder de OESO, eigen afwijkende criteria. SCOS kiest en adviseert - zo klein als wij ook zijn - voor de inhoudelijke doelen van het lokale internationale ontwikkelingswerk aansluiting bij de millenniumdoelstellingen zoals die door de Verenigde Naties zijn geformuleerd. Deze doelstellingen zijn gericht op realisatie in 2015: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Armoede halveren en minder mensen met honger Elk kind naar school Mannen en vrouwen gelijkwaardig Minder kindersterfte Verbetering gezondheid van moeders Bestrijding van hiv/aids, malaria en andere dodelijke ziektes Bescherming van het milieu, iedereen schoon drinkwater, minder mensen in sloppenwijken 8. Toegang tot betaalbare medicijnen, een eerlijk handelssysteem, minder schulden in ontwikkelingslanden Wij adviseren u om in te stemmen met de volgende twee door ons voorgestelde kernactiviteiten (focus) uit deze doelstellingen: 1. Voor microkredietprojecten in de sfeer van kleinschalige werkgelegenheid (m.n. training en opleiding) gekoppeld aan doelstelling 1 in combinatie met doelstelling 7 (minder mensen in sloppenwijken). 2. Voor algemene en financiële ondersteuning projecten in de sfeer van kinderopvang (safehouse tot en met kinderdagverblijf), onderwijs (leermiddelen en voeding) en jeugd en gekoppeld aan doelstelling 2. In de te kiezen vervolgprojecten zal onze focus primair op realisatie van die doelstellingen liggen. SCOS legt u, vanuit onze visie en missie, het volgende voorstel voor: 1. SCOS blijft de partner van de gemeente om het inhoudelijke internationale ontwikkelingswerk uit te voeren.
Pag. 4
2. SCOS zoekt een land annex regio dat meer voldoet dan de RZA aan de criteria van een ontwikkelingsland. Toelichting: in principe wordt een centraal Afrikaans land geselecteerd aan de hand van de WTO-criteria voor ontwikkelingsland. Het moet daarbij gaan om een regio/land/gebied dat relatief rustig (geen oorlogsgebied) is en dat inmiddels een zekere bestuurlijk democratische infrastructuur heeft. Uit een verkenning op basis van beschikbaar informatiemateriaal, passend binnen de geformuleerde uitgangspunten en criteria, heeft het de voorkeur van SCOS de inspanningen de komende projectperiode (8 tot 12 jaar) te richten op Kameroen. De eerder genoemde rangorde en criteria geven aan dat dit land zeker nog (grote) behoefte heeft aan internationale ondersteuning en samenwerking. De streek waarop wij ons willen richten functioneert en presteert aanzienlijk onder het nationale niveau. Er is zich een initiatief aan het ontwikkelen waaraan en waarin SCOS kan deelnemen en participeren. 3. SCOS zoekt in de startfase betrouwbare partners om projecten succesvol te realiseren. Toelichting: het onder 2. genoemde project biedt SCOS de mogelijkheden om betrouwbare lokale (partner)organisaties te vinden. 4. Het microfinancieringswerk, en de middelen die daarvoor beschikbaar zijn, voort te zetten. In principe binnen het land c.q. de regio waar SCOS zijn inhoudelijke inspanningen onder 2. op zal richten. Toelichting: vanuit de Fair trade en Fair finance principes zijn er mogelijkheden deel te nemen in een microfinancieringsprogramma gericht op cacaoboeren in oost en zuid Kameroen. Het voert te ver om in dit stuk dit programma en detail te beschrijven. 5. SCOS blijft de BBIS-regeling voor de gemeente uitvoeren. 6. SCOS ondersteunt en stimuleert waar mogelijk andere lokale initiatieven. Toelichting: naast haar eigen inhoudelijke projectwerk is SCOS andere organisaties tot steun bij de realisatie van projecten. Voortzetting en intensivering van een inmiddels voorzichtig in gang gezette ontwikkeling. 7. De raad neemt een principebeslissing over de periode van en voor een nieuw ontwikkelingsdoel (8 of 12 jaar) waarbij 8 jaar het minimum is. Toelichting: SCOS brengt dan niet meer voor iedere bestuursperiode een advies uit maar beperkt dit tot het moment waarop, na afronding van een samenwerkingsproject na 8 of 12 jaar, een nieuwe keuze aan de orde is. Uiteraard wordt elk jaar rekening en verantwoording afgelegd over de activiteiten en de besteding van middelen. Dit impliceert dat budgettaire middelen voor projectontwikkeling gedurende de looptijd van een internationaal samenwerkingsproject in principe gegarandeerd zijn. Pag. 5
Dit scenario is in essentie een voortzetting, weliswaar in een ander gebied, van de huidige praktijksituatie. Noot: voortzetting van het lokale internationale ontwikkelingswerk in de RZA, als daarvoor zou worden gekozen, blijft uiteraard tot de keuzemogelijkheden behoren. In de townships is immers nog altijd veel en vruchtbaar werk te doen. In het verlengde van dit scenario wil SCOS zich opnieuw oriënteren op de lokale onderlinge verhoudingen gericht op: 1. SCOS krijgt met ingang van 2014 een algemeen coördinerende taak naar lokale maatschappelijke initiatieven op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. 2. Een deel van de middelen die de gemeente jaarlijks beschikbaar stelt wordt niet langer exclusief aangewend voor de ontwikkeling van eigen lokale (gemeentelijke) projecten maar krijgen een breed inzetbare financieel ondersteunende functie naar andere lokale initiatieven. Toelichting: met name wordt dan gedacht aan intensieve(re) samenwerking en versterking met en van de Stichting Betuwe Wereldwijd en de Werkgroep Fairtrade Gemeente als lokale partners met soortgelijke doelstellingen. 3. SCOS richt zich in die positie, nadrukkelijk op de organisatie van de informatieverstrekking over en draagvlakversterking voor projecten op het gebied van internationale samenwerking en stelt daarvoor ook middelen beschikbaar.
Hoogachtend, Stichting Culemborg en Ontwikkelingssamenwerking,
Jack H. van Aken, voorzitter
Pag. 6
Ellien E.M. Doornebal-Deenik, secretaris