açëëáÉê=éä~=Éå=~åÇÉêÉ Äáçéä~ëíáÅëÒ
Documentbeschrijving
1. Titel publicatie
Dossier “PLA en andere bioplastics” 2. Uitgever
Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest 4. Publicatienummer
D/2006/5024/08 6. Publicatiereeks
3. Aantal blz.
69
5. Aantal tabellen en figuren
19 7. Datum publicatie
Februari 2006 8. Trefwoorden
Herbruikbare beker, PLA, afvalarme evenementen, LCA, eco-efficiëntie analyse 9. Samenvatting
In het streven naar afvalarme evenementen heeft de OVAM de herbruikbare beker gesteund. In 2004 werd een beker op de markt gebracht in een nieuwe kunststof: PLA. Omdat op dat ogenblik nog niet veel geweten was omtrent de impact van deze bekers werd een eco-efficiëntie analyse uitgevoerd op basis van een LCA. In het "Dossier Bekers op evenemenet" werd heel dit onderzoek toegelicht. In het dossier "PLA en andere bioplastics" wordt de noodzakelijke achtergrondinformatie gegeven over industriële biotechnologie en de toepassing bioplastics in het algemeen en PLA in het bijzonder.Tevens wordt ingezoomd op diverse toepassingsmogelijkheden in binnen- en buitenland. 10. Begeleidingsgroep
Roel Vaes, Mieke De Schoenmakere, Wouter Ulburghs, Willy Sarlee 11. Contactperso(o)n(en)
Willy Sarlee 12. Andere titels over dit onderwerp
Gegevens uit dit document mag u overnemen mits duidelijke bronvermelding. De meeste OVAM-publicaties kan u raadplegen op de OVAM-website : http://www.ovam.be
Dossier: PLA en andere bioplastics
1
INLEIDING ...........................................................................................4
2
BIOTECHNOLOGIE.............................................................................5
3
NIEUWE MATERIALEN.......................................................................6
4
PLA ....................................................................................................10
5
HET GLOBALE KADER ....................................................................12
5.1
2005: het kantelmoment .................................................................................. 13
5.2
Transitie............................................................................................................. 13
5.3
Communicatie................................................................................................... 13
5.4
Houding van de overheid ................................................................................ 14
5.5
Economisch belang ......................................................................................... 15
5.6
Verdere evolutie? ............................................................................................. 16
6
OVERZICHT INFO OVER TOEPASSINGEN.....................................18
6.1
Producten en producenten.............................................................................. 18
6.2
Overheid ............................................................................................................ 19
6.3
Distributie.......................................................................................................... 25
6.4
Consumenten ................................................................................................... 27
7
INFORMATIE UIT ANDERE LANDEN ..............................................30
7.1
Nederland .......................................................................................................... 30
7.2
Frankrijk ............................................................................................................ 32
7.3
Denemarken ...................................................................................................... 32
7.4
Duitsland ........................................................................................................... 32
7.5
Groot-Brittanië.................................................................................................. 33
7.6
Europese Unie .................................................................................................. 33
7.7
Australië en Nieuw-Zeeland ............................................................................ 35 2
7.8
Japan ................................................................................................................. 35
7.9
VS....................................................................................................................... 35
8
ACHTERGRONDINFORMATIE .........................................................36
8.1
Algemene achtergrondartikels ....................................................................... 36
8.2
Standpunten en berichten ............................................................................... 40
8.3
Meer info............................................................................................................ 49
3
1
Inleiding
In de zomer van 2004 werd op een aantal grote evenementen voor het eerst op vrij grote schaal gebruik gemaakt van wegwerpbekers van PLA (Poly Lactic Acid). Dit is een bioplastic, een kunststof gemaakt van hernieuwbare grondstoffen. Het is nieuwe kunststof met een groot potentieel want het kan bij een waaier van producten ingezet worden. Het kan gaan om wegwerpbekers, allerlei verpakkingsmateriaal, als vervangproduct van conventionele plastics (zoals polycarbonaat of polypropyleen), in keukenmateriaal, gsm's, auto-onderdelen, kleding, luiers … Naar de toekomst toe zijn de implementatiemogelijkheden schier eindeloos. Eén van de grote troeven van PLA, ten opzichte van de andere bioplastics, is de volledige transparantie van het materiaal. Alhoewel er al eerder biodegradeerbare producten op de markt kwamen, was het de eerste keer dat PLA op een dergelijke schaal in Vlaanderen werd gebruikt. De PLA-beker werd, via opvallende advertenties, daarbij ook uitdrukkelijk als een alternatief naar voor geschoven voor de door de overheid gesteunde herbruikbare beker (in polycarbonaat). Omdat men in de nabije toekomst in stijgende mate met deze kunststof geconfronteerd zal worden én om het potentieel en de impact van deze stof, maar ook de houding van de overheid ten aanzien van deze PLA-bekers te kunnen bepalen, werd een eco-efficiëntieanalyse uitgevoerd op basis van een onderbouwende LCA. Een synthese van deze studie is te vinden in het “Dossier bekers op evenementen”. De volledige eco-efficiëntieanalyse kan gedownload worden op www.ovam.be . In dit dossier gaan we dieper in op de achtergrond van de bioplastics in het algemeen en PLA in het bijzonder. Na een schets van de problematiek van de bioplastics zoomen we in op de verschillende toepassingen die momenteel (januari 2006) al in gebruik zijn in Vlaanderen en we bekijken de situatie in een aantal andere landen. We sluiten af met een uitgebreid hoofdstuk met meer literatuur over het onderwerp, allerlei relevante artikels en standpunten die de afgelopen jaren werden verspreid en de nodige adressen.
4
2
Biotechnologie
Voor een goed begrip van heel de problematiek is een toelichting nodig van de evolutie in de biotechnologie. De term "biotechnologie" bestaat uit twee delen "bio" - Grieks voor leven - en "technologie", wat wijst op menselijke tussenkomst en wordt dan ook gedefinieerd "als het gebruik van (onderdelen van) organismen voor de productie van stoffen" (Lespakket Biotechnologie, 1999). De toepassingen in de biotechnologie worden onderverdeeld in drie groepen, doorgaans onder de naam van drie kleuren. •
Rode biotechnologie staat voor medische toepassingen, zoals de aanmaak van insuline voor diabetici, vitaminen, antibiotica, vaccins of geneesmiddelen. De genetische informatie die nodig is voor de aanmaak van deze stoffen, wordt in microorganismen gebracht, waardoor die in grote vaten de ingewikkelde stoffen kunnen aanmaken. Proefbuisbaby's, het "klonen" door celkerntransplantatie en gentherapie zijn realisaties van de "rode" biotechnologie. • Groene biotechnologie staat voor toepassingen in de landbouw, zoals de genetische verandering van voedsel- of voedergewassen, zodat die resistent worden tegen schimmels, insecten of breedspectrum herbiciden en een betere opbrengst leveren. De eerste "transgene" planten of "genetisch gewijzigde organismen" (GGO) werden in Vlaanderen geproduceerd door Marc Van Montagu en Jozef Schell aan de Universiteit Gent. Sinds enkele jaren worden deze getransformeerde gewassen op industriële schaal geteeld. • De toepassingen in de industriële sector kregen de kleur wit. Witte biotechnologie omvat vooral het gebruik van gisten, schimmels of bacteriën, of van enzymen, om nuttige producten of materialen te maken, zoals biologisch afbreekbare plastics, biologische brandstoffen, chemicaliën of nieuwe soorten vezels. (Bron: Kim De Rijck - DS 02/05/2003 http://www.earthday.nl/index.php?id=177)
Waar de (r)evoluties in de medische (of rode) en de groene biotechnologie nog vaak de media halen (cfr. "Dolly" en de "GGO-problematiek) gaat de evolutie in de industriële (of witte) biotechnologie minstens even snel, maar ze halen wel minder de media. Nochtans kunnen ook hier de implicaties groot zijn. Het gaat namelijk ook om vele nieuwe materialen.
5
3
Nieuwe materialen
Er zijn heel wat overzichten van de nieuwe materialen in witte biotechnologie. De studie van “Environment Australia”, uitgevoerd door Nolan-ITU “Biodegradable Plastics – Developments and Environmental Impacts” (oktober 2002), geeft een overzicht van de verschillende materialen (http://www.deh.gov.au/industry/waste/biodegradable). De producten van de witte biotechnologie zijn “bio-polymeren”. Deze worden onderverdeeld in groepen, zoals te zien is op het onderstaand overzicht.
Bron http://www.pakexpert.com De groepen zijn: 1. natuurlijke polymeren of biopolymeren, die direct uit biomassa worden gewonnen zoals hout, maïs, tarwe, rijst en aardappelen. Voorbeelden zijn zetmeel en cellulose. Zetmeel kan uit diverse landbouwproducten worden gewonnen en is te modificeren zodat biopolymeren van deze grondstof in bestaande apparatuur tot kunststoffen kunnen worden verwerkt. 2. biopolymeren die worden gevormd door chemische synthese, daarbij wordt uitgegaan van monomeren die verkregen zijn uit agrogrondstoffen. Ze worden ook wel biopolyesters genoemd, omdat ze veel eigenschappen gemeen hebben met gewone polyesters. De belangrijkste groep biopolyesters bestaat uit polylactaten (PLA). Ze worden geproduceerd via chemische synthese uit melkzuur dat wordt gewonnen uit landbouwproducten zoals aardappelen, maïs, tarwe e.d., maar ze kunnen ook worden gemaakt van afvalproducten uit de voedingsmiddelenindustrie zoals melasse of wei. 3. direct door bacteriën, gisten of planten geproduceerde biopolymeren. Dat zijn de polyhydroxyalkanoaten (PHA), waarvan polyhydroxybutyraat (PHB) in principe voor verpakkingen geschikt is.
6
4. de synthetisch composteerbare polyesters die op basis van aardolie worden vervaardigd. PCL of poly(caprolacton) is daar een voorbeeld van. Ze zijn composteerbaar maar niet gemaakt van hernieuwbare grondstoffen. Volgend beeld van de tweede groep, de biopolyesters, geeft een overzicht van toepassingen die, voor dit onderzoek, het belangrijkst zijn.
(Bron: “Biodegradable Plastics – Developments and Environmental Impacts” – pgn 7)
Wat dit concreet betekent in volumes, wordt in het volgende overzicht duidelijk.
( Bron: WTCM –10/12/2003) 7
Hieruit blijkt dat PLA de meest gebruikte kunststof en het bedrijf Nature Works de marktleider is. Materiaal Ton/jaar - PLA 140.000 - zetmeel + gemengd 70.000 - polyesters 62.000 - cellulose 55.000 - PVA 15.000 Totaal 347.000 (Bron WTCM –10/12/2003)
aandeel 38% 26% 17% 15% 4% 100%
Volgens deze info gaat het om 342.000 ton/jaar. De totale huidige klassieke kunststofproductie bedraagt 150.000.000 ton/jaar. Tegen het jaar 2020 wordt een productie verwacht van 5.000.000 ton/jaar waarvan 80% van plantaardige oorsprong (bron WTCM –10/12/2003). De biotechnologie op zich is een sector die enorm groeit: de totale wereldwijde omzet in de biotechnologie in 2004 steeg met 17% tot 54,6 miljard dollar tegenover 46,6 miljard dollar in 2003. Ter info: België doet het hier uitstekend, want het behoudt voor het derde jaar op rij zijn 9de plaats op de Europese biotechranglijst. Over heel de wereld werkten in 2004 183.820 mensen bij in totaal 4.416 biotechbedrijven. In Europa zijn er in 2004 1.815 bedrijven. In totaal werd in 2004 in de Verenigde Staten 16,9 miljard dollar geïnvesteerd in de biotechnologiesector. In Europa bedroeg het totale investeringsbedrag 2,8 miljard euro. De Europese biotech omzet steeg tot bijna 14 miljard dollar, een verzevenvoudiging over de laatste 5 jaar. (Bron: http://www.ey.com/global/content.nsf/Belgium_D/Belgi%EB_opnieuw_9de_op_de_Europ ese_Biotech_ranglijst). Op de “Knowledge for Growth" conferentie (3 juni 2005 - Flanders Expo, Gent) werd bekend gemaakt dat België goed scoort zoals bleek uit een recente studie van de OESO waarin 8 Europese landen op vlak van innovatie in biofarmaceutica werden vergeleken. De conclusie luidt dat België de beste prestaties levert. Deze trend is des te meer voelbaar in de Vlaamse regio, waar recente initiatieven de biotechgroei met succes stimuleren. Eén van die initiatieven is trouwens dit congres ‘Knowledge for Growth’, waar de Vlaamse actoren hun technologieën, producten en kennis aan elkaar voorstellen. De "Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten" publiceerde in januari 2004 een rapport over "Industriële BioTechnologie en Duurzame Chemie”. De academie beveelt de oprichting aan van een "technologieplatform voor de industriële biotechnologie" waarin alle belanghebbenden een visie en lange termijn strategie zouden moeten ontwikkelen. ("Industriële BioTechnologie en Duurzame Chemie” rapport van de Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten - CAWET – Brussel 2004 en het persbericht EuropaBio – zie bijlage 8.2.3) Deze evolutie in de biotechnologie is niet alleen voor de chemische sector van belang. In een studie van Incentim van Agoria Vlaanderen "Technologie overmorgen" (2002) wordt vooropgesteld dat de volgende 20 jaar alle industriële sectoren ermee geconfronteerd zullen worden. In de periode 2005-2010 zou biologisch afbreekbaar verpakkingsmateriaal wijd verspreid raken. In 2010-2015 zouden biomaterialen 20% van de chemische grondstoffen en 10% van de kunststoffen op wereldschaal leveren. Het markaandeel van biologisch afbreekbare kunststoffen bedraagt dan 25% (nu - anno 2005 is dat 1%). 8
Biotechnologie kan ook een belangrijke rol spelen in de milieubescherming. Enkele voorbeelden: - biodegradatie van ruwe olie: men ontdekte bacterie- en giststammen die erin slagen om op korte termijn de ruwe olie tot 87,3% te reduceren; - bacteriën vangen zware metalen: men slaagde erin om bacteriën zodanig te wijzigen dat ze kwik konden opnemen en op die manier recycleren; - waar we het hier in dit dossier over zullen hebben kan men met biotechnologie "plastic" produceren waarmee dan flessen, films en folies, en allerlei verpakkingsmateriaal kan geproduceerd worden. (Bron: “Enzymen in je lijf en in je leven" - VIB, 2005) Dit laatste voorbeeld werd in 2004 heel actueel in Vlaanderen. Plots verscheen er reclame met als titel: "De eerste composteerbare festivalbeker". Het was de slogan waarmee de PLA-beker gelanceerd werd. Hoewel er geen onderzoek naar gedaan werd, kan men wel zeggen dat de introductie van deze bekers positief werd bevonden, door publiek en vooral door de organisatoren. Ook in wetenschappelijke publicaties werd dit positief ontvangen. We lezen: "Deze festivals gaan jammer genoeg gepaard met tonnen afval. De Gentse feesten produceren meer dan 500 ton afval, waarvan een groot deel plastic bekers. De festivals doen al jaren inspanningen om die afvalberg binnen de perken te houden. Biotechnologie biedt vandaag een mogelijke oplossing. Door hernieuwbare grondstoffen en enzymen te gebruiken, kan een volledig biologisch afbreekbaar plastic gemaakt worden: PLA, polylactide of voluit Poly Lactid Acid, of polymelkzuur. Het folkfestival Dranouter koos voor wegwerpbekers in PLA. Deze bekers zijn binnen de 50 dagen volledig afgebroken tot natuurlijk humus. Dit Belgisch festival zorgde daarmee voor een wereldprimeur". (Bron: "Enzymen in je lijf en in je leven" - VIB, 2005) De “doorbraak” van PLA op de evenementen in Vlaanderen was dus geen toeval, maar wel de resultante van een snelle, wereldwijde evolutie. Steeds meer firma's produceren steeds meer producten tegen een steeds lagere prijs. Waar het enkele jaren geleden nog ging om hypothetische, onbetaalbare scenario’s is er nu een “turning point” bereikt. De technologie is er en door de stijgende olieprijs in 2005 werd het ook “plots” betaalbaar. In hoofdstuk 5 wordt deze evolutie verder toegelicht. Maar eerst willen we even dieper ingaan op PLA want met de lancering van de "biobeker" in PLA werd in Vlaanderen deze stof meteen naar voor geschoven als één van de meest belovende. Maar wat is PLA?
9
4
PLA
PLA (poly lactic acid) is een polyester op basis van melkzuur en is sinds de 18e eeuw bekend. Het zou reeds 200 jaar geleden voor het eerst gesynthetiseerd zijn, maar vindt pas sinds kort de weg naar industriële toepassingen. PLA heeft eigenschappen die enigszins lijken op die van polystyreen. PLA is echter, onder de juiste condities, biologisch afbreekbaar. PLA is als een standaard thermoplast te verwerken op bestaande kunststofverwerkingsapparatuur. (Bron: http://www.hycail.com) Een moderne toepassing werd ontwikkeld door Cargill Dow LLC. Cargill Dow werd In 1997 opgericht als “joint venture” tussen Cargill Incorporated en The Dow Chemical Company, Minneapolis, USA. Het bedrijf is inmiddels van structuur en naam veranderd in "NatureWorks LCC" (www.natureworkspla.com). De onderneming richtte zich op het vervaardigen van duurzame polymeren en chemicaliën uit hernieuwbare grondstoffen en produceerde het nieuwe verpakkings- en vezelmateriaal. De juiste naam voor het PLA dat door hen geproduceerd wordt, is "polylactide". De basis bestaat uit jaarlijks hernieuwbare grondstoffen zoals maïs. In het artikel “Van schaaltjes tot folie, van kleding tot luiers...” (Bron: Het Ingenieursblad, 6-7/2004, ppg 47 – 51) schetst Erwin Vink de productie van PLA als volgt: “In de huidige productieketen begint de levenscyclus van PLA met maïs… De twee belangrijkste bouwstenen voor de PLA-polymeerketen zijn koolstofdioxide en water. Beide componenten worden omgevormd tot suikers via fotosynthese, een proces dat wordt aangedreven door zonne-energie en dat plaatsvindt in de plant. Honderden jaren van kruising van gewassen en gewasverbetering leverden moderne variëteiten op van maïs, met als gevolg dat tegenwoordig circa 30% van de plantmassa bestaat uit zetmeel, opgeslagen in de maïskorrels. Na het oogsten wordt de maïs overgebracht naar een zogenaamde "corn wet mill", waar het zetmeel wordt gescheiden van de andere componenten (eiwitten, vetten, vezels, suikers en water) en via een enzymatische hydrolysestap wordt afgebroken tot dextrosesuiker. Tijdens het fermentatieproces wordt de suiker omgezet in melkzuur bij een bijna neutrale pH-waarde. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een ringopeningspolymerisatie met lactide als tussenproduct. In de eerste stap van het proces onttrekt men water aan het melkzuur onder milde condities, wat een prepolymeer oplevert met een gering moleculair gewicht. Dit prepolymeer wordt dan gedepolymeriseerd, wat het cyclische dimeer lactide vormt, dat door distillatie verder wordt gezuiverd. Ten slotte wordt het lactide gepolymeriseerd in een oplosmiddelvrij proces en verwerkt tot PLA-granulaat. Door de zuiverheid van het lactide onder controle te houden is het mogelijk een brede reeks moleculaire gewichten te produceren. Omdat er vier unieke groepen verbonden zijn aan het centrale koolstofatoom, is melkzuur een chiraal molecuul. Chirale moleculen bestaan als 'spiegelbeelden' of als stereo-isomeren. Het optisch actieve melkzuur heeft zowel linksdraaiende ("L" of "S") als rechtsdraaiende ("D" of "R") stereo-isomeren. Via fermentatie verkregen melkzuur bestaat doorgaans voor 99,5% uit L-isomeren en 0,5% uit D-isomeren. Productie van de cyclische lactide dimeren resulteert in drie potentiële vormen: D,D-lactide (D-lactide), L,L-lactide (L-lactide) en L,D- of D,L-lactide mesolactide. Voordat de polymerisatie plaatsvindt, wordt de lactidestroom gesplitst in een lactide met een laag D-gehalte en een lactide met een hoog D/meso-gehalte. Polymerisatie van de optisch actieve lactiden levert een 'familie' van polymeren op die zich gekarakteriseert door de moleculaire gewichtsverdeling en de hoeveelheid en de sequentie van het Dlactide in de hoofdketen van het polymeer. Men kan polymeren met een hoog gehalte aan L-lactide gebruiken om kristallijne polymeren te produceren, terwijl de hogere Dlactide materialen meer amorf zijn. …. De traditionele polymeren gebruiken de beperkte reserves aan olie en aardgas als grondstof. De grondstoffen voor PLA zijn daarentegen hernieuwbaar. Ongeveer één derde van de voor PLA vereiste hoeveelheid energie is afkomstig uit deze hernieuwbare 10
grondstoffen. Dit leidt ertoe dat voor PLA 25-55% minder fossiele brandstoffen nodig zijn in vergelijking met polymeren waarvoor PLA een alternatief is. Dit percentage geldt voor dat deel van de levenscydus dat te omschrijven is als 'van de "wieg tot de fabriekspoort". In de toekomst zou dit percentage oplopen tot meer dan 90%. …. In de afvalfase zijn producten vervaardigd uit PLA te verwerken via de traditionele methoden, zoals verbranding, storten en mechanische recycling. Daarnaast kunnen ze ook worden gecomposteerd in industriële composteerinstallaties. Ook chemische recyclage (terug tot het monomeer) en anaërobe vergisting zijn mogelijke toekomstige methoden. Meer keuzemogelijkheden in de afvalfase betekent ook meer flexibiliteit in het toepassen van PLA ….” Vervolgens worden enkele toepassingsmogelijkheden toegelicht: • Transparante vacuümgevormde bakjes • Bekers voor koude dranken • Transparante folie verwerkt in broodzakken • Behuizing van toestellen • Toepassingen van lngeo Polylactide vezels: Deze toepassing spreekt wel erg tot de verbeelding. We citeren nogmaals “Het gaat hier om kussens, matrassen en dekbedden alsmede ook hygiënische producten en kleding (zie hiervoor http://www.ingeofibers.com ). In stoffen gemaakt van deze vezels worden sterkte en elasticiteit gecombineerd met comfort, zachtheid en een soepele val. Bovendien hebben ze goede eigenschappen voor wat betreft vochtregulering. Daardoor zijn ze zeer geschikt voor zowel kleding als meubelstoffen. De vezels worden tevens toegepast als vulmiddel (fiberfill) voor kussens en dekbedden. Door hun luchtigheid voelen ze meer aan als dons dan de conventionele synthetise vulmiddelen. Ook voor non-woven (ongeweven) toepassingen kan een nieuwe familie van composteerbare producten worden geproduceerd. Ten slotte bezitten de vezels een natuurlijke weerstand tegen vlekvorming, waardoor ze ook geschikt zijn voor tapijten. “ Een ander goed overzicht van de technische kant van de productie van PLA is te vinden op de website van het bedrijf Galactic: http://www.lactic.com/triptyque.htm. Voor de volledigheid geven we hier ook de chemische formule weer die er als volgt uitziet:
(Ring opening polymerization of lactide to polylactide. Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Polylactide) Voor meer info over PLA verwijzen we naar de links en de literatuurlijst in de bijlagen.
11
5
Het globale kader
De voordelen van PLA zijn duidelijk: het is een volledig transparant, waterbestendig materiaal dat qua uitzicht niet verschilt van gewoon "plastic", het is gemaakt van nieteindige, jaarlijks hernieuwbare, grondstoffen en naast de klassieke verwerkingsmethodes is het ook composteerbaar. En toch zijn er problemen. Enerzijds doorkruist de introductie van PLA-bekers duidelijk de strategie van de overheid om te komen tot “afvalarme evenementen”. De herbruikbare bekers spelen daar een belangrijke rol. De afgelopen jaren heeft de overheid via het Subsidiebesluit de herbruikbare beker sterk gesteund. De aankoop werd in een eerste fase gesubsidieerd voor 70%. Tot halfweg 2005 werden 275.000 bekers aangekocht. Ze worden momenteel ontleend in ongeveer 42 gemeenten, 6 intercommunales en 4 provincies. Zoals het in de zomer gepresenteerd werd, treedt de PLA-wegwerpbeker in rechtstreekse concurrentie. Waar implementatie van herbruikbare bekers op grote evenementen op zich al moeilijk was, wordt het nu nog moeilijker. Ook de organisatoren staan immers zeer positief tegenover de “biobeker” en de herbruikbare beker komt hierdoor in de verdrukking. (Mano Mundo was vroeger hét voorbeeld van een afvalarm evenement doordat het erin slaagde de herbruikbare beker ook op groot festival te gebruiken. In 2004 werd overgestapt op de PLA-beker. In 2005 groeide het aantal festivals met PLA-bekers in Vlaanderen uit tot een tiental en werden meer dan 3 miljoen bekers gebruikt). Een bijkomend probleem is ook dat niet alle voorwaarden voor een succesvolle compostering zijn vervuld. Hiervoor is een zuivere "monostroom" noodzakelijk. Indien voor de compostering van de bekers gekozen wordt, moeten ze selectief worden ingezameld. Het is afval dat moet ingezameld en verwerkt worden. Critici wijzen er ook op dat het gebruik van composteerbare materialen de wegwerp-attitude bij de consument nog zou kunnen versterken en in die zin weleens een averechts effect kunnen hebben (inzake zwerfvuil, toenemende consumptie …). Anderzijds moet men ook het globale plaatje bekijken. Jaarlijks worden miljoenen ton plastics gebruikt en alle soorten plastic zijn afkomstig van olieproducten of petroleumderivaten, een eindige grondstof. Momenteel wordt overal ter wereld gewerkt aan onderzoek om hiervoor vervangproducten of milieuvriendelijker alternatieven te vinden. Voor een overzicht van de strategie die in de USA, Japan, China en Europa wordt gevolgd, verwijzen we naar de recente studie “Industrial or White Biotechnology - A driver of sustainable growth in Europe” - Working document from EuropaBio and ESAB to be used as input for the Industrial Biotechnology section of the European Technology Platform for Sustainable Chemistry - juli 2005 - http://www.suschem.org. Ook in Vlaanderen worden we meer en meer met de problematiek geconfronteerd. De toepassingsmogelijkheden van deze biopolymeren worden ook steeds ruimer: "De GFTophaalzakken zijn in het Vlaamse landschap al langer gekend (en zijn de laatste jaren heel wat performanter geworden), de bioafbreekbare bloempotjes zijn tijdens Juni Compostmaand 2004 voorgesteld, de composteerbare tijdschriftenwikkels worden al vrij frequent gebruikt en in de zomer van 2004 zijn de composteerbare festivalbekers uitgetest. De evoluties op de verpakkingsmarkt gaan zeer snel: schaaltjes, folies, netjes, yoghurtpotjes op basis van biopolymeren zijn nu al of in de nabije toekomst zeker mogelijk." (Bron: Vlaco april 2005)
12
5.1
2005: het kantelmoment Het jaar 2005 was voor de bioplastics een ‘turning point’ of kantelmoment. Waar het voordien alleen behoorde tot de technische mogelijkheden, is het door de hoge aardolieprijzen, waardoor het prijsverschil tussen traditionele kunststoffen en bioplastics sterk is afgenomen of zelfs geheel is weggewerkt, plots ook economisch haalbaar. Veel ondernemingen gebruiken deze situatie om met bioplastics aan de slag te gaan. (Bron: BCPN oktober 2005: http://www.bcpn.nl/images/stories/Media/persbericht%20bcpn.doc) Jöran Reske van IBAW vat de situatie als volgt samen: “Compostable plastics and packaging are ready for the market. In many applications in the food sector (especially for fruit and vegetables), increasing amounts are being used in a number of EU countries and worldwide. The technical and legislative framework has been developed at European and international levels. It seems possible to recover certified compostable plastics in composting plants without changing the process, and customers react positively to this innovative type of packaging. It therefore seems just a matter of time before this technology conquers a significant market share.” (Bron: Waste Management World, 2 maart 2005, http://www.earthscan.co.uk/news/article/mps/UAN/379/v/5/sp)
5.2
Transitie Wanneer, welke producten zullen doorbreken, kan moeilijk voorspeld worden maar, met de inzet ervan zou men evenwel een transitie kunnen realiseren. Indien men erin zou slagen om alleen al de bestaande verpakkingsmogelijkheden met een gebruiksduur van minder dan twee jaar (cfr. het transitiepad in Nederland) te vervangen door deze bioplastics, dan kan binnen enkele decennia een deel van het huisvuil anders verwerkt worden. PMD en kunststofverpakkingen maken momenteel ongeveer 15% uit van het huishoudelijk restafval. Maar de impact is groter. “Een groot deel van het afval dat de Vlaming produceert, kan worden herleid tot zijn voedselconsumptie. Aangezien voedselproducten goed verpakt zijn (onder meer vanuit het oogpunt van hygiëne en andere voedselveiligheidsredenen) bestaat het grootste deel van de afvalberg van een huishouden uit verpakkingsafval en voedselresten. Een voorzichtige schatting laat zien dat in Europa twee derde van het verpakkingsafval van een huishouden bestaat uit voedselverpakkingsafval en voedselresten”. (Bron: Mira T 2005 H3 “Huishoudens en consumptie” pgn 57). Het scheiden van die twee fracties is niet altijd evident. Voedselverpakken in bioplastics en die composteren zouden het aandeel van deze fractie in het restafval kunnen verminderen.
5.3
Communicatie Indien men het gebruik van bioplastics steunt, moet nog bekeken op welke manier dit moet worden gecommuniceerd. Bij de introductie van nieuwe groene grondstoffen wordt nogal snel de kaart van de composteerbaarheid getrokken. De PLA-beker werd middels advertenties geprofileerd als de "composteerbare" beker en daarom milieuvriendelijker dan de anderen. Ook diverse toepassingen in de distributie werden met dit argument gelanceerd. De vraag is of dit wel een goede aanpak is. In een regio als Vlaanderen waar veel aan thuiscompostering wordt gedaan, is dit geen goed argument omdat het verkeerdelijk de indruk kan wekken dat het thuiscomposteerbaar is of gewoon vergaat als men het weggooit op een festivalweide. In andere landen zien we dat de bioplastics gepromoot worden omwille van de hernieuwbare grondstoffen. Deze aanpak zou heel wat problemen kunnen vermijden. Op het Seminarie "Composteerbare verpakkingen" (13 oktober 2005, Verpakkingscentrum) werd terzake door Carrefour al een heroriëntatie 13
aangekondigd. Niet meer de composteerheid, maar het feit dat het gaat om producten gemaakt op basis van hernieuwbare grondstoffen, zal het eerste argument worden. Een soortgelijke evolutie was te horen op een vergelijkbaar seminarie in Nederland (het seminarie '"Biodegradeerbare verpakkingen" van het Nederlands Verpakkingscentrum op 3 november 2005). De communicatie rond dit dossier zal ook oog moeten hebben voor een aantal nuanceringen. - Zo merkt men op dat het onderscheid dat wordt gemaakt tussen PLA en andere kunststoffen wat betreft "hernieuwbare grondstoffen" vrij artificiëel is. Ook de klassieke kunststoffen kunnen worden geproduceerd op basis van hernieuwbare grondstoffen. Zo kan Bio-ethanol worden omgezet in ethyleen en propyleen. - Een andere nuancering is dat men in deze realistisch moet blijven. Doorgaans gebruikt men in de verpakkingssector: LDPE/LLDPE, HDPE, PP, PS en PET. Deze kunststoffen hebben erg verschillende en dikwijls 'tegenstrijdige' eigenschappen zodat het onwaarschijnlijk is dat ze door één materiaal kunnen vervangen worden. Wel zijn er bepaalde toepassingen waarvoor men verschillende types kunststoffen kan gebruiken, waaronder PLA. Het zal dus niet gaan om de vervanging van àl de plastics door bioplastics maar om een geleidelijke evolutie waarbij voor bepaalde toepassingen geschikte vervangingsmaterialen zullen gevonden en toegepast worden. Over het aandeel van de plastics dat kan vervangen worden, bestaat nogal wat discussie (zie verder). - Daar komt nog bij dat men bij de lancering van het product best zijn grootste troef naar voor schuift: "gemaakt van hernieuwbare grondstoffen” en niet één van de verwerkingsmogelijkheden, namelijk de composteerbaarheid (cfr. Dossier Bekers op evenementen). Hier moet het probleem van de verontreiniging van de compost meegenomen worden in de afweging. Het is met andere woorden geen zwart-wit verhaal en PLA is geen wondermiddel maar er is wel een evolutie bezig waar men op voorbereid moet zijn. Met de aangekondigde productie van PLA-flessen zal dat zeker nodig zijn. Het onderscheid PET en PLA-flessen is nauwelijks te maken en als men erin slaagt om die op grote schaal te maken, zullen die eerder in de PMD-zak terecht komen dan in de compostbak.
5.4
Houding van de overheid Vervolgens is er de vraag welke houding de overheid moet innemen. Want alhoewel PLA gemaakt wordt door een wereldconcern en het product de wind in de zeilen heeft op wereldvlak, zou de overheid hierin toch een stimulerende rol kunnen spelen. In het buitenland zijn hiervoor verschillende pistes bewandeld: - in Nederland is de gft-inzameling versoepeld: de bioplastics met kiemplantlogo worden toegelaten maar het wordt niet gepromoot; - in Duitsland zijn ze vrijgesteld van de groene punt bijdragen. Wat de concurrentiepositie van de bioplastics aanzienlijk versterkt; - in VS worden de bioplastics gestimuleerd door een preferentieel aankoopbeleid: als de overheid een plastic moet aanschaffen waarvan een bioversie bestaat die functioneel gelijkwaardig is, opteert ze voor bioplastics. Het “public procurement”programma – FB4P – werd in 2005 gestart. Deze pistes zijn natuurlijk niet imiteerbaar in Vlaanderen. Vlaanderen is niet alleen een koploper qua selectieve inzameling, maar ook van de thuiscompostering. PLA heeft in deze context één groot nadeel: het is niet thuiscomposteerbaar (in tegenstelling tot nogal wat andere bioplastics).
14
Wat als men dit niet ondersteunt? In het kader van de problematiek van het milieuvriendelijk consumeren en produceren is al gewezen op het risico van de vicieuze cirkel die de doorbraak van milieuvriendelijke producten en, meer in het algemeen, innovaties, kan belemmeren. In een "stand van zaken" artikel van eind 2003 werd het zo geformuleerd: "Dit alles leidt tot een -kip of het ei- situatie in België. Enerzijds is er de overheid die wel positief staat t.o.v. composteerbare verpakkingen maar pas ondersteunende maatregelen wil treffen op het ogenblik dat deze een aanzienlijk marktaandeel hebben verworven en anderzijds is er de industrie van composteerbare materialen die pas echt kan doorbreken wanneer ze toegang krijgt tot de gft-bak. Hopelijk leidt deze patstelling niet tot een impasse waardoor een intrinsiek veelbelovende en milieuvriendelijke technologie niet tot ontwikkeling komt." (Bron: “Biodegradeerbare plastics - Composteerbare verpakkingen: een stand van zaken”. Packnews, december 2003, 154, 27-33, OWS-Organic Waste Systems, De Wilde, B. Te downloaden op: http://www.ows.be/publicaties/Artpacknews154_Dec2003_NL.pdf) Toegepast op PLA is het “vicieuze-cirkel-scenario”: PLA is duur - dus is er geen vraag voor implementatie - de productie kan zich niet optimaliseren - het product breekt niet door op de markt – de selectieve inzameling raakt niet van de grond - de productie wordt gestaakt ... De houding van de verschillende partijen in deze vicieuze cirkel (de producent - de distributie - de consument - de overheid ) is bepalend voor de verdere evolutie.
5.5
Economisch belang Deze evolutie is ook economisch van groot belang: de sector is in dit land goed vertegenwoordigd en de kern van de Europese zetmeelsector is geconcentreerd in België (Cerestar en Amylum). De suikerindustrie speelt volop mee in de biotechnologische evolutie met Orafti, Warcoing Industries en er is een bedrijf dat werkt met PLA: Galactic (Bron: "Industriële BioTechnologie en Duurzame Chemie” Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten" - CAWET – Brussel 2004 pgn 24-25). Het rapport van CAWET vestigt daar de aandacht op en vraagt om een beleid en de ontwikkeling van een lange termijnvisie (Cawet pgn 48). Ook het rapport “De Chemische Industrie in Vlaanderen – Op weg naar 2010” van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB / Incentim) wijst op het belang van de chemische sector en een ondersteunend beleid. Door niet in te spelen op deze evolutie loopt men dus niet alleen het risico om een economische boot te missen, maar ook een kans op het vlak van de innovatie van nieuwe materialen. Dit is niet alleen het geval voor de traditionele industriële en petrochemische sector. Ook voor de landbouw zijn er implicaties. De optie om voor de productie van de bekers maïs te gebruiken om er plastic van te maken en dit terwijl er nog mensen honger lijden, is volgens sommigen bediscussieerbaar. Anderen wijzen erop dat er geen relatie is tussen de honger in de wereld en de voedselproductie, maar dat dit veeleer een kwestie is van de verdeling ervan. Bovendien komen in de toekomst ook afvalstoffen van de maïsproductie en andere plantaardige grondstoffen in aanmerking en idealiter zelfs GFT, – cfr. de studie “Making Plastics from Garbage”). Duidelijk is dat, nu de olievoorraden slinken, en het milieu om andere brandstof vraagt, de landbouw weer een rol als grondstoffenleverancier zou kunnen krijgen (cfr. de biodieselproblematiek). De ontwikkeling van de bioplastics kadert in deze evolutie. Ook in Vlaanderen (en België) gaan dan ook stemmen op om het risico om een boot te missen, niet te lopen en deze productiesystemen en producten “een sterke duw in de rug te geven. Zo zou bijvoorbeeld de verplichting tot het gebruik van biodegradeerbare 15
verpakkingsmaterialen voor bepaalde (wegwerp)toepassingen dergelijke producten toelaten om snel grotere volumes te bereiken, en aldus competitief te worden ten opzichte van klassieke verpakkingsmaterialen, die zonder specifiek steunbeleid de markt zullen blijven beheersen wegens hun dominante positie, volwassen technologie, afgeschreven productie-installaties en goedkope grootschalige productie.” (Bron: CAWET pgn 53) Recent werden in Gent een aantal inspanningen gebundeld in het “Ghent Bio-energy valley” project. Een samenwerking tussen universiteit, haven en belangrijke industriële spelers in de regio: http://www.gbev.be.
5.6
Verdere evolutie? Hoe het verder zal evolueren is moeilijk te voorspellen. Velen hebben hooggespannen verwachtingen, maar tijdens het seminarie 'Biodegradeerbare verpakkingen' ( 3 november 2005) van het NVC in Nederland werd het enthousiasme alvast enigszins getemperd: “Biologisch afbreekbare verpakkingen zullen geen grootschalig alternatief voor op olie gebaseerde polymeren zijn” stelde Marcel Dartée, commercieel directeur van Hycail, “Er zijn weliswaar kansen, maar de toepasssingen zullen uiteindelijk toch beperkt blijven. Daarom kan de nadruk wellicht beter op de hernieuwbaarheid van de grondstoffen gelegd worden dan op de degradeerbaarheid.” Het veronderstelde milieuvoordeel van de biologisch afbreekbare verpakkingen speelt niet meer zo'n grote rol, ook niet voor VROM. Het aandeel van de biopolymeren zou niet meer dan 5% tot 10% van de markt gaan bedienen, en dan alleen voor specifieke productgroepen als de catering, groente- en bloemenverpakkingen en in toepassingen waar het imago bij specifieke consumentengroepen toegevoegde waarde oplevert. (Bron: Afval on Line, 29/11/2005, Agri Holland en VerpakkingsManagament, november 2005). IBAW stelde in een persbericht eind januari het cijfer 10% voorop. Dit zou het aandeel kunnen worden dat de bioplastics zouden kunnen innemen in een totale Europese plasticmarkt van 40 miljoen ton. Anderzijds gaat het om een razendsnelle evolutie. Waar de bioplastics enkele jaren geleden nog als een ver toekomstbeeld werden afgeschilderd, zijn er momenteel al 15 concrete toepassingen te signaleren. Bij het afsluiten van dit dossier, begin februari 2006, werd bekend dat Hycail erin geslaagd is om een hitte bestendig PLA te produceren: Hycail ® XM 1020 zou in een oven een hitte van 200° kunnen doorstaan en zelfs een half uur in een microgolfoven kunnen staan. (Bron: http://www.hycail.com/pages/engels/nieuwsen.html) Ondertussen is het wel duidelijk dat industrie en distributie heel wat inspanningen doen en uitkijken naar de houding van de overheid. Op het Seminarie "Composteerbare verpakkingen" (13 oktober 2005, Verpakkingscentrum) maakte Carrefour de volgende diagnose van de situatie en werd gepleit voor een aanpassing van de FOST Plus tarificatie en interregionale onderhandelingen.
16
Rekening houdend met dit alles is de vraag "of de PLA-bekers milieuvriendelijker zijn dan de herbruikbare" op zich dan misschien niet zo belangrijk – zoals een stakeholder opmerkte: het gaat inderdaad maar om een relatief kleine fractie van het afval – maar in het perspectief van de nieuwe razendsnelle technologische ontwikkeling en het belang daarvan in Europa en Vlaanderen, is het dat wèl.
17
6
Overzicht info over toepassingen
Het gebruik van materialen op basis van hernieuwbare grondstoffen kan uitgroeien tot een belangrijke innovatie. Anno 2005 waren er al veel aanzetten gegeven en nog veel meer in ontwikkeling. In dit hoofdstuk schetsen we een beeld van de huidige toepassingen in de productie-, distributie- en consumptie-cirkel. We kijken hierbij niet alleen naar PLA maar ook naar andere bioplastics waarvoor anno 206 toepassingsvormen voor gevonden zijn.
6.1
Producten en producenten Overzichten van producten en producenten zijn te vinden in de studie van Environment Australia, uitgevoerd door Nolan-ITU “Biodegradable Plastics – Developments and Environmental Impacts” (okt. 2002) , de pdf is te downloaden op: http://www.deh.gov.au/industry/waste/biodegradable/pubs/biodegradable.pdf Ook volgende websites geven overzichten: • http://kunststof-bioplastics.pagina.nl • http://www.biopolymer.net • http://www.pakexpert.com Het aantal bedrijven dat informatie aanbiedt en de hoeveelheid informatie is dermate toegenomen dat we voor de url’s moeten verwijzen naar deze overzichtssites. De belangrijke spelers zijn: •
Nature Works met PLA http://www.natureworksllc.com
•
Rodenburg Biopolymers – Solanyl: biologisch afbreekbaar plastic ontwikkeld op basis van aardappelzetmeel uit afvalstromen http://www.biopolymers.nl
•
BASF - Ecoflex http://www2.basf.de/basf2/html/plastics/englisch/pages/biokstoff/ecoflex.htm
•
Dupont - Biomax® http://www.dupont.com
•
Novamont - Materbi http://www.materbi.com
•
Procter&Gamble - Nodax (PHA) http://www.nodax.com
•
Innovia Films (vroeger UCB Natureflex) http://www.carrefourbelgium.be/News_01.cfm?lang=nl&news_id=743 en http://www.innoviafilms.com/index.htm
•
Plantic http://www.plantic.com
Op de website http://www.pakexpert.com zijn concrete voorbeelden, met omschrijvingen en foto’s van producten terug te vinden.
18
In de publicatie "Groene grondstoffen in de productie. Recente ontwikkelingen op de markt." (Bert van Hees, Hanriëtte Bos, AFI, Wageningen 2004) worden twaalf producten toegelicht. (Meer info http://www.wur.nl)
6.2
Overheid Burgers en overheid in Vlaanderen worden nu al geconfronteerd met volgende concrete toepassingen van bio-plastics en industriële biotechnologie. In dit kader moet de oprichting vermeld worden van het Milieu-Innovatie-Platform (MIP). Het MIP is een samenwerking tussen de beleidsdomeinen Innovatie, Leefmilieu en Energie. Alle relevante innovatie-actoren uit het bedrijfsleven, de onderzoeksinstellingen en de overheidsadministraties worden er betrokken in een platformwerking. Industriële biotechnologie is één van de thema's. De dialoog industrie-overheid over de bioplastics zal hier wellicht zijn plaats vinden. De komende drie jaar wordt 8 miljoen euro uitgetrokken. De officiële start is gegeven op 20 februari 2006. (Meer info: http://www.mipvlaanderen.be/public/index.asp ). In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de concrete toepassingen van bioplastics waarmee we nu (februari 2006) al geconfronteerd worden.
6.2.1
GFT-zakken Powerpack (het vroegere Fardem en daarvoor Fardis) is pionier in de ontwikkeling, productie en verkoop van bio-afbreekbare en composteerbare producten. Reeds in 1994 werd de eerste bio-afbreekbare vuilniszak aan een Belgische gemeente verkocht. Fardis bracht ook een bioverpakking uit voor o.m. tijdschriften. De gebruikte grondstoffen ondergingen hiervoor de nodige testen, alsook de eindproducten zijn gecertifieerd door AIB-Vinçotte met het "OK Compost"-label. (Bron: http://www.powerpack.be) De laatste jaren is Jemaco de grootste speler (http://www.jemaco.be/main.asp?lan=1&typ=27)
6.2.2
Wikkels voor kranten en reclamedrukwerk Fardis bracht ook een bioverpakking uit voor o.m. tijdschriften. Deze verpakking gedraagt zich grotendeels zoals krimpfolie uit polyetheen, alleen is er 0% polyetheen aanwezig. De materie is een 100% biologisch afbreekbaar materiaal, grotendeels bestaande uit de hernieuwbare grondstof aardappelzetmeel, waardoor het volledig composteerbaar is. Het materiaal blijft soepel, droogt niet uit en is voor de postdiensten voldoende transparant. De folie is te verwerken op conventionele verpakkingsmachines zoals o.a. Sitma tegen normale snelheden. Ondertussen werden zowel de biogrondstoffen als de productietechnologie volwaardig uitgebouwd. Al de producten zijn niet enkel bioafbreekbaar, maar tevens composteerbaar. De gebruikte grondstoffen ondergingen hiervoor de nodige testen, alsook de eindproducten zijn gecertifieerd door AIB-Vinçotte met het "OK Compost"-label. (Bron: http://www.powerpack.be). De Verrekijker, het tijdschrift van de VMM wordt sinds 2004 verspreid in een wikkel met het OK Compost label op. Ook het tijdschrift van Natuurpunt en Argus worden zo verspreid.
6.2.3
Bioplastics in de land- en tuinbouw Enkele jaren geleden kwamen de bio-bloempotten sterk in de belangstelling: “Uit de praktijk blijkt dat vele composteringen regelmatig te kampen hebben met plastic bloempotjes die (door een al dan niet opzettelijke vergetelheid) mee bij het groen- of 19
GFT-afval worden gedeponeerd. Bij de ophaling van kerstbomen wordt deze vergetelheid wel eens een plaag. Meerdere fabricanten bieden nu een milieuvriendelijk alternatief voor de traditionele plastic bloempotjes. Het gaat hierbij niet om de gekende zachte kartonnen potjes, wel om harde potjes die binnenshuis en in de kwekerij op dezelfde wijze kunnen worden gebruikt als de plastic potjes. De meest gebruikte materialen bij deze nieuwe generatie bloempotten zijn karton met paraffine, kokosvezel, olifantengras (miscanthus) en biologisch afbreekbare plastics. Het gebruik van deze "biologische" materialen biedt duidelijke milieuvoordelen. Vooreerst worden voor de productie van de meeste van deze potten natuurlijke en hernieuwbare grondstoffen gebruikt. Een tweede voordeel ligt op het afvalvlak. De meeste potjes breken zonder probleem af wanneer ze bij het planten in de bodem worden achtergelaten. Dit is niet steeds het geval voor de potjes van biologisch afbreekbare plastic. Sommige types bioplastic breken immers slechts af na een temperatuursverhoging, zoals deze zich voordoet in de professionele compostering. Niet alle potjes breken in even sterke mate af. Hierbij dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het uit elkaar vallen van het potje (desintegratie) en de volledige afbreekbaarheid of biodegradatie. Potjes gemaakt uit karton en paraffine desintegreren bijvoorbeeld relatief snel, doch de paraffine in de bodem breekt nadien zeer traag af. Een volledige afbreekbaarheid kan blijken door het voldoen aan gecontroleerde normen inzake biodegradatie zoals bij het OK biodegradable - Soil label (“Soil” omwille van de biodegradatie in de bodem). Van de bestaande potjes kunnen (volgens onze informatie) wellicht de potjes uit olifantengras (NAPAC Biopot) en wellicht ook cocosvezel (COCOPOT) hieraan voldoen. Belangrijk is echter dat het label wordt geëist. Natuurlijke, chemisch niet-gemodifieerde materialen hoeven hun biodegradeerbaarheid niet aan te tonen. Van de chemische additieven die worden gebruikt om het natuurlijk materiaal samen te houden, dient de biodegradeerbaarheid wel te worden aangetoond, indien de concentratie groter is dan 1 gewichtsprocent. Naast de voordelen op milieugebied bieden de nieuwe bloempotjes ook belangrijke voordelen voor de kweker en vooral de tuinaannemer. Bij het aanplanten van plantjes uit een afbreekbare pot moet de pot immers niet langer verwijderd worden. Geen problemen meer met het ontpotten van de plant en met wortels die door de bodem van de plastic pot zijn gegroeid. De tuinaannemer dient evenmin nog een stapel afval opnieuw mee naar huis te nemen. Planten in afbreekbare potten worden minder verstoord bij het aanplanten en wortels kunnen gelijkmatiger verder groeien. Om een goede afbraak in de bodem te bevorderen dienen sommige potten voor het aanplanten wel even "gekraakt" te worden. Afbreekbare potten hebben dan weer het duidelijke nadeel dat ze gevoelig duurder zijn dan de plastic potten. Waarschijnlijk wordt dit prijsverschil kleiner eenmaal ze goed en wel op de markt zijn doorgedrongen. Tot slot: ook voor de composteringen kan het gebruik van afbreekbare potten voordelen bieden. De huidige afvalwetgeving en sorteerregels laten niet toe dat bloempotten bij het groen- of GFT-afval gevoegd zou worden. Om de sorteerregels eenvoudig te houden, zal dit wellicht niet wijzigen. Mochten er door een vergetelheid, toch bloempotten bij het groenafval komen, dan zal dit in het geval van afbreekbare bloempotten tot veel minder problemen leiden dan bij plastic potjes.” Bron: www.vlaco.be Daarnaast zijn er toepassingsmogelijkheden in de landbouw vooral wat betreft de productie van folies. •
www.polargruppen.no/belgium/bioagri.htm 20
•
www.polargruppen.no/belgium/biogarden.htm
•
www.groencreatie.be/algemeen.htm
Recent zijn er ook de Bioclips: afbreekbare producten die de planten ondersteunen in hun groei zijn niet nieuw. Een clip die tijdens de compostering in twaalf weken al volledig uiteenvalt in CO2, water en humus wèl. DIN-CERTCO heeft de afbreekbare BioClip® van DELECO onderzocht en gecertifieert. De prijs van deze afbreekbare clip is vijf tot zes maal zo hoog als van een kunststof clip. De teler moet dus spaarzaam omgaan met dit materiaal. Ongeveer vier tot vijf clips per plant is het maximum. Dan kan het afval nog mee voor een goedkoper tarief, terwijl de kostprijs dit bedrag niet overschrijdt. Als de teler onder dit maximum per plant blijft, kan hij netto geld besparen. De eerste reacties van tuinders zijn dan ook zeer positief. De BioClip® is te herkennen aan het unieke nummer 7P0099 in de clip en het Kiemplant-Logo op de doos: http://www.bcpn.nl/bcpn.
6.2.4
Winkelzakjes Dezelfde discussie - herbruikbaar versus wegwerp - heeft zich afgespeeld over het thema – herbruikbare tas of wegwerpwinkelzakjes (al dan niet biodegradeerbaar of composteerbaar). Door de forse steun van de herbruikbare winkelzakken via Subsidiebesluit (meer dan 30.000 herbruikbare zakken werden op die wijze door de Vlaamse overheid gesubsidieerd) en de talrijke acties van lokale besturen (cfr. De Preventieprojectendatabank STIP) werd de discussie hier snel afgesloten. Bovendien heeft de sector in 2004-2005 zelf een campagne gevoerd tegen de wegwerpzakjes en voor de herbruikbare alternatieven (cfr. Fedis). Tenslotte was er de LCA die Carrefour in Frankrijk in 2004 hieromtrent heeft uitgevoerd (zie "Dossier: Bekers op evenementen"). In Frankrijk werden de niet-biodegradeerbare winkelzakjes verboden (zie 7.2).
6.2.5
Zakjes in de keuken De milieudienst van Ternat gaf begin januari 2005 229 gezinnen van de wijk Cantillon elk een keukenafvalbakje waarvan het zakje volledig afbreekbaar en composteerbaar is. Milieuambtenaar Jurgen Thiebaut: "Het gaat om een zuurstofdoorlatend en composteerbaar bio-afvalzakje, gecombineerd met een geventileerd bakje waarin de zakjes geplaatst worden. Als het zakje vol is, gooit men het ofwel in de GFT-zak of in het compostvat. Het zakje breekt volledig af. Omdat het bakje lucht doorlaat, is er van geurhinder in de keuken geen sprake". In Ternat is sprake van een vermindering van het restafval met 18%. Ook in Geraardsbergen werd een proefproject uitgevoerd. Begin 2006 beslist om deze werkwijze uit te breiden tot heel het werkingsgebied van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband ILVA. Ook bij Ecowerf loopt een dergelijke project. Meer info: • www.jemaco.be/main.asp?lan=1 • www.bioplanet.be. • www.ilva.be
6.2.6
Composteerbare bekers Halfweg 2005 waren deze bekers niet of nauwelijks in de handel verkrijgbaar voor de individuele consument. Op de website van Natureworks werd men verwezen naar de volgende website, gelokaliseerd in Nebraska:
21
http://www.brenmarco.com/Organic/organic.html waar de bekers ook in kleinere hoeveelheden kunnen aangekocht worden (195 dollar voor 2000 stuks). Eind 2005 werden de bekers ook in Vlaanderen verdeeld door het bedrijf "Bio Pack & Logistics". Meer informatie over deze bekers: www.biopack.be .
6.2.7
Flessen Het gebruik van PLA voor de productie van flessen is een kwestie van tijd. Hiervoor kunnen immers dezelfde productiemachines als voor PET gebruikt worden. PLA kan gebruikt worden voor plat water, melk, fruitsap en eetbare olie. De eerste PLAflessen zijn al in gebruik genomen door de firma Biota (water, US), Jivita (water, US), Naturally Iowa (melk, USA) en Belu (water, UK). Meer info: • http://www.packworld.com/cds_search.html?rec_id=18654&ppr_key=natureworks%2 0pla&sky_key=natureworks%20pla&term=natureworks%20pla • http://www.amcor.com/content/businesses/downloads/Amcor_29_09_05.pdf • Op de website van Natureworks is een video te bekijken over het gebruik van PLA bij flessen: http://www.natureworksllc.com/webcasts/archive/nw/06_23_2005.html De flessen in PLA zijn momenteel worden in Vlaanderen voorbereid door Amcor Pet Packaging en Husky. Een PLA-fles voor olie werd voorgesteld op “Drinktec” (september 2005 - zie ook http://www.thinkpackaging.com ) Op het seminarie van het Verpakkingscentrum (Composteerbare verpakkingen van 29 oktober 2005) werd dit exemlaar getoond.
Daar werd ook stil gestaan bij het productieproces en de producteigenschappen zoals u kan zien op de volgende slide.
22
Daarnaast kondigde enige tijd geleden de firma Denico aan dat er in de herfst 2005 uitgepakt zou worden met een composteerbare fles. (Bron: “De toekomst is aan de biologisch afbreekbare en composteerbare producten” in KMO-insider – mei 2005)
6.2.8
“Vensters” voor broodzakken, brieven, dozen en inpakmateriaal voor bloemen Eén van de toepassingsmogelijkheden is het gebruik van bioplastics voor het venster in broodzakken en brieven, allerlei inpakmateriaal, bijvoorbeeld ook voor bloemen. Er is in Vlaanderen een firma met dergelijke producten. Meer info: • http://www.sidaplax.com • over PLA-film voor broodzakken http://www.sidaplax.com/EF%20vs%20ACETATE%20sidaplax.pdf
6.2.9
Kleding PLA wordt momenteel al gebruikt voor de productie van kleding (T-shirts van Diesel, Versace en anderen), tapijten, zetels, kussens, matrassen, lakens en dekens, gordijnen en wandbekleding, luiers, … Voor een overzicht verwijzen we naar de website: www.ingeofibers.com. De mogelijkheden van PLA zijn de kledingsector niet ontgaan: • www.agrimarketing.com/show_story.php?id=21582 • www.toray.com/news/fiber/nr030425.html • youthxchange.aspita.com/main/c466compostablet-shirts.asp • www.treehugger.com/files/2004/12/salewas_jummy_i.php • www.salewa.de 23
6.2.10
Bio-afbreekbare verpakking voor pralines De eerste pralines met bio-afbreekbare inleggers liggen in de winkel. ANL Plastics is het eerste in Europa dat met deze bio-materialen voor chocoladetoepassingen op de markt komt. Tegen september moeten de eerste pralines met milieuvriendelijke verpakking in de winkelrekken liggen. (Bron: persbericht 29/4/2005 op www.anl.be )
6.2.11
Zakjes voor hondenpoep Meer info: • www.polargruppen.no/belgium/biobag_dog.htm
6.2.12
Auto-onderdelen De eerste onderdelen in bioplastics worden al sinds 2003 gebruikt bij Toyota (zie ook 7.11). Meer info: • http://msnbc.msn.com/id/4637563 • www.toyota.co.jp/en/more_than_cars/bio_afforest
6.2.13
Computers Dat computers een gigantische afvalberg produceren is gekend. De productie van computers met composteerbare behuizing wordt door sommigen als oplossing naar voor geschoven. Meer info: • Japan for sustainability www.japanfs.org/db/database.cgi?cmd=dp&num=1063&dp=data_e.html
6.2.14
Vleesschaaltjes Schaaltjes van PLA voor vers voedsel werden op de markt gebracht door Coopbox onder de naam Naturalbox. Meer info: • www.coopbox.it Schaaltjes van een ander bioplastic, “roots”, werden gelanceerd door Carrefour in september 2005 (Bron: seminarie “Biodegradeerbare verpakkingen op de voorgrond”, 13 oktober 2005, Verpakkingscentrum, www.verpakkingscentrum.be). Meer info over “roots”: • www.rootsbiopack.com
6.2.15
En in de toekomst Er zullen onderdelen van PLA inpasbaar zijn in: • TV’s Meer info: EEP Newsletter - November 25, 2004 - "Biodegradable TVs" www.eep.org/newsletters/newsletter251104.htm 24
• •
6.2.16
GSM’s Meer info: Afval on line 06/20/2005 - www.portablegear.nl/nieuwsdetail.htm?NID=2625 Kauwgom De Nederlandse PLA-producent Hycail maakte een “gum-base” voor kauwgom. Bron: www.intermediair.nl/kv_artikel.jsp?id=2985
En in combinatie met andere stoffen Een andere toepassing van PLA waarmee de overheid geconfronteerd zal worden, is de toepassing in bestaande producten. Het voorbeeld zijn de wegwerpluiers. Waar tot nu toe compostering gehinderd werd door de plastic-componenten, valt deze drempel weg als ze vervangen worden door een composteerbare kunststof.
6.3
Distributie Een aantal grootwarenhuizen in binnen- en buitenland zijn al enige jaren bezig met het gebruik van biodegradeerbare verpakkingen. De grote Britse supermarkten Tesco, Sainsbury's, Waitrose en Coop gebruiken verpakkingsproducten afkomstig van Novamont. Novamont verwerkt onder andere zetmeel tot doorzichtig folie en bakjes. Ze worden vooral toegepast voor groenten en fruit. Ook gebruiken verschillende gemeenten in het Verenigd Koninkrijk 'groene' afvalzakken die zijn gefabriceerd uit materiaal van de Italiaanse producent van bio-polymeren. In Nederland positioneert A. Heijn zich als koploper en lanceerde de productie van aardappelzakken met kiemplantlogo. De keten werd hiervoor begin 2005 bekroond door de BCPN (http://www.ah.nl). In september 2005 maakte het bedrijf bekend dat voortaal alle 22 ongekoelde biologische groente- en fruitproducten biologisch afbreekbaar verpakt worden. De milieuvriendelijke verpakkingsmaterialen zijn voorzien van het Kiemplantlogo. Dit logo mag alleen worden gebruikt worden voor materialen die voldoen aan de Europese richtlijnen voor composteerbare verpakkingsmaterialen. Het is in Nederland mogelijk om de verpakkingen via de GFT-container af te voeren. In eigen land gebruikten al een aantal ketens composteerbare materialen: •
Colruyt: lanceerde reeds PLA-verpakkingen voor zijn groente en fruit producten in zijn BioPlanetwinkels
•
Covee: de warenhuisketen Covee maakte in 2004 ophef met de lancering van composteerbare schaaltjes voor zijn diepvriesproducten. De schaaltjes zijn gemaakt van een mengeling van voedingszetmeel. (Bron: http://www.aveve.be/ned/news/default.asp )
•
Carrefour introduceerde in 2003 een composteerbare folie op basis van cellulose. Het werd geproduceerd door UCB. De bio-groenten en -fruit van Carrefour en GB zitten sindsdien in een volledig composteerbare verpakking. (Bron: http://www.carrefourbelgium.be/News_01.cfm?lang=nl&news_id=743). Op het seminarie “Biodegradeerbare verpakkingen op de voorgrond” (Verpakkingscentrum, 13 oktober 2005) werd aangekondigd dat in de toekomst niet meer de composteerbaarheid als eerste argument zal gebruikt worden maar het feit 25
dat het gemaakt is met hernieuwbare grondstoffen. Daarnaast maakte Carrefour bekend dat het in de nabije toekomst uitpakt met een hele reeks toepassingen: - composteerbare kruidenpotjes van "Jiffy" met als grondstof turf en houtpulp en met OK Compost Home certificaat - composteerbare aardappelzakken van "materbi" (zetmeel) met OK Compost certificaat) - schaaltjes voor buiscuiterie van "plantic" bruikbaar voor alle producten die niet in contact komen met water. - schaaltjes voor vlees van "roots" (op basis van suikerriet) met OK Compost certificaat en een lopende maar haalbaar geachte certifiëring van OK Compost Home. Een test in GB Tervuren was in oktober 2005 lopend. Een vijftal bijkomende projecten zouden de eerstvolgende maanden gelanceerd worden en een tiental (!) andere zitten in de onderzoeksfase. Er werd gewezen op de veranderingen die in de loop van 2005 plaats gevonden hebben en de positie van de bioplastics heel wat verbeterd hebben (o.a. de prijskanteling onder invloed van de duurder wordende olie). Uit de bovenstaande projecten kan alvast afgeleid worden dat men nu de implementatie van PLA in de verpakkingen wil laten doordringen in het basisgamma van de verpakkingen. Volgend beeld werd getoond om te illustreren wat de mogelijkheden zijn.
Meer info: Studiedag “Biodegradeerbare verpakkingen op de voorgrond”, 13 oktober 2005, Verpakkingscentrum, www.verpakkingscentrum.be.
26
•
Delhaize: Delhaize test sinds de zomer 2005 in de afdeling self-traiteur van de supermarkt in Aalst de verpakking van ter plaatse bereide slaatjes in biodegradeerbare schaaltjes van NatureWorks® PLA. “De schaaltjes uit PLA zijn volledig composteerbaar, in industrieel compost (composteerbaar volgens de EN13432-norm). Delhaize ijvert voor de gescheiden ophaling van deze biodegradeerbare verpakkingen. Van zodra de verpakkingen uit NatureWorks PLA op grotere schaal in gebruik zullen zijn, hoopt Delhaize een overeenkomst voor gescheiden ophaling te bereiken met Fost Plus, de organisatie die zich bezighoudt met de terugname van huishoudelijk afval in België. De biodegradeerbare schaaltjes zijn bovendien van even goede kwaliteit als het op hygiëne en voedselveiligheid aankomt. De klant zal ook geen verschil voelen in zijn portemonnee: de prijs van de slaatjes blijft ongewijzigd.Delhaize test deze verpakkingen nu uit voor de ter plaatse bereide slaatjes in de afdeling self-traiteur van de supermarkt in Aalst. Via een sticker op de schaaltjes en affiches in de rayon worden de klanten er attent op gemaakt dat de verpakkingen biodegradeerbaar zijn. Delhaize gebruikt nog andere milieuvriendelijke materialen voor de verpakking van de producten in de afdeling selftraiteur: sandwiches worden verpakt in cellofaan, een biodegradeerbare stof, en voor gratins en andere op te warmen gerechten worden kartonnen schaaltjes gebruikt. Vanaf september loopt ook in de afdeling bakkerij een eerste test met milieuvriendelijke verpakkingen. Biobroden en traditiebroden zullen er verkocht worden in broodzakken met een venster dat ook in NatureWorks PLA vervaardigd is. Delhaize wil tussen nu en het einde van het jaar peilen naar de reacties van de klanten op de nieuwe verpakkingen. In de loop van het najaar volgen nog testen in de afdelingen beenhouwerij en fruit en groenten van de supermarkt in Aalst”. (Bron: http://www.envirodesk.com/site/news.asp?module=NEWS&level=DETAILS&newsId= 12557) Philippe Henri Heymans, Delhaize, comments: “The Delhaize company wants to insure that its activities have a minimum impact on the environment, and NatureWorks PLA packaging is one of a range of on-going initiatives being introduced to shoppers in Belgium. NatureWorks PLA is a great step forward in helping us to replace traditional plastic materials with an environmentally-friendly alternative without having to raise prices,” continues Philippe Henri Heymans. “To the naked eye, there is no difference between the NatureWorks PLA containers and those used previously; and they offer the same high quality in terms of hygiene and food safety. We are looking forward to assessing the response of our shoppers between now and the end of this year.” http://www.natureworksllc.com/corporate/news_press_release.asp?id=1364
6.4
Consumenten Wat vinden de consumenten van de problematiek? Er zijn drie onderzoeken in dit verband.
6.4.1
Het Kassel - project De Duitse overheid onderzocht in het Kassel-project hoe de consument reageert op en omgaat met deze bio-verpakkingen. Van mei 2001 tot eind 2003 werd de selectieve inzameling georganiseerd in deze regio met 200.000 inwoners. Een dozijn producten met label werden verdeeld aan 80 retailers en verkocht. De burgers kregen de nodige informatie en werden verzocht om de bio-verpakkingen selectief in te zamelen in een 27
“bio-bag”. De burger reageerde duidelijk positief. Volgens de onderzoekers bleek hieruit dat implementatie van een dergelijke aanpak op nationaal niveau mogelijk was.
Scheme of the Kassel Project in Germany
Meer info: • http://www.ibaw.org • Klauss, M. and Bidlingmaier, W. The Kassel project – use and recovery of biodegradable polymer packaging: www.modellprojekt-kassel.de/eng/seiten/home_eng_frameset.html • “Beauty of bioplastics”, Waste Management world: http://www.earthscan.co.uk/news/article/mps/UAN/379/v/5/sp
6.4.2
Enquête Cargill: “Consumenten willen vers in verpakking op natuurbasis” Europese consumenten willen meer betalen voor verse voedselverpakkingen die zijn gemaakt van natuurlijke bestanddelen. Dat blijkt uit recent onderzoek van Grapentine Company in opdracht van Cargill Dow uit Naarden. Aan het onderzoek hebben 2400 Europese consumenten uit Duitsland, Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië meegewerkt. 59 procent van de respondenten vindt het zeer wenselijk dat verse voeding is verpakt in verpakkingen op natuurbasis, zoals de NatureWorks PLAverpakking van Cargill Dow die is gemaakt van maïs. 72 procent van deze respondenten wil voor een verpakking op natuurbasis tien eurocent meer betalen en 67 procent heeft er zelfs 20 eurocent extra voor over. Ook Amerikaanse consumenten geven de voorkeur aan verpakkingen op natuurbasis voor vers voedsel, blijkt uit vergelijkbaar consumentenonderzoek in de Verenigde Staten. (Bron: http://www.zibb.nl)
28
6.4.3
Enquête Carrefour Op het seminarie over de composterbare verpakkingen van het Verpakkingscentrum in oktober 2005 maakte Carrefour de resultaten bekend van een onderzoek over het composteringsgedrag in België.
Deze studies wijzen erop dat er bij de consument wel een draagvlak is om de bioplastics te composteren.
29
7
Informatie uit andere landen
De ontwikkeling van de bioplastics is een wereldwijd fenomeen. In Europa en de Verenigde Staten maar ook in Japan en Australië, zijn er tal van ontwikkelingen te signaleren. Het is belangrijk te onderlijnen dat het hier gaat om een razendsnelle evolutie. In de loop van 2005 werden in het kader van ons onderzoek een aantal belangrijke studies uit andere landen opgelijst. In zowat ieder land zijn er tegenwoordig één of meerdere instellingen die de problematiek onderzoeken. Je vindt de referenties van deze instellingen in punt 8.3.
7.1
Nederland De VROM in Nederland liet een onderzoek uitvoeren: ‘Industriële Biotechnologie Duurzaam Getoetst’. Conclusie: onder bepaalde voorwaarden (toelatingsprocedure, duidelijkheid omtrent GGO’s …) kan industriële biotechnologie een belangrijke bijdrage gaan leveren aan de ontwikkeling van meer duurzame producten en productieprocessen. In Nederland wil men alvast de kansen die de industriële biotechnologie biedt voor duurzame ontwikkeling verantwoord en zorgvuldig benutten door bijvoorbeeld regels te vereenvoudigen. Voor Nederland is er door Economische Zaken een “transitiepad” aangegeven waarin wordt voorzien dat in 2020 50% van alle plastics met een levensduur korter dan 2 jaar vervangen zouden moeten worden door bioplastics. In 2040 zou dit aandeel moeten uitgebreid zijn tot 50%. VROM: persbericht van 11 nov 2004: Biotechnologie is pijler onder duurzame chemie “Industriële biotechnologie kan onder condities bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Dat is de conclusie van het onderzoek ‘Industriële Biotechnologie Duurzaam Getoetst’. Dit onderzoek is in opdracht van VROM uitgevoerd en de resultaten zijn vandaag gepubliceerd. VROM wil de kansen die industriële biotechnologie biedt voor duurzame ontwikkeling verantwoord en zorgvuldig benutten door bijvoorbeeld regels te vereenvoudigen. Het ministerie van VROM verwacht dat industriële biotechnologie een belangrijke bijdrage kan gaan leveren aan de ontwikkeling van meer duurzame producten en productieprocessen. Afhankelijk van de toepassing kan omschakeling naar een industrieel biotechnologisch proces ecologische, economische en/of sociale winst opleveren. VROM deelt de mening van de onderzoekers dat de complexiteit van de productieprocessen een gedegen duurzaamheidanalyse noodzaakt. De kansen die de industriële biotechnologie biedt voor duurzame ontwikkeling wil VROM dan ook verantwoord benutten. VROM zal op de eerste plaats vereenvoudiging van regels voor biotechnologie onderzoeken. Zo wordt onder meer bekeken of bepaalde vergunningen voor werkzaamheden met genetisch gemodificeerde organismen niet kunnen worden vervangen door meldingen. Daarnaast onderzoekt het ministerie of de regels beter zijn af te stemmen op de Wet Milieubeheer. Het bedrijfsleven kan hierdoor sneller en met minder administratieve lasten industrieel biotechnologische innovaties ontwikkelen. VROM zal bovendien de industriële biotechnologie als één van de pijlers voor de ontwikkeling van een duurzamere chemie positioneren. Het streven is, om binnen het gedachtegoed van de transities, te komen tot een transitie duurzame chemie. Uit het onderzoek blijkt dat industriële biotechnologie interessante kaarten in handen heeft om hier een belangrijke rol te spelen. Het onderzoek ‘Industriële Biotechnologie Duurzaam Getoetst’ moest voor VROM antwoord geven op de vraag of industriële biotechnologie bijdraagt aan duurzame ontwikkeling. Met de workshop ‘Industriële Biotechnologie: verantwoord vooruit?’ op 3 30
november vorig jaar, ging het onderzoek van start. Een jaar later, na uitgebreid literatuur onderzoek en analyse van drie biotechnologie toepassingen, concluderen de onderzoekers dat industriële biotechnologie (ook wel witte biotechnologie genoemd) een bijdrage kan leveren aan duurzame ontwikkeling. Dit zal echter van geval tot geval moeten worden beoordeeld. Het onderzoek werd in opdracht van VROM uitgevoerd door onderzoekers van het Erasmus Centre for Sustainability and Management van de Erasmus Universiteit Rotterdam, het Centrum voor Milieuwetenschappen van de Universiteit Leiden en de Environmental Biotechnology Group van de Technische Universiteit Delft.” Meer info: • De Biotechnologiepagina’s op de website van VROM met achtergrondinfo over biotechnologie en het overheidsbeleid: www.vrom.nl/pagina.html?id=8322 • De studie “Industriële biotechnologie: duurzaam getoetst”: www.vrom.nl/get.asp?file=/docs/milieu/200411_industriele_biotechnologie_duurzaam _getoetst.pdf .
7.1.1
Beleid in Nederland In Nederland werd vastgesteld dat ruim 30% van de kunststoffen die op dit moment worden toegepast, een gebruiksduur hebben van minder dan 2 jaar. Deze kunststoffen kunnen vervangen worden door plastics op basis van biomassa. Hierdoor worden drie vliegen in één klap gevangen: 1) het uitgangsmateriaal is niet-fossiel, 2) de productie van bioplastics is minder energie-intensief, 3) de bioplastics kunnen in de afvalfase alsnog worden omgezet in energie. In 2040 wordt voor applicaties met een korte levensduur (< 2 jaar) zo veel mogelijk gebruik gemaakt van biomassa als grondstof voor plastics. ( Bron: www.ez.nl/content.jsp?objectid=23131) In dit kader is in februari 2005 gestart met Transitieproject Bioplastics (looptijd 2 jaar). Dit project, dat tot doel heeft om bioplastics op grote(re) schaal toe te passen, is opgezet na afloop van de Bioplastics Business Bijeenkomst (BBB) in oktober 2004 in het kader van de Energietransitie (UKR-regeling). Het project wordt begeleid door TDI en de Belangenvereniging Composteerbare Producten Nederland (BCPN). Na de BBB zijn een aantal bedrijven overgebleven die aangegeven hebben te willen gaan investeren in bioplastics. De hieruit voortvloeiende meerkosten (3.5 millioen euro) zouden dan voor ongeveer 40% vergoed kunnen worden met behulp van subsidies. Mede om het effect van het project voor zo veel mogelijk leden van de BCPN toegankelijk te houden zijn juist de eindspelers in de keten projectpartners. De projectpartners zijn naast de BCPN, Loc 7000, Bakker Barendrecht, Nedato, The Greenery en Eosta. In drie deelprojecten zal het grootschalig gebruik van bioplastics worden gedemonstreerd: • Tijdens grootschalige evenementen en festivals waarbij de PLA-beker werd gebruikt op een aantal grote evenementen (zoals Sail 2005) door het evenementenbureau LOC7000. Het loopt in samenwerking met Huhtamaki, Grolsch en Coca-Cola. In totaal werden 8 miljoen bekers gebruikt. (Bron: www.loc7000.com en http://biocups.com) • In de landbouw en tuinbouw. • In supermarkten (verpakkingen van aardappels, groente en fruit).
31
Daarnaast werd getracht om communicatiemiddelen te creëren die door zo veel mogelijk partijen gebruikt kunnen worden. Meer info hierover is te vinden op www.bioplasticsplaza.nl . Meer info: • http://ez.nl/content.jsp?objectid=28837 • www.senternovem.nl/energietransitie/groene_grondstoffen/experimenten_bij_hoofdro uten/Bioplastics_doorbraak_naar_zelfstandige_groei.asp • www.vrom.nl/pagina.html?id=2706&sp=2&dn=5042
7.2
Frankrijk Frankrijk hanteert de laagste "groene punt" bijdragen. Vooral onder druk van de landbouwsector. Het “neosac” project lanceerde winkelzakjes die claimden bio-degradeerbaar te zijn. IBAW maakte de volgende diagnose over de zgn “degradeerbare PE”: http://www.ibaw.org/eng/downloads/050606_Position_Degradable_PE.pdf . In november werd in Frankrijk een wetsvoorstel gestemd om de winkelzakjes van nietbio-degradeerbare materialen te verbieden vanaf 2010.
7.3
Denemarken In april 2005 werden in Kopenhagen de uitdagingen van “eco-innovation” bestudeerd. Een nieuw rapport schetste de mogelijkheden en de belemmeringen in Denemarken: “In Denmark we have actually shown that decoupling is not only a theoretical possibility it is something that we can see in real life. Now we have to increase the list of real-life stories of smart eco-innovation." Met andere woorden "Eco-innovation can boost environment and economic growth". Een grondige studie met aandacht voor biotechnologie, de mogelijkheden van Denemarken in het bijzonder, is ter inzage op de website: http://www.frontlinien.dk/eco/index.htm.
7.4
Duitsland Duitsland speelt volop in op de nieuwe ontwikkelingen en heeft een nieuwe regeling voor "op biologische materialen gebaseerde verpakkingen" opgenomen in de "VerpackungsVerordnung" (artikel 16 stelt : "Until 31 December 2012, Article 6 shall not apply to plastic packaging and its components if it is made from biodegradable substances which are deemed compostable according to producer-independent certification conducted using recognized standards. Producers and distributors shall ensure that the highest possible share of packaging is recovered.") In grote lijnen komt het er op neer dat voor gecertificeerde bioplastic verpakkingsmaterialen gunstigere financiële randvoorwaarden worden gecreëerd. De EN13432 gecertifieerde verpakkingsmaterialen zijn vanaf 28 mei 2005 vrijgesteld van de afvalverwerkingsbijdrage (Der Grüne Punkt) en dit tot eind 2012. Dat betekent een voordeel van 1200 tot 1400 euro per ton verpakkingsmateriaal. Op deze wijze wil men deze jonge industrietak de gelegenheid geven om zich te ontwikkelen. Aanbieders van bioplastic verpakkingsmaterialen worden geacht een contributie (die significant lager is) te betalen per ton materiaal. Het geld dat hiermee wordt ingezameld, wordt onder andere gebruikt om communicatie over bioplastics te voeren. Leveranciers van biopolymeren spelen op de nieuwe situatie in. Op de Interpack 2005 in Dusseldorf was een apart 32
paviljoen ingericht voor deze materialen. Bedrijven die zich meer milieubewust willen tonen en zich ook zo willen profileren. Diverse winkelketens in Duitsland zijn bezig om de nieuwe mogelijkheden voor het toepassen van biopolymeren te bekijken. De certifiëring loopt via Din Certco: www.din-certco.de (zie ook "Dossier: Bekers op evenementen"). Er is een rapport over Industriële biotechnologie in Duitsland te vinden op: http://www.niib.nl/general/show_document_general.asp?documentid=459&GUID=%7B84 72A1EE%2D6226%2D4F51%2DB8C6%2D3C8C7F655309%7D. Meer info: - IBAW, onlangs van naam veranderd in “European Bioplastics” www.ibaw.org - www.interseroh.com - www.gruener-punkt.de
7.5
Groot-Brittanië De Britse Composting Association gebruikt het kiemplantlogo dat is ontwikkeld door het Duitse institituut voor standaardisatie Din Certco. In Groot-Brittannië is een “UK Compostable Packiging Group” opgericht waar stakeholders van industrie, lokale besturen, wetenschap en overheid een consensus proberen te vinden omtrent de gecontroleerde invoer van composteerbare verpakkingen. Meer info: • www.hortweek.co.uk/news_story.cfm?ID=562 • www.compost.org.uk/dsp_news_detail.cfm?id=170&link=news • “Beauty of bioplastics” - artikel Waste Management world - 2 maart 2005 www.earthscan.co.uk/news/article/mps/UAN/379/v/5/sp
7.6
Europese Unie
7.6.1
EU en biotechnology In het kader van de strategie van Lissabon heeft de Commissie in maart 2001 op de Europese Raad van Stockholm aangekondigd dat zij voornemens is een mededeling met een strategische visie voor de biowetenschappen en de biotechnologie tot 2010 te presenteren. Ter voorbereiding van deze mededeling en overeenkomstig het beleid van goed bestuur heeft de Commissie op 4 september 2001 op basis van het document "Naar een strategische visie op biowetenschappen en biotechnologie", een breed maatschappelijk overleg opgezet. Er kwamen zo'n 320 bijdragen binnen. Met deze commentaren is rekening gehouden bij de redactie van de mededeling "Biowetenschappen en biotechnologie - een strategie voor Europa". Op 5 maart 2003 werd het eerste voortgangsverslag over de tenuitvoerlegging van de strategie inzake biowetenschappen en biotechnologie door de Commissie goedgekeurd. Het verslag toont de vooruitgang die op het gebied van beleidsontwikkeling en op het terrein werd geboekt, en anticipeert op nieuwe kwesties. Waar verdere actie nodig is, 33
worden toekomstige beleidslijnen aangegeven, concrete aanbevelingen gedaan en nieuwe initiatieven aangekondigd. In oktober 2005 werd een nieuw onderzoek aangekondigd. De Europese Commissie stelt dat de biotechnologie de drijvende kracht is achter innovaties in de landbouw, medicijnen en industrie. Technieken gebaseerd op biotechnologie gebruiken minder grondstoffen, zijn schoner voor het milieu en vormen een goed alternatief voor gevaarlijke chemische processen bij de productie van materialen. Uit een studie van de EU blijkt dat 80% van de biotechnologie gerelateerd is aan de gezondheidsindustrie. Om er voor te zorgen dat de biotechnologie haar potentieel optimaal gebruikt, gaat het Joint Research Centre (JRC), het onderzoeksbureau van de commissie, in kaart brengen wat de belangrijkste mogelijkheden, gevolgen en uitdagingen zijn op het gebied van economie, het milieu en de maatschappij. De studie moet in 2007 zijn afgerond. Meer info: • http://europa.eu.int/comm/environment/biotechnology/index_en.htm • The European Commission Biotechnology website: http://europa.eu.int/comm/biotechnology • Over het JRC onderzoek: http://europa.eu.int/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/05/1324&format =PDF&aged=0&language=EN&guiLanguage=en • Over ETAP: http://europa.eu.int/comm/environment/etap/etap.htm
7.6.2
OESO Het OESO volgt de biotechnologie op de voet. Het OESO-rapport “The Application of Biotechnology to Industrial Sustainability” van 2001 legt 21 gevalstudies voor die elk op overtuigende wijze de ecologische voordelen van de industriële biotechnologie illustreren. “In more and more industrial sectors, companies are becoming aware of the importance of sustainable development and of the great potential of biotechnology. Biotechnology can help improve the environmental friendliness of industrial activities and lower both capital expenditure and operating costs. It can also help reduce raw material and energy inputs and waste. This volume brings together for the first time a broad collection of case studies on biotechnology applications in industrial processes and subjects them to detailed analysis in order to tease out essential lessons for industrial managers and for government policy makers. It will encourage the former and provide the latter with basic materials for programme development.” Van belang is ook te vermelden dat het in de meeste gevallen om processen gaat, die in de industriële praktijk werden omgezet en economisch competitief zijn; het gaat hier dus geenszins om theoretische studies of onderzoeksprojecten (cfr. Cawet pag. 32) Meer info: • deze studie is te bestellen bij de OESO, 152 pgn’s, nmr 9264195467: http://www1.oecd.org/scripts/publications/bookshop/redirect.asp?pub=932001061 P1 • de biotechnologie pagina’s vd OESO zijn te vinden op: http://www.oecd.org/topic/0,2686,en_2649_37437_1_1_1_1_37437,00.html
34
7.7
Australië en Nieuw-Zeeland De Australische overheid lanceerde de website http://www.deh.gov.au/industry/waste/degradables/index.html over de problematiek. Er is ook een digitale nieuwsbrief "Degradable plastics - breaking news downunder" In Nieuw-Zeeland wordt gewerkt aan een “code van goede praktijk” voor het werken met bioplastics. Meer info: http://www.plastics.org.nz/page.asp?id=549
7.8
Japan De eerste toepassingen van PLA in auto’s, TV’s, … zijn in Japan al van de band gerold. Meer info: http://web-japan.org/trends/science/sci031212.html . Toyota is terzake bezig met de eerste toepassingen ( Bron: http://www.toray.com/news/fiber/nr030513.html ) Meer info: • Toyata sees green: http://msnbc.msn.com/id/4637563 en http://www.toyota.co.jp/en/more_than_cars/bio_afforest (zie ook hoofdstuk 6.2.13)
7.9
VS In de VS is de race op biotechnologie ingezet. "Met hun "Vision 2020" wil de VS tegen 2020 zijn economie, die gebaseerd is op fossiele grondstoffen, met name petroleum, vervangen door het groene alternatief: de "bio-based economy" (Bron: "Velden vol energie" UG - juni 2004). De bioplastics worden gestimuleerd door een preferentieel aankoopbeleid: als de overheid een plastic moet aanschaffen waarvan een bioversie bestaat die functioneel gelijkwaardig is, opteert ze voor bioplastics. Het “public procurement” programma – FB4P – werd in 2005 gestart.
35
8
Achtergrondinformatie
8.1
Algemene achtergrondartikels
8.1.1
“Plastic groeit op een akker” De Standaard Kim De Rijck - 02/05/2003 http://www.earthday.nl/index.php?id=177 "Laptops en cassettespelers in biologisch afbreekbaar plastic, T-shirts op basis van maïszetmeel, enzymen die jeansbroeken een 'stonewashed' uiterlijk geven. Biotechnologie is meer dan geneesmiddelen en genetisch gewijzigde planten. De bijna vergeten industriële toepassingen kregen zelfs een naam: witte biotechnologie. Naast de goed bekende 'rode biotechnologie' (medische) en 'groene biotechnologie' (landbouwkundige), heeft de industrie voor haar eigen toepassingen de 'witte' biotechnologie in het leven geroepen (zie 'Biotechnologie in drie kleuren') . Die slimme naam moet komaf maken met het idee dat alles wat industrieel is, dikke wolken zwarte rook oplevert. En dat is ook het streefdoel van witte biotechnologie: zware chemie, afval en verbruik van fossiele grondstoffen vermijden, door subtiele biologische processen in te schakelen. Het bekendste voorbeeld zijn wellicht de enzymen in waspoeders, die vlekken van vet, zetmeel of eiwit in kledij afbreken. Zo maken de enzymen de harde chemicaliën in wasmiddelen overbodig. Hoewel we ze al lang gebruiken, wordt ook aan die enzymen nog hard gesleuteld, bijvoorbeeld om te zorgen dat ze ook goed werken bij lage temperaturen, want dat spaart energie. Ook in vaatwasmiddelen en industriële schoonmaakproducten helpen zulke enzymen de vlekken opruimen. Minder bekend is dat enzymen ook in de textielindustrie, bij de productie van stoffen, een belangrijke rol spelen. Het reinigen van ruw katoen gebeurde klassiek met een warme, basische oplossing (het tegengestelde van zuur). Nu zijn het enzymen die de onzuiverheden afbreken, met minder chemische uitstoot en energieverbruik tot gevolg. Het Amerikaanse biotechnologiebedrijf Genencor produceert enzymen die jeansbroeken een afgewassen en versleten look geven, een proces waar vroeger vulkanisch puimsteen voor nodig was. De toepassingsdomeinen van enzymen zijn haast eindeloos. Het Deense bedrijf Novozymes bijvoorbeeld levert enzymen voor de behandeling van leder en voor de productie van brood, vruchtensap en wijn. Genencor onderzoekt of enzymen ook in huiden haarverzorgingsproducten nuttig werk kunnen doen. Behalve enzymen (die tot de eiwitten behoren) levert de natuur nog andere bruikbare stoffen, zoals organische koolstof. Planten nemen koolstofdioxide (CO2) op uit de lucht en gebruiken dat om lange koolstofketens mee te maken. Zetmeel bijvoorbeeld, dat in maïs zit, bestaat uit zulke koolstofketens. Met de hulp van bacteriën en enzymen kunnen wetenschappers die koolstofketens omvormen tot andere bruikbare moleculen. Het Amerikaanse consortium Cargill Dow maakt uit maïszetmeel polymelkzuur (polylactic acid, afgekort PLA), een polymeer dat uit aan elkaar geregen moleculen melkzuur bestaat. Het materiaal is al langer bekend, en wordt sinds de jaren zestig gebruikt in biologisch afbreekbare 'draadjes' voor de hechting van wonden, en later ook bij beenbreukoperaties in schroeven die biologisch afbreekbaar zijn in plaats van uit roestvrij staal. Bij de klassieke chemische productie van PLA ontstond het tussenproduct melkzuur in twee vormen, een 'linkse' en een 'rechtse' vorm. Scheiding van die twee soorten 36
melkzuur was een duur proces, zodat het PLA niet echt commercieel van de grond kwam. Door bacteriën in te schakelen kan de productie van melkzuur naar de gewenste vorm gestuurd worden en verloopt ze veel goedkoper. Zo zorgen verbeteringen in biotechnologische technieken ervoor dat veel toepassingen van witte biotechnologie nu eindelijk rendabel kunnen worden. Cargill Dow gaf het wedergeboren PLA een modieuzere naam: NatureWorks. Naargelang de manier waarop de moleculen aan elkaar geregen worden, ziet het materiaal er mat of glashelder uit. Er worden 'bioplastics' van gemaakt voor biologisch afbreekbare verpakkingsmaterialen en folies. In de Belgische winkelrekken zijn die bioplastics nog schaars. Colruyt verkoopt in zijn BioPlanetwinkels in Gent en Kortrijk fijne vleeswaren en slaatjes in doorzichtige schoteltjes van PLA. In de Zweedse en Oostenrijkse McDonalds' kun je bier, salades en roomijs in bekers van PLA krijgen. Het biomateriaal is ook sterk genoeg om er elektronica in te stoppen. Sony verkoopt in Japan draagbare cassettespelers in een behuizing van plantaardig plastic. Fujitsu-Siemens wil in 2004 zijn Biblo laptopcomputers een bioplastic omhulsel geven. Bij de verbranding van het PLA-plastic komen geen dioxines vrij, beweert de producent. In plaats van verbrand, kan het materiaal ook gerecycleerd of gewoon gecomposteerd worden: bodembacteriën verteren het bioplastic helemaal in vijf tot zeven weken tijd, als de compostcondities goed zijn: vochtig en warm -- ongeveer 60 graden. Het bioplastic is nog dubbel zo duur als conventioneel plastic. ,,Maar de prijs zakt en zal de komende twee tot vijf jaar nog meer dalen, onder andere door schaalvergroting van de PLA-productie, zodat we concurrentieel worden met bijvoorbeeld polyester'', zegt Luc Bosiers, hoofd van de productontwikkeling bij Cargill Dow in Europa. ,,We komen nog maar net uit het onderzoek en zetten de eerste commerciële stappen. In deze introductiefase zoeken we vooral klanten die het milieuvoordeel als marketingtroef willen gebruiken, de concurrenten zullen dan wel volgen.'' De PLA-fabriek in Blair, Nebraska, kan 140.000 ton PLA per jaar produceren. Nu werkt ze nog maar op halve capaciteit, maar een sterke productiestijging wordt verwacht. Volgens de toekomstvisie van Cargill Dow zal PLA weldra opduiken in alle facetten van ons leven: in auto's, plastic flessen, muurbekleding, luiers en zeildoek, maar ook bijvoorbeeld in kledij en tapijten. Want met PLA kunnen ook vezels gemaakt worden, voor stof die er uitziet en aanvoelt als katoen. ,,De eerste textielproducten die met het label 'Ingeo' van Cargill Dow op de Belgische markt zijn of er binnenkort komen, zijn vullingen en overtrekken voor dekbedden, kussens en matrassen, en natte babydoekjes'', meldt Marcel Dartee, hoofd business development van Cargill Dow in Europa. Ook vezels die op wol of zijde lijken kunnen van PLA worden gemaakt. Wastests hebben aangetoond dat de biomaterialen niet in de wasmachine vergaan, verzekert Dartee. De Amerikaanse chemiereus Dupont brengt weldra een ander textiel op basis van maïszetmeel op de markt. Sorona, zoals het materiaal heet, is een polyester dat nu uit petroleumproducten geproduceerd wordt. Maar Dupont is erin geslaagd hetzelfde materiaal te maken op basis van de chemische stof propaandiol die door bacteriën uit maïszetmeel wordt geproduceerd. De bioplastics en biovezels van Cargill en van Dupont worden binnen de sector als 'veelbelovend' en 'economisch haalbaar' bestempeld. ,,Witte biotechnologie levert jaarlijks een kostenbesparing en bijkomende opbrengst van 11 tot 22 miljard euro op'', zo citeerde Feijke Sijbesma onlangs op een biotechnologiecongres in Lyon een studie van consultantbureau McKinsey. Sijbesma vertegenwoordigde er de industriële belangengroep EuropaBio en DSM, een bedrijf met hoofdzetel in Nederland, dat ook in 37
de witte biotechnologie actief is. ,, En het milieu wint er ook bij'', vervolgt hij, ,,want voor de productie van bijvoorbeeld PLA zijn 17 tot 55 procent minder fossiele brandstoffen nodig dan voor conventionele plastics op basis van petroleumproducten.'' ,,Nu vraagt het productieproces met bacteriën nog vrij veel energie, omdat het op hoge temperatuur moet gebeuren'', vult Bosiers van Cargill Dow aan. ,,Maar dat energieverbruik moet nog slinken, daar werken we aan.'' De grondstof voor bioplastics en biovezels wordt nu uit maïs gehaald, omdat maïs veel zetmeel bevat, en goedkoop en in grote hoeveelheden in de Verenigde Staten geproduceerd wordt. Maar in principe kan het basismateriaal -- zetmeel of suiker -- ook uit lokale gewassen elders in de wereld gewonnen worden, zoals graan, suikerbiet, rijst en plantaardig afval. Zowel Cargill Dow met PLA als de firma Genencor, die propaandiol aanlevert aan Sorona-producent Dupont, hopen binnenkort niet alleen de korrels van maïs of andere gewassen te gebruiken, maar ook de rest van de plant. Genencor zit in de laatste fase van een onderzoeksproject om met enzymen suiker te winnen uit zulke laagwaardige plantenresten, waardoor de productie van biomaterialen, biobrandstoffen en andere nuttige producten economisch een stuk interessanter wordt."
8.1.2
“Biodegradeerbare verpakkingen aan de vooravond van een doorbraak?” Steeds meer producenten lanceren nieuwe, milieuvriendelijke verpakkingen: composteerbare diepvriesschaaltjes, composteerbare verpakkingen voor fruit, biodegradeerbare bloempotten, composteerbare tijdschriftwikkels, ... Dit is uiteraard een positieve evolutie in de verpakkingsindustrie. Deze bio-plastics ontstaan uit organisch materiaal zoals maïs, tarwe, … De verpakkingen komen dus voort uit natuurlijke, hernieuwbare grondstoffen en niet langer uit synthetische producten. Bovendien is het gebruik van hernieuwbare grondstoffen ook zeer interessant voor het verminderen van de CO2 uitstoot. In het begin stonden consumenten wantrouwig tegenover deze verpakkingen. Enerzijds waren deze bioplastics ofwel niet echt afbreekbaar ofwel technisch van een inferieure kwaliteit. Anderzijds ontbrak ook het wettelijk kader en een echt goed begrip van afbreekbaarheid en composteerbaarheid. Recent is echter veel onderzoek verricht naar deze biologisch afbreekbare materialen. De eigenschappen ervan worden steeds meer op verpakkingseisen toegesneden. De prijzen zijn bovendien gedaald en de verkrijgbaarheid is toegenomen. Maar het succes van deze verpakkingen van consumentenproducten zal vooral afhangen van de inzamelmogelijkheden, het inzamelgedrag en de beheersbaarheid van eventuele verstoringen van het composteringsproces. Willen biodegradeerbare verpakkingen marktpotentieel hebben dan moeten de materialen wel volledig, maar uit oogpunt van de productbescherming vooral ook niet te vroeg, biodegradeerbaar zijn, over voldoende functionele eigenschappen beschikken en niet al te sterk op de kostprijs werken. Bron: www.envirodesk.be/envirodossier/minisite/NL/default.asp?u=9742&d=14
38
8.1.3
“Applications of life cycle assessment to NatureWorksTM polylactide (PLA) production” Erwin T.H. Vink, Karl R. Ra´ bago, David A. Glassner,Patrick R. Gruber Te downloaden op: www.ciclodevida.ufsc.br/artigos/ciclodevida10.pdf
8.1.4
“The sustainability of NatureWorks TM Polylactide polymeers and Ingeo TM Polylactide Polymers: and update to the future” Erwin Y.H.Vink e.a., Macrobiological Bioscience, 2004, 4, 551-564
8.1.5
“Biodegradeerbare plastics - Composteerbare verpakkingen: een stand van zaken” Packnews, december 2003, 154, 27-33, OWS-Organic Waste Systems, De Wilde, B. (2003). Te downloaden op: www.ows.be/publicaties/Art-packnews154_Dec2003_NL.pdf
8.1.6
“Crops in place of petroleum based plastics” Los Angeles Times, 26/6/2005. www.insnet.org/ins_headlines.rxml?cust=2&id=1291&url=
8.1.7
“Beauty of bioplastics” Artikel Waste management word - 2 maart 2005 www.earthscan.co.uk/news/article/mps/UAN/379/v/5/sp Jöran Reske van IBAW concludeert daarin: “Compostable plastics and packaging are ready for the market. In many applications in the food sector (especially for fruit and vegetables), increasing amounts are being used in a number of EU countries and worldwide. The technical and legislative framework has been developed at European and international levels. It seems possible to recover certified compostable plastics in composting plants without changing the process, and customers react positively to this innovative type of packaging. It therefore seems just a matter of time before this technology conquers a significant market share.”
8.1.8
“Groene grondstoffen in de productie. Recente ontwikkelingen op de markt” Bert van Hees, Hanriëtte Bos, AFI, Wageningen 2004. Meer info: http://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs?wurpublikatie/@isn=339014
39
8.2
Standpunten en berichten
8.2.1
Alken-Maes lanceert eerste composteerbare festivalbeker !
Persbericht Alken-Maes zomer 2004: Wereldprimeur op 30e editie Folkfestival Dranouter Alken-Maes, de tweede grootste brouwerijgroep van het land, brengt als eerste een 100% milieuvriendelijke festivalbeker op de markt. De beker is gemaakt van maïs en composteert na 50 dagen tot natuurlijke humus. Het grote publiek kan voor het eerst kennis maken met deze vooruitstrevende toepassing op het folkfestival van Dranouter. Daarna worden de bekers nog ingezet tijdens de Antilliaanse Feesten en Pukkelpop. In totaal zullen in augustus zo’n 1,5 miljoen pintjes voor het eerst gedronken worden uit een composteerbare maïs-beker! Dé ideale oplossing voor milieu én festivals. Het resultaat van een zomer vol festivals en evenementen zijn elk jaar weer tonnen en tonnen afval en zwerfvuil. Het opruimen daarvan kost niet alleen handenvol geld, de verwerking is bovendien erg belastend voor het milieu. Met haar biologische beker lanceert Alken-Maes nu als eerste een milieuvriendelijke oplossing voor organisators van festivals en events. Tot nu toe waren die aangewezen op het gebruik van klassieke wegwerpbekers of herbruikbare bekers. Die laatste zijn niet echt praktisch op grote evenementen. Bovendien is het reinigen ervan kostelijk en vaak milieuvervuilend. Wegwerpbekers zorgen dan weer voor een aanzienlijke hoeveelheid afval en de recyclage ervan is meer belastend voor het milieu. “Het Folkfestival van Dranouter is van oudsher een erg milieuvriendelijk festival,” zegt Bavo VandenBroeck, organisator. “Maar tot nu toe bleven we elk jaar met een berg zitten van 750,000 wegwerpbekers. Gewoon omdat er geen haalbaar alternatief was. Met deze composteerbare beker is dat er eindelijk wel. Hij voelt en ziet eruit als een gewone drinkbeker en wij zijn dan ook ontzettend blij dat Alken-Maes als eerste zijn verantwoordelijkheid opneemt en deze stap durft te zetten!” Als het initiatief in de smaak valt, wil Alken-Maes het volgend jaar herhalen en zelfs uitbreiden, door alle wegwerpbekers te vervangen door de nieuwe 100 % natuurlijke. Voor Alken-Maes betekent dit een aanzienlijke investering in een vernieuwende en milieuvriendelijke technologie omdat het zo wil bijdragen tot een mogelijke oplossing van het afvalprobleem in het algemeen en die van festivals in het bijzonder. Ecologische primeur voor milieuvriendelijk festival Dat net het folkfestival van Dranouter zijn 30-jarige jubileum viert met een milieuvriendelijk alternatief voor de klassieke wegwerpbeker, is geen toeval. “De organisatie levert al jarenlang enorme inspanningen op het vlak van het milieu,” vertelt An Steylemans van Alken-Maes. “Dit jaar alleen werd meer dan 100.000 euro gespendeerd aan milieupreventie. Zo is er dit jaar naast het festivalterrein een heus containerpark ingericht. Alle infrastructuur om tot een optimale inzameling en verwerking van de bekers te komen, was eigenlijk al voorhanden. Voor ons was Dranouter dan ook het ideale festival om deze beker te lanceren.” De organisatie werkte een doeltreffende oplossing uit om de nieuwe bekers zo efficiënt mogelijk in te zamelen en te verwerken. Op de festivalweide komen drie makkelijk herkenbare inzamelpunten, naast de klassieke afvalcontainers voor PMD, blik, glas, papier en karton, GFT- en restafval. Daarop gaan de organische bekers naar een 40
composteerinstallatie van het afvalverwerkingsbedrijf SITA Recycling Services waar de bekers na 8 weken afgebroken zijn en als compost gebruikt kunnen worden in land- en tuinbouw. 100 % milieuvriendelijk: van grondstof tot productie en recyclage Huhtamaki, verpakkingsproducent op wereldniveau, stond in voor de productie van de composteerbare beker. De technologie achter het product NatureWorksTM PLA, is afkomstig van Cargill Dow. Dat bedrijf slaagde erin een methodologie te ontwikkelen om zetmeel uit natuurlijke gewassen om te zetten in plantaardige suikers. Tijdens het fermentatieproces worden de suikers omgezet in melkzuur. Daarvan wordt een heldere, doorschijnende plastic gemaakt, polylactide (PLA). Door zijn uitzonderlijke eigenschappen heeft PLA enorme toepassingsmogelijkheden binnen de verpakkings- en voedingssector. Zo kunnen er borden, flessen en blisters van gemaakt worden en eigenlijk alles wat vandaag in doorschijnend plastic beschikbaar is. Na zo’n 47 dagen in een installatie blijft er van de producten enkel natuurlijke compost over. Die kan op zijn beurt als natuurlijke grondstof dienen voor de teelt van nieuwe gewassen. Waarmee de biologische cirkel helemaal rond is. Deze vernieuwende toepassingen bieden tal van voordelen voor het milieu. Vooreerst is de grondstof jaarlijks hernieuwbaar en bevat ze geen minerale olie. Bovendien vereist het productieproces 20 tot 50 % minder fossiele brandstoffen. Daarnaast draagt het concept bij tot een oplossing om de huishoudelijke afvalberg drastisch te verminderen. En zelfs als de producten bij het restafval terechtkomen en op een juiste manier worden verwerkt, bewaren ze hun milieuvriendelijke kenmerken. De organische beker van Alken-Maes is vervaardigd uit maïs, maar alle gewassen waar suiker uit gewonnen kan worden, komen in aanmerking, zoals granen en suikerbieten. Waarmee de landbouw er meteen een aantal nieuwe mogelijkheden bij krijgt. Op termijn is het zelfs mogelijk PLA te ontwikkelen uit biomassa. Waarmee het opnieuw een oplossing biedt voor het wegwerken van de afvalberg. Alken-Maes is het eerste bedrijf dat van deze vernieuwende technologie gebruik maakt om op grote schaal toepassingen aan de consument aan te bieden.” Meer info: • Persbericht Alken Maes - 4 augustus, 2004 www.alken-maes.be/CORPORATE/NL/images/NL04082004.doc • en het E-zine van Natureworks van augustus 2005: www.natureworksllc.com/corporate/news_retail_casestudy.asp?id=6 • en de info die Folk Dranouter verspreidde is terug te vinden op www.folkdranouter.be en www.folkroddels.be/artikels/4005.html
8.2.2
Huhtamaki De bekers in Dranouter werden geproduceerd door Huhtamaki, een Finse firma die onlangs zijn "Bio Ware" lanceerde: “Huhtamaki launches BioWare, a compostable range of single-use tableware for foodservice." A worldwide manufacturer of consumer packaging, Huhtamaki introduces BioWare, a complete range of single-use cold drink cups, plates, containers and cutlery, all based on renewable raw materials and compostable after use. 41
Huhtamaki is the first to manufacture and commercialize such a complete range of compostable foodservice packaging. Designed to fulfil the needs of various foodservice operators, these products work in uses ranging from outdoor festivals and mass events to catering and daily food and beverage service. After use, all products in the BioWare line can be returned to the earth through composting. “BioWare is a commitment to the future and offers uncompromised performance with a lower environmental impact”, says Timo Tiilikainen, Marketing & Development Manager from Foodservice Europe in Huhtamaki. “With this range Huhtamaki wants to help the foodservice operators to enhance their environmental image as well as offer an interesting option also from the waste handling point of view.” BioWare disposables are available across Europe to beverage companies, breweries and foodservice operators such as catering and quick service restaurants. “No compromises are made on the quality of the products; the beer and water cups are of high clarity and the plates sturdy and durable. All products can be customized to suit various events and operators”, Tiilikainen assures. The cold drink cups are made from a corn based resin called NatureWorks® PLA. The material is fully natural, made from annually renewable resources and certified for compostability. The technology to produce NatureWorks PLA breaks down the plant starches into natural sugars. The carbon and other elements are used to make polylactide (PLA) in a simple fermentation and separation process. Products made of this material are perfectly clear and sturdy, well suited for serving all cold drinks including water, beer, soft drinks and shakes. When disposed of in industrial composting conditions, products made with NatureWorks PLA compost into water, carbon dioxide and organic material. “We can run NatureWorks PLA on our existing production lines. To achieve this was a challenge which involved the best know how and resources in the group, but with full commitment we succeeded and now the lines run smoothly in industrial scale”, says Dietmar Johann, Operations & Logistics Manager from Huhtamaki in Alf, Germany. “Now we can offer our customers responsible choice without compromises in functionality”. The plates and bowls of the BioWare range are Huhtamaki’s Chinet® products, made from 100% molded fiber. After profound laboratory testing, Chinet® plates are certified for compostability according to EN 13432, the respective European standard. Chinet® plates are made from Huhtamaki’s own post industrial paper cup cuttings in the European manufacturing unit in Norway with a proprietary smooth-molding process and they are recognized for their rigidity, functionality and premium finish. Today, the origin of the fiber material is well traceable and the fiber comes from forests that are under sustainable forestry programs. “Interest for environmentally sound tableware has already been visible in the market, and now we have a solid supply of suitable raw materials available. We took the opportunity and built up a complete range, which we will continue to develop further,” says Tiilikainen. Use of the compostable products enables the event caterers or for example quick service restaurants to eventually combine the waste streams of food and packaging. Already today, this can work well on mass events. For example Alken Maes, the second largest Belgian brewery, successfully used the BioWare beer cups in the summer festivals in 2004 after which the cups were composted. “We are excited to see the wide variety of applications NatureWorks PLA can have in the foodservice industry,” says Lisa Owen, global business leader for rigid packaging, from 42
the raw material supplier Cargill Dow LLC. “Huhtamaki’s BioWare line demonstrates the value a nature-based material can bring to this industry”. Bron: • www.huhtamaki.com/bioware • www.huhtamaki.com/apps/web/News.nsf/docsbyid/3B08CA49A534A93BC2256F470 0313F43 (november 2004)
8.2.3
Van akker tot composthoop: hoe biokunststoffen de afvalberg helpen reduceren Naar aanleiding van de publicatie van het rapport van de Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten werd het volgend persbericht verspreid (Persbericht 15/1/2004). Vandaag publiceert de Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten een rapport over hoe er via biologische processen (witte biotechnologie) duurzame producten kunnen worden geproduceerd, welke goed zijn voor het milieu, de economie en de maatschappij. Het rapport stelt dat witte biotechnologie een steeds grotere bijdrage levert aan de groene chemie, waar hernieuwbare grondstoffen, zoals suikers en plantaardige oliën, worden omgezet in onder andere fijnchemicaliën, geneesmiddelen, biokleurstoffen, solventen, biokunststoffen, vitamines, voedingsadditieven, biopesticiden, enzymen en biobrandstoffen zoals bioethanol en biodiesel. “Wij zijn uitermate verheugd met dit rapport van de Academie, en hopen dat dit de politici en het grote publiek beter zal inlichten over hoe industrieel biotechnologische producten een significant ecologische winst bieden en vaak ook technische prestaties kunnen verbeteren” verklaart Hugo Schepens, Secretaris-generaal van EuropaBio, de Europese organisatie voor de bio-industrie. Biokunststoffen – de toekomst ligt in onze handen… Biokunststoffen bijvoorbeeld, gemaakt van suikers of plantaardige oliën in plaats van fossiele brandstoffen, zoals petroleum, kunnen na gebruik makkelijker gecomposteerd worden samen met de rest van organisch afval, wat dure recyclage, afvalverbranding of storten vermijdt. Wanneer biodegradeerbare biokunststoffen in Europa zouden gebruikt worden voor onze éénwegverpakking, dan zou er een vermindering van afval zijn van 15 miljoen ton per jaar, wat overeenkomt met een volume equivalent van 20.000 olympische zwembaden. In plaats van ons land op te vullen met stortplaatsen, zou waardevolle compost gegenereerd worden, wat ten goede komt voor onze tuinen en landbouw. Andere witte biotech producten… Tegenwoordig worden bijna alle antibiotica en een groot deel van de geneesmiddelen gemaakt door fermentatie, evenals vitaminen, organische zuren, aminozuren, ethanol, zoetmakers, enzymen, enz. Witte biotechnologie is dan ook één van de competitieve sleutelfactoren geworden van de chemische industrie. Europa is de grootste chemieproducent ter wereld en stelt 1,7 miljoen mensen tewerk in meer dan 25.000 ondernemingen. Momenteel wordt al ongeveer 5% van alle producten binnen de chemische industrie aangemaakt via biotechnologische processen en men verwacht dit percentage zal stijgen tot 10 à 20% tegen 2010. Men voorspelt dat het belang van de industriële biotechnologie het grootst zal zijn in het segment van de fijnchemicaliën, namelijk van 30 tot 60% tegen 2010.
43
Van hernieuwbare grondstoffen… Industriële biotechnologie wordt gekenmerkt door het gebruik van hernieuwbare grondstoffen zoals suikerbieten, tarwe en maïs in plaats van fossiele grondstoffen zoals petroleum, aardgas en steenkool. “Terwijl de prijs van de fossiele brandstoffen, zoals petroleum, nog zal stijgen, worden de hernieuwbare grondstoffen uit de landbouw steeds goedkoper. In tegenstelling tot wat vaak geloofd wordt, zijn we op een punt gekomen waar de hernieuwbare grondstoffen maar de helft kosten van hun fossiele tegenhangers. De enige beperking is de technologie om efficiënt deze hernieuwbare grondstoffen om te zetten in bruikbare producten, en de industriële biotechnologie is de sleuteltechnologie hiervoor” beweert Dr. Wim Soetaert, Universiteit Gent, co-auteur van het rapport. Wat betreft energie en benzine … Ongeveer 85% van ons energiegebruik komt van fossiele brandstoffen, één van de grootste bijdragers tot de broeikasgasemissies. “Kyoto verplicht ons echter om de CO2uitstoot te verminderen tegen 2010. Dit betekent dat in de volgende 6 jaar België zijn uitstoot moet verminderen met 14% om de Kyoto-norm te halen,” zegt Dr. Soetaert. Hernieuwbare energie kan hier een belangrijke rol in spelen. Totnogtoe vertegenwoordigen hernieuwbare energiebronnen maar 5,8% van de totale energieconsumptie in de EU. Zo is in de EU autobenzine bijna altijd afkomstig van de fossiele brandstoffen. De Commissie wil dat de biobrandstoffen meer dan 5,75% van de totale motorbrandstoffen-consumptie zou uitmaken in Europa tegen 2010. Vandaag is dit nog maar 0,3%. Landbouwgewassen (biomassa) kunnen hier ook de fossiele brandstoffen vervangen, en kunnen in bioraffinaderijen omgezet worden in bioethanol, biogas of biodiesel. Bioethanol wordt verkregen uit suikerbiet, tarwe of graan door gisting en kan gebruikt worden in mengsels met benzine voor personenwagens. Biodiesel wordt gemaakt van plantaardige oliën zoals koolzaadolie, en kan gemakkelijk gemengd worden met normale dieselbrandstof. “Om het doel van de Commissie te bereiken moet er ongeveer 9,3 miljoen ton bioethanol geproduceerd worden in Europa in 2010, waarvoor 3,7 miljoen ha tarwe en suikerbiet moet worden gepland. Dit getal kan vergeleken worden met 5,6 miljoen ha braakliggende landbouwgrond voor welke de EU de landbouwers momenteel betaalt om er helemaal niets te produceren,” zegt Dr Erick Vandamme, Universiteit Gent, en medeauteur van het rapport. “Industriële biotechnologie kan een significante bijdrage leveren tot de duurzame ontwikkeling van onze gemeenschap en tezelfdertijd nieuwe markten creëren voor de gemeenschappelijke landbouwproducten.” Aanbevelingen? Gezien het strategische belang van de industriële biotechnologie voor de toekomst van Europa en België, en het gebrek aan een consistent beleid op dit vlak, stelt de Academie een aantal politieke aanbevelingen voor, gericht naar de industrie, en de Europese en nationale overheden. De Academie benadrukt dat de industriële biotechnologie een toepassingsgerichte en multidisciplinaire wetenschap is welke verschillende disciplines omvat zoals microbiologie, chemie, biokatalyse, fermentatie, en milieu- en engineering wetenschappen. De ontwikkeling van deze technologie zou bevorderd moeten worden door programma’s voor toegepast onderzoek, specifiek gericht op industriële biotechnologie, die de verschillende disciplines samenbrengt. De Academie wijst op het verschil met de Verenigde Staten, die momenteel sterk investeren in de onderzoeksprogramma’s voor industriële biotechnologie: “Europa doet niet genoeg om deze nieuwe technologie te ontwikkelen en de Europese chemische sector kan zeer snel zijn dominante positie welke zij vandaag geniet verliezen”. Een aantal andere politieke en fiscale maatregelen, zoals belastingsvrijstelling van biobrandstoffen zijn zeer dringend in alle Europese landen. De Academie beveelt de oprichting aan van een “technologieplatform voor de industriële biotechnologie”, zowel op nationaal als op Europees niveau. Deze zou alle belanghebbenden moeten samenbrengen om een lange 44
termijn visie en strategie voor de industriële biotechnologie te ontwikkelen. Dit moet garanderen dat de Europese Commissie, de nationale overheden, de industrie en de academische wereld op een constructieve manier samenwerken, met maar één gemeenschappelijk doel: een duurzame ontwikkeling van onze samenleving. België neemt het initiatief… De Belgische Universiteit van Gent was de eerste om succesvol de techniek voor de genetische modificatie van planten te ontdekken. België wil nu deze leidende rol voortzetten in het domein van de witte biotechnologie. Zo zal de Belgische Minister voor Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid Fientje Moerman de oprichting van een Belgisch Interdisciplinair Platform voor de Industriële Biotechnologie (BIPIB) ondersteunen. “Dit is excellent nieuws! Dit zal de Belgische chemische industrie helpen om deze nieuwe technologieën te integreren en zo de sector als één van de leidende industrieën in onze economie te behouden” zegt Dirk Carrez, Secretaris-generaal van BelgoBiotech, die de belangrijkste biotechnologiebedrijven in België groepeert, en onderdeel is van Fedichem (de Federatie van de Belgische Chemische Industrie). “Laten we ook hopen dat andere lidstaten dit Belgisch initiatief zullen volgen, en op die manier de onderzoekers zullen samenbrengen om deze veelbelovende industriële biotechnologieprocessen te ontwikkelen die wij hard nodig hebben”. Bron: www.europabio.org (Het rapport "Industriële BioTechnologie en Duurzame Chemie” is een uitgave van de "Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten" - CAWET – Brussel 2004 - 32 pgn)
8.2.4
OVAM - communicatie over biodegradeerbare/composteerbare materialen
8.2.4.1
Achtergrond De laatste tijd steken verschillende nieuwe "afbreekbare" producten de kop op. Zo zijn er biodegradeerbare bloempotten, composteerbare bekers, composteerbare verpakkingen en folies... De termen «composteerbaar" en "biodegradeerbaar" worden te pas en te onpas gebruikt en dus soms ook ten onrechte. De betekenis van deze termen en de bijhorende labels moet nog ingeburgerd geraken. VLACO besteedde er reeds veel aandacht aan tijdens het Weekend van de Compostmeester. (juni 2003) (vnl. biodegradeerbare bloempotjes) De OVAM publiceerde een artikel in Heen & Weer (juni 2003), een extra bijlage bij Opgeruimd, gericht aan milieuambtenaren. Evolutie naar dergelijke producten is uiteraard positief, als alternatief voor verpakkingen die enkel hun uitweg vinden naar restafval en dus naar verbranding. Bovendien is het gebruik van hernieuwbare grondstoffen in deze materialen steeds interessant door het verminderen van de GO2- uitstoot. Deze positieve milieubijdrage staat los van het afvalaspect. In Vlaanderen zijn er drie verschillende erkenningen (labels) ontwikkeld, respectievelijk het 0K Compost-label en het 0K Biodegradable-label en zeer recentelijk het 0K Compost Home — label. Zij werden afgeleverd door AIB-Vinçotte.
45
Een composteerbaar materiaal dat het 0K Compost — label draagt, moet in een professionele composteringsinstallatie binnen een termijn van 12 weken desintegreren (uiteenvallen in delen) en biodegraderen (uiteenvallen tot op moleculair niveau), zonder negatieve gevolgen voor de compostkwaliteit. Het biodegraderen duurt in totaal 6 maanden. Het label legt ook normen op voor zware metalen en ecotoxiciteit. In de professionele installatie worden hoge temperaturen bereikt, wat niet gegarandeerd wordt bij thuiscompostering in een compostvat, -hoop of - bak. Het 0K Compost-label volstaat dus niet om te beweren dat het materiaal ook bij particulieren volledig kan verwerkt worden. Een composteerbaar materiaal dat het 0K Compost Home-label draagt, voldoet voor thuiscompostering. Indien de consument deze materialen in een compostvat, -hoop of — bak deponeert, zal het materiaal —indien men op een goede manier composteert- binnen een termijn van 4 maanden desintegreren. Het biodegraderen duurt bij 20 0C 6 maanden. Een biodegradeerbaar of biologisch afbreekbaar materiaal valt in aanwezigheid van zuurstof, bij omgevingstemperatuur en onder invloed van een microbiële werking, uiteen in koolstofdioxide, water, minerale zouten en biomassa. Zonder zuurstof wordt het biodegradeerbaar materiaal omgezet in methaan, minerale zouten en biomassa. Biodegradatie kan in de bodem, maar ook in water gebeuren. Het proces speelt zich binnen een beperkte tijdspanne af. Wanneer een product het 0K Biodegradable — label bezit, dan moet het binnen 2 jaar voor 90% in de bodem afgebroken zijn. 8.2.4.2
Biodegradeerbare materialen Biodegradeerbare bloempotten Biodegradeerbare bloempotjes zijn een goed alternatief voor de wegwerp-plastic-potjes. Deze laatste groeien sterk in hoeveelheid en zorgen daardoor ook voor een grotere afvalberg. In sommige gemeenten worden ze op containerparken aanvaard als gemengde kunststof, zoniet horen ze thuis bij het restafval. Jammer genoeg worden ze maar zelden hergebruikt. De biodegradeerbare potjes mogen mee in de grond worden gestoken bij het planten en zullen binnen afzienbare tijd worden afgebroken (gegarandeerd door 0K Biodegradeerbaar- of 0K BIO Soil-label). Communicatie is van groot belang omdat de consument het product nog niet kent en er daardoor de kans bestaat dat biodegradeerbare potjes bij de selectieve inzameling van GFT-afval terechtkomen. De boodschap vanuit het Strategisch Project Afval Preventie is dat de bloempotjes sowieso niet bij het GFT-afval thuishoren (uitgezonderd bedrijfsafval), ook al bezitten ze de juiste labels, omdat er te veel kans is op foutieve sortering bij de burger. Wat betreft de biodegradeerbare potjes, zijn FOST Plus en de Interregionale VerpakkingsCommissie het nog niet eens over het standpunt of deze potjes al dan niet een verpakking zijn en daarom al dan niet onder de terugnameplicht vallen. De bloempotjes zijn wel reeds opgenomen in het subsidiebesluit. Bij de aankoop door lokale besturen kunnen dus subsidies worden verkregen. Dit is een belangrijk instrument om aankopen te stimuleren aangezien de biodegradeerbare potjes viermaal zo duur zijn (E 0,17-0,20). Toch blijken de potjes althans voorlopig bij de lokale besturen weinig interesse te wekken.
46
8.2.4.3
Composteerbare materialen Composteerbare bekers Als de bekers het 0K Compost-label bezitten, zijn ze composteerbaar in een professionele installatie. Om al de voordelen uit deze bekers te halen, dienen ze selectief verzameld te worden als organisch afval om aanvaard te kunnen worden in de composteringsinstallatie. Deze selectieve inzameling is van groot belang met het oog op de verwerking, zijnde in het beste geval, compostering of vergisting. Wanneer deze scheiding niet voldoende gebeurt en een deel niet-composteerbare bekers mee worden ingezameld, is verbranding noodzakelijk en verdwijnt een positieve eigenschap, nI. de composteerbaarheid (recyclage), van de bekers. Als deze composteerbare bekers echter uit hernieuwbare grondstoffen bestaan, is dat op zich ook al een milieuvoordeel t.o.v. de gewone wegwerpbekers ondanks het feit dat ze verbrand worden. Het gebruik van deze bekers moet gepaard gaan met een zeer duidelijke en actieve communicatie naar de gebruikers toe. Op een aantal evenementen werden deze bekers reeds uitgetest en was het gebruik en de inzameling succesvol. Ondanks het feit dat de bekers opgebouwd zijn uit composteerbaar materiaal, gaat de voorkeur nog steeds naar de herbruikbare bekers. Deze veroorzaken minder afval en door het hergebruik worden ook minder grondstoffen gebruikt. Composteerbare zakken Een voorbeeld zijn de composteerbare zakken die gebruikt worden om GFT-afval in te verzamelen met het oog op ophaling en compostering. Composteerbare verpakkingen Distributieketens raken geïnteresseerd in composteerbare verpakkingen. Het uitgangspunt is de bekommernis om de klant, zijnde de verantwoordelijkheid voor een deel van de afvalproblematiek en als toekomstgericht milieuvriendelijk initiatief. Op dit ogenblik zijn er wel nog enkele belangrijke bedenkingen met betrekking tot dergelijke verpakkingen. Deze worden door consumenten vanuit een juiste intentie meegegeven bij de inzameling van GFT-materiaal. Vaak wordt het bij de lancering van dergelijke producten ook zo gepromoot. Momenteel zijn de Vlaamse installaties echter nog niet aangepast aan het bestaan van dergelijke verpakkingen. De meeste composteringsinstallaties zijn voorzien van een afzeving als voorbehandeling. Dat houdt in dat ook de composteerbare materialen niet in het proces zullen komen. De vrees bestaat dat het residupercentage dat wordt afgevoerd naar de verbranding, beduidend hoger wordt en dat dit behoorlijk wat kosten met zich mee zal brengen. Door het feit dat deze materialen niet in het composteringsproces terechtkomen, schiet men dus aan het doel van recyclage voorbij. Composteringsbedrjven zouden zich in de toekomst kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden waarbij effectief composteerbare verpakkingen (dus voorzien van de nodige labels) mee worden ingezameld. Het kostenplaaije dat hieraan vasthangt en de vraag wie hiervoor zal opdraaien, zijn elementen die niet uit het oog mogen verloren worden. Verder is de visuele kwaliteit (zuiverheid) van het ingezamelde GFT-afval in Vlaanderen goed. Het toelaten van composteerbare verpakkingen zou er kunnen toe leiden dat ook meer nietcomposteerbare verpakkingen worden meegegeven
47
(onderscheidingsprobleem). Dit kan aanzienlijke gevolgen hebben, zowel voor de hoeveelheid residu als voor de kwaliteit van het composteringsproces en de compost. Tot nu toe kan dus niet echt positief geantwoord worden op de inspanningen van bedrijven om hernieuwbare gronstoffen te gebruiken en op die manier te werken aan de afvalproblematiek. Er moet gezocht worden naar een doeltreffende manier om deze verpakkingen selectief in te zamelen, want net zoals bij de composteerbare bekers mogen ook composteerbare verpakkingen als monostromen naar professionele composteringsinstallaties. Een belangrijk alternatief voor het meegeven bij de inzameling van GFT-materiaal, is ook het thuiscomposteren. Materialen die hiervoor geschikt zijn (voorzien van het OK'Compost Home - label), kunnen in een compostvat, -hoop of — bak en moeten zodanig niet op een ander manier ingezameld worden. Een ander heikel punt bij composteerbare verpakkingen is de communicatie. De sorteerboodschap wordt er niet eenvoudiger op. De kans is heel groot dat, door een gebrek aan kennis bij het grote publiek, het onderscheid tussen al of niet composteerbare materialen niet juist gemaakt wordt door de consumenten. Een raster en het logo van het label kunnen daarbij helpen maar zijn niet sluitend. Een wildgroei van labels is bovendien niet wenselijk! Dat zou enkel maar tot meer verwarring leiden. En uniformiteit van de labels is mogelijk: cf de reeds erkende labels: 0K Compost, 0K Compost Home en 0K Biodegradable. Het al dan niet toelaten van composteerbare verpakkingen in de GFT-ophaling zal nauwkeurig moeten bekeken worden. Ondertussen staat vooral een duidelijke en juiste communicatie naar de consument centraal! Lancering van composteerbaar materiaal mag uiteraard aangekondigd worden, maar er moet tegelijkertijd een duidelijk signaal gegeven worden dat dergelijk materiaal voorlopig niet met het GFTafval mag meegegeven worden! De OVAM is er zich bewust van dat voor composteerbaar materiaal een duidelijke en haalbare strategie moet uitgewerkt worden. Voor meer informatie kan u terecht bij: OVAM Afvalstoffenbeheer — Biologische afvalstoffen Mieke De Schoenmakere Tel. : 015/284.344 Fax.:015/284.349
[email protected]
48
8.3
Meer info
8.3.1
Algemene info Voor meer algemene informatie verwijzen we naar een aantal websites die overzichten aanbieden: http://kunststof-bioplastics.startpagina.nl http://www.biopolymer.net www.pakexpert.com http://www.o2.org/ideas/cases/biopolymers.html http://www.mindfully.org/Plastic/Biodegrade/biodegrade.htm
8.3.2
Literatuur “Huidige situatie op de markt van biologisch afbreekbare poymeren” Jacques Halleux, WTCM, 10/12/2003, presentatie. Lespakket "Biotechnologie" Agrinfo, Fevia, Oivo, VIB, 1999 www.vib.be "Enzymen in je lijf en in je leven" VIB, 2005 www.vib.be “Van schaaltjes tot folie, van kleding tot luiers...” Erwin Vink, Het Ingenieursblad, pgn 47 - 51, 6/7/2004 “Technologie Overmorgen” Agoria Vlaanderen www.o2.org/ideas/cases/biopolymers.html “Making Plastics from Garbage: A Novel Process of Poly-L-Lactate Production from Municipal Food Waste” Kenji Sakai, Masayuki Taniguchi, Shigenbou Miura, Hitomi Ohara, Toru Matsumoto and Yoshihito Shirai. Te downloaden op: http://mitpress.mit.edu/catalog/item/default.asp?sid=33EB6841-A38D-4F28-90378364F18ABC11&ttype=6&tid=12236 “Highlights in Bioplastics” IBAW www.ibaw.org/eng/downloads/050203_Highlights_in_Bioplastics_en.pdf “Plastics in Europe” PlasticsEurope www.apme.org "Bacteriën, gisten en schimmels voor duurzame chemie" 49
Wim Soetaert en Eric Van Damme Ingenieursblad 1-2/2005 "Industriële BioTechnologie en Duurzame Chemie” Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten" CAWET, Brussel, 2004 www.kvab.be “De Chemische Industrie in Vlaanderen – Op weg naar 2010” INCENTIM (K.U.Leuven) – Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB) www.vrwb.be/MFiles/SR111.pdf Beslissen over biotechnologie WRR rapport 2003 www.wrr.nl/pdfdocumenten/WRR_rapport_64_biotechnologie.pdf Biotechnologie en het debat anno 2002 www.vib.be/NR/rdonlyres/5C17C60F-A702-4453-A36BF97A19326D00/0/biotechnologieenhetdebatanno2002.pdf “Industrial or White Biotechnology - A driver of sustainable growth in Europe” Working document from EuropaBio and ESAB to be used as input for the Industrial Biotechnology section of the European Technology Platform for Sustainable Chemistry juli 2005 www.limab.ugent.be/pdf/IB%20working%20document.pdf “Biodegradable Plastics – Developments and Environmental Impacts” Environment Australia, Nolan-ITU, okt 2002 www.deh.gov.au "Nieuwe composteerbare verpakkingsmaterialen voor voedseltoepassingen" Ch. Bolck e.a. Agrotechnology&Food Innovations (AFI), 2003 www.wur.nl “Biodegradeerbare verpakkingen op de voorgrond” Seminarie van het Verpakkingscentrum, 13 oktober 2005 www.verpakkingscentrum.be/download_studiedag.html
8.3.3
Organisaties BCPN - Belangenvereniging Composteerbare Producten Nederland: www.bcpn.nl BelgoBiotech Maria Louizasquare 49 te B-1000 Brussel tel. 02-238.97.88
[email protected] www.belgobiotech.be/index.htm EuropaBio Avenue de l'Armée 6 1040 Brussels (Belgium) Tel. : +32 2 735 03 13
[email protected] 50
www.europabio.org EFB - European Federation of Biotechnology Pg. Lluis Companys 23, 08010 Barcelona, Spain Phone: +34 93 268 77 03 www.efb-central.org ESAB Ghent University, Coupure links 653 - 9000 Gent (Belgium) Tel.: +32 92 64 60 83 www.esabweb.org en http://www.gbev.be European Technology Platform for Sustainable Chemistry Av. E. Van Nieuwenhuyse 4 te 1160 Brussel Tel 0032/2 - 6 76-73 87
[email protected] http://www.suschem.org FlandersBio Rijvisschestraat 118, 9052 Zwijnaarde Tel 09/241 80 40 www.flandersbio.be IBAW - Biologisch Abbaubare Werkstoffe e.V. International Biodegradable Polymers Association & Working Groups Marienstr. 19/20 te D-10117 Berlin +49 30 28482-350
[email protected] www.ibaw.org MIP Milieu- en energietechnologie-innovatieplaform Berchemstadionstraat 78 bus 6 te 2600 BERCHEM Tel. +32 3 286 74 58
[email protected] http://www.mipvlaanderen.be OWS - Organic Waste Systems nv Dok Noord 4 B-9000 Gent - Belgium Bruno De Wilde Tel (+32)-9-2691165 www.ows.be Stichting Biotechnologie en consumenten http://www.consubiotech.nl Vlaamse compostorganisatie vzw Kan. De Deckerstraat 37 te 2800 Mechelen. Tel: 015/451.370 www.vlaco.be
51
8.3.4
Bedrijven (die bezig zijn met PLA of composteerbare verpakkingsproducten die gebruikt worden in Vlaanderen – zie ook 6.1) Galactic Ch. de St Job 12 te 1180 Brussels +32-2-332 14 00
[email protected] www.lactic.com JMD Trading - Denico Green Products Lambrechtshoekenlaan 145 te 2170 Merksem + 32 3 540 09 10
[email protected] www.denico.info Powerpack N.V. Toekomstlaan 18 te 2340 Beerse Tel : +32 (0) 14 60 07 40
[email protected] http://www.powerpack.be HYCAIL b.v. Industrieweg 24-1 te 9804 TG Noordhorn, Nederland 059/4505769
[email protected] www.hycail.com Sidaplax Kerkstraat 24 te 9050 Gentbrugge 09/210.80.10
[email protected] www.sidaplax.com/index.htm
8.3.5
Onderzoekscentra VIB Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie Rijvisschestraat 120 te 9052 Zwijnaarde tel 09/244.66.11 www.vib.be Universitaire centra • Gent: www.orgchem.ugent.be en http://www.limab.ugent.be • Leuven: http://www.incentim.be • Antwerpen: http://webhost.ua.ac.be/biotech • Universiteit Hasselt - Verpakkingscentrum: http://www.verpakkingscentrum.be WTCM http://www.wtcm.be Agrotechnology & Food Innovations BV Wageningen University and Research Centre 52
Bornsesteenweg 59, postbus 17 te 6700 AA Wageningen www.agrotechnologyandfood.wur.nl
[email protected]
8.3.6
Afkortingen CA=Cellulose Acetate CEN=Comité Européen de Normalisation DIN=Deutsches Institut für Normung DIN-Certco=onafhankelijk certificiëringsinstelling voor composteerbare producten DIN EN 13432=Europese norm voor composteerbare producten ISO=Internationale Standaardisatie Organisatie (www.iso.org) PCL=Poly(CaproLactone) PBS=Poly(Butylene Succinate) PBSA=Poly(Butylene Succinate/Adipate) PBAT=Poly(Butylene Adipate/Terephthalate) PC=PolyCarbonaat PE=PolyEthyleen PHA=Poly(HydroxyAlkanoaten) PHB=Poly(Hydroxy Butyrate) PLA=Poly(Lactic Acid) - zetmeel uit maïs wordt door fermentatie omgezet tot melkzuur en dan chemisch gepolymeriseerd tot PLA PEC=PolyEster Carbonate or Poly(Butylene Succinate/Carbonate) PES=Poly(Ethylene Succinate) PP=PolyPropyleen PTMAT=Poly(TetraMethylene Adipate/Terephthalate) PVA=Poly(Vinyl Alcohol) PVCL=Polyvinyldaprolactam
53