Statenvoorstel nr. PS/2004/970 Ontbinding en vereffening IZR Het Presidium stelt voor Statenvoorstel nr. PS/2004/970 rechtstreeks te behandelen in: • de vergadering van Provinciale Staten op 13 oktober 2004.
Jaargang
Datum
Ons kenmerk
Inlichtingen bij
2004-47
14 september 2004
MI/2004/1071
mw. A. de Jong, telefoon 038 425 22 18
Aan Provinciale Staten
Onderwerp Ontbinding en vereffening openbaar lichaam Interprovinciale Ziektekostenregeling (IZR) per 1 januari 2005. Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2004/970 (bijgevoegd) II. Brief d.d. 30 juni 2004 van IZR met bijlagen (te raadplegen via www.prv-overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage in de bibliotheek) III. Akkoordverklaring c.q. verzoek om toelating tot de IZA-regeling (te raadplegen via www.prvoverijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage in de bibliotheek) (Niet bijgevoegde bijlagen zijn voor Staten leden op te vragen via e -mail ‘statenstukken@prv -overijssel.nl’)
1
Inleiding
In het kader van het overheidsvoornemen tot invoering van een basisverzekering ziektekosten per 2006 worden in de toekomst aan ziektekostenverzekeraars zodanige eisen gesteld dat de Interprovinciale Ziektekostenregeling (IZR) om uiteenlopende redenen daaraan niet zal kunnen voldoen. Deelname aan de IZR-regeling is verplicht voor ambtenaren werkzaam bij de in de regeling deelnemende provincies met een dagtaak van ten minste 0,5. Door overdracht van de verzekeringsportefeuille IZR per 1 januari 2005 aan het openbaar lichaam IZA (Instituut voor Zorgverkering Ambtenaren (sector gemeenten) worden de bestaande rechtspositionele afspraken gecontinueerd. Om deze portefeuilleoverdracht daadwerkelijk te kunnen effectueren is instemming van Provinciale Staten vereist met ontbinding en vereffening van de Gemeenschappelijke regeling IZR.
2
Overdracht verzekeringsportefeuille
Marktverkenning heeft geleid tot de conclusie dat het openbaar lichaam IZA, de meest gerede kandidaat is voor overname van de verzekeringsportefeuille. Het IZR-bestuur, waarin zitting hebben vertegenwoordigers van Gedeputeerde Staten van de deelnemende provincies en vertegenwoordigers van de vakorganisaties voor overheidspersoneel, hebben met IZA overeenstemming bereikt over de overdracht. Via internet en terinzagelegging is kennis te nemen van de door Gedeputeerde Staten, als verantwoordelijke voor de rechtspositieregeling van de provinciale ambtenaren, ondertekende akkoordverklaring c.q. verzoek om toelating tot de IZA-regeling per 1 januari 2005. Voorwaarde om tot portefeuilleoverdracht en toetreding tot de IZA-regeling te kunnen overgaan, is ontbinding en vereffening van de Gemeenschappelijke regeling IZR, gelet op het bepaalde in artikel 39 van de regeling IZR 2000 juncto artikel 9, lid 3 en artikel 39 van de Wet gemeenschappelijke regeling (WGR). Provinciale Staten is terzake bevoegd.
Het besluit tot ontbinding en vereffening zal, na besluitvorming door Provinciale Staten van alle in de regeling deelnemende provincies, uiterlijk 31 december 2004 moeten zijn ingeschreven in het register van de provincie Gelderland, zijnde de provincie van vestiging (locatie hoofdkantoor IZR). Het openbaar lichaam IZR blijft na de opheffing van de Gemeenschappelijke regeling voortbestaan voorzover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is. Het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam beslist wanneer de vereffening van het vermogen is voltooid.
3
Voorstel
Wij stellen u voor om in te stemmen met ontbinding en vereffening van de Interprovinciale Ziektekostenregeling (IZR) 2000 met ingang van 1 januari 2005. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, G.J. Jansen secretaris, H.A. Timmerman
2
Statenvoorstel nr. PS/2004/970
Bijlage I
Ontwerpbesluit nr. PS/2004/970
Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 14 september 2004, kenmerk MI/2004/1071; besluiten: 1.
tot ontbinding en vereffening van de Interprovinciale Ziektekostenregeling 2000 over te gaan;
2.
deze ontbinding en vereffening van de Interprovinciale Ziektekostenregeling 2000 in werking te laten treden op de datum van inschrijving in het register van de provincie Gelderland danwel, ingeval de feitelijke inschrijving na 1 januari 2005 plaatsvindt, per 1 januari 2005.
Zwolle, Provinciale Staten voornoemd,
voorzitter,
griffier,
Statenvoorstel nr. PS/2004/970
3
interprovinciale ziektekostenregeling Hoofdkantoor Postbus 224, 3840 AE Harderwijk. Bezoekadres: Wethouder Jansenlaan 3 Telefoon 0341-438666; Fax 0341-438669; e-mail:
[email protected]!
Provinciale Staten van de provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB ZWOLLE d.t.k.v. de heer J.G. Kristen, gedeputeerde tevens werkgeverslid van het algemeen bestuur van de IZR
Onsnr.: 131/04/hw Onderwerp: Voorstel Be£luit tot ontbinding en vereffening IZR regeling Harderwijk, 30 juni 2004
Geacht College, Hierbij doen wij u een voorstel inclusief toelichting toekomen van het algemeen bestuur van de IZR tot ontbinding en vereffening van de Interprovinciale Ziektekostenregeling 200Qjnet ingang van 1 januari 2005. Dit in het kader van de overdracht van de IZR-verzekeringsportefeuille aan IZA per 1 januari 2005. Over de redenen van en de besluitvorming over de opheffing van IZR verwijzen wij u kortheidshalve naar de toelichting op het besluit. Om de overdracht op 1 januari 2005 te kunnen realiseren zal uiterlijk3l december 2004 het Besluit tot ontbinding en vereffening in het register van de provincie Gelderland moeten zijn ingeschreven. Indien deze datum met wordt gehaald zal de overdracht niet kunnen plaatsvinden. Graag vernemen wij uw besluitvorming uiterlijk 1 november 2004 en verzoeken u vriendelijk het voorstel zo spoedig mogelijk in behandeling te nemen. Wij ontvangen graag afschrift van uw besluit.
Het dagelijks bestuur van de IZR, /
A.van de Scheur, voorzitter
Het algemeen bestuur van de IZR Op voorstel van het dagelijks bestuur van de IZR d.d. 9 juni 2004 Overwegende, dat, gelet op het bepaalde in artikel 125 Ambtenarenwet, de Interprovinciale Ziektekostenregeling is aangegaan door tien provincies die een openbaar lichaam IZR in het leven hebben geroepen en hebben voorzien in een (publiekrechtelijke) ziektekostenverzekering ten behoeve van aanspraken van het personeel op vergoeding van geneeskundige verzorging, dat is voorzien dat in 2006 het ziektekostenstelsel in Nederland wordt gewijzigd en een standaardverzekering voor alle ingezetenen wordt ingevoerd en de IZR regeling van rechtswege zal worden opgeheven, dat vooruitlopend op de invoering van de standaardverzekering het ziektekostenstelsel al zodanig op marktwerking is ingericht dat IZR als kleine, zelfstandige verzekeraar de behartiging van de belangen van zijn verzekerden met meer optimaal kan garanderen, dat IZR zich heeft beraden op zijn positie, dat IZR op 22 oktober 2003 heeft besloten de verzekeringsactiviteiten van IZR per 1 januari 2005 te beeindigen en de verzekeringsportefeuille en overige activa en passiva over te dragen aan een andere ziektekostenverzekeraar om de zorgbelangen van de IZR-verzekerden veilig te stellen, dat met het openbaar lichaam Instituut Zorgverzekering voor Ambtenaren Nederland (IZA) overeenstemming is bereikt om per 1 januari 2005 de IZR-verzekeringsportefeuille over te dragen, gelet op het bepaalde van artikel 39 van de regeling IZR 2000 juncto artikel 9, lid 3, en artikel 39 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR), doet aan de Provinciale Staten van de in IZR deelnemende provincies en aan de centrales voor overheidspersoneel het volgende voorstel tot het besluit tot ontbinding en vereffening van de IZRregeling per 1 januari 2005: Artikel I Ontbinding en vereffening 1. De gemeenschappelijke regeling IZR wordt met ingang van 1 januari 2005 opgeheven. 2. Het openbaar lichaam IZR blijft na de opheffing voortbestaan voorzover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is. 3. Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam beslist wanneer de vereffening van het vermogen is voltooid. Artikel II Inwerkingtreding Dit besluit treedt, onder voorwaarde dat aan het bepaalde in artikel 38 van de regeling is voldaan, in werking op de datum van inschrijving in het register van de provincie Gelderland en werkt, ingeval de feitelijke inschrijving na 1 januari 2005 plaatsvindt, terug tot 1 januari 2005.
Artikel m Het dagelijks bestuur stuurt dit besluit aan de Provinciate Staten van de in deze regeling deelnemende provincies en aan de centrales voor overheidspersoneel. " Harderwijk, 16juni2004 Het algemeen bestuur van de IZR,
A. van de Scheur, voorzitter
Toelichting A.
Algemeen
1. Voorgeschiedenis Het ziektekostenstelsel in Nederland wordt drastisch gewijzigd. De invoeringsdatum van het nieuwe stelsel is vastgesteld op 1 januari 2006. Het desbetreffende wetsontwerp inzake de Zorgverzekeringswet (Zwv) ligt thans voor advisering voor bij de Raad van State. In het najaar 2004 vindt de parlementaire behandeling plaats. Er komt een standaardverzekering voor curatieve zorg voor alle ingezetenen van Nederland. Het wordt een verzekering op privaatrechtelijke basis waarin marktwerking en de keuzevrijheid van de verzekerden centraal staan. De ziekenfondsen, de particuliere verzekeraars en de publiekrechtelijke ziektekostenregelingen zullen op het moment van invoering van de Zorgverzekeringswet (Zwv) van rechtswege zijn opgeheven. Wil een zorgverzekeraar zijn activiteiten voortzetten dan dient een vergunning voor de uitvoering van de nieuwe verzekering te worden aangevraagd en moet qua bedrijfsvoering worden voldaan aan de eisen die de Zwv aan de zorgverzekeraar stelt. Op basis van voornoemde ontwikkelingen heeft IZR het jaar 2003 gebruikt om zich op zijn (toekomstige) positie te beraden. Besloten is om de IZR-verzekering na invoering van de standaardverzekering niet voort te zetten om reden dat: de provincies het verzekeraarschap niet als hun "core-business"zien, zeker niet in een concurrerende verzekeringsmarkt, IZR een kleine, zelfstandige verzekeraar is (123.000 verzekerden) die in geen enkele regio een marktleiderspositie kan innemen en die voor prijs- , productie- en kwaliteitsafspraken volledig afhankelijk zal zijn van de afspraken van derden. Zonder een goede concurrentiepositie zal IZR moeilijk of niet in staat zija de belangen voor zijn verzekerden en collectiviteiten te (blijven) waarborgen. Voorts is vooruitlopend op de invoering van de nieuwe standaardverzekering de marktwerking al grotendeels is ingevoerd. Dit laatste is de reden dat IZR heeft besloten de mogelijke overdracht van de verzekeringsportefeuille voor de invoering van de Zorgverzekeringswet op 1 januari 2006 te realiseren en wel op 1 januari 2005. Daarbij is uitgesproken dat voor de veiligstelling van de belangen van de verzekerden het van belang is dat de onderbrenging bij een grote zorgverzekeraar zal moeten zijn die als marktleider voldoende slagkracht heeft om de zorgbelangen van de verzekerden (en de belangen van de collectiviteiten) te kunnen borgen. IZR heeft vervolgens gezocht naar een kandidaatverzekeraar in zowel de particuliere als de publiekrechtelijke sector. Daarbij zijn de volgende randvoorwaarden vastgesteld: IZR eist na overdracht de voortzetting van de huidige verworvenheden van de verzekerden inzake pakket, premie en overige diensten en faciliteiten alsmede handhaving IZR-label, IZR gaat alleen akkoord met een overdrachtsconstructie die voor de verzekerden minimale overlast betekent en die voor het openbaar lichaam IZR juridisch en financieel verantwoord is, Bij de overdracht dienen financiele risico's voor de deelnemende provincies te worden uitgesloten. Na toetsing aan de randvoorwaarden is gebleken dat onderbrenging van de verzekerden (actieven en postactieven) bij een particuliere zorgverzekeraar financieel onhaalbaar en derhalve niet verantwoord is. Met name de postactieve verzekerden vormen het grote probleem. Er is onderzoek gedaan bij drie grote particuliere verzekeraars. Voorts zou de overdrachtsconstructie naar een particuliere verzekeraar de verzekerden grote overlast bezorgen. Uit het onderzoek is uiteindelijk naar voren gekomen dat het openbaar lichaam IZA (Instituut Zorgverzekering Ambtenaren (sector gemeenten)) zonder meer aan de randvoorwaarden kan voldoen en ook bereid is de gehele verzekeringsportefeuille (actief en postactief) per 1 januari 2005 over te
nemen. Een belangrijk voordeel is dat IZA nu reeds de IZR regeling uitvoert en met de regeling vertrouwd is geraakt. De overdracht aan IZA geeft de verzekerden geen overlast. IZA heeft een bestand van circa 625.000 verzekerden en is met het oog op het toekomstig ziektekostenstelsel een bedrijfsfusie aangegaan met zorgverzekeraar VGZ, een van de grootste zorgverzekeraars met ruim 2 miljoen verzekerden. De publiekrechtelijke ziektekostenregeling van IZA blijft in stand tot invoering van de nieuwe standaardverzekering. De fusie met VGZ betreft op dit moment enkel de uitvoering van zowel de IZA als de IZR-regeling door de gefuseerde werkorganisatie, bekend onder de naam "VGZ/IZA-groep". Na invoering van de nieuwe standaardverzekering wordt de publiekrechtelijke regeling IZA van rechtswege opgeheven en gaat IZA als merknaam binnen de VGZ/IZA-groep verder. IZA neemt bij VGZ de zorgprodukten (bijvoorbeeld collectieve zorgverzekeringscontracten) af om deze aan te kunnen bieden aan de werkgevers van de sectoren provincies, gemeenten, waterschappen en nutsbedrijven. De overgang van IZR per 1 januari 2005 geeft IZA een jaar de tijd om de wensen van de werkgevers te inventariseren om bij invoering van de standaardverzekering, indien gewenst, een passend verzekeringsproduct te kunnen aanbieden. De onderhandelingen met het openbaar lichaam IZA zijn in januari 2004 gestart. Overeenstemming is bereikt over de financiele aspecten en over handhaving van het IZR-label, het IZR-zorgpakket en over de vaststelling van de preriiie tot het moment van invoering van de nieuwe standaardverzekering. Een en ander is vastgelegd in een overeenkomst dat door zowel het IZR- als het IZA bestuur is geakkordeerd. De overeenkomst inzake toelating treft u aan in bijlage 1 bij dit besluit. De rest van het jaar 2004 zal met IZA onderhandeld worden over de implementatie van de IZRverzekering in de IZA-regeling. De inzet en het streven van zowel IZA als IZR is om de overdracht per 1 januari 2005 te doen plaatsvinden. Niet verwacht wordt dat deze implementatieonderhandelingen tot een breuk zouden kunnen leiden. In het najaar 2004 zal een en ander definitief bekend zijn. De overgang naar IZA per 1 januari 2005 zal voor de IZR-verzekerden nauwelijks merkbaar zijn, omdat praktisch alles bij het oude blijft. Overlast is er niet. Wei zullen zij van de overgang op de hoogte worden gesteld. De IZR-verzekering zal binnen de IZA-organisatie eigenstandig als de "IZA/IZR-verzekering"worden voortgezet waarvoor een bestuurscommissie wordt ingesteld die het bestuur van IZA jaarlijks zal adviseren over de vaststelling van de premie en eventuele wijzigingen in het zorgpakket. De huidige IZR-Verordening, Bijlage bij de Verordening (vergoedingenlijst), circulaires e.d. worden binnen IZA voortgezet. Slechts indien de IZR-regelgeving strijdig is met de gemeenschappelijke regeling IZA, zullen wijzigingen worden aangebracht. Gebleken is dat dit op kleine onderdelen het geval is en dat die wijzigingen gunstiger voor de verzekerden uitvallen. Voor het jaar 2005 wordt het zorgpakket en de premie nog door het Algemeen bestuur van de IZR -medevastgesteld. Uitgangspunt voor IZA en IZR is daarbij dat het zorgpakket en de premie van hetzelfde niveau blijft zoals het nu is. Het is de bedoeling dat op 1 januari 2006 de nieuwe standaardverzekering (Zorgverzekeringswet) wordt ingevoerd. Op dat moment wordt ook de IZA-regeling ontbonden en komt er een geheel nieuw ziektekostenstelsel in Nederland. Mocht de nieuwe verzekering later worden ingevoerd, bijvoorbeeld op 1 januari 2007 of 2008, dan wordt gedurende die jaren het (ex-)IZR-pakket en de premiehoogte door het IZA-bestuur vastgesteld op voorstel van een IZR-bestuurscommissie waarin 3 vertegenwoordigers van het IWV en van de centrales voor overheidspersoneel zitting zullen hebben. Deze bestuurscommissie ziet er op toe dat de omvang van het zorgpakket en de premiehoogte op een gunstig niveau blijft. Dit alles tot het moment van invoering van de nieuwe standaardverzekering. Voor de provincies en instellingen betekent de overgang naar IZA dat zij uiterlijk op 1 januari 2005 tot de IZA-regeling moeten zijn toegelaten, onder de voorwaarden zoals die bij IZA gelden. Voor de provincies betekent de toelating tot IZA dat zij de status zullen hebben van een toegelaten instelling, hetgeen inhoudt dat zij geen financieel risico meer zullen dragen maar ook geen (bestuurlijke) zeggenschap meer zullen hebben. Voorts zullen op 1 januari 2005 de rechtspositieregelingen aangepast moeten zijn ingeval de IZR daarin nog als verplichte verzekering is aangewezen. IZR moet veranderd worden in IZA. Voor meer informatie zie bijlage 1 bij de overeenkomst inzake toelating IZA/IZR.
2. Gevolgen voor de gemeenschappeliike regeling en openbaar lichaam IZR Het overdragen van de verzekeringsportefueille (activa en passiva) van de IZR op 1 januari 2005 zal tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling IZR moeten leiden, waarna vervolgens het openbaar lichaam op basis van artikel 9, lid 3, van de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) blijft voortbestaan "voorzover dit voor het vereffenen van het vermogen nodig is". Na de opheffing per 1 januari 2005 treedt artikel 39 van de regeling IZR in werking, waarin is bepaald op welke wijze het saldo van het vereveningsfonds en van het eigen vermogen van IZR moet worden bestemd, berekend en uitgekeerd. Daarvoor is instemming nodig van het overleg bedoeld in artikel 125, lid 2, juncto artikel artikel 125, lid 1, van de Ambtenarenwet. Voor uw inzicht is in bijlage 2 bij dit besluit een liquidatiebalans IZR opgenomen. In het voorliggende besluit is een "besluit tot ontbinding en vereffening" van de regeling IZR per 1 januari 2005 opgenomen."In de artikelsgewijze toelichting wordt hierop nader ingegaan.. Met IZA is overeengekomen dat op 1 januari 2005 de 5 personeelsleden van het openbaar lichaam IZR niet worden overgenomen. Het openbaar lichaam IZR heeft deze personeelsleden aangewezen voor de vereffening van het vermogen na 1 januari 2005. Zij zullen aanblijven totdat het algemeen bestuur van de IZR heeft bepaald dat de vereffening van het vermogen is voltooid. Voor het personeel is een afVloeiingsregeling getroffen die IZR reeds als aparte voorziening in de begroting heeft opgenomen.
B.
Atikelsgewijs
Artikel I: bevat het besluit tot ontbinding en vereffening als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR). Het artikel bepaalt dat de gemeenschappelijke regeling IZR per 1 januari 2005 wordt opgeheven (lid 1) en dat het openbaar lichaam blijft voortbestaan voor zolang dit nodig is om (met behulp van artikel 39 van de regeling IZR) het vermogen te vereffenen (lid 2). Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam bepaalt uiteindelijk wanneer de vereffening is voltooid, hetgeen betekent dat op dat moment de regeling en het openbaar lichaam IZR is ontbonden (lid 3). Artikel II: de inwerkingtreding van dit besluit is 1 januari 2005, mits een meerderheid van tenminste tweederde van de provincies het voorliggende besluit vaststelt. Zo niet, dan kan dit besluit niet in werking treden en zal IZR zijn verzekeringsactiviteiten moeten voortzetten en anderszins een oplossing zoeken voor de voorgenomen wijziging van het ziektekostenstelsel per 1 januari 2006. Gaat de meerderheid akkoord, dan is de datum van inwerkingtreding de datum van inschrijving in het register van de provincies Gelderland, omdat het openbaar lichaam IZR in deze provincie is gevestigd. Mocht om een of andere reden de datum van inschrijving na 1 januari 2005 plaatsvinden dan treedt het besluit met terugwerkende kracht tot. en met 1 januari 2005 in werking. Door deze formulering is de inwerkingtreding op 1 januari 2005 veilig gesteld. Artikel ffl: het dagelijks bestuur zal, na vaststelling door het algemeen bestuur, het besluit voor besluitvorming toesturen aan de deelnemende provincies en de centrales voor overheidspersoneel.
Toelichting: Algemeen Artikel 5, lid 1 van de IZA-regeling vormt de basis voor de toelating door IZA van het personeel (actieven) van een instelling. Op basis van het tweede lid van het artikel is het mogelijk, onder sub c, om eveneens de reeds op het moment van toelating aanwezige postactieven toe te laten. Uit de bepaling blijkt dat het algemeen bestuur van IZA aan zijn besluit tot toelating voorwaarden kan verbinden. Puntsgewijs 1. In artikel 5, lid 5 van de IZA-regeling is bepaald dat het formele verzoek om toelating dient te worden gedaan door het bestuur van de instelling, zijnde de “werkgever”. 2. Artikel 5, lid 1 van de IZA-regeling schrijft voor dat er sprake moet zijn van een lichaam (= een publiekrechtelijke rechtspersoon), dan wel een rechtspersoon (= privaatrechtelijke rechtspersoon) als bedoeld in artikel 2, lid 1, sub b t/m g en lid 3 van de Wet privatisering ABP. (Voorheen werd dit aangeduid met de “B3”status). Dit houdt met name in dat er sprake dient te zijn van een ‘overheidswerkgever’ en een verplichte ABP deelname. 3. Aangezien de ziektekostenvoorziening onderdeel uitmaakt van de rechtspositie van betrokkenen, dient de verplichte IZA-deelname vanaf 1-1-2005 verankerd te worden in de rechtspositie. Voor de medewerkers die in dienst zijn van de – niet publiekrechtelijke – instellingen, welke geen ambtenaar zijn in de zin van de Ambtenarenwet, is dit bovendien van belang met het oog op de uitsluiting van de Ziekenfondswet. Deze personen zouden vanaf 1-1-2005 vallen binnen de werkingssfeer van de Ziekenfondswet, indien niet uit te de voor hen van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden zou blijken dat zij verplicht gebruik moeten van de IZAziektekostenregeling. (Zie ook “Regeling aanwijzing groepen van personen uitgezonderd van de Ziekenfondswet”). 4. Betreft de aanvaarding van de regeling en de daaruit voortvloeiende verplichtingen. Spreekt voor zich. 5. De reeds op 1-1-2005 aanwezige postactieven van de instelling wordt de mogelijkheid geboden eveneens mee over te gaan naar de IZA-IZR verzekering. Voorwaarde hierbij is dat de instelling ook vanaf 1-1-2005 de (werkgevers)premie voor deze personen blijft betalen. 6. Voorkomen dient te worden dat de deelnemers zowel bij IZA als bij IZR aanspraken op vergoeding hebben. De toelating tot de IZA-regeling per 1-1-2005 gaat daarom uit van een beëindiging van de toelating tot de IZR-regeling per dezelfde datum. 7. Lopende verplichtingen uit hoofde van schadeloosstelling komen voor bij instellingen die deels uit IZR zijn uitgetreden, bijv. ingeval een organisatieonderdeel voorheen is geprivatiseerd. Bedoeling is dat deze lopende betalingsverplichting voortaan aan IZA in plaats van IZR voldaan wordt.
BIJLAGE
1
bij besluit
d . d . 16 juni 2004
OVEREENKOMST INZAKE TOELATING
TOT STAND GEKOMEN TUSSEN
INTERPROVINCIALEZIEKTEKOSTENREGELING GEVESTIGD TE HARDERWIJK
EN
INSTITUUT ZORGVERZEKERING AMBTENAREN NEDERLAND (IZA NEDERLAND) GEVESTIGD TE NIEUWEGEIN
D.D. 24 JUNI 2004
BESTAANDE UIT: OVEREENKOMST EN BIJLAGE
Overeenkomst toelating
INHOUDSOPGAVE Artikel 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7. 1.8. 1.9. 1.10. 1.11. 1.12. Artikel 2. Artike! 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Artikel 9. Artikel 10. Artikel Artike! Artikel Artikel
11. 12. 13. 14.
Begripsbepalingen 2 IZR-regeling 2 IZR-verordening 2 IZA-regeling 2 Provincies 2 Instellingen 2 Sector Provincie 3 Centraies van Overheidspersoneel 3 IZA-IZR-verzekering 3 IPO/IWV 3 Standaardverzekering 3 Gerechtigden 3 Postactieven 4 Toelating en deelname r. 4 Inrichting IZA-IZR-verzekering 5 Bestuurscommissie 7 Bestuurlijke informatievoorziening IZR-bestuurscommissie 8 Bestuurlijke overleg..... 9 Vaststelling begroting, exploitatierekening en premie 9 Financiele aspecten 10 Activa-passiva , 11 Uitvoering van deze overeenkomst voorafgaand aan toelating tot de IZA-regeling 11 Looptijd van deze overeenkomst 12 Opschortende voorwaarden 12 Geschiilen 13 Slotbepalingen 14
Overeenkomst toelating
OVEREENKOMST INZAKE TOELATING De ondergetekenden: 1. De pubiiekrechtelijke rechtspersoon INTERPROVINCIALE ZIEKTEKOSTENREGELJNG, gevestigd te Harderwijk, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heren A. van de Scheur en Drs P.A. van Vugt, hierna te noemen "IZR"]
en 2. De pubiiekrechtelijke rechtspersoon INSTITUUT ZORGVERZEKERING AMBTENAREN NEDERLAND (IZA NEDERLAND), gevestigd te Nieuwegein, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heren J. Broekhuis en P. Wiechmann, hierna te noemen "IZA"}
NEMEN IN AANMERKING:
Dat IZR voornemens is de activiteiten van IZR op het gebied van de verlening en toekenning van aanspraken op vergoeding van kosten van geneeskundige verzorging als bedoeld in de IZR-regeling, per 1 januari 2005 te beeindigen, reden waarom IZR de gerechtigden en de gezinsleden met ingang van 1 januari 2005 wenst onder te brengen bij IZA; Dat IZA zich reeds geruime tijd in opdracht van IZR mede bezighoudt met de uitvoering van de IZR-regeiing en aldus met de inhoud van de IZR-regeling bekend is; Dat IZA de bevoegdheid en de bereidheid heeft op basis van artikel 5 van de IZA-regeling de Gerechtigden onder voorwaarden tot IZA toe te laten; Dat IZA en IZR afspraken met elkaar wensen te maken omtrent de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de Gerechtigden per 1 januari 2005 door IZA zullen worden toegelaten als deelnemers van de IZA-regeling; Dat uitgangspunt van partijen is dat er voor de Gerechtigden zo weinig mogelijk wijzigt, uiteraard met inachtneming van de wettelijke kaders, alsmede het bepaalde in
Overeenkomst toelating
- 2-
in de IZA-regeling; Dat de afspraken tussen partijen als neergelegd in deze overeenkomst, tot stand zijn gekomen onder onder meer de opschortende voorwaarde dat de aan de IZR-regeling deelnemende provincies en de tot de IZR-regeling toegelaten instellingen zullen instemmen met deze afspraken, alsmede dat voornoemde provincies en instellingen de in deze overeenkomst ten laste van hen omschreven verplichtingen jegens IZA zullen aanvaarden;
ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
Artikel 1. 1.1.
Begripsbepalingen
IZR-regeling
De Interprovinciale ziektekostenregeling, laatstelijk vastgesteld op 29 november2001. 1.2.
IZR- verordening
De verordening IZR 2000 en bijlage, laatstelijk vastgesteld op 10 december 2003. 1.3.
IZA -regeling
De IZA-Nederland-regeling, laatstelijk vastgesteld 1 april 2003. 1.4.
Provincies
De provincies als bedoeid in artikel 1 sub b van de IZR-regeling en welke op 31 december 2004 deelnemen aan de IZR-regeling. 1.5.
Instellingen
De instellingen als bedoeld in artikel 1 sub g van de IZR-regeling en welke op 31 december 2004 zijn toegelaten tot de IZR-regeling en welke instellingen zijn ondergebracht in pubiiekrechtelijke rechtspersonen of privaatrechtelijke
Overeenkomst toelating
-3 -
rechtspersonen als bedoeld in artikel 2 lid 1 sub b tot en met g en lid 3 van de Wet privatisering ABP. 1.6.
Sector Provincie De Provincies en Instellingen bij wie vanaf 1 januari 2005 de IZA-IZR-deelnemers als bedoeld in artikel 2.1.4. van deze overeenkomst werkzaam zullen zijn.
1.7.
Centrales van Overheidspersoneel De bonden aangesloten bij de volgende centrales: -
de Algemene Centrale van Overheidspersoneel;
-
de Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel;
-
de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en Instellingen.
1.8.
IZA -IZR- verzekering De pubiiekrechtelijke verzekering krachtens de inhoud waarvan de IZA-IZRdeelnemers als bedoeld in artikel 2.1.4. van deze overeenkomst, aanspraken zullen verkrijgen op vergoedingen van kosten van geneeskundige verzorging voor henzelf, alsmede voor de partners en kinderen als bedoeld in artikel 2.1.3. van deze overeenkomst.
1.9.
IPO/IWV Het interprovinciaal werkgeversverbond.
1.10. Standaardverzekering De verzekering als bedoeld in het wetsontwerp Zorgverzekeringswet, dan wel een opvolgend wetsontwerp. 1.11. Gerechtigden De natuurlijke personen als bedoeld in artikel 11 eerste lid b van de IZRregeling.
Overeenkomst toelating -4-
1.12. Postactieven De Gerechtigden als bedoeld in artikel 6 van de IZR-verordening.
Artikel 2.
Toelating en deelname
2.1.1 .Met ingang van 1 januari 2005 zal IZA de op 1 januari 2005 werkzame medewerkers en de toekomstige medewerkers van de Sector Provincie, alsmede de personen als bedoeld in artikel 4 lid 2 sub a van de IZR-regeling, voor zover deze personen krachtens hun rechtspositie aanspraken als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de IZR-regeling, jegens IZR hebben verkregen, toelaten tot de IZA-regeling op de wijze en onder de voorwaarden als in deze overeenkomst, alsmede in de IZA-regeling omschreven, indien en nadat de betrokken sociale partners, alsmede de Sector Provincie bovenstaande toeiating deel zullen laten uitmaken van de rechtsposities, op basis waarvan de betrokken medewerkers 50% of meer van een volledige functie zullen vervullin bij de Sector Provincie. 2.1.2.Met ingang van 1 januari 2005 worden, met in achtneming van het bepaalde in deze overeenkomst, alsmede het bepaalde in de IZA-regeling, de op 1 januari 2005, alsmede nadien te kwalificeren Postactieven in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de IZA-regeling op de wijze en onder de voorwaarden als omschreven in de IZA-IZR-verzekering. 2.1.3. Partners en kinderen van de onder 2.1.1. en 2.1.2. bedoelde deelnemers kunnen als gezinslid als bedoeld in artikel 1 sub k van de IZA-regeling mede deelnemen aan de IZA-regeling, een en ander op de wijze als in de IZA-IZRverzekering omschreven. 2.1.4.De in de artikelen 2.1.1. en 2.1.2. bedoelde deelnemers, die tot de IZA-regeling zullen zijn toegelaten, worden hierna aangeduid met het begrip "IZA-IZRdeelnemers". 2.2.
Met ingang van 1 januari 2005 zullen de Provincies en de Instellingen de ver-
Overeenkomst toelating
-5-
plichtingen als ten name van hen in deze overeenkomst omschreven, respectievelijk de uit deze verplichtingen voortvloeiende in de IZA-regeling omschreven verplichtingen aanvaarden en jegens IZA nakomen, ten blijke waarvan de Provincies en de Instellingen een akkoordverklaring van de in bijlaqe 1 van deze overeenkomst opgenomen voorwaarden, voor of op 1 december 2004 zullen hebben ondertekend, met dien verstande dat uiterlijk 1 november 2004 van alle betrokken Provincies en Instellingen de intentie tot al dan niet ondertekening van deze verklaring bij IZA bekend moet zijn. Voor zover een of meer van de Provincies, dan wel een of meer van de Instellingen, de verklaring niet voor of op 1 december 2004 ondertekend zullen hebben, zal, met uitzondering van artikel 10. van deze overeenkomst, deze overeenkomst op grond van het bepaalde in artikel 1 2.1. van deze overeenkomst niet tot stand komen, tenzij partijen in onderling overleg binnen uiterlijk een week anders beslissen. 2.3.
IZA zal, nadat de IZR-regeling zal zijn opgeheven, IZR vrijwaren voor aanspraken van de IZA-IZR-deelnemers, voor zover deze aanspraken betrekking hebben op vergoeding van kosten van geneeskundige verzorging, zoals deze kosten zijn omschreven in de IZA-IZR-verzekering.
Artikel 3. 3.1.
Inrichting IZA-IZR-verzekering
IZA zal voor of op 15 december 2004 op basis van artikel 1 2 van de IZAregeling de IZA-IZR-verzekering voor het jaar 2005, na daartoe verkregen instemming van IZR, vaststeilen. De IZA-IZR-verzekering zal in werking treden met ingang van 1 januari 2005. De IZA-IZR-verzekering bestaat uit een reglement, te duiden als verordening IZA-IZR, en een vergoedingenlijst te duiden als bijlage IZA-!ZR-verordening.
3.2.
In het verlengde van het bepaalde in lid 1. van dit artikel zal IZA de hierna
Overeenkomst toelating
- 6 -
omschreven bedragen niet vaststelien dan nadat over de hoogte daarvan vooraf overeenstemming is bereikt met IZR: -
de in het kader van de uitvoering van IZA-IZR-verzekering te bereken nominale premies voor het jaar 2005; - de in het kader van de IZA-IZR-verzekering te berekenen procentuele premies voor het jaar 2005; - de maximum heffingsgrondslag voor het jaar 2005. Voor zover voor of op 15 december 2004 tussen IZA en IZR geen overeenstemming zal worden bereikt over de inhoud van de IZA-IZR-verzekering voor het jaar 2005, alsmede over de hoogte van de hiervoor genoemde bedragen, zal deze overeenkomst met onmiddellijke ingang worden ontbonden, tenzij partijen in onderling overleg binnen uiterlijk een week anders beslissen. Bovenstaande ontbindende voorwaarde laat het bepaalde in artikel 12.1. van deze overeenkomst (opschortende voorwaarde waaronder deze overeenkomst tot stand is gekomen) onverlet. 3.3.
IZA zal de IZA-IZR-verzekering (doen) uitvoeren met inachtneming van de op 31 december 2004 vigerende IZR beleids- en uitvoeringscirculaires, voor zover deze niet strijdig zijn met de IZA-regeling. Voor zover zich met betrekking tot de uitvoering van de IZA-IZR-verzekering problemen zullen voordoen, zal IZA de bestuurscommissie als bedoeld in artikel 4. van deze overeenkomst, onverwijld informeren en in onderling overleg afspraken maken over de oplossing van de gerezen problemen. Indien op grond van welk, dan wel wiens initiatief dan ook wijzigingen zullen worden aangebracht in de uitgangspunten, zal hierover tussen IZA en de in artikel 4. bedoelde bestuurscommissie overleg worden gepleegd.
3.4.
De IZA-IZR-verzekering krijgt een eigen identiteit (IZR-label). De afgesproken identiteit, respectievelijk de uiterlijke verschijningsvorm daarvan zai door IZA
Overeenkomst toelating
-7 -
consequent worden toegepast in mondelinge en schriftelijke communicatie als ook bij het gebruik van andere gegevensdragers en/of communicatiemiddelen. Mogelijke aanpassingen van de identiteit, respectievelijk de verschijningsvorm daarvan van de IZA-IZR-verzekering zullen in overleg met de in artikel 4. bedoelde bestuurscommissie worden doorgevoerd. 3.5.
De in artikel 4. bqdoelde bestuurscommissie kan aan het Algemeen Bestuur van IZA voorstellen doen met betrekking tot wijziging/aanpassing van de IZAIZR-verzekering. Het Algemeen Bestuur van IZA zal overeenkomstig de voorstellen van de in artikel 4. bedoelde bestuurscommissie tot wijziging van de IZA-IZR-verzekering besluiten, tenzij zulks van hem in redelijkheid niet kan worden verwacht. De bestuurscommissie wordt gemotiveerd van een dergelijk besluit op de hoogte gesteld.
Artikel 4. 4.1.
Bestuurscommissie
IZA zal ten behoeve van de belangen van de IZA-IZR-deelnemers, die met ingang van 1 januari 2005 zullen zijn toegelaten tot de IZA-regeling, alsmede ten behoeve van de belangen van de Sector Provincie in het kader van de uitvoering van de IZA-IZR-verzekering een bestuurscommissie ex artikel 22 van de IZA-regeling juncto artikei 24 van de Wet gemeenschappelijke regeling instellen voor de duur van twee jaar, ingaande op 1 januari 2005, hierna te noemen "de IZR-bestuurscommissie" De IZR-bestuurscommissie zal bestaan uit: -
drie leden aan te wijzen door IPO/IWV;
-
drie ieden aan te wijzen door de Centrales van Overheidspersoneel.
Overeenkomst toelating
-8 -
4.2.
Het Algemeen Bestuur van IZA zal voor of op 1 januari 2005, na verkregen instemming van IZR, ten behoeve van het functioneren van de IZR-bestuurscommissie een reglement vaststeilen. In voornoemd reglement worden naast de taken, bevoegdheden en werkwijze van de IZR-bestuurscommissie in ieder geval vastgelegd dat: -
de IZR-bestuurscommissie een voorzitter en een vice-voorzitter zal ken-
-
nen; deze functionarissen van verschillende geledingen (werkgevers en werk-
-
-
4.3.
Indien na afloop van de in lid 1. van dit artikel genoemde periode van twee jaar IZA van opvatting mocht zijn dat de IZR-bestuurscommissie haar werkzaamheden zal dienen voort te zetten, zal IZA daartoe in overleg met de IZRbestuurscommissie besluiten en opnieuw een periode vaststeilen gedurende waarin de IZR-bestuurscornmissie alsdan functioneel zal zijn.
Artikel 5.
5.1.
nemers) afkomstig dienen te zijn; een lid van de IZR-bestuurscommissie niet tevens lid van het Bestuur van IZA kan zijn; de voorzitter van de IZR-bestuurscommissie deze commissie zal vertegenwoordigen en met inachtneming van hetgeen de IZR-bestuurscommissie zal hebben bepaald, dag, plaats en tijdstip van de vergadering van de IZR-bestuurscommissie zal vaststeilen; ieder lid van de IZR-bestuurscommissie een stem zal hebben besluitvorming slechts mogelijk zal zijn, indien zowel namens IPO/iWV en namens de Centrales van Overheidspersoneel ten minste tweederde van het aantal leden van elk der geledingen tijdens de betreffende vergadering van de IZR-bestuurscommissie aanwezig zal zijn.
Bestuurlijke informatievoorziening IZR-bestuurscommissie
IZA zal na overleg met de IZR-bestuurscommissie zorgdragen voor het ambtelijk secretariaat van de IZR-bestuurscommissie.
Overeenkomst toelating
- 9 -
5.2.
Het IZA-Bestuur verstrekt aan de IZR-bestuurscommissie binnen zes weken na afloop van een kwartaal een schriftelijke rapportage over de uitvoering van de IZA-IZR-verzekering. In deze rapportage wordt op een gestructureerde wijze informatie verstrekt over ten minste: -
de ontwikkelingen van de verstrekkingen; de ontwikkelingen en de stand van het aantal IZA-IZR-deelnemers; de ontwikkelingen van de inkomsten- en uitgaven; de ontwikkeling van de bezwaar- en beroepsschriften; de afhandeling van de deciaraties van de IZA-IZR-deelnemers.
Op verzoek van de IZR-bestuurscommissie worden de ontwikkelingen voorzien van nadere analyses en adviezen
Artikel 6.
6.1.
Tussen de IZR-bestuurscommissie en het Bestuur van IZA of tussen delegaties van betrokken organen vindt ten minste eenmaal per jaar overleg plaats.
Artikel 7.
7.1.
Bestuurlijke overleg
Vaststelling begroting, exploitatierekening en premie
IZA zal met betrekking tot de IZA-IZR-verzekering een deelbegroting en deelexploitatierekening jaarlijks opstellen en aan de IZR-bestuurscommissie voorleggen. Aan de hand van bedoelde deelbegroting en deelexploitatierekening zal de IZR-bestuurscommissie het Algemeen Bestuur van IZA adviseren omtrent de hoogte van de nominate en procentuele premies en de maximum heffingsgrondslag voor de IZA-IZR-verzekering. Mede aan de hand van bedoeld advies zal het Algemeen Bestuur van IZA jaarlijks voornoemde bijdragen en maximum heffingsgrondslag vaststeilen.
Overeenkomst toelating
- 10 -
Artikel 8. 8.1.
Financiele aspect en
IZA heeft aan zijn besluit om de IZA-IZR-deelnemers tot de IZA-regeling toe te laten, onder meer de voorwaarde verbonden dat IZR voor of op 1 januari 2005 aan IZA een bedrag ter beschikking zal stellen van € 26 miljoen. IZR heeft zich jegens IZA verbonden voornoemd bedrag aan IZA voor of op 1 januari 2005 namens de Provincies en Instellingen ter beschikking te stellen. Nadat IZR voornoemd bedrag aan IZA ter beschikking zal hebben gesteld, zal IZA IZR kwijting verlenen ten aanzien van bovenstaande (betalings)verplichting.
8.2.
IZR is gerechtigd tot 50% van een eventueel overschot, door de accountant te fiatteren, op het IZR-gedeelte in de jaarrekening van IZA over het boekjaar 2005, zulks tot een maximum van € 2 miljoen. Voor of op 1 juli 2006 zai IZA de IZR-bestuurscommissie informeren omtrent de resultaten van de IZA-IZR-verzekering gedurende het boekjaar 2005. Indien de IZR-bestuurscommissie zich kan verenigen met de vaststelling van de omvang van de resultaten van de IZA-IZR-verzekering, zal IZA gehouden zijn binnen vier weken na de daartoe strekkende schriftelijke mededeling van de IZR-bestuurscommissie, aan IZR 50% van de resultaten van de IZA-IZRverzekering te betalen op de wijze als door de IZR-bestuurscommissie aan te geven. Indien daarentegen de IZR-bestuurscommissie zich niet kan verenigen met de vaststelling van de omvang van de resultaten van de IZA-IZR-verzekering over het jaar 2005, zullen de externe accountant van IZA en de externe accountant van de provincie Noord Holland een derde registeraccountant aanwijzen, welke derde registeraccountant de omvang van de exploitatieresuitaten van de IZA-IZR-verzekering over het jaar 2005 zal vaststeilen. Deze vaststeiling zal door IZA en IZR als bindend worden aangemerkt.
Overeenkomst toelating
- 11 -
Artikel 9.
Activa-passiva
9.1.
In het kader van de exploitatie van de IZR-regeling beschikt IZR over verschiilende activa en passiva. Partijen maken nadere afspraken over de afwikkeling van deze activa en passiva.
9.2.
Tussen partijen is overeengekomen dat geen van de medewerkers, die op 31 december 2004 bij IZR in dienst zijn, respectievelijk zijn aangesteid, nadien bij IZA in dienst zullen komen, respectievelijk bij IZA zullen worden aangesteid. Indien als gevolg van welke omstandigheid dan ook, behoudens een omstandigheid toe te rekenen aan IZA, een of meer van bedoelde medewerkers al dan niet van rechtswege in dienst zullen komen van IZA, zal IZA terstond voor rekening en risico van IZR bedoelde (arbeids)verhoudingen (doen) beeindigen. Alle ten laste van IZA daarbij opkomende kosten komen voor rekening van IZR, welke kosten door IZR aan IZA terstond zullen worden vergoed.
Artikel 10.
Uitvoering van deze overeenkomst voorafgaand aan toelating tot de IZA-regeling
10.1. Na ondertekening van deze overeenkomst nemen partijen de uitvoering van deze overeenkomst voortvarend ter hand. In dat kader overieggen partijen ten minste eens in de twee weken, of zoveel vaker als nodig is, waarbij telkens wordt geverifieerd of de vereiste voortgang is gerealiseerd. Bij de uitvoering van deze overeenkomst richten partijen zich primair op de onderwerpen met betrekking tot de uitvoering en dienstverlening van de IZAIZR verzekering in 2005. Mochten gaandeweg aanvullingen op voornoemde onderwerpen nodig blijken, dan maken partijen dit in hun overleg aan elkaar duideiijk en maken daarover, waar nodig, nadere afspraken. 10.2. Partijen houden elkaar op de hoogte van ontwikkelingen en gebeurtenissen,
Overeenkomst toelating
-12-
die voor de uitvoering van deze overeenkomst van belang zijn. 10.3. IZR is gehouden zich in te spannen om: -
de Provincies en de Insteilingen de verklaringen te laten ondertekenen als bedoeld in artikel 2.2. van deze overeenkomst; de toelating van de IZA-IZR-deelnemers tot de IZA-regeling deel te laten uitmaken van de rechtspositie van de IZA-IZR-deelnemers, op basis van welke rechtspositie de IZA-IZR-deelnemers werkzaam zijn bij de Sector Provincie.
Artikel 11.
Looptijd van deze overeenkomst
11.1. Deze overeenkomst zal zijn geeindigd op 1 januari 2007 of zoveel later als de IZR bestuurscommissie functioneel zal zijn. Indien tijdens de Tboptijd van deze overeenkomst de Standaardverzekering zal worden ingevoerd, zal deze overeenkomst op dat moment eindigen.
Artikel 12.
Opschortende voorwaarden
12.1, Met uitzondering van artikel 10. van deze overeenkomst is deze overeenkomst tot stand gekomen onder de navolgende opschortende voorwaarden: 1. de instemming met de totstandkoming en inhoud van deze overeenkomst van: a. het Ministerie van Financien; b. het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, voor zover vereist; 2. dat de Provincies en Instellingen zullen instemmen met de in bijiage 1 opgenomen voorwaarden, alsmede de ten laste van hen omschreven ver-
Overeenkomst toelating
-13-
plichtingen jegens IZA zullen hebben aanvaard; 3. dat de betrokken sociale partners de toeiating als bedoeld in artikel 2.1. sub 1. van deze overeenkomst, deel zullen laten uitmaken van de rechtsposities op basis waarvan de betrokken medewerkers als bedoeld in artikel 2.1. sub 1. van deze overeenkomst, 50% of meer van een volledige functie zullen vervullen bij de Sector Provincie. Indien niet voor of op 1 december 2004 aan alle bovenstaande opschortende voorwaarden zal zijn voldaan, zal deze overeenkomst niet tot stand komen.
Artikel 13.
Geschillen
13.1. Van een geschil is sprake, indien een der partijen het als zodanig aanmerkt en dat per aangetekende brief aan de wederpartij heeft medegedeeld. Partijen zullen eerst pogen in goed overleg tot een oplossing van het geschil te komen binnen een termijn van vier weken. Is er dan nog steeds sprake van een geschil, dan kan dit uitsluitend ter besiechting worden voorgeiegd aan de bevoegde rechter te Utrecht, tenzij partijen in voornoemde termijn overeen zijn gekomen het geschii bij wege van bindend advies op te lossen. Een dergelijk bindend advies zal worden uitgebracht door een bindend adviseur, aan te wijzen door het Nederlands Arbitrage Instituut (NAi), tenzij een van de partijen behandeling door drie bindend adviseurs verlangt. In dat gevai zai de benoeming plaatsvinden overeenkomstig het arbitragereglement van het NAI. Het in dit artikel bepaalde laat in alle gevallen onverlet dat in spoedeisende gevallen iedere partij steeds het recht zal hebben een voorziening te vragen in kort geding en/of tot het treffen van conservatoire maatregelen.
Overeenkomst toelating -'14-
Artikel 14.
Slotbepalingen
14.1. Indien een bepaling van deze overeenkomst wegens strijd met een (wettelijk) voorschrift ongeldig mochten blijken, zullen de overige bepalingen hun voile werking behouden. Voorts zullen partijen de ongeldige bepaling vervangen door een geldige bepaling overeenkomstig doei en strekking van deze overeenkomst, zodanig dat de nieuwe bepaling zo weinig mogelijk verschilt van de ongeldige bepaling. 14.2. Per 1 januari 2005 zal de tussen partijen en de onderlinge waarborgmaatschappij OWM Zorgverzekeraar VGZ U.A. op 10 december 1998 tot stand gekomen basisovereenkomst van samenwerking en de daarbij behorende uitvoeringsovereenkomst, aangevuid met het addendum d.d. 29 november 2001, zijn ontbonden. IZA staat er jegens IZR voor in dat OWM Zorgverzekeraar VGZ U.A. met de beeindiging van voornoemde overeenkomsten zal instemmen, in het verlengde waarvan IZA jegens IZR ervoor instaat dat OWM Zorgverzekeraar VGZ U.A. IZR niet meer uit hoofde van bedoelde overeenkomsten zal aanspreken. 14.3. IZR is gehouden, ook na 1 januari 2005 in het kader van de invoering van de Standaardverzekering, bij de sociale partners van de Sector Provincie de VGZ-IZA-groep als preferred provider voor te stellen 14.4. De op 31 december 2004 lopende rechtsgedingen, waarbij IZR partij zal zijn, zullen na 1 januari 2005 worden ondersteund door IZA, zulks op aanwijzing van IZR. 14.5. Deze overeenkomst geeft de afspraken tussen partijen volledig weer. Eventueel daarvan afwijkende, voorafgaand aan de ondertekening van deze overeenkomst gemaakte afspraken binden partijen niet langer. De considerans en de genoemde bijlage maken onverbrekelijk deel uit van deze overeenkomst. De gebruikte opschriften boven hoofdstukken of artikelen van deze overeenkomst hebben slechts een indicatieve betekenis.
Overeenkomst toelating
-15-
14.6. Wijzigingen van en aanvullingen op deze overeenkomst binden partijen uitsluitend indien en voor zover deze schriftelijk en uitdrukkelijk overeengekomen zijn, onder vermelding van het moment met ingang waarvan de betreffende wijzigingen en/of aanvullingen zullen gelden. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt, iedere pagina geparafeerd en ondertekend te Nieuwegein d.d. 24 juni 2004 INTERPROVINCIALEZIEKTEKOSTENREGELI
de Scheur INSTITUUT ZORGVERZEKERING AMBTENAftEN NEDERLAND (IZA NEDERLAND)
v. Bpoekhuis
fiechmann
Bijlage 1 bij de overeenkomst inzake toelating
overeenkomst
De in artikel 2.2. van de overeenkomst bedoelde voorwaarden, welke ten grondslag liggen aan het besluit van IZA tot de toelating als bedoeld in artikei 2.1. van de overeenkomst en met welke voorwaarden de Provincies en Instellingen zich ieder afzonderlijk uiterlijk 1 december 2004 schriftelijk akkoord dienen te verklaren, worden hierna weergegeven.
1. Het bestuur van de Provincie/Instelling verzoekt om met ingang van 1 januari 2005 zijn personeel toe te laten tot de IZA-regeling, op de wijze en onder de voorwaarden als in de IZA-regeling en de tussen IZR en IZA overeengekomen IZA-IZR-verzekering omschreven. 2. De Provincie/Instelling verklaart met het oog op het voldoen aan het bepaalde in artikel 5 lid 1 van de IZA-regeling dat er sprake is van een pubiiekrechtelijke rechtspersoon, dan wel een privaatrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 2 lid 1 sub b tot en met g en lid 3 van de Wet privatisering ABP. 3. De deelname aan de IZA-regeling, op de wijze en onder de voorwaarden als omschreven in de IZA-regeiing en de IZA-IZR-verzekering, wordt met ingang van 1 januari 2005 in de betrokken rechtspositie opgenomen, als gevolg waarvan de IZA-IZR-verzekering met ingang van die datum als verplichting zal gaan gelden voor het in dienst zijnde en nieuw in dienst tredend personeel van de Provincie/Instelling dat 50% of meer van een volledige dagtaak vervult. 4. De Provincie/Instelling aanvaardt de bepalingen in - en de ten laste van de Provincie/Instelling opkomende verplichtingen uit hoofde van - de IZA-regeling en de IZA-IZR-verzekering, zoals deze luiden op 1 januari 2005, dan wel komen te luiden als gevolg van daarin nadien aangebrachte wijzigingen. 5. Voor de reeds op 1 januari 2005 aanwezige Postactieven van de Provincie/lnsteiling, die per die datum als IZA-lZR-deelnemers worden toegelaten tot de IZAregeling, wordt met ingang van 1 januari 2005 (werkgevers)premie betaald door de Provincie/Instelling conform het bepaalde in de IZA-regeling en de IZA-IZRverzekering. 6. De deelname in de IZR-regeling van de Provincie, respectievelijk de toelating tot
Bijlage 1 Overeenkomst toelating
de IZR-regeling van de Instelling eindigt op 1 januari 2005, met als gevolg dat de (ex-)medewerkers van de Provincie/Instelling met ingang van die datum geen aanspraken meer hebben op vergoeding van kosten van geneeskundige verzorging op basis van de IZR-regeiing. 7. Indien en voor zover er op 1 januari 2005 op basis van een besluit of afspraak reeds sprake is van een (lopende) verplichting van de Provincie/Instelling tot jaarlijkse betaling van schadeioosstelling als bedoeld in artikel 37 van de IZRregeling, verklaart d^ Provincie/Instelling dat deze schadeioosstelling vanaf 1 januari 2005 verschuldigd zal zijn aan IZA in plaats van aan IZR.
Bijlage 2 bij Besluit d.d. 16juni2004
Liquidatiebalans IZR (na aftrek betaling 26 miijoen aan IZA} 1.
Te vereffenen bedrag per 1 januari 2007.
Stand vereveningsfonds 31-12-2003 Bij: begroot resultaat 2004 Geraamde reserve ultimo 2004 Af: overdracht reserve aan IZA Af: kosten hoofdkantoor IZR 2005/2006 Te verdelen restant vereveningsfonds
41,3 miljoen 3,5 milj oen 44,8 miljoen 26,0 2,0 28,0 milj oen 16,8 miljoen
In de fmanciele overeenstemming met IZA staat dat over het jaar 2005 IZR de helft van een voordelig exploitatieresultaat ontvangt met een maximum van 2,0 miljoen. De definitieve hoogte van het te verdelen bedrag is derhalve pas in de loop van 2006 bekend na opstelling van de jaarrekening 2005. Een mogelijk positief resultaat 2005 wat ten gunste van IZR komt is niet in bovenstaande opstelling meegenomen.
Provinciale Staten/ Gedeputeerde Staten van de provincie….. Ieder ambt voor zover bevoegd,
,
Overwegende: • •
• •
• •
dat tussen IZR en IZA een overeenkomst inzake toelating is gesloten op 24 juni 2004; dat in die overeenkomst afspraken zijn gemaakt over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de huidige IZR-gerechtigden per 1 januari 2005 zullen worden toegelaten tot de gemeenschappelijke IZA-regeling en de IZA-IZR verzekering; dat de Provincie heeft ingestemd met deze overeenkomst; dat aan het besluit van IZA tot de toelating als bedoeld in artikel 2.1.van de overeenkomst een aantal voorwaarden ten grondslag liggen, welke zijn opgenomen in de bij de overeenkomst behorende bijlage; dat op basis van artikel 2.2. van de overeenkomst de Provincie zich voor of op 1 december 2004 akkoord dient te verklaren met bedoelde voorwaarden; dat de Provincie middels dit besluit wenst te voldoen aan die akkoordverklaring;
BESLUITEN ALS VOLGT:
1.
De Provincie verzoekt om met ingang van 1 januari 2005 zijn personeel toe te laten tot de IZAregeling, op de wijze en onder de voorwaarden als in de IZA-regeling en de tussen IZR en IZA overeengekomen IZA-IZR-verzekering omschreven.
2.
De Provincie verklaart dat wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 5, lid 1 van de IZAregeling, aangezien er sprake is van een publiekrechtelijke rechtspersoon.
3.
De deelname aan de IZA-regeling, op de wijze en onder de voorwaarden als omschreven in de IZA-regeling en de IZA-IZR-verzekering, wordt met ingang van 1 januari 2005 in de betrokken rechtspositie opgenomen, als gevolg waarvan de IZA-IZR-verzekering met ingang van die datum als verplichting zal gaan gelden voor het in dienst zijnde en nieuw in dienst tredend personeel van de Provincie dat 50% of meer van een volledige dagtaak vervult.
4.
De Provincie aanvaardt de bepalingen in - en de ten laste van de Provincie opkomende verplichtingen uit hoofde van - de IZA-regeling en de IZA-IZR-verzekering, zoals deze luiden op 1 januari 2005, dan wel komen te luiden als gevolg van daarin nadie n aangebrachte wijzigingen.
5.
Voor de reeds op 1 januari 2005 aanwezige Postactieven van de Provincie, die per die datum als IZA-IZR-deelnemers worden toegelaten tot de IZA-regeling, wordt met ingang van 1 januari 2005 (werkgevers-)premie betaald door de Provincie conform het bepaalde in de IZA-regeling en de IZA-IZR-verzekering.
6.
De deelname in de IZR-regeling van de Provincie eindigt op 1 januari 2005, met als gevolg dat de (ex-)medewerkers van de Provincie met ingang van die datum geen aanspraken meer hebben op vergoeding van kosten van geneeskundige verzorging op basis van de IZR-regeling.
7.
Indien en voor zover er op 1 januari 2005 op basis van een besluit of afspraak reeds sprake is van een (lopende) verplichting van de Provincie tot jaarlijkse betaling van schadeloosstelling als bedoeld in artikel 37 van de IZR-regeling, verklaart de Provincie dat deze schadeloosstelling vanaf 1 januari 2005 verschuldigd zal zijn aan IZA in plaats van aan IZR.
Aldus vastgesteld in de vergadering van op ……. op ……
(ondertekening)