Statenvoorstel nr. PS/2006/949 Provinciaal Seniorenbeleid
Jaargang
Datum
Ons kenmerk
Inlichtingen bij
2006-46
21 november 2006
ZC/2006/3523
de heer P.J. Offenberg, telefoon 038 499 83 35 mevrouw S.A.P. Bruns, telefoon 038 499 83 24
Aan Provinciale Staten
Onderwerp Provinciaal Seniorenbeleid.
Bijlagen I. II.
Ontwerpbesluit nr. PS/2006/949 (bijgevoegd) Provinciaal Seniorenbeleid (bijgevoegd)
1
Samenvatting
Naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer Oost-Nederland en de motie Weegenaar c.s. is ons gevraagd de uitgangspunten voor een integrale visie op het terrein van het seniorenbeleid op te stellen. Op 13 september jl. is de conceptvisie Provinciaal Seniorenbeleid besproken in uw Statencommissie Zorg en cultuur. Het seniorenbeleid maakt ook onderdeel uit van het thema Sociale infrastructuur op grond van de motie Nijhof. Na de bespreking in uw statencommissie hebben wij een interactief traject gevolgd onder andere door bestuurlijk overleg met deskundigen uit het veld en in aanwezigheid van leden van uw Staten. De uitkomsten daarvan en de schriftelijke reacties zijn verwerkt in de nu ter besluitvorming voorliggende notitie Provinciaal Seniorenbeleid. Wij hebben ervoor gekozen ons beleid op te bouwen langs de leefterreinen: Maatschappelijke inzet (waaronder het vrijwilligerswerk, mantelzorg, preventie en sport en senioren als kennisbron), Zelfstandigheid en Mobiliteit. Binnen elk leefterrein staat het potentieel van senioren centraal en op welke wijze dit potentieel maatschappelijk kan worden ingezet. De uitvoering en coördinatie van seniorenbeleid ligt primair bij de gemeenten in Overijssel. Wij streven naar een vitale coalitie met de gemeenten in Overijssel die stimulerend, waar mogelijk regisserend maar ook aanvullend, ondersteunend en faciliterend is en zullen dan ook op korte termijn bestuurlijk overleggen met de VNG-Overijssel. Voor het jaar 2007 hebben wij voor alle onderdelen concrete activiteiten geformuleerd.
2
Provinciaal Seniorenbeleid
De aanleiding van dit provinciaal seniorenbeleid is tweeledig: naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer Oost-Nederland over de effectiviteit van het beleid in de provincies Overijssel en Gelderland op het terrein van wonen, zorg en welzijn voor ouderen heeft u de motie Weegenaar c.s. aangenomen. Hierin is ons gevraagd de uitgangspunten voor een integrale visie op het terrein van het seniorenbeleid op te stellen. Daarnaast is het seniorenbeleid onderdeel van het thema Sociale infrastructuur zoals verwoord in de motie Nijhof die op 21 juni 2006 is aangenomen. In september van dit jaar hebben wij onze conceptvisie op senioren in Overijssel opgesteld. Deze visie is 13 september jl. besproken in uw Statencommissie Zorg en cultuur. Bij deze leggen wij u ter besluitvorming onze notitie Provinciaal Seniorenbeleid voor.
2.1
Het interactieve traject
In de afgelopen periode hebben wij een intensief, interactief traject gevolgd om op verschillende manieren input te krijgen van inwoners van Overijssel en maatschappelijke organisaties over de inhoud van het provinciale seniorenbeleid. Deze interactiviteit bestond uit de volgende onderdelen: reacties via de provinciale website, schriftelijke reacties van organisaties in Overijssel en wij hebben een bestuurlijke bijeenkomst met experts gehouden, in aanwezigheid van leden uit uw Staten. Uit de schriftelijke reacties (van onder andere zorgaanbieders, zorgvragers, woningcorporaties en de gezamenlijke GGD’en in Overijssel) kwam met name naar voren dat ons eerste visiedocument nog te veel is uitgegaan van een beeld van senioren als probleem. In deze definitieve notitie hebben wij dan ook dit beeld bijgesteld en staat de vitale, actief participerende senior centraal. Tijdens de bestuurlijke bijeenkomst zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest: welzijn en zorg, arbeidsparticipatie, vervoer en wonen. De bijeenkomst heeft ons zicht gegeven op knelpunten, vraagstukken en kansen voor het provinciale seniorenbeleid. Enkele conclusies zijn hieronder weergegeven: 1. de provinciale rol moet scherp en duidelijk worden geformuleerd om een zo groot mogelijke effectiviteit van betekenisvol beleid te bereiken waarbij de exacte formulering van concrete acties lastig blijft; 2. in het beleid moet sprake zijn van dwarsverbanden tussen doelstellingen en acties in plaats van uitvoering van een reeks losstaande projecten; 3. eventuele beleidsvoornemens ten aanzien van de arbeidsparticipatie van senioren kunnen meer effectief zijn indien zij in verbinding worden gebracht met andere activiteiten zoals het vrijwilligerswerk.
2.2. Visie Een visie op senioren in Overijssel raakt beleidsterreinen zoals wonen, zorg, welzijn en vervoer. Wij streven naar een betekenisvolle, integrale visie op senioren die concreet en herkenbaar is. Een visie die senioren raakt en aanspreekt en die enerzijds de participatiemogelijkheden van senioren optimaal benut en anderzijds kwetsbare senioren voldoende ondersteunt. Daarom kiezen wij ervoor ons beleid op te bouwen langs leefterreinen die van invloed zijn op de leefkwaliteit van senioren: Maatschappelijke inzet, Zelfstandigheid en Mobiliteit. Binnen elk leefterrein staat het potentieel van senioren centraal en op welke wijze dit potentieel maatschappelijk kan worden ingezet. Het provinciaal beleid gaat daarmee uit van de eigen kracht van senioren en ons beleid is aanvullend en ondersteunend aan senioren zodat zij hun eigen leven kunnen vormgeven.
2.3
De provinciale rol
De uitvoering en coördinatie van seniorenbeleid ligt primair bij de gemeenten in Overijssel. Zeker gelet op de invoering van de WMO zal deze primaire verantwoordelijkheid van gemeenten nog belangrijker en complexer worden. Wij streven naar een vitale coalitie met de gemeenten in Overijssel die stimulerend, waar mogelijk regisserend maar ook aanvullend, ondersteunend en faciliterend is en zullen dan ook op korte termijn bestuurlijk overleggen met de VNG-Overijssel. Een duidelijke formulering van de provinciale rol vergroot dan ook de effectiviteit van het provinciale seniorenbeleid. Deze noodzaak is ook aan de orde geweest tijdens het bestuurlijk overleg. De breedte en diepte van het seniorenbeleid wordt mede bepaald door de provinciale rol en taken op diverse beleidsterreinen. Een betekenisvol en samenhangend beleid wordt bereikt wanneer krachtige dwarsverbanden worden gelegd met die terreinen waar sprake is van een duidelijk provinciaal profiel. In dit licht plaatsen wij ook de discussie over activiteiten op het terrein van arbeidsparticipatie van senioren: wij onderkennen het belang van goede ondersteuning van senioren op dit terrein maar willen, gelet op het ontbreken van een directe provinciale rol, veel meer de dwarsverbanden zoeken met andere terreinen als het vrijwilligerswerk en de maatschappelijke inzet van senioren zodat de arbeidsparticipatie niet als losstaand beleidsterrein wordt opgevat maar in een geheel van betekenisvol beleid. Seniorenbeleid en de sociale pijler
Op dit punt willen wij de relatie tussen het seniorenbeleid en de sociale pijler verduidelijken. Het seniorenbeleid is onderdeel van en wordt nadrukkelijk genoemd bij de mogelijke uitwerking van de sociale pijler. Tijdens een bijeenkomst op 30 november 2006 zal het algemene kader betreffende de sociale pijler aan de orde komen waarna op 14 december 2006 inhoudelijke uitwerking plaatsvindt. Voor het seniorenbeleid heeft een dergelijk traject reeds plaatsgevonden. Op uw verzoek zal deze nota dan ook op 13 december 2006 in uw Staten worden besproken. Hiermee loopt het senioren-
2
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
beleid in proces voor op de uitwerking van de andere onderdelen van de sociale pijler die op 7 februari 2007 in uw Staten aan de orde zullen komen. Wij stellen dan ook voor om op 7 februari de diverse onderdelen van de sociale pijler te bespreken en de onttrekking uit de Ontwikkelingsreserve voor die onderdelen.
2.4
Leefterreinen
Wij formuleren het provinciale seniorenbeleid langs drie belangrijke leefterreinen die senioren direct raken. Daarbij kan worden ingespeeld op de verschillende behoeften die (jongere en oudere, man of vrouw) senioren hebben. Binnen en tussen die leefterreinen zijn dwarsverbanden geformuleerd. Per leefterrein is kort de inhoud aangegeven, welke trends zich voordoen en welke doelstellingen wij nastreven. Na deze beschrijving van de leefterreinen is een concreet programma opgesteld dat in 2007 zal worden uitgevoerd. Het landelijke programma Zilveren Kracht heeft hiervoor als inspiratiebron gediend.
1. Maatschappelijke inzet
Het leefterrein Maatschappelijke inzet betreft het optimaal benutten van de participatiemogelijkheden van senioren: • senioren hebben veel kennis en ervaring waarmee zij een bijdrage aan de samenleving kunnen leveren. Senioren doen dit al met name op de terreinen vrijwilligerswerk en mantelzorg; • wij willen het (kennis)kapitaal van senioren beter benutten door belemmeringen zoals bijvoorbeeld ontoegankelijkheid en onvoldoende informatie tegen te gaan; • wij willen de competenties van senioren benadrukken, deze aanboren en versterken waardoor senioren beter in staat zijn hun eigen welzijn en dat van anderen te bevorderen en volop aan de samenleving te blijven deelnemen. Binnen het leefterrein Maatschappelijke inzet willen wij ons inzetten op de volgende onderdelen. Vrijwilligerswerk Een groot deel van de senioren vervult vrijwilligerswerk of overweegt dit te doen. Vrijwilligerswerk kan daarmee een brugfunctie vervullen in de overgang van deelname aan het arbeidsproces en de periode dat men stopt met werken. Die overgang van deelname van het arbeidsproces gaat steeds geleidelijker door het werken in deeltijd. Vooral in die periode zou het vrijwilligerswerk kunnen worden gestimuleerd met als doel een goede mix tussen arbeidsparticipatie en vrijwillige, maatschappelijke inzet. Bestaande vrijwilligersorganisaties kunnen meer senioren aantrekken als zij rekening houden met de veranderende behoeften en wensen van senioren. Door mogelijkheden te creëren voor de combinatie tussen vrijwilligerswerk en arbeidsparticipatie, mede in samenwerking met werkgevers (zowel in profit- als non-profitsectoren) wordt het potentieel vrijwilligers op latere leeftijd vergroot. Eén van de middelen die wij in zouden kunnen zetten is het extra ondersteunen van vrijwilligerorganisaties bij het behouden en werven van de oudere vrijwilliger. Wij richten ons op de volgende doelstelling: • Een grotere participatie van senioren in het vrijwilligerswerk. Mantelzorg Oudere mantelzorgers (veelal vrouwen) bieden vaak hulp aan hun partner of soms zeer oude ouders. Zij lopen risico’s op overbelasting omdat zij zelf ouder worden en de daarbij behorende beperkingen ondervinden. Bovendien zorgen zij vaker alleen, zonder steun van andere mantelzorgers en zijn zij minder geneigd om formele hulp in te schakelen. Mantelzorgers kunnen het beter volhouden als zij ondersteuning krijgen en af en toe een adempauze kunnen nemen (respijt). Ook kunnen zij extra ondersteund worden door de inzet van een mantelzorgmakelaar. Onze doelstelling is: • Behoud en ondersteuning van mantelzorg met name voor de oudere mantelzorgers. Preventie en sport Senioren die langer gezond blijven kunnen ook langer participeren in de samenleving. Bij senioren valt nog steeds gezondheidswinst te boeken als senioren gezonder gaan eten, overgewicht tegengaan en meer bewegen. Mensen die voldoende bewegen voelen zich fitter en zijn langer in staat deel te nemen aan de samenleving. Er is een belangrijke relatie tussen psychische en lichamelijke klachten. Psychische klachten moeten op tijd worden onderkend en serieus worden genomen. In dit kader is het van belang dat verschillende zorgnetwerken goed geïnformeerd zijn over specifieke seniorenvraagstukken en dat deze zorgnetwerken goed op elkaar aansluiten. Eén van de grootste risicofactoren voor de gezondheid van senioren is vallen: 1 op de 25 mensen van 75 jaar en ouder
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
3
komt in het ziekenhuis als gevolg van een val. Met preventie gericht op dit specifieke onderdeel kan veel winst worden geboekt. Door de uitbreiding van preventie en sportmogelijkheden voor senioren kan hier invulling aan gegeven worden. Ons doel is: • Het verbeteren van de gezondheid en het langer actief blijven van senioren. Senioren als kennisbron Senioren hebben veel kennis, ervaring en vakmanschap opgedaan die zij op veel terreinen zouden kunnen inzetten en overdragen aan andere (jongere) generaties. Senioren nemen steeds meer initiatieven om maatschappelijk relevante projecten te doen. Senioren laten hiermee zien hoe ze iets voor de samenleving kunnen en willen betekenen. De inzet van kennis, ervaring en vakmanschap van senioren kan zorg dragen voor het vergroten en behouden van dit sociaal-culturele kapitaal. Onze doelstelling is dan ook: • Het vergroten en behouden van het sociaal-cultureel kapitaal van senioren.
2. Zelfstandigheid
Het leefterrein Zelfstandigheid betreft de ondersteuning van langer zelfstandig wonende senioren. Hiermee heeft dit onderdeel raakvlakken met het bestaande programma Langer zelfstandig wonen. Binnen dit programma is de hoofddoelstelling zorg te dragen voor een voldoende kwantitatief en kwalitatief aanbod aan levensloopbestendige woningen met goed aansluitende zorg en welzijnsvoorzieningen in een veilige leefomgeving. Hiervoor zijn onder meer prestatieafspraken met gemeenten gemaakt en domoticavoorzieningen in aangepaste woningen aangebracht. In aanvulling op het programma Langer zelfstandig wonen willen wij ons binnen het seniorenbeleid richten op de volgende doelstelling: • Vergroting van het welzijn en welbevinden van zelfstandig wonende senioren.
3. Mobiliteit
Mobiliteit is een essentiële voorwaarde voor het zelfstandig wonen van senioren, gelet op bereikbaarheid van voorzieningen en mobiliteit is onmisbaar voor de maatschappelijke participatie van senioren. Senioren die niet meer de beschikking hebben over eigen vervoer en die vanwege lichamelijke beperkingen niet met het openbaar vervoer kunnen, zijn aangewezen op vervoer vanuit de Wet voorzieningen gehandicapten. Wij richten ons op het tot stand brengen van een adequaat vervoersvoorzieningenniveau voor senioren met als uitgangspunt het verbeteren van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Daarnaast willen wij de vrijwillige inzet ondersteunen die voorziet in specifieke vervoersbehoeften van senioren in samenhang met het onderdeel maatschappelijke inzet. Wel merken wij op dat sprake is van langjarige concessies ten aanzien van het vervoer die van invloed zijn op de uitvoering van de beleidsvoornemens. Wij richten ons op het bereiken van de volgende doelstelling: • Vergroting en behoud van mobiliteit van senioren.
3
Uitvoeringsprogramma 2007: Senioren aan zet in Overijssel
In aansluiting op het landelijke programma Zilveren Kracht (een initiatief van onder andere het NIZW) hebben wij een concreet uitvoeringsprogramma opgesteld om uitvoering te geven aan het seniorenbeleid. Dit uitvoeringsprogramma, genaamd Senioren aan zet in Overijssel, is geformuleerd aan de hand van de drie gekozen leefterreinen Maatschappelijke inzet, Zelfstandigheid en Mobiliteit. Voor de uitvoering van dit programma zullen wij in overleg treden met diverse maatschappelijke organisaties. De concrete acties kunt u vinden in de volledige notitie. Vooralsnog hebben de inhoud en de opgenomen activiteiten betrekking op het jaar 2007. De voortzetting van het seniorenbeleid in de jaren daarna zal mede afhankelijk zijn van het nieuw te sluiten Onderhandelingsakkoord.
4
Financiële paragraaf
De financiële uitvoering van deze nota zien wij als volgt: • ten eerste zal het seniorenbeleid facetbeleid worden binnen het reguliere beleid. Dit houdt in dat binnen de bestaande beleidsterreinen het seniorenbeleid wordt uitgevoerd;
4
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
• •
ten tweede zal, gelet op de geformuleerde acties, een extra inspanning vanuit reguliere beleidsterreinen noodzakelijk zijn. Hiervoor zullen wij in 2007 een voorstel doen; tot slot stellen wij u voor om in uw Statenvergadering van 7 februari 2007 een integrale afweging te maken over hoeveel middelen aan elk van de diverse onderdelen (waaronder ook dit seniorenbeleid) van de Sociale infrastructuur uit de Ontwikkelingsreserve worden toegekend voor de uitvoering van de robuuste onderdelen. Op dat moment zijn de diverse onderdelen inhoudelijk uitgewerkt en vindt hierover besluitvorming in uw Staten plaats.
Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, G.J. Jansen secretaris, H.A. Timmerman
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
5
6
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
Bijlage I
Ontwerpbesluit nr. PS/2006/949
Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 21 november 2006, kenmerk ZC/2006/3523;
besluiten: 1.
de notitie Provinciaal Seniorenbeleid opgebouwd langs de lijnen Maatschappelijke inzet, Zelfstandigheid en Mobiliteit vast te stellen;
2.
om in de Statenvergadering van 7 februari 2007 de diverse onderdelen van de sociale pijler te bespreken in relatie tot de onttrekking uit de Ontwikkelingsreserve voor de robuuste onderdelen.
Zwolle, Provinciale Staten voornoemd,
voorzitter,
griffier,
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
7
Bijlage II
Provinciaal Seniorenbeleid Inleiding De aanleiding van dit provinciaal seniorenbeleid is tweeledig: naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer Oost-Nederland over de effectiviteit van het beleid in de provincies Overijssel en Gelderland op het terrein van wonen, zorg en welzijn voor ouderen, hebben Provinciale Staten de motie Weegenaar c.s. aangenomen. Hierin is ons gevraagd de uitgangspunten voor een integrale visie op het terrein van het seniorenbeleid op te stellen. Daarnaast is het seniorenbeleid onderdeel van het thema Sociale infrastructuur zoals verwoord in de motie Nijhof die op 21 juni 2006 is aangenomen. In september van dit jaar hebben wij onze conceptvisie op senioren in Overijssel opgesteld. Deze visie is 13 september jl. besproken in de Statencommissie Zorg en cultuur. De conclusie van die bespreking was in hoofdlijnen dat de visie voldeed aan de strekking van het eerdere amendement van Provinciale Staten waarbij de discussie zich met name richtte op het onderwerp arbeidsparticipatie en in hoeverre dit onderdeel zou moeten zijn van het seniorenbeleid. Dit onderwerp is expliciet besproken tijdens de bestuurlijke bijeenkomst. Bij deze presenteren wij, als vervolg op de eerste aanzet, onze definitieve notitie Provinciaal Seniorenbeleid. Deze notitie is als volgt opgebouwd: in het kort schetsen wij het interactieve traject van de afgelopen periode en de resultaten daarvan. Daarna benoemen wij kernachtig onze visie en uitgangspunten die voor een belangrijk deel ook reeds eerder werden verwoord. De kern van de inhoud is geformuleerd langs drie leefterreinen die van groot belang zijn voor senioren. De concrete uitvoering is in de vorm van een programma Senioren aan zet in Overijssel opgesteld. De notitie sluit af met opmerkingen over de financiering van dit beleid.
Het interactieve traject In de afgelopen periode hebben wij een intensief, interactief traject gevolgd om op verschillende manieren input te krijgen van inwoners van Overijssel en maatschappelijke organisaties over de inhoud van het provinciale seniorenbeleid. Deze interactiviteit bestond uit de volgende onderdelen: •
internetsite: www.overijssel.nl/seniorenbeleid Inwoners van Overijssel zijn in de gelegenheid gesteld om via onze provinciale internetsite te reageren op een aantal stellingen en de mogelijkheid is geboden om een open reactie te geven op het visiedocument. De reacties op de stellingen waren zeer beperkt, vandaar dat deze niet zijn meegenomen in de notitie. De open reacties zijn echter wel verwerkt in deze notitie;
•
schriftelijke reacties Daarnaast hebben wij de conceptvisie toegezonden aan een groot aantal organisaties en deze in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren. Hieronder geven wij een overzicht op hoofdlijnen van de binnengekomen reacties: Woonzorg Nederland geeft aan dat het realiseren van bereikbare en goedkope seniorenhuisvesting lastig blijft en benadrukt het belang van ICT in seniorenwoningen; ROSET (stichting voor de eerstelijnszorg) benoemt het belang van afstemming met de eerstelijnszorg en programma’s betreffende bewegen voor senioren; Delta Wonen mist aandacht voor de rol van de provincie ten aanzien van het behoud van algemene voorzieningen in kleine kernen die belangrijk zijn voor de zelfstandigheid van senioren; SCOOP (stichting voor de eerstelijnszorg) geeft aan dat eerstelijnshulpverleners een preventieve rol kunnen spelen in het behoud van de zelfredzaamheid van senioren; Livio geeft aan dat de WMO zware gevolgen zal hebben voor de mantelzorgers en vrijwilligers die betrokken zijn bij de zorg en welzijn van senioren; het PCP Twente geeft aan het vraagstuk niet als probleem te willen benaderen maar als een uitdaging: de grijze golf is geen probleem maar een oplossing voor de toekomst; SENtrum Seniorenbonden is van mening dat het visiedocument nog te veel uitgaat van de zorgbehoeftige senior en vraagt onder andere aandacht voor onderwerpen als inkomensontwikkeling, arbeidsparticipatie en armoedebeleid. Daarnaast wil SENtrum actief betrokken worden bij de uitvoering van het seniorenbeleid;
8
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
de GGD’en in de regio’s Twente en IJssel-Vecht hebben gezamenlijk gereageerd op het visiedocument. Zij benadrukken het belang van (collectieve) preventie en stellen diverse preventieve interventies voor; de gemeente Zwolle onderschrijft onze visie en ziet aanknopingspunten met het gemeentelijk beleid en benadrukt dat de vergrijzing ook belangrijke gevolgen heeft in de grote steden.
De reacties geven aan dat ons eerste visiedocument nog te veel is uitgegaan van een beeld op senioren als probleem. In deze definitieve notitie hebben wij dit beeld bijgesteld en staat de vitale, actief participerende senior centraal. De strekking van de schriftelijke reacties zijn dan ook verwerkt voor zover die passen binnen die doelstelling. Daar waar de reacties meer betrekking hebben op de zorg voor senioren zullen wij die onderdelen opnemen in ons programma Langer zelfstandig wonen voor 2007; •
bestuurlijke bijeenkomst met experts Op 2 november jl. heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden, waar met een beperkt aantal vertegenwoordigers, in aanwezigheid van leden van Provinciale Staten, is gesproken over de vraagstukken betreffende het seniorenbeleid. Tijdens de bijeenkomst zijn de volgende onderwerpen aan de orde geweest: welzijn en zorg, arbeidsparticipatie, vervoer en wonen. De bijeenkomst heeft ons zicht gegeven op knelpunten, vraagstukken en kansen voor het provinciale seniorenbeleid. Enkele conclusies zijn hieronder weergegeven: de formulering van een integraal seniorenbeleid is van groot belang met die toevoeging dat gestreefd moet worden naar een betekenisvol beleid dat focust op kernonderdelen; seniorenbeleid is, als gevolg van de demografische ontwikkeling, één van de grootste uitdagingen voor de toekomst. Echter, de formulering van concrete acties blijft lastig; de provinciale rol op het terrein van seniorenbeleid moet scherp en duidelijk worden geformuleerd om een zo groot mogelijke effectiviteit van beleid te bereiken; in het beleid moet sprake zijn van dwarsverbanden tussen doelstellingen en acties in plaats van de uitvoering van een reeks losstaande projecten; onder senioren bestaat een groot potentieel voor de uitvoering van vrijwilligerswerk; eventuele beleidsvoornemens ten aanzien van de arbeidsparticipatie van senioren kunnen meer effectief zijn indien zij in verbinding worden gebracht met andere activiteiten zoals het vrijwilligerswerk; de belangrijkste opgaven op het terrein van vervoer voor senioren zijn een goede aansluiting van het groot aantal verschillende vervoerssystemen en het behoud van de fysieke toegankelijkheid van vervoersvoorzieningen; ten aanzien van wonen voor senioren geldt de levensloopbestendige bouw als belangrijkste aspect. Daarnaast is de toepassing van ICT-voorzieningen een belangrijk hulpmiddel. In de keten van wonen, zorg en welzijn blijkt uit de praktijk dat de welzijnssector de zwakste schakel is waardoor welzijnsaspecten door woon- en zorgpartijen zelf worden ingevuld; het landelijke programma Zilveren Kracht kan mogelijk als voorbeeld dienen voor Overijssel.
Na besluitvorming over deze notitie zullen wij de uitvoering ook interactief vormgeven en regelmatig senioren en maatschappelijke organisaties consulteren over de richting van ons beleid. In 2007 willen wij op het terrein van het seniorenbeleid een duidelijk provinciaal profiel tonen dat stimulerend werkt en herkenbaar is voor maatschappelijke organisaties. Op grond van de uitkomsten van het interactieve traject hebben wij de inhoud van deze notitie opgesteld. Vooralsnog hebben de inhoud en de opgenomen activiteiten betrekking op het jaar 2007. De voortzetting van het seniorenbeleid in de jaren daarna zal mede afhankelijk zijn van het nieuw te sluiten Onderhandelingsakkoord.
Visie en uitgangspunten Een visie op senioren in Overijssel raakt beleidsterreinen zoals wonen, zorg, welzijn en vervoer. Wij streven naar een betekenisvolle, integrale visie op senioren die concreet en herkenbaar is. Een visie die senioren raakt en aanspreekt en die enerzijds de participatiemogelijkheden van senioren optimaal benut en anderzijds kwetsbare senioren voldoende ondersteunt. Daarom kiezen wij ervoor ons beleid op te bouwen langs leefterreinen die van invloed zijn op de leefkwaliteit van senioren: Maatschappelijke inzet, Zelfstandigheid en Mobiliteit. Binnen elk leefterrein staat het potentieel van senioren centraal en op welke wijze dit potentieel maatschappelijk kan worden ingezet. Het provinciaal beleid gaat daarmee uit van de eigen kracht van senioren en ons beleid is aanvullend en ondersteunend aan senioren zodat zij hun eigen leven kunnen vormgeven.
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
9
In onze eerste notitie hebben wij inhoudelijke en procesmatige uitgangspunten geformuleerd waaraan het provinciaal seniorenbeleid zou moeten voldoen. Op grond van de discussies hebben wij deze uitgangspunten aangescherpt en wij noemen achtereenvolgens: • benutten van het potentieel: de vergrijzing stelt de samenleving voor grote opgaven maar wij benaderen de vergrijzing niet als probleem maar willen de kansen benutten. Dit betekent aandacht voor de vitale, actief participerende senior en het benutten van aanwezig potentieel; • de wens en behoefte van senioren staat centraal: senioren en hun maatschappelijke organisaties moeten betrokken worden bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid; • behoud van regie over het eigen leven en behoud van menselijke waardigheid: wij willen stimuleren dat senioren zoveel als mogelijk de regie over hun eigen leven houden en wanneer sprake is van zorgverlening moet het behoud van de menselijke waardigheid centraal staan; • versterking van de zelfredzaamheid van senioren: het provinciale beleid wil senioren ondersteunen zodat hun zelfredzaamheid in hun sociale omgeving wordt vergroot; • gemeenten in Overijssel hebben het initiatief bij de uitvoering van seniorenbeleid ook gelet op de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Wij streven dan ook naar bestuurlijke samenwerking met de gemeenten in Overijssel; • de provinciale inzet bevindt zich op een bovenlokaal, (boven)regionaal of provinciaal niveau.
De provinciale rol De uitvoering en coördinatie van seniorenbeleid ligt primair bij de gemeenten in Overijssel. Zeker gelet op de invoering van de WMO zal deze primaire verantwoordelijkheid van gemeenten nog belangrijker en complexer]worden. Wij zijn van mening dat de provinciale rol aanvullend, ondersteunend en faciliterend aan gemeenten behoort te zijn. Wij streven naar een vitale coalitie met de gemeenten in Overijssel die stimulerend, waar mogelijk regisserend maar ook aanvullend, ondersteunend en faciliterend is en zullen dan ook op korte termijn bestuurlijk overleggen met de VNGOverijssel. Een duidelijke formulering van de provinciale rol vergroot dan ook de effectiviteit van het provinciale seniorenbeleid. Deze noodzaak is ook aan de orde geweest tijdens het bestuurlijk overleg. De breedte en diepte van het seniorenbeleid wordt mede bepaald door de provinciale rol en taken op diverse beleidsterreinen. Een betekenisvol en samenhangend beleid wordt bereikt wanneer krachtige dwarsverbanden worden gelegd met die terreinen waar sprake is van een duidelijk provinciaal profiel. In dit licht plaatsen wij de discussie over activiteiten op het terrein van arbeidsparticipatie van senioren: wij onderkennen het belang van goede ondersteuning van senioren op dit terrein maar willen, gelet op het ontbreken van een directe provinciale rol, veel meer de dwarsverbanden zoeken met andere terreinen als het vrijwilligerswerk en de maatschappelijke inzet van senioren zodat de arbeidsparticipatie niet als losstaand beleidsterrein wordt opgevat maar in een geheel van betekenisvol beleid. In de uitvoering van het seniorenbeleid willen wij als middenbestuur integreren en verbinden en onze ambities realiseren door het aangaan van vitale coalities met betrokken overheden (met name de gemeenten in Overijssel), maatschappelijke organisaties zoals SENtrum seniorenbonden en provinciale steunfuncties, bedrijven en burgers. Seniorenbeleid en de sociale pijler
Op dit punt willen wij de relatie tussen het seniorenbeleid en de sociale pijler verduidelijken. Het seniorenbeleid is onderdeel van en wordt nadrukkelijk genoemd bij de mogelijke uitwerking van de sociale pijler. Tijdens een bijeenkomst op 30 november 2006 zal het kader betreffende de sociale pijler aan de orde komen waarna op 14 december 2006 inhoudelijke uitwerking plaatsvindt. Voor het seniorenbeleid heeft een dergelijk traject reeds plaatsgevonden. Op verzoek van Provinciale Staten zal deze nota dan ook op 13 december 2006 in Provinciale Staten worden besproken. Hiermee loopt het seniorenbeleid in proces voor op de uitwerking van de andere onderdelen van de sociale pijler die op 7 februari 2007 in Provinciale Staten aan de orde zullen komen. Wij stellen dan ook voor om op 7 februari de diverse onderdelen van de sociale pijler te bespreken en de onttrekking uit de Ontwikkelingsreserve voor die onderdelen.
Leefterreinen Wij formuleren het provinciale seniorenbeleid langs drie belangrijke leefterreinen die senioren direct raken. Daarbij kan worden ingespeeld op de verschillende behoeften die (jongere en oudere, man of vrouw) senioren hebben. Binnen en tussen die leefterreinen zijn dwarsverbanden geformuleerd. Per leefterrein is kort de inhoud aangegeven, welke trends zich voordoen en welke doelstellingen wij nastreven. Na deze beschrijving van de leefterreinen is een concreet programma opgesteld dat in 2007 zal worden uitgevoerd. Het landelijke programma Zilveren Kracht heeft hiervoor als inspiratiebron gediend.
10
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
1. Maatschappelijke inzet
Het leefterrein Maatschappelijke inzet betreft het optimaal benutten van de participatiemogelijkheden van senioren: • senioren hebben veel kennis en ervaring waarmee zij een bijdrage aan de samenleving kunnen leveren. Senioren doen dit al met name op de terreinen vrijwilligerswerk en mantelzorg; • wij willen het (kennis)kapitaal van senioren beter benutten door belemmeringen zoals bijvoorbeeld ontoegankelijkheid en onvoldoende informatie tegen te gaan; • wij willen de competenties van senioren benadrukken, deze aanboren en versterken waardoor senioren beter in staat zijn hun eigen welzijn en dat van anderen te bevorderen en volop aan de samenleving te blijven deelnemen. Binnen het leefterrein Maatschappelijke inzet willen wij ons inzetten op de volgende onderdelen: Vrijwilligerswerk Een groot deel van de senioren vervult vrijwilligerswerk of overweegt dit te doen. Vrijwilligerswerk kan daarmee een brugfunctie vervullen in de overgang van deelname aan het arbeidsproces en de periode dat men stopt met werken. Die overgang van deelname van het arbeidsproces gaat steeds geleidelijker door het werken in deeltijd. Vooral in die periode zou het vrijwilligerswerk kunnen worden gestimuleerd met als doel een goede mix tussen arbeidsparticipatie en vrijwillige, maatschappelijke inzet. Bestaande vrijwilligersorganisaties kunnen meer senioren aantrekken als zij rekening houden met de veranderende behoeften en wensen van senioren. Door mogelijkheden te creëren voor de combinatie tussen vrijwilligerswerk en arbeidsparticipatie, mede in samenwerking met werkgevers (zowel in profit- als non-profitsectoren) wordt het potentieel vrijwilligers op latere leeftijd vergroot. Eén van de middelen die wij in zouden kunnen zetten is het extra ondersteunen van vrijwilligerorganisaties bij het behouden en werven van de oudere vrijwilliger. Wij richten ons op de volgende doelstelling: • Een grotere participatie van senioren in het vrijwilligerswerk. Mantelzorg Oudere mantelzorgers (veelal vrouwen) bieden vaak hulp aan hun partner of soms zeer oude ouders. Zij lopen risico’s op overbelasting omdat zij zelf ouder worden en de daarbij behorende beperkingen ondervinden. Bovendien zorgen zij vaker alleen, zonder steun van andere mantelzorgers en zijn zij minder geneigd om formele hulp in te schakelen. Mantelzorgers kunnen het beter volhouden als zij ondersteuning krijgen en af en toe een adempauze kunnen nemen (respijt). Ook kunnen zij extra ondersteund worden door de inzet van een mantelzorgmakelaar. Onze doelstelling is: • Behoud en ondersteuning van mantelzorg met name voor de oudere mantelzorgers. Preventie en sport Senioren die langer gezond blijven kunnen ook langer participeren in de samenleving. Bij senioren valt nog steeds gezondheidswinst te boeken als senioren gezonder gaan eten, overgewicht tegengaan en meer bewegen. Mensen die voldoende bewegen voelen zich fitter en zijn langer in staat deel te nemen aan de samenleving. Er is een belangrijke relatie tussen psychische en lichamelijke klachten. Psychische klachten moeten op tijd worden onderkend en serieus worden genomen. In dit kader is het van belang dat verschillende zorgnetwerken goed geïnformeerd zijn over specifieke seniorenvraagstukken en dat deze zorgnetwerken goed op elkaar aansluiten. Eén van de grootste risicofactoren voor de gezondheid van senioren is vallen: 1 op de 25 mensen van 75 jaar en ouder komt in het ziekenhuis als gevolg van een val. Met preventie gericht op dit specifieke onderdeel kan veel winst worden geboekt. Door de uitbreiding van preventie en sportmogelijkheden voor senioren kan hier invulling aan gegeven worden. Ons doel is: • Het verbeteren van de gezondheid en het langer actief blijven van senioren. Senioren als kennisbron Senioren hebben veel kennis, ervaring en vakmanschap opgedaan die zij op veel terreinen zouden kunnen inzetten en overdragen aan andere (jongere) generaties. Senioren nemen steeds meer initiatieven om maatschappelijk relevante projecten te doen. Senioren laten hiermee zien hoe ze iets voor de samenleving kunnen en willen betekenen. De inzet van kennis, ervaring en vakmanschap van senioren kan zorg dragen voor het vergroten en behouden van dit sociaal-culturele kapitaal. Onze doelstelling is dan ook: • Het vergroten en behouden van het sociaal-cultureel kapitaal van senioren.
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
11
2. Zelfstandigheid
Het leefterrein Zelfstandigheid betreft de ondersteuning van langer zelfstandig wonende senioren. Hiermee heeft dit onderdeel raakvlakken met het bestaande programma Langer zelfstandig wonen. Binnen dit programma is de hoofddoelstelling zorg te dragen voor een voldoende kwantitatief en kwalitatief aanbod aan levensloopbestendige woningen met goed aansluitende zorg en welzijnsvoorzieningen in een veilige leefomgeving. Hiervoor zijn onder meer prestatieafspraken met gemeenten gemaakt en domoticavoorzieningen in aangepaste woningen aangebracht. In aanvulling op het programma Langer zelfstandig wonen willen wij ons binnen het seniorenbeleid richten op de volgende doelstelling: • Vergroting van het welzijn en welbevinden van zelfstandig wonende senioren.
3. Mobiliteit
Mobiliteit is een essentiële voorwaarde voor het zelfstandig wonen van senioren, gelet op bereikbaarheid van voorzieningen en mobiliteit is onmisbaar voor de maatschappelijke participatie van senioren. Senioren die niet meer de beschikking hebben over eigen vervoer en die vanwege lichamelijke beperkingen niet met het openbaar vervoer kunnen, zijn aangewezen op vervoer vanuit de Wet voorzieningen gehandicapten. Wij richten ons op het tot stand brengen van een adequaat vervoersvoorzieningenniveau voor senioren met als uitgangspunt het verbeteren van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Daarnaast willen wij de vrijwillige inzet ondersteunen die voorziet in specifieke vervoersbehoeften van senioren in samenhang met het onderdeel maatschappelijke inzet. Wel merken wij op dat sprake is van langjarige concessies ten aanzien van het vervoer die van invloed zijn op de uitvoering van de beleidsvoornemens. Wij richten ons op het bereiken van de volgende doelstelling: • Vergroting en behoud van mobiliteit van senioren.
Ter informatie: Zilveren Kracht Het programma Zilveren Kracht (www.zilverenkracht.nl) is een gezamenlijk initiatief van het NIZW, CIVIQ (instituut voor maatschappelijke inzet) en X-S2 (kennisportal sociaal beleid) en heeft als hoofddoelstelling het mobiliseren van mensen met levenservaring. Zilveren Kracht kent vier speerpunten: • senioren en werk: het begeleiden van oudere werknemers op weg naar een nieuwe levensfase; • burgerinitiatieven: het stimuleren van eigen maatschappelijke initiatieven van senioren; • vrijwilligersorganisaties: het werken aan vernieuwing in vergrijsde vrijwilligersorganisaties; • wonen met zorg en welzijn: samen werken aan een woonomgeving die uitnodigt om actief ouder te worden. Het programma geeft aan dat bedrijven, vrijwilligersorganisaties, vrijwilligerscentrales, burgerinitiatieven, gemeenten, welzijnsorganisaties, kerken, moskeeën, scholen, zorgorganisaties en woningcorporaties een actieve rol kunnen spelen om de speerpunten te vertalen naar concrete projecten. Deze uitvoering van concrete projecten zal veelal op lokaal niveau moeten plaatsvinden en soms op regionaal of provinciaal niveau. Mede op basis van dit landelijke programma Zilveren Kracht zijn wij geïnspireerd tot een Overijssels programma: Senioren aan zet in Overijssel 2007.
Uitvoeringsprogramma 2007: Senioren aan zet in Overijssel De uitvoering van het programma in 2007 zal moeten plaatsvinden door diverse maatschappelijke organisaties, provinciale steunfuncties, gemeenten en bedrijven. Hiervoor zullen wij met hen in overleg treden. In 2007 zullen wij op verschillende momenten bekendheid geven over de voortgang van het programma door de inzet van diverse communicatie instrumenten zoals een provinciale bijeenkomst, een website www.seniorenaanzetinoverijssel.nl en een e-nieuwsbrief.
12
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
Leefterrein: Maatschappelijke inzet onderwerp
inhoud
uitvoering
Een grotere participatie van
Ontwikkelen en uitvoeren van
SVWO, SENtrum en werkgevers.
senioren in het vrijwilligerswerk.
methodieken voor vrijwilligersorganisaties (mede in samenwerking met werkgevers) voor het behouden en werven van oudere vrijwilligers.
Behoud en ondersteuning van
Opzet van respijtzorg: logeerhuizen
Steunpunten Informele Zorg en het
mantelzorg met name voor de
in Overijssel.
PMO.
oudere mantelzorger.
Inzet mantelzorgmakelaar.
Het verbeteren van de gezondheid
1. Activiteiten en programma’s voor
1 en 2.
en het langer actief blijven van
senioren gericht op het gezond en
GGD’en, zorgaanbieders, zorgnet-
senioren.
daarmee actief houden van deze
werken en gemeenten.
groep zoals bijvoorbeeld valpreventieprogramma’s. 2. Het verbeteren van de aansluiting tussen de verschillende zorgnetwerken voor senioren. 3. Sport en bewegingsactiviteiten
3. Sportraad en gemeenten.
passend bij de specifieke wensen en mogelijkheden van verschillende groepen senioren. Het vergroten en behouden van
Inzet van kennis, ervaring en
Vrijwilligersorganisaties, gemeenten
het sociaal-cultureel kapitaal.
vakmanschap van senioren: training,
ROC’s/scholen.
coaching en intergenerationele contacten. De staat van senioren in
Het in kaart brengen van de trends,
Overijssel.
kansen en bedreigingen voor
Onderzoeksbureau.
senioren in Overijssel. De uitkomsten kunnen als kennisbank dienen voor allerlei organisatie en gemeenten in Overijssel die zich bezighouden met senioren.
Leefterrein: Zelfstandigheid onderwerp
inhoud
uitvoering
Vergroting van het welzijn en
1. Activering van het sociale net-
Gemeenten, IZIT (Vereniging ICT in
welbevinden van zelfstandig wonende senioren.
werk van en door senioren.
Twente), SENtrum en
2. Welzijnsdiensten voor zelfstan-
welzijnsorganisaties.
dig wonende senioren. 3. Inzet van ICT en de ontwikkeling van zorgzame buurt en telediensten.
Leefterrein: Mobiliteit onderwerp
inhoud
uitvoering
Vergroting en behoud van
1. Aansluiting van de regiotaxi op
Gemeenten, Regio Twente, Rijk en
mobiliteit van senioren.
het openbaar vervoer.
steunfuncties.
2. Toegankelijkheid van stations en haltes. 3. Ondersteuning van projecten met vrijwilligers waarbij in de vervoersbehoefte van senioren wordt voorzien. 4. Informatievoorziening aan senioren over de verschillende vervoersmogelijkheden.
Statenvoorstel nr. PS/2006/949
13
Financiële paragraaf De financiële uitvoering van deze nota zien wij als volgt: • ten eerste zal het seniorenbeleid facetbeleid worden binnen het reguliere beleid. Dit houdt in dat binnen de bestaande beleidsterreinen het seniorenbeleid wordt uitgevoerd; • ten tweede zal, gelet op de geformuleerde acties, een extra inspanning vanuit reguliere beleidsterreinen noodzakelijk zijn. Hiervoor zullen wij in 2007 een voorstel doen; • tot slot zal in de Statenvergadering van 7 februari 2007 een integrale afweging worden gemaakt over hoeveel middelen aan elk van de diverse onderdelen (waar onder ook dit seniorenbeleid) van de Sociale Infrastructuur uit de Ontwikkelingsreserve worden toegekend voor de uitvoering van de robuuste onderdelen. Op dat moment zijn de diverse onderdelen inhoudelijk uitgewerkt en vindt hierover besluitvorming in Provinciale Staten plaats.
14
Statenvoorstel nr. PS/2006/949