TRIBUNAL DE JUSTICIA DELAS COMUNIDADES EUROPEAS
COUR DE JUSTICE DES COMMUNAUTÉS EUROPÉENNES
DE EUROPÆISKE FÆLLESSKABERS DOMSTOL
CU I HT BHREITIIIÚNAIS NA gCOMHPHOBAL EORPACH
GERICHTSHOF DER EUROPÄISCHEN GEMEINSCHAFTEN
„CVRIÀ
CORTE DI GIUSTIZIA DELLE COMUNITÀ EUROPEE
LUXEMBOURG ΑΙΚΛΣΤΗΡΚ) TON ΕΥΡΟΠΑΐΚίΙΝ KOINOTHTON
HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN
COURT OF JUSTICE OF THE EUROPEAN COMMUNITIES
TRIBUNAL DE JUSTIÇA DAS COMUNIDADES EUROPEIAS
HOF VAN JUSTITIE EN GERECHT VAN EERSTE AANLEG VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Weekoverzicht 14 - 18 maart 1994 Nr. 9/94 INHOUD blz. ARRESTEN Bi.i het Hof van Justitie aanhangige zaken
3
Zaak C-387/92 Banco de Crédito Industrial SA, thans Banco Exterior de España SA/Ayuntamiento de Valencia Mededinging Zaak C-45/93 Commissie/Koninkrijk Spanje Beginselen van gemeenschapsrecht
3
Bij het Gerecht van eerste aanleg aanhangige zaken
6
Zaak T-100/92 G. La Pietra/Commissie Ambtenarenrecht
6
Dit overzicht is opgesteld door het Voorlichtingsbureau van het Hof van Justitie met het doel de lezers op korte termijn op de hoogte te stellen van de werkzaamheden van het Hof en het Gerecht. Alleen de tekst van de arresten en conclusies die naderhand wordt gepubliceerd in de "Jurisprudentie van het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg", is echter officieel. De inhoud van dit weekoverzicht kan zonder toestemming, doch met vermelding van de bron, worden overgenomen.
- 2-
Zaak T-43/91 Ρ. E. Hoyer/Commissie Ambtenarenrecht Zaak T-44/91 C. Smets/Commissie Ambtenarenrecht Zaak T-51/91 Ρ. E. Hoyer/Commissie Ambtenarenrecht Zaak T-52/91 C. Smets/Commissie Ambtenarenrecht II.
III.
6 6 7 7
CONCLUSIES
7
Zaak C-51/93 Meyhui NV/Schott Zwiesel Glaswerke AG Conclusie van advocaat-generaal C. Gulmann Zaak C-388/92 Europees Parlement/Raad Conclusie van advocaat-generaal M. Darmon Zaak C-75/92 Gao Yao (HK) Hua Fa Industrial Company Limited/ Raad van de Europese Unie Conclusie van advocaat-generaal C. 0. Lenz Gevoegde zaken C-401/92 en C-402/92 Strafzaken tegen Tankstation 't Heukske en J.B.E. Boermans Conclusie van advocaat-generaal W. Van Gerven Zaak C-33/93 Empire Stores Ltd/The Commissioners of Customs and Excise Conclusie van advocaat-generaal W. Van Gerven
7 8 8
9 9
NIEUWE ZAKEN
10
Bij het Hof van Justitie aanhangige zaken
10
Act 9/94
I.
ARRE S TEN
Α.
Bij het Hof van Justitie aanhangige zaken
Zaak C-387/92: Banco de Crédito Industrial SA, thans Banco Exterior de España SA/Ayuntamiento de Valencia Mededinging 15.03.1994 "Mededinging -- Openbare bedrijven -- Belastingvrijstelling -- M isbruik van machtspositie -- Staatssteun" (Voltallig Hof) Bij beschikking van 24 juni 1991, binnengekomen ten Hove op 29 oktober 1992, heeft het Tribunal Superior de Justicia de la Comunidad Valenciana (Spanje) een aantal prejudiciële vragen gesteld over de uitlegging van de artikelen 86, 90 en 92 EEG-Verdrag, alsmede van een aantal bepalingen van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek en de aanpassing van de Verdragen. Deze vragen zijn gerezen in het kader van een geding naar aanleiding van een aanslag voor de gemeentelijke onroerend goed-belasting over de belastingjaren 1983-1986. Deze belasting wordt geheven terzake van het gebruik of het genot van elke op gemeentelijk grondgebied gelegen bedrijfsruimte, van welke aard ook, voor industriële- of handelsdoeleinden of met het oog op de uitoefening van beroepswerkzaamheden. De Banco de Crédito Industrial stelde tegen deze aanslag beroep in bij het Tribunal Superior de Justicia de la Comunidad Valenciana. Daarbij voerde zij aan, dat zij in strijd was met artikel 29 van wet nr. 13/71, volgens hetwelk "openbare kredietinstellingen zijn vrijgesteld van alle belastingen die worden geheven door de centrale overheid, de provincies, de gemeenten en de overige publiekrechtelijke lichamen en instellingen, wanneer zij voor die belastingen als belastingplichtig zijn aan te merken". Er dient te worden aangenomen, dat met de prejudiciële vragen, zakelijk weergegeven, de vraag aan de orde wordt gesteld, of artikel 90 EEG-Verdrag, juncto artikel 92 EEG-Verdrag, zich verzet tegen de toepassing van een wettelijke regeling van een Lid-Staat, waarbij aan openbare bedrijven een belastingvrijstelling wordt verleend. Zoals het Hof reeds heeft vastgesteld in het kader van het EGKS-Verdrag, heeft het begrip steun evenwel een algemenere strekking dan het begrip subsidie, daar het niet alleen positieve prestaties omvat zoals de subsidie zelf, doch ook maatregelen welke, in verschillende vormen, de lasten verlichten, die normaliter op het budget van een onderneming drukken en daardoor -- zonder nog
Act 9/94
-4
subsidies in de strikte zin van het woord te zijn -- van gelijke aard zijn en tot identieke gevolgen leiden. Een maatregel waarbij de overheid aan bepaalde ondernemingen een belastingvrijstelling verleent die, hoewel in dat kader geen staatsmiddelen worden overgedragen, de financiële situatie van de begunstigden verbetert ten opzichte van de andere belastingplichtigen, is bijgevolg als een steunmaatregel van de staat in de zin van artikel 92, lid 1, EEG-Verdrag aan te merken. Voor zover deze steunmaatregel het handelsverkeer tussen de Lid-Staten ongunstig kan beïnvloeden en de mededinging kan vervalsen, is hij, behoudens de afwijkingen waarin het Verdrag voorziet, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt. Het Verdrag beoogt evenwel, door bij artikel 93 het voortdurend onderzoek en het toezicht op steunmaatregelen aan de Commissie op te dragen, de eventuele onverenigbaarheid van een steunmaatregel met de gemeenschappelijke markt te doen vaststellen door middel van een geëigende procedure, voor de toepassing waarvan de Commissie verantwoordelijk is, zulks onder toezicht van het Hof van Justitie. Deze bevoegdheid van de Commissie strekt zich eveneens uit tot staatssteun aan de in artikel 90, lid 2, bedoelde ondernemingen, in het bijzonder die welke de Lid-Staten hebben belast met het beheer van diensten van algemeen belang. Bijgevolg geldt het onderscheid dat artikel 93 EEG-Verdrag aanbrengt tussen bestaande en nieuwe steunmaatregelen, ook voor staatssteun aan ondernemingen die onder artikel 90, lid 2, vallen. Een bestaande steunmaatregel kan tot uitvoering worden gebracht zolang de Commissie deze niet onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt heeft verklaard. Het Hof verklaart
voor
recht:
"Een maatregel waarbij een Lid-Staat aan openbare bedrijven een bel asti ngvri jstel1 i ng verleent, is een steunmaatregel van de staat in de zin van artikel 92, lid 1, EEG-Verdrag; wanneer een dergelijke steunmaatregel is aan te merken als een bestaande steunmaatregel, kan hij tot uitvoering worden gebracht zolang de Commissie hem niet onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt heeft verklaard."
Act 9/94
5-
Advocaat-generaal C. 0. Lenz heeft 11 januari 1994 conclusie genomen.
ter terechtzitting
van het Hof van
Hij gaf in overweging te antwoorden als volgt: "1.
Een belastingvrijstelling, als geregeld in artikel 29 van wet nr. 13/71, bevat -- onder voorbehoud van een definitieve beoordeling van de feiten door de verwijzende rechter -- niet de bestanddelen van een misbruik van een machtspositie op de gemeenschappelijke markt als gevolg van een overheidsmaatregel.
2.
Een dergelijke belastingvrijstelling moet worden getoetst aan de gemeenschapsrechtelijke bepalingen inzake bestaande steunmaatregelen van de staten."
Zaak C-45/93: Commissie/Koninkrijk Spanje Beginselen van gemeenschapsrecht
15.03.1994 "Niet-nakoming -- Artikelen 7 en 59 EEG-Verdrag -- Discriminatie -- Toegang tot musea" (Voltallig Hof) Bij verzoekschrift, neergelegd op 16 februari 1993, heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen het Hof verzocht vast te stellen, dat het Koninkrijk Spanje, door een regeling toe te passen volgens welke Spaanse onderdanen, in Spanje wonende buitenlanders en jongeren onder de 21 jaar uit andere Lid-Staten van de Gemeenschap gratis toegang hebben tot de nationale musea, terwijl onderdanen van andere Lid-Staten die ouder zijn dan 21 jaar, toegangsgeld moeten betalen, de krachtens de artikelen 7 en 59 EEG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen. Het Hof rechtdoende, "IJ
2)
Act 9/94
verstaat:
Door een regeling toe te passen volgens welke Spaanse onderdanen, in Spanje wonende buitenlanders en jongeren onder de 21 jaar uit andere Lid-Staten van de Gemeenschap gratis toegang hebben tot de nationale musea, terwijl onderdanen van andere Lid-Staten die ouder zijn dan 21 jaar, toegangsgeld moeten betalen, is het Koninkrijk Spanje de krachtens de artikelen 7 en 59 EEG-Verdrag op hem rustende verplichtingen niet nagekomen. Het Koninkrijk
Spanje wordt verwezen in de kosten."
6 -
Advocaat-generaal C. Gulmann heeft ter terechtzitting 19 januari 1994 conclusie genomen.
van het Hof van
Hij gaf het Hof in overweging: "het Koninkrijk Spanje overeenkomstig het door de Commissie gevorderde te veroordelen en in de kosten te verwijzen."
B.
Bij het Gerecht van eerste aanleg aanhangige zaken
Zaak T-100/92: G. La Pietra/Commi ssie Ambtenarenrecht
15.03.1994 "Ambtenaar - - O v e r s c h r i j v i n g van p e n s i o e n r e c h t e n - - Algemene uitvoeringsbepalingen van het Statuut -- Bekendmaking -- Termijn voor indiening van de aanvraag -- Kennisneming -- Vervaltermijn -- Beginsel van behoorlijk bestuur -- Zorgplicht" (Derde kamer)
Zaak T-43/91: P. E. Hoyer/Commissie Ambtenarenrecht
17.03.1994 "Tijdelijk functionaris -- Intern vergelijkend onderzoek -- Samenstelling en deskundigheid van jury -- Gelijke behandeling" (Vierde kamer)
Zaak T-44/91: C. Smets/Commissie Ambtenarenrecht
17.03.1994 "Tijdelijk functionaris -- Intern vergelijkend onderzoek -- Samenstelling en deskundigheid van jury -- Gelijke behandeling" (Vierde kamer)
Act 9/94
Zaak T-51/91: Ρ. E. Hoyer/Commissie Ambtenarenrecht 17.03.1994 "Tijdelijk functionaris -- Intern vergelijkend onderzoek -- Ontslag" (Vierde kamer)
Zaak T-52/91: C. S mets/Commissie Ambtenarenrecht 17.03.1994 "Tijdelijk functionaris -- Intern vergelijkend onderzoek -- Ontslag" (Vierde kamer)
II.
CONCLU S IE S
Zaak C-51/93: Meyhui NV/S chott Zwiesel Glaswerke AG Prejudiciële verwijzing van de Rechtbank van koophandel te Brugge -Geldigheid en uitlegging van richtlijn 69/493/EEG van de Raad voor de onderlinge aanpassing der wetgevingen van de Lid-Staten inzake kristalglas voor zover deze richtlijn voor de benaming van bepaalde produkten uitsluitend toelaat gebruik te maken van de taal van het land waar deze worden verhandeld -- Uitlegging van artikel 30 EEG-Verdrag Advocaat-generaal C. Gulmann heeft ter terechtzitting van het Hof van 15 maart 1994 conclusie genomen. Hij gaf het Hof in overweging te antwoorden als volgt: "De in kolom c van bijlage I bij richtlijn 69/493 voorkomende opmerking 'Alleen de benamingen in de taal of de talen van het land waar het produkt wordt verhandeld mogen worden gebruikt' is ongeldig."
Act 9/94
Zaak C-388/92: Europees Parlement/Raad Nietigverklaring van verordening (EEG) nr. 2454/92 van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands personenvervoer over de weg in een Lid-Staat waar zij niet gevestigd zijn -- Vaststellingsprocedure van handeling van instelling -- Raadpleging van Parlement Advocaat-generaal M. Darmon heeft ter terechtzitting van het Hof van 16 maart 1994 conclusie genomen. Hij concludeerde: "1)
tot nietigverklaring van verordening (EEG) nr. 2454/92 van de Raad van 23 juli 1992 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands personenvervoer over de weg in een Lid-Staat waar zij niet gevestigd zijn;
2)
dat de gevolgen hiervan worden gehandhaafd totdat de Raad een nieuwe verordening heeft vastgesteld;"
3)
dat de kosten van de onderhavige procedure voor rekening van de Raad komen, behalve de op de interventie vallende kosten die het Koninkrijk Spanje moet dragen.
Zaak C-75/92: Gao Yao (HK) Hua Fa Industrial Company Limited/Raad van de Europese Unie Nietigverklaring van de artikelen 1, 2 en 3 van verordening (EEG) nr. 3433/91 van de Raad tot instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van niet-navulbare zakgasaanstekers met vuursteentje, van oorsprong uit, respectievelijk, Japan, de Volksrepubliek China, de Republiek Korea en Thailand, en tot definitieve inning van het voorlopige recht Advocaat-generaal C. 0. Lenz heeft ter terechtzitting van de Zesde kamer van 16 maart 1994 conclusie genomen. Hij gaf in overweging: "verordening (EEG) nr. 3433/91 van de Raad van 25 november 1991 nietig te verklaren, voor zover deze op verzoekster betrekking heeft, en
Act 9/94
de Raad in de kosten van de procedure te verwijzen, behalve die van de intervenienten, die deze zelf moeten dragen."
Gevoegde zaken C-401/92 en C-402/92: Strafzaken tegen Tankstation 't Heukske en J.B.E. Boermans Prejudiciële verwijzing van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch -- Uitlegging van de artikelen 3, sub f, 5, 30-36 en 86 EEG-Verdrag -- Nationale wettelijke regeling inzake openingstijden van tankstations Advocaat-generaal W. Van Gerven heeft ter terechtzitting van de Zesde kamer van 16 maart 1994 conclusie genomen. Hij gaf het Hof in overweging te antwoorden als volgt: "1.
Artikel 30 van het EG-Verdrag moet aldus worden uitgelegd, dat h e t n i e t v a n t o e p a s s i n g is o p e e n nationale winkelsluitingsregeling die, zoals de in geding staande, gelijkelijk van toepassing is op alle economische operatoren (inclusief operatoren uit andere Lid-Staten) die op het nationale grondgebied activiteiten ontplooien, die rechtens en, globaal genomen, ook feitelijk eenzelfde invloed heeft op de verhandeling van nationale produkten en produkten uit andere Lid-Staten en die de intracommunautaire handel, globaal genomen, evenmin op een andere wijze belemmert.
2.
Een nationale winkelsluitingsregeling die in een vrijstelling voorziet voor bepaalde categorieën winkeliers doet, in omstandigheden zoals die in dit geding voorliggen, geen afbreuk aan het nuttige effect van de artikelen 85 en 86 van het EG-Verdrag."
Zaak C-33/93: Empire Stores Ltd/The Commissioners of Customs and Excise Prejudiciële verwijzing van de Value Added Tax Tribunals, Manchester Tribunal Centre -- Belasting over de toegevoegde waarde -- Uitlegging van artikel 11 A, lid 1, sub a, van richtlijn 77/388/EEG: Zesde richtlijn van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting -- Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag -- Maatstaf van heffing -- Aan klanten van postorderbedrijf aangeboden artikelen
Act 9/94
10
Advocaat-generaal W. Van Gerven heeft ter terechtzitting van de Zesde kamer van 16 maart 1994 conclusie genomen. Hij gaf het Hof in overweging te antwoorden als volgt: "1)
2)
III.
In beide door de verwijzende rechter beschreven formules komt de door de leverancier verrichte levering van een toegift neer op een goederenlevering ten bezwarende titel in de zin van de Zesde BTW-richtlijn waarvoor een voldoende rechtstreekse tegenprestatie wordt geleverd. Als maatstaf van heffing geldt de aankoopprijs leverancier van de als toegift gegeven goederen."
voor
de
NIEUWE ZAKEN Bij het Hof van Justitie aanhangige zaken
Zaak C-78/94: Commissie/Frankrijk Niet-nakoming -- Artikelen 5 en 189 EEG-Verdrag -- Niet-voldoen aan richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG, 90/675/EEG, 91/496/EEG, 91/685/EEG, 91/687/EEG en 91/688/EEG van de Raad
Zaak C-79/94: Commissie/Griekenland Niet-nakoming -- Richtlijn 77/62/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor levering -Aankoop van farmaceutische produkten (gaas) door Grieks leger en ziekenhuizen
Act 9/94
11
Zaak C-80/94: G.H.E.J. Wielockx/Inspecteur der directe belastingen Prejudiciële verwijzing van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch -- Uitlegging van het EEG-Verdrag, onder meer van artikel 52, in verband met een nationale regeling inzake inkomstenbelasting waardoor op brutowinsten uit een onderneming een bedrag in mindering mag worden gebracht tot vorming van een oudedagsreserve -- Uitsluiting van niet-ingezetene belastingplichtigen
Act 9/94
- 12 -
Uitgave van het Voorlichtingsbureau van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen L-2925 Luxemburg. Vertaald uit het Frans. Kopij afgesloten op 18 maart 1994. Catalogusnummer: DX-AC-94-009-NL-C
Act 9/94