60068
BELGISCH STAATSBLAD — 09.11.2006 — MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES
[C − 2006/03485]
[C − 2006/03485]
Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit Inkomstenbelastingen
Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus Impôts sur les revenus
Bericht tot vaststelling van de modellen van attesten uit te reiken door de instellingen die hypothecaire leningen toestaan waarvan de interesten en kapitaalaflossingen recht kunnen geven op de aftrek voor enige woning of waarvan de kapitaalaflossingen recht kunnen geven op een belastingvermindering.
Avis déterminant les modèles des attestations à délivrer par les institutions qui octroient des emprunts hypothécaires dont les intérêts et les amortissements en capital peuvent donner droit à la déduction pour habitation unique ou dont les amortissements en capital peuvent donner droit à une réduction d’impôt.
Dit bericht vervangt het bericht tot vaststelling van de modellen van attesten uit te reiken door de instellingen die hypothecaire leningen verstrekken waarvan de kapitaalaflossingen recht geven op een belastingvermindering, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 november 2003, 2de editie.
Cet avis remplace l’avis déterminant les modèles des attestations à délivrer par les institutions qui octroient des emprunts hypothécaires dont les amortissements en capital donnent droit à une réduction d’impôt, qui a été publié au Moniteur Belge du 28 novembre 2003, 2ème édition.
De artikelen 62,A; 633 en 256 van het KB/WIB 92,respectievelijk vervangen, gewijzigd of ingevoegd door de artikelen 1; 3 en 5 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de toepassingsmodaliteiten met betrekking tot de belastingvoordelen voor hypothecaire leningen en individuele levensverzekeringscontracten (B.S. 19 juni 2006), onderwerpen de toekenning van de aftrek voor enige woning, de vermindering voor het lange termijnsparen en de verhoogde vermindering voor het bouwsparen aan de voorwaarde dat de belastingplichtige attesten overlegt waarvan de modellen worden vastgesteld door de Minister van Financiën of zijn gedelegeerde en die worden uitgereikt door de instelling die de lening heeft toegestaan.
Les articles 62, A; 633 et 256 de l’AR/CIR 92, remplacés, modifiés ou insérés respectivement par les articles 1; 3 et 5 de l’arrêté royal du 10 juin 2006 modifiant l’AR/CIR 92 en ce qui concerne les modalités d’application relatives aux avantages fiscaux pour les emprunts hypothécaires et les contrats d’assurance-vie individuelle (M.B. du 19 juin 2006), subordonnent l’octroi de la déduction pour habitation unique, de la réduction pour épargne à long terme et de la réduction majorée pour épargne-logement, à la condition que le contribuable produise des attestations dont les modèles sont arrêtés par le Ministre des Finances ou son délégué et qui sont délivrées par l’institution qui a octroyé l’emprunt.
Het betreft, enerzijds, een eenmalig basisattest waarin bovenvermelde instelling de gegevens meedeelt waaruit moet blijken dat het leningcontract in aanmerking kan komen voor de toepassing van de artikelen 104, 9°, en 1451, 3°, WIB 92 of artikel 1451, 3°, WIB 92 zoals het krachtens artikel 526, § 2, 2de lid, WIB 92 van toepassing blijft en, anderzijds, een jaarlijks betalingsattest waarin diezelfde instelling het bedrag van de tijdens het belastbare tijdperk gedane betalingen meedeelt, alsook een aantal gegevens die noodzakelijk zijn om na te gaan of de wettelijke en reglementaire voorwaarden nog steeds zijn vervuld.
Il s’agit, d’une part, d’une attestation de base unique par laquelle l’institution précitée communique les éléments qui démontrent que le contrat d’emprunt peut entrer en considération pour l’application des articles 104, 9°, et 1451, 3°, CIR 92, ou de l’article 1451, 3°, CIR 92, tel qu’il reste applicable sur pied de l’article 526, § 2, alinéa 2, CIR 92, et, d’autre part, d’une attestation de paiement annuelle par laquelle cette même institution communique le montant des paiements effectués pendant la période imposable, ainsi qu’un certain nombre d’éléments nécessaires pour vérifier si les conditions légales et réglementaires sont toujours remplies.
De officiële modellen van die attesten zijn respectievelijk als bijlage 1 en bijlage 2 bij dit bericht opgenomen.
Les modèles officiels de ces attestations sont repris respectivement en annexe 1 et annexe 2 du présent avis.
De attesten mogen slechts worden uitgereikt wanneer de instelling die de hypothecaire lening toestaat, heeft vastgesteld dat die lening in aanmerking kan komen voor de aftrek voor enige woning of recht kan geven op één van voormelde belastingverminderingen voor kapitaalaflossingen. Dit betekent dat er geen attest mag worden uitgereikt indien uit de gegevens waarover de kredietgever beschikt, blijkt dat de wettelijke en reglementaire voorwaarden waaraan de leningen moeten voldoen om voor bovenvermelde fiscale voordelen in aanmerking te komen, niet zijn vervuld.
Les attestations ne peuvent être délivrées que si l’institution qui octroie l’emprunt hypothécaire, peut établir que cet emprunt peut entrer en considération pour la déduction pour habitation unique ou peut donner droit à l’une des réductions d’impôt précitées pour les amortissements en capital. Il en résulte qu’aucune attestation ne peut être délivrée s’il appert des éléments dont dispose le bailleur de crédit, que les conditions légales et réglementaires auxquelles les emprunts doivent satisfaire pour donner droit aux avantages fiscaux précités, ne sont pas remplies.
Hierna volgen nog enkele verduidelijkingen met betrekking tot het gebruik van die attesten.
On trouvera ci-après encore quelques précisions concernant l’utilisation de ces attestations.
Formaat van de attesten Het basisattest moet worden afgeleverd op A4-formaat, terwijl het betalingsattest mag worden afgeleverd op een formaat naar keuze van de uitreikende instelling. Cursief afgedrukte teksten Alle teksten die op de modellen cursief zijn afgedrukt, bevatten louter verduidelijkingen met betrekking tot de in te vullen gegevens en moeten niet op de uit te reiken attesten zelf worden overgenomen. Leningen aangegaan door twee of meer ontleners
Format des attestations L’attestation de base doit être établie en format A4. L’institution peut par contre établir l’attestation de paiement dans le format de son choix. Textes en italiques Tous les textes en italiques qui figurent sur les modèles, contiennent des précisions quant aux données à indiquer. Il ne doivent pas figurer sur les attestations à délivrer. Emprunts contractés par deux ou plus de deux emprunteurs
Wanneer twee of meer ontleners samen een lening hebben aangegaan, moeten, zowel op het basisattest als op het betalingsattest, in rubriek 1 « Identiteit en adres van de ontlener(s) » de namen en adressen van alle mede-ontleners worden vermeld.
Lorsque deux ou plus de deux emprunteurs ont contracté un emprunt ensemble, les noms et adresses de tous les co-emprunteurs doivent être mentionnés tant sur l’attestation de base que sur l’attestation de paiement, à la rubrique 1 « Identité et adresse de l’(des) emprunteur(s) ».
In rubrieken 5 en 6 van het basisattest en in de rubrieken 5 tot 7 van het betalingsattest moet steeds de totaliteit van de bedragen van alle ontleners samen met betrekking tot de lening worden vermeld (zie evenwel ook het bepaalde onder de titel « aanvangsbedrag van de lening » hieronder).
Aux rubriques 5 et 6 de l’attestation de base et aux rubriques 5 à 7 de l’attestation de paiement, il faut toujours mentionner la totalité des montants de tous les emprunteurs ensemble, relatifs à l’emprunt (voir également cependant ce qui est précisé ci-dessous sous le titre « Montant initial de l’emprunt »).
Aan elk van de mede-ontleners mag een origineel exemplaar van het basisattest en van de betalingsattesten worden uitgereikt.
Un exemplaire original de l’attestation de base et des attestations de paiement peut être remis à chacun des co-emprunteurs.
Kredietopeningen In het geval van een kredietopening moeten de op de attesten vermelde begrippen « contract » en « lening » telkens worden begrepen als « voorschot in het kader van een kredietopening ».
Ouvertures de crédit Dans le cas d’une ouverture de crédit, les termes « contrat » et « emprunt » qui figurent sur les attestations doivent à chaque fois être compris comme « avance dans le cadre d’une ouverture de crédit ».
BELGISCH STAATSBLAD — 09.11.2006 — MONITEUR BELGE Aanvangsbedrag van de lening In rubriek 5, a, van het basisattest en van het betalingsattest moet de som worden vermeld van de in rubriek 6 van het basisattest opgenomen bedragen. Dit betekent dat, in voorkomend geval, het gedeelte van de lening dat voor het financieren van andere dan de in de rubriek 6 van het basisattest vermelde doeleinden heeft gediend, in geen geval op de attesten mag worden vermeld. Dat gedeelte kan immers niet in aanmerking komen voor de aftrek enige woning of één van voormelde belastingverminderingen voor kapitaalaflossingen. Wat de leningen betreft waarvoor nog een basisattest (of een eenmalig attest) werd uitgereikt overeenkomstig een voormalige reglementering, moet in rubriek 5, a, van het betalingsattest steeds het aanvangsbedrag van de lening worden overgenomen dat op dat basisattest (of op dat eenmalig attest) werd vermeld. Doel van de lening In rubriek 6 van het basisattest moet(en) het (de) toepasselijke doel(en) van de lening worden aangekruist en dient het aanvangsbedrag van de lening of van het gedeelte van de lening dat heeft gediend voor het financieren van dat (die respectieve) doel(en) in de kolom ernaast te worden vermeld. Onder « verbouwing van een woning » worden de andere dan de vernieuwingswerken bedoeld die tot doel hebben in de bestaande structuur van de woning in te grijpen. Indien evenwel éénzelfde lening of een gedeelte ervan dient voor het financieren van zowel verbouwingswerken als vernieuwingswerken (zoals hierna wordt omschreven), mag deze lening of het gedeelte ervan dat heeft gediend om het geheel van deze werken (verbouwingsen vernieuwingswerken) te financieren, worden opgenomen in de kolom naast de rubriek « verbouwing van een woning ». « niet als verbouwing aan te merken vernieuwing van een woning of omvorming van een onroerend goed tot woning ». Hieronder worden de regelmatig terugkerende werken, met uitsluiting van de reinigingswerken, beoogd die noodzakelijk zijn om de woning in stand te houden (cfr. artikel 115, § 2, 1ste lid, punt 3, en 2de lid, WIB 92). Zo kunnen bijvoorbeeld volgende uitgaven als vernieuwingswerken worden aangemerkt : beschilderen van binnen en –buitenmuren, behangen, reiniging van gevels, schuren van parket, enz. Indien evenwel éénzelfde lening (of een gedeelte ervan) dient voor het financieren van zowel verbouwingswerken als vernieuwingswerken, mag deze lening of het gedeelte ervan dat heeft gediend om het geheel van deze werken (verbouwings- en vernieuwingswerken) te financieren, worden opgenomen in de kolom naast de rubriek « verbouwing van een woning ». Daarenboven mag in de rubriek « niet als verbouwing aan te merken vernieuwing van een woning of omvorming van een onroerend goed tot woning » eveneens het bedrag van de hypothecaire lening (of het gedeelte ervan) worden opgenomen dat heeft gediend om een gebouwd onroerend goed (zoals bijvoorbeeld een station, een school, een industrieel pand) om te vormen tot een woning. Ook het bedrag van de hypothecaire lening (of het gedeelte ervan) dat heeft gediend om dat gebouwd onroerend goed aan te kopen met het oog op het omvormen ervan tot een woning mag hier worden opgenomen. Herfinancieringsleningen Zoals inzonderheid blijkt uit de tekst naast het laatste vakje van rubriek 6 van het basisattest, mag dat attest ook worden uitgereikt met betrekking tot een herfinancieringslening, doch alleen indien de instelling die de herfinancieringslening verstrekt, heeft vastgesteld dat die lening voor de aftrek voor enige woning of voor de vermindering voor het lange termijnsparen of bouwsparen in aanmerking kan komen (hetzij op grond van de gegevens waarover zij, als verstrekker van de oorspronkelijke lening, zelf beschikt, hetzij op grond van de gegevens die haar door de kredietnemer ter beschikking zijn gesteld). Wanneer de instelling op geen enkele wijze heeft kunnen vaststellen dat de herfinancieringslening voor de aftrek voor enige woning of voor een belastingvermindering in aanmerking kan komen (omdat zij zelf niet over de noodzakelijke gegevens met betrekking tot de oorspronkelijke lening beschikt en de kredietnemer haar die gegevens niet kan of wil bezorgen), mag zij noch het in artikel 62, A, 1°; 633, 1°, of 256, 1°, KB/WIB 92 bedoelde basisattest uitreiken, noch het in artikel 62, A, 2°; 633, 2°, of 256, 2°, KB/WIB 92 bedoelde betalingsattest uitreiken. Alsdan zal de kredietnemer zelf aan de administratie moeten aantonen dat zijn herfinancieringslening voor de aftrek voor enige woning of voor een belastingvermindering in aanmerking komt, evenals welk bedrag aan kapitaal (en interesten, wat de aftrek voor enige woning betreft) hij tijdens het belastbare tijdperk werkelijk heeft betaald.
60069
Montant initial de l’emprunt A la rubrique 5, a, de l’attestation de base et de l’attestation de paiement doit être mentionnée la somme des montants repris à la rubrique 6 de l’attestation de base. Le cas échéant, il en résulte que la quotité de l’emprunt qui a servi au financement de buts non visés à la rubrique 6 de l’attestation de base, ne peut en aucun cas être mentionnée sur les attestations. En effet, cette quotité ne peut pas entrer en considération pour la déduction pour habitation unique, ni pour l’une des réductions d’impôts pour amortissements en capital précitées. En ce qui concerne les emprunts pour lesquels une attestation de base (ou une attestation unique) avait été délivrée sur base d’une réglementation antérieure, le montant initial de l’emprunt qui était mentionné dans cette attestation de base (ou cette attestation unique), doit toujours être repris à la rubrique 5, a, de l’attestation de paiement. But de l’emprunt A la rubrique 6 de l’attestation de base, il y a lieu de cocher la (les) case(s) relative(s) au(x) but(s) de l’emprunt. Il y a également lieu de mentionner dans la colonne de droite le montant initial de l’emprunt ou de la partie de l’emprunt qui a servi au financement de ce(s) but(s) (respectifs). Par « transformation d’une habitation », on entend les travaux autres que les travaux de rénovation, qui ont pour but de modifier la structure actuelle de l’habitation. Toutefois, lorsqu’un même emprunt ou une même partie d’emprunt sert au financement tant de travaux de transformation que de travaux de rénovation (tels que décrits ci-après), cet emprunt ou cette partie d’emprunt peut être repris dans la colonne en regard de la rubrique « transformation d’une habitation ». « rénovation d’une habitation qui ne constitue pas une transformation ou transformation d’un bien immobilier en habitation ». Sont visés ici les travaux réguliers, récurrents, à l’exclusion des travaux de nettoyage, qui sont indispensables afin de maintenir la maison en état (cf. article 115, § 2, alinéa 1er, point 3, et alinéa 2, CIR 92). Ainsi par exemple, les dépenses suivantes peuvent être considérées comme des travaux de rénovation : peinture des murs intérieurs et extérieurs, pose de tapisseries, nettoyage de fac¸ ades, ponc¸ age du parquet, etc. Toutefois, lorsqu’un même emprunt ou une même partie d’emprunt sert au financement tant de travaux de transformation que de travaux de rénovation, cet emprunt ou cette partie d’emprunt peut être repris dans la colonne en regard de la rubrique « transformation d’une habitation ». Par ailleurs, le montant de l’emprunt hypothécaire (ou d’une partie de celui-ci) qui a servi à transformer un bien immobilier bâti (tel que par exemple une gare, une école ou un bâtiment industriel) en habitation, peut également être repris à la rubrique « rénovation d’une habitation qui ne constitue pas une transformation ou transformation d’un bien immobilier en habitation ». Peut aussi être mentionné ici le montant de l’emprunt hypothécaire (ou d’une partie de celui-ci) qui a servi à acheter un tel bien immobilier bâti en vue de sa transformation en habitation. Emprunts de refinancement Comme il ressort notamment du texte figurant à côté de la dernière case de la rubrique 6 de l’attestation de base, cette attestation peut également être délivrée lorsqu’il s’agit d’un emprunt de refinancement, mais uniquement dans le cas où l’institution qui a octroyé l’emprunt de refinancement, peut établir que cet emprunt peut entrer en considération pour la déduction pour habitation unique ou pour la réduction pour l’épargne à long terme ou pour l’épargne-logement (soit sur base des informations dont elle dispose du fait qu’elle avait elle-même octroyé l’emprunt initial, soit sur base des éléments que le preneur de crédit a mis à sa disposition). Lorsque l’institution ne peut établir si l’emprunt de refinancement peut ou non entrer en considération pour la déduction pour habitation unique ou pour une réduction d’impôt (parce qu’elle ne dispose pas des données nécessaires relatives à l’emprunt initial et que le preneur de crédit n’a pas pu ou n’a pas voulu les lui fournir), elle ne peut délivrer ni l’attestation de base visée à l’article 62, A, 1°; 633, 1°, ou 256, 1°, AR/CIR 92, ni les attestations de paiement visées à l’article 62, A, 2°; 633, 2°, ou 256, 2°, AR/CIR 92. Dans ce cas, le preneur de crédit devra démontrer lui-même à l’administration que son emprunt de refinancement entre en considération pour la déduction pour habitation unique ou pour une réduction d’impôt, et justifier le montant du capital (et des intérêts en ce qui concerne la déduction pour habitation unique) qu’il a payé pendant la période imposable.
60070
BELGISCH STAATSBLAD — 09.11.2006 — MONITEUR BELGE
Indien het laatste vakje van rubriek 6 van het basisattest (« herfinanciering van een voor bovenvermelde doeleinden aangegane hypothecaire lening ») wordt aangekruist, moeten ook het aanvangsbedrag en de contractdatum van de terugbetaalde lening worden ingevuld. Daarenboven dient in de kolom ernaast te worden vermeld welk ontleend bedrag heeft gediend voor het vervroegd terugbetalen van de geherfinancierde lening. Hoewel volgende ontleende bedragen niet in aanmerking kunnen komen voor de aftrek voor enige woning of voor een belastingvermindering voor kapitaalaflossingen, mogen zij toch begrepen zijn in het op het basisattest opgenomen aanvangsbedrag dat naast de rubriek « herfinanciering van een voor bovenvermelde doeleinden aangegane hypothecaire lening » wordt vermeld : - het gedeelte van de lening dat heeft gediend om de wederbeleggingsvergoeding te financieren; - het verschil tussen het bedrag dat volgens de kredietaanvraag zou dienen voor het terugbetalen van de geherfinancierde lening en het werkelijk vervroegd terugbetaalde saldo van die geherfinancierde lening, voor zover dat verschil het gevolg is van het tijdsverloop tussen de datum van de kredietaanvraag en de datum van de herfinancieringslening. De betalingsattesten met betrekking tot herfinancieringsleningen moeten, voor wat de betalingen vanaf het jaar 2006 en volgende betreft, steeds volgende opdruk te bevatten : « Opgelet : herfinancieringslening. Om het bedrag te kennen dat, vóór toepassing van enige begrenzing, fiscaal in aanmerking komt, moet U de gedane betalingen in voorkomend geval beperken door ze te vermenigvuldigen met de volgende breuk : bedrag van de integrale vervroegde terugbetaling dat op het laatste betalingsattest van de vorige lening werd vermeld en dat recht gaf op een belastingvoordeel totaal bedrag van de nieuwe lening dat dient voor het herfinancieren van de vorige lening. ». Verkoopwaarde van de woning Rubriek 8 van het basisattest moet slechts in dat attest worden opgenomen indien de lening waarvoor het attest wordt uitgereikt, is aangegaan vóór 1 januari 1989 met als doel het bouwen, het verwerven of het verbouwen van een woning. Die rubriek mag daarentegen uit het attest worden weggelaten indien de lening waarvoor het attest wordt uitgereikt : - aangegaan is vanaf 1 januari 1989, en/of - een herfinancieringslening is. Voorziene eindvervaldag Indien de voorziene eindvervaldag van de lening tijdens het jaar van betaling gewijzigd is, moeten in de rubriek 4, b, van het betalingsattest zowel de ingangsdatum van de wijziging als de nieuwe voorziene eindvervaldag worden vermeld. Als de looptijd van de lening (vanaf de datum van het contract tot de nieuwe voorziene eindvervaldag) na die wijziging nog minstens tien jaar bedraagt, mag de vermelding van de volledige ingangsdatum van de wijziging desgewenst worden beperkt tot de vermelding van het jaartal waarin de wijziging heeft plaatsgevonden; d.w.z. het jaar van betaling. Dit doet echter geen afbreuk aan de verplichting om de nieuwe voorziene eindvervaldag te vermelden. Indien de voorziene eindvervaldag tijdens het jaar van betaling niet is gewijzigd volstaat het om in bovenvermelde rubriek 4, b, de vermelding « ongewijzigd » aan te brengen. Bedragen die werden betaald In rubriek 6 van het betalingsattest moeten steeds de bedragen worden vermeld die betrekking hebben op het in rubriek 5, a, van het basisattest en van het betalingsattest vermelde aanvangsbedrag van de lening, en dit ongeacht of het basisattest werd opgesteld overeenkomstig het oude of het nieuwe model. Dit betekent dat, wat de betalingsattesten betreft die betrekking hebben op hypothecaire leningen waarvoor een basisattest conform bijlage 1 van dit bericht werd opgesteld, de betalingen die betrekking hebben op het gedeelte van de lening dat voor het financieren van andere dan de in rubriek 6 van dat basisattest vermelde doeleinden heeft gediend, in geen geval op het betalingsattest mogen worden vermeld. Handtekening Rekening houdend met het grote aantal attesten dat sommige instellingen moeten uitreiken, mag de op het basisattest aan te brengen handtekening van de gemandateerde van de uitreikende instelling desgewenst worden vervangen door een gedrukte reproductie van zijn/haar originele handtekening.
Si la dernière case de la rubrique 6 de l’attestation de base (« refinancement d’un emprunt hypothécaire contracté pour un ou plusieurs des buts précités ») est cochée, le montant initial ainsi que la date du contrat de l’emprunt remboursé doivent également être complétés. De plus, il y a lieu de mentionner dans la colonne de droite le montant emprunté qui a servi au remboursement anticipé de l’emprunt refinancé. Bien que les montants empruntés suivants ne peuvent entrer en considération ni pour la déduction pour habitation unique ni pour une réduction d’impôt pour amortissements en capital, ils peuvent quand même être compris dans le montant initial à mentionner dans l’attestation de base, en regard de la rubrique « refinancement d’un emprunt hypothécaire contracté pour un ou plusieurs des buts précités » : - la quotité de l’emprunt qui a servi à financer l’indemnité de remploi; - la différence entre le montant qui, au moment de la demande de crédit, devait servir au remboursement de l’emprunt refinancé et le solde de cet emprunt refinancé qui est réellement remboursé anticipativement, dans la mesure où cette différence résulte de l’écoulement du temps entre la date de la demande de crédit et la date de l’emprunt de refinancement. Les attestations de paiement relatives aux emprunts de refinancement doivent, en ce qui concerne les paiements effectués à partir de l’année 2006, toujours comporter le message imprimé suivant : « Attention : emprunt de refinancement. Afin de connaître le montant qui, avant l’application de toute limitation, entre en considération fiscalement, vous devez le cas échéant limiter le montant des paiements effectués en le multipliant par la fraction suivante : montant du remboursement anticipé intégral qui est mentionné sur la dernière attestation de paiement du précédent emprunt et qui a donné droit à un avantage fiscal montant total du nouvel emprunt qui sert au refinancement du précédent emprunt ». Valeur vénale de l’habitation La rubrique 8 ne doit figurer sur l’attestation de base que dans le cas où l’emprunt pour lequel l’attestation est délivrée, a été contracté avant le 1er janvier 1989 en vue de construire, acquérir ou transformer une habitation. Cette rubrique ne doit par contre pas figurer sur l’attestation si l’emprunt pour lequel l’attestation est délivrée : - a été contracté à partir du 1er janvier 1989 et/ou - est un emprunt de refinancement. Date d’échéance finale prévue Si la date d’échéance finale prévue de l’emprunt a été modifiée au cours de l’année de paiement, tant la date d’entrée en vigueur de la modification que la nouvelle date d’échéance finale prévue doivent être indiquées à la rubrique 4, b, de l’attestation de paiement. Dans le cas où, après la modification, la durée de l’emprunt (depuis la date du contrat jusqu’à la nouvelle date d’échéance finale prévue) atteint encore au moins 10 ans, la mention de la date d’entrée en vigueur de la modification peut être remplacée par la mention de l’année au cours de laquelle la modification est intervenue; c.-à-d. l’année du paiement. Ceci ne porte pas atteinte à l’obligation d’indiquer la nouvelle date d’échéance finale prévue. Si la date d’échéance finale prévue n’a pas été modifiée au cours de l’année du paiement, il suffit de porter la mention « inchangée » à la rubrique 4, b, dont question ci-avant. Montants qui ont été payés A la rubrique 6 de l’attestation de paiement doivent toujours être mentionnés les montants qui se rapportent au montant initial de l’emprunt mentionné à la rubrique 5, a, de l’attestation de base et de l’attestation de paiement, sans se soucier de savoir si l’attestation de base a été établie sur base de l’ancien ou du nouveau modèle. Il en résulte que pour les attestations de paiement qui se rapportent à des emprunts hypothécaires pour lesquels une attestation de base conforme à l’annexe 1re du présent avis a été établie, les paiements qui ont trait à la quotité de l’emprunt qui a servi au financement de buts non visés à la rubrique 6 de l’attestation de base, ne peuvent en aucun cas être mentionnés sur l’attestation de paiement. Signature Vu le grand nombre d’attestations que doivent délivrer certaines institutions, la signature à apposer sur l’attestation de base par un fondé de pouvoir de l’institution peut aussi être remplacée par une reproduction imprimée de la signature originale.
BELGISCH STAATSBLAD — 09.11.2006 — MONITEUR BELGE Inwerkingtreding
60071
Entrée en vigueur
Artikel 6 van bovenvermeld koninklijk besluit van 10 juni 2006 bepaalt dat dit besluit in werking treedt met ingang van aanslagjaar 2006.
L’article 6 de l’arrêté royal précité du 10 juin 2006 prévoit que cet arrêté entre en vigueur à partir de l’exercice d’imposition 2006.
Met uitzondering van de gevallen beoogd in het tweede en derde lid van de rubriek « Herfinancieringsleningen » hiervoor, betekent dit dat :
Il en résulte que, sauf dans les cas visés ci-dessus aux deuxième et troisième alinéas de la rubrique « Emprunts de refinancement » :
- de kapitaalaflossingen waarvoor belastingvermindering wordt gevraagd, vanaf aanslagjaar 2006 moeten verantwoord zijn door een betalingsattest als bedoeld in artikel 633, 2°, of 256, 2°, KB/WIB 92, en dit ongeacht de datum waarop de lening is aangegaan.
- les amortissements en capital pour lesquels une réduction d’impôt est demandée, doivent être justifiés, à partir de l’exercice d’imposition 2006, par une attestation de paiement telle que visée à l’article 633, 2°, ou 256, 2°, AR/CIR 92, quelle que soit la date à laquelle l’emprunt a été contracté.
Voor de aanslagjaren 2006 en 2007 aanvaardt de administratie echter dat de belastingverminderingen voor kapitaalaflossingen ook kunnen worden toegestaan indien de belastingplichtige een betalingsattest overlegt als bedoeld in artikel 633, 2°, KB/WIB 92 zoals het bestond alvorens te zijn gewijzigd bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 en waarvan het model is opgenomen als bijlage 2 van bovenvermeld bericht van 28 november 2003;
Toutefois, en ce qui concerne les exercices d’imposition 2006 et 2007, l’administration admet que les réductions d’impôt pour amortissements en capital puissent également être accordées si le contribuable produit une attestation de paiement visée à l’article 633, 2°, AR/CIR 92, tel que cet article existait avant d’être modifié par l’article 3 de l’arrêté royal du 10 juin 2006, et dont le modèle est repris en annexe 2 de l’avis précité du 28 novembre 2003;
- de interesten en kapitaalaflossingen waarvoor de aftrek voor enige woning wordt gevraagd, moeten verantwoord zijn door een betalingsattest als bedoeld in artikel 62, A, 2°, KB/WIB 92 en waarvan het model is opgenomen als bijlage 2 van dit bericht.
- les intérêts et les amortissements en capital pour lesquels la déduction pour habitation unique est demandée, doivent être justifiés par une attestation de paiement telle que visée à l’article 62, A, 2°, AR/CIR 92, et dont le modèle est repris en annexe 2 du présent avis.
Voor de aanslagjaren 2006 en 2007 aanvaardt de administratie echter dat de aftrek voor enige woning ook kan worden toegestaan indien de belastingplichtige een betalingsattest overlegt als bedoeld in artikel 633, 2°, KB/WIB 92 zoals het bestond alvorens te zijn gewijzigd bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 en waarvan het model is opgenomen als bijlage 2 van bovenvermeld bericht van 28 november 2003;
Toutefois, en ce qui concerne les exercices d’imposition 2006 et 2007, l’administration admet que la déduction pour habitation unique puisse également être accordée si le contribuable produit une attestation de paiement visée à l’article 633, 2°, AR/CIR 92, tel que cet article existait avant d’être modifié par l’article 3 de l’arrêté royal du 10 juin 2006, et dont le modèle est repris en annexe 2 de l’avis précité du 28 novembre 2003;
- de kapitaalaflossingen (en interesten) waarvoor voor de eerste maal om de aftrek voor enige woning of om belastingvermindering wordt gevraagd, vanaf aanslagjaar 2006 bovendien verantwoord moeten zijn door een éénmalig basisattest als bedoeld in artikel 62, A, 1°; 633, 1°, of 256, 1°, KB/WIB 92 en waarvan het model is opgenomen als bijlage 1 van dit bericht en dit ongeacht de datum waarop de lening werd aangegaan.
- les amortissements en capital (et les intérêts) pour lesquels la déduction pour habitation unique ou une réduction d’impôt est demandée pour la première fois, doivent en outre être justifiés, à partir de l’exercice d’imposition 2006, par une attestation de base unique telle que visée à l’article 62, A, 1°; 633, 1°, ou 256, 1°, AR/CIR 92, et dont le modèle est repris en annexe 1re du présent avis, quelle que soit la date à laquelle l’emprunt a été contracté.
Voor de in de jaren 2005 en 2006 gesloten leningen aanvaardt de administratie echter dat de aftrek voor enige woning of de belastingvermindering voor kapitaalaflossingen ook kan worden toegestaan indien de belastingplichtige een attest overlegt zoals bedoeld in artikel 633, 1°, KB/WIB 92 zoals het bestond alvorens te zijn gewijzigd bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006; dit wil zeggen een basisattest (of een duplicaat ervan) volgens het model opgenomen als bijlage 1 van bovenvermeld bericht van 28 november 2003.
Toutefois, en ce qui concerne les années 2005 et 2006, l’administration admet que la déduction pour habitation unique ou la réduction d’impôt pour amortissements en capital puisse également être accordée si le contribuable produit une attestation visée à l’article 633, 1°, AR/CIR 92, tel que cet article existait avant d’être modifié par l’article 3 de l’arrêté royal du 10 juin 2006; à savoir une attestation de base (ou un duplicata) établi sur base du modèle repris en annexe 1re de l’avis précité du 28 novembre 2003.
Indien voor leningen gesloten vóór 1 januari 2005 vanaf 1 januari 2005 voor de eerste maal een basisattest wordt uitgereikt of een afschrift van het basisattest moet uitgereikt worden, mag daarvoor gebruik gemaakt worden
Lorsque, pour des emprunts conclus avant le 1er janvier 2005, une attestation de base ou une copie de l’attestation de base doit être délivrée pour la première fois à partir du 1er janvier 2005, il peut être fait usage :
- ofwel van een eenmalig attest opgesteld overeenkomstig de op het moment van de afsluiting van de lening geldende reglementering;
- soit d’une attestation unique établie conformément à la réglementation en vigueur lors de la conclusion de l’emprunt;
- ofwel van een basisattest opgesteld overeenkomstig artikel 633, 1°, KB/WIB 92, zoals het bestond alvorens te zijn gewijzigd bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 en waarvan het model is opgenomen als bijlage 1 van bovenvermeld bericht van 28 november 2003;
- soit d’une attestation de base établie conformément à l’article 633, 1°, AR/CIR 92, tel que cet article existait avant d’être modifié par l’article 3 de l’arrêté royal du 10 juin 2006, et dont le modèle est repris en annexe 1re de l’avis précité du 28 novembre 2003;
- ofwel van een basisattest opgesteld overeenkomstig het officiële model dat als bijlage 1 van dit bericht is opgenomen.
- soit d’une attestation de base établie conformément au modèle officiel qui est repris en annexe 1re du présent avis.
60072
BELGISCH STAATSBLAD — 09.11.2006 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 09.11.2006 — MONITEUR BELGE
60073
60074
BELGISCH STAATSBLAD — 09.11.2006 — MONITEUR BELGE
BELGISCH STAATSBLAD — 09.11.2006 — MONITEUR BELGE
60075