6% btw op energie: waarom het wel degelijk kán! Antwoord op de argumenten van de regering Leterme Tom De Meester
[email protected] 27 juni 2008 Eerste argument. “Een btw-verlaging is politiek niet haalbaar. Voor zo’n maatregel is het akkoord van de Europese Commissie en de andere lidstaten vereist.” België heeft wel degelijk het recht om voor gas en elektriciteit een verlaagd btwtarief toe te passen. Die mogelijkheid is ingevoerd door Richtlijn 2006/112/EG van de Europese Raad, goedgekeurd op 28 november 2006, en van kracht sinds 1 januari 2007. De Richtlijn bepaalt in artikel 102 uitdrukkelijk dat “de lidstaten voor de levering van aardgas en elektriciteit een verlaagd tarief kunnen toepassen, mits er geen gevaar bestaat voor de verstoring van de mededinging.” Een lidstaat die dat van plan is een verlaagd btw-tarief door te voeren “stelt de Commissie daarvan vooraf in kennis. De Commissie besluit of er gevaar voor verstoring van de mededinging bestaat. Indien de Commissie binnen drie maanden na ontvangst van de kennisgeving geen besluit heeft genomen, wordt er geacht geen gevaar voor verstoring van de mededinging te bestaan.” Dat laatste is een pure formaliteit. De Europese Commissie zélf vindt de huidige procedure “achterhaald en overbodig” en heeft op 7 november 2007 in het Europees Parlement een voorstel ingediend om de driemaandentermijn te schrappen. Er zou enkel nog een informatieplicht overblijven. Dit voorstel van de Europese Commissie wacht in het Europees parlement op verdere bespreking. Stookolie is, net zoals benzine en diesel, een ander probleem. Daarvoor is inderdaad de unanieme toestemming van de andere Europese lidstaten nodig. Maar Reynders is hypocriet. Op de Europese Top van 19 en 20 juni in Brussel stond het voorstel om de btw op diesel en benzine te verlagen op de agenda, op vraag van Frankrijk. België stemde… tegen het voorstel van Frankrijk en blokkeerde zo een verlaging van de btw voor brandstoffen. Tweede argument. “Het is verboden om enkel de btw te verlagen op energieproducten. Een land dat een lager tarief wil invoeren moet dat doen voor alle producten.” Klopt niet. Artikels 98 en 99 van de Europese btw-richtlijn (2006/EG/112) bepalen dat een lidstaat één of twee verlaagde btw-tarieven mag hanteren, naast het normale btw-tarief (dat minimum 15% moet bedragen). De richtlijn bepaalt ook exact – in de zogenaamde Bijlage III - voor welke goederen (en sommige diensten) een verlaagd btw-tarief mogelijk is. Derde argument. “We hebben geen geld. De krappe begroting laat niet toe om de btw op gas en elektriciteit te verlagen”
Een btw-verlaging op gas en elektriciteit kost geld. Nogal logisch, tenslotte is het de bedoeling om de koopkracht van de werkende bevolking daadwerkelijk te verhogen. Minister van Energie Magnette schat de kostprijs momenteel op 700 miljoen euro. Het is onrechtvaardig en onlogisch dat de regering enerzijds geen geld vindt in de begroting voor een btw-verlaging, terwijl anderzijds diezelfde regering hardnekkig weigert om de onrechtmatige winsten van Electrabel structureel af te romen met een jaarlijkse taks. Alle energiespecialisten van het land zijn het erover eens dat Electrabel van haar 2,3 miljard euro nettowinst, minstens 1 miljard euro zomaar in de schoot geworpen krijgt, dankzij het feit dat de kern- en steenkoolcentrales op kosten van de consument vervroegd zijn afgeschreven. Het is niet meer dan logisch dat die onrechtmatige winsten terugvloeien naar de consument. Volgens Minister van Energie Magnette zou een btw-verlaging voor gas en elektriciteit de schatkist 700 miljoen euro kosten. De onrechtmatige winsten van Electrabel zijn ruim voldoende om dat te compenseren. Bovendien, waarom vindt de regering géén geld voor een btw-verlaging, terwijl er wél geld is voor de notionele interest? De notionele interest is een fiscaal handigheidje voor kapitaalkrachtige bedrijven dat de schatkist 2 miljard euro kost. Dat is 3 keer meer dan nodig is om de btw op gas en elektriciteit te verlagen van 21% naar 6%. En hoe valt het te rijmen dat minister Reynders geen geld vindt voor een btw-verlaging in het voordeel van de werknemers, terwijl hij tegelijk een nieuwe lastenverlaging van 4,2 miljard bepleit, waar vooral de hogere inkomens en ondernemers van profiteren? Vierde argument. “Mensen met een villa en een zwembad halen meer voordeel uit een btw-verlaging dan gepensioneerden.” Omdat kapitaalkrachtige gezinnen méér energie verbruiken dan pakweg een arbeidersgezin, zo zegt Reynders, komt een btw-verlaging op gas en elektriciteit vooral de rijksten ten goede. Dat we dat moeten horen van Didier Reynders, de man die in 2001 de hoogste belastingsschalen van 52% en 55% afschafte! Een maatregel die ‘uitsluitend de rijksten ten goede komt’. Dankzij deze ‘vereenvoudiging’ van het belastingssysteem door Reynders krijgt iemand met een inkomen van 220.000 euro een extraatje van bijna 9.000 euro per jaar. Dat is voor veel werknemers een half jaarloon. Als Reynders de ongelijkheid tussen rijk en arm wil aanpakken, kan hij dus beter de hoogste belastingsschalen van 52% en 55% weer invoeren. Of een miljonairstaks invoeren op de grootste fortuinen boven 1 miljoen euro. Wie in een luxueuze villamet-zwembad woont, zal inderdaad ook mee van een btw-verlaging op energie profiteren, maar dat wordt méér dan gecompenseerd door hun rijkdom meer te belasten. Bovendien halen de armste gezinnen, in verhouding met hun inkomen, wel degelijk méér voordeel uit een btw-verlaging. De 10% armste gezinnen geven 8,4% van hun inkomen uit aan verwarming en verlichting. Bij de rijkste 10% is dat maar 2,4%.
Vermits de laagste inkomens in verhouding dus vier keer meer uitgeven aan energie, weegt het voordeel van een btw-verlaging ook vier keer zwaarder door in hun portemonnee. Btw is een onrechtvaardige belasting. Het een soort vlaktaks is op verbruik. Iedereen betaalt hetzelfde btw-tarief, hoe klein of groot je inkomen ook is. Een studie van de Nationale Bank wijst uit dat de 10% rijksten 7,2% van het gezinsbudget uitgeven aan btw. Bij de armste 10% is dat 10,2%. Met andere woorden : de lage inkomens betalen in verhouding méér btw dan de hogere inkomens. Daardoor vergroot de kloof tussen arm en rijk, terwijl belastingen normaal gezien de rijkdom een stukje zouden moeten herverdelen. Gelukkig, zo zegt de Nationale Bank, is er nog het verlaagde tarief van 6% voor basisproducten, anders was de kloof nóg groter. Een verlaagd btw-tarief van 6% op energie en brandstoffen is dus wel degelijk een rechtvaardige maatregel, die in het voordeel is van de kleine en middelgrote inkomens. Vijfde argument. “Energie goedkoper maken werkt verspilling in de hand” Denkt de regering nu werkelijk dat mensen geld teveel hebben? De koopkracht van de gezinnen gaat erop achteruit. Mensen verspillen niet zomaar onnodige energie, maar letten op hun geld. Daarvoor is het leven duur genoeg. Alle onderzoeken wijzen trouwens uit dat de Belgen geen verspillers zijn. Volgens onderzoek vindt 92,8% van de Belgen energiebesparing ‘belangrijk’ tot ‘heel belangrijk’. Test-Aankoop ondervroeg vorig jaar 1500 Belgen over hun milieubewustzijn. Besluit : “De Belg ontpopt zich tot de kampioen van de isolatie” en “de Belg houdt het verbruik van zijn verwarming trouwens goed in toom.” Wel verwacht “een groot deel van de ondervraagden meer financiële tegemoetkomingen van de verschillende overheden. Van al degenen die werken uitvoerden, ontving slechts 4,5% een premie voor het totaal van de werken, en 18% voor een stuk. Daarnaast genoot amper 4% van een belastingsaftrek voor alle werken, en 10% voor een deel ervan.” Buitenlandse voorbeelden bewijzen dat een laag btw-tarief en duurzaam energiegebruik best samen kunnen gaan. In Portugal is het btw-tarief 5%. Toch is het milieubewustzijn in Portugal heel hoog, in vergelijking met andere Europese landen. 94% van de Portugezen maakt zich zorgen, tot ‘heel veel zorgen’, over de klimaatverandering, 92% van de Portugezen doet daadwerkelijk inspanningen om het energieverbruik te verlagen. Zesde argument. “Het is beter om ons geld te steken in energiebesparing. De goedkoopste energie is de energie die we niet verbruiken.” Energiebesparing en duurzaam energiegebruik is een belangrijke uitdaging. En ja, de regering moet maatregelen nemen om investeringen in isolatie financieel aan te moedigen. Op langere termijn kan investeren in energiebesparing de factuur van de gezinnen fors verminderen. Maar dat is niet in tegenstelling met een btw-verlaging
op energie. Ons verhaal is een én-én-verhaal. We moeten ook maatregelen nemen voor de koopkracht, en de btw op energie verlagen. Ten eerste omdat investeringen in energiebesparing veel geld kosten, en pas op langere termijn geld beginnen opbrengen. Ondertussen blijft de levensduurte een nijpend probleem, waar nu oplossingen voor moeten komen. Neem als voorbeeld een nieuwe energiezuinige aardgasketel. Met alle premies en belastingaftrek verrekend, bij een gemiddeld aardgasverbruik en bij een besparing van 30% door de nieuwe ketel, is de investering in het beste geval na 5 jaar terugbetaald. Bij dubbel glas lopen de kosten nog veel hoger op, omdat dikwijls de ramen zelf moeten vervangen worden en omdat de werken moeten uitgevoerd worden door een erkende aannemer om in aanmerking te kunnen komen voor subsidies. De terugverdientijd kan oplopen tot 10 jaar of langer. Moeten we ons ondertussen maar moeten blijven blauw betalen aan facturen? Investeringen in energiebesparing zijn nodig, maar tegelijk kan op korte termijn de koopkracht van de mensen omhoog door de btw op energie te verlagen. Ten tweede. De sociale realiteit in dit land is dat veel gezinnen simpelweg de investering in isolatie financieel niet kunnen opbrengen. Een recente enquete van de VRT en Humo wijst uit dat 79% van de inkomens onder de 1000 euro per maand niet kan sparen. Dat is precies de groep die het meest in oude, slecht geïsoleerde huizen woont, en zich blauw betaalt aan energiefacturen. Op korte termijn de btw omlaag brengen, vergroot de koopkracht. Op langere termijn moet de overheid bijspringen om investeringen in isolatie voor die groep financieel mogelijk te maken. Een nieuwe energiezuinige aardgasketel installeren, kan 30% doen besparen op het energieverbruik, maar kost volgens cijfers van Vlaams minister Crevits wel 4000 euro. Waar moeten die mensen dat geld halen? Dubbel glas laten steken kost 7500 euro gemiddeld. Dakisolatie kost 2000 euro. De enige mogelijkheid is dat de overheid bijspringt met subsidies, renteloze leningen en derdebetalersystemen. Maar daarvoor is een Marshallplan nodig, met aanzienlijke financiële middelen. Er zijn in België volgens de laatst beschikbare cijfers 1123648 woningen die niet of maar gedeeltelijk zijn uitgerust met dubbel glas. Laat ons zeggen 1 miljoen huizen. De investeringskost om alle huizen van dubbel glas en dakisolatie te voorzien, en alle oude energieverspillende aardgasketels te vervangen, bedraagt naar schatting 17,5 miljard euro. Alleen al de leningen om dat bedrag voor te schieten zouden minstens 1,250 miljard euro kosten. Een Marshallplan voor energiezuinige investeringen is een absolute noodzaak, maar in afwachting daarvan kan een btw-verlaging helpen om de gezinnen wat broodnodige financiële ademruimte te geven. Zevende argument. “De overheid profiteert niet van de stijgende energieprijzen. De duurdere energie dwingt de consument te besparen op andere uitgaven, waardoor de algemene btw-ontvangsten lager uitvallen”. Dit klopt niet met de feiten. Volgens een document van de FOD Financiën dd. 29 april 2008 lopen de BTW-ontvangsten op van 19,6 miljard euro in 2000 naar 25,3 miljard euro in 2007. Dat betekent dat wij met zijn allen op vijf jaar tijd vijf miljard euro meer belasting betalen op consumptie. De meest recente cijfers voor de eerste
vier maanden van 2008 geven aan “de algemene btw-ontvangsten” niet lager uitvallen, maar 2,1% méér bedragen dan in de eerste vier maanden van vorig jaar. Maar voor ons gaat het daar eigenlijk niet over. Wat wij vragen is dat de regering nieuwe inkomsten zoekt om de kostprijs van een btw-verlaging te compenseren. Is het niet onrechtvaardig en onlogisch dat de regering enerzijds geen geld vindt in de begroting voor een btw-verlaging, terwijl anderzijds diezelfde regering hardnekkig weigert om de onrechtmatige winsten van Electrabel structureel af te romen met een jaarlijkse taks. Alle energiespecialisten van het land zijn het erover eens dat Electrabel van haar 2,3 miljard euro nettowinst, minstens 1 miljard euro zomaar in de schoot geworpen krijgt, dankzij het feit dat de kern- en steenkoolcentrales op kosten van de consument vervroegd zijn afgeschreven. Het is niet meer dan logisch dat die onrechtmatige winsten terugvloeien naar de consument.