50730
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C − 2013/22318]
21 MAI 2013. — Arrêté royal portant approbation du quatrième contrat d’administration du Fonds des maladies professionnelles ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
[C − 2013/22318] 21 MEI 2013. — Koninklijk besluit tot goedkeuring van de vierde bestuursovereenkomst van het Fonds voor de beroepsziekten ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu la loi du 25 avril 1963 sur la gestion des organismes d’intérêt public de sécurité sociale et de prévoyance sociale;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg;
Vu la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions, l’article 47;
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, artikel 47;
Vu l’arrêté royal du 3 avril 1997 portant des mesures en vue de la responsabilisation des institutions publiques de sécurité sociale, en application de l’article 47 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions, modifié en dernier lieu par la loi du 9 juillet 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, laatst gewijzigd bij de wet van 9 juli 2004;
Vu l’avis du Comité de Gestion, donné le 9 janvier 2013;
Gelet op het advies van het Beheerscomité, gegeven op 9 januari 2013;
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 4 février 2013;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 februari 2013;
Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 18 février 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 18 februari 2013;
Sur la proposition de la Ministre des Affaires sociales, du Ministre du Budget, du Ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, du Secrétaire d’Etat aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapés, chargé des Risques professionnels et du Secrétaire d’Etat à la Fonction publique et de l’avis des Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1er. Le contrat d’administration annexé au présent arrêté est approuvé. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2013. Art. 3. Le ministre qui a les Affaires sociales dans ses attributions, le ministre qui a le Budget dans ses attributions et le ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 21 mai 2013.
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, de Minister van Begroting, de Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, de Staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico’s en de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. De bij dit besluit gevoegde bestuursovereenkomst wordt goedgekeurd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013. Art. 3. De minister bevoegd voor Sociale Zaken, de minister bevoegd voor Begroting en de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 21 mei 2013.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre des Affaires sociales, Mme L. ONKELINX
De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX
Le Ministre du Budget, O. CHASTEL
De Minister van Begroting, O. CHASTEL
Le Ministre des Finances, chargé de la Fonction publique, K. GEENS
De Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, K. GEENS
Le Secrétaire d’Etat aux Affaires sociales, Ph. COURARD
De Staatssecretaris voor Sociale Zaken, Ph. COURARD
Le Secrétaire d’Etat à la Fonction publique, H. BOGAERT
De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, H. BOGAERT
50824
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
foods dmidnte
BESTUURSOVEREENKOMST VOOR DE PERIODE 2013-2015 TUSSEN DE BELGISCHE STAAT EN HET FONDS VOOR DE BEROEPSZIEKTEN
.be M:/Cont rar/2013·201 SfBO Definltlef Mlnlsterraad StG
50825
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
BESTUURSOVEREENKOMST 2013- 2015 INHOUD
INLEIDING
............................................................................................................................. 3
Het Fonds voor de beroepsziekten .................................................................................................. 3 Het Asbestfonds ............................................................................................................................. 4 De krachtlijnen van deze bestuursovereenkomst ........................................................................... 4 Definities
............................................................................................................................. 5
MISSIE
............................................................................................................................. 6
VIS IE
............................................................................................................................. 6
WAARDEN
............................................................................................................................. 6
TITEL 1. Optimalisering van de basisopdrachten .................................................................................. 7 HOOFDSTUK 1. Afdeling 1.
Uitvoering van de opdracht tot vergoedingen .................................................... 7 Beheer van de vergoedingsbeslissingen voor de eerste aanvragen, de aanvragen om herziening, de aanvragen toekenning hulp van een andere persoon en de overlijdens ..................................................................................................... 9
Afdeling 2.
Medische samenwerking ................................................................................... 12
Afdeling 3.
Beheer van de betalingen .................................................................................. 13
Afdeling 4.
Beheer van de dossiers waarvan het onderzoek Ianger duurt dan een jaar .... 14
Afdeling 5.
Beheer van de dossiers provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (PPO) .. 15
Afdeling 6.
Geschillen .......................................................................................................... 16
HOOFDSTUK 2.
Uitvoering van de preventieopdracht ............................................................... 17
Afdeling 1.
De bestaande preventiemaatregelen inschrijven in een cultuur van duurzame preventie ........................................................................................................... 17
Afdeling 2.
Nieuwe preventieve maatregelen invoeren ...................................................... 24
HOOFDSTUK 3.
Het Asbestfonds ................................................................................................ 27
HOOFDSTUK 4.
Het FBZ als kenniscentrum ................................................................................ 29
Afdeling 1.
Technisch Comite voor de Preventie ................................................................. 29
Afdeling 2.
Wetenschappelijke Raad ................................................................................... 30
Afdeling 3.
Expertise uitbreiden met betrekking tot de profylactische verwijdering van zwangere werkneemsters ................................................................................. 35
TITEL 2.
Degelijk bestuur ..................................................................................................................... 36
HOOFDSTUK 1.
Personeelsbeheer .............................................................................................. 38
Afdeling 1.
Naar een algemene aanpak wat verandering betreft ....................................... 38
Afdeling 2.
Polyvalentie op het werk ................................................................................... 39 1
50826
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
HOOFDSTUK 2.
lnformaticabeheer ............................................................................................. 40
Afdeling 1.
Evolueren naar een dematerialisatie ................................................................ 40
Afdeling 2.
Verbeteren van de kwaliteit van de gegevens .................................................. 42
Afdeling 3.
Verbeteren van de interne mobiliteit ............................................................... 42
HOOFDSTUK 3.
Projectbeheer .................................................................................................... 44
HOOFDSTUK 4.
Risicobeheersing, interne controle en interne audit ........................................ 46
HOOFDSTUK 5.
Beleid en beheersinstrumenten ........................................................................ 50
Afdeling 1.
Opmaken van een bestuursplan op basis van strategische en operationele ISMART'-doelstellingen ..................................................................................... 51
Afdeling 2.
Boordtabellen en statistische analyses ............................................................. 52
Afdeling 3.
Analytische boekhouding .................................................................................. 52
TITEL 3. Ondersteuning van het beleid ............................................................................................... 53 HOOFDSTUK 1.
Kwaliteit, innoverend karakter, effectiviteit en efficientie van de dienstverlening verbeteren ............................................................................... 53
Afdeling 1.
Een klantgerichte dienstverlening verzekeren .................................................. 53
Afdeling 2.
Zichtbaarheid en imago ..................................................................................... 59
Afdeling 3.
Administratieve vereenvoudiging en informatisering ....................................... 60
Afdeling 4.
Samenwerking en synergie ................................................................................ 61
Afdeling 5.
Aantrekkelijkheid als werkgever ....................................................................... 63
HOOFDSTUK 2.
Sociaal-economische en maatschappelijke hervormingen ............................... 64
Afdeling 1.
Maatschappelijke integratie, strijd tegen de sociale uitsluiting, steun aan personen met een handicap en gelijke kansen ................................................. 64
Afdeling 2.
Duurzame ontwikkeling ..................................................................................... 64
Afdeling 3.
Onderzoek naar een harmonisering van de verschillende stelsels (prive en publiek) in het kader van de beroepsziekten .................................................... 66
HOOFDSTUK 3.
Financiele hervormingen en verhoogde strijd tegen sociale fraude ................. 67
TITEL 4. Algemene gemeenschappelijke verplichtingen aan de twee partijen ................................... 70 Hoofdstuk T+1: Gemeenschappelijke algemene verbintenissen voor beide partijen ................. 70 Hoofdstuk T+2 : Synergieen tussen OISZ ....................................................................................... 76 Hoofdstuk T+3 : Budgettair, financieel en boekhoudkundig luik .................................................. 83 Hoofdstuk T+ 4: Meewerking aan transversale projecten ............................................................ 90 Hoofdstuk T+5 : Slotbepalingen .................................................................................................... 90
2
50827
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
INLEIDING
Het Fonds voor de beroepsziekten De materie beroepsziekten wordt voor de privesector geregeld door de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoordineerd op 3 juni 1970.
Deze gecoordineerde wetten hebben de oprichting van het Fonds voor de Beroepsziekten (FBZ) vastgesteld en bevatten de verschillende opdrachten die eraan zijn toegewezen. Het FBZ heeft twee kernopdrachten: de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit deze ziekten voortvloeit.
Het FBZ wil bijdragen tot het vrijwaren en bevorderen van de gezondheid in het arbeidsmilieu en de schade door beroepsziekten voorkomen, herstellen of vergoeden. Een initiatief in dit kader is het revalidatieprogramma met het oog op rugpijnpreventie.
Het FBZ oefent zijn bevoegdheden uit met betrekking tot de werknemers uit de privesector. De werknemers uit de overheidssector daarentegen vallen onder het toepassingsgebied van de wet van
3 juli 1967. De wettelijke basis is aanwezig opdat elke andere niet voor beroepsziekte verzekerde persoon in overeenstemming met de gecoordineerde wetten een vrije verzekering kan afsluiten, met het oog op het bekomen van de voordelen inzake de schadeloosstelling voor beroepsziekten.
Het FBZ vergoedt rechtstreeks en jaarlijks bijna 55.000 zieken en meer dan 12.000 rechthebbenden. Wat betreft de preventie genieten jaarlijks 29.000 personen een tussenkomst in de vaccinatiekosten en werden 815 beslissingen genomen in het kader van de rugpijnpreventie. De betaling van deze onderzoeken heeft bewezen dat het FBZ een snel antwoord kan geven met een eenvoudige administratie en een geavanceerde technologie. Tot slot, enkele cijfers met betrekking tot het budget van het FBZ: in 2011 steeg de opdrachtenbegroting tot 330.840.950 euro op een totaal budget van 358.336.179 euro.
Buitenlandse instellingen gelijkaardig aan het FBZ doen regelmatig een beroep op het FBZ om een medisch onderzoek of risico-onderzoek uit te voeren.
3
50828
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Het Asbestfonds Het Asbestfonds (AFA) werd opgericht via de programmawet van 27 december 2006.
Sinds 2007 staat het AFA in voor de vergoeding van mesothelioom en asbestose (en de daarmee gelijkgestelde bilaterale diffuse pleuraverdikkingen). Het AFA werd gecreeerd binnen het FBZ op initiatief van de federale overheid. Het AFA heeft dus geen eigen rechtspersoonlijkheid. De beroepsziekteregeling voorziet al sedert 1953 in de vergoeding van mensen die beroepsmatig het slachtoffer van asbestose zijn geworden en het doet sedert 1982 hetzelfde voor de slachtoffers van mesothelioom. Voor de oprichting van het AFA had het FBZ dus reeds de nodige expertise in huis op het vlak van asbestziekten.
Voor het AFA speelt het geen rol welk 11 Statuut" een slachtoffer heeft. Het AFA erkent ziekten die zowel door blootstelling via het beroep als door blootstelling via de niet-beroepsmatige omgeving veroorzaakt worden. ledereen die in Belgie woont of heeft gewoond en hier blootgesteld is geweest aan asbest komt in aanmerking voor een vergoeding als hij het slachtoffer van asbestose of mesothelioom is geworden.
De krachtlijnen van deze bestuursovereenkomst Deze overeenkomst heeft tot doel de aan het FBZ toevertrouwde opdrachten, de verbeteringen die moeten worden aangebracht aan de uitvoering van deze opdrachten en de middelen die tot de verwezenlijking van deze doelstellingen moeten leiden, te beschrijven. De staat verbindt zich ertoe de verantwoorde en overeengekomen middelen ter beschikking te stellen zodat het FBZ zijn opdrachten op een kwaliteitsvolle manier kan uitvoeren. Zowel de staat als het FBZ verbinden zich om de beginselen van het paritaire beheer na te Ieven.
De verbintenissen die uit de bestuursovereenkomst voortvloeien, blijven geldig zolang er aan de opdrachten niets gewijzigd wordt. Bij de evaluatie wordt er dan ook uitsluitend rekening gehouden met de politieke beslissingen, genomen in uitvoering van de opdrachten, zoals ze op de datum van de ondertekening van de overeenkomst werden beschreven.
4
50829
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
De in de bestuursovereenkomst aangegane verbintenissen doen geen afbreuk aan de verplichting om als openbare instelling van sociale zekerheid de volgende wetteksten en reglementeringen nate Ieven, namelijk: de
wet
van
29
juli
1991
betreffende
de
uitdrukkelijke
motivering
van
de
bestuurshandelingen; het Handvest van de gebruiker van de Openbare Diensten van 4 december 1992 (Belgisch Staatsblad 22 januari 1993); de wet van 11 april1994 betreffende de openbaarheid van bestuur; de wet van 11 april1995 tot invoering van het Handvest van de Sociaal Verzekerde.
Definities In onderhavige bestuursovereenkomst verstaat men onder: 1.
de gecoordineerde wetten {G.W.): de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoordineerd op 3 juni 1970;
2.
het FBZ: het Fonds voor de beroepsziekten bedoeld in artikel 4 van de gecoordineerde wetten;
3.
het Beheerscomite: het Beheerscomite, zoals bedoeld in de wet van 25 april1963 over het beheer van de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid en de sociale voorzorg en door artikel 7 van de gecoordineerde wetten;
4.
de Wetenschappelijke Raad: de Wetenschappelijke Raad, opgericht bij artikel16 van de gecoordineerde wetten;
5.
de boordtabellen: de boordtabellen bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, in toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels;
6.
het bestuursplan: het bestuursplan bedoeld in artikel10 van hetzelfde koninklijk besluit van 3 april1997;
7.
de federale ombudsmannen: de federale ombudsmannen, bedoeld bij de wet van 22 maart 1995 tot instelling van de federale ombudsmannen;
8.
de FOD Sociale Zekerheid: de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid;
9.
de FOD WASO: de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;
10. de FOD P&O: de federale overheidsdienst Personeel en Organisatie; 11. dagen: kalenderdagen, tenzij anders vermeld; 12. de teller: het informatica-instrument dat zal toelaten de correcte instructietermijnen van dossierbehandeling te berekenen.
5
50830
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Wij willen als openbare instelling van sociale zekerheid bijdragen tot het vrijwaren en bevorderen van de gezondheid in het arbeidsmilieu en de schade door beroepsziekten voorkomen, herstellen of vergoeden.
In de komende jaren willen wij ons verder toeleggen op
../ onze expertise inzake preventie van beroepsziekten en van arbeidsgerelateerde ziekten verbeteren in samenwerking met aile betrokkenen; ../ een correcte en snelle vergoeding van beroepsziekten; ../ het ter beschikking stellen van onze knowhow inzake beroepsziekten en risicobepaling.
WAARDEN Onze waarden zijn respect, professionaliteit en rechtvaardigheid. Met gemotiveerd, beschikbaar, efficient en competent personeel willen wij aile vragen op een duidelijke en begrijpelijke wijze beantwoorden. Wij garanderen de rechten van de sociaal verzekerden te eerbiedigen.
6
50831
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
TITEL 1.
OPTIMALISERING VAN DE BASISOPDRACHTEN
HOOFDSTUK 1.
Uitvoering van de opdracht tot vergoedingen
Het toepassingsgebied van de vergoedingsopdracht van het FBZ heeft enerzijds betrekking op werknemers uit de privesector die slachtoffer zijn van een beroepsziekte en die recht hebben op een vergoeding van het FBZ en anderzijds op hun rechthebbenden. De vergoeding kan toegekend worden: wegens een blijvende arbeidsongeschiktheid; wegens een tijdelijke arbeidsongeschiktheid; voor de terugbetaling van medische kosten gemaakt in het kader van een behandeling van een beroepsziekte; voor de hulp van een andere persoon; na overlijden door de beroepsziekte, de vergoeding gaat dan naar de rechthebbenden.
Naast de vergoeding voor werknemers uit de privesector, kan het FBZ administratieve en medische onderzoeken uitvoeren voor werknemers uit de overheidssector en uit de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (PPO). Voor de werknemers van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten verricht het FBZ het administratieve en medische onderzoek, terwijl de beslissingsbevoegdheid bij de overheidsdienst zelf ligt. Het FBZ fungeert hier oak als verzekeringsinstelling: het betaalt automatisch aan de betrokken overheidsdienst de door hem verschuldigde bedragen. Voor de andere werknemers uit de overheidssector kan het FBZ op vraag van de tewerkstellende overheid medische onderzoeken en blootstellingsonderzoeken uitvoeren en adviserend optreden.
Het FBZ wenst zijn interne processen met betrekking tot de vergoedingsopdracht op een continue en duurzame wijze te beheersen om de termijnen te benaderen die zijn voorgeschreven door de wet van 11 april 1995 tot inrichting van het Handvest van de Sociaal Verzekerde.
Daartoe, en om de aanbevelingen door het Rekenhof naar aanleiding van zijn rapport inzake de 1
0mkadering van de vergoedingstermijnen door de bestuursovereenkomst' op te volgen, neemt het
FBZ zich voor om in het kader van de huidige bestuursovereenkomst vanaf 2014 het begrip van de identificeerbare aanvraag in te voeren. Een begrip dat samengaat met de invoering van een informaticatool die bestaat uit een rekentool voor de termijnen. De gegevens worden aangevoerd door een systeem dat de briefwisseling beheert en door het systeem dat de oproepingen beheert. Zo kunnen periodes waarin het FBZ wacht op bijkomende informatie, worden ge"ldentificeerd en
7
50832
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
1
gekwantificeerd. Deze periodes zouden ofwel schorsend kunnen werken met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van het Handvest van de Sociaal Verzekerde, ofwel worden onderworpen aan bijsturing.
Vanaf 2014 zal het onderzoek dus starten wanneer het FBZ een identificeerbare aanvraag tot schadevergoeding voor een beroepsziekte ontvangt, zowel voor het lijstsysteem als voor het open systeem. Dergelijke aanvraag moet: toelaten de aanvrager te identificeren en het voorwerp van de aanvraag verduidelijken (de diagnose)
In de praktijk komt dit overeen met het aanvraagformulier (de delen 501 en 503). Een formulier 501 vergezeld van een medisch attest met de diagnose zal evenwel volstaan. Het bestuur is van mening dat een zekere vormelijkheid een waarborg is voor kwaliteit en degelijk bestuur, wat voor de verzekerde een voordeel kan vormen bij het indienen van een aanvraag. Zo dienen de formulieren als gids voor de verzekerde bij het indienen van zijn aanvraag.
De onderzoekstermijnen worden voortaan berekend vanaf de aankomst van het laatste element dat deze identificeerbare aanvraag vormt. Van zodra een dergelijke aanvraag aankomt bij het FBZ, zal het onderzoek starten en zal de aanvangsdatum van het onderzoek de datum van ontvangst van dit document zijn.
Als het FBZ slechts een van de samenstellende elementen van deze identificeerbare aanvraag ontvangt, zal het het ontvangen document inschrijven, onder voorbehoud dat dit de identiteit van de aanvrager vermeldt, en zal het de aanvrager inlichten over het feit dat zijn aanvraag niet volledig genoeg is om te worden onderzocht. Een bijkomende vraag om inlichtingen, indien nodig gevolgd door een herinnering (in toepassing van artikel 12 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot de vaststelling van de wijze waarop de aanvragen om schadeloosstelling en om herziening voor reeds toegekende vergoedingen bij het FBZ worden ingediend en onderzocht) zal naar de aanvrager worden verstuurd. lndien geen antwoord volgt, dan zal, met inachtneming van de door het Handvest voorgeschreven termijnen, een beslissing tot verwerping worden betekend aan de aanvrager.
1
Geval waarin het FBZ naar de sociaal verzekerde of naar een buitenlandse instelling heeft geschreven voor bijkomende inlichtingen die nodig zijn voor het nemen van een beslissing.
8
50833
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Zoals reeds eerder werd vermeld, bestaat de doelstelling van het FBZ erin de door het Handvest voorgeschreven termijnen te benaderen, dit wil zeggen een beslissing nemen binnen de 120 dagen en een betaling binnen de 120 dagen volgend op de beslissing. De laatste jaren werd het moeilijker om de termijn van 120 dagen voor het nemen van een beslissing na te Ieven, omdat het onderzoek van de aanvragen ingewikkelder is geworden.
Ten slotte stelt het FBZ voor om de doelstellingen aan te passen volgens de voorwaarden van het Handvest naar 120 dagen vanaf 2014 en om een beslissingstermijn van 210 dagen te behouden voor de gehele duur van de overeenkomst met het oog op de trimesteriele rapportering aan het Beheerscomite zodat deze de evolutie van de termijnen in vergelijking met de voorgaande overeenkomsten kan volgen .
Afdeling 1.
.Q.~.Il.~e.r_'!..a_n_ d!il.Yj!!gQ.~d.i!lg~l:l~~ ~~Ln_ru!!I_'!..Q.Qf_q~ ~~r.~t~_ajl_n.Yr!!g~11-c!~ ~!! mo:..a_ru!!l. gm._h_eni~!lll)g,_q~ ilil!IYr.C!&.e_n_.l;Q~Ii~lln..iogJlY.I.P_ \!.C!Il_ej!.[l_ !!!ld!ilte_ .P~!~Q.Q.n_ j!.[l_ d!il
9Y!ilr.lll~~!J~: Wat betreft de doelstellingen met betrekking tot de vergoedingsopdracht, heeft het FBZ besloten om conform de termijnen van het Handvest, een beslissing te nemen binnen een termijn van 120 dagen na de ontvangst van de identificeerbare aanvraag en de betaling uit te voeren binnen een termijn van 120 dagen volgend op de beslissing. In het kader van de transparantie worden aparte doelstellingen geformuleerd per pathologie (groep) en per systeem.
Teneinde
van
de
bestaande
werkwijze
over
te
stappen
op
de
nieuwe,
is
een
overgangsperiode nodig in 2013. Met onderstaande doelstelling verbindt het FBZ zich ertoe om in 2013 de beslissingen te nemen in minder dan 210 dagen na de inschrijving van de aanvraag, zonder aftrek van de wachttijden. De streefdoelen per pathologie(groep) of systeem zullen op jaarbasis berekend worden. De formulering van deze doelstelling laat toe om vergelijkende analysen uit te voeren met de resultaten van de vorige jaren en zal de implementatie van een teller vergemakkelijken.
2
Deze afdeling betreft de lste aanvragen (eerste aanvragen, aanvragen na verwerping en aanvragen wegens een terugval na genezing), de herzieningsaanvragen, de aanvragen voor toekenning van hulp door een andere persoon en de aanvragen van rechthebbenden.
9
50834
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 1.
Meedelen van de beslissing binnen een termijn van 210 dagen na de inschrijving van de aanvraag, zonder aftrek van de wachttijden, in 2013 voor:
a.
50% van de aanvragen pathologie A {hardhorigheid)
b.
70% van de aanvragen pathologie D {huidziekten)
c.
50% van de aanvragen pathologie G {bovenste ledenmaten)
d.
70% van de aanvragen pathologie L {aandoeningen van de rug)
e.
70% van de aanvragen pathologie R {longaandoeningen)
f.
40% van de overige aanvragen in het lijstsysteem
g.
75% van de aanvragen in het open systeem
Vanaf 2014 zal het FBZ, in lijn met de voorwaarden van het Handvest, zich er eveneens toe verbinden een beslissing te nemen in minder dan 120 dagen na de ontvangst van de identificeerbare aanvraag, exclusief de wachttijden om bijkomende informatie te verkrijgen.
Onderstaande
doelstellingen
moeten
ervoor
zorgen
dat
tegen
het
einde
van
deze
bestuursovereenkomst 80% van de aanvragers hun beslissing en eerste betaling ontvangen binnen de 8 maanden na de ontvangst van de aanvraag, waarbij 45% van de aanvragers hun beslissing binnen de 4 maanden zullen ontvangen.
Artikel 2.
Meedelen van de beslissing binnen een termijn van 120 dagen na ontvangst van de identificeerbare aanvraag, met aftrek van de wachttijden, in 2014 en 2015 voor:
a.
30% in 2014 en 35% in 2015 van de aanvragen pathologie A
b.
35% in 2014 en 40% in 2015 van de aanvragen pathologie D
c.
30% in 2014 en 35% in 2015 van de aanvragen pathologie G
d.
40% in 2014 en 45% in 2015 van de aanvragen pathologie L
e.
45% in 2014 en 50% in 2015 van de aanvragen pathologie R
f.
30% in 2014 en 35% in 2015 van de overige aanvragen in het lijstsysteem
g.
50% in 2014 en 55% in 2015 van de aanvragen in het open systeem
10
50835
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Beide doelstellingen gelden voor aile ziekten en pathologieen, met uitzondering van de ziekte beroepsastma en de ziekte OPS (organisch psychosyndroom veroorzaakt door organische solventen). Omwille van de complexe diagnostiek van deze ziekten is het FBZ immers genoodzaakt de medische onderzoeken uit te Iaten voeren in enkele gespecialiseerde externe medische centra. De beperkte beschikbaarheid van deze centra en de aard van het onderzoek dat een meerdaagse aanwezigheid van de patient vereist, zorgen ervoor dat de aanvragen voor deze ziekten buiten het lnormale' kader voor het medische onderzoek van een aanvraag val len. Risico:
Een stijging van het aantal vergoedingsaanvragen zal bij een constante bezettingsgraad een negatieve invloed hebben op de voorgestelde termijnen. Het FBZ acht dot de doelstelling niet meer bereikt kan worden, indien het aantal aanvragen in een pathologie(groep) of systeem ten opzichte van 2011 met 10% of meer stijgt. In 2011 bedroeg het aantal aanvragen in de pathologie(groepen) of in het systeem:
1067 aanvragen pathologie A 412
aanvragen pathologie D
2390 aanvragen pathologie G 1297 aanvragen pathologie L 2702 aanvragen pathologie R 302
overige aanvragen uit het lijstsysteem
904
aanvragen in het open systeem
Wanneer de instelling niet over de essentiele informatie beschikt om de aanvraag te kunnen identificeren, is het niet mogelijk om de instructie van de aanvraag te starten. In zulke gevallen zal het FBZ de betrokken partij tijdig op de hoogte stellen van dit gebrek aan informatie en zal het deze aanmoedigen de nodige inlichtingen te verschaffen. Dit gebeurt via een normale brief, eventueel gevolgd door een aangetekende brief. lndien de betrokken partij er niet in slaagt de informatie tijdig te verschaffen, zal het FBZ gehouden zijn om de aanvraag te beslissen op basis van beschikbare informatie.
Artikel 3.
In 2013 opvragen van de benodigde informatie voor de instructie van de aanvraag binnen een termijn van 30 dagen, via een normale brief aan de betrokken partij, voor 90% van de gevallen.
11
50836
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 4.
lngeval van herinnering: in 2013 opvragen van de benodigde informatie om de aanvraag te vervolledigen via een aangetekende brief, binnen een termijn van 35 dagen na de verzending van de normale brief, voor 90% van de gevallen.
Artikel 5.
In 2014 en 2015 opvragen van de benodigde informatie om de aanvraag te identificeren binnen een termijn van 30 dagen, via een normale brief aan de betrokken partij, voor 90% van de gevallen.
Artikel 6.
lngeval van herinnering: in 2014 en 2015 opvragen van de benodigde informatie om de aanvraag te identificeren via een aangetekende brief, binnen een termijn van 35 dagen na de verzending van de normale brief, voor 90% van de gevallen.
Artikel 7.
Meedelen van de beslissing met betrekking tot de niet-identificeerbare aanvraag, binnen een termijn van 30 dagen na de verzending van de aangetekende brief, voor 90% van de gevallen voor de volledige duur van de overeenkomst.
Afdeling 2. In het perspectief van de nieuwe doelstellingen 2014 inzake het meedelen van een beslissing binnen de 120 dagen, zal de gemiddelde oproepingstermijn sterk moeten worden verminderd. Oat houdt in dat er een maatregel dient te worden ingevoerd om de medische samenwerking te dynamiseren. In 2010 werden er kaderakkoorden afgesloten met verschillende ziekenhuisinstellingen voor de leenvoudige' technische onderzoeken. De versterking van deze maatregelen bedoeld om medische onderzoeken extern te Iaten uitvoeren in functie van de behoeften vormt een van de actiepistes voor 2013. De ervaring van de vorige overeenkomst heeft evenwel aangetoond dat het moeilijk is om de onderzoeken uit te besteden. Deze samenwerking vereist immers behoorlijk wat tijd inzake aanpassing en evaluatie om te beantwoorden aan de zeer bijzondere eisen van kwaliteitsvolle analyses waar de opdrachten van het FBZ om vragen.
12
50837
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Voor deze nieuwe bestuursovereenkomst zal de doelstelling voor de behandeling van een aanvraag het FBZ ertoe aanzetten om segmenten in het traject van bepaalde pathologieen vast te leggen waarin een medisch besluit op stukken aanvaardbaar is.
Artikel 8.
De impact van de kaderakkoorden evalueren en de maatregel bedoeld om medische onderzoeken extern te Iaten uitvoeren in functie van de behoeften versterken in 2013, aanpassingsmaatregelen nemen indien nodig en er elk semester verslag van uitbrengen aan het Beheerscomite.
Artikel 9.
Richtlijnen vaststellen voor de besluitvorming op stukken in 2013 en waken over de naleving ervan in 2014 en in 2015.
ArtikellO.
In het geval van een externe expertise, een bindende termijn bepalen per pathologie of groep van pathologieen voor het ontvangen van de medische rapporten.
Afdeling 3. Het beheer van de betalingen heeft betrekking op meerdere soorten betalingen en beslissingen. Het heeft natuurlijk betrekking op de betaling van de positieve beslissingen, maar eveneens op de betaling van de verschuldigde achterstallen, de terugbetaling van de gezondheidszorgen, de terugbetaling van de kosten ingevolge een overlijden en de terugvordering van de onterecht betaalde sommen.
Volgens het Handvest moet de sociaal verzekerde de betaling binnen de 120 dagen, volgend op de betekening van de beslissing tot toekenning, verkrijgen. Zoals voor de vergoedingsopdracht, worden de doelstellingen opnieuw afgeleid volgens twee hoofdlijnen (de ene te vergelijken met de vorige bestuursovereenkomsten, de andere met de voorwaarden van het Handvest).
Artikelll.
Vanaf 2013, in 90% van de gevallen de eerste maandelijkse vergoeding betalen in de kalendermaand die volgt op de beslissing.
13
50838
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 12.
Vanaf 2014, in 90% van de gevallen de achterstallige vergoedingen betalen binnen de 120 dagen die volgen op de betekening van de beslissing.
Artikel13.
. In 90% van de gevallen de gezondheidszorgen {remgeld) terugbetalen binnen
de
90
dagen
na
ontvangst
van
de
formulieren
van
de
terugbetalingsaanvraag
Artikel14.
In 90% van de gevallen de kosten met betrekking tot een overlijden betalen binnen de kalendermaand die volgt op de ontvangst van de bewijzen van de onkosten.
Artikel 15.
85%
van
het
totaalbedrag
van
de
onterecht
gestorte
bedragen
terugvorderen binnen de 365 dagen die volgen op de beslissing tot terugvordering van dit onterecht uitbetaalde bedrag.
Afdeling 4. Voor een aantal dossiers is de moeilijkheidsgraad inzake het blootstellingsonderzoek of de medische diagnose dermate hoog dat ze onmogelijk binnen een korte tijdspanne kunnen worden afgewerkt. Zo niet dreigt de kwaliteit van de te nemen beslissing in gevaar te komen. Het FBZ zal er zich toe verbinden om het aantal dossiers waarvan de instructie een jaar overschrijdt, binnen een aanvaardbaar volume te houden.
Naar analogie met de doelstellingen die betrekking hebben op de vergoedingsopdracht, worden de ziekten beroepsastma en het organisch psychosyndroom veroorzaakt door organische oplosmiddelen niet in aanmerking genomen wegens de bijzondere aard van het medisch onderzoek (cf. artikel 2).
Artikel 16.
Beperken van het aantal aanvragen dat reeds Ianger dan een jaar in instructie is tot een maximum van 500 dossiers.
14
50839
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 5.
In het kader van de schadeloosstelling van bepaalde personeelsleden uit provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, verzendt het FBZ een advies naar de betrokken overheidsdienst in de vorm van een voorontwerp van de beslissing. Dit voorontwerp bevat een voorbeeld van de manier waarop de ontwerpbeslissing kan worden opgemaakt en welke gegevens deze noodzakelijkerwijze moet bevatten. De betrokken overheidsdienst is op haar beurt verantwoordelijk voor de opmaak van de ontwerpbeslissing en de definitieve beslissing. Het FBZ zal zich ertoe verbinden dit voorontwerp binnen een redelijke termijn te verzenden, teneinde het antwerp van beslissing en de finale beslissing te versnellen.
De doelstellingen met betrekking tot de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten werden niet opgenomen in de vorige bestuursovereenkomst. Omdat de basisopdrachten van het FBZ niet enkel betrekking hebben op de privesector wenst de instelling oak voor deze aanvragen een doelstelling te ontwikkelen en deze missie te valoriseren. Naar analogie met de privesector worden twee
doelstellingen
bepaald:
een
doelstelling
gebaseerd
op
de
criteria
van
de
vorige
bestuursovereenkomst en een doelstelling afgestemd op de voorwaarden van het Handvest van de Sociaal Verzekerde.
Artikel17.
In 2013 een voorontwerp van de beslissing meedelen binnen een termijn van 210 dagen, zonder aftrek van de wachttijden, voor 70% van de gevallen.
Artikel 18.
Vanaf 2014 een voorontwerp van de beslissing meedelen binnen een termijn van 120 dagen voor 40% van de dossiers, rekening houdend met de wachttijden.
15
50840
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 6. De analyse van de geschillen van de laatste jaren toont aan dat de kwalificatie van de beroepsziekte en de graad van arbeidsongeschiktheid de twee belangrijkste oorzaken zijn voor geschillen voor de gerechtshoven en rechtbanken.
De uitkomst van de betwistingen over de erkenning en de blootstelling is meestal gunstig voor het FBZ. De betwistingen over het percentage daarentegen monden meestal uit in negatieve resultaten voor het FBZ.
Daarom overweegt het FBZ om vanaf 2013 na te denken over de vaststelling van de graad van ongeschiktheid en de bepaling van de socio-economische factoren.
Artikel 19.
Jaarlijks de analyse van de geschillen aan het Beheerscomite en de Wetenschappelijke Raad meedelen.
Artikel 20.
Vanaf
2013
nadenken
over
de
bepaling
van
de
graad
van
arbeidsongeschiktheid en het gebruik van nieuwe evaluatie-instrumenten met het oog op een harmonisering van de evaluatiesystemen in de sector van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, de sector beroepsziekten en de sector arbeidsongevallen.
16
50841
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
HOOFDSTUK 2.
Uitvoering van de preventieopdracht
Historisch gezien lag het accent voornamelijk op de individuele schadeloosstelling van de beroepsziekten.
Vermits het begrip beroepsrisico inhoudt dat het risico inherent is aan het werk, blijft het oorzakelijk verband tussen de ziekte en het werk een voorwaarde sine qua non voor de erkenning van de beroepsziekte. Het FBZ is ervan overtuigd dat een preventieve logica gericht op de beroepsrisico's moet worden ingevoerd om de constante voortgang van de beroepsziekten af te remmen, een voortgang
die
vooral
zichtbaar
is
in
de
pathologieen
inzake
hardhorigheid
(A),
het
bewegingsapparaat (zenuwverlamming door druk (C), been- en gewrichtsaandoeningen van de bovenste ledematen veroorzaakt door mechanische trillingen (M), tendinitis (T) en trillingsarthrose (5)). Het FBZ kiester vandaag dus voor om de preventiemaatregelen te versterken, waardoor aan de wens van de regering tegemoet wordt gekomen om zich aan te passen aan de Europese strategie ter bevordering van de preventie.
Het FBZ wenst dus de doelstellingen met betrekking tot de individuele en collectieve preventie van de
voorgaande
overeenkomsten
te
herhalen
(terugbetaling
van
de
kosten
voor
het
gezondheidstoezicht op de studenten-stagiairs, terugbetaling van de vaccins, rugpijnpreventie en bevordering van de ergonomie op het werk, adviesverlening met betrekking tot de blootstelling aan het beroepsrisico op bepaalde werkplaatsen ... ) en nieuwe acties te ontwikkelen waarbij wordt bijgedragen aan een duurzame preventiecultuur. Hieronder verstaat het FBZ het in aanmerking nemen van de evolutie van de aard van de beroepsrisico's (versnelling van voornamelijk technologische innovaties, ontwikkeling van nieuwe risicofactoren ... ) om een continue en aangepaste opvolging te verzekeren van deze individuele en collectieve tussenkomsten.
Afdeling 1.
p_e__b_ej!C!C!.Ilc!.~ _p_rj!y~o!i~rna_aJ:r~~~!J _Ln.g:brii'!..e_n_ j!J _ ~~!J _£Y.I!Y.Y.t _v...fl_n__d_u_U.J1!!1Jl.!!. .P!~'!.~Iltl~
Wanneer de werkgever voor de uitoefening van het gezondheidstoezicht op de stagiairs een beroep doet op de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de Externe dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (EDPBW) van de onderwijsinstelling, komt het FBZ onder bepaalde voorwaarden tegemoet in de kosten van de gezondheidsbeoordeling die voor rekening zijn van de werkgever.
17
50842
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 21.
In 95% van de gevallen een terugbetaling van de kosten van het gezondheidstoezicht op de studenten-stagiairs binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van de elektronische factuur verstuurd door de externe preventiedienst.
Risico:
Technologisch risico, met name tijdens de migraties van besturingssystemen (elektronische handtekening)
Aan het FBZ werd de opdracht toebedeeld inzake een voortgezet gezondheidstoezicht van werknemers die beroepshalve werden blootgesteld aan bepaalde agentia. Het toezicht kan enkel uitgevoerd worden indien er een grate waarschijnlijkheid bestaat dat dit toezicht een meerwaarde (in termen van overlevingskansen, levenskwaliteit, enz.) oplevert voor de slachtoffers.
De
Wetenschappelijke Raad van het FBZ heeft geoordeeld dat dit scenario perfect van toepassing is op de sinonasale kanker veroorzaakt door houtstof bij ex-houtbewerkers. Omwille van deze reden heeft het FBZ eind 2012 in samenwerking met de betrokken partijen een pilootproject gelanceerd.
Werknemers die na hun pensionering genieten van het programma voortgezet gezondheidstoezicht, worden door het FBZ aangezet om een NKO-arts te raadplegen indien ze symptomen tonen die kunnen wijzen op de aanwezigheid van een adenocarcinoom van de neusbijholten en tumoren specifiek bij blootstelling aan houtstof. De arts-specialist zal in dit geval een rapport met zijn bevindingen naar het FBZ sturen. Bij ontvangst van het rapport zal het FBZ de honoraria van de arts betalen. Het FBZ verbindt zich ertoe deze betalingen uit te voeren binnen een termijn van 30 dagen voor 90% van de gevallen.
Na de beeindiging van deze bestuursovereenkomst, wenst de instelling het pilootproject te evalueren. Om de meerwaarde van het toezicht voor de slachtoffers te kunnen beoordelen, zal het FBZ een analyse uitvoeren van de resultaten van het pilootproject. Deze analyse zal uitgevoerd worden in 2015 wanneer het project voldoende geevolueerd zal zijn om voldoende significante conclusies te kunnen trekken. Het FBZ acht dat een voldoende representatieve meting van de doeltreffendheid van het project slechts mogelijk zal zijn na 2015.
18
50843
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 22.
In het kader van het voortgezet gezondheidstoezicht: analyseren van de resultaten met betrekking tot de slaagkansen van de uitvoering van het project tegen einde 2015.
Risico:
Een nauwe samenwerking tussen de sector van de NKO-artsen en het FBZ is noodzakelijk voor de succesvolle uitvoering van het project.
Het FBZ vergoedt, conform de kosten bepaald in de RIZIV-nomenclatuur, de vaccinatiekosten van personen die een verhoogd risico lopen om een infectieziekte te krijgen bij de uitoefening van hun beroep. De volledige lijst met vaccins waarvoor het FBZ kan tegemoetkomen mits bepaalde voorwaarden worden nageleefd, is opgenomen in de specifieke nomenclatuur van het FBZ.
Tot nu toe gaf het FBZ in een eerste fase zijn instemming voor de aanvraag tot terugbetaling en in een tweede fase vergoedde het de betrokkene.
Het FBZ overweegt de specifieke nomenclatuur in 2013 te herzien om: •
de notie van voorafgaande vereiste aanvraag op te heffen op grand van het koninklijk besluit van 28 juni 1983 tot vaststelling van een specifieke nomenclatuur voor verstrekkingen van geneeskundige verzorging
inzake
beroepsziekteverzekering.
Die
notie
verzwaart
de
procedure en stemt niet altijd overeen met de werkelijkheid. Zo gebeurt het in de praktijk dat het vaccin al gedeeltelijk of volledig is toegediend op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. Het kan immers gebeuren dat de aanvrager na het indienen van de aanvraag al wordt blootgesteld aan het risico nag v66r het verkrijgen van het akkoord van de medisch adviseur van het FBZ. •
te voorzien in de terugbetaling van immuniteitsonderzoeken, wat het onnodig toedienen van vaccins vermijdt.
Artikel 23.
Een herziening van de specifieke nomenclatuur inzake de terugbetaling van kosten voor vaccins voorstellen in 2013.
19
50844
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Zoals bepaald in het koninklijk besluit van 28 juni 1983 tot vaststelling van een specifieke nomenclatuur
voor
verstrekkingen
van
geneeskundige
verzorging
inzake
de
beroepsziekteverzekering, komen "de in § 1 bedoelde verstrekkingen (... ) slechts in aanmerking voor tegemoetkoming indien ze voorgeschreven werden ter behandeling of ter voorkoming van de beroepsziekte. De medisch adviseur van het Fonds voor de beroepsziekten oefent de controle uit. [. .. ]". De aanvraag moet dus aan het FBZ worden gestuurd v66r de vaccinatie plaatsvindt om de goedkeuring van de medisch adviseur van het FBZ te verkrijgen.
In afwachting van de herziening van de specifieke nomenclatuur verbindt het FBZ zich ertoe om zijn beslissing over de terugbetaling binnen 60 dagen na ontvangst van de aanvraag te bezorgen voor 95% van de aanvragen.
Er dient te worden verduidelijkt dat het FBZ onder laanvraag' de ontvangst van de formulieren 511 en 513 verstaat. Bij het niet ontvangen van de nodige inlichtingen via deze formulieren zal de teller de schorsing van de termijn mogelijk maken tijdens het verzoek om inlichtingen aan de aanvrager.
Men moet oak weten dat in het meest frequente geval van hepatitis B de terugbetaling van het vaccin ofwel automatisch wordt toegekend aan sommige doelgroepen zoals het verzorgend personeel, ofwel wordt toegekend onder voorbehoud dat de betrokkene kan bewijzen een regelmatig en niet toevallig contact te hebben met bloed of biologische producten in het kader van zijn beroepsactiviteiten.
Artikel 24.
In 2013 en tot de tijd dat de herziening van de specifieke nomenclatuur een feit is voor een beslissing zorgen over de terugbetaling van de kosten van de vaccins voor 95% van de aanvragen binnen 60 dagen na ontvangst van de aanvraag.
Artikel 25.
In 2013 en tot de tijd dat de herziening van de specifieke nomenclatuur een feit is de kosten van de vaccins voor 95% van de aanvragen binnen 60 dagen na ontvangst van de factuur terugbetalen.
20
50845
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Om te beantwoorden aan de terechte vraag van de arbeidsgeneesheren naar het ter beschikking stellen van een elektronische versie van de terugbetalingsaanvraag voor hepatitis B, die de administratieve werklast zal verminderen, zal een elektronische versie beschikbaar zijn uiterlijk op 1 januari 2014. Die doelstelling bevordert de efficientie van het FBZ in de uitvoering van zijn preventieopdracht.
Artikel 26.
Zodra de herziening van de specifieke nomenclatuur een feit is en uiterlijk op
1
januari
2014
voorzien
in
een
elektronische
versie
van
de
terugbetalingsaanvraag voor hepatitis B.
Risico's: die doelstelling vereist de wijziging van het koninklijk besluit ten minste 180 dagen voor zijn inwerkingtreding.
Artikel 27.
Zodra de herziening van de specifieke nomenclatuur een feit is de kosten van het immuniteitsonderzoek en van de vaccinatie terugbetalen binnen 60 dagen na ontvangst van de aanvraag en dit voor 95% van de aanvragen.
Het programma voor secundaire preventie van lumbalgie is uniek wat betreft de samenwerking tussen de curatieve, de arbeids- en de revalidatiegeneeskunde. Het programma streeft ernaar de hervatting van het werk van bepaalde werknemers met een lumbalgie die arbeidsongeschikt zijn te vergemakkelijken in de beste omstandigheden. De doelstelling van het programma is voorkomen dat er een afglijding naar een chronische toestand plaats heeft.
Het revalidatieprogramma behelst maximaal 36 zittingen van telkens twee uren en dit gespreid over een duur van maximaal 180 dagen. Binnen 30 dagen na ontvangst van de aanvraag neemt het FBZ in 95% van de gevallen een beslissing over de aanvaarding of verwerping van de aanvraag.
Artikel 28.
Een beslissing betekenen in 95% van de ingediende aanvragen in het kader van het programma voor secundaire preventie van lumbalgie binnen een termijn van 30 dagen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag.
21
50846
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Het koninklijk besluit van 19 april 1999 stelt de voorwaarden vast waaronder het FBZ in het kader van zijn preventieve opdrachten adviezen inzake blootstelling aan beroepsziekterisico's kan verstrekken.
Op grand van dit besluit kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer of het Comite voor de Preventie en Bescherming op het Werk het FBZ om advies vragen over de blootstelling van werknemers aan een bepaald risico. Het verslag dat wordt uitgebracht is gebaseerd op een representatief onderzoek van de arbeidsomstandigheden en bevat gegevens die ter plaatse worden ingewonnen via observatie, metingen, bemonstering ...
Er dient echter te worden vastgesteld dat het blootstellingsonderzoek dat wordt uitgevoerd in geval van chemische agentia (bijvoorbeeld: stof en vluchtige agentia) meer tijd vergt dan dat dat wordt uitgevoerd in geval van fysische agentia (bijvoorbeeld: geluid en trillingen).
Op basis van dit onderscheid zal het schriftelijke advies van het FBZ meegedeeld worden voor 85% van de aanvragen aan de werkgever, de onderwijsinstelling of instelling en aan de preventieadviseurarbeidsgeneesheer respectievelijk binnen 120 of 90 dagen.
Artikel 29.
Een ontvangstbericht versturen, binnen 7 dagen volgend op de ontvangst van de aanvraag voor 95% van de adviesaanvragen gericht aan het FBZ in het kader van het koninklijk besluit van 19 april 1999. Dit ontvangstbericht bevat reeds een eerste analyse van de aanvraag om zich ervan te vergewissen
dat
het
daadwerkelijk
om
een
aanvraag
binnen
de
verantwoordelijkheden van het FBZ gaat.
Artikel 30.
Een analyseverslag uitbrengen {zo nodig met aanbevelingen) binnen 90 dagen volgend op de ontvangst van die aanvraag voor minstens 85% van de adviesaanvragen gericht aan het FBZ in het kader van het koninklijk besluit van 19 april 1999 en betreffende het blootstellingsrisico aan fysische agentia.
22
50847
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 31.
Een analyseverslag uitbrengen {zo nodig met aanbevelingen) binnen 120 dagen volgend op de ontvangst van de aanvraag voor minstens 85% van de adviesaanvragen gericht aan het FBZ in het kader van het koninklijk besluit van 19 april 1999 en betreffende het blootstellingsrisico aan chemische agentia.
Risico:
Om tot een gefundeerd preventieadvies te komen, is het voor bepaalde aanvragen noodzakelijk een onderzoek van de werkmethode van een werknemer uit te voeren. lndien de werknemer in kwestie werkt in het kader van seizoensarbeid of gedurende lange tijd in het buitenland verblijft en hierdoor niet beschikbaar is voor een onderzoek van de arbeidsmethode, kan dit aanleiding geven tot een langdurig uitstel van het onderzoek. Deze uitzonderlijke situatie zal een negatieve invloed hebben op de termijn waarin de instelling hoar advies kan verlenen.
In de lijn van het hierboven genoemde koninklijk besluit van 19 april 1999 verbindt het FBZ zich ertoe om gedurende de volledige duur van deze bestuursovereenkomst een project met als doelstelling
een
gemeenschappelijk
analyserapport
met
betrekking tot
preventieadvies
te
overhandigen aan meerdere preventieadviseurs-arbeidsgeneesheren of Comites voor de Preventie en Bescherming op het Werk die geconfronteerd worden met gelijkaardige beroepsrisico's.
Artikel 32.
Voor de volledige duur van deze overeenkomst op vraag van de sector een preventieproject uitvoeren m.b.t. het risico van blootstelling aan fysische of chemische agentia.
Risico:
De instelling beschikt niet over een wettelijke basis om op eigen initiatief een preventieadvies m.b.t. beroepsrisico's te verschaffen. Dit project wordt uitgevoerd in de lijn van het koninklijk besluit van 19 april 1999 en hangt dus of van de vraag van de preventieadviseurs-arbeidsgeneesheren of van de Comites voor de Preventie en Bescherming op het Werk.
23
50848
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 2. In 2011 hebben 931 personen een aanvraag m.b.t. hardhorigheid ingediend. Dit is een significante toename t.o.v. 2010 toen 680 aanvragen werden geteld. Daarom verbindt het FBZ zich ertoe om in samenwerking met verschillende universiteiten een nieuwe methode op punt te stellen voor de vroegtijdige opsporing van deze aandoeningen. De uitwerking van deze methode liep af eind 2012 en zal
toelaten
om
in de loop van
2014 een studie te presenteren over de vroegtijdige
opsporingsmethoden voor deze pathologie.
Artikel 33.
Een studie presenteren over de opsporingsmethoden voor doofheid tegen
2014.
In
sommige
prevalentiecijfers
typische
voor
sectoren
(kappers,
huidaandoeningen
gezondheid,
veroorzaakt
door
schoonmaak,
het
beroep
enz.)
heel
zijn
hoog.
de Deze
aandoeningen worden echter zelden als beroepsziekten ge"ldentificeerd. Weinig mensen die aan beroepsdermatosen lijden dienen immers een aanvraag om schadeloosstelling in en veel ingediende aanvragen worden verworpen bij gebrek aan etiologische diagnose. Men
moet dus
de diagnose van
beroepsdermatosen
optimaliseren
door
samenwerkings-
overeenkomsten te sluiten met de expertisecentra. Het FBZ wil zo voor iedereen het stellen van een diagnose met een maximale graad van precisie bevorderen. Parallel met het sluiten van die samenwerkingsovereenkomsten
spreekt
het
voor
zich
dat
zal
worden
voorzien
in
een
communicatieplan gericht op de arbeidsgeneesheren, de dermato-allergologen en de huisartsen.
Artikel 34.
In het kader van de studie gestart door de dermatosecommissie om de preventie en de diagnose van dermatosen door de arbeidsgeneeskunde te verbeteren, de oprichting stimuleren van perifere referentiecentra v66r het einde van de huidige overeenkomst.
Risico's: Het vinden van voldoende wettelijke basis en de aanwezigheid van voldoende interesse van potentiiHe expertisecentra zijn noodzakelijk voor de succesvolle uitvoering van het project.
24
50849
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Het FBZ heeft kunnen vaststellen dat een zeker formalisme voor de verzekerde de indiening van zijn aanvraag vergemakkelijkt. Daarom zal een formulier specifiek voor dermatosen ontworpen worden voor einde 2013.
Artikel 35.
In het kader van de studie gestart door de dermatosecommissie om de preventie en de diagnose van dermatosen door de arbeidsgeneeskunde te verbeteren, een specifiek formulier ontwerpen voor dermatosen v66r einde 2013.
Volgens een rapport van het IARC (International Agency for Research on Cancer) gepubliceerd in april 2010 bestaan er gegevens m.b.t. het aantal kankers waarvan het beroepsmatig karakter erkend werd door de nationale instellingen voor de verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten in Europa. Het is unaniem aanvaard dat de geregistreerde gevallen het fenomeen bepaald niet overdrijven. De aangehaalde redenen om die onderschatting in de opsporing van beroepskankers te verklaren zijn hoofdzakelijk te zoeken in de moeilijkheid voor de medische wereld om te identificeren of de oorsprong van de vastgestelde kankergevallen al dan niet in het beroep ligt en in de lange latentieperiode van kankers die de identificatie van risicofactoren en eventuele beroepsblootstelling moeilijk maken.
Het FBZ verbindt zich ertoe in 2013 een werkgroep op te richten om de anamnese te ontwikkelen en in 2014 geneesheren te rekruteren en overeenkomsten met de universitaire ziekenhuizen op te stellen om de artsen die beroepskankers zouden kunnen tegenkomen, te sensibiliseren om de getroffenen naar een gespecialiseerde consultatie georganiseerd door het FBZ te sturen. Het FBZ zal vanaf 2015 een mobiele eenheid ter beschikking stellen met twee voltijdse equivalenten gespecialiseerd in de diepgaande anamnese om de beroepsoorsprong van kankers op te sporen. Voor de volgende bestuursovereenkomst zal een evaluatie van die maatregel worden uitgevoerd om te beslissen over het gevolg dat aan die actie moet worden gegeven.
Artikel 36.
Een werkgroep 'beroepskanker' oprichten in 2013 om de anamnese te ontwikkelen en voor de operationele uitwerking van gespecialiseerde consultaties.
25
50850
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 37.
Gespecialiseerde consultaties voor 'beroepskanker' organiseren in de Belgische universitaire ziekenhuizen vanaf 2015.
Risico:
Onder voorbehoud van het aanwerven van de twee voorziene voltijdse medewerkers en de akkoorden met de universitaire ziekenhuizen.
26
50851
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Het Asbestfonds
HOOFDSTUK 3.
Mesothelioom is, bij gebrek aan een specifiek klinisch karakter, een ingewikkelde aandoening om een diagnose te stellen. De diagnose van mesothelioom berust hoofdzakelijk op het onderzoek van de histologische coupes. Rekening houdend met de ingewikkelde diagnostiek werd een commissie /lmesothelioom" officieel bekrachtigd, bestaande uit anatomopathologie-specialisten vanuit het hele land. De commissie vergadert maandelijks in het FBZ, en dit om de histologische coupes te onderzoeken. Dit laat oak toe om Belgie toe te voegen aan een Europees Register van mesothelioom.
Omwille van de bijzondere en agressieve aard van de ziekte beschouwt het FBZ de aanvragen mesothelioom
als
prioritair.
Deze
doelstelling
werd
reeds
opgenomen
in
de
vorige
bestuursovereenkomst en succesvol uitgevoerd door het FBZ. In de periode waarop deze overeenkomst betrekking heeft, wenst de instelling haar positieve resultaten voort te zetten en een grater aandeel van de aanvragen mesothelioom binnen de voorgestelde termijn te behandelen. Dit vanaf de ontvangst van de aanvraag (formulier 501 en 503) en de coupes. De percentages uit de doelstelling mesothelioom worden berekend op jaarbasis en zijn van toepassing voor de volledige duur van deze bestuursovereenkomst.
De huidige bestuursovereenkomst voorziet geen specifieke doelstelling met betrekking tot de aanvragen in het kader van asbestose aangezien er momenteel heel weinig nieuwe aanvragen in het kader van asbestose gedaan worden.
Artikel 38.
Beslissing nemen in minder dan 90 dagen na de ontvangst van de aanvraag en de coupes voor 90% van de aanvragen mesothelioom.
Sinds de oprichting van het Asbestfonds volgt het FBZ aandachtig de evolutie van het aantal vergoede slachtoffers en hun rechthebbenden op. Het ziet oak toe op de kwaliteit van de beslissingen en op het financiele evenwicht van het systeem. Ten slotte zet het FBZ zich oak in voor het bevorderen van het wetenschappelijk onderzoek op het vlak van ziekten veroorzaakt door asbest. In het kader van de voorziene procedure staat het FBZ open voor verschillende aanvragen tot samenwerking van organisaties die gespecialiseerd zijn in het wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot deze materie.
27
50852
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 39.
Het FBZ ondersteunt de wetenschappelijke studie van ziekten veroorzaakt door asbest en zal ten laatste in 2014 hierover een voorstel formuleren aan het Beheerscomite.
28
50853
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Het FBZ als kenniscentrum
HOOFDSTUK 4.
Het FBZ bevindt zich in een bevoorrechte positie om zichzelf te profileren als een kenniscentrum met betrekking tot beroepsziekten. Omdat we in een veranderlijke wereld Ieven waarin lnieuwe' beroepsziekten kunnen worden vastgesteld, heeft het verzamelen en analyseren van informatie over dit
onderwerp
belangrijke
gevolgen.
Een
nauwgezette
opvolging
van
de
gegevens
over
beroepsziekten laat immers toe de werking van het FBZ aan te passen aan een veranderende context, en via beleidsadvisering te garanderen dat oak de wettelijke context mee verandert. Anderzijds kan een degelijke analyse van de gegevens zelfs toelaten bepaalde evoluties in het werkgebied te voorzien en hierop te anticiperen. Ten laatste zal een uitgebreide kennis van de beroepsziekten oak een doeltreffender preventiebeleid garanderen. Via enkele gerichte initiatieven wenst de instelling haar technische en wetenschappelijke expertise verder uit te breiden.
Het FBZ verenigt diverse experts met betrekking tot deze materie in verschillende comites, commissies en raden, waar zij in onderling overleg de kennis over het medico-legale werkveld verder uitbreiden en adviezen en voorstellen kunnen formuleren aan de wetgever.
Afdeling 1.
Dit comite is hoofdzakelijk belast met het formuleren van voorstellen m.b.t. de preventieve opdrachten van onze instelling.
Artikel 40.
Het Technisch
Comite voor
de
Preventie
zal jaarlijkse
voorstellen
formuleren aan het Beheerscomite in het kader van preventie.
Artikel 41.
Het technisch comite voor de preventie zal de jaarlijkse rapportering aan het
Beheerscomite
uitvoeren
m.b.t.
het
project
'voortgezet
gezondheidstoezicht'.
29
50854
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Om te stimuleren dat personen die leiden aan lumbalgie aan het werk blijven, heeft het FBZ besloten om, in het kader van zijn revalidatieprogramma met het oog op rugpijnpreventie, een project te lanceren voor een meer doorgedreven ergonomische tussenkomst (ergonomische maatregelen van het tweede niveau). Het gaat om het stimuleren van specifieke acties, uitgevoerd door een ergonoom, in gevallen waar het behoud van of de terugkeer naar tewerkstelling moeilijk blijkt te zijn ondanks een eerste interventie op ergonomisch vlak.
Het FBZ heeft oak protocollen afgesloten met het FOREM, de VDAB, Bruxelles Formation, Actiris en
I'Arbeitsamt der DG in het kader van artikel 37 van de gecoordineerde wetgeving, om de re·lntegratie te stimuleren van personen die definitief werden verwijderd van een beroepsrisico.
Artikel 42.
Het technisch comite voor de preventie zal, binnen de 2 jaar volgend op de publicatie van het koninklijk besluit over dit ergonomisch advies, de efficientie van de 'ergonomische tussenkomst van het tweede niveau' evalueren.
Afdeling 2. De Wetenschappelijke Raad, officieel adviesorgaan van het FBZ, bestudeert de vermoedelijke beroepsziekten die het voorwerp uitmaakten van een aangifte door een arbeidsgeneesheer. Deze Raad gaat na welke ziekten op de lijst van de beroepsziekten zouden kunnen worden ingeschreven en doet daaromtrent de nodige voorstellen.
Tevens zoekt de Wetenschappelijke Raad de meest geschikte middelen, noodzakelijk om de rationele behandeling en voorkoming van de beroepsziekten te verzekeren.
Ten slotte doet de Wetenschappelijke Raad een voorstel of geeft een advies, hetzij op eigen initiatief, hetzij op vraag van de voogdijminister van de instelling of van het Beheerscomite, over probleemsituaties binnen de hem toegekende opdrachten.
De Wetenschappelijke Raad wordt voor z'n werking ondersteund door medische commissies, samengesteld uit academici en experten in de desbetreffende pathologieen.
30
50855
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Het FBZ geeft regelmatig studies uit over de criteria voor erkenning en schadeloosstelling van bepaalde beroepsziekten, zoals zij werden goedgekeurd door de Wetenschappelijke Raad en door het Beheerscomite. Zij zijn vooral bedoeld voor een gespecialiseerd publiek. Die studies worden door het FBZ onder de desbetreffende doelgroepen verspreid, om zo bij te dragen tot een maximale kennisgeving van de bestudeerde en besproken criteria. Telkens wanneer de criteria een wijziging ondergaan, worden de desbetreffende publicaties aangepast.
De uitbouw van het kenniscentrum betekent voor het FBZ oak dat het een rol van beleidsadvisering heeft. Het beleid van de sector is, in samenwerking met de sociale partners, een zaak van de overheid. Deze laatste heeft hierbij ondersteuning nodig van het bestuur om haar feedback te geven over de doeltreffendheid van het gevoerde beleid of haar te adviseren over het geplande beleid.
Geconfronteerd met een technisch ingewikkelde wetgeving over de preventie van de beroepsrisico's in het algemeen en de beroepsziekten in het bijzonder, is een permanente inspanning nodig om te streven naar een meer eenvoudige, transparante en meer geharmoniseerde wetgeving.
In het kader van het voortgezet gezondheidstoezicht, en vanuit dezelfde optiek als het project met betrekking tot de vroegtijdige opsporing van sinonasale kanker veroorzaakt door houtstof, zal het FBZ op basis van de voorstellen van de Wetenschappelijke Raad de types van blootstelling analyseren waarvoor het voortgezet gezondheidstoezicht een meerwaarde kan vormen.
Het FBZ zal op basis van deze analyse onder andere voor elke relevant geachte bloostelling het belang van de blootgestelde groep evalueren.
In functie van de resultaten zal het FBZ de wenselijkheid van een supplementair project voor een specifieke blootstelling nagaan of in overleg met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO) en de preventiediensten richtlijnen opstellen om de effectiviteit van de interventies van de arbeidsgeneesheren te vergroten (type van het gevraagde onderzoek, informatie over de blootgestelde werknemers, verzameling van relevante gegevens). Het idee is te komen tot een instrument van waakzaamheid voor de relevant geachte blootstellingen.
31
50856
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 43.
De relevante blootstellingen- in overeenstemming met de beleidsnota van de staatssecretaris voor Sociale Zaken, voor Gezinnen en voor personen met een handicap, belast met de beroepsrisico's - analyseren in het kader van het voortgezet gezondheidstoezicht en op basis hiervan voorstellen voor acties doen waarvan tenminste 2 projecten.
Het FBZ zal in 2013 samen met de FOD WASO een protocol ontwerpen om een ondersteunend kader te creeren voor de samenwerking tussen de preventieadviseurs van de FOD die gespecialiseerd zijn in de preventie van de psychosociale belasting en de verschillende actoren in de sector van de arbeidsgeneeskunde. Tegelijkertijd wil het FBZ in samenwerking met het RIZIV een protocol ontwerpen in het kader van de secundaire preventie en vanuit de optiek van het behoud van tewerkstelling. lndien nodig zal oak de sector arbeidsgeneeskunde bij dit protocol betrokken worden. De acties die door deze twee protocols beoogd worden zullen gecoordineerd worden. Het FBZ streeft naar een formalisering van deze protocollen voor einde 2014. Daartoe zal het de nodige acties ondernemen waarvoor de instelling bevoegd is.
In het kader van het actieplan van de sociale partners, dat wordt uiteengezet in het advies van de Nationale Arbeidsraad, zal het FBZ oak betrokken zijn bij de ontwikkeling van praktische richtlijnen voor de preventie van psychosociale belasting.
Artikel 44.
In overeenstemming met de beleidsnota van de staatssecretaris voor Sociale Zaken, voor Gezinnen en voor personen met een handicap, belast met de beroepsrisico's, protocols ontwerpen in 2013 met de FOD WASO en het RIZIV in het kader van de secundaire preventie van psychosociale belasting.
Risico:
Een succesvolle samenwerking met de FOD WASO, het RIZIV en verschillende actoren uit de sector arbeidsgeneeskunde is een noodzakelijke voorwaarde om tijdig over een on twerp van het protocol te kunnen beschikken.
32
50857
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
De samenwerking met bovenvermelde partners heeft eveneens een invloed op de definitieve afsluiting
van
de
protocol/en.
Het
aanvaarden
en
tijdig formaliseren
van
de
samenwerkingsprotocollen is immers afhankelijk van de duur en de uitkomst van de verschillende beslissingsprocessen van de betrokken bestuursorganen.
Vanuit zijn wettelijke opdracht brengt de Wetenschappelijke Raad regelmatig adviezen uit met het oog op de eventuele inschrijving van nieuwe ziekten op de lijst of over nieuwigheden m.b.t. beroepsziekten. Zodra de FOD WASO de instelling heeft verwittigd van een wijziging in de Europese 1
lijst, zal een toetsing van de Belgische lijst aan de Europese lijst' van de beroepsziekten gebeuren teneinde de eventuele inschrijving van een rubriek te onderzoeken.
Artikel 45.
Zorgen voor regelmatige adviezen over nieuwigheden en herzieningen m.b.t. beroepsziekten.
De Wetenschappelijke Raad verbindt zich ertoe regelmatig de criteria die worden toegepast inzake blootstelling, diagnose of vergoeding te controleren. De Raad kan hiervoor een beroep doen op de diverse medische commissies voor het voorbereidende werk. Die analyses en vaststellingen zullen worden voorgelegd aan het Beheerscomite. Het Beheerscomite kan, na het advies van de Wetenschappelijke Raad te hebben ingewonnen, de bevoegde ministers voorstellen om de criteria op te nemen in een reglementaire tekst om deze afdwingbaar te maken. Het is van essentieel belang dat de criteria die het FBZ hanteert, worden erkend en aanvaard door de medische en gerechtelijke instanties.
De lumbaire pathologie, die een relatief groat aantal aanvragen meebrengt, leidt tot een beperkt aantal positieve beslissingen waarbij een blijvende ongeschiktheid wordt toegekend voor de privesector -lijstsysteem.
Het mag dus niet verbazen dat de beslissingen voor deze pathologie globaal genomen het onderwerp uitmaken van het grootste aantal betwistingen.
33
50858
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
De Wetenschappelijke Raad heeft echter de plicht om, na de criteria die hij heeft bepaald gedurende enkele jaren te hebben toegepast, deze te evalueren.
Artikel 46.
Vanaf
2013
de
blootstellings-
en
diagnosecriteria
van
het
mono-
polyradiculair syndroom evalueren.
Artikel47.
Voor de verschillende pathologieen overgaan tot een analyse van de toepassing door de arbeidsrechtbanken van de criteria opgesteld door de Wetenschappelijke Raad en goedgekeurd door het Beheerscomite.
De wetgeving voorziet in de publicatie van een jaarverslag. Opdat dit jaarrapport optimaal dienstig kan zijn voor de evaluatie van het gevoerde beleid of voor het uittekenen van het toekomstige beleid, is het belangrijk om het zo snel mogelijk beschikbaar te stellen. Elk jaar wordt een eerste statistisch rapport voorgelegd aan het Beheerscomite voor de vergadering van de maand maart.
Dit rapport moet vervolledigd worden en vergezeld gaan van het advies van de Wetenschappelijke Raad of minstens van de opmerkingen van het bestuur.
Elk jaar wordt, uiterlijk in de maand juli, een technische bijlage met financiele gegevens aan het jaarrapport toegevoegd.
Artikel 48.
Een jaarlijkse statistische analyse over de evolutie van het aantal aanvragen in functie van verschillende parameters {pathologie, geslacht, gewest, sector ... ) publiceren waaraan een technische bijlage met de financiele gegevens wordt toegevoegen.
34
50859
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 3.
I:2SI2~!:.tl~e- _y.i!btejd~IJ _ .ro.~t- _Q.e_tr~liliJog_ !Qt _d~ _ .P!Q.fi/lC!c;..tLs.s:b~- Y~!'Ullit!!ri.!IE.. _v.sm
1\Uil.!IE!!r.~ :l!V_e.r!so~~IJI~!~~
Sinds 2010 is het FBZ belast met de opdracht om de opvolging en analyse van de werkverwijdering van zwangere werkneemsters te verzekeren. Deze opdracht verving de vergoedingsopdracht, die vanaf 2010 werd overgenomen door de verzekeringsorganismen. Het doel bestaat erin de gegevens te centraliseren en te analyseren zodat een algemeen overzicht kan gegeven worden over het profylactisch verlof. De Koning kan nadere regels bepalen voor de uitoefening van deze bevoegdheid.
Om de aspecten voor de opvolging van de verwijderingprocedures zo goed mogelijk te ontwikkelen, dient het FBZ de benodigde informatie te verzamelen komende van de verzekeringsinstellingen enerzijds en van de werkgevers anderzijds. De verzamelde informatie zal vervolgens periodiek worden geanalyseerd, hetgeen het FBZ in staat stelt om tijdig evoluties en anomalieen op te merken en gerichte beleidsinformatie te verstrekken.
Artikel 49.
Aan het Beheerscomite een rapport voorleggen met de resultaten van de analyse
betreffende
de
zwangere
werkneemsters
en
eventuele
aanbevelingen voor de betrokkenen voor het einde van de maand maart.
Artikel 50.
Tegen juni 2014 zal het FBZ de mogelijkheid ter beschikking stellen om de gegevens
met
betrekking
tot
verwijderde
zwangere
werkneemsters
elektronisch aan te geven.
35
50860
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
TITEL 2.
DEGELIJK BESTUUR
Degelijk bestuur is erop gericht het overheidsoptreden efficienter te maken en op die manier bij te dragen aan het algemeen welzijn en het algemeen belang. Het veronderstelt een ge·lntegreerde benadering inzake strategie, beheer en de naleving van elementaire principes zoals efficientie, transparantie, vooruitziendheid, de voorrang van het recht ...
Terwijl de noties transparantie en voorrang van het recht gekend zijn en dus niet meer hoeven gedefinieerd te worden, zijn de noties efficientie en vooruitziendheid veel recenter.
Efficientie wordt gedefinieerd als de verhouding tussen de prestaties of de activiteiten enerzijds en de hiervoor ingezette middelen anderzijds. In dit deel gewijd aan degelijk bestuur binnen het FBZ wordt die notie behandeld, net als de andere principes, volgens verschillende thema's. Er wordt beoogd de efficientie te verhogen door middel van diverse hulpmiddelen en methoden voor strategie en beheer die hieronder beschreven worden. De ontwikkeling van een ge·lntegreerde visie inzake strategie en beheer steunt immers op een gecoordineerde benadering van al die hulpmiddelen en methoden.
Vooruitziendheid bestaat uit het anticiperen op problemen op basis van beschikbare gegevens en waargenomen tendensen. Een vooruitziend beleid is een beleid dat rekening houdt met de evolutie van de kosten van de organisatie en de te voorziene veranderingen van omgevingsfactoren zoals economische factoren, demografische factoren ...
Het FBZ wil de naleving van de sleutelprincipes van degelijk bestuur bevorderen om te antwoorden op de verwachtingen van de politiek in dit verband. In het kader van een permanent veranderingsproces voert het FBZ een reflectie uit op het operationele en strategische niveau, wat zich concreet vertaalt in de beschrijving en de herziening van procedures, het herschrijven van de informaticatoepassingen die worden gebruikt voor het uitvoeren van de kernopdrachten... De werkwijze ter discussie stellen heeft als hoofddoel het verbeteren van de efficientie.
Het FBZ heeft dit veranderingsproces nag niet beeindigd. Het zal tijd vragen en een voldoende grate maturiteit om aanvaard en ge·lntegreerd te worden. Verder zal niet aileen een goede coordinatie van aile gevoerde acties en projecten nodig zijn, maar oak een algemene mentaliteitsverandering.
36
50861
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Om de aanvaarding en de integratie van dit veranderingsproces te bevorderen zal het bestuur, voorafgaand aan elk nieuw project of actieplan, een stand van zaken opmaken en bijzondere aandacht besteden aan
het voorbereidende werk (consensus,
planning,
communicatie en
anticipering op risico's).
De opsplitsing van de eel beleidsondersteuning in een Project Management Office (PMO) die met name een methodologie invoert om de projecten op te volgen en in een Dashboard Office dat o.a. belast is met het meten van de invloed van de actieplannen, is een van de maatregelen die zorgen voor een betere coordinatie van aile acties en projecten in uitvoering. De responsabiliseringsgolf die het bestuur op gang wil brengen, maakt hier oak deel van uit.
37
50862
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
HOOFDSTUK 1.
Personeelsbeheer
Op het vlak van
personeel
werd
het FBZ geconfronteerd met de veroudering van
zijn
personeelsbestand hetgeen, om de kennisoverdracht te verzekeren, de beschrijving van de procedures dringend maakte. Daarnaast is het oak belangrijk om de evolutie van de leeftijdspiramide van de instelling zorgvuldig op te volgen en om het Beheerscomite hierover jaarlijks te informeren.
Artikel 51.
Jaarlijks een opvolgingsverslag met betrekking tot de leeftijdspiramide bezorgen aan het Beheerscomite.
In een volgende fase zullen deze procedures en de organisatie van de taken geanalyseerd en eventueel herzien worden. Aile actoren zullen worden aangezet tot een resultaatgerichte benadering om de productiviteit en de kwaliteit van het werk te verbeteren.
Bovendien zal het een uitdaging vormen voor het management om het personeel te behouden. Het management tracht dit te bereiken door te luisteren naar de behoeften of persoonlijke doelstellingen van de werknemers, hun motivatie te verhogen en volop hun competenties te benutten.
Afdeling 1. Het personeelsbeheer zal een beslissend element zijn voor het slagen van het veranderingsproces dat wordt beschreven in de inleiding. De inhoud van dit veranderingsbeleid is gebaseerd op de principes
van
autonomie,
professionalisering,
prestatieverbetering,
modernisering
en
responsabilisering.
Het hoofddoel bestaat erin om de enthousiaste instemming te verkrijgen van aile medewerkers voor de verandering en de natuurlijke neiging tot weerstand te doorbreken. Hiervoor zal het management werken aan transparantie, communicatie op aile niveaus en coordinatie tussen de projecten of tussen de diensten om het gemeenschappelijke doel te benadrukken: een betere dienstverlening aan de burger.
38
50863
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Het FBZ blijft ontwikkelcirkels organiseren, in overeenstemming met de geldende wetgeving, op aile niveaus en voor aile personeelsleden. De informaticatoepassing voorzien door de FOD Personeel en Organisatie
(P&O),
Crescendo, zal hierbij ingezet worden als ondersteuningsmiddel. Deze
ontwikkelcirkels zullen
ingezet worden
om de instemming van
veranderingen te evalueren, om de individuele behoeften
de medewerkers met de
in kaart te brengen en om de
medewerkers in het veranderingsproces te begeleiden.
Artikel 52.
Een globaal opleidingsplan opstellen, de follow-up van de opleidingen uitvoeren en een jaarlijks follow-uprapport voorleggen.
Artikel 53.
Ontwikkelcirkels organiseren op aile niveaus en voor aile personeelsleden.
Afdeling 2. Om het solidariteitsbeleid vorm te geven, staat de eel Human Resources (HR) de diensten bij door het inventariseren van de competentieprofielen verbonden aan elke functie, alsook door de specifieke competenties van iedere medewerker in kaart te brengen tegen einde 2014. Dit met de doelstelling om in de toekomst een match te kunnen maken tussen deze beide aan de hand van een competentiematrix (dat wil zeggen taken waarop de solidariteitspolitiek kan toegepast worden).
Artikel 54.
De functiebeschrijvingen opstellen voor de technische profielen tegen einde 2013.
Artikel 55.
Vervangingen verzekeren
door het opmaken en invoeren van
een
competentiematrix tegen einde 2014.
Risico:
te ontwikkelen aan de hand van een informaticatoepassing.
39
50864
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
HOOFDSTUK 2.
lnformaticabeheer
Het informaticabeleid dat in de voorgaande bestuursovereenkomst werd uitgestippeld, zal consequent verder gezet worden in de huidige periode. De sleutelwoorden voor de periode 20132015 zijn dan oak dematerialisatie, mobiliteit en kwaliteit van de gegevens. We wensen hierbij zowel efficiente instrumenten te verkrijgen die de uitvoering van de kernopdrachten ondersteunen, als hulpmiddelen voor het beheer en de sturing van de organisatie.
Afdeling 1.
De dematerialisatie past in een globale kwaliteitsbenadering en zal leiden tot een verhoging van de productiviteit van de organisatie en de snelheid van de dossierbehandeling. Concreet zal de dematerialisatie toelaten om op volledig elektronische wijze de gegevens of documenten te beheren die in de instelling circuleren. Hierdoor wordt het mogelijk om
informatie in /real time' te
centraliseren en dus de duur voor de uitwisseling van gegevens aanzienlijk te beperken, de codering beperken via optische tekenherkenning (OCR), het verlies van dossiers te vermijden, het verbruik van papier te verminderen, de mobiliteit te verbeteren (werken op verschillende werkposten) en (op termijn) telewerk aan het personeel aan te bieden. Enkele projecten die in verband gebracht kunnen worden met de dematerialisatie zijn de invoering van een nieuw ge"lnformatiseerd medisch dossier en een systeem voor het elektronisch beheer van documenten. Die projecten zijn essentieel omdat ze betrekking hebben op de core business van de instelling.
Artikel 56.
lmplementeren van een systeem voor het elektronisch beheer van documenten vanaf 2013.
40
50865
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Voor het FBZ vormt de ontwikkeling van een elektronische aanvraag een belangrijk element in het streven naar een klantvriendelijke instelling. Als voorbereiding voor dit initiatief zullen in de loop van het jaar 2013 de nodige stappen ondernomen worden om de elektronische aangifte ter beschikking te stellen. De ontwikkeling van de elektronische aangifte zal gebeuren in het kader van het project voor het voortgezet gezondheidstoezicht bij slachtoffers van sinonasale kanker, veroorzaakt door houtstof. De aangifte heeft in dit geval enkel betrekking op de blootstelling, hetgeen een grotere soepelheid toelaat bij de ontwikkeling van het elektronisch formulier, aangezien er geen sprake is van gevoelige medische informatie.
De ervaring die men opdoet bij de invoering van de elektronische aangifte, zal een basis vormen voor de ontwikkeling van de elektronische aanvraag.
Artikel 57.
Tegen
2013
de
elektronische
aangifte
voor
het
voortgezet
gezondheidstoezicht bij slachtoffers van sinonasale kanker veroorzaakt door houtstof ontwikkelen.
Artikel 58.
Minstens het medisch gedeelte van de elektronische aanvraag creeren tegen einde 2015.
Artikel 59.
Voor het einde van deze overeenkomst, de creatie van een vitrine op de website van het FBZ voorbereiden waar de aanvrager het statuut en de samenvatting van zijn/haar dossier kan raadplegen.
Risico:
de samenwerking met eHealth is een noodzakelijke voorwaarde om de medische gegevens elektronisch ter beschikking te kunnen stellen.
41
50866
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 2.
In het kader van de modernisering van zijn computerinfrastructuur, heeft het FBZ tijdens de vorige bestuursovereenkomst de informatica-instrumenten voor de uitoefening van de core business herschreven in de programmeertaal JAVA. De nieuwe uitdaging in 2013-2015 zal bestaan uit een 1
aanpassing van deze instrumenten aan de nieuwe werkwijzen voorgesteld door de groep TO Be' die verantwoordelijk is voor het herschrijven van de procedures. Deze nieuwe programma's zullen de kwaliteit van de databases sterk verbeteren.
Artikel 60.
Aanpassen van de informatica-instrumenten voor de uitoefening van de kernopdrachten aan de vernieuwde procedures.
Afdeling 3.
Het FBZ wenst de interne mobiliteit van zijn medewerkers te verbeteren door telewerk (op termijn) mogelijk te maken. Voor de uitvoering van deze intentie is een belangrijke bijdrage op informaticavlak nodig: het systeem voor elektronisch documentbeheer, de virtualisatie van de werkposten en de installatie van een nieuw telefoonnetwerk vormen een noodzakelijke voorwaarde voor het telewerk.
De virtualisatie van de werkposten vormt niet aileen een belangrijk onderdeel van de verbetering van de interne mobiliteit, het zal eveneens een reeks voordelen opleveren op vlak van centraal beheer van het informaticasysteem, kostenefficientie, veiligheid van de gegevens en conformiteit van werkwijzen.
Aangezien de gegevens in de dossiers van nature gevoelig zijn van aard, zijn de toegang tot de gegevens die het FBZ verzamelt en het toezicht op de beveiliging ervan van wezenlijk belang in deze strategie. De ontwikkelingen en de tools die ter beschikking worden gesteld in het kader van de virtualisatie, het telefoonnetwerk en de dossierbehandeling zullen voldoende veiligheid kunnen garanderen.
42
50867
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
De virtualisatie bevindt zich in een testfase en wordt sedert juni 2012 uitgeprobeerd door 20 gebruikers. Deze steekproef is voldoende groat om te bepalen welke de behoeften van de gebruikers zijn en of er een nood is aan ondersteunende randapparatuur. Het systeem zal operationeel zijn eind 2013.
Artikel 61.
Beeindigen van de desktop virtualisatie tegen einde 2013.
Voice over IP (VoiP) bevordert de gebruiksvriendelijkheid en soepelheid van het beheer van de
telefooncentrale van het FBZ. Omwille van deze reden speelt dit project een belangrijke rol in de verbetering van de interne mobiliteit. Na een eerste paging in 2011 om een dergelijk systeem te implementeren, waarbij beroep werd gedaan op een private onderneming, zoekt het FBZ naar alternatieve oplossingen. In dit kader worden de mogelijkheden tot synergieen met andere OISZ uitvoerig onderzocht. Van
zodra
de beste oplossing gekozen wordt,
wordt het systeem
geoperationaliseerd voor het einde van het jaar 2014.
Artikel 62.
lnstalleren van het nieuwe Voice over /P-netwerk voor het einde van 2014.
43
50868
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
HOOFDSTUK 3.
Projectbeheer
De vastgestelde noodzaak aan hervorming in de publieke sector in het algemeen, en in het FBZ in het bijzonder leidde de laatste jaren tot een veelheid aan initiatieven binnen het FBZ: de oprichting van een eel kennisoverdracht, de uitvoering van een risicoanalyse, de uitvoering van een procesanalyse, verschillende ICT-projecten, operationele en strategische reorganisaties, actieplannen, enzovoort. Uit het overzicht van al die initiatieven kan besloten worden dat er aan wil om te veranderen en enthousiasme geen gebrek is. Het gaat om projecten die stuk voor stuk nuttig en noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling en het voortbestaan van de instelling. Er is met andere woorden nood aan een gecoordineerde, resultaatgerichte aanpak en een efficientere opvolging van de projecten. Het slagen van de projecten veronderstelt een doorgedreven opvolging van de scope, de tijd, de middelen, de organisatie en de vooruitgang. Oak de implementatie van het eindresultaat mag hierbij niet uit het oog verloren worden.
Het Project Management Office (PMO) staat in voor de communicatie en rapportering met betrekking tot de projecten van en naar het management, dat toeziet op de standaardisering van de processen, methoden en documenten die worden gehanteerd binnen de projectwerking en dat instaat voor het monitoren van de onderlinge samenhang tussen de verschillende projecten en het organiseren van regelmatig overleg tussen de verschillende projectmanagers.
Het PMO stelt een gecentraliseerd systeem op en vult het geleidelijk aan, met enerzijds algemene informatie over de projecten en anderzijds een driemaandelijkse stand van zaken van de projecten ter gelegenheid van de bijeenkomst van het stuurcomite. Dit systeem zal ter beschikking staan van aile leden van het FBZ.
Artikel 63.
Het FBZ op een hoger maturiteitsniveau te brengen wat betreft het projectbeheer.
44
50869
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Het PMO engageert zich om met de ondersteuning van ICT
een opvolgingstool voor
projecten ter beschikking te stellen van de projectleden. Deze tool zal niet aileen de individuele opvolging van het project door elk lid van de projectgroep vergemakkelijken, maar het zal eveneens een sturingsinstrument vormen voor de projectmanager en een automatisch alarmsysteem voor de projecteigenaar en het management.
Artikel 64.
Aan aile projectactoren een opvolgingstool voor projecten ter beschikking stellen met het oog op een gemakkelijkere individuele organisatie voor ieder groepslid.
45
50870
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
HOOFDSTUK 4.
Risicobeheersing. interne controle en interne audit
Om de doelstellingen van de organisatie op efficiente en doeltreffende wijze te realiseren is het noodzakelijk om een duidelijk overzicht te hebben van de strategische en operationele risico's die de uitvoering van de verschillende opdrachten zouden kunnen bedreigen.
Via een systeem van interne controle kunnen deze risico's beheerd worden om op die manier een grotere zekerheid te verwerven met betrekking tot het bereiken van de doelstellingen. Het gaat om de identificatie, de evaluatie en de beheersing of acceptatie van mogelijke interne en externe factoren en gebeurtenissen die als risico's zijn bepaald. Omdat er meerdere risico's zijn, die zeer verschillend van aard kunnen zijn en bovendien voortdurend wijzigen, gaat het dus om een continue cyclus van risicoanalyse en risicobeheer.
Oak de kernprocessen, de ondersteunende processen en de managementprocessen van de organisatie, hebben een grate invloed op de kwaliteit van de dienst en de dienstverlening. Zware en versnipperde processen kunnen vereenvoudigd worden en overbodige activiteiten geschrapt, zodat efficiente en doeltreffende processen ontstaan. Net als bij het risicobeheer moet het gaan om een continue cyclus van procesanalyse/procedureanalyse en procesbeheer/procedurebeheer. Via een systeem van permanente monitoring worden systematisch verbeteropportuniteiten gedetecteerd en kan vlot ingespeeld worden op een veranderende context.
De kwaliteit van het systeem van de interne controle wordt beoordeeld door de interne audit. Deze interne audit stelt een onafhankelijke onderzoeks- en evaluatiefunctie ter beschikking met betrekking tot de goede werking van het intern controlesysteem.
Voorafgaand aan de invoering van maatregelen voor interne controle, dient men zich een zo duidelijk en nauwkeurig mogelijk beeld te vormen van het maturiteitsniveau van het interne controlesysteem van de organisatie. Het gaat er om te beschikken over een stand van zaken die de sterke en de zwakke punten aangaande interne controle naar voren brengt door de COSO-INTOSAImethodologie strikt op te volgen.
46
50871
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Deze stand van zaken werd in 2012 uitgevoerd voor de eerste drie bestanddelen van dit model, 1
namelijk: de /interne omgeving', het Vastleggen van de doelstellingen' en de /analyse van de risico's'. Deze 3 samenstellende elementen moeten inderdaad absoluut een voldoende maturiteitsgraad hebben opdat er sprake kan zijn van een afdoend intern controlesysteem.
In 2013 zal de inventarislijst worden voortgezet voor de 3 andere pijlers van het model: de 1
1
1
COntroleactiviteiten', de informatie en communicatie' en de Sturing'. Deze evalutie zal worden
beeindigd voor eind 2013.
Artikel 65.
Een stand van zaken uitvoeren van de interne controle bij het FBZ voor eind
2013.
Van zodra de stand van zaken is opgemaakt, is het aan de eel Interne Controle en aan het management om te zoeken naar interne beheersmaatregelen op korte, middellange en lange termijn om het interne controlesysteem van het FBZ te verbeteren.
Op basis van de sterke en zwakke punten die naar voren komen voor de eerste drie bestanddelen van het COSO-INTOSAI-model, zal het management voor het einde van januari 2013 van de voorgestelde acties diegene valideren waarvan de invoering prioritair is (of zal het er andere voorstellen). De vastgestelde termijn is kart omdat er reeds met de voorbereiding van deze maatregelen gestart werd in het tweede semester van 2012.
De gekozen acties, evenals de strategie en de stappen om deze tot een goed einde te brengen, zullen uitvoerig worden beschreven in een jaarlijks actieplan dat wordt goedgekeurd door het management en aile medewerkers van het FBZ die er verantwoordelijkheid in dragen.
Bij de einddatum van dit actieplan zal een evaluatie worden uitgevoerd.
Artikel 66.
Jaarlijks bijwerken van de opvolging betreffende de risico's die door de instelling worden ge"identificeerd.
47
50872
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
De interne controle zal de doeltreffendheid, de efficientie en de risicobeheersing van een lijst met procedures, die minstens jaarlijks wordt vastgesteld door het management, controleren. lndien nodig zal de eel voorstellen voor verbetering doen.
Artikel 67.
lnvoering van interne beheersmaatregelen in de organisatie op basis van een jaarplan om de efficientie van de toegepaste procedures te evalueren.
Om een redelijke zekerheid te verkrijgen, omtrent het behalen van de doelstellingen, om de invoering van interne beheersmaatregelen te vergemakkelijken en te ondersteunen, is een gelijktijdig risicobeheer noodzakelijk. Voor het beheer van deze risico's is het echter noodzakelijk om ze vooraf te identificeren en te evalueren. Oat is de doelstelling die wordt beoogd door de risicoanalyse. Opdat het risicobeheer optimaal zou zijn, moet de risicoanalyse een niet aflatend proces zijn, anticipatief en systematisch uitgevoerd op aile niveaus van het FBZ. Het risicobeheer ontwikkelt zich vervolgens in functie van het niveau van aanvaarding van de risico's.
Artikel 68.
Beschikken over een nieuwe algemene risicoanalyse tegen eind 2015.
Artikel 69.
Aanmoedigen van de toe-eigening van de procedures en hun beschrijvingen door de diensten.
Artikel 70.
De
actualisatie
methodologische
van
de
procedurebeschrijvingen
ondersteuning
bieden
voor
het
opvolgen
en
beschrijven
de van
procedures.
48
50873
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
De interne audit vormt het tweede niveau van de controlepiramide. Hij waakt over de kwaliteit van de risicobeheersing en van de interne controlesystemen van de organisatie die onder de verantwoordelijkheid van het management vallen. Het FBZ heeft ervoor gekozen om een functie van interne audit te creeren die gemeenschappelijk is voor meerdere OISZ. Aangezien de missies en processen van het FBZ, het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) en de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) onderling vergelijkbaar zijn, zal er een gemeenschappelijke interne auditcel voor deze instellingen worden opgericht in januari 2013.
Artikel 71.
Oprichten van een interne auditcel in januari 2013.
49
50874
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
HOOFDSTUK 5.
Beleid en beheersinstrumenten
De huidige overeenkomst speelt zich af binnen een bijzondere economische context, een context die aanzet tot meer doeltreffendheid en tot het optimaal, efficient gebruik van de beschikbare bronnen. Het beleid en de beheersinstrumenten hebben derhalve een beslissende rol in dit deel gewijd aan het degelijk bestuur. Oat is trouwens de reden waarom zij dit tweede deel afsluiten.
Dit hoofdstuk overloopt de verschillende tools, die betrekking hebben op de sturing van onze instelling en die zullen worden ingevoerd in het FBZ tegen 2015.
Oak het beheer van de instelling ondergaat een veranderingsproces. Dit is onder andere te merken aan het bepalen van SMART-doelstellingen, de invoering van een analytische boekhouding, de vaststelling en de goedkeuring van de waarden en de visie door het volledige personeel en meer gedetailleerde statistische analyses.
De eigenschappen laanvaardbaar' en lrealistisch' creeren een betrokkenheid bij aile ge"lnteresseerde partijen (management, diensthoofden en directeurs, maar oak de personeelsleden), wat gunstig is voor het toe-eigenen van de doelstellingen. Wij gaan allen een enkele richting uit: die van een performante openbare instelling.
Een van de voordelen van de analytische boekhouding is de beheerscontrole. Deze laat een grotere transparantie van de kosten en van het gevolgde beleid toe, door de meerkosten aan te geven of door de aandacht van het bestuur te vestigen op aile middelen die nodig zijn voor een specifieke prestatie.
Het risicobeheer (cf. hoofdstuk 4), de invoering van een teller (cf. titel 1, hoofdstuk 1) en de invoering van performante boordtabellen zullen de instelling toelaten een stand van zaken op te maken, lalarmdrempels' vast te stellen en meer specifieke, en dus meer bruikbare, actieplannen op te stellen.
De invoering van meer performante boordtabellen, zowel op strategisch als operationeel vlak, zal het effectief mogelijk maken om gedurende de volledige procedure van de verandering de overgang van de aanvragen tussen diensten beter te meten en zal een duidelijke en transparante verslaggeving aan het topmanagement vergemakkelijken.
50
50875
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
De verwerving van een informatica-instrument business intelligence op het einde van de vorige overeenkomst maakt het mogelijk om verfijnde statistische analyses uit te voeren, bijvoorbeeld met betrekking tot de verdeling van het aantal aanvragen per sector, per systeem, per pathologie, per geslacht ... Zij zullen zowel voor het bestuur (op het strategische en operationele niveau in het FBZ) als voor de sociale partners, beleidsmakers of de media bestemd zijn.
9.PJ!!5!~~11-l!5!!l_~~!L_b~j!Y.Y.r~pla_n__ QI2_Q5!~i~-Y~!L~!!Jij:~gij~Q~-~D-.9.P~!!!tiQD~l~
Afdeling 1.
:~l'!llt\.!U~ .:dQgljt,~I!Joggn 3
Het bestuursplan is een synthese van de menselijke en financiele middelen nodig voor de verwezenlijking langetermijnvisie
van
de
wordt
doelstellingen geconcretiseerd
van in
de
bestuursovereenkomst.
operationele
doelstellingen
op
De
strategische
jaarbasis.
Deze
doelstellingen worden /SMART' geformuleerd, om een trimestriele opvolging door het operationele management mogelijk te maken. De /SMART'-formulering geldt zowel voor de kwaliteitsvolle uitvoering van de routineactiviteiten (bijvoorbeeld volume, beschikbaarheid, intensiteit...) als voor de geplande verbeterprojecten.
Artikel 72.
Vanaf het begin van deze overeenkomst de strategische doelstellingen omzetten in operationele doelstellingen met inachtneming van de SMARTformulering en opvolgen in een bestuursplan.
Artikel 73.
Semestrieel
de
opvolging
van
de
sleutelindicatoren
uit
de
bestuursovereenkomst rapporteren aan het Beheerscomite.
3
SMART staat voor Specific (duidelijk, niet dubbelzinnig), Measurable, Acceptable, Realistic en Time-bound
51
50876
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 2. Het gebruik van het business intelligence programma zal meer bepaald de ontwikkeling van meer performante boordtabellen ondersteunen en de exploitatie van de verschillende gegevenstabellen vergemakkelijken.
Artikel 74.
Strategische en operationele boordtabellen per dienst ontwerpen, gericht op de core business voor 30 juni 2014 en hen Iaten bekrachtigen door aile betrokken partijen.
Artikel 75.
Driemaandelijkse statistische analyses aan het Beheerscomite bezorgen.
Artikel 76.
Van de analytische boekhouding een meer performant beheersinstrument
Afdeling 3.
maken, gedurende de hele duur van de overeenkomst.
52
50877
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
TITEL 3.
ONDERSTEUNING VAN HET BELEID
Er wordt van aile openbare instellingen en dus oak van de openbare instellingen van sociale zekerheid verwacht dat ze hun strategie voor de komende jaren afstemmen op het beleid dat door de regering (regeerakkoord van 1 december 2011) en de sociale partners werd bepaald. Voor het FBZ zijn vooral de beleidsnota's van de staatssecretaris voor Sociale Zaken, voor Gezinnen en voor Personen met een handicap, belast met de Beroepsrisico's, de beleidsnota van de minister van Sociale Zaken en de beleidsnota van de staatssecretaris van Ambtenarenzaken van groat belang. In het eerste deel van deze bestuursovereenkomst wordt aangegeven op welke manier het FBZ de komende jaren het beleid van de regering en meer specifiek zijn voogdijminister zal ondersteunen.
HOOFDSTUK 1.
Kwaliteit. innoverend karakter. effectiviteit en efficientie van de dienstverlening verbeteren
Het FBZ werd geconfronteerd met een aantal uitdagingen in het kader van veranderingen, zoals het systeem van dossierbeheer, het nieuw oproepingsprogramma, de migratie naar JAVA, de invoering van een kennisoverdracht.
Het zet deze ontwikkeling verder door te streven naar meer
doeltreffendheid, ondanks de beperkte middelen.
Het FBZ is er zich oak van bewust dat de verwachtingen van het publiek veranderen. Zij verlangen een proactieve deelname en verwachten een betere, meer kwalitatieve, moderne en doeltreffende dienstverlening. Door het tevredenheidsniveau van zijn gebruikers regelmatig te meten en hun suggesties of klachten op te vangen, kan het FBZ zich aanpassen aan deze realiteit en aan nieuwe verwachtingen.
Afdeling 1.
Het FBZ is er zich van bewust dat, in zijn hoedanigheid van openbare instelling van sociale zekerheid, zijn voornaamste doelpubliek de sociaal verzekerden zijn. Als dusdanig verwachten de sociaal verzekerden een efficiente en doeltreffende dienstverlening van het bestuur, die tegemoetkomt aan hun behoeften en verwachtingen. De burger wil dat de instelling een toegankelijke, kwaliteitsvolle en moderne dienstverlening Ievert, hem verwelkomt als gebruiker en hem bijstaat bij zijn inspanningen.
53
50878
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Als publieke instelling wil het FBZ echter oak het geheel van zijn doelgroepen (sociaal verzekerden, arbeidsgeneesheren, behandelende artsen, mutualiteiten ... ) informeren op een correcte, volledige, tijdige en duidelijke manier. Het wil hiertoe onder andere zijn zichtbaarheid in de samenleving vergroten en zijn beleid van bewustmaking van de actoren binnen de gezondheidszorg met betrekking tot de problematiek van de beroepsziekten verder zetten.
Artikel 77.
Het geheel van de doelgroepen informeren op een correcte, volledige, tijdige en duidelijke manier.
Zoals de regering en de staatssecretaris van Ambtenarenzaken aangeven in hun respectieve beleidsdocumenten is een klantvriendelijke overheid van het grootste belang. Om dit extra in de verf te zetten heeft het FBZ, net zoals vele andere publieke instellingen, een
1
Handvest voor
kwaliteitsvolle relaties tussen personeel en publiek' gepubliceerd op zijn website. Daarin worden de rechten en plichten van beide partijen uiteengezet. Op deze manier weet de sociaal verzekerde precies wat hij mag verwachten van de organisatie.
Artikel 78.
Opvolgen van de in werking stelling van het 'Handvest voor kwaliteitsvolle relaties tussen personeel en publiek'.
Het FBZ moet systematisch de behoeften van zijn gebruikers in kaart brengen en op basis daarvan actieplannen opmaken voor de verbetering van zijn dienstverlening. In de loop van deze bestuursovereenkomst zal een steekproef van burgers die een aanvraag tot schadeloosstelling hebben gedaan, gevraagd worden naar hun ervaringen waarbij aile aspecten die betrekking hebben op het indienen van een dergelijke aanvraag, aan bod zullen komen.
De doelgroepen voor deze bevraging zullen in kaart gebracht worden tegen eind 2014. Daarna zal het formulier voor de bevraging vorm krijgen en zal de bevraging effectief uitgevoerd worden tegen 31 maart 2015.
54
50879
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 79.
Tegen 31 maart 2015 de sociaal verzekerden bevragen met betrekking tot het indienen van een aanvraag tot schadeloosstelling.
Een tevredenheidsonderzoek is niet het enige instrument om informatie te verkrijgen over de kwaliteit van de geleverde dienstverlening. Klachten en opmerkingen vormen oak een bran van informatie voor de instelling.
Het FBZ heeft op zijn website een ruimte voorzien waarin mensen hun opmerkingen met betrekking tot de dienstverlening kwijt kunnen. Er zal een antwoord op deze opmerkingen geformuleerd worden binnen de 15 werkdagen voor 95% van deze opmerkingen.
Verder voorziet het FBZ voor iedere persoon die ontevreden is over de hem verstrekte informatie, het onthaal en/of de kwaliteit van de dienstverlening in de mogelijkheid om een klacht in te dienen via briefwisseling, fax, e-mail of zelfs mondeling.
In 95% van de gevallen wordt een (eerste) antwoord op deze klachten geformuleerd binnen de 15 werkdagen. In sommige gevallen zal het slechts om een inleidend antwoord gaan, omdat het niet altijd mogelijk is om onmiddellijk een volledig antwoord te geven.
Het Beheerscomite en de voogdijminister ontvangen elk jaar een overzicht van het aantal en de aard van de klachten die in de loop van het voorgaande jaar werden ingediend. Voor het Beheerscomite gebeurt dit in februari en voor de voogdijminister in mei.
Artikel 80.
Voor 95% van de klachten en opmerkingen een {voorlopig) antwoord formuleren binnen de 15 werkdagen.
Artikel 81.
Elk jaar een overzicht geven aan het Beheerscomite {in februari) en aan de voogdijminister {in mei) van het aantal en de aard van de klachten die in de loop van het voorgaande jaar werden ingediend.
55
50880
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Het verstrekken van complete en bruikbare informatie die afgestemd is op de behoeften van de gebruiker is een conditio sine qua non voor een klantgerichte organisatie. Het verstrekken van dergelijke informatie aileen is echter niet voldoende. Het FBZ moet zich er eveneens van vergewissen dat deze informatie gemakkelijk beschikbaar en geactualiseerd blijft.
Om dergelijke doelstelling te bereiken zal het FBZ gebruik maken van een multikanaalaanpak (e-mail, sms, post, website, nieuwsbrief... ). De mogelijkheid zal gecreeerd worden om mensen op te roepen voor een medisch onderzoek via e-mail. Aanvragers die een gsm-nummer aan het FBZ bekend gemaakt hebben, zullen bij de inwerkingtreding van het Voice over /P-systeem per sms herinnerd worden aan hun gepland medisch onderzoek. Zoals eerder in deze overeenkomst uitvoerig aan bod kwam, zal het FBZ de mogelijkheid voorzien om bepaalde gegevens elektronisch uit te wisselen.
Specifiek naar de arbeidsgeneesheer die een aangifte doet bij het FBZ of naar de huisarts of adviserend geneesheer die betrokken is bij een aanvraag, zal - in de mate van het mogelijke - de beslissing die voor dat dossier genomen wordt gecommuniceerd worden.
Artikel 82.
Het mogelijk maken van een multikanaalaanpak en de elektronische uitwisseling van bepaalde gegevens.
Artikel 83.
In de mate van het mogelijke de beslissing die volgt op een aangifte communiceren naar de arbeidsgeneesheer die een aangifte doet of naar de huisarts of adviserend geneesheer die betrokken is bij een aanvraag.
Risico's: Er bestaat hiervoor een gebrek aan wettelijke basis (cf. privacycommissie). Ofwel zal er een clausule toegevoegd moeten worden aan de aanvraag, waarmee de betrokkene toestemming geeft voor het informeren van de geneesheer betrokken bij de aanvraag, ofwel moet er een wetswijziging komen.
56
50881
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
In de loop van de drie eerstvolgende jaren zal het FBZ informatiecampagnes organiseren, bestaande uit brochures, die ofwel een bepaald publiek, ofwel een gerichte thematiek beogen.
In het verleden ging de aandacht dikwijls naar het informeren van arbeidsgeneesheren. Het FBZ erkent echter de noodzaak om zijn aandacht te verbreden naar huisartsen en adviserende geneesheren. Op deze manier kunnen aile bevolkingsgroepen met de hulp van hun eerstelijnscontact binnen de gezondheidszorg, vlotter toegang vinden tot de vergoedingen en de informatie (preventiemaatregelen, herscholingsmogelijkheden ... ) waar ze recht op hebben. Dit zou het indienen van een aanvraag aanzienlijk moeten vergemakkelijken. Tendinopathie of dermatosen kunnen als them a hiervoor worden genom en.
Artikel 84.
Tijdens de duur van de huidige bestuursovereenkomst een jaarlijkse informatiecampagne organiseren naar een bepaald doelpubliek of over een gerichte thematiek.
In het kader van de synergie die de regering wenst, zal het FBZ, in samenwerking met enkele andere instellingen, stappen zetten om haar toegankelijkheid te vergroten.
Project: Proximity Met het oog op een verbeterde toegankelijkheid hecht het FBZ een bijzonder belang aan het aspect lgedecentraliseerde dienstverlening'. Vanuit deze invalshoek werd het project Proximity reeds gedurende de vorige bestuursovereenkomst opgestart.
Dit project Proximity omvat twee grate delen: enerzijds de gedecentraliseerde aanwezigheid van het FBZ in die regia's waar het aantal door het FBZ vergoede zieken een belangrijk volume vertegenwoordigt en anderzijds de uitbesteding van medische onderzoeken.
In het kader van de bestuursovereenkomst 2010-2012 opende het FBZ een regionale eel te Charleroi. De ervaring toont aan dat de aanwezigheidsgraad van zieken die worden opgeroepen significant hager is in de regionale centra (Charleroi, Luik, Hasselt) dan in Brussel. Er bestaan nag veel mogelijkheden tot verbetering van de dienstverlening aan het publiek. Daarom wordt het project
Proximity oak in deze bestuursovereenkomst opgenomen.
57
50882
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Een specifieke hulp zal voorzien worden voor de aanvragers opdat de kwaliteit en volledigheid van de aanvraag verbeterd worden, zodat het dossier sneller behandeld wordt. Hasselt zal de pilootcel zijn.
Vanaf 2013 zullen er permanenties georganiseerd worden in samenwerking met het FAO. Voor het medische luik zal het beroep dat gedaan wordt op /externe expertise' verder uitgebreid worden en dit op twee manieren. Ten eerste zullen sommige expertisen waarvoor specifieke medische apparatuur vereist is, uitbesteed worden aan poliklinieken. Deze uitbesteding zal gebeuren in het kader van samenwerkingsovereenkomsten met medische centra in de verschillende gewesten van hetland. Tegen het einde van deze bestuursovereenkomst zal het FBZ beschikken over een dergelijke overeenkomst met minstens 1 polikliniek per gewest. Ten tweede zullen sommige expertisen waarvoor geen specifieke apparatuur vereist is, uitbesteed worden aan geneesheren-specialisten.
Om haar toegankelijkheid te vergroten wil de instelling in samenwerking met het FAO maandelijkse aanwezigheden organiseren in enkele gemeenten. Gedurende deze
1
Spreekuren'
kunnen de sociaal verzekerden zich informeren (algemeen of over hun reeds bestaand dossier) of met de hulp van een medewerker van een van de twee instellingen een aanvraag invullen.
Het FBZ zal er naar streven om vanaf 1 september 2013 bij wijze van test een drietal van dergelijke spreekuren te organiseren. Uiteraard dient hiervoor een geschikte medewerker geselecteerd te worden, die oak de nodige opleiding krijgt. In juni 2014 zal het concept geevalueerd en eventueel uitgebreid worden.
Artikel 85.
Vanaf 1 september 2013 een drietal lokale spreekuren organiseren in samenwerking met het FAO.
Risico's: Een belangrijke voorwaarde waaraan voldaan moet zijn om een dergelijk initiatief een nuttige invulling te geven is een goed functionerende VPN-Iink en een systeem voor elektronisch document- en dossierbeheer. Via deze link krijgt de medewerker ter plaatse immers toegang tot de dossiergegevens van het FBZ.
58
50883
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 2.
Een goede communicatie is essentieel voor de zichtbaarheid en het imago van het FBZ. In het kader van de externe communicatie naar het grate publiek zal het FBZ garant staan voor duidelijke, complete en coherente informatie en antwoorden aan de verschillende media. Met betrekking tot de specifieke communicatie naar de sociaal verzekerde kan hier verwezen worden naar de voorgaande artikels.
Artikel 86.
Minstens 1 keer per jaar studenten arbeidsgeneeskunde ontvangen in het
FBZ.
Artikel 87.
In samenwerking met de sector arbeidsgeneeskunde deelnemen aan of organiseren van een jaarlijkse opleidingsdag beroepsziekten.
Het jaarverslag van het FBZ definieert zijn activiteiten momenteel op een grotendeels statistische wijze. Het FBZ overweegt om het jaarverslag te herzien ten voordele van een meer didactische en analytische benadering en om de statistische benadering, zoals gevalideerd door de Wetenschappelijke Raad, te behouden in een apart document zoals voorzien in artikel 48.
Artikel 88.
Het jaarverslag herzien ten voordele van een meer didactische en meer analytische benadering.
59
50884
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 3. De publieke sector moet rekening houden met de technologische vooruitgang en de doorgedreven informatisering. De huidige processen zijn nag steeds veel te ingewikkeld en te versnipperd. Een vereenvoudiging om de overtollige activiteiten zonder toegevoegde waarde te doen verdwijnen, dringt zich op. De administratieve formaliteiten die aan de burgers en de bedrijven worden opgelegd, kunnen tot een strikt minimum herleid worden dankzij een doordachte informatisering van de activiteiten volgens de algemene principes van de administratieve vereenvoudiging. Er wordt een open overheid nagestreefd, die burgers, ondernemingen en ambtenaren ervaren als toegankelijk, bereikbaar en verstaanbaar. £-government (het gebruik van informatie- en communicatietechnologie om informatie en diensten aan het publiek ter beschikking te stellen) wordt een belangrijk instrument om deze wisselwerking tussen burgers en overheid eenvoudig en interactief te maken.
De staatssecretaris van Ambtenarenzaken geeft in zijn beleidsnota duidelijk aan dat de inspanningen inzake administratieve vereenvoudiging ten behoeve van burgers en bedrijven ge·lntensiveerd zullen worden. Verder zal de informatisering van de administratieve diensten (e-governmentprocessen zowel
binnen
de besturen
als naar de
buitenwereld) geevalueerd
en versterkt worden.
lnformatisering vormt immers een onvermijdelijk en vitaal element voor een moderne, effectieve, efficiente en kostenbesparende administratie. In het regeerakkoord wordt oak de verdere ontwikkeling van het elektronisch platform eHealth (voor de bevordering en ondersteuning van elektronische dienstverlening en
informatie-uitwisseling m.b.t. gezondheidszorg)
naar voren
geschoven als belangrijke maatregel voor de aanmoediging van administratieve vereenvoudigingen.
Er staat een veelheid aan acties en projecten met betrekking tot informatisering en egovernment op het programma van het FBZ voor de looptijd van deze bestuursovereenkomst. Deze 1
initiatieven werden uitgebreid toegelicht in het vorige deel van deze overeenkomst ( Degelijk 1
bestuur'), binnen hoofdstuk 2 ( lnformaticabeheer').
Artikel 89.
Streven naar administratieve vereenvoudiging en informatisering door middel van de acties die worden geconcretiseerd in het onderdeel 'lnformaticabeheer'.
60
50885
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Er wordt voorzien dat de OISZ vanaf 2013 hun jaarrekeningen voorstellen op basis van het nieuw boekhoudkundig plan, ontworpen door de Commissie voor Normalisatie van de Boekhouding van de OISZ. Dit nieuw boekhoudkundig plan biedt, naast een harmonisering tegenover de privesector, de mogelijkheid een Europese bepaling in te voeren om tot een enkele codificatie te komen voor de hele Europese Unie. Voor de budgettaire aspecten kan het nieuw boekhoudkundig plan reeds worden gebruikt. Voor de boekhoudkundige aspecten zal het nieuw boekhoudkundig plan echter worden uitgewerkt vanaf 2013.
Het FBZ engageert zich om vanaf 2013 zijn budgetten en zijn jaarrekeningen op te stellen volgens het nieuw boekhoudkundig plan.
Artikel 90.
Vanaf 2013 de budgetten en jaarrekeningen voorstellen volgens het nieuw boekhoudkundig plan.
Risico's: Onder voorbehoud van een update van de informaticatoepassing door een extern bedrijf en onder voorbehoud van de publicatie van de nodige koninklijke besluiten.
Afdeling 4. Samenwerking met en afstemming op andere actoren wordt in onze moderne maatschappij om verschillende redenen steeds belangrijker. Zo is het in het kader van de administratieve vereenvoudiging en de klantvriendelijke, efficiente dienstverlening noodzakelijk dat de verschillende openbare diensten gegevens vlot uitwisselen.
Als publieke dienst moeten we onze verantwoordelijkheid nemen en de ons ter beschikking gestelde middelen zo efficient mogelijk inzetten. Het samenwerken met anderen speelt hierbij een grate rol. Het gaat niet enkel om het samenwerken met andere openbare instellingen voor het optimaliseren van de dienstverlening en de logistieke ondersteuning. Oak samenwerkingsverbanden met externe partners zoals medische centra, arbeidsgeneesheren, artsen en mutualiteiten komen aan bod.
61
50886
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Ten slotte is de samenwerking met andere actoren oak zeer belangrijk voor het delen van kennis en expertise, zowel met betrekking tot het specifieke vakgebied beroepsziekten als het vakgebied organisatiebeheer. Zo worden verschillende openbare instellingen bijvoorbeeld met gelijkaardige problemen geconfronteerd op het vlak van intern beheer en logistiek of op het vlak van de invoering van
nieuwe
beheerstechnieken
(analytische
boekhouding,
interne
audit,
elektronisch
documentbeheer, informatisering ... ). Het is aangewezen om synergie te creeren tussen de verschillende instellingen met betrekking tot deze thema's zodat gemeenschappelijke oplossingen kunnen worden gezocht en /goede praktijken' uitgewisseld kunnen worden.
Het FBZ zal in het kader van verschillende doelstellingen zoveel mogelijk tot synergie komen met andere openbare diensten en met andere actoren op het terrein. We kunnen hier enkele specifieke voorbeelden aanhalen: lokale spreekuren in samenwerking met het FAO (Artikel 85), samenwerking met de FOD WASO voor de preventie per sector (Artikel 44), een gedeelde eel interne audit met de RJV en het FAO (Artikel 71), het opstellen van een prioriteitenlijst voor het FBZ naar eHealth (Artikel 59) ...
Artikel 91.
In het kader van verschillende doelstellingen zoveel mogelijk tot synergie komen met andere openbare diensten en met andere actoren op het terrein. Concreet zal er vanaf 2013 ook een reflectie plaatsvinden inzake de harmonisering van evaluatiesystemen in de sectoren ziekteverzekering arbeidsongevallen en beroepsziekten, met inbegrip van de bepaling van de blijvende ongeschiktheidsgraad en geharmoniseerde statistieken.
62
50887
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 5.
Een van de belangrijkste uitgangspunten in de visie, missie en waarden van de federale overheid is de vaststelling dat de overheid een aantrekkelijke, dynamische en innoverende werkgever moet zijn. Dit houdt in dat er een participatief en motiverend management ontwikkeld wordt, dat er ge·lnvesteerd wordt in de ontwikkeling van het middenkader, dat er talenten worden aangetrokken en
dat
men
ze
behoudt
door
ze
te
ontwikkelen,
dat
er
instrumenten
voor
humanresourcesmanagement gebruikt worden zoals functiebeschrijvingen en competentieprofielen, loopbaanbegeleiding, competentiebalansen, administratieve vereenvoudiging en de harmonisering van het statuut... Dit houdt tevens in dat een opleidings- en ontwikkelingscultuur gestimuleerd wordt bij aile personeelsleden en dat de ontwikkelingsplannen, de kennisoverdracht en -management en de naleving van de juridische en deontologische regels bevorderd worden.
Het FBZ voorziet voor de duur van deze bestuursovereenkomst verschillende acties op het gebied van HR om zijn aantrekkelijkheid als werkgever te vergroten. Verschillende ingrepen op het 1
gebied van het beheer van HR werden toegelicht in het vorige deel van deze overeenkomst ( Degelijk 1
bestuur'), binnen hoofdstuk 1 ( Personeelsbeheer').
Artikel 92.
Het inrichten van een ruimte voor e-learning in 2013 en tegen het einde van deze overeenkomst een evaluatie uitvoeren.
Artikel 93.
Begin 2014 een pilootproject 'telewerk' invoeren.
Artikel 94.
Een welzijnsenquete uitvoeren bij het personeel.
63
50888
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Sociaal-economische en maatschappelijke hervormingen
HOOFDSTUK 2.
Mi!C!~f bi!l212~1.ll~g j !J!~~!ig .. ~tr.il1i_tj!,ggru!~ ~Qg~ Le_ y il:~l~lt;lo.g,_~g Y!J_ajl_n_l2~ tS.P.!l.!!.!l.
Afdeling 1.
.m~t-~~..11. b!! m;! Lc~p_e_n_g~l.il.!s~ _kil!l~~ !l
De regering zal een prioriteit maken van een beleid dat gericht is op de actieve maatschappelijke integratie van de burgers en dat hen tegen sociale uitsluiting beschermt. Oak het FBZ wil hieraan een steentje bijdragen. Het FBZ kan vooral een rol spelen op het gebied van integratie door werk en activering
en
op
het gebied
van
gelijke
kansen
voor
aile
burgers,
overeenkomstig de
antidiscriminatiewet van 10 mei 2007.
Naar aanleiding van de studiedag /Gender inequalities and occupational diseases', die werd georganiseerd door het Europees Vakbondsinstituut (ETUI) en de Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen, die plaatsvond op 31 januari 2012 bij de FOD WASO zal het FBZ een analyse uitvoeren van de eventuele impact van deeltijdse tewerkstelling op de erkenning van beroepsziekten bij vrouwen.
Artikel 95.
De analyse inzake gelijkheid tussen mannen en vrouwen verder uitwerken en op basis daarvan waar nodig stappen ondernemen om de gelijkheid te versterken.
Afdeling 2.
Duurzame ontwikkeling is omschreven als "een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het
heden zonder de behoeftevoorziening van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen'14 • De federale overheid zal hier concreet invulling aan geven door de investeringen in energiebesparingen in federale overheidsgebouwen te maximaliseren en te rationaliseren en de mobiliteitsplannen voor het personeel te optimaliseren. Het gebruik van milieugerelateerde en ecologische clausules zal verder versterkt worden bij aile overheidsopdrachten en bij het beheer van overheidsmiddelen.
4
Brundtland-rapport van de Verenigde Naties van 1987
64
50889
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Oak het FBZ wil zich inzetten voor duurzame ontwikkeling op deze vlakken. Het gaat hierbij om 1
individuele acties, maar oak om de uitvoering van een project Duurzame ontwikkeling'.
In
het
kader
van
het
project
1
Duurzame
ontwikkeling'
zullen
tweemaandelijkse
bewustmakingscampagnes uitgevoerd worden op het intranet onder andere met betrekking tot een verminderd verbruik van elektriciteit en papier. Bij de aankoop van nieuwe apparaten (printers, computers, beeldschermen, lam pen ... ) zal de voorkeur uitgaan naar energiezuinige model len.
Artikel 96.
Verwezenlijken van een energiebesparing en de efficientie van het energieverbruik verhogen.
Het FBZ heeft een mobiliteitscoordinator en zoals aile instellingen van publiek en privaat recht gelegen in het Brussels Gewest met meer dan 100 werknemers oak een driejaarlijks bedrijfsvervoerplan. Het actuele plan dateert van januari 2012.
Artikel 97.
In januari 2015 een nieuw bedrijfsvervoerplan indienen.
Aan de duurzame criteria voor contracten met betrekking tot de schoonmaak zullen, naast enkele criteria die al in 2009 werden opgenomen, volgende criteria toegevoegd worden: de inschrijver moet over het technisch vermogen beschikken om maatregelen voor milieubeheer uit te voeren (erkend certificaat) en een gunningscriterium met betrekking tot de duurzame aspecten van de voorgestelde oplossing (evaluatie op basis van de productenlijst).
Binnen aile leveringen van bureelmateriaal, kuismateriaal, meubilair ... zal het FBZ systematisch op zoek
gaan
naar
een
milieuvriendelijk
alternatief
(hetzij
zelf,
hetzij
via
de
Federale
Opdrachtencentrale).
Artikel 98.
Opnemen van milieugerelateerde en ecologische clausules in de procedure van de overheidsopdrachten.
65
50890
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 3.
p_n_d_e.r!Q~Ii !l.st~r. ~!!r.U!C!.r.!lJ.QIJ.ig[,i[lg_vJI.rtc;!~ .Y~r~c_hlll~llc!~ ~teJ~~~~ 1Q!:.iY~ _e_n_ gybti ~lil
ill bgt ls!!d~t \!ii!I!9!!_Q..e.rg!!Qg,igJste_l'l
Op basis van een analyse van de geschillendossiers van het FBZ en de jurisprudentie van het Grondwettelijk Hof kan worden vastgesteld dater sprake is van een ongelijkheid in behandeling van aanvragen uit de privesector, aanvragen uit de sector van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en aanvragen uit de publieke sector. Het voorkomen, herstellen of vergoeden van schade door beroepsziekten zouden het onderwerp moeten uitmaken van een harmonisering onder Ieiding van het FBZ.
Artikel 99.
De wetgeving uniformiseren voor slachtoffers binnen de privesector en binnen de publieke sector.
Momenteel worden de aanvragen uit de publieke sector onderzocht door het medisch expertisecentrum van de federale overheid (M EDEX). Het FBZ vervult indien gevraagd een zuiver ondersteunende expertisefunctie. Het FBZ zal de mogelijkheden nagaan voor het gelijkschakelen van de werkwijze voor de publieke sector aan deze voor de sector PPO (voorontwerp beslissing door het FBZ).
ArtikellOO. De adviesbevoegdheid verruimen naar de publieke sector.
ArtikellOl. Kaderakkoorden afsluiten met MEDEX opdat zij een bepaald aantal adviezen vragen aan het FBZ in ruil voor een snel en correct antwoord op hun vragen.
66
50891
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
HOOFDSTUK 3.
Financiele hervormingen en verhoogde strijd tegen sociale fraude
De sanering van de overheidsfinancien is een noodzaak en een absolute prioriteit om de toekomst van het Belgisch sociaal model veilig te stellen en de economische slagkracht te handhaven. De openbare instellingen van sociale zekerheid kunnen hier op een belangrijke manier aan bijdragen: het opvoeren van de strijd tegen de sociale fraude.
Een uitgebreide uiteenzetting in verband met het budget van het FBZ is terug te vinden in de vierde titel van deze overeenkomst ('Gemeenschappelijke algemene verbintenissen voor beide partijen'). Tach willen we hier illustreren op welke manier het FBZ zijn verantwoordelijkheid zal opnemen binnen het streven naar een budgettair evenwicht in 2015 ('Stabiliteitsprogramma' van de regering).
De sector beroepsziekten wordt minder geconfronteerd met sociale fraude dan de meeste andere sectoren van de sociale zekerheid. Ten eerste wordt voor elke aanvraag tot schadeloosstelling een onderzoek gevoerd
naar zowel
de medische ontvankelijkheid als naar de daadwerkelijke
blootstelling. Ten tweede is de vergoeding cumuleerbaar met beroepsinkomsten en zijn er oak geen inkomensvoorwaarden verbonden aan het al dan niet toekennen van een vergoeding. De beperking voor het cumuleren van een vergoeding voor een blijvende arbeidsongeschiktheid is enkel voorzien voor gepensioneerden. De enige problematiek waar het FBZ dus in beperkte mate mee geconfronteerd wordt, is het terugvorderen van onterechte uitbetalingen (Artikel 15). Het aantal onterechte uitbetalingen kan tot een minimum beperkt worden door het verbeteren van de gegevensuitwisseling tussen de verschillende instellingen en door het opvoeren van de strijd tegen de grensoverschrijdende fraude.
In het kader van de strijd tegen de sociale fraude wil
de regering een betere
gegevensuitwisseling, gegevenskruising en datamining tussen de inspectiediensten, de OISZ, de fiscale administratie, de Kruispuntbank van de Ondernemingen en derde instanties.
Voor het FBZ bestaan er drie belangrijke risico's tot onterechte uitbetalingen. Voor de grate meerderheid van onterechte betalingen gaat het om pensioneringen die niet werden aangegeven. lndien er geen informatie beschikbaar is die het tegendeel bewijst, gaat het FBZ ervan uit dat aile personen vanaf 65 jaar gepensioneerd zijn en ontvangen ze vanaf dan het forfaitair bedrag voor gepensioneerden. Voor de binnenlandse gegevens heeft het FBZ via de Kruispuntbank toegang tot het pensioenkadaster en blijven de vergissingen dus heel beperkt. Voor de gepensioneerden in het buitenland is het bekomen van informatie een stuk moeilijker waardoor vergissingen wei kunnen optreden.
67
50892
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Een tweede mogelijk risico voor onterechte uitbetalingen is het overlijden van de betrokkene. Het FBZ ontvangt wekelijks een overzicht van de overlijdens die gekend zijn in het rijksregister. Op basis van deze gegevens worden de betalingen onmiddellijk stopgezet. lndien er in de maand volgend op de maand van het overlijden nag een betaling gebeurd is, moet dit bedrag teruggestort worden aan het FBZ alvorens eventuele verschuldigde bedragen aan de rechthebbenden kunnen toegekend 1
worden of afgeboekt kunnen worden op de rekening Winst en verlies' (volgens artikel 64bis van de gecoordineerde wetten). Het FBZ schrijft in dat geval de betrokken bank aan om het onterecht ontvangen bedrag terug te storten. Voor de Belgische banken gebeurt dit in 95% van de gevallen binnen de 10 dagen. Oak hier vormen overlijdens in het buitenland en de tussenkomst van buitenlandse banken een grater probleem.
Een derde en laatste oorzaak van onterechte betalingen is te vinden in de toepassing van het subrogatierecht van de ziekenfondsen. Het komt voor dat het FBZ niet systematisch op de hoogte wordt gebracht van de mutaties van zijn gerechtigden naar een ander ziekenfonds. Gevolgen daarvan zijn gedeeltelijke subrogaties en onverschuldigde betalingen ten gunste van de zieken, ofwel onterecht betaalde vergoedingen ten gunste van de gekende mutualiteit.
Door een vlotte toegang tot gegevens met betrekking tot pensioenen, overlijdens, kinderbijslag en betalingen door de mutualiteit zouden dus bijna aile onterechte uitbetalingen vermeden kunnen worden. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid speelt hierin een cruciale rol.
Artikel 102. Het verminderen van het aantal onterechte betalingen door een verbeterde gegevensuitwisseling.
Zoals hierboven al is gebleken, vormt de gegevensuitwisseling vaak een probleem bij grensoverschrijdende gevallen van onterechte uitbetalingen. Om hieraan tegemoet te komen maakt het FBZ deel uit van het project Electronic Exchange of Social Security Information (EESSI). Dit gemeenschappelijk Europees project houdt in dat aile informatie die voorheen uitgewisseld werd via een honderdtal papieren
~e-formulieren'
tegen 1 mei 2014 elektronisch verwerkt zal worden.
68
50893
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Artikel 103. Meewerken aan de strijd tegen de grensoverschrijdende fraude door deel te nemen aan het project EESSI.
Risico:
Het goat om een gemeenschappelijk Europees project waarvan het verloop dus niet binnen de verantwoordelijkheid van het FBZ ligt. Ook de technische ondersteuning van het project kan een belangrijk knelpunt vormen.
69
50894
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
TITEL 4.
ALGEMENE GEMEENSCHAPPELIJKE VERPLICHTINGEN AAN DE TWEE PARTIJEN
Dit document bevat de verbintenissen die, enerzijds, de openbare instellingen van sociale zekerheid, vertegenwoordigd door hun Beheerscomite en, anderzijds, de federale Staat, vertegenwoordigd door de voogdijministers van de betrokken instellingen, hebben onderschreven in het kader van de uitvoering van de bestuursovereenkomsten voor de periode van 1 januari 2013 tot 31 december 2015. Deze bestuursovereenkomsten worden gesloten in overeenstemming met de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid.
Aile bepalingen van de gemeenschappelijke hoofdstukken worden ingepast in aile beheerscontracten van de openbare instellingen van sociale zekerheid voor zover daarover niet anders beslist wordt in het kader van de individuele onderhandeling van de bestuursovereenkomst van een instelling.
Hoofdstuk T+1 : Gemeenschappelijke algemene verbintenissen voor beide partijen
Juridisch kader van de overeenkomst Art. A+l. De beleidskeuze voor de rechtsfiguur van de overeenkomst leidt tot een vervanging van de klassieke gezagsverhouding door een meer contractuele. Beide partijen verbinden zich derhalve tot structureel overleg en wederzijdse akkoorden als evenwaardige partners.
Opdat de instelling haar opdracht op een kwaliteitsvolle wijze kan uitvoeren, verbindt de federale Staat zich ertoe de instelling de overeengekomen middelen ter beschikking te stellen. Dit is een substantiele voorwaarde opdat de instelling zou kunnen worden gehouden tot de naleving van de verbintenissen van deze overeenkomst.
Beheerprincipes Art. A+2. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe de principes van het paritair beheer na te Ieven. Het Beheerscomite en de verantwoordelijken voor het dagelijks bestuur treden op als echte partners.
70
50895
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. A+3. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe alles in het werk te stellen om
gunstige voorwaarden te scheppen met het oog op de uitvoering van de wederzijdse verbintenissen die in deze overeenkomst zijn vastgelegd. Op dat vlak vormt het eerbiedigen van het voorafgaande overleg bedoeld in Art. A+lObis een kritische succesfactor.
lndien de instelling in het kader van een wettelijke opdracht moet samenwerken met een federale overheidsinstelling, verbindt de federale Staat zich ertoe aile acties te ondernemen om de samenwerking van de overheidsinstelling met de instelling te waarborgen.
lnwinnen van adviezen en voorafgaand overleg en informatieverstrekking Art. A+4. In overeenstemming met de bepalingen van de wet van 25 april1963 legt de federale Staat
elk voorontwerp van wet of besluit tot wijziging van de wetgeving die de instelling moet toepassen voor advies aan het beheersorgaan van de instelling voor. In dit kader verbindt de federale Staat zich ertoe de instelling op de hoogte te houden van de verschillende relevante legistieke fasen en de eventuele in de loop van de procedure aangebrachte wijzigingen mee te delen.
De Staat verbindt zich ertoe contacten te leggen met de instelling om, enerzijds, rekening te houden met de technische aspecten en de haalbaarheid op het vlak van de toepassing van de overwogen wettelijke en reglementaire wijzigingen en anderzijds, haar in staat te stellen de nodige aanpassingen voor te bereiden binnen een redelijke tijdspanne. Na overleg met de instelling legt de federale Staat de datum van inwerkingtreding van de overwogen wijzigingen of nieuwe maatregelen vast, onder meer rekening houdend met de nodige tijd die vereist is om eventuele informatica-aanpassingen uit te voeren en een goede informatie aan de betrokkenen te verzekeren.
Afdeling 1.
Wijziging van de overeenkomst Art. A+S. De aanpassingen ingevolge objectieve parameters voorzien in de bestuursovereenkomst,
namelijk de aanpassingen van opdrachten, taken, doelstellingen of
indicatoren vermeld in de
overeenkomst die geen weerslag hebben op de globale enveloppen voorzien in de overeenkomst, zullen worden uitgevoerd volgens de procedure voorzien in artikel 8, § 3, van het koninklijk besluit van 3 april 1997. Deze aanpassingen zullen worden meegedeeld aan de voogdijminister die haar beslissing binnen de 30 werkdagen zal nemen en ze zullen ter informatie worden overgemaakt aan de Ministers van Begroting en van Ambtenarenzaken. Na deze termijn en indien geen beslissing wordt genom en, worden de aanpassingen beschouwd als zijnde goedgekeurd.
71
50896
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. A+G. ledere nieuwe opdracht toegewezen aan de openbare instelling van sociale zekerheid, bij of krachtens een wet, wordt in een aanhangsel bij de overeenkomst opgenomen. Over dit aanhangsel wordt onderhandeld door de voogdijminister, de minister bevoegd voor begroting, de minister tot wiens bevoegdheden de ambtenarenzaken behoren, de stemgerechtigde beheerders aangewezen door het beheersorgaan, evenals door de persoon belast met het dagelijks beheer en zijn adjunct. Dit aanhangsel wordt pas gesloten na goedkeuring van het beheersorgaan en treedt pas in werking na goedkeuring door de Koning en op de door Hem bepaalde datum.
ledere andere aanpassing, voorgesteld door een van de partijen of door beide partijen, gebeurt overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit van 3 april1997.
Art. A+7. Voor een vlotte opvolging van de verbintenissen van beide partijen zullen aile wijzigingen bij de uitvoering van de overeenkomst worden geconsolideerd in hetzelfde document.
Mededeling van de beslissingen
Art.
A+S.
De
federale
Staat
verbindt
zich
ertoe
de
beslissingen
genomen
tijdens
het
begrotingsconclaaf zo spoedig mogelijk aan de instellingen mee te delen.
De Regeringscommissarissen zullen erop toezien dat deze beslissingen aan de instellingen optimaal worden medegedeeld.
Afdeling 2.
Opvolging van het bereiken van de doelstellingen
Art. A+9. De federale Staat en de instelling verbinden zich ertoe het bereiken van de doelstellingen en het uitvoeren van de projecten zoals beschreven in de bestuursovereenkomst aandachtig op te volgen.
Art. A+lO. Met het oog op de jaarlijkse toetsing van de uitvoering van de wederzijdse verbintenissen verbinden de overeenkomstsluitende partijen zich ertoe overeenkomstig artikel 8, § 3, derde lid, van het koninklijk besluit van 3 april 1997 jaarlijks en per instelling, een overlegvergadering te beleggen tussen de Regeringscommissarissen en de vertegenwoordigers van de instelling. Over de resultaten van dit overleg wordt door de deelnemers een tegensprekelijk en gemotiveerd verslag opgesteld, dat met betrekking tot de aangelegenheden waarover geen overeenstemming wordt bereikt, de onderscheiden standpunten weergeeft.
72
50897
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Periodiek overleg
Art. A+lObis. Om de correcte en adequate uitvoering, door de federale Staat en door de openbare instellingen van sociale zekerheid, van de verbintenissen die uit deze bestuursovereenkomst voortvloeien mogelijk te maken, zal de federale Staat een overleg organiseren met betrekking tot budgettaire maatregelen en maatregelen inzake het openbaar ambt die een betekenisvolle impact kunnen hebben op de lopende bestuursovereenkomsten.
Bovendien organiseert de federale staat een regelmatig overleg met de instellingen van sociale zekerheid en de sociale gesprekspartners over de uitvoering van dit hoofdstuk en de engagementen die er in zijn voorzien.
Planning
Art. A+ll. De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich er toe een planning nate Ieven voor de rapporterings- en opvolgingsopdrachten waarmee de Regeringscommissarissen en de instellingen zijn belast. De planning wordt vastgelegd in gezamenlijk overleg tussen de Regeringscommissarissen en de instelling. Hij wordt aan de voogdijminister(s) en aan de Minister van Begroting en aan de Minister van Ambtenarenzaken voorgelegd.
Deze planning voor de jaarlijkse evaluatie mag evenwel geen termijnen voorzien die de hieronder vermelde termijnen overschrijden : bezorgen van een antwerp van toetsing van de uitvoering van de wederzijdse verbintenissen door de instelling aan de Regeringscommissarissen ten laatste op 31 maart van het jaar dat volgt op het te evalueren jaar; overlegvergadering binnen de 15 werkdagen volgend op de indiening van het antwerp van toetsing van de uitvoering van de wederzijdse verbintenissen door de instelling; bezorgen van het tegensprekelijk en gemotiveerd verslag over de resultaten van het overleg binnen de 15 werkdagen die volgen op de overlegvergadering; in voorkomend geval, aanpassing van de bestuursovereenkomst aan de gewijzigde situatie ter uitvoering van artikel 8, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 april 1997.
73
50898
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 3.
Weerslag van de maatregelen waarover werd beslist no de ondertekening van de overeenkomst
Art. A+l2. In het kader van de jaarlijkse toetsing van de uitvoering van de wederzijdse verbintenissen opgenomen
in
de
bestuursovereenkomst
en
in
de
context
van
het
sluiten
van
bestuursovereenkomsten zal de federale Staat rekening houden met de weerslag van de maatregelen waarover werd beslist of die werden ingevoerd na het sluiten van onderhavige overeenkomst en die hebben geleid tot een relevante en meetbare stijging van de taken of van hun complexiteit of van sommige uitgaven, voor zover de instelling de weerslag van deze wijzigingen tijdig heeft meegedeeld.
Naleving van de verbintenissen
Art. A+l3. Wanneer een van de partijen de aangegane verbintenissen niet volledig of slechts gedeeltelijk kan naleven, zal deze partij de andere partij hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen en zal ze met de andere partij overleg plegen om maatregelen af te spreken om die situatie te verhelpen of op te vangen.
In geval van een geschil over de al dan niet naleving van aile of een gedeelte van de in deze overeenkomst opgenomen verbintenissen of in geval van een fundamenteel meningsverschil over de maatregelen die moeten worden genomen om een tekortkoming te verhelpen, zullen de partijen trachten, in de mate van het mogelijke, het met elkaar eens te worden. In geval van blijvende onenigheid worden de partijen het in een tegensprekelijk verslag eens over de beste manier om hierover te beslissen.
Bij gebrek aan een afgesproken akkoord of in geval van niet-naleving van het gevolg dat aan dergelijk akkoord wordt gegeven, zal het dossier worden voorgelegd aan de Ministerraad, na advies van het Beheerscomite van de betrokken instelling en van het College van de openbare instellingen van sociale zekerheid.
Veiligheidsnormen
Art. A+14. De instelling verbindt zich ertoe om de minimale veiligheidsnormen nate Ieven die binnen het netwerk van de sociale zekerheid van toepassing zijn.
74
50899
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 4.
Art. A+lS. Na overleg met de RSZ en het RSVZ en met respect voor het begrotingsbeleid, verbindt de Staat er zich toe het thesaurieplan na te Ieven dat jaarlijks opgesteld wordt voor de starting van de financiele middelen (rijkstoelagen, alternatieve financiering en andere) door de Federale Overheid aan het Globaal financieel beheer van het stelsel van de werknemers en van het sociaal statuut van de zelfstandigen.
Art. A+16. De Staat verbindt zich ertoe aan de instelling de noodzakelijke basishypotheses mee te delen voor het opmaken van de opdrachtenbegroting, tussen 12 en 17 werkdagen v66r de vergadering van het Beheerscomite van de sociale zekerheid (of van de Raad van Bestuur van het RSVZ) tijdens dewelke het budgettair verslag aan de regering wordt opgemaakt of v66r de einddatum voorzien voor het bezorgen van de begrotingstabellen indien dit vroeger wordt gevraagd. Het gaat hier om de basishypotheses die door het Wetenschappelijk Comite voor de economische begroting worden vastgelegd.
Afdeling 5.
Art. A+17. De Staat verbindt zich ertoe de overheveling van bevoegdheden voorzien in het kader van de staatshervorming te Iaten verlopen in overleg met de betrokken instellingen, met eerbiediging van het paritair beheer, om een optimale overheveling te garanderen, namelijk voor de personeelsleden die thans werkzaam zijn bij deze instellingen, en om de sociaal verzekerde verder een doeltreffende en kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen aanbieden.
De instelling verbindt zich ertoe om deel te nemen aan elke technische werkgroep met betrekking tot de overdracht van
bevoegdheden
en
om
nuttige
inlichtingen
te verschaffen
tijdens
de
voorbereidende fase van deze overdracht. De Staat verbindt zich ertoe om de instelling in elke opgerichte werkgroep op te nemen met het oog op de voorbereiding van de overheveling van bevoegdheden.
De instellingen die betrokken zijn bij de overdracht van bevoegdheden moeten de in het kader van de gemeenschappelijke bepalingen aangegane verbintenissen echter slechts naleven als die verenigbaar zijn met de beleidsbeslissingen die in het kader van die overdrachten zullen worden genom en.
75
50900
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Hoofdstuk T+2 : Synergieen tussen OISZ
Art. A+18. Gemeenschappelijke HR-bepalingen Loonmotor
Een impact- en haalbaarheidsstudie aangaande de oprichting van een gemeenschappelijk platform van diensten inzake wedden (loonmotor, opvolging van de wetgeving personeel en organisatie op het vlak van statuut en loopbaan, ... ), met inbegrip van de beoogde efficientiewinsten, zal gerealiseerd worden tegen 30 juni 2013. Bij de uitvoering wordt rekening gehouden met de contractuele verplichtingen van de instellingen die over een eigen of specifieke loonmotor beschikken alsook met de door hen te verrichten investeringen.
lndien uit de impact- en haalbaarheidsstudie een batig kostenresultaat blijkt, zal een wettelijk kader voor de oprichting van een gemeenschappelijke Dienst Wedden in de schoot van een bestaande OISZ tegen 31 december 2013 gecreeerd worden.
De doelstelling is het aansluiten van een maximaal aantal OISZ bij deze Dienst Wedden v66r het einde van deze bestuursovereenkomst.
E-hr toepassingen
De OISZ engageren zich om tegen het einde van de bestuursovereenkomst, e-hr-toepassingen te ontwikkelen zodat de reglementair voorziene papierstromen inzake personeelsaangelegenheden tegen het einde van de bestuursovereenkomst in iedere instelling kunnen verminderd worden met 33%.
Werkmeting
De OISZ engageren zich om tegen het einde van de bestuursovereenkomst een methodologie te ontwikkelen voor de werkmetingen, die als objectieve basis zullen dienen voor het opstellen van het personeelsplan van de operationele diensten. De conceptuele en de ondersteunende diensten zullen in een later stadium aan bod komen.
New Way of Working
De OISZ engageren zich om tegen het einde van de bestuursovereenkomst aan tenminste 30% van hun medewerkers de mogelijkheid te bieden om te telewerken, thuis of in een satellietkantoor (2013-10%; 2014-20%; 2015-30%).
76
50901
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Bovendien zal er, na syndicaal overleg in de basisoverlegcomites van de instellingen, een aangepaste vorm van arbeidstijdregeling worden voorgesteld, waarbij rekening zal gehouden worden met deze nieuwe vormen van werken.
Selectie & Werving
Het College van OISZ zal jaarlijks van zodra het budgettaire kader vaststaat, op basis van de afzonderlijke personeelsplannen, afspraken maken omtrent gemeenschappelijke initiatieven voor het
organiseren
van
wervings-
en/of
bevorderingsselecties,
overeenkomstig
de
samenwerkingsovereenkomst met Selor, afgesloten op 17 februari 2012. De wervingsselecties kunnen zowel extern als via de interne markt georganiseerd worden en zullen het diversiteitsbeleid van de regering ondersteunen.
De OISZ verbinden er zich toe om de helft van aile vacatures oak via de interne markt (federale mobiliteit) open te stellen. 12 maanden na de inwerkingtreding van het contract zal deze doelstelling worden geevalueerd en eventueel herzien worden in overleg met de Staatssecretaris bevoegd voor Ambtenarenzaken.
Er wordt systematisch overleg gepleegd tussen de OISZ en Selor op aile gebieden van het personeelsbeheer, namelijk om de nieuwe taken waarmee Selor zou belast worden over te dragen aan de OISZ, in voorkomend geval door de nodige reglementaire aanpassingen aan te brengen of door SLA's te sluiten, zoals voorzien bij voormelde samenwerkingsovereenkomst tussen de OISZ en Selor.
Opleiding & Ontwikkeling
Vanaf 2013 zal op initiatief van het College van OISZ een gemeenschappelijke opleiding /ISociale Zekerheid" voor aile medewerkers van de OISZ, ingericht worden.
Jaarlijks zal het College van OISZ de, in de afzonderlijke instellingen, bestaande opleidingen die in synergie kunnen aangeboden worden aan de medewerkers van de verschillende OISZ, bundelen en del en.
Het College van OISZ zal jaarlijks van zodra het budgettaire kader vaststaat, op basis van de opleidingsplannen van de verschillende OISZ, afspraken maken omtrent nieuwe gemeenschappelijke initiatieven met betrekking tot opleiding en ontwikkeling van hun medewerkers.
77
50902
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Diversiteit
De OISZ verbinden zich ertoe de diversiteit te promoten door te zorgen voor de gelijkheid van kansen voor mannen en vrouwen, voor personen van vreemde origine of voor personen met een handicap, wat betreft de aanwerving, de vorming, de ontwikkeling van de vaardigheden en de evolutie van de loopbaan, zowel in het kader van de selectie- en promotieprocedures als in het kader van het dagelijkse werk.
De OISZ zullen
ernaar streven
om
tegen
het einde
van
de
bestuursovereenkomst een
tewerkstellingsgraad van drie procent personen die erkend zijn als personen met een handicap te hebben, door het systematisch raadplegen van de specifieke lijst van de aparte wervingsreserve van Selor. In dezelfde periode zullen de OISZ een tewerkstellingsgraad van minstens een derde vrouwen in de mandaat- en directiefuncties en in de functies van niveau A3 tot AS proberen te bereiken.
Communicatie en reporting
De OISZ verbinden zich ertoe hun verplichtingen inzake communicatie en reporting over het openbaar ambt nate Ieven en op constructieve wijze aan elke toekomstige verplichting ter zake mee te werken.
In dit opzicht verbindt de federale Staat zich ertoe vooraf overleg te plegen over de meest doeltreffende manier om informatie uit te wisselen.
Fed 20 is een eenvoudige door de FOD P&O voor de federale overheidsdiensten ontwikkelde scorecard die de mogelijkheid biedt om de huidige HR-aanpak op een vrijwillige basis en aan de hand van een beperkt aantal indicatoren te meten en te evalueren, op een pragmatische en onmiddellijk bruikbare wijze. Zo beschikken de diensten over een intern strategisch evaluatie-instrument en kunnen ze deelnemen aan benchmarking omtrent het HR-beleid.
De OISZ verbinden zich ertoe om deel te nemen aan het netwerk van Fed 20 door, in de mate dat die vanaf 2013 in hun eigen organisatie ontwikkeld zijn, de data in verband met de desbetreffende HRindicatoren aan te leveren.
78
50903
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. A+19. Gemeenschappelijke ICT-bepalingen Virtualisering
De OISZ engageren zich ertoe om de infrastructuurkosten ICT te verminderen via volgende twee initiatieven, met name: OISZ servers virtualiseren voor betere kosten-baten ratio en hogere stabiliteit en OISZ virtuele desktop I thin mobile client om veiliger en mobieler te kunnen werken.
Centraliseren van printing
De OISZ verbinden zich ertoe om tegen het einde van de bestuursovereenkomst de lokale of individuele printers binnen de OISZ te vervangen door een beperkter aantal multifunctionele toestellen die door verschillende personen worden gebruikt (verdieping, groep van gebruikers, dienst, ... ) om de kostprijs per blad te verbeteren en de verbruikskosten te drukken (toners, onderhoud, enz.), de drukopdrachten en verzendingen van papieren documenten zo veel mogelijk te centraliseren door functies die momenteel op een decentraal of extern niveau worden uitgevoerd, over te nemen.
Bovendien zal een studie worden gerealiseerd om de beschikbare centrale productiecapaciteit binnen de OISZ meer optimaal te benutten of die te delen met andere FOD's.
Met het oog op een lean effect zullen aile binnenkomende of uitgaande papieren stromen die niet wettelijk verplicht zijn, zowel intern als extern worden afgeschaft en indien nodig worden vervangen door IT-oplossingen (internet, intranet, e-box, elektronische gegevensstromen, documentatie online, .... ) die onder punt 4 van dit artikel worden beschreven.
Centraliseren van ICT aankopen en ICT beheer
De OISZ zullen het /laankoopcentrale-model" gebruiken met behoud van onafhankelijkheid qua aantallen en met een proces om binnen de OISZ naar een aantal type oplossingen te evolueren om maximale recurrente voordelen te kunnen bekomen op volgende domeinen: IT diensten (IT lastenboeken, IT project beheer, IT Disaster Recovery Planning, IT helpdesk, IT monitoring, IT opleidingen, data archivering, sociale media opvolging) Centrale data center Hardware oplossingen Databank software licenties Toepassingssoftware licenties (zowel algemene als specifieke) Operating systeem software en middleware licenties
79
50904
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Telecommunicatie kosten (VoiP, netwerkverbindingen) IT consultants
Elektronisch document beheer en elektronisch workflow beheer
De OISZ zullen een analyse maken over de haalbaarheid van een gecoordineerde aanpak voor scanning en elektronische document afhandeling via een gemeenschappelijk platform.
Het gebruik van de eBox voor elektronische communicatie met de burger zal maximaal worden gepromoot, bij voorkeur binnen gestroomlijnde, herkenbare en toegankelijke omgevingen voor de sociaal verzekerden.
Tenslotte zal worden nagegaan hoe jaarlijkse verzendingen kunnen worden gegroepeerd in gemeenschappelijke zendingen (bijvoorbeeld fiscale fiches en pensioenfiches samen opsturen). Oak het gebruik van de aangetekende zendingen zal worden gereduceerd zo nodig mits aanpassing van het reglementaire kader.
Afstemming van regelgeving en ICT
Gelijke situaties op het terrein die door de wetgeving substantieel anders worden benaderd hebben een impact op de ICT kost en de OISZ werkingskost. Bijkomende kosten kunnen oak worden vermeden door het ontwikkelen van een goed releasebeleid en de hergroepering van bepaalde functionaliteiten. De OISZ verbinden zich ertoe om een inventaris tegen eind 2013 op te stellen van concrete verbeteringen, ondermeer door een vereenvoudiging en standaardisering van begrippen.
Art. A+20. Gemeenschappelijke bepalingen logistiek
De OISZ zullen actief meewerken aan het Optifed-programma. Op basis van de costing-out-analyses van het Optifed-programma zullen de aanbevelingen of suggesties worden doorgevoerd. Zoals hager aangegeven (artikelen A+18 en A+19), schakelen de OISZ zich oak expliciet in in transversale ICTprojecten en in nieuwe vormen van werken.
Een kadaster van het onroerend patrimonium van het geheel van de OISZ zal opgericht worden tegen het einde van het eerste trimester van 2013. Vanaf 1 april 2013 zal elke vraag tot huur, koop, verhuur, verkoop en grondige renovatie van gebouwen vooraf voorgelegd moeten worden aan het College van OISZ, dat een gemotiveerd advies zal geven met betrekking tot de toereikendheid en de samenhang met het globaal beheersplan van het onroerend patrimonium van het geheel van de OISZ.Op basis daarvan zal tegen eind 2013 eveneens een impact- en haalbaarheidsanalyse worden
80
50905
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
uitgevoerd (situatie as is en to be, organisatorisch model voor het concrete beheer van de gebouwen, SLA, enz ... ) om, in het kader van een interne en voor aile OISZ gemeenschappelijke dienstverlening, te evolueren naar een algemeen beheer van de gebouwen van de OISZ, waaronder oak de aspecten in verband met de infrastructuur, energieverbruik, verzekeringen, enz. Met het oog op een optimaal beheer van de gebouwen zal een SLA worden afgesloten.
De OISZ zullen nagaan of de door de Regie der Gebouwen vastgestelde normen worden nageleefd. Zij zullen eveneens streven naar een optimale spreiding en verdeling van de beschikbare ruimtes. e-Procurement is de verzamelterm voor het gebruik van elektronische methodes in verschillende fases van het aankoopproces van de overheid. Deze fases zijn in grate lijnen: het bekendmaken van de overheidsopdracht en de aanverwante documenten, het indienen bij de administratie, via het internet, van aanvragen tot deelneming (kandidaturen) en offertes door potentiele leveranciers, het evalueren en gunnen van de opdracht aan de leverancier met de offerte met de beste verhouding inzake prijs en kwaliteit en het factureren en uitvoeren van de betalingen. Oak het organiseren van omgekeerde elektronische veilingen, waarbij kan worden bepaald welke leverancier de laagste prijs vraagt, en de terbeschikkingstelling van dynamische producten en catalogi van diensten zijn mogelijkheden. De dienst e-Procurement van de FOD P&O verzekert de ontwikkeling, de implementatie en het onderhoud van de toepassingen en stelt ze kosteloos ter beschikking van aile overheden.
De OISZ verbinden er zich toe om ten laatste tegen het einde van de bestuursovereenkomst hun overheidsopdrachten elektronisch af te handelen. De timing die is opgenomen in de omzendbrief P&0/2012/e-Proc. van 30 november 2012 - Overheidsopdrachten - Gebruik van de e-Procurementtoepassingen door de diensten van de federale Staat, gepubliceerd in het Staatsblad van 7 december 2012, zal hierbij als uitgangspunt genomen worden.
De OISZ verbinden zich tot het respecteren van de instructies voor de aankoopdiensten, die de versterking van de duurzaamheid van de federale overheidsopdrachten beogen en zijn opgenomen in het handboek van de duurzame aankopen alsook in de gids van de duurzame aankopen.
81
50906
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. A+21. Gemeenschappelijke bepalingen inzake interne audit
Wat de synergie inzake de opstart en uitbouw van de interne auditfuncties en auditcomites in hun instellingen betreft, engageren de OISZ zich tot de volgende gemeenschappelijke doelstellingen: tegen het einde van de looptijd van de Bestuursovereenkomst 2013-2015 zal elke OISZ, aileen of gemeenschappelijk met andere OISZ, beschikken over een operationele functie van interne audit; tegen eind 2013 zal het College een definitief voorstel formuleren inzake de positie, organisatie en samenstelling van de Auditcomites in de OISZ; tijdens de looptijd van de Bestuursovereenkomst 2013-2015 zal onder de coordinatie van het College van OISZ een gemeenschappelijk initiatief worden genomen met het oog op de afstemming van de planning en methoden van de interneauditfuncties met de activiteiten van de andere toezichtsactoren binnen de OISZ, in eerste instantie het Rekenhof, bijvoorbeeld door het afsluiten van een protocol; er zullen per kalenderjaar minstens 4 bijeenkomsten van het PLATINA-netwerk worden georganiseerd met het oog op de gemeenschappelijke opbouw, afstemming en uitwisseling tussen de interneauditfuncties van de OISZ van kennis en goede praktijken op conceptueel, methodologisch en organisatorisch vlak; voor het einde van het eerste trimester van elk jaar zal het PLATINA-netwerk ten behoeve van het College van OISZ en de afzonderlijke auditcomites een rapport opmaken met daarin een overzicht van de activiteiten van het netwerk in het voorbije kalenderjaar, de voornaamste evoluties op vlak van interne audit binnen de afzonderlijke OISZ, alsook de initiatieven die werden genomen op vlak van de afstemming en samenwerking met de andere toezichtsactoren in de OISZ.
Art. A+22. De synergieen openstellen voor andere partners
De OISZ wensen de synergieen open te stellen voor hun partners van het secundaire netwerk zodat die kunnen profiteren van de effectieve besparingen die daaruit kunnen voortvloeien op het vlak van hun werkingskosten, in samenhang met hun financieringsniveau, zodat het optimale beheer van hun opdrachten gewaarborgd blijft.
In het kader daarvan stellen de OISZ voor om met hun secundaire netwerk overleg te plegen over een uitwisseling van de goede praktijken inzake synergieen en na te gaan in welke domeinen die zouden kunnen worden ontwikkeld. Er zou daarbij een gemeenschappelijk actieplan of een plan voor de uitbreiding van de synergieen kunnen worden uitgewerkt, rekening houdend met de respectieve statuten van de instellingen van de secundaire netwerken.
82
50907
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. A+23. Het College van OISZ en de sociale gesprekspartners zullen in gezamenlijk overleg een haalbaarheidsanalyse maken en scenario's voorstellen m.b.t. een herziening van administratieve organisatie van de sociale zekerheid. Doel is om, met respect van de principes van het paritair beheer, nate gaan hoe schaalvoordelen kunnen worden gerealiseerd, a.m. op het vlak van integratie van beheersprocessen en -structuren.
Hierbij zullen de meewerkende instellingen worden betrokken.
Art. A+24. Rapportering De OISZ zullen bij de voorbereiding en uitwerking van de voorziene initiatieven beroep doen op een aangepaste projectstructuur waartoe iedere instelling bijdraagt en die rapporteert aan het College van OISZ. Per project zal een actieplan worden opgesteld.
Het College van de OISZ zal jaarlijks een verslag opstellen in verband met de verwezenlijkingen en de gerealiseerde besparingen met betrekking tot de artikelen 18, 19, 20 en 21 alsook in verband met het eerbiedigen van het overleg bedoeld in Art. A+lObis, ter attentie van de Federale Staat en de sociale partners.
Hoofdstuk T+3: Budgettair. financieel en boekhoudkundig luik De inhoud van dit hoofdstuk wordt geregeld bij het KB van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, het KB van 22 juni 2001 tot vaststelling van de regelen inzake de begroting, de boekhouding en de rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid die zijn onderworpen aan het bovenvermelde KB van 3 april1997 en de respectieve omzendbrieven.
Afdeling 1. Art. A+25. De beheersbegroting omvat het geheel van de ontvangsten en uitgaven die op het beheer van de instelling betrekking hebben, zoals opgesomd in bijlagen 1 en 2 van de omzendbrief van 19 juli 2007 aan de openbare instellingen van sociale zekerheid.
In het jaar van de overgang naar het systeem van vastgesteld recht moet de Regering eenmalig de nodige personeelskredieten voorzien voor de betaling van 13 maanden aan weddes.
83
50908
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. A+26. De eigen ontvangsten, die voortvloeien uit prestaties die kaderen binnen de opdrachten van de instelling, en geleverd worden aan derden op basis van een terugvordering van de kosten, worden toegevoegd aan de beheersenveloppe van het lopende jaar mits naleving van de procedure inzake bepaling en aanpassing van de budgetten, zoals vastgelegd in het koninklijk besluit van 3 april
1997.
De eigen beheersontvangsten, die voortvloeien uit de terugbetaling van personeels- en andere werkingskosten die een instelling van sociale zekerheid heeft verricht voor rekening van een andere OISZ in
het
kader van
de ter
beschikking stelling van
personeelsleden
(b.v.
voor een
gemeenschappelijke Auditdienst) of in het kader van de levering van diensten (b.v. drukwerken), worden toegevoegd aan de beheersenveloppe van het lopende jaar mits het akkoord wordt bekomen van de regeringscommissarissen van de betrokken instellingen en de FOD Budget en Beheerscontrole regelmatig wordt ge·lnformeerd.
Als incentive voor goed beheer mogen de eigen beheersontvangsten die tijdens het lopende jaar ontstaan
ingevolge
de
verhuur
van
onroerende
goederen
worden
toegevoegd
aan
de
beheersenveloppe van het volgende jaar ofwel volledig in geval van verhuur tegen kostprijs aan een andere overheidsdienst, ofwel voor de helft in geval van verhuur tegen marktprijs aan een andere derde. Het betreft hier een bijkomende beheersenveloppe voor het volgende jaar, waarvoor een gunstig advies van de Regeringscommissaris, die de Minister van Begroting vertegenwoordigt, vereist is.
De OISZ mogen bovendien diensten (b.v. drukwerken) leveren aan derden, andere dan OISZ, welke gefactureerd worden tegen marktprijs. De bij deze levering gemaakte personeels- en andere werkingskosten mogen integraal worden toegevoegd aan de beheersenveloppe van het volgend jaar. Als incentive voor goed beheer, mag het verschil tussen de gefactureerde marktprijs en de gemaakte personeels- en andere werkingskosten voor de helft worden toegevoegd aan de beheersenveloppe van het volgende jaar. Het betreft hier een bijkomende beheersenveloppe voor het volgende jaar, waarvoor een gunstig advies van de Regeringscommissarissen, die de Minister van Begroting en de voogdijminister(s) vertegenwoordigen, vereist is.
Art. A+27. lndien tijdens de uitvoeringsperiode van deze bestuursovereenkomst de instelling bijkomende opdrachten (in front- en/of backoffice) dient uit te voeren die aanleiding geven tot een verhoogde beheerskost, worden haar beheerskredieten verhoogd met een noodzakelijk geacht bedrag bepaald (na analyse van de behoeften binnen het kader van de toegekende enveloppen) in
84
50909
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
onderling overleg tussen de instelling en de Regering, vertegenwoordigd door de voogdijminister(s) de Minister van Begroting en, in voorkomend geval, de Minister van Ambtenarenzaken.
lndien de beschikbare middelen (inzake personeel of budget) worden verminderd of de opdrachten worden uitgebreid zonder dat de kredieten worden verhoogd, zal dit gebrek aan middelen zijn weerslag hebben op de uitvoering van de doelstellingen van de overeenkomst, op basis van een objectief meetinstrument en na een constructief overleg.
Art. A+28. De verdeling van de begrotingsartikelen in de verschillende categorieen geschiedt in overeenstemming met de omzendbrief van 19 juli 2007 houdende richtlijnen betreffende het budgettaire luik van de bestuursovereenkomsten van de openbare instellingen van sociale zekerheid. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen: de personeelsuitgaven; de gewone werkingsuitgaven; de informaticawerkingsuitgaven; de investeringsuitgaven verdeeld in drie deel : onroerende goederen, informatica en roerende goederen.
Art. A+29. De beheersbegroting bevat enkellimitatieve kredieten, met uitzondering van de kredieten met betrekking tot de directe en indirecte belastingen, vergoedingen verschuldigd als gevolg van fiscale bepalingen of uitgaven ten gevolge van gerechtelijke procedures of uitspraken.
Art. A+30. De overdrachten tijdens eenzelfde begrotingsjaar tussen de kredieten, zoals voorzien in artikel
14,
§ 1, van
het
KB van
3 april
1997, worden
zo
spoedig mogelijk door de
Regeringscommissaris van Begroting behandeld, onder de voorwaarden voorzien in voormeld artikel 14, § 1.
Art. A+31. De overdracht van kredieten naar het volgende begrotingsjaar wordt onder de voorwaarden voorzien in artikel 14, § 2, van hetzelfde besluit toegestaan.
De kredieten die op reglementair correcte wijze van het ene naar het andere jaar worden overgedragen, worden aan de kredieten van het lopende jaar toegevoegd.
85
50910
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 2. Art. A+32. De beheersbegroting van de instelling voor de jaren 2013, 2014 en 2015, die overeenkomstig artikel A+25 en de beslissing van de Ministerraad van 30 november 2012 werd bepaald, wordt als volgt vastgelegd: 2013
2014( 1 )
2015( 1 )
Personeelsuitgaven
€ 17.761.000
€ 17.761.000
€ 17.761.000
Werkingsuitgaven
€ 9.190.135
€ 8.947.762
€ 8.947.762
Gewone werking
€ 5.377.202
€ 5.147.762
€ 5.147.762
Informatica
€ 3.812.933
€ 3.800.000
€ 3.800.000
€ 1.044.270
€ 900.000
€ 900.000
Roerende investeringen
€ 319.270
€ 250.000
€ 250.000
lnformatica-investeringen
€ 725.000
€ 650.000
€ 650.000
Onroerende investeringen
€0
€0
€0
€ 27.995.405
€ 27.608.762
€ 27.608.762
waarvan:
lnvesteringen
waarvan:
Totaal (l)
voor de begrotingsjaren 2014 en 2015: berekening in prijzen van 2013
Deze beheersenveloppe omvat eveneens de kredieten voor de uitvoering van goedgekeurde regeringsmaatregelen en voor de uitvoering van moderniseringsprojecten, zoals beschreven in de bestuursovereenkomst.
Overeenkomstig artikel 5 van het KB van 3 april 1997 wordt het maximumbedrag van de kredieten voor het statutair personeel vastgelegd op 16.427.777 EUR voor het jaar 2013, op 16.427.777 EUR voor het jaar 2014 en op 16.427.777 EUR voor het jaar 2015. De bedragen die zullen dienen als basis voor de berekening van de patronale pensioenbijdragen voor de Pool der parastatalen, zullen instelling per instelling bepaald worden in overleg met het College, de PDOS en de FOD Budget en Beheerscontrole. De betaling door de OISZ van de patronale pensioenbijdragen voor de Pool der parastatalen vormt een neutrale financiele en budgettaire operatie.
De uitvoering van de begroting 2013 zal geschieden overeenkomstig de beslissingen van de Ministerraad van 30 november 2012.
86
50911
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Voor zover dit mechanisme nag toepasselijk is en in de mate dat dit het geval zal zijn, zal jaarlijks een provisie voor de uitbetaling van de achterstallige competentiepremies die verschuldigd zullen zijn, worden aangelegd. Het bedrag van de per OISZ toegestane personeelsuitgaven, zoals vermeld in de bestuursovereenkomst, zal worden verhoogd met het nodige bedrag voor de uitbetaling van de achterstallen betreffende de in september uitbetaalde competentiepremies, voor zover het totaal van de bedragen van aile instellingen het totaal bedrag van de provisie niet overschrijdt.
Deze verhoging zal in de maand oktober worden toegestaan door de minister van Begroting, op voorstel van de voogdijminister(s) van de betrokken instelling en op basis van bewijsstukken voor de verrichte uitbetalingen en op advies van de Regeringscommissaris die de Minister van Begroting bij de instelling vertegenwoordigt.
De begrotingsbedragen voor de jaren 2014 en 2015 worden verkregen op basis van de berekeningsmethode eigen aan de instelling en op basis van de huidige hypotheses. Deze bedragen kunnen jaarlijks worden herzien en worden duster informatie vermeld. In de mate van het mogelijke en binnen de mogelijkheden van het begrotingsbeleid van de federale Staat verbindt de federale Staat zich niettemin ertoe de ingeschreven bedragen (of de opnieuw geschatte bedragen in geval van herschatting) maximaal in acht te nemen voor de werkingsjaren 2014 en 2015.
lndien de federale Staat dit begrotingskader niet in acht kan nemen binnen de context van het begrotingsbeleid van de Staat en voor zover de begrotingsbeslissingen de realisatie van bepaalde in deze overeenkomst opgenomen projecten of doelstellingen in gevaar zouden kunnen brengen, zal de instelling, in voorkomend geval, na overleg met de voogdijminister en de minister van Begroting, de te bereiken doelstellingen met een overeenkomstig bedrag aanpassen aan de hand van haar model inzake automatische bepaling van de beheerskredieten. Bij de evaluatie van de overeenkomst zal rekening worden gehouden met de tussentijdse aanpassing van de doelstellingen.
Afdeling 3.
Art. A+33. Bij ongewijzigd beleid zullen voor de jaren 2014 en 2015 de bedragen van elke uitgavencategorie
op
de
volgende
manier herzien
worden,
na
toepassing
van
de
begrotingsbesparingen die beslist worden door de overheid en eventuele verdere heronderhandeling van de verbintenissen van de OISZ:
87
50912
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Personeelskredieten
De personeelskredieten zullen in functie van de evolutie van de gemiddelde vereffeningscoefficient geparametriseerd worden volgens de formule : Gemiddelde vereffeningscoefficient van de lonen jaar N (1) Gemiddelde vereffeningscoefficient van de lonen jaar N-1 (2)
hypothese van het economisch budget van het Planbureau reele coefficient
lndien het globaal bedrag van het personeelskrediet berekend volgens bovenstaande formule evenwel lager is dan het bedrag bekomen door middel van de berekeningsmethode eigen aan de instelling, vermeld in artikel A+32 van deze bestuursovereenkomst, en voor zover daardoor het bereiken van bepaalde doelstellingen of de realisatie van bepaalde projecten zoals opgenomen in deze overeenkomst in gevaar zou komen, zal deze problematiek op initiatief van de betrokken instelling besproken worden tijdens de begrotingsvoorafbeelding of de begrotingscontrole en kunnen bijkomende kredieten eventueel worden toegekend.
De verplichte, noodzakelijke en onvoorziene bijkomende personeelsuitgaven die het gevolg zijn van een
beslissing
van
de
Regering
zullen
aan
de
personeelskredieten
worden
toegevoegd
overeenkomstig de aanpassingsprincipes vermeld in artikel A+12.
Werkings- en investeringskredieten met uitzondering van de onroerende investeringskredieten
De kredieten van het vorige jaar evolueren in functie van het gezondheidsindexcijfer, die beschreven wordt in het economisch budget, dat als basis dient voor de vaststelling van het budget van het betrokken jaar. lndien door de toepassing hiervan de realisatie van bepaalde projecten of het bereiken van bepaalde doelstellingen opgenomen in deze overeenkomst in gevaar zou komen, zal deze problematiek op initiatief van
de
instelling
besproken
worden
tijdens
de
begrotingsvoorafbeelding
of de
begrotingscontrole en kunnen bijkomende kredieten eventueel worden toegekend.
Onroerende investeringskredieten
De onroerende investeringskredieten worden elk jaar in functie van de behoeften bepaald, voor zover de Regeringscommissaris van Begroting hieromtrent een gunstig advies heeft verleend en voor zover ze zich inschrijven in een meerjarig programma.
88
50913
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 4. Art. A+34. Binnen de grenzen van haar opdrachten kan de instelling beslissen over de verwerving, de
aanwending of de vervreemding van lichamelijke en onlichamelijke goederen en de vestiging of de opheffing van zakelijke rechten op deze goederen, alsmede over de uitvoering van dergelijke beslissingen.
Elke beslissing tot verwerving, oprichting, renovatie of vervreemding van een onroerend goed of recht, waarvan het bedrag 5 miljoen euro overschrijdt, is onderworpen aan de voorafgaande machtiging van de voogdijminister(s) en van de minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort.
Voor zover de instelling behoort tot het Globaal beheer, vereisen de bestemming van de opbrengst van een vervreemding van de onroerende goederen en de toevoeging van deze opbrengst aan de beheersenveloppe van het lopende jaar het voorafgaand akkoord van de voogdijminister(s) en van de minister bevoegd voor begroting. Deze bijkomende beheersenveloppe moet worden gebruikt voor de oprichting of aankoop van een ander gebouw of voor renovatiewerken in een bestaand gebouw, in het kader van een beleid van optimaal gebruik van de onroerende goederen (b.v. bij de uitrol van telewerk).
Afdeling 5. Art. A+35. De instelling verbindt zich ertoe een boekhoudplan gebaseerd op het genormaliseerd
boekhoudplan voor de openbare instellingen van sociale zekerheid te uit te werken en toe te passen. De instelling zal de periode van deze overeenkomst ten valle benutten om een systeem van analytische boekhouding te ontwikkelen of uit te diepen. Oat systeem moet de mogelijkheid bieden de kosten van de voornaamste basisactiviteiten alsook van de ontwikkeling en het onderhoud van nieuwe projecten te bepalen.
Oat systeem zal volgens de algemeen aanvaarde procedures van interne controle en interne audit geevalueerd worden.
De openbare instellingen van sociale zekerheid zullen een contact- en uitwisselingsnetwerk van methodologieen en technieken betreffende bovenvermelde materies organiseren. De Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole zal hiervoor bijstand verlenen.
89
50914
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Afdeling 6. Art. A+36. De instelling zal, overeenkomstig de richtlijnen van de Regering, aan de voogdijminister(s) en aan de minister bevoegd voor begroting, evenals aan de FOD Sociale Zekerheid en aan de FOD Budget en Beheerscontrole, een staat van de ontvangsten en uitgaven aangaande het beheer bezorgen.
Hoofdstuk T+ 4: Meewerking aan transversale projecten Art. A+37. De OISZ engageren zich ertoe, ieder wat hen betreft, om mee te werken aan de uitvoering van de programma's inzake administratieve vereenvoudiging, inzake armoedebestrijding en inzake bestrijding van sociale fraude.
Ze zullen oak in hun dagdagelijks beheer aandacht hebben voor initiatieven met betrekking tot het beleid van duurzame ontwikkeling.
De
instelling
zal
toezien
op
de
toepassing van
het
beginsel
van
/lhandistreaming",
in
overeenstemming met de bepalingen van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, waarbij op transversale wijze de integratie van personen met een handicap in aile domeinen van het maatschappelijk Ieven bevorderd wordt, door een beroep te doen op de contactpersoon die in elke instelling aangeduid werd en in samenwerking met het federale coordinatiemechanisme opgericht bij de FOD Sociale Zekerheid.
Hoofdstuk T+5 : Slotbepalingen Art. A+38. De verbintenissen van deze bestuursovereenkomst doen geen afbreuk aan de verplichting van de instelling om de diverse wettelijke en reglementaire teksten na te Ieven die algemene richtlijnen bevatten voor de instellingen van sociale zekerheid bij het onderzoek van de rechten op prestaties en in de relaties met de sociaal verzekerden, met name: de wet van 29 juli 1991 op de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen; het Handvest van de gebruiker van overheidsdiensten van 4 december 1992; de wet van 11 april1994 met betrekking tot de openbaarheid van bestuur; de wet van 11 april1995 tot invoering van het handvest van de sociaal verzekerde.
90
50915
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Voor iedere dienst waarvoor er contacten met de sociaal verzekerden zijn, gelden de bepalingen van het Handvest van de sociaal verzekerde en moeten de verbintenissen nageleefd worden. De in deze bestuursovereenkomst vervatte verbintenissen doen geen afbreuk aan de verplichting van de instelling om op een efficiente manier de andere wettelijke opdrachten uit te voeren waarvoor geen specifieke doelstelling wordt bepaald.
* *
*
91
50916
MONITEUR BELGE — 09.08.2013 — BELGISCH STAATSBLAD
Getekend te Brussel op
in 2 exemplaren.
Voor het FBZ
Voor de Staat
De Voorzitter van het Beheerscomite
De Staatssecretaris voor Sociale Zaken, belast met Beroepsrisico's
Georges DALLEMAGNE
Ph. COURARD
De vertegenwoordigers van de werknemers en werkgevers aangeduid door het Beheerscomite
De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Open bare Diensten
M.-H. SKA
J.-F. TAMELLINI
H. BOGAERT
C. VERMEERSCH
De Minister van Begroting
I. VANDAMME
0. CHASTEL
Het Algemeen Bestuur
J. UYTTERHOEVEN Administrateur-generaal
92