3 op reis en RTL travel het educatieve element in reisprogramma’s
Suzanne Meijer (5734312)
Begeleider: Markus Stauff
[email protected]
Tweede lezer: Jan Teurlings
Masterscriptie televisiestudies
Universiteit van Amsterdam
MA Media & cultuur
8 augustus 2011
Inhoud
Inleiding
4
1. Reisprogramma’s
7
1.1 Genre
8
1.2 Travelogue
8
1.3 Consumenten- en serviceprogramma
9
1.4 Lifestyle TV
11
1.5 Infotainment
12
1.6 Educatief reisprogramma
13
1.7 Conclusie
14
2. Educatie
15
2.1 Kennis op televisie
16
2.2 Cultureel burgerschap
18
2.3 Governmentality
21
2.4 Conclusie
23
3. Publiek en commercieel
24
3.1 Historie duaal bestel
25
3.2 Educatieve omroep
26
3.3 Huidig beleid
27
3.3.1 Publieke omroep
28
3.3.2 Commerciële omroep
29
3.4 Conclusie 4. Tekstanalyse 4.1 Structuur
30 32 33
4.1.1 Verhalen
33
4.1.2 Leader en aankondiging
35
4.1.3 Vormgeving
37
4.1.4 Website
38 2
4.2 Inhoud
40
4.2.1 Vervoer
40
4.2.2 Bestemmingen
41
4.2.3 Geschiedenis en actualiteit
43
4.2.4 Lokale bevolking
45
4.2.5 Milieu en maatschappij
48
4.2.6 Service
51
4.2.7 Autoritaire en populaire kennis
51
4.3 Conclusie
52
Conclusie
53
Summary
56
Bibliografie
57
3
Inleiding
Mijn bachelorscriptie had als onderwerp ‘edutainment in Teleac taalcursussen van 1980 tot 2010’. Dit naar aanleiding van de fusie tussen de omroepen NPS, Teleac en RVU tot NTR. De vraag die hierbij rees was in hoeverre het educatieve aspect van Teleac en RVU behouden zou blijven na de fusie, of dat entertainment dit aspect zou verdringen.1 Een historisch onderzoek naar edutainment zou een trend kunnen laten zien, die zich in de toekomst voort zou kunnen zetten. Na afleveringen van taalcursussen van 1980 tot het heden te hebben geanalyseerd, concludeerde ik dat er in de loop der jaren steeds meer gebruik werd gemaakt van entertainment in educatieve televisie: edutainment. Mijn vooronderstelling dat de opkomst van commerciële televisie het gebruik van edutainment zou vergroten, werd echter niet duidelijk bevestigd.2 Graag wil ik met een vergelijkbaar onderzoek verder gaan met als doel de vorm van educatie in tegenwoordige publieke programma’s met educatie in tegenwoordige commerciële programma’s te vergelijken. Hierbij is mijn vooronderstelling dat educatie altijd een rol speelt in televisieprogramma’s. Dit zou betekenen dat elk genre en elke soort televisie educatie bevat. Het primaire doel van het programma en de manier waarop educatie erin verwerkt is, kan verschillen. Er wordt uitgegaan van een breed begrip van educatie, dat niet alleen in strikt educatieve televisie voorkomt. Televisie is in dit opzicht het educatieve medium bij uitstek. De kijker kan altijd wel iets leren van een televisieprogramma. Het verschil tussen publieke en commerciële televisie is hierbij dat deze laatste meer waarde hecht aan entertainment en de educatie om deze reden als het ware verpakt in entertainment. Educatie is bij commerciële televisie daarom meer impliciet dan bij publieke televisie en de soort educatie commerciëler. Om te onderzoeken of mijn vooronderstellingen kloppen, heb ik ervoor gekozen om reisprogramma’s te analyseren. Deze zijn op het eerste gezicht misschien niet per definitie educatief, maar juist daarom zijn ze interessant om te onderzoeken. Kinderprogramma’s liggen voor de hand en een onderzoek met betrekking tot educatie zal in dat geval waarschijnlijk ook minder verrassende resultaten geven. Aangezien naar mijn mening elk televisieprogramma educatieve elementen heeft, zijn reisprogramma’s één van de mogelijkheden voor onderzoek. Een tweede reden is het feit dat dit soort programma’s zowel op publieke als op commerciële televisie uitgezonden wordt. Verder is de primaire functie ervan niet zo strikt duidelijk als van bijvoorbeeld een nieuwsprogramma. In het 1
Röling, Ellen: ‘NPS, RVU en Teleac: fusie op 1 september.’ Spreekbuis, 19 februari 2010: p. 1. Meijer, Suzanne. ‘“Het leren gaat op een efficiënte en plezierige manier”. Edutainment in Teleac taalcursussen 19802010’. Bachelorscriptie Universiteit van Amsterdam, 2010: p. 34-35. 2
4
eerste hoofdstuk van dit onderzoek wordt een beschrijving van het genre reisprogramma’s gegeven, waaruit blijkt dat een eenduidige definitie niet voor het oprapen ligt. Het ontstaan van het genre en algemene kenmerken ervan zullen aan bod komen. Hierdoor ontstaat een definitie van reisprogramma’s die voor dit onderzoek gebruikt wordt in relatie tot educatie. Over educatie op televisie bestaan verschillende debatten. De vraag is daarbij of televisie wel educatief kan zijn, of dat het de kijker juist dom houdt. Mijn vooronderstelling is dat educatie altijd aanwezig is op televisie. Vervolgens gaat het erom welke vormen van educatie overgebracht worden en op welke manier. Het begrip ‘governmentality’ van Michel Foucault wordt gebruikt om deze vraag uit te werken. Dit begrip gaat uit van de volgende definitie van ‘government’: ‘any more or less calculated means of the direction of how we behave and act’.3 Het gaat over de machtsrelatie tussen de staat en de burger, waarbij de burger gecontroleerd wordt door de staat en al zijn apparaten. Hieronder worden bijvoorbeeld scholen verstaan, maar ook media zoals televisie. Laurie Ouellette richt zich vooral op het cultureel burgerschap en de samenhang van televisie hiermee. Zij stelt het volgende: ‘If the civic functions of reality entertainment are more difficult to recognize, it is partly because they now operate within market imperatives and entertainment formats’.4 Hiermee beweert ze dat zowel publieke als commercieel gerichte televisie educatie in burgerschap op de kijker kan overbrengen. Bij commerciële televisie zal dit echter minder duidelijk aanwezig zijn dan bij publieke televisie. Het tweede hoofdstuk bevat een uiteenzetting van verschillende begrippen die samenhangen met educatie op televisie, met name ‘cultureel burgerschap’ en ‘governmentality’. Mijn vooronderstelling over de uitkomst van mijn onderzoek is dat bij de publieke omroep het educatieve aspect voorop staat. Bij de commerciële omroep zal educatie minder expliciet aanwezig zijn, zoals uit bovenstaand citaat van Ouellette blijkt. De reden hiervoor is dat publieke televisie een publieke functie en verantwoordelijkheid heeft. Commerciële televisie daarentegen heeft als primaire taak de kijker te vermaken en winst te maken. De vorm van educatie die hier aanwezig is, zal dan ook commerciëler gericht zijn. Er zal een duidelijk aantoonbaar verschil zijn tussen een programma van een publieke en een commerciële omroep qua educatieve elementen. RTL4 bijvoorbeeld besteedt meer zendtijd aan amusement dan de publieke omroepen samen, al verschilt het percentage amusement per publieke zender.5 Nu er in de politiek gespeculeerd wordt over bezuinigingen op de publieke omroep, is dit verschil van belang. Het bestaansrecht van de
3
Dean, Mitchell. Governmentality. Power and rule in modern society. Londen: Sage, 2001: p. 2. Ouellette, Laurie. ‘Reality TV gives back. On the civic functions of reality entertainment’. Journal of popular film and television, jrg. 38, nr. 2 (2010): p. 68. 5 Manschot, Ben. ‘Televisie en amusement’ in Wijfjes, Huub, red. Omroep in Nederland. Vijfenzeventig jaar medium en maatschappij, 1919-1994. Zwolle: Waanders, 1994: p. 200. 4
5
publieke omroep op basis van verschil met de commerciële omroep staat op het spel.6 Daarnaast zijn overeenkomsten en verschillen tussen de twee soorten televisie sinds lange tijd aanleiding tot debatten. Hierbij staat de rol van publieke en commerciële televisie ter discussie.7 In het derde hoofdstuk zal duidelijk worden wat het verschil is tussen de publieke en commerciële omroep, met name op basis van hun officieel beleid op het gebied van educatie. Om een beeld te krijgen van educatieve aspecten in publieke en commerciële televisie, zal ik één serie programma’s analyseren van elke soort televisie. Er worden voorbeelden genoemd uit de afzonderlijke afleveringen, die representatief zijn voor de series in hun geheel. Deze kenmerken worden vervolgens vergeleken. Het laatste hoofdstuk bestaat uit een tekstanalyse van twee reisprogramma’s. De twee series die geanalyseerd worden, zijn in dezelfde periode uitgezonden, namelijk in het najaar van 2008. 3 op reis8 is publieke, RTL travel9 commerciële televisie. De bedoeling is om in beide series te analyseren welke onderwerpen worden behandeld en op welke manier. Hierbij zal worden gelet op structuur en inhoud. De vraag die in dit onderzoek gesteld wordt, is op welke manier publieke en commerciële televisie van elkaar verschillen op het gebied van educatie. Dit zal de vergelijking tussen publieke en commerciële televisie in de analyse duidelijk maken; het wordt duidelijk op welke manier beide soorten televisie in de praktijk educatie overbrengen op de kijker. Deze case study zal niet voor stellingen over de hele publieke en commerciële omroep zorgen, dat zou onterecht generaliserend zijn. De resultaten kunnen echter wel in een breder perspectief geplaatst worden zoals hierboven is uitgelegd. Dit wordt gedaan in de conclusie, om een antwoord op de onderzoeksvraag te kunnen geven. Er zal dan duidelijk worden welke vorm van educatie op welke manier in publieke en commerciële televisie naar voren komt.
6
‘Bezuinigingen voor publieke omroepen’. Het Parool, 30 september 2010 < http://www.parool.nl/parool/nl/38/MEDIA/article/detail/1022949/2010/09/30/Publieke-Omroep-moet-200-miljoenbezuinigen.dhtml>. 7 Morssink, Hester. ‘Wat doet amusement eigenlijk bij de publieke omroep? Een onderzoek naar de opvattingen van twaalf programmamakers van de NCRV, de TROS en de VPRO over de kwaliteit van amusement’. Doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam, 2002. 8 3 op reis. Llink. 5 oktober 2008 tot 8 maart 2009. Streaming via
. 9 RTL travel: share your planet. RTL. 2 november 2008 tot 4 januari 2009. Streaming via .
6
1. Reisprogramma’s
3 op reis en RTL travel worden in televisiegidsen genoemd. De NCRV-gids bevat een artikel, een programmatip, over de eerste aflevering van het tweede seizoen van 3 op reis. Hierin wordt de opbouw van het komende seizoen beschreven. Er is ook een foto van presentator Floortje Dessing. In het programmaoverzicht wordt het een reisprogramma genoemd. 10 RTL travel, waarvan de eerste aflevering van het achtste seizoen een maand later wordt uitgezonden, wordt niet als programmatip genoemd. Ook wordt in het programmaoverzicht enkel de titel genoemd, zonder beschrijving.11 De Vara-gids wijdt een vergelijkbaar artikel aan 3 op reis, als onderdeel van ‘de ideale TV-avond’. Ook hier staat een foto van Floortje bij. Het programma wordt in deze gids ook ‘reisprogramma’ genoemd.12 RTL travel wordt hier ‘reismagazine’ genoemd.13 3 op reis krijgt in de VPRO-gids geen artikel en wordt hier ‘reisprogramma met aandacht voor duurzaam reizen, natuur en milieu’ genoemd.14 Van RTL travel worden enkel de titel en presentatoren genoemd.15 Hieruit blijkt dat de term ‘reisprogramma’ zo eenduidig nog niet is. Het ene programma heeft blijkbaar andere kenmerken dan het andere; toch worden beide in dit onderzoek tot hetzelfde genre gerekend. In dit hoofdstuk zal duidelijk worden wat met de term ‘reisprogramma’ bedoeld wordt. Wat voor soort televisieprogramma is dit, wat zijn de kenmerken ervan? Oftewel, een beschrijving van het genre ‘reisprogramma’. Er is geen eenduidige definitie van dit genre, zoals hierboven gebleken is en zoals met veel televisiegenres het geval is. Veel formats zijn hybride en hebben zowel elementen van een bepaald genre in zich als van het andere.16 Hierdoor ontstaan genrebenamingen die uit samentrekkingen bestaan: ‘infotainment’, ‘docusoap’, ‘realitysoap’. Deze hybriditeit is niet nieuw; vanaf de begindagen van de film is er sprake van genrevermenging. Indeling in genres is een hulpmiddel voor critici, makers en het publiek. Ook toen was het echter al lastig een film in één enkel genre onder te brengen.17 Het is van belang de kenmerken van het genre reisprogramma te bepalen, omdat per genre verschilt welke educatieve middelen gebruikt worden om kennis over te brengen op de kijker. Elk 10
‘Amsterdam-Amsterdam’. NCRV-gids, nr. 40 (najaar 2008): p. 35. ‘Televisie zondag 2 november’. NCRV-gids, nr. 44 (najaar 2008): p. 37. 12 ‘Amsterdam Island’. VARA-gids, jrg. 79, nr. 40 (2008): p. 45. 13 ‘Zondag 2 november 2008’. VARA-gids, jrg. 79, nr. 44 (2008): p. 45. 14 ‘TV’. VPRO-gids, nr. 40 (najaar 2008): p. 40. 15 ‘TV’. VPRO-gids, nr. 44 (najaar 2008): p. 50. 16 Turner, Graeme, Steve Neale. ‘Introduction. What is genre?’ in Creeber, Glen, red. The television genre book. Londen: British Film Institute, 2007: p. 1-7. 17 Biltereyst, Daniël, Philippe Meers. ‘Inleiding’ in Biltereyst, Daniël, Philippe Meers, red. Film/TV/genre. Gent: Academia Press, 2004: p. V. 11
7
genre doet dit in zekere zin, maar op zijn eigen manier. De educatieve kenmerken van reisprogramma’s komen in dit hoofdstuk aan bod. Op hun beurt verschillen deze educatieve middelen ook weer per reisprogramma, wat duidelijk zal worden in de analyse.
1.1 Genre Genre hangt samen met herhaling en verschil. Herhaling van elementen in verschillende programma’s schaart ze onder een genre, evenals het verschil met andere programma’s.18 Nick Lacey noemt personages, setting (ruimte), iconografie (beelden), narratief (verhalen) en stijl (cinematografie) als elementen die een genre definiëren.19 Tekstueel genreonderzoek zoals dat vanaf de jaren vijftig gedaan wordt, noemt ook deze elementen. Er komen echter nog een aantal elementen bij: tijd, handelingen, thema’s, representatie en het beoogde effect op het publiek.20 Jeremy Butler schaart alle programma’s onder een bepaald genre en soms onder meerdere tegelijk. Dit benadrukt de hybriditeit inherent aan het medium televisie.21 Een nieuwe trend in genreonderzoek richt zich op beleving en maatschappelijke context van genres. Hierbij gaat het meer om receptie door de kijker dan om strikt tekstuele betekenis.22 Om een werkbare omschrijving van het genre reisprogramma’s te krijgen, zullen dan ook verschillende genres en elementen eruit gecombineerd worden. Zo vormt zich een nieuw begrip van het genre reisprogramma’s.
1.2 Travelogue Aan het einde van de negentiende eeuw ontstaat een filmgenre dat gezien kan worden als de vroegste voorloper van het reisprogramma: de travelogue. De kijker ziet onbekende delen van de wereld met behulp van het nieuwe medium film. De travelogue ligt aan de basis van filmische verhalen die uit verschillende delen bestaan, in plaats van uit één deel. Tegelijk met dit genre komen nieuwe vormen van transport op, zoals treinen en stoomschepen. Dit is één van de redenen voor het maken van films over reizen: men krijgt door deze vervoersmogelijkheden het besef dat de wereld groter is dan het eigen dorp of zelfs het eigen land. Ook komen ideeën op over de eenheid van de
18
Bauwel, Sofie van. ‘Articulaties van vrouwengenres. Over de discursieve constructies van film- en televisiegenres en de trajecten van “vrouwelijke” genres’ in Biltereyst, Daniël, Philippe Meers, red. Film/TV/genre. Gent: Academia Press, 2004: p. 125. 19 Lacey, Nick. Narrative and genre. Key concepts in media studies. Londen: MacMillan, 2000: p. 133. 20 Biltereyst. ‘Inleiding’: p. VI. 21 Butler, Jeremy G. Television. Critical methods and applications. Belmont: Wadsworth Publishing Company, 1994. 22 Biltereyst. ‘Inleiding’: p. VII.
8
mens; bepaalde culturen staan niet boven andere, mensen zijn in essentie hetzelfde.23 Reizen in het algemeen wordt gezien als leerzaam.24 De doelgroep is een elite die op zoek is naar educatie en entertainment, in tegenstelling tot het publiek van de dominante filmindustrie. Dit is het grote publiek, dat enkel amusement zoekt. Onder amusement wordt in dit onderzoek de tegenhanger van educatie verstaan; waar educatie leerzaam is en een actieve kijker veronderstelt, is amusement enkel entertainment. Deze vorm van amusement wordt ook wel populair entertainment genoemd. Het onderhoudt de kijker, biedt hem een invulling van zijn vrije tijd waarbij hij niet na hoeft te denken. Dit betekent niet dat beide begrippen niet tegelijk gebruikt kunnen worden: een televisieprogramma kan zowel educatief als amuserend zijn. Bepaalde elementen kunnen gebruikt worden om de kijker te amuseren, andere tegelijk om educatie te bieden. Zo biedt de travelogue de kijker amusement als nieuwe technologie en tegelijk educatie, door onbekende culturen als onderwerp te nemen. Dit is waar de elite op dat moment naar op zoek is. Verschillende filmgenres worden in de tijd van de travelogue in bioscopen achter elkaar gezet in een gevarieerd programma. De travelogue is een vorm van filmdocumentaire, die aan het begin van de twintigste eeuw overgaat in de exotische documentaire. In deze films worden onbekende culturen getoond, met al dan niet in scène gezette beelden.25 Reisprogramma’s tonen net als de travelogue en de exotische documentaire beelden van verre landen. Tegenwoordig mag dan de wereldkaart compleet zijn, er blijven gebieden of culturen die niet bekend zijn bij het grote publiek. Zo reist presentator Floortje Dessing in het tweede seizoen van 3 op reis naar het eiland Amsterdam in de Indische Oceaan. Het is één van de meest afgelegen plekken op aarde en slechts eens in de drie maanden toegankelijk.26 De kijker leert over onbekende gebieden en volken. Een verschil met de travelogue is dat het reisprogramma reizen niet meer per definitie als leerzaam ziet, maar eerder als ontspanning. De bestemmingen zijn die voor in een vakantie, maar kunnen uiteraard wel leerzaam zijn.
1.3 Consumenten- en serviceprogramma Reisprogramma’s zijn, zij het op een ander niveau, ook gerelateerd aan consumentenprogramma’s. Deze komen voort uit consumentenvoorlichting. Deze voorlichting ontstaat in de eerste helft van de 23
Doherty, Thomas. ‘The age of exploration. The Hollywood travelogue’. Cineaste, jrg. 20, nr. 2 (1993): p. 40. Ruoff, Jeffrey, red. Virtual voyages. Cinema and travel. Durham: Duke UP, 2006: p. 1-6. 25 Thompson, Kristin, David Bordwell. Film history. An introduction. 2e druk. New York: McGraw-Hill, 2003: p. 21-22, 482. 26 ‘Amsterdam – Java’. 3 op reis. Llink. 8-3-2009. . 24
9
twintigste eeuw, tijdens de opkomst van de consumptiecultuur en de welvaartsstaat. Een steeds groter deel van het inkomen wordt besteed aan luxeproducten, in plaats van aan eerste levensbehoeften. Doordat consumptie steeds belangrijker wordt, worden de markten groter en onpersoonlijker. Hierdoor staat de consument verder van de producent af. De huidige consument weet nauwelijks welke processen er aan een product vooraf zijn gegaan, laat staan waar het product in eerste instantie vandaan komt. De overheid verzorgt de consumentenvoorlichting. De doelen die bij de burger teweeggebracht moeten worden, zijn als volgt: inzicht in behoeften en mogelijkheden deze te vervullen, inzicht in distributie, inzicht in consequenties voor gezondheid en milieu, inzicht in misleidende verkooppraktijken en inzicht in de rechten als consument. Naast voorlichting voor de consument vanuit de overheid, ontstaan er ook organisaties zoals de Consumentenbond. Deze worden gevormd door de consument zelf en geven eveneens voorlichting voor de burger. 27 Vanaf de jaren zeventig doen consumentenprogramma’s op televisie hun intrede. Deze vertonen gelijkenis met actualiteitenprogramma’s: de mix van reportages en studio-opnames, actuele en informatieve onderwerpen. Ook talkshows zijn eraan gerelateerd, omdat beide genres wetenschappelijke en populaire kennis vermengen. Consumentenprogramma’s vertonen ook gelijkenis met serviceprogramma’s; ze gaan beide over het huiselijke leven en consumeren staat centraal. Deze laatste programmasoort wordt tot het licht informatieve genre gerekend, waartoe de huidige consumentenprogramma’s ook behoren. In serviceprogramma’s staat niet de consument, maar het product centraal. Verder is een verschil dat informatie in serviceprogramma’s vermengd wordt met amusement. Dit heeft tot gevolg dat advies en systematische voorlichting vervangen worden door signaleringen, korte opsommingen van de kenmerken van een product of dienst. Deze trend, die infotainment genoemd wordt, wordt verderop uitgebreider besproken. Ten slotte zijn serviceprogramma’s meer positief gericht: positieve kenmerken van een product worden genoemd, waar in consumentenprogramma’s met name waarschuwingen van belang zijn.28 Consumenten- en serviceprogramma’s zijn gerelateerd aan reisprogramma’s in de zin dat ze allebei adviseren, voorlichting geven. Er wordt een product, een reis, getoond aan de kijker. Vervolgens wordt een aantal kenmerken genoemd en de kijker krijgt advies. Zo krijgt de kijker in RTL travel het advies met het vliegtuig naar de bestemmingen te gaan. Dit advies wordt echter niet, zoals bij de vroegere consumentenprogramma’s, door de overheid gegeven, maar door een commerciële instelling. Ook wordt de reis positief weergegeven. De vorm van voorlichting zoals in consumentenprogramma’s is terug te vinden in 3 op reis, wanneer presentator Floortje vertelt hoe
27
Voorst, Pauline van. ‘De klant is koning. Het consumentenprogramma. Over veranderingen in een televisiegenre’. Doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam, 2004: p. 7-9. 28 Voorst. ‘Klant’: p. 11-18.
10
lastig het is te reizen in het Midden-Oosten.29 Dit is eerder een waarschuwing dan een positieve benadering van de reis.
1.4 Lifestyle TV Lifestyle programma’s zijn volgens Gareth Palmer een ‘celebration of the domestic’, ze gaan over huishoudelijke zaken. Ze roepen vragen op over identiteit en de rol van de familie en de overheid. Dit wordt gedaan door de kijker al dan niet impliciete adviezen te geven en normatieve suggesties te doen over deze onderwerpen. De smaak van de kijker over allerlei culturele aspecten wordt beïnvloed door advies dat in de programma’s gegeven wordt. Zoals ook met consumenten- en serviceprogramma’s het geval is, draagt de globale opkomst van de welvaartsstaat bij aan het ontstaan van het lifestyle programma. Aan het begin van de twintigste eeuw komt deze trend van staatsbescherming voor de burger op. Na de tweede wereldoorlog wordt deze uitgebreid. De welvaartsstaat bestaat uit een combinatie van kapitalisme, democratie en welvaart.30 Verantwoord burgerschap wordt in lifestyle TV gecombineerd met verlicht consumentisme, in tegenstelling tot het eerdere belerende karakter in consumentenprogramma’s. Dit betekent dat het programma de kijker leert over burgerschap, gecombineerd met een commercieel gerichte houding. Toby Miller zegt hierover: ‘“good taste” becomes a sign of, and a means toward, better citizenship’. Consumentisme speelt een grote rol in het burgerschap. Een groot verschil met consumenten- en serviceprogramma’s is dat lifestyle TV meer over manieren van leven en identiteit gaat dan enkel over producten.31 Het feit dat de kosten voor de programmamakers beperkt moeten blijven, is terug te zien in de programma’s. Er wordt open gesproken over de kosten van bijvoorbeeld getoonde producten. Dit is duidelijk te zien in afleveringen van RTL travel; zo wordt in een aflevering over Mexico de prijs van een volledig verzorgde reis naar het land genoemd.32 Een recente ontwikkeling in het genre is die in de richting van hulpprogramma’s, bijvoorbeeld make-over programma’s. Hierin wordt de kijker nog explicieter geconfronteerd met voorbeelden waaraan hij zijn identiteit kan relateren.33 Tot het genre lifestyle TV behoren onder andere kookprogramma’s. De doelgroep is de middenklasse, de kijker die bijvoorbeeld de ingrediënten van de recepten kan betalen. Klasse wordt
29
‘Israël – Tioman eiland’. 3 op reis. Llink. 26-10-2008 : 00:01:28. Bergh, Andreas, Christian Bjornskov. ‘Historical trust levels predict the current size of the welfare state’. Kyklos, jrg. 64, nr. 1 (2011): p. 1-2. 31 Lewis, Tania. Smart living. Lifestyle media and popular expertise. New York: Peter Lang, 2008: p. 10-11. 32 ‘Zeven must do’s van Mexico’. RTL travel: share your planet. RTL. 2-11-2008. : 00:01:30. 33 Palmer. ‘Introduction’: p. 1-5. 30
11
impliciet benadrukt, door experts die ervoor moeten zorgen dat de kijker zich aan de oppervlakte onderscheidt van de lagere klasse. Hierbij zijn uiterlijk en materiële zaken van groot belang. De kijker krijgt het gevoel dat hij kan zijn wat getoond wordt in het programma, als hij maar wil.34 Wat betreft de inhoud zijn de programma’s te vergelijken met reisprogramma’s. Beide proberen de kijker kennis te laten maken met het onbekende, het exotische. Is het in het ene geval buitenlands eten, in het andere geval zijn het buitenlandse bestemmingen en culturen. Het op tafel zetten van een chique diner is te vergelijken met het boeken van een verre vakantie: het geeft status. In kookprogramma’s wordt steeds vaker entertainment toegevoegd aan het leerzame aspect, om de kijker te trekken en vast te houden.35
[L]ifestyle images always speak about social relationships. The products displayed signify the distinction of shared good taste, and the images of group conviviality confer a sense of belonging on those wise enough to select products that communicate to others what type of people they are.36
Bovenstaande beweert Robin Andersen over lifestyle programma’s in het algemeen. Deze creëren een gevoel van erbij horen bij de kijker. Hierbij is het van belang zich te onderscheiden van andere sociale groepen. De smaak van de kijker wordt bepaald door de programma’s.
1.5 Infotainment In de journalistiek bestaat sinds de negentiende eeuw hevige concurrentie. Hierdoor wordt entertainment steeds belangrijker. Dit komt overeen met de algemene trend uit die tijd: massacultuur. Hierin speelt entertainment ook een grote rol. Films nemen de trend van groeiend entertainment over en aan het begin van de jaren tachtig komt op televisie het fenomeen ‘infotainment’ op: de eerder genoemde licht informatieve programma’s.37 De bovengenoemde genres consumenten- en serviceprogramma’s en lifestyle TV behoren hiertoe, evenals reality TV. Entertainment speelt een belangrijke rol en tegelijkertijd wordt kennis overgebracht aan de kijker. Het verschil tussen infotainment en reality TV is echter dat het in het laatste geval om feiten gaat in
34
Palmer, Gareth. ‘Introduction. The habit of scrutiny’ in Palmer, Gareth, red. Exposing lifestyle television. The big reveal. Hampshire: Ashgate, 2008: p. 4. 35 Chao, Phebe Shih. ‘TV hitcook shows. Gendered cooking’. Jump Cut, nr. 42 (winter 1998): p. 19-23. 36 Andersen, Robin. Consumer culture and TV programming. Boulder: Westview Press, 1995: p. 120. 37 Kishan Tussu, Daya. ‘The evolution of infotainment’ in Kishan Tussu, Daya. News as entertainment. The rise of global infotainment. 2e druk. Los Angeles: Sage, 2008: p. 19-21.
12
de private sfeer. Infotainment is de combinatie van feit en fictie in de publieke sfeer.38 Reality TV is een genre waarin ‘gewone’ mensen de hoofdrol spelen, vaak gecombineerd met commerciële doeleinden. Het genre roept ethische vragen op over privacy en realiteit.39 Bij infotainment wordt nieuws door middel van montage en bijzondere presentatievormen aantrekkelijk gemaakt voor de kijker. Andersom wordt in fictieve formats zoals drama en comedy gebruik gemaakt van elementen van nieuwsprogramma’s om satirisch commentaar te kunnen geven.40 Ethiek verandert hierbij in entertainment: programma’s gaan over manieren van leven en het ontdekken van zichzelf. Ethische vragen vormen de basis van televisieprogramma’s en er wordt (impliciet) aangegeven hoe men zijn leven moet inrichten. Dit wordt niet door instituten als religies of de staat gedaan, maar door alledaagse presentatoren.41 Veel programma’s maken tegenwoordig gebruik van de combinatie van educatie en entertainment. Zo ook reisprogramma’s; het leren wordt op een leuke manier gebracht. Er is aandacht voor ethiek, voor de ontwikkeling van de kijker.
1.6 Educatief reisprogramma Educatie wordt in dit onderzoek breed behandeld, het gaat niet alleen om educatieve televisie maar om educatie in elk soort programma. Er is een educatief reisprogramma dat educatie verweeft met de essentie van het programma, het reizen zelf. Dit programma heet Ask the Leyland brothers42. Het is een Australisch programma uit de jaren ‘70, gemaakt door twee broers. Zij laten de kijker verschillende plekken in Australië en Nieuw Zeeland zien, door per auto door het land te reizen. De kijker kan vragen stellen, die in het programma tijdens de reizen beantwoord worden. Healy en Huber zeggen het volgende over het belang van het programma: And they shared with that same audience practical knowledge about how those and other places might be visited by ordinary people; people like the Leyland Brothers. In this work of image-making as iconography, television as citizen education and travel as self-discovery and national narrative, the Leyland Brothers were a major force in pedagogy and entertainment.43 Educatie en entertainment gaan hier samen. Deze educatie wordt echter op een andere manier gedaan dan door de tegenwoordige experts; meer vrijblijvend. Het verlangen om te reizen wordt bij de kijker aangewakkerd en tegelijk wordt duidelijk gemaakt hoe deze zou moeten reizen. In zekere 38
Biltereyst, Daniël. Televisiegenres, reality-tv en mediapaniek. Over reality-tv als genre, metagenre, tendens’ in Biltereyst, Daniël, Philippe Meers, red. Film/TV/genre. Gent: Academia Press, 2004: p. 179. 39 Ouellette, Laurie, Susan Murray, red. Reality TV. Remaking television culture. New York: New York UP, 2004: p. 2-3. 40 Hartley, John. ‘The infotainment debate’ in Creeber, Glen, red. The television genre book. Londen: British Film Institute, 2007: p. 120. 41 Hawkins, Gay. ‘The ethics of television’. International journal of cultural studies, jrg. 4, nr. 4 (2001): p. 412-418. 42 Ask the Leyland brothers. Nine Network. 1976-1985. 43 Healy, Chris, Alison Huber. ‘Ask the Leyland brothers. Instructional TV, travel and popular memory’. Continuum. Journal of media & cultural studies, jrg. 24, nr. 3 (2010): p. 389.
13
zin worden reizen en televisie kijken dezelfde activiteit. Zowel de kijker als de reiziger ontdekt; de reiziger vreemde landen en culturen, de kijker zichzelf. Reizen en televisie kijken worden gepresenteerd als populaire, actieve bezigheid.44 Dit programma is expliciet educatief, waar andere reisprogramma’s dit niet als primaire taak hebben. Het biedt de mogelijkheid te zien hoe het reizen zelf tot educatie gemaakt kan worden.
1.7 Conclusie Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat de definitie van educatie verschilt in programma’s gerelateerd aan reisprogramma’s. Zo gaat men er in de tijd van de travelogue vanuit dat reizen, of het kijken naar reizen, leerzaam is. Tegenwoordig wordt reizen meer als vrijetijdsbesteding gezien, wat niet wil zeggen dat het educatieve aspect helemaal verdwenen is. Lifestyle TV leert de kijker over smaak en identiteit. Ook oefent het invloed uit op het sociale bewustzijn van de kijker. Het consumentenprogramma geeft de kijker voorlichting, het huidige reisprogramma doet dit ook. Deze voorlichting komt echter van bedrijven in plaats van de overheid. Serviceprogramma’s brengen positieve adviezen over op de kijker, wat reisprogramma’s ook doen. Infotainment is een overkoepelend genre waar reisprogramma’s onder te scharen zijn: er wordt gebruik gemaakt van de combinatie van informatie en entertainment en ethische vragen komen aan bod. De combinatie van informatie en entertainment wordt al gebruikt in de travelogue en het begrip infotainment is dan ook niet nieuw. Het heeft zich de afgelopen jaren prominenter laten zien, bijvoorbeeld in lifestyle TV. Het is duidelijk geworden dat de genoemde programma’s verschillende educatieve elementen bevatten en allemaal gerelateerd zijn aan reisprogramma’s. Een reisprogramma biedt voorlichting en advies, vermengd met entertainment. Hierbij zijn ethische vragen over de identiteit van de kijker belangrijk.
44
Healy. ‘Brothers’: p. 392.
14
2. Educatie
Nu helder is wat het genre dat geanalyseerd zal worden inhoudt, komt educatie aan bod. Wat is dit precies, in relatie tot televisie? Er bestaat educatieve televisie, in Nederland in de vorm van één omroep: NTR. De missie van deze omroep wordt als volgt omschreven:
De NTR draagt bij aan een democratische kennissamenleving door het maken van informatieve, culturele en educatieve programma’s voor het gehele publiek met de volgende kernwaarden: onafhankelijk, onpartijdig, objectief, betrouwbaar, respect voor mensen en hun waarden, en gerichtheid op een samenleving van actieve, zelfstandige en nieuwsgierige burgers.45
Hier wordt ervan uitgegaan dat informatie, cultuur en educatie de kijker kennis opleveren. De kijker wordt gezien als burger en de omroep is nodig om een bijdrage te leveren aan een democratische kennissamenleving. Het onderscheid tussen informatie en kennis dat in dit onderzoek gemaakt wordt, is gebaseerd op de volgende stellingen. Informatie bestaat uit data die binnenkomen bij een publiek: beeld, geluid, tekst. Kennis is meer dan informatie alleen; het zit in de mens zelf en structureert binnenkomende informatie door middel van context, ervaring, intuïtie en waarden.46 Verder is het belangrijk een onderscheid te maken tussen informatie en educatie. Volgens Barbara Bichelmeyer is dit als volgt te omschrijven:
‘Information’ may be properly viewed as the reduction of uncertainty, whereas ‘education’ is generally considered to be the increase of an individual’s competency.47
Educatie gaat om een verandering die teweeggebracht wordt bij de kijker. Hij krijgt niet alleen informatie binnen, maar leert iets nieuws, waardoor bijvoorbeeld zijn kijk op de wereld verandert. Educatie is een bepaald soort kennis. Van dit onderscheid wordt in dit onderzoek uitgegaan. 45
‘Over NTR’. Over NTR. NTR. 28-6-2011 . Terra, José Claudio, Terezinha Angeloni. ‘Understanding the difference between information management and knowledge management’. Terraforum consultores. Voorjaar 2005. 28-6-2011 : p. 1-2. 47 Bichelmeyer, Barbara A. ‘Best practices in adult education and e-learning. Leverage points for quality and impact of CLE’. Valparaiso university law review, jrg. 40, nr. 2 (voorjaar 2006): p. 512. 46
15
Het is te cru om te zeggen dat het terrein van educatie buiten de grenzen van deze ene educatieve omroep ophoudt. Andere publieke omroepen maken ook programma’s met educatieve waarde, net als de commerciële omroep. Hier wordt weliswaar niet aan kinderen het alfabet geleerd, maar er zijn meerdere vormen van educatie denkbaar. Wat in dit onderzoek onder educatie verstaan wordt, wordt in dit hoofdstuk duidelijk. In ieder geval wordt een bredere definitie aangehouden dan enkel strikt educatieve televisie, getuige de keuze voor reisprogramma’s als onderzoeksobjecten. Binnen educatieve televisie zijn volgens Shalom Fisch drie hoofdvormen te onderscheiden, die verschillende doelen hebben. De eerste vorm is instructioneel, een aanvulling op het reguliere onderwijs. Dan is er informatieve educatie, waarbij de nadruk ligt op actualiteit. Ten slotte gaat prosociale educatie over omgangsvormen en identiteitsvorming.48 Deze vormen zijn ook te herkennen in andere dan strikt educatieve programma’s. Het gaat hierbij om een breed begrip van educatie. In de analyse zullen deze drie vormen opnieuw genoemd worden, omdat ze allemaal tot op zekere hoogte toepasbaar zijn op reisprogramma’s.
2.1 Educatie op televisie Vanaf de introductie van televisie in Nederland in de jaren vijftig, is er kritiek op het nut ervan en de invloeden op de burger. Zo is cultuurpessimist Johan Huizinga ervan overtuigd dat massamedia van slechte invloed zijn op de culturele vorming. Men zou klakkeloos de boodschap van televisie overnemen en niet meer zelf zijn gedachtegoed samenstellen vanuit verschillende bronnen. Hier tegenover stellen zich optimisten, die het educatieve potentieel van televisie zien om met behulp van televisie politieke betrokkenheid te vergroten.49 John Corner deelt de pessimisten onder in drie categorieën. De eerste groep meent dat op televisie ten onrechte, of op een verkeerde manier, selecties gemaakt worden tussen wat wel en wat niet aan de burger getoond wordt. Deze selectie kan zowel door de overheid als door de commerciële markt uitgevoerd worden. In het eerste geval gaat het dan om bescherming van de burger, of propaganda, in het tweede geval om concurrentie. Zo komen alleen de meest winstgevende onderwerpen aan bod in commerciële nieuwsprogramma’s. De tweede groep richt zich op de vorm van televisie, die in hun ogen te veel gericht is op het visuele. Hierbij krijgt de inhoud een ondergeschikte rol, of wordt verkeerd weergegeven. De derde en laatste groep bekritiseert de 48
Fisch, Shalom M. Children’s learning from educational television. Sesame street and beyond. Mahwah: Lawrence Erlbaum, 2004. 49 Bank, Jan. ‘Televisie verenigt en verdeelt Nederland’ in Wijfjes, Huub, red. Omroep in Nederland. Vijfenzeventig jaar medium en maatschappij, 1919-1994. Zwolle: Waanders, 1994: p. 85-88.
16
werkwijze van televisie, die met zijn snelle programma’s de concentratie van de kijker verpest. Hierdoor is de kijker niet meer in staat zelf te denken; hij wordt lui.50 De manier waarop televisie in elkaar zit, maakt het volgens Corner onmogelijk te bestaan zonder tekst, met enkel beelden. Tekst is nodig om de beelden uit te leggen en te beschrijven, zodat de juiste betekenis op de kijker over komt. Doordat de nadruk echter op beelden ligt en beelden elkaar snel opvolgen, is de informatie tijdelijk. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid dat de informatie tot entertainment verwordt.51 Deze pessimistische opvattingen erkennen het educatieve potentieel van televisie, maar zien veel manieren waarop het mis kan gaan. Wanneer ‘verkeerde’ selecties worden gemaakt, is de educatie die overgebracht wordt afhankelijk van de overheid of van commercie. Dit is in de ogen van de pessimisten verkeerd omdat zo het objectieve doel van educatie voorbijgestreefd wordt. Educatie verdwijnt wanneer het visuele aspect en de snelheid ervan de overhand krijgen; de kijker ziet dan enkel nog beelden voorbij flitsen, zonder de boodschap mee te krijgen. In de postmoderne tijd waarin televisie een groot deel uitmaakt van het leven van veel mensen, is er veel informatie beschikbaar. Verschillende informatie, die op veel manieren te verkrijgen is. Wanneer er zoveel aanbod van informatie is, is het de vraag hoe waardevol deze nog is. Het gevolg van deze overvloed aan informatie is dat niet meer te achterhalen is wat het origineel en wat een kopie is. Hierdoor vervalt de zekerheid over waarheid; een kopie of representatie wordt als waarheid gezien. Jean Baudrillard noemt deze trend ‘hyperrealisme’. De grote hoeveelheid aan informatie op televisie maakt het onmogelijk echte kennis te onderscheiden.52 Voor educatie betekent dit dat deze zijn betekenis verliest; zoals de eerder genoemde pessimisten beweren, is de boodschap achter de beelden niet meer te onderscheiden. Hier kan tegenin gebracht worden dat de kijker een bepaald volume aan informatie nodig heeft om educatie te krijgen en vervolgens deel uit te maken van de maatschappij. Op deze manier kan hij burgerschap uitoefenen, een begrip dat hieronder verder besproken wordt. De negatieve opvattingen over televisie impliceren dat televisie weliswaar een educatief potentieel heeft, maar dat er veel redenen zijn waarom dit potentieel niet vervuld zou kunnen worden. Educatie wordt hierbij gezien als onafhankelijk, van zowel overheid als commercie. Het moet beschermd worden tegen entertainment en een overdaad aan informatie, waardoor de educatie ondergesneeuwd kan raken. Verder wordt er vanuit gegaan dat de kijker weinig actief is; hij neemt informatie in zich op zonder veel na te denken en is erg kwetsbaar. Deze laatste opvatting wordt door receptieonderzoek tegengesproken: de kijker is actief en in staat zelf de juiste informatie 50
Corner, John. Critical ideas in television studies. Oxford: Oxford UP, 1999: p. 108-111. Corner. Ideas: p. 115-119. 52 Storey, John. Cultural theory and popular culture. An introduction. 4e druk. Essex: Pearson, 2006: p. 133-136. 51
17
binnen te halen voor educatie.53 Bescherming van de kijker is niet zo noodzakelijk als gedacht werd. In het vorige hoofdstuk is de combinatie van educatie en entertainment kort besproken; een aantal televisiegenres blijkt educatie over te kunnen brengen met behulp van entertainment. De bewering dat educatie hierdoor zou verdwijnen, gaat niet altijd op. Wanneer televisie educatie overbrengt op de kijker, kan dit op verschillende manieren, zoals hieronder beschreven wordt. ‘Cultureel burgerschap’ is één van de begrippen die televisie de kijker kan bijbrengen. Dit is een begrip dat past binnen de prosociale vorm van educatie.
2.2 Cultureel burgerschap Het begrip ‘burgerschap’ is in de loop der jaren veranderd. Een algemene definitie ervan is ‘het recht om volledig deel te nemen aan het sociale leven, met waardigheid en zonder angst, en de vormen te helpen formuleren die het in de toekomst zou kunnen aannemen’. [mijn vertaling, SM]54 Dit is ontstaan uit de relatie tussen de staat en de burger, waarbij de burger beschermd wordt door de staat en medezeggenschap heeft. Tegenwoordig worden meer mensen, zoals kinderen, tot burgers gerekend dan bijvoorbeeld aan het begin van de negentiende eeuw. Dit is één van de oorzaken waardoor de betekenis van het begrip enigszins uitgebreid of veranderd is. De basis, geformuleerd in bovenstaand citaat, is echter nog van toepassing.55 Miller onderscheidt drie soorten burgerschap. Ten eerste is er het politieke burgerschap, de officiële kant; dit is met name waar Foucault het over heeft, zoals verderop duidelijk zal worden. Hierbij gaat het over het stemrecht van de burger en de bescherming vanuit de staat. Het economische burgerschap heeft te maken met de economie; inkomens, banen en verzekeringen. Ten slotte is er het cultureel burgerschap: het in stand houden van een cultuur.56 Dit laatste begrip heeft te maken met democratie: eenieder zou op gelijke basis gerepresenteerd moeten worden. Het probleem in de huidige kapitalistische maatschappij is volgens Nick Stevenson het feit dat men te veel gefocust is op wat juist is. Dit is subjectief en specifiek, terwijl goed burgerschap draait om objectiviteit en universaliteit. Men zou zich moeten richten op wat goed is; dit is onafhankelijk van cultuur en geografie, het is een universeel a priori begrip. Dit betekent dat het bestaat vóór de ervaring, het begrip hoeft niet ondervonden te worden om bewezen te worden. Het neoliberalisme 53
Corner. Ideas: p. 80-81. Murdock, Graham. ‘Rights and representations’ in Gripsrud, Jostein, red. Television and common knowledge. Londen: Routledge, 1999: p. 8. 55 Murdock. ‘Rights’: p. 8-10. 56 Miller, Toby. ‘Cultural citizenship.’ Television and new media, jrg. 2, nr. 3 (2001): p. 183–186. 54
18
dat bij het kapitalisme hoort, stelt bovendien het individu boven de gemeenschap, waardoor goed burgerschap zo goed als onmogelijk wordt. Men zou voor elkaar moeten zorgen en zichzelf opofferen, wil er sprake zijn van goed burgerschap. Dit kan, samen met kritisch denken, onder meer geleerd worden door televisie. Op deze manier wordt burgerschap onderdeel van het dagelijks leven.57 De stichting InterArt lanceert het Nieuw Cultureel Burgerschap, dat als volgt omschreven wordt: ‘een bevlogen zoektocht naar balans tussen individuele vrijheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid’. Dit nieuwe begrip is volgens hen nodig omdat de maatschappij door globalisering, migratie, individualisme en technologie veranderd is. Aan de burger stellen zij tien voorwaarden: autonomie, nieuwsgierigheid, interne discipline, ontplooiing, communicatieve vaardigheden, tijdsbesef, mondigheid, ontwortelen, loyaliteit en genuanceerd denken. Wanneer een burger hieraan voldoet, is hij een nieuw cultureel burger te noemen.58 John Hartley formuleert twee vormen van burgerschap die door televisie op de kijker overgebracht worden: cultureel en ‘do-ityourself’-burgerschap. Het cultureel burgerschap is hierbij de ouderwetse vorm, waarbij de kijker een identiteit vormt. De nadruk ligt hier op een gezamenlijke identiteit van een groep. Het tegenwoordige burgerschap noemt hij ‘do-it-yourself’, omdat hier verschillende, persoonlijke identiteiten worden erkend.59 Lifestyle TV geeft de kijker bijvoorbeeld de mogelijkheid een eigen identiteit te ontwikkelen, los van een groep waartoe hij behoort. Deze ontwikkeling van collectieve naar individuele identiteit komt ook voor in Foucaults historische betekenis van ‘governmentality’, die verderop besproken wordt. Bij de ontwikkeling van het begrip ‘burgerschap’ is uitbreiding van rechten en de groep mensen die onder de noemer burger vallen van belang. Hierbij wordt soms de groep burgers te groot om duidelijk te stellen wie ertoe behoort en de plichten van de burger worden ondergeschikt aan de rechten. Wanneer dit tegengegaan wordt, leidt dit tot geweld en passiviteit. Televisie heeft de mogelijkheid, doordat de gemeenschap waartoe zijn publiek behoort virtueel is, verscheidenheid en gelijkheid tegelijk te bieden.60 Een beschrijving van publieke televisie in de Verenigde Staten maakt duidelijk welke gevolgen het heeft als het begrip ‘cultureel burgerschap’ toegepast wordt op televisie. In de samenleving van
57
Stevenson, Nick. ‘Cultural citizenship, education and democracy. Redefining the good society’. Citizenship studies, jrg. 14, nr. 3 (2010): p. 277-278. 58 Mechelen, Marga van, red. Tijd van verlangen. Nieuw cultureel burgerschap in perspectief. Arnhem: Stichting InterArt, 2008: p. 9-10, 349. 59 Hartley, John. Uses of television. Londen: Routledge, 1999: p. 154-162. 60 Hartley, John. Television truths. Malden: Blackwell Publishing, 2008: p. 117-119.
19
de Verenigde Staten speelt het begrip ‘cultureel burgerschap’ een grote rol. Het gaat hierbij om ‘the American way of life’, een gestandaardiseerde, beschaafde manier van leven. De commerciële televisie in Amerika komt op in de jaren twintig en krijgt na een aantal jaar de kritiek vanuit de staat dat er te weinig onderwerpen worden gepresenteerd die van het publiek verantwoordelijke burgers maken. Het tegenargument is dat commerciële televisie het publiek geeft wat het wil (zien) en er dus geen reden is de inhoud van televisie te veranderen. In de jaren vijftig wordt in de Verenigde Staten begonnen met educatieve televisie; een aantal jaar later komt er ook meer algemene, publieke televisie. Deze manier van televisiemaken zou de kijker verantwoord burgerschap bij moeten brengen. De normatieve kijk op burgerschap wordt uitgedragen door de publieke omroep. Van consument verandert de kijker in een politiek geïnteresseerde burger, die aangepast, onderwezen en geïnformeerd moet worden. Niet de kijker, maar de maker van televisie bepaalt wat er te zien is.61 Inmiddels is duidelijk geworden dat de Amerikaanse publieke televisie niet aan het ideaalbeeld voldoet. Er is geen sprake van complete democratie, aangezien de blanke man dominant aanwezig is. Er mogen dan minder afbeeldingen en narratieven zijn, ook deze vorm van televisie maakt van de kijker geen verantwoordelijke burger. Een juiste vorm van educatie op televisie, waardoor de kijker een goede burger wordt, kan alleen bereikt worden wanneer er sprake is van absolute democratie.62 Volgens Ouellette is dit alleen mogelijk in de vorm van publieke televisie, omdat commerciële omroepen altijd winst als prioriteit hebben. Gelijkheid kunnen zij wel nastreven, maar zal nooit het belangrijkste doel worden.63 De vorm waarin de educatie wordt gegoten, maakt weinig verschil. Een documentaire en reality TV kunnen beide even educatief zijn: ‘The application of documentary techniques to the demonstration, performance, and testing of self and everyday life makes reality entertainment potentially useful to new strategies of “governing at a distance” that deemphasize public oversight and require enterprising individuals to manage their own health, prosperity, and well being’. 64 Bovenstaand citaat maakt dit punt nog eens duidelijk; amuserende televisie kan educatie bieden aan de kijker, mits er informatieve elementen in opgenomen zijn. De kijker zal door televisie gestimuleerd worden zichzelf te controleren en op te voeden. In de analyse zal gekeken worden in hoeverre dit geldt voor de Nederlandse publieke en commerciële televisie. Wellicht zijn deze in staat de kijker burgerschap bij te brengen, omdat de omroepen nu eenmaal verschillen van Amerikaanse. Het is mogelijk dat cultureel burgerschap hier beter toegepast kan worden. In het vorige hoofdstuk is
61
Ouellette. Viewers: p. 105-109. Ouellette. Viewers: p. 125-139. 63 Ouellette. Viewers: p. 217-221. 64 Ouellette. ‘Reality’: p. 68. 62
20
de relatie tussen reisprogramma’s en lifestyle besproken. Dit laat zien dat burgerschap in ieder geval wel degelijk een rol speelt in reisprogramma’s; de identiteit van de kijker wordt aangesproken door de programma’s. Op welke manier dit gebeurt, wordt in de analyse besproken. Een begrip dat gerelateerd is aan cultureel burgerschap, is ‘governmentality’.
2.3 Governmentality Governmentality […] refers to the conduct of conduct, especially the technologies that govern individuals. It captures the way governments and other actors draw on knowledge to make policies that regulate and create subjectivities.65 De bovenstaande tekst is de definitie van governmentality, omschreven door Mark Bevir. Het begrip is afkomstig van Michel Foucault. Het gaat hier om het leiden van gedrag, zowel het leiden van anderen als van zichzelf. Er wordt uitgegaan van mensen die vrij zijn om te handelen, binnen gecontroleerde grenzen. Het geleid worden wordt over het algemeen geaccepteerd, zonder er vragen over te stellen. Degenen die leiden, willen ook niet ondervraagd worden.66 Een tweede betekenis van de term is historisch specifiek. Deze ontstaat tijdens het begin van de moderne periode in West-Europa, de negentiende eeuw, tijdens de opkomst van de welvaartsstaat. Hierbij gaat het om macht in een maatschappij, waarbij die macht economisch is en de bevolking geleid wordt. De staat oefent macht uit over de bevolking met hulp van apparaten, zoals scholen, ziekenhuizen en fabrieken. Soevereine macht gaat om het uitoefenen van autoriteit binnen een bepaald gebied. Disciplinaire macht reguleert de bevolking binnen dit gebied. Veiligheidsapparaten helpen de bevolking te beveiligen.67 Inmiddels is deze vorm van governmentality veranderd; de macht over de burger wordt in de huidige neoliberale maatschappij grotendeels door private instellingen uitgeoefend in plaats van door staatsgestuurde instellingen.68 De burger wordt tegenwoordig ook meer als zelfstandig individu gezien, dat zichzelf moet ontwikkelen. Hij krijgt zeggenschap over zijn eigen ontwikkeling, de zogenaamde ‘conduct of conduct’. De staat houdt de controle en deze wordt vertaald naar vrije keuzes van de burger. Deze beslist over zichzelf, binnen bepaalde grenzen. Een aantal begrippen hangt samen met governmentality. Foucault linkt de begrippen ‘kennis’, ‘waarheid’, ‘objectiviteit’, ‘subjectiviteit’ en ‘burgerschap’. De uitspraak ‘kennis is macht’ is 65
Bevir, Mark. ‘Rethinking governmentality. Towards genealogies of governance’. European journal of social theory, jrg. 4, nr. 13 (2010): p. 423. 66 Dean, Mitchell. Governmentality. Power and rule in modern society. Londen: Sage, 2001: p. 9-18. 67 Dean, Mitchell. Governmentality. Power and rule in modern society. Londen: Sage, 2001: p. 19-20. 68 Ouellette, Laurie, James Hay. ‘Makeover television, governmentality and the good citizen’. Continuum, jrg. 22, nr. 4 (2008): p. 473-474.
21
van hem afkomstig, waarmee onder andere wordt gezegd dat kennis niet vaststaat, zodat er geen absolute waarheid is. Hieruit volgt dat er ook geen absolute objectiviteit is. Toch stelt hij dat er objectieve inzichten zijn; kennis die de subjectiviteit verandert van degenen die kennis hebben. Dit komt overeen met de definitie van objectieve educatie die de kijker verandert, eerder genoemd in het vorige hoofdstuk en dit hoofdstuk. Mensen streven ernaar, of zouden ernaar moeten streven, om kennis te hebben. Dit is een aspect van (goed) burgerschap. Mensen met de meeste kennis hebben de meeste macht. In een liberale maatschappij zijn burgers autonoom, met vrije toegang tot informatie en kennis.69 Deze nogal theoretische uiteenzetting over governmentality kan concreet toegepast worden op televisie. Televisie kan gezien worden als een culturele technologie die de ‘government’ van de kijker over zichzelf mogelijk maakt en stuurt. Het biedt de kijker de mogelijkheid zichzelf te ontwikkelen en tegelijk biedt televisie ook voorbeelden in welke richting hij dit zou moeten doen.70 De actief verantwoordelijke burger wordt gecreëerd door media-apparaten zoals televisie, die de kijker confronteren met zijn identiteit.71 Zoals eerder genoemd, wordt de conduct of conduct tegenwoordig door private instellingen overgenomen van de overheid. De publieke omroep is gerelateerd aan de overheid, door de maatschappelijke functie die hij toebedeeld heeft gekregen. Tegelijk worden de regels die opgelegd zijn, op een eigen manier geïnterpreteerd en uitgevoerd: de conduct of conduct. De commerciële omroep staat los van de overheid. Deze brengt kennis en educatie over op de kijker, zonder dat de overheid er grip op heeft.72 In het volgende hoofdstuk wordt duidelijk dat er regels zijn waar de commerciële omroep zich aan moet houden, maar in principe is hij onafhankelijk van de overheid. Televisie is daarmee een medium waarop de begrippen governmentality en conduct of conduct uitermate van toepassing zijn.73 Governmentality komt in steeds meer televisieprogramma’s naar voren, sinds de komst van reality TV. Deze programma’s bieden de kijker educatie in de vorm van zelfontdekking. Alledaagse mensen fungeren voor de kijker als voorbeeld hoe hij of zij zich kan ontwikkelen. Lifestyle speelt hierbij een grote rol.74 Make-over programma’s zijn, zoals in het vorige hoofdstuk genoemd, een vorm van lifestyle TV waarin ontwikkeling van de kijker voorop staat. Ook reisprogramma’s zijn 69
Gripsrud, Jostein. ‘Scholars, journalism, television. Notes on some conditions for mediation and intervention’ in Gripsrud, Jostein, red. Television and common knowledge. Londen: Routledge, 1999: p. 36-37. 70 Ouellette, Laurie, James Hay. Better living through reality TV. Television and post-welfare citizenship. Malden: Blackwell, 2008: p. 16. 71 Hay, James. ‘Unaided virtues. The (neo)liberalization of the domestic sphere and the new architecture of community’ in Bratich, Jack Z., Jeremy Packer, Cameron McCarthy, red. Foucault, cultural studies and governmentality. New York: New York UP, 2003: p. 166-167. 72 Ouellette. ‘Makeover’: p. 471-472. 73 Hay. ‘Virtues’: p. 171. 74 Ouellette. Living: p. 24-31.
22
gerelateerd aan lifestyle, zo is gebleken in het vorige hoofdstuk. Zowel in verband met dit genre als met de verhouding tussen publieke en commerciële televisie zijn governmentality en conduct of conduct belangrijke begrippen. Ze omschrijven een manier waarop televisieprogramma’s educatie overbrengen en bieden inzicht in de relatie tussen de overheid, de publieke en commerciële omroep en de kijker oftewel burger. Dit laatste punt is hierboven besproken; de relatie tussen publieke en commerciële omroep komt in het volgende hoofdstuk uitgebreider aan bod.
2.4 Conclusie Zoals uit bovenstaande tekst is gebleken, verandert educatie op televisie de kijker. Drie verschillende vormen van educatieve televisie zijn toe te passen op televisie in het algemeen: instructioneel, informatief en prosociaal. Educatie wordt hierbij breed beschouwd, als aanwezig in alle soorten en genres van televisie. Pessimisten menen dat door keuzes in onderwerpen, een overdaad aan visuele aspecten en overmatige snelheid, educatie verdrongen kan worden door entertainment. Een zekere mate van informatie is echter nodig voor educatie. Cultureel burgerschap wordt door middel van educatie in reality TV, lifestyle TV en daarmee ook in reisprogramma’s op de kijker overgebracht. Het gaat hier om de persoonlijke ontwikkeling van de kijker als burger. Het televisieprogramma werkt hierbij als conduct of conduct: het geeft de educatieve boodschap aan de burger over, vanaf een afstand. De kijker maakt zijn eigen keuzes, binnen gecontroleerde grenzen. In het volgende hoofdstuk wordt duidelijk op welke manier publieke en commerciële televisie zich tot elkaar verhouden op het gebied van educatie en wat hun relatie is tot de staat.
23
3. Publiek en commercieel
Inmiddels is een definitie duidelijk geworden van reisprogramma’s, met name op het gebied van educatie. Ook is het begrip educatie op televisie helder geworden. In dit hoofdstuk zal de publieke omroep vergeleken worden met de commerciële, op het gebied van educatie en de eerder besproken begrippen cultureel burgerschap en governmentality. De discussie over de soorten kennis die televisie naar de kijker over zou brengen, die in het vorige hoofdstuk aan bod kwam, zet zich tot op heden voort. Dit heeft onder andere te maken met het onderscheid tussen commerciële en publieke televisie. De taakomschrijving voor publieke televisie volgens de European Broadcasting Union voor publieke televisie omvat drie normen. Ten eerste pluriformiteit: maatschappelijke diversiteit. Dit houdt in dat televisie een evenwichtige combinatie van programma’s moet aanbieden op het gebied van religie, politieke voorkeur, etniciteit, taal en regio. Het tweede punt is programmatische diversiteit; verschillende soorten programma’s om aan verschillende smaken en interesses tegemoet te komen. Ten slotte is er onafhankelijkheid, met name van commerciële belangen.75 Commerciële televisie daarentegen draait in principe om winst maken en om dit te bereiken moeten zoveel mogelijk kijkers getrokken worden, om het even hoe pluriform deze kijkersgroep is, door om het even welke programma’s. In 1994 maakt Marit Vochteloo een analyse van de publieke omroep en ontdekt drie spanningsvelden. Ten eerste dat van concurrentie of samenwerking tussen de verschillende omroepen. Dit is nu nog aan de orde, met het oog op de verschillende fusies van omroepen die in het recente verleden of de nabije toekomst plaatsvinden en omroepen die onafhankelijk willen blijven.76 Ten tweede is er het spanningsveld tussen publieke taak en het bereiken van het publiek; het huidige beleid, zoals hieronder beschreven, naast de concurrentie met de commerciële omroep om kijkers te trekken en te behouden. Ook voor de publieke omroep is een zekere mate van scoren van belang. Ten slotte de spanning tussen onafhankelijkheid en relaties met de overheid en commercie; de publieke omroep wordt gefinancierd door de overheid, die hierdoor een vinger in de pap heeft qua programmering. De vraag is of dit gewenst is. Met name het tweede spanningsveld zal in dit hoofdstuk centraal staan.77
75
Vochteloo, Marit. Publieke omroep in Nederland. Een probleemanalyse. Hilversum: De Toekomst, ca. 1994: p. 1-2. Visser, Jeroen. ‘AVRO en de TROS gaan fuseren; Van Bijsterveldt “heel blij”’. Internet & media. 6-5-2011. De Volkskrant. 16-5-2011 . 77 Vochteloo. Omroep: p. 23-24. 76
24
Natuurlijk is de praktijk altijd wat genuanceerder dan dit theoretische verschil tussen publiek en commercieel; commerciële televisie is ook in zekere mare divers en pluriform en elk televisieprogramma bevat een zekere vorm van educatie. Zo meent Gregory Marshall dat de kijker van entertainment over het algemeen niet kritisch is tijdens het kijken. Dit heeft tot gevolg dat hij ongemerkt beïnvloed kan worden door het programma.78 Zo krijgt entertainment educatief potentieel. Daarom is het interessant te onderzoeken in hoeverre publieke en commerciële televisie in praktijk van elkaar verschillen op het gebied van educatie. Dit wordt gedaan in de analyse. Gripsrud verwoordt de tegenstelling tussen publieke en commerciële televisie op het gebied van het overbrengen van kennis als volgt:
Public-service broadcasting in principle addresses its audiences primarily as citizens, not as consumers, and not just as pleasure-seeking zappers. Purely commercial television is simply in the business of selling audiences to advertisers and consequently only addresses audiences as citizens to a minimal extent, and rarely or never beyond the dictates of the people meters. This is not to say that, for instance, US television does not produce and distribute knowledge, only that it does so very differently from European public-service TV.79
Publieke televisie spreekt de kijker voornamelijk als burger aan, terwijl commerciële televisie de kijker voornamelijk als consument aanspreekt. Respectievelijk het cultureel dan wel economisch burgerschap staan voorop. Beide produceren echter kennis en bieden educatie, maar op een andere manier.
3.1 Historie duaal bestel In de jaren vijftig van de vorige eeuw wordt voor het eerst een televisieprogramma uitgezonden in Nederland. Het omroepbestel bestaat op dat moment uit de verzuilde omroepen die ook de radiouitzendingen en programmabladen maken. De NTS is hierbij een overkoepelende, neutrale omroep. Deze gaat zich in de jaren zestig ook met educatieve televisie bezighouden. De ontzuiling begint, door de komst van populaire cultuur uit Amerika en de opkomst van de welvaartsstaat. Hierdoor ontstaat het idee van een commerciële omroep.
78
Marshall, Gregory. ‘Real teaching and real learning vs narrative myths about education’. Arts and humanities in higher education, jrg. 6, nr. 7 (2007): p. 8. 79 Gripsrud. ‘Scholars’: p. 38.
25
In de jaren zestig worden de eerste Nederlandse commerciële televisiebeelden uitgezonden vanaf het REM-eiland. Hier wordt echter al snel een einde aan gemaakt door de politiek, die commerciële televisie verbiedt om de publieke omroepen te beschermen. Wanneer in de jaren tachtig de situatie onhoudbaar wordt door piraterij, wordt de wet aangepast en commerciële televisie gelegaliseerd. Met de komst van commerciële televisie laait de discussie op: zou de educatieve functie van televisie verloren gaan in amusement? ‘Wat de commerciëlen brengen is meer van hetzelfde’, zo beweert CDA-mediaspecialist Piet van der Sanden in 1989.80 Hij vreest voor het verliezen van diversiteit en pluriformiteit en is bang dat televisie enkel nog op winst gericht zal zijn.
3.2 Educatieve omroep In de geschiedenis van de omroepen komen we bij de publieke omroep educatieve televisie tegen. Educatie was vanaf de oprichting van de omroepen één van de belangrijke doelstellingen, aangezien de kijker als burger werd beschouwd. Deze burger moest as het ware opgevoed worden. Niet alle programma’s en omroepen hadden als hoofddoel educatie te bieden, maar van de omroepen samen was het een belangrijk doel. Zo werd er schooltelevisie gemaakt en werd een aantal educatieve omroepen opgericht. Tegenwoordig is er één omroep die volgens de Mediawet specifiek educatie tot taak heeft: de eerder genoemde NTR. Onder educatieve omroep wordt een omroep verstaan die het volgende biedt: ‘breed en samenhangend educatief media-aanbod op het gebied van onderwijs, scholing en vorming’.81 Reeds in de jaren zestig worden de effecten van televisie geëvalueerd en wordt het educatieve potentieel van televisie genoemd:
Juist als middel om de belangstelling voor nieuwere ontwikkeling in het weten en de wetenschap te wekken, kan de TV bij goede prestatie bijzonder effectief werken. Men kan een beroep doen op de beste deskundigen en hen met steun van didactici en regisseurs hun kennis zo op het scherm laten brengen, dat ontelbaren geboeid raken.82
80
Idenburg, P.J.A., Th. J.M. Ruigrok. ‘TV-10 en RTL Véronique (RTL4)’ in Idenburg, P.J.A., Th. J.M. Ruigrok. Commerciële omroep in Nederland. 1951-1991. Van REM-eiland tot RTL4. Den Haag: SDU, 1991: p. 154. 81 ‘Mediawet 2008’. Wet- en regelgeving. 29-12-2008. Overheid.nl 15-4-2011 . 82 Rooij, M., A. Oldendorff e.a. ‘Een vraagstuk, een waagstuk’ in Rooij, M., A. Oldendorff e.a., red. Televisie. Vraagstuk – waagstuk. Assen: van Gorcum, 1961: p. 9.
26
Dit gaat niet enkel over strikt educatieve televisie, maar ook over televisieprogramma’s die educatie als
tweede
of
misschien
zelfs
derde
doel
hebben;
informatieve,
cultuur-
en
amusementsprogramma’s. In elk genre is een zekere mate van educatie te vinden. Men erkende televisie als leerzaam medium.
3.3 Huidig beleid De Mediawet wordt in 1988 ingevoerd, ten tijde van de legalisering van commerciële televisie. Het belangrijkste punt is een duidelijk onderscheid tussen publiek en commercieel te maken, waarvoor een commissie wordt opgesteld. Ben Manschot pleit in 1994 voor enig amusement bij de publieke omroep, om de concurrentie met de commerciële aan te kunnen. De focus moet echter liggen op een breed scala aan programma’s, in plaats van specialisatie. Zo moeten verschillende culturele groepen gerepresenteerd worden.83 De wet is inmiddels een aantal keer aangepast. De wet schrijft de taken van de publieke omroep voor: ‘informatie, cultuur, educatie en verstrooiing’ bieden, op de volgende manier: ‘evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand’.84 De Mediawet bevat regels voor de publieke omroep, maar noemt de commerciële omroep ook:
Een commerciële media-instelling bepaalt, onverminderd het bepaalde bij of krachtens deze wet, vorm en inhoud van het door haar verzorgde programma-aanbod en is daar verantwoordelijk voor.85
Hieruit blijkt dat de overheid de verantwoordelijkheid voor de inhoud grotendeels aan de omroep zelf overlaat, waar de publieke omroep strikte voorschriften heeft. Voor reclame-uitingen zijn voorschriften; deze mag een bepaald aandeel innemen en herkenbaar zijn als reclame. Ook moet minstens 40% van de totale inhoud Nederlands zijn. Verder mag de inhoud niet in strijd zijn met de
83
Manschot. ‘Televisie’: p. 199-202. ‘Mediawet 2008’. Wet- en regelgeving. 29-12-2008. Overheid.nl 13-4-2011 < http://wetten.overheid.nl/BWBR0025028/Hoofdstuk2/Titel21/Artikel21/geldigheidsdatum_13-04-2011>. 85 ‘Mediawet 2008’. Wet- en regelgeving. 29-12-2008. Overheid.nl 13-4-2011 < http://wetten.overheid.nl/BWBR0025028/Hoofdstuk3/Titel32/Afdeling321/Artikel35/geldigheidsdatum_13-04-2011>. 84
27
Nederlandse wetten op bijvoorbeeld discriminatie.86 Deze regels gelden ook voor de publieke omroep. Het Commissariaat voor de Media verleent omroeplicenties aan omroepen, zowel publiek als commercieel. Hiermee wordt bepaald welke omroepen mogen uitzenden op de Nederlandse televisiezenders. De voorwaarden waar een commerciële omroep aan moet voldoen, zijn de hierboven genoemde, met betrekking tot reclame, de Nederlandse inhoud en het niet in strijd zijn met de wet.
3.3.1 Publieke omroep De publieke omroep past de Mediawet toe op zijn programmering, zoals kort genoemd in het vorige hoofdstuk. De omroep heeft tot doel ‘de Nederlandse bevolking te verbinden, te verrijken en te verrassen met een evenwichtig en onderscheidend audiovisueel aanbod’.87 De publieke omroep heeft de ambitie de gehele Nederlandse bevolking te representeren en bedienen, met programma’s die maatschappelijke impact hebben. ‘Publieke waarden worden in alle genres overgedragen’ staat in het huidige concessiebeleidsplan.88 Dit document bevat de plannen van de publieke omroep voor de komende jaren. Door middel van verschillende soorten programma’s wil de omroep de kijker bereiken. De aantrekkingskracht ligt in de diversiteit, waardoor er voor elke kijker wel iets interessants te vinden is. Voorheen bepaalde de wet door middel van percentages het aandeel van informatieve, educatieve, culturele, amuserende en overige programma’s voor de publieke omroep. Tegenwoordig maakt de NPO over het totale aanbod elke vijf jaar een afspraak met de betreffende minister. Hierdoor wordt de diversiteit van de programmering gecontroleerd.89 Deze vergelijkt de NPO met de diversiteit van enkele commerciële omroepen. (Figuur 1) Uit de grafiek blijkt dat de publieke omroep meer diversiteit in genres hanteert dan RTL en SBS.
86
‘Mediawet 2008’. Wet- en regelgeving. 29-12-2008. Overheid. 13-5-2011 . 87 NPO. ‘Handboek TV’. Missie. 1-6-2010. NPO 12-5-2011 :p. 39. 88 NPO. ‘Concessiebeleidsplan 2010-2016’. Verantwoording. NPO 12-5-2011 < http://corporate.publiekeomroep.nl/data/media/db_download/254_0c8a93.pdf>: p. 8. 89 NPO. ‘Handboek’: p. 9.
28
Figuur 1
Naast de overkoepelende NPO, hebben de afzonderlijke omroepen ook hun missie. Hun uitgangspunten zijn niet meer zo duidelijk gerelateerd aan een ideologie als tijdens de verzuiling, maar ze specialiseren zich bijvoorbeeld in een programmasoort. Llink is de omroep die 3 op reis uitzond, één van de twee programma’s die geanalyseerd zullen worden. Inmiddels is Llink uit het publieke bestel verdwenen, maar de website verwoordt de missie van de voormalige omroep nog als volgt:
[…] een verschil kunnen maken en een positieve bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van de wereld op het gebied van vermindering van de tegenstelling tussen welvaart en armoede in de wereld en het beschermen van kwetsbare waarden als dieren, natuur en milieu. 90
De maatschappelijke groep die de omroep vertegenwoordigt, worden ‘praktisch of nieuw idealisten’ genoemd.
3.3.2 Commerciële omroep RTL Nederland, één van de grootste commerciële aanbieders in Nederland, omschrijft zijn taak als volgt: het bieden van ‘hoogwaardige en onderscheidende programmering en services’. Ook 90
Veel gestelde vragen. Llink. 12-5-2011 .
29
benadrukt het bedrijf het maatschappelijk belang van programma’s, omdat deze trends zetten en taboes doorbreken.91 De doelstelling van SBS Broadcasting, de organisatie waartoe een aantal andere commerciële Nederlandse zenders behoort, is het bieden van amusement en informatie. Hierbij wordt ook de maatschappelijke verantwoordelijkheid genoemd, die gebaseerd is op ‘algemene ethische beginselen’.92 Deze speerpunten en richtlijnen hebben de bedrijven vastgelegd in een zogenaamde mediacode, die in juli 2009 openbaar is gemaakt. Ook MTV Networks heeft zo’n code opgesteld en gepubliceerd. Opvallend is de nadruk op maatschappelijk engagement en belang, waarbij soms programma’s of initiatieven als voorbeeld worden genoemd. De toenmalige minister van Onderwijs, cultuur en wetenschap noemt vergelijkbare codes over maatschappelijke verantwoordelijkheid voor de publieke omroep een aanvulling op de voor hen vastgelegde regels in de Mediawet.93 Hij impliceert hiermee dat de Mediawet deze verantwoordelijkheid al inhoudt en dat de afzonderlijke mediacodes deze nog benadrukken en uitbreiden. Het beleid van de commerciële omroep blijkt succesvol: RTL en SBS trekken meer kijkers dan de publieke omroep, de kijkcijfers van de publieke omroep lopen terug. Dit komt door de vrijheid die de commerciële omroep heeft; de mogelijkheid tot sponsoring en reclame zorgt voor meer inkomsten. Daarnaast geven de ontbrekende regels voor diversiteit in de Mediawet de vrijheid om zich te richten op programma’s die het meest winstgevend zijn.94 Commerciële omroepen zien de kijker als consument en dit heeft tot gevolg dat zij kijkers trekken met succesvolle programma’s, zonder regels over diversiteit in te stellen.
3.4 Conclusie Publieke televisie is pluriform, programmatisch divers en onafhankelijk van commerciële doeleinden. Het spreekt de kijker aan als burger en neemt maatschappelijke verantwoordelijkheid. Commerciële televisie is op winst gericht en spreekt de kijker aan als consument. Ook commerciële omroepen nemen maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit is theoretisch gezien het onderscheid tussen publieke en commerciële televisie. Verschillende vormen van burgerschap staan centraal: cultureel
91
‘Mediacode RTL’. Corporate informatie. RTL Nederland. 13-4-2011 . 92 ‘Mediacode SBS’. Organisatie. 13-6-2009. SBS Broadcasting. 13-4-2011 . 93 Plasterk, Ronald H.A. ‘Brief aan de Tweede Kamer met de stand van zaken rond gedragscode media’. Kamerstukken. 16-92009. Rijksoverheid. 13-4-2011 : p. 2-4. 94 Bel, Marieke. ‘Sensatie en educatie. Het verschil tussen Nederlandse kinderproducties van de commerciële en publieke omroepen onderzocht’. Masterscriptie Universiteit van Utrecht, 2010: p. 13-14.
30
burgerschap bij de publieke omroep en economisch burgerschap bij de commerciële. Beide vormen van televisie bieden educatie, maar verschillende vormen ervan. Publieke televisie zal de kijker willen leren over culturen, waar commerciële televisie zich richt op prijzen van reizen. Of deze beweringen over de tegenstelling tussen publieke en commerciële televisie kloppen met de werkelijkheid, zal blijken uit de volgende analyse. De educatieve doelen en soorten burgerschap zullen aan bod komen, evenals de verhouding tussen educatie, informatie en entertainment.
31
4. Tekstanalyse
De twee programma’s die in dit hoofdstuk geanalyseerd worden, zijn 3 op reis en RTL travel. Van het eerste programma worden de eerste drie seizoenen uitgezonden door omroep Llink. Het eerste seizoen begint in 2007. Hierin wordt de volgende vorm gebruikt: presentator Floortje Dessing maakt een reis van Amsterdam naar Bhutan en komt onderweg in elke aflevering in een ander land of gebied. Een tweede presentator, Sebastiaan Labrie, bezoekt een andere bestemming en een gastpresentator bezoekt een derde. Het tweede seizoen, dat hier geanalyseerd zal worden, kent drie jonge presentatoren: Floortje, Sebastiaan en Froukje Jansen. Floortje reist van Amsterdam naar het eiland Amsterdam in de Indische Oceaan. Froukje en Sebastiaan wisselen elkaar af met het tonen van reisbestemmingen. In het derde seizoen reist Floortje over de poolcirkel en laten Daphne Bunskoek en Dennis Storm elke week andere bestemmingen zien. Tegenwoordig wordt het programma door BNN uitgezonden. Er zijn in het vierde en voorlopig laatste seizoen vier presentatoren, die elke week andere bestemmingen laten zien. Soms wordt één bestemming in twee opeenvolgende afleveringen behandeld.95 Het programma wordt zowel door Llink als BNN op zondag rond 19:50 uur uitgezonden op Nederland 3 en duurt 40 minuten per aflevering. RTL travel begint als Yorin travel. Dit programma wordt vanaf 2001 uitgezonden op de zender Yorin. In het programma worden bestemmingen bezocht die niet algemeen bekend zijn in Nederland. Hotels in verschillende prijsklassen en praktische informatie zoals vaccinaties worden behandeld. Een aantal bestemmingen wordt in een aantal opeenvolgende afleveringen behandeld. Kijkersvragen, goedkope reizen en verre reizen zijn onderdeel van het programma. In het vijfde seizoen verhuist het programma naar RTL5, krijgt de naam RTL travel en bevat vanaf dat moment twee reizen per aflevering. Na vijf seizoenen wordt het format aangepast en krijgt het programma een nieuwe naam: RTL travel’s hotlist. Hierin komen tien populaire reisbestemmingen per aflevering aan bod. Er wordt gebruik gemaakt van archiefmateriaal en nieuwe reizen. In het volgende, zevende, seizoen, dat RTL travel: adrenaline heet, staan spannende bestemmingen centraal. Hiervoor wordt gekozen omdat het programma beter bij het stoere imago van de zender moet passen. Het achtste en laatste seizoen, dat voor de analyse gebruikt zal worden, heet RTL travel: share your planet (in het onderzoek aangeduid als RTL travel) en richt zich net als de eerste seizoenen op algemene reisverslagen. Elke aflevering behandelt zeven hoogtepunten van een reisbestemming; een gebied of land. De presentatoren van dit seizoen zijn Chris Zegers, Tamara Brinkman, Seth Kamphuijs, Renate 95
‘3 op reis’. Beeld en geluid wiki. 15-7-2010. Beeld en geluid. 26-4-2011 .
32
Verbaan en Dennis Weening. Zij zijn jong en, net als de presentatoren van 3 op reis, veelal naast presentator ook acteur (geweest). Een vroegere presentator en coproducent van RTL travel is Floortje Dessing, die later bij 3 op reis aan de slag zou gaan.96 Het programma wordt op zondag rond 19:30 uur uitgezonden, eerst op Yorin en vanaf 2005 op RTL5. Elke aflevering duurt 45 minuten. In het laatste seizoen duurt een aflevering 25 minuten. Nu er achtergrondinformatie over beide programma’s gegeven is, wordt het tijd ze te analyseren om te kijken welke educatieve aspecten ze bevatten. Er wordt gekeken naar de structuur en inhoud van de programma’s, om te onderzoeken of deze opvallende verschillen of overeenkomsten vertonen qua educatieve bijdrage. De opgestelde definitie van reisprogramma’s wordt getoetst en begrippen gerelateerd aan educatie worden toegepast, net als kenmerken van publieke en commerciële omroep. Op deze manier wordt duidelijk hoe begrippen en theorieën uit de eerdere hoofdstukken terug te zien zijn in de reisprogramma’s.
4.1 Structuur Als eerste punt wordt de structuur, oftewel de opbouw, van de programma’s behandeld. Hieronder wordt de al dan niet verhalende opbouw verstaan, de leader, de algehele vormgeving en de website. Deze dragen bij aan de manier waarop educatie wordt overgebracht op de kijker. Ze vormen de informatie die de kijker educatie biedt.
4.1.1 Verhalen Narratie, oftewel een verhaal, wordt door David Bordwell en Kristin Thompson als volgt omschreven: ‘a chain of events in cause-effect relationship occurring in space and time’.97 Zij hebben het over narratie in film, maar hetzelfde geldt voor televisie. Verhalende aspecten zijn in zekere mate terug te vinden in beide programma’s. In 3 op reis is er een verhaallijn die door de verschillende afleveringen heen loopt: Floortje reist van Amsterdam in Nederland naar Amsterdam eiland in de Indische Oceaan. Hierbij bezoekt ze in elke aflevering een land dat op de route ligt. Zo komen bijvoorbeeld Turkije en Israël aan bod. Aan dit verhaal zit een begin en een einde. Daarnaast is er elke aflevering een op zichzelf staand verhaal 96
‘RTL travel’. Beeld en geluid wiki. 28-2-2011. Beeld en geluid. 26-4-2011 . 97 Thompson. Film: p. 75.
33
van Sebastiaan of Froukje. Zij bezoeken één plaats of gebied per aflevering. Deze reizen bevatten ook verhalende elementen; zo overnacht Froukje in een aflevering bij een lokale bewoner. Overdag verkent ze de omgeving en ’s avonds komt ze weer bij haar slaapplaats terug. Hoewel verhalende elementen niet per definitie chronologisch hoeven te zijn, draagt dit wel bij aan het construeren van een verhaal. RTL travel laat het doorlopende verhaal achterwege. Hier gaat het per aflevering om één land, waarvan de zeven hoogtepunten besproken worden. In 3 op reis wordt de route van de presentatoren op een kaart aangegeven. In RTL travel worden de bestemmingen weliswaar aangegeven, maar niet de route tussen de bestemmingen. Dit zorgt ervoor dat de zeven hoogtepunten op zichzelf staande verhaaltjes zijn. Er wordt gewisseld tussen verschillende tijdstippen, zonder dat bijvoorbeeld ’s avonds een slaapplek wordt getoond waarna de presentator de volgende dag wakker wordt en weer verder gaat. Het feit dat in 3 op reis de presentatoren reizend te zien zijn, met name Floortje, draagt ook bij aan het verhalende aspect. Zo is te zien dat Floortje in de eerste aflevering naar Istanbul reist en van daar verder. De presentatoren van RTL travel daarentegen zijn op een bestemming en zijn het volgende moment op een andere bestemming. In 3 op reis is samenhang tussen de verschillende afleveringen en items belangrijk, er wordt gebruik gemaakt van narratieve aspecten. Marshall betoogt dat verhalen veel invloed hebben op het perspectief van kijkers of lezers. Dit gaat vaak ongemerkt, omdat verhalen over het algemeen als entertainment en vrijetijdsbesteding worden gezien. Juist deze opvatting maakt het publiek vatbaar voor de boodschap achter het verhaal.98 Corner onderscheidt twee effecten van verhalen: ten eerste affectief, wat betekent dat een verhaal inspeelt op het gevoel van de kijker. Ten tweede is er een informatief effect: de kijker ontvangt de boodschap, juist doordat hij betrokken wordt bij het programma.99 Er wordt zowel informatie gegeven als de kijker vermaak geboden. RTL travel daarentegen brengt de afleveringen en items zonder narratief, zonder begin en einde. Deze aanpak is te beschouwen als database: een collectie van hiërarchisch – namelijk binnen elke aflevering van het zevende naar het eerste hoogtepunt toewerkend – geschikte items.100 Dit alternatief voor het narratief speelt niet in op het gevoel van de kijker en geeft enkel informatie. Deze verschillende manieren van informatie overbrengen hebben gevolgen voor de educatie in beide programma’s. Zo gebruikt 3 op reis verhalen om de kijker educatie te bieden, waar RTL travel de
98
Marshall. ‘Teaching’: p. 8-10. Corner. Ideas: p. 49. 100 Manovich, Lev. ‘Database as symbolic form’. Convergence, jrg. 5, nr. 2 (1999): p. 80-81. 99
34
educatie rechtstreeks brengt. Verhalen kunnen een hulpmiddel zijn, maar zouden eveneens de aandacht van de kijker van de boodschap af kunnen leiden. In dat geval biedt een database uitkomst.
4.1.2 Leader en aankondiging Leaders en aankondigingen van programma’s wekken verwachtingen bij de kijker. Een week van tevoren wordt een programma soms al aangekondigd en vaak de dag van de uitzending nog een aantal keer. Deze aankondigingen zijn echter niet beschikbaar voor analyse. Ook in het programma zelf zijn echter momenten waarop de kijker uitgenodigd wordt te blijven kijken, bijvoorbeeld wanneer er een reclame komt. Deze elementen dragen bij aan het verhalende aspect dat hierboven genoemd is. Ze houden als het ware informatie achter voor de kijker, zodat er spanning ontstaat. De kijker raakt betrokken bij het programma, omdat hij wil weten wat er gaat komen. Dit wordt ook wel ‘unrestricted narration’ genoemd; tijdens de leader en aankondigingen wordt de nieuwsgierigheid van de kijker aangewakkerd, omdat hij minder weet dan de presentator.101 De leader van 3 op reis bestaat uit snel opeenvolgende beelden met muziek eronder. Zo is er een landkaart te zien waar een trein overheen rijdt. Dit blijkt een afbeelding in een boek te zijn, waarin een reisverslag met foto’s en tekst is gemaakt. Een trein rijdt vervolgens door dit boek heen. Er wordt in het boek gebladerd en een aantal afbeeldingen komt tot leven. Dit zijn een moskee en beelden op Paaseiland. Een golf spoelt over het boek heen en een garnaal en een vliegtuig kruipen en vliegen er overheen. Het etiket van een bierflesje uit het buitenland komt tot leven en foto’s van de presentatoren worden getoond. Ten slotte gaat het boek dicht, er vliegen vogels op en een gebouw komt in beeld. Een hand zet met een stempel de titel van het programma neer. In totaal duurt de leader 25 seconden. Floortje vertelt in een voice-over welke bestemmingen in deze aflevering voorkomen. Beelden van de aflevering zijn te zien als foto’s in het reisverslag. Poststempels uit verschillende landen wisselen elkaar op de bladzijde af. Deze leader belooft de kijker een veelzijdig reisverslag van verschillende bestemmingen. In het programma wordt gewisseld tussen Floortjes reis en die van Sebastiaan of Froukje. Op het moment dat er overgeschakeld wordt, vertelt Floortje in een voice-over wat er nog komen gaat. Bijvoorbeeld in de eerste aflevering: ‘Straks het vervolg van mijn verblijf in Turkije. Ik reis dan per trein naar de hoofdstad Ankara, waar ik onder meer een bezoek breng aan het mausoleum van de
101
Thompson. Film: p. 88-90.
35
grote leider Atatürk.’102 Beelden hiervan zijn te zien als foto’s in het reisverslag, met de poststempels uit het begin van de aflevering. Dan komen Sebastiaan of Froukje met hun reis in beeld. Aan het einde van elke aflevering is er een aankondiging voor de volgende aflevering. Hierbij vertelt Floortje in
de
voice-over
welke
bestemmingen
aan
bod
komen.
Een
aantal
gebouwen
of
bezienswaardigheden wordt getoond met op de achtergrond een paspoort en geld, alsof het weer onderdelen van het reisverslag zijn. Deze manieren van nieuwsgierigheid opwekken geven de kijker het idee dat het reisverslag verdergaat op de ingeslagen weg. Het zorgt voor samenhang tussen de verschillende onderdelen binnen een aflevering en tussen de afleveringen onderling. RTL travel begint elke aflevering met een korte introductie door de presentator van die aflevering. Deze vertelt op locatie, bijvoorbeeld in een hangmat op het strand, om welk land het gaat en noemt een aantal hoogtepunten van het land. Dan verschijnen er bomen aan weerszijden van het beeld en een vliegende vogel, met muziek eronder. Op de achtergrond zijn beelden uit de serie te zien: lokale bevolking, gebouwen, dieren, de presentatoren en cijfers. De titel van het programma verschijnt van bovenaf in beeld, met op de achtergrond water. De leader duurt 36 seconden. De voice-over van de presentator van de aflevering vertelt wat er komen gaat, ondersteund door beelden uit de aflevering. Er worden drie van de te behandelen hoogtepunten genoemd. De leader belooft exotische bestemmingen en elementen en een vakantiegevoel. Na ongeveer een kwartier in de uitzending komt er een vooruitblik. De presentator vertelt in een voice-over wat hij of zij nog gaat doen en zien. Het beeld is aan de randen vervaagd en de tekst ‘zometeen’ staat in beeld. Alleen het laatste hoogtepunt wordt geheim gehouden: ‘na de reclame zie je welke reden [hoogtepunt, SM] er op nummer één staat’.103 Dit zorgt voor spanning bij de kijker, die nieuwsgierig wordt naar het hoogtepunt dat op nummer één staat. Aan het einde van de aflevering vertelt de voice-over wie in de volgende aflevering naar welke bestemming gaat. In de eerste aflevering wordt het volgende gezegd: ‘Volgende week neemt Chris je mee naar Cambodja. [Chris:] Indrukwekkend groot en voornamelijk zo intens mooi’.104 Hierbij is een aantal beelden van de komende aflevering te zien. Dit geeft de kijker het idee dat de volgende aflevering weer even interessant zal zijn als de afgelopen aflevering. Beide programma’s maken gebruik van de nieuwsgierigheid van de kijker door middel van unrestricted narration; in de leader en aankondigingen worden de kijker beloftes gedaan door middel 102
‘Turkije – Cape Cod’. 3 op reis. Llink. 5-10-2008. : 00:10:25. ‘Zeven must do’s van Mexico’. RTL travel. RTL. 2-11-2008. : 00:12:40. 104 ‘Zeven must do’s van Mexico’. RTL travel. RTL. 2-11-2008. : 00:23:30. 103
36
van beelden en de voice-over. Bij RTL travel wordt de reclame aangegrepen als reden om de kijker nieuwsgierig te maken, 3 op reis gebruikt hiervoor de wisselingen tussen de verschillende verhalen. RTL travel belooft exotische bestemmingen, 3 op reis culturele bezienswaardigheden.
4.1.3 Vormgeving Beverley Clarke geeft de volgende definitie van vormgeving: ‘design encompasses those qualities of an article which contribute to its effectiveness in manufacture or use’.105 Hierbij gaat het niet enkel om esthetiek, maar juist het nut ervan wordt benadrukt. Ze noemt verschillende vormen van grafische vormgeving die bijdragen aan educatie op televisie, zoals video-animatie en animatie van tekst. Het doel van titels en andere tekst in beeld is volgens Louis Dorfsman ‘to catch the eye, to arouse interest and to impart some hint of what is to come’. Bij series op televisie is het zaak de kijker bij elke aflevering weer te interesseren, zonder saai te worden doordat de titels steeds weer herhaald worden.106 De leaders, aankondigingen en afsluitingen en de grafische vormgeving ervan in beide programma’s is hierboven grotendeels al benoemd. Wanneer Floortjes reis verdergaat na een stuk van Sebastiaan of Froukje, komt haar paspoort in beeld, waar doorheen wordt gebladerd. Er wordt een stempel met de titel van het programma in gezet. Hetzelfde geldt wanneer weer teruggegaan wordt naar Sebastiaan of Froukje. De route die Floortje volgt door de afleveringen heen, wordt aan het begin van elke aflevering weergegeven op een landkaart. Een geanimeerde rode stippellijn toont haar route. Wanneer er over de geschiedenis van een bestemming verteld wordt, wordt er gebruik gemaakt van foto’s en afbeeldingen. De ligging van de bestemmingen van Froukje en Sebastiaan ten opzichte van Nederland wordt op een kaart aangegeven met vlaggetjes. RTL travel maakt ook gebruik van grafische vormgeving. Aan het begin van elke aflevering en na de reclame wordt de bestemming van die aflevering op een kaart in beeld gebracht. Daarna verschijnt een aantal gegevens over de bestemming in een paars gekleurd kader, met op de achtergrond beelden van de bestemming. Ook de prijs van een reis wordt op deze manier weergegeven, evenals de website. De hoogtepunten worden allemaal voorafgegaan door een bumper, waarin het nummer te zien is. Op de achtergrond is een landkaart te zien, met een blauwe waas eroverheen. Aan de randen van het beeld bewegen planten heen en weer. Vervolgens wordt 105
Clarke, Beverley. Graphic design in educational television. Londen: Lund Humphries, 1974: p. 27. Dorfsman, Louis. ‘Film titles and captions’ in Herdeg, Walter, red. Film & TV graphics 2. Zürich: The graphics press, 1976: p. 172. 106
37
op een kaart getoond waar het hoogtepunt te vinden is. De vormgeving is abstracter dan die van 3 op reis. In plaats van stempels, paspoorten en een reisverslag, zijn de belangrijkste kenmerken bij RTL travel de paarse kaders met informatie en overlappende beelden. Uit een onderzoek van Julia Fox blijkt dat jonge mensen uit nieuwsberichten met grafische vormgeving meer informatie halen dan uit berichten zonder dit hulpmiddel. Hoe gecompliceerder de berichten echter worden, hoe minder baat ze hebben bij de grafische vormgeving. Zolang de boodschap die televisie uitdraagt niet te moeilijk is, is grafische vormgeving voor jonge mensen dus in ieder geval waardevol voor het verkrijgen van informatie.107 De doelgroep van RTL5 is 20 tot 34 jaar oud108, Llink richt zich op een leeftijd van 25 tot 45 jaar109. Beide programma’s maken functioneel gebruik van grafische vormgeving en dragen op deze manier bij aan de informatieverwerving van de kijker, gelet op hun kijkerdoelgroep. Verder is te zeggen dat beide programma’s in elke aflevering gebruik maken van herkenbare elementen, zodat de kijker weet naar welk programma hij kijkt en welk onderdeel er zal volgen. In een eerder hoofdstuk is de kritiek genoemd dat televisie te veel op visuele aspecten gericht zou zijn, waardoor de educatieve functie verloren zou gaan. Dat is bij beide programma’s niet het geval wat betreft de vormgeving; deze staat in dienst van de inhoud van het programma. Ze bevat amuserende waarde, waardoor de aandacht van de kijker getrokken wordt. Tegelijk wordt de vormgeving gebruikt als hulpmiddel voor het overdragen van informatie op de kijker en daarmee draagt ze bij aan de educatieve waarde van de programma’s.
4.1.4 Website Beide programma’s hebben een eigen website. Deze is onderdeel van de website van de omroep. De manier waarop de website naar voren komt in de programma’s verschilt. Met name de beloofde inhoud en het doel van de website, zoals naar voren komt in het programma, worden hier geanalyseerd. De daadwerkelijke inhoud van de website zal in de volgende paragrafen kort aan bod komen. Wanneer de website genoemd wordt in 3 op reis, wordt dit gedaan aan het einde van de aflevering. Nadat verteld is wat er volgende aflevering komt, noemt Floortje in een voice-over de
107
Fox, Julia, e.a. ‘Picture this. Effects of graphics on the processing of television news’. Journal of broadcasting & electronic media (winter 2004): p. 671-673. 108 ‘Mediacode RTL’. Corporate informatie. RTL Nederland. 13-4-2011 . 109 Carvalho, Hester. ‘Het lichte idealisme van omroep Llink’. Internet & Media. 3-3-2008. NRC handelsblad. 2-6-2011 .
38
website ‘voor meer informatie’. Dit laat in het midden welke informatie de website biedt: over het programma, de afleveringen of over de inhoud. In een aflevering over vrijwilligerswerk wordt de website om een andere reden genoemd: ‘je kan overigens als reiziger op veel plekken in de wereld Engelse les geven. Dat is goed voor de lokale bevolking, want het vergroot hun kansen op de arbeidsmarkt. Wil je er meer over weten, check onze website’. De website staat hierbij onder in beeld.110 In de laatste aflevering wordt de website van de omroep genoemd. Onder beelden van Floortje op een schip bij Amsterdam eiland verschijnt de tekst ‘maak nu kans op een unieke reis naar een eco-bestemming met Floortje en de 3 op reis crew. Ga naar www.llink.nl’.111 Verderop in de aflevering wordt deze tekst nogmaals getoond. De website van RTL travel komt meerdere keren per aflevering naar voren. Zo kan de kijker naar de website gaan voor meer informatie over bezienswaardigheden die behandeld worden in het programma. Ook om reistips te geven, die in het programma gebruikt worden, kan de kijker naar de website: ‘van een travel-kijker kregen we de volgende, bijzondere tip, via onze website’. Even later zegt de voice-over: ‘heb jij trouwens ook een leuke reistip, ga dan naar onze website en zet hem erop’.112 Aan het einde van de aflevering staat de website in beeld om het programma terug te kunnen kijken. De voice-over vertelt dat er meer informatie over de uitzending te vinden is. Een andere website, namelijk die van Summum, wordt ook genoemd in het programma. Deze website wordt genoemd in verband met prijzen en wanneer vermeld wordt dat een bezienswaardigheid op de Werelderfgoedlijst staat (‘bron: summum.nl’). In de laatste aflevering vertelt de voice-over over een prijs die de kijker kan winnen: ‘RTL travel: share your planet brengt je op de mooiste plekken in de wereld. Ga naar rtltravel.nl en maak kans op een geheel verzorgde groepsreis naar Mexico, met Tamara Brinkman als reisbegeleidster. Verzorgd door summum.nl. Dus ga naar de site en win’.113 Tegelijk met deze voice-over is Tamara te zien op verschillende bestemmingen. In kaders zijn de tekst ‘win een reis’ en de website te zien. Voor 3 op reis functioneert de website vooral als aanvulling op het programma: ze bevat aanvullende informatie, onder andere over de inhoud van het programma, en de kijker kan er meedoen aan een wedstrijd die gerelateerd is aan het programma. De website van RTL travel bevat eveneens aanvullende informatie over de inhoud van het programma. Daarnaast kan de kijker zelf een bijdrage leveren aan het programma en het programma terugkijken. Ook hier kan aan een 110
‘Israël – Tioman eiland. 3 op reis. Llink. 26-10-2008. : 00:31:24. ‘Amsterdam – Java’. 3 op reis. Llink. 8-3-2009. : 00:07:10. 112 ‘Thailand en Cambodja’. RTL travel. RTL. 9-11-2008. : 00:11:17. 113 ‘7 must do’s van Zuid-Afrika’. RTL travel. RTL. 4-1-2009. : 00:12:20. 111
39
wedstrijd meegedaan worden. Op het aspect van de invloed van de kijker op het programma zal later dieper ingegaan worden. Eugenia Shiapera beschrijft een aantal kijkersposities, waarvan sommige zijn ontstaan of uitgebreid door websites die bij een televisieprogramma horen. Ze onderscheidt de kijker als toeschouwer, als consument, burger, fan, cybernaut en leerling.114 3 op reis ziet de kijker in het gebruik van de website als fan, leerling en burger; de kijker kan meer leren op de website, over zowel bijvoorbeeld de presentatoren als de inhoud. Ook kan de kijker meer te weten komen over vrijwilligerswerk. Uitgegaan van enkel het televisieprogramma is de kijker alleen een toeschouwer en leerling. Bij RTL travel is de kijker eveneens toeschouwer en leerling. De website RTL travel heeft niet de definitie van kijker als burger, maar voegt aan de definities van de website van 3 op reis de toeschouwer en consument toe. Op de website kunnen de afleveringen teruggekeken worden en via Summum kan een reis geboekt worden. Dit komt overeen met de theorie over het verschil tussen publieke en commerciële televisie: 3 op reis als publiek programma spreekt de kijker aan als burger, RTL travel als commercieel programma doet dit als consument.
4.2 Inhoud Het tweede punt van analyse is de inhoud. Naast de opbouw van een programma, zorgt de inhoud er uiteraard ook voor dat er kennis naar de kijker wordt overgebracht en de kijker educatie krijgt. Op welke manier beide programma’s dit doen, welke middelen zij hiervoor gebruiken, zal hieronder duidelijk worden. Zo wordt er voor verschillende bestemmingen gekozen en wordt er aan verschillende aspecten van de bestemmingen aandacht gegeven.
4.2.1 Vervoer Eerder werd genoemd dat in 3 op reis de presentatoren reizend te zien zijn. Wanneer ze reizen, gebeurt dit meestal met het openbaar vervoer; vervoer dat het milieu spaart. Zo reist Floortje met de trein door Turkije. Van Syrië naar Israël reist ze per vliegtuig, ‘want het kan niet anders’. Ze legt uit dat dit komt doordat de twee landen in oorlog zijn en er geen grensovergang is, en: ‘je kan deze trip ook over land maken, maar omdat ik als journalist reis en veel apparatuur mee heb, is me aangeraden Israël binnen te komen via het moderne vliegveld van Tel Aviv.’115 Deze vorm van vervoer is dus een uitzondering op de regel zoveel mogelijk met het openbaar vervoer te reizen en er 114
Shiapera, Eugenia. ‘From couch potatoes to cybernauts? The expanding notion of the audience on TV channels’ websites’. New media society, jrg. 2, nr. 6 (2004): p. 167-168. 115 ‘Syrië – Slovenië’. 3 op reis. Llink. 19-10-2008. : 00:24:40.
40
wordt uitgebreid uitgelegd waarom hiervoor wordt gekozen. Er wordt niet expliciet gezegd dat de kijker deze manier van vervoer ook moet gebruiken, dit blijft impliciet. RTL travel laat de reizen niet zien, maar noemt wel vaak aan het begin van een aflevering de vliegduur naar het desbetreffende land vanaf Nederland. Ook wordt in veel afleveringen de prijs van een rondreis door het land gegeven, inclusief vlucht. Hier wordt dus automatisch uitgegaan van een vliegreis. Het reizen in het land zelf, binnen een bestemming, doen de presentatoren met boten, brommers of auto’s. Ook hier wordt de manier van vervoer niet expliciet aangeraden aan de kijker, maar het komt voor in het programma en is daarmee impliciet een aanbeveling. 3 op reis wil de kijker de mogelijkheden van reizen met het openbaar vervoer laten zien. RTL travel is niet bewust bezig met reismogelijkheden en ziet vervoer enkel als een middel om de bestemming te bereiken. Dit geeft aan dat in 3 op reis meer waarde wordt gehecht aan de keuze tussen manieren van vervoer en het programma de kijker er bewust van wil maken. Dit sluit aan bij de opvattingen van de omroep over het maatschappelijk bewust maken van de kijker; het gaat hier om een politieke keuze. Ook past het bij de definitie van reisprogramma’s, waarbij transport een grote rol speelt. RTL travel geeft impliciet de boodschap door dat vliegen de meest gangbare manier van vervoer is naar een verre bestemming. Dit is een standpunt van maatschappelijk belang, zoals in de mediacode van de omroep beschreven staat. Tegelijk is het een servicekenmerk, een impliciete aanbeveling voor de kijker. De manier waarop vervoer voorkomt in de programma’s, valt onder conduct of conduct: een programma geeft een situatie weer, als voorbeeld van hoe de kijker gebruik zou kunnen maken van vervoer tijdens zijn eigen reis. De mogelijkheid voor de kijker om te kiezen voor een alternatief soort vervoer is bij 3 op reis expliciet aanwezig, RTL travel laat deze mogelijkheid niet zien.
4.2.2 Bestemmingen De bestemmingen van 3 op reis concentreren zich wat Floortje betreft uiteraard langs een lijn tussen Nederland en Amsterdam eiland. Hierbij komt ze in het Midden-Oosten en in Afrikaanse landen. De landen die Froukje en Sebastiaan bezoeken, liggen voornamelijk in Europa of Noord-Amerika. RTL travel heeft zijn bestemmingen meer over de werelddelen uitgespreid: allemaal buiten Europa, in Azië, Zuid-Amerika en Afrika. (Figuur 2 en 3) Verder bezoekt Floortje Israël en Syrië, landen waarin het reizen niet gemakkelijk is en aan veel regels gebonden is. Er wordt getoond hoe gefrustreerd Floortje raakt wanneer het tegenzit, maar ze zet door en weet de landen binnen te komen. De landen 41
in RTL travel worden als het ware neergezet als ideale vakantiebestemmingen; er zijn geen problemen te bemerken die in 3 op reis naar voren komen. Hieruit is op te maken dat 3 op reis geen voor de hand liggende reisbestemmingen uitkiest. Landen waar reizen problemen geeft, worden ook bezocht. Dit komt overeen met de definitie van reisprogramma’s, waarin voorlichting van belang is. RTL travel kiest voor bestemmingen die meer verspreid over de wereld en veiliger zijn.
Figuur 2
Figuur 3
42
4.2.3 Geschiedenis en actualiteit In beide series wordt af en toe de geschiedenis van een land of gebied aangehaald. Beide programma’s doen dit op hun eigen manier. Floortje vertelt, als ze in Israël is, over het conflict met Palestina. Hierbij betrekt ze ook de actuele situatie en geeft aan dat ze deze wil begrijpen:
Er is bijna geen plek op aarde waar zoveel om gevochten is als het grondgebied van de staat Israël. En dat terwijl het een gebied betreft wat slechts half zo groot is als Nederland. Israël komt vooral op negatieve manier in het nieuws en wordt vaak gemeden als reisbestemming, hoewel religieuzen het land altijd zijn blijven bezoeken. Ook ik ben er nog nooit geweest, maar ik wil het land nu wel eens met eigen ogen zien, om meer te begrijpen van het conflict tussen de Joden en de Palestijnen.116
Elke aflevering bevat een aantal minuten geschiedenis, van een bepaalde bezienswaardigheid of van het land zelf. Zo wordt in de eerste aflevering de geschiedenis van het eiland Amsterdam besproken, waar Floortje gedurende het seizoen heen zal reizen. Floortje zit bij een gracht in Amsterdam en vertelt: ‘Hoe komt dit eiland aan zijn bijzondere naam? Daarvoor moeten we de geschiedenis induiken en moeten we een heel stuk terug in de tijd. Om precies te zijn naar het jaar 1633, de tijd dat Nederland met VOC-schepen over de hele wereld voer.’ Er komt een afbeelding van een oude landkaart van Amsterdam in beeld en schilderijen van het Amsterdam uit die tijd. De voice-over vertelt over de activiteiten van de VOC en dat het eiland een belangrijk oriëntatiepunt was. Beelden zijn te zien van de man die het eiland naar zijn schip vernoemde en van het eiland. ‘Terug naar het heden. […] In Amsterdam kun je midden in het centrum een replica bewonderen van zo’n oud VOCschip’, vertelt Floortje terwijl ze voor deze replica in Amsterdam staat.117 Een ander voorbeeld is een moskee die Floortje in Syrië bezoekt. Hierover vertelt ze in de voice-over dat deze vroeger een christelijke kerk was, terwijl er beelden van de moskee worden getoond. Actuele gebeurtenissen komen ook voor in het programma. Froukje komt in Amerika mensen tegen die campagne voeren voor president Obama. Ze loopt een grasveldje op, waar mensen met kraampjes staan. Een man vertelt dat ze gebak verkopen en praat in de camera over zijn redenen om Obama te steunen. Hij zingt met een aantal anderen ‘Obama superstar’.118 Verder is de eerder genoemde problematiek in het Midden-Oosten een terugkerend onderwerp in een aantal afleveringen. 116
‘Israël – Tioman eiland’. 3 op reis. Llink. 26-10-2008 : 00:01:28. ‘Aflevering 1’. 3 op reis. Llink. 5-10-2008. : 00:03:18. 118 ‘Aflevering 1’. 3 op reis. Llink. 5-10-2008. : 00:14:03. 117
43
In RTL travel geven de presentatoren aan het begin van een aflevering achtergrondinformatie van het land: korte geschiedenis, geografische informatie en prijzen. In een aflevering over Vietnam doet Chris dit als volgt. Er komt een kaart in beeld van het land en de voice-over vertelt: ‘Vietnam ligt in Zuidoost-Azië. Het land heeft een roerig verleden van oorlogen en bezettingen. Chinezen, Fransen en later de Amerikanen hebben hun sporen hier achtergelaten’. Dan komt een kader in beeld met geografische en toeristische informatie over het land: het klimaat, de vliegduur, het tijdsverschil en de prijs. In sommige afleveringen komt de geschiedenis prominenter naar voren. Zo praat Chris in Cambodja met zijn gids, die getuige was van moorden die daar hebben plaatsgevonden. Hij bezoekt met hem de zogenaamde ‘Killing fields’, één van de plekken waar veel moorden zijn gepleegd. Dit is één van de hoogtepunten in de aflevering. Er zijn beelden van de plek en van Chris die met de gids praat. Eronder is muziek gemonteerd. De gids laat menselijke resten zien. ‘Ter nagedachtenis is deze pagode gebouwd, waar meer dan 8000 schedels van slachtoffers te zien zijn’, vertelt Chris in voiceover. Hij legt er bloemen neer. De gids zegt dat hij blij is dat hij de plek aan toeristen kan laten zien, zodat het niet nogmaals zal gebeuren. Gitaarmuziek ondersteunt beelden van de pagode. Chris noemt de plek een ‘hele, hele goede reden om hiernaartoe [naar Cambodja, SM] te gaan’.119 Daarnaast bekijkt hij tunnels die de Vietcong in de oorlog in Vietnam gebruikten. Ook dit wordt als hoogtepunt in de aflevering genoemd. ‘Wil je een goed beeld krijgen van de Vietnamoorlog, dan is dit ondergrondse tunnelstelsel wel een must op je lijst’, vertelt Chris in voiceover. Beelden laten hem zien terwijl hij afdaalt in een tunnel. De voice-over vertelt over het gebruik van de tunnels. Chris is te zien terwijl hij door een donkere tunnel kruipt met een zaklamp en een keuken laat zien. Hij is buiten adem als hij boven de grond komt. Hij vertelt over insecten en het eten van de Vietcong. De voice-over zegt dat de tunnels niet op je lijst mogen ontbreken als je niet claustrofobisch bent.120 Actualiteit komt in RTL travel naar voren in de vorm van het WK voetbal dat voorbereid wordt in Kaapstad, Zuid-Afrika. Seth staat voor een stadion in aanbouw en vertelt dat ‘sport verbroedert en als er één land wel toe is aan verbroedering, dan is het wel Zuid-Afrika’. Er zijn
119
‘Thailand en Cambodja’. RTL travel. RTL. 9-11-2008 : 00:01:25. 120 ‘7 must do’s in Vietnam’. RTL travel. RTL. 23-11-2008 : 00:04:40.
44
beelden van de bouw en van een tentoonstelling over voetbal. Seth vertelt dat de hele stad met de voorbereidingen bezig is.121 De soort informatie die in beide programma’s gegeven wordt, is te vergelijken met nieuws op televisie: ‘information about, and depictions of, significant recent events within a particular geographical area or sphere of activity’.122 Het verschil is dat het hier soms ook om gebeurtenissen uit het verleden gaat. Het gaat hier om informatieve educatie. In RTL travel worden geschiedenis en actualiteit als onderdeel gezien van beknopte informatie over een land en ze behoren tot de bezienswaardigheden, de hoogtepunten van een aflevering. Hierbij wordt het gelijkgesteld aan bijvoorbeeld natuur en bevolking. Wat er op de kijker wordt overgebracht is informatie, zonder educatieve waarde. De kijker wordt er niet door veranderd, hij krijgt vooral feitelijke toeristische informatie en wordt als consument beschouwd. Bij 3 op reis zijn geschiedenis en actualiteit ook achtergrondinformatie, op toerisme gericht. Geschiedenis wordt echter ook aan actualiteit gekoppeld; van de geschiedenis van een gebied wordt dan overgegaan naar het heden. Van consument wordt de kijker dan burger, de informatie krijgt een politieke lading en wordt educatie.
4.2.4 Lokale bevolking Bij onbekende bestemmingen hoort een onbekende bevolking. Voor de kijker zijn gebruiken van de inwoners die voorkomen in de reisprogramma’s grotendeels nieuw. In beide series komt de lokale bevolking van de bestemmingen voor. Zo rijdt Floortje in 3 op reis in de personenauto van een Turk mee over de grens met Syrië. In de voice-over vertelt ze dat het lastig is om deze grens over te steken. Er wordt in de auto gefilmd met een kleine handcamera. Op deze manier kan ze zonder veel problemen de grens oversteken, onopvallend.123 Ze wordt ook spontaan uitgenodigd door een familie om iets bij hen te drinken, wanneer ze in Jeruzalem is. De voice-over vertelt dat ze in de Arabische wijk in een binnenplaats loopt als een familie haar uitnodigt. We zien Floortje met het gezin op een balkon zitten met zoete limonade: ‘zo leuk dit, zo gastvrij’.124 Froukje gaat in een aflevering couchsurfen: overnachten bij een inwoner van de plaats die ze bezoekt. ‘Ik ben nu in Porto en ik ga bij iemand thuis op de bank slapen om deze stad van binnenuit te leren kennen’, vertelt ze.
121
‘7 must do’s van Zuid-Afrika’. RTL travel. RTL. 4-1-2009 : 00:16:00. 122 Hill, Annette. Restyling factual TV. Audiences and news, documentary and reality genres. Londen: Routledge, 2007: p. 44. 123 ‘Turkije/Syrië – Noorwegen’. 3 op reis. Llink. 12-10-2008 : 00:06:55. 124 ‘Israël – Tioman eiland’. 3 op reis. Llink. 26-10-2008 : 00:10:46.
45
Ze belt aan bij haar host Ricardo, die haar zijn appartement laat zien. De voice-over geeft uitleg over couchsurfen: ‘het doel is om het land en de locals op een leuke manier te leren kennen’.125 RTL travel laat ook de lokale bevolking zien. Zo bezoekt Tamara in de eerste aflevering een Indianendorp. Hier bezoekt ze een medicijnman, die haar van haar oorpijn af zal helpen. ‘Als mensen in deze gemeenschap iets mankeren, gaan ze naar een iol, oftewel een soort medicijnman die zo zijn eigen methode er op na houdt. Mijn oorpijn, die ik door de vliegreis heb opgelopen, kunnen ze hier als sneeuw voor de zon laten verdwijnen. Beweren ze.’ Tamara gaat een gebouw binnen waar een altaar is opgesteld met kaarsen, bloemen en beelden. De medicijnvrouw mompelt onverstaanbare woorden en Tamara fluistert uitleg in de camera. Er brandt rook en er wordt een kip geofferd: ‘ik hoop niet dat ze hem gaan slachten ofzo, dan voel ik me wel heel schuldig. […] Zijn ze nou aan het doen wat ik denk dat ze doen? Zijn ze nou die kip aan het vermoorden? Ja, die is dood.’ Tamara drinkt een lokale drank, om door te boeren boze geesten te verdrijven. Ze trekt een vies gezicht, terwijl de vrouw verder blijft mompelen. Dan eet ze de kip die voor haar geslacht is, maar haar oorpijn verdwijnt niet.126 Verder woont ze het Islamitische Suikerfeest bij. Ze vertelt dat dit normaal alleen voor familieleden is. Er zijn beelden van de familie die eten klaarmaakt, Tamara helpt ze. Dan eten ze samen. Ze spreekt Nederlands in de camera en Frans tegen de familie.127 Renate bezoekt in Tanzania de Masai, één van de hoogtepunten van de aflevering. Ze zegt dat dit de bekendste stam van Oost-Afrika is. De stam is zingend te zien, met veel sieraden om en kleurige gewaden aan. Renate praat Engels met het stamhoofd en legt de betekenis uit van het springen van de Masai, waar ze bekend om staan. De voice-over geeft met behulp van een kader uitleg over hun religie en cultuur. Ondertussen zijn beelden van de stamleden te zien die op de grond zitten en koeien hoeden. Renate kijkt in een huis, dat gemaakt is van takken en stro. Het stamhoofd legt uit dat ze in geval van regen verder moeten kunnen trekken. De voice-over vertelt over de sieraden die de Masai maken, met aanvullende beelden. Over een school zegt ze: ‘het is natuurlijk niet onhandig om een woordje Engels te spreken om te communiceren met de toeristen’.128 Stereotypen helpen de kijker om te gaan met de nieuwe indrukken die hij opdoet door het programma, zoals Richard Dyer beschrijft:
125
‘Israël – Portugal’. 3 op reis. Llink. 2-11-2008 : 00:11:11. ‘Zeven must do’s van Mexico’. RTL travel. RTL. 2-11-2008 : 00:05:00. 127 ‘Zeven must do’s van Marokko. RTL travel. RTL. 16-11-2008 : 00:08:00. 128 ‘7 must do’s in Tanzania’. RTL travel. RTL. 30-11-2008 : 00:04:30. 126
46
‘All stereotyping has the function of fixing our perception of “the great blooming, buzzing confusion of reality” into recognizable categories in order to gain a measure of control over it’.129
Ze maken het mogelijk ideeën over de bevolking over te brengen op de kijker en doen dit door gevestigde opvattingen over de bevolking te gebruiken. Een voor de kijker bekend beeld wordt geprojecteerd op de onbekende beelden en dit wordt herhaald. Een stereotype is eindeloos te herhalen, het is tijdloos. Het is niet per definitie te zeggen of stereotypen goed of slecht zijn; van belang is de manier waarop ze gebruikt worden.130 Marshall beweert dat nieuwe inzichten worden belemmerd door stereotypen; door aan een oude opvatting vast te houden, is er geen plek voor nieuwe.131 Het is echter vrijwel onmogelijk ze te vermijden, omdat een representatie de enige manier is waarop we de realiteit kunnen begrijpen en de herhaling van een stereotype het vanzelf weer bevestigt.132 3 op reis maakt geen gebruik van stereotypen. De inwoners van de bestemmingen die te zien zijn, zijn veelal herkenbaar omdat ze westers zijn. Hun gebruiken verschillen niet veel van die van de kijker. Ze komen met name in het programma voor als illustratie van de cultuur, niet als opvallend kenmerk van een bestemming. De bevolking die RTL travel laat zien, is vaak heel anders dan de kijker gewend is. Zo wordt bij de Masai het springen in beeld gebracht, wat een herkenbaar stereotype is voor de kijker. Ook het inmiddels in westerse landen bekende Suikerfeest wordt op deze manier ingezet. Hier is de bevolking een bezienswaardigheid, zoals blijkt uit het feit dat de Masai als hoogtepunt in een aflevering worden aangeduid. Andere hoogtepunten, waar de bevolking hierdoor aan gelijk wordt gesteld, zijn onder andere een strand, een krater en een gevangeniseiland. Jean-François Staszak definieert het begrip ‘exotisch’ als volgt: ‘belonging to a faraway, foreign country or civilization and thus demarcated from the norms established in and by the West’.133 Dit is van toepassing op de bevolking die in RTL travel voorkomt. Deze hebben veelal een cultuur die totaal verschilt van wat de kijker kent. Het onderscheid wordt gemaakt tussen ‘het westen’ en ‘de ander’, tussen de presentator en de bevolking. Hierbij krijgt de presentator een
129
Dyer, Richard. ‘Queer noir’ in Benshoff, Harry M., Sean Patrick Griffin, red. Queer cinema. The film reader. New York: Routledge, 2004: p. 94. 130 Rosello, Mireille. Declining the stereotype. Ethnicity and representation in French cultures. Hanover: New England UP, 1998: p. 23-32. 131 Marshall. ‘Teaching’: p. 14. 132 Shohat, Ella, Robert Stam. Unthinking Eurocentrism. Multiculturalism and the media. Londen: Routledge, 1995: p. 178179. 133 Staszak, Jean-François. ‘Other/otherness’ in International encyclopedia of human geography. S.l.: Elsevier, 2008: p. 1.
47
identiteit door het verschil met de ander. Het gaat niet zozeer om een eerste ontmoeting met het onbekende, als wel om een geruststelling die er van uit gaat, de bevestiging van de eigen identiteit:
Exoticism is less the pleasure of confronting otherness than the pleasure of having the satisfaction of experiencing the sight of a reassuring version of this confrontation, true to our fantasies, that comforts us in our identity and superiority.134
Dit komt overeen met de ontmoeting tussen Tamara en de medicijnvrouw. De vrouw is ervan overtuigd dat haar rituelen Tamara zullen helpen, terwijl Tamara hier met haar westerse kennis cynisch over is. 3 op reis laat met name westerse, niet-exotische bestemmingen zien. Hier is geen sprake van het bevestigen van de eigen identiteit door deze af te zetten tegen een onbekende cultuur. De kennis van de presentatoren is gelijk aan die van de bevolking. De educatieve boodschap die RTL travel uitdraagt is dat verre, onbekende landen een onbekende, exotische bevolking hebben. 3 op reis leert de kijker weinig nieuws over volken, omdat ze grotendeels bekend zijn.
4.2.5 Milieu en maatschappij Naast het veelvuldig gebruik van het openbaar vervoer in 3 op reis, schenkt het programma ook aandacht aan andere aspecten van het milieu en de maatschappij. Zo bezoekt Sebastiaan een gletsjer in Noorwegen. ‘In 1800 kwam hij tot hier, vandaag de dag eindigt hij daar’, zegt hij, eerst wijzend op een bordje waar hij naast staat, vervolgens op de gletsjer in de verte. Hij praat bij de gletsjer met een zogenaamde gletsjergids, die hem uitlegt wat er aan de hand is: ‘tien jaar geleden kwam die gletsjer nog tot hier, waar we nu staan. Je ziet daar wel hoe hoog hij kwam. Tot waar die begroeiing loopt. Helemaal tot daar. Zo dik was hij. Een enorme massa dus’. ‘Daar word je niet vrolijk van’, zegt Sebastiaan. De gids legt uit dat een gletsjer altijd groeit en krimpt door weersomstandigheden, maar dat het broeikaseffect het krimpen versterkt. Hij hoopt dat de gletsjer niet helemaal verdwijnt. Ondertussen zijn er beelden van de gletsjer.135 Verder komt hij bij een duikschool op Tioman eiland, die schoonmaakacties van het strand en de zee organiseert. Een medewerker vertelt over de acties en Sebastiaan helpt ze met het opruimen van planten van de zeebodem, die koraal vernietigen. Deze planten zijn een plaag doordat hun natuurlijke vijanden voor consumptie worden gevangen, vertelt de voice-over. Er zijn beelden van 134 135
Staszak. ‘Other’: p. 6. ‘Turkije/Syrië – Noorwegen’. 3 op reis. Llink. 12-10-2008 : 00:32:00.
48
duikers die de bodem schoonmaken. ‘Als geoefende duiker kun je je bij een duikschool aanmelden om mee te helpen. […] Zelfs met een snorkel, zoals ik, kun je een steentje bijdragen’. De buit wordt in de boot geladen.136 De duikschool helpt ook bij het behoud van zeeschildpadden. Op een deel van het eiland is Sebastiaan niet welkom als toerist, alleen als vrijwilliger. Hij geeft op het strand informatie over vrijwilligerswerk, dat over de hele wereld gedaan kan worden en een goede invloed heeft op de lokale economie. Hij verzorgt schildpadden en geeft les aan een deel van de lokale bevolking, kinderen, over de dieren. Hij zegt hierover:
Tioman werd in de jaren zeventig al uitgeroepen als één van de mooiste eilanden ter wereld. Door de komst van het groot toerisme is dat wat veranderd, maar het is nog steeds een cadeautje dat je met open armen mag ontvangen. Ik vind het zelf echter wel heel fijn dat er ook de mogelijkheid is dat je wat voor het eiland kan terugdoen.137
In RTL travel wordt ook natuur getoond. Zo bezoekt Tamara een actieve vulkaan, één van de hoogtepunten in Costa Rica. ‘Dit is één van de weinige plekken op aarde waar je van dichtbij gloeiende lava kan zien’, zegt ze in de voice-over, ‘onderaan de berg krijg je de hotsprings er als extraatje bij’. Er zijn beelden van de vulkaan van veraf en van de thermale baden. Tamara gaat het water in. ‘Maar ik ben hier natuurlijk voor de vulkaan’, zegt de voice-over en ze gaan met een kabelbaan de berg op. Omdat de lava in het donker beter te zien is, komt ze later terug in een auto met gids. Dan is de stromende lava te zien. ‘Het is gewoon super’, is haar conclusie. In het programma komen verder lokale dieren voor en de Sahara wordt bezocht. In tegenstelling tot 3 op reis wordt hier echter niet gesproken over milieuproblemen of oplossingen. Tamara ziet ook zeeschildpadden in Costa Rica. Ze gaat met een boot naar het strand waar de eieren gelegd worden. Ze ziet een schildpad eieren leggen en geeft informatie over de dieren. De schildpad wordt in close-up gefilmd en Tamara staat er dicht bij. Hier wordt niet over het behoud van de dieren gepraat, in tegenstelling tot in 3 op reis. Beide programma’s noemen de Werelderfgoedlijst. In 3 op reis komt deze voor in de context van een wijk in Portugal. Er is een beeld van een vrouw die haar beddengoed uitklopt vanuit haar raam. Vervolgens loopt Froukje door een smal straatje met trapjes en gekleurde huizen. Ze vertelt dat er een renovatieproject is begonnen in de wijk, omdat het op de Werelderfgoedlijst staat. ‘We 136 137
‘Israël – Tioman eiland’. 3 op reis. Llink. 26-10-2008 : 00:14:50. ‘Israël – Tioman eiland’. 3 op reis. Llink. 26-10-2008 : 00:34:58.
49
zijn eigenlijk met z’n allen deze wijk een beetje aan het opknappen’, zegt ze wanneer ze uitlegt dat de EU de renovatie financiert. Ze loopt verder door de wijk en er zijn meer beelden van inwoners. Froukje zegt dat renovatie een wijk te duur kan maken voor de inwoners, maar dat dit hier niet het geval is. De wijk behoudt zijn authenticiteit.138 RTL travel noemt de Werelderfgoedlijst in een aantal afleveringen. Eén van de keren gaat het om surfen in Marokko, dat als hoogtepunt wordt genoemd. De voice-over noemt het plaatsje waar gesurft wordt de ‘meest pittoreske badplaats langs de Atlantische kust van Marokko. Het is omgeven door stadswallen en staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst’. De beelden volgen elkaar snel op: Tamara die door de stad loopt, een plein, een vrouw op de markt, bootjes en een close-up van handen die handwerken.139 In een andere aflevering noemt Chris een havenstad in Vietnam als hoogtepunt. Hij is te zien op een brug, schuilend voor de regen. Er zijn beelden van inwoners die door de regen lopen en fietsen. Chris geeft informatie over de geschiedenis van de stad; ‘het historisch centrum staat sinds 1999 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO’.140 In Tanzania wordt een krater als hoogtepunt genoemd. Er zijn beelden van de krater en de ‘big five’ die er voorkomen. Renate bekijkt ze vanuit een jeep. Wanneer ze door de krater rijdt, zegt ze dat de krater tot de Werelderfgoedlijst behoort. ‘Het is daarmee één van de belangrijkste beschermde gebieden voor wildlife in Afrika’.141 Opvallend is dat in 3 op reis aandacht wordt besteed aan problematiek met betrekking tot de natuur en het milieu. RTL travel laat weliswaar natuur zien, maar daar blijft het bij. Ook komen maatschappelijke onderwerpen in het eerstgenoemde programma voor, zoals vrijwilligerswerk. Ten slotte noemt het programma de Werelderfgoedlijst niet vaak, maar wordt wel kort uitgelegd wat dit inhoudt. Dit komt overeen met de maatschappelijke verantwoordelijkheid die publieke televisie claimt te hebben. RTL travel noemt de lijst vaker en gaat er vanuit dat de kijker weet wat dit inhoudt, of in ieder geval begrijpt dat dit betekent dat het hoogtepunt écht een hoogtepunt is. Hier wordt de lijst commercieel gebruikt. Dit strookt niet met de maatschappelijke verantwoordelijkheid die de omroep meent te hebben.
138
‘Israël – Portugal’. 3 op reis. Llink. 2-11-2008 : 00:17:14. ‘Zeven must do’s van Marokko’. RTL travel. RTL. 16-11-2008 : 00:10:35. 140 ‘7 must do’s in Vietnam’. RTL travel. RTL. 23-11-2008 : 00:20:00. 141 ‘7 must do’s in Tanzania’. RTL travel. RTL. 30-11-2008 : 00:18:00. 139
50
4.2.6 Service In RTL travel worden vaak prijzen genoemd. De prijs van de volledig verzorgde reis naar het land, de prijs van het vervoer en van de uitjes. Deze prijzen komen soms van de website die het programma sponsort. 3 op reis wordt niet gesponsord en noemt ook geen prijzen. De enkele keer dat er een prijs genoemd wordt, gaat het om een overnachting in een hotel. De opbouw van RTL travel impliceert een servicegericht programma en dit klopt. De indeling van elke aflevering in zeven hoogtepunten biedt de kijker tips om te doen of te bezoeken in het land van bestemming. Over bepaalde hoogtepunten wordt gezegd dat ze een ‘must’ zijn en niet op het lijstje van de kijker mogen ontbreken. Deze aanbevelingen zijn erg expliciet. 3 op reis bevat ook service-elementen, zij het meer impliciet. Met name Floortje laat voornamelijk zien wat binnen haar eigen interesse ligt. Sebastiaan en Froukje doen vaker aanbevelingen, aan het einde van een aflevering: ‘als je nou aan je citytripje New York of Boston ook nog een weekje Cape Cod vastplakt, heb je wat mij betreft echt de perfecte combi’.142 Algemene reistips, bijvoorbeeld over wat mee te nemen op een reis, worden in de programma’s niet gegeven. Wel geeft Floortje met haar reis door het Midden-Oosten aan waar het lastig is om te reizen, praktisch advies. Ze geeft af en toe expliciet haar mening, bijvoorbeeld over Ankara (‘geen mooie stad’).143 Uit de keuze voor bepaalde bestemmingen en onderwerpen blijkt impliciet de voorkeur van de redactie, die deze de moeite waard vindt voor de kijker. Zo wordt genoemd dat Tioman eiland uitgeroepen is tot het mooiste eiland en Sebastiaan geeft zijn mening over het vrijwilligerswerk dat er te doen is.
4.2.7 Intellectuele en populaire kennis In RTL travel worden in elke aflevering zeven hoogtepunten van een land behandeld. Deze hoogtepunten zijn samengesteld ‘met de hulp van trouwe RTL travel kijkers en websurfers’.144 Tijdens de aflevering wordt meerdere malen benoemd dat de tips van kijkers komen en dat de kijker op de website zijn eigen tips kan geven. 3 op reis maakt niet duidelijk waar de keuzes voor de bestemmingen vandaan komen, al wordt de interesse van de presentator een aantal keer als reden genoemd, zoals Floortje die de situatie in Israël wil begrijpen.
142
‘Turkije – Cape Cod’. 3 op reis. Llink. 5-10-2008 : 00:33:30. ‘Turkije – Cape Cod’. 3 op reis. Llink. 5-10-2008 : 00:20:38. 144 ‘Zeven must do’s van Mexico’. 3 op reis. Llink. 2-11-2008 : 00:00:12. 143
51
RTL travel gebruikt de website actief voor interactie met de kijker, die in feite de inhoud van het programma mede bepaalt. Deze manier van televisie maken noemt John Hartley republikeins, of ‘democratainment’. Het publiek heeft invloed op de inhoud van het programma. In plaats van strenge regels van bovenaf, zoals in het begin van televisie, is de controle verminderd. De redactie bepaalt uiteindelijk wel welke onderwerpen in het programma komen, maar de kijker heeft er zeggenschap in. Dit noemt Hartley populaire kennis. 3 op reis is minder actief bezig met interactie met het publiek, de inhoud van het programma wordt bepaald door de redactie. Dit is de ouderwetse manier volgens Hartley, waarbij televisie in handen is van de makers, om de kijker te beschermen tegen de gevaren van het medium.145 De kennis die hier wordt overgebracht is intellectueel. Hiermee wordt geen negatieve lading aan populaire kennis meegegeven, er wordt alleen een onderscheid tussen beide vormen gemaakt.146
4.3 Conclusie Uit de analyse zijn een aantal conclusies te trekken over verschillen en overeenkomsten tussen beide programma’s. Algemene kenmerken die opvallen zijn dat RTL travel de kijker met name als consument beschouwt en de vorm van educatie dan ook voornamelijk op service en commercie is gericht. De kijker wordt verondersteld behoefte te hebben aan informatie voor een eigen reis, zo blijkt uit de informatie over prijzen voor reizen. Economisch burgerschap is hier belangrijk. De identiteit van de kijker wordt wel impliciet aangesproken, bijvoorbeeld door de stereotypen die gebruikt worden bij lokale volken. Educatie wordt gezien als praktisch en nuttig, bruikbaar voor de kijker die op reis gaat. Voor 3 op reis is de kijker een burger, die politiek en cultureel burgerschap bijgebracht wordt. Hier wordt de kijker verondersteld behoefte te hebben aan informatie over bestemmingen, niet per se met het idee om er zelf naar op reis te gaan, maar eerder om door het programma deze bestemmingen te leren kennen. Ook dit programma bevat servicekenmerken, maar deze zijn meer impliciet. Educatie is hier onderdeel van de opvoeding van de burger; de kijker leert over
reizen
en
tegelijk
over
zichzelf.
In
de
eindconclusie
hieronder
worden
deze
onderzoeksresultaten geplaatst in een bredere context.
145 146
Hartley. Television: p. 96-104, 124-125. Hartley, John. Popular reality. Journalism, modernity, popular culture. Londen: Arnold, 1996: p. 57-59.
52
Conclusie
Het doel van dit onderzoek was de vorm van educatie in tegenwoordige publieke programma’s met educatie in tegenwoordige commerciële programma’s te vergelijken. Hiervoor is een aantal begrippen gebruikt. Het genre reisprogramma’s is niet eenvoudig te definiëren, zoveel is wel gebleken uit dit onderzoek. Het genre vereist nadere uitleg en nuancering. Ook publieke en commerciële televisie zijn in de praktijk niet zo sterk tegenover elkaar te stellen als in theorie het geval is. Wat betreft reisprogramma’s werd een definitie van het genre opgesteld, in relatie tot educatie. Uit de analyse blijkt dat beide programma’s voldoen aan de definitie. Zo bieden 3 op reis en RTL travel de kijker voorlichting en advies, zowel over service als over zijn identiteit. Bij 3 op reis ligt de nadruk meer op de identiteit van de kijker, bij RTL travel op de servicekenmerken. Deze kenmerken geven elk programma zijn eigen educatieve waarde. Niet altijd is educatie even expliciet, meestal is deze impliciet aanwezig in de gekozen onderwerpen in de programma’s en de manier waarop deze worden gepresenteerd. Wat betreft de drie vormen van educatie, instructioneel, informatief en prosociaal, is te zeggen dat deze in de programma’s terug te vinden zijn. Beide programma’s zijn op hun eigen manier te zien als een aanvulling op het reguliere onderwijs, bijvoorbeeld door de manier waarop onbekende volken in beeld worden gebracht of de informatie die over een land gegeven wordt. De informatieve vorm is terug te vinden in 3 op reis, dat relatief veel aandacht besteedt aan de actuele situatie in gebieden die aan bod komen. Ten slotte is de prosociale vorm aanwezig in beide programma’s; op hun eigen manier laten ze ethische standpunten zien en vormen ze de identiteit van de kijker. Dit hangt samen met governmentality en cultureel burgerschap. De programma’s bieden de kijker conduct of conduct: de kijker krijgt een voorbeeld te zien, dat hij kan volgen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het weergeven van de manieren van vervoer in de programma’s. 3 op reis geeft verschillende manieren van vervoer weer, waar RTL travel de kijker slechts één manier laat zien. Verder hebben de programma’s invloed op de kijker, door hem aan te spreken als burger of consument. De kijker van 3 op reis is met name een burger, die cultureel burgerschap bijgebracht wordt. In RTL travel is economisch burgerschap van belang en wordt de kijker als consument gezien. De theoretische tegenstelling tussen publieke en commerciële televisie is eveneens getoetst aan de praktijk. Gebleken is dat publieke televisie de kijker inderdaad aanspreekt als burger en dat commerciële televisie de kijker aanspreekt als consument. In de analyse komt deze tegenstelling meerdere malen naar voren, het is dan ook de meest opvallende te noemen. Hieruit is echter niet te 53
concluderen dat publieke televisie pluriform en programmatisch divers is, tegenover het winstbejag van commerciële televisie, een andere theoretische tegenstelling. Zowel omdat programmatische diversiteit niet met dit onderzoek nagegaan kan worden als omdat zo’n scherpe lijn in de praktijk niet duidelijk aanwezig is. Een belangrijk aspect waarin beide vormen namelijk overeenkomen, is de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Beide programma’s nemen deze verantwoordelijkheid op hun eigen manier, in verschillende vormen. Als kritiek op commerciële televisie kan gegeven worden dat deze de verantwoordelijkheid gebruikt om winst te maken; het geeft een programma een waan van kwaliteit, waardoor kijkers getrokken worden. Aan de andere kant kan over publieke televisie beweerd worden dat deze weliswaar onafhankelijk is van commercie, maar wel ook belang moet hechten aan kijkcijfers om de concurrentie met commerciële televisie aan te kunnen. Pluriformiteit mag dan inderdaad een grote rol spelen, het belang van een vorm van scoren is aanwezig. Mijn eerste vooronderstelling aan het begin van dit onderzoek is grotendeels bevestigd. Ik stelde dat televisie altijd educatieve kenmerken bevat. Gebleken is dat governmentality op televisie als medium toegepast kan worden, op de relatie tussen commercieel en publiek en op specifieke programma’s. Deze eerste stelling betekent dat televisie uitermate geschikt is voor het overbrengen van educatie op de kijker; ze geeft de kijker de mogelijkheid zich te ontwikkelen. Deze ontwikkeling, een verandering bij de kijker, komt overeen met de definitie van educatie die in dit onderzoek opgesteld werd. Uit de laatste toepassing van governmentality, op specifieke programma’s, blijkt dat het begrip in de praktijk gebruikt wordt om de kijker educatie te bieden. Deze manier komt in veel moderne programma’s voor, onder andere in de geanalyseerde reisprogramma’s. Dit wil zeggen dat televisie een groot potentieel heeft om educatieve elementen te bevatten en dit in de praktijk ook vaak voorkomt. Het is echter niet bewezen dat televisie in alle gevallen educatief is. De tweede vooronderstelling is dat bij commerciële televisie educatie minder expliciet aanwezig is en commerciëler is dan bij publieke televisie, omdat winst de belangrijkste doelstelling is. Zoals in de inleiding gesteld: een casestudy kan niet zorgen voor uitspraken over de gehele publieke en commerciële omroep. Er kunnen wel beweringen verkend worden en uitspraken gedaan over de onderzochte bronnen. De volgende uitspraken komen daarom wellicht te stellig en generaliserend over, maar moeten in het licht van dit onderzoek gezien worden. Zowel publieke als commerciële televisie zijn zowel in de vorm als de inhoud van programma’s educatief. Beide vormen bieden op hun eigen manier educatie, omdat ze nu eenmaal in essentie van elkaar verschillen. Publieke televisie is aan regels gebonden; pluriformiteit, programmatische diversiteit en onafhankelijkheid zijn belangrijke doelstellingen. Commerciële televisie heeft zich net zo goed aan regels te houden; naast de regels van de overheid, is winst een belangrijke doelstelling. Deze doelstellingen zijn terug te 54
vinden in de praktijk, waardoor de vormen van educatie en de manieren waarop deze gebracht wordt, verschillen. Publieke televisie brengt educatie gericht op de ontwikkeling van de culturele burger, prosociale educatie, en informatieve educatie. Commerciële televisie biedt educatie die op consumenten gericht is en met name instructionele en prosociale educatie. Hiermee is de vooronderstelling deels bevestigd: commerciële televisie biedt een commerciële vorm van educatie, publieke televisie een meer maatschappelijk verantwoorde vorm. Wat niet bewezen is, is dat commerciële televisie impliciete educatie en publieke televisie expliciete educatie bevat. Beide soorten televisie bieden op zowel expliciete als impliciete manieren educatie. Hoe groot de verschillen tussen beide soorten televisie ook mogen zijn, in educatie ontmoeten publieke en commerciële televisie elkaar. Zonder een oordeel te vellen over de beweegredenen achter de educatie of de kwaliteit ervan, is te stellen dat verschillende vormen van educatie in beide vormen van televisie aanwezig zijn. Zoals genoemd, is dit onderzoek beperkt in tijd en materiaal. Het is aan de hand ervan onmogelijk uitspraken te doen over de gehele publieke en commerciële omroep. Een suggestie voor vervolgonderzoek zou dan ook zijn het verder verkennen van dit gebied. Er zou bijvoorbeeld gekozen kunnen worden voor een ander genre televisieprogramma’s. Dit zou de hierboven getrokken conclusies in een breder perspectief plaatsen; het zou de beweringen meer kracht bijzetten doordat ze niet op één enkel genre gebaseerd zouden zijn.
55
Summary
This thesis aims to examine the kind of education public service television and commercial television contain and in what way this education is being expressed. Two Dutch travel shows are analyzed in order to find the answer to the main question. The presuppositions are that television always contains some form of education. Secondly, commercial and public television differ in the way that commercial television contains more implicit and commercially oriented education, whereas public television contains more explicit and civil oriented education. A definition of the genre travel show is drawn, to elaborate the choice of the genre for the analysis. The genre definition is being tested and education on television, public television and commercial television are being related to the shows. Then education on television is elaborated, whereby the terms governmentality and cultural citizenship get particular attention. The theoretical difference between public service television and commercial television is explained. The conclusion is that governmentality explains that television is a medium ideal for education, but it is not proven to always be educational. Furthermore, commercial television contains education that is more commercial oriented than public television, but not by definition, more implicit. Public television is more oriented towards cultural citizenship.
56
Bibliografie
Bronnen 3 op reis. Llink. 5 oktober 2008 tot 8 maart 2009. Streaming via . 22 afleveringen. RTL travel: share your planet. RTL. 2 november 2008 tot 4 januari 2009. Streaming via . 10 afleveringen.
Literatuur ‘3 op reis’. Beeld en geluid wiki. 15-7-2010. Beeld en geluid. 26-4-2011 . ‘Amsterdam-Amsterdam’. NCRV-gids, nr. 40 (najaar 2008): p. 35. ‘Amsterdam Island’. VARA-gids, jrg. 79, nr. 40 (2008): p. 45. Andersen, Robin. Consumer culture and TV programming. Boulder: Westview Press, 1995. Bank, Jan. ‘Televisie verenigt en verdeelt Nederland’ in Wijfjes, Huub, red. Omroep in Nederland. Vijfenzeventig jaar medium en maatschappij, 1919-1994. Zwolle: Waanders, 1994: p. 77-103. Bel, Marieke. ‘Sensatie en educatie. Het verschil tussen Nederlandse kinderproducties van de commerciële en publieke omroepen onderzocht’. Masterscriptie Universiteit van Utrecht, 2010. Bergh, Andreas, Christian Bjornskov. ‘Historical trust levels predict the current size of the welfare state’. Kyklos, jrg. 64, nr. 1 (2011): p. 1-19. Bevir, Mark. ‘Rethinking governmentality. Towards genealogies of governance’. European journal of social theory, jrg. 4, nr. 13 (2010): p. 423-441. Bichelmeyer, Barbara A. ‘Best practices in adult education and e-learning. Leverage points for quality and impact of CLE’. Valparaiso university law review, jrg. 40, nr. 2 (2006): p. 509-520.
57
Biltereyst, Daniël. Televisiegenres, reality-tv en mediapaniek. Over reality-tv als genre, metagenre, tendens’ in Biltereyst, Daniël, Philippe Meers, red. Film/TV/genre. Gent: Academia Press, 2004: p. 171-188. ---, Philippe Meers. ‘Inleiding’ in Biltereyst, Daniël, Philippe Meers, red. Film/TV/genre. Gent: Academia Press, 2004: p. V-XII. Carvalho, Hester. ‘Het lichte idealisme van omroep Llink’. Internet & Media. 3-3-2008. NRC handelsblad. 2-6-2011 . Chao, Phebe Shih. ‘TV hitcook shows. Gendered cooking’. Jump Cut, nr. 42 (winter 1998): p. 19-27. Clarke, Beverley. Graphic design in educational television. Londen: Lund Humphries, 1974. Corner, John. Critical ideas in television studies. Oxford: Oxford UP, 1999. Dean, Mitchell. Governmentality. Power and rule in modern society. Londen: Sage, 2001. Doherty, Thomas. ‘The age of exploration. The Hollywood travelogue’. Cineaste, jrg. 20, nr. 2 (1993): p. 38-40. Dyer, Richard. ‘Queer noir’ in Benshoff, Harry M., Sean Patrick Griffin, red. Queer cinema. The film reader. New York: Routledge, 2004: p. 89-104. Fisch, Shalom M. Children’s learning from educational television. Sesame street and beyond. Mahwah: Lawrence Erlbaum, 2004. Fox, Julia, e.a. ‘Picture this. Effects of graphics on the processing of television news’. Journal of broadcasting & electronic media (winter 2004): p. 646-674. Gripsrud, Jostein. ‘Scholars, journalism, television. Notes on some conditions for mediation and intervention’ in Gripsrud, Jostein, red. Television and common knowledge. Londen: Routledge, 1999: p. 34-52. Hartley, John. Popular reality. Journalism, modernity, popular culture. Londen: Arnold, 1996. ---. Television truths. Malden: Blackwell Publishing, 2008. ---. ‘The infotainment debate’ in Creeber, Glen, red. The television genre book. Londen: British Film Institute, 2007: p. 118-123. 58
---. Uses of television. Londen: Routledge, 1999. Hawkins, Gay. ‘The ethics of television’. International journal of cultural studies, jrg. 4, nr. 4 (2001): p. 412-426. Hay, James. ‘Unaided virtues. The (neo)liberalization of the domestic sphere and the new architecture of community’ in Bratich, Jack Z., Jeremy Packer, Cameron McCarthy, red. Foucault, cultural studies and governmentality. New York: New York UP, 2003: p. 165-206. Healy, Chris, Alison Huber. ‘Ask the Leyland brothers. Instructional TV, travel and popular memory’. Continuum. Journal of media & cultural studies, jrg. 24, nr. 3 (2010): p. 389-398. Hermes, Joke, Maarten Reesink. ‘Nieuws, documentaire en reality-tv’ in Hermes, Joke, Maarten Reesink. Inleiding televisiestudies. Amsterdam: Boom, 2004: p. 213-230. Hill, Annette. Restyling factual TV. Audiences and news, documentary and reality genres. Londen: Routledge, 2007. Idenburg, P.J.A., Th. J.M. Ruigrok. ‘TV-10 en RTL Véronique (RTL4)’ in Idenburg, P.J.A., Th. J.M. Ruigrok. Commerciële omroep in Nederland. 1951-1991. Van REM-eiland tot RTL4. Den Haag: SDU, 1991: p. 131-166. Kishan Tussu, Daya. ‘The evolution of infotainment’ in Kishan Tussu, Daya. News as entertainment. The rise of global infotainment. 2e druk. Los Angeles: Sage, 2008: p. 15-42. Lacey, Nick. Narrative and genre. Key concepts in media studies. Londen: MacMillan, 2000. Lewis, Tania. Smart living. Lifestyle media and popular expertise. New York: Peter Lang, 2008: p. 10. Manovich, Lev. ‘Database as symbolic form’. Convergence, jrg. 5, nr. 2 (1999): p. 80-99. Manschot, Ben. ‘Televisie en amusement’ in Wijfjes, Huub, red. Omroep in Nederland. Vijfenzeventig jaar medium en maatschappij, 1919-1994. Zwolle: Waanders, 1994: p. 177-205. Marshall, Gregory. ‘Real teaching and real learning vs narrative myths about education’. Arts and humanities in higher education, jrg. 6, nr. 7 (2007): p. 7-27. Mechelen, Marga van, red. Tijd van verlangen. Nieuw cultureel burgerschap in perspectief. Arnhem: Stichting InterArt, 2008.
59
‘Mediacode RTL’. Corporate informatie. RTL Nederland. 13-4-2011 . ‘Mediacode SBS’. Organisatie. 13-6-2009. SBS Broadcasting. 13-4-2011 . ‘Mediawet 2008’. Wet- en regelgeving. 29-12-2008. Overheid. . Meijer, Suzanne. ‘“Het leren gaat op een efficiënte en plezierige manier”. Edutainment in Teleac taalcursussen 1980-2010’. Bachelorscriptie Universiteit van Amsterdam, 2010. Miller, Toby. ‘Cultural citizenship.’ Television and new media, jrg. 2, nr. 3 (2001): p. 183–186. Murdock, Graham. ‘Rights and representations’ in Gripsrud, Jostein, red. Television and common knowledge. Londen: Routledge, 1999: p. 7-17. NPO. ‘Concessiebeleidsplan 2010-2016’. Verantwoording. NPO 12-5-2011 . ---. ‘Handboek televisie NPO’. Missie. 1-6-2010. NPO 12-5-2011 . Ouellette, Laurie. ‘Reality TV gives back. On the civic functions of reality entertainment’. Journal of popular film and television, jrg. 38, nr. 2 (2010): p. 66-72. ---. Viewers like you? How public TV failed the people. Chichester: Columbia UP, 2002. ---, James Hay. Better living through reality TV. Television and post-welfare citizenship. Malden: Blackwell, 2008. ---, James Hay. ‘Makeover television, governmentality and the good citizen’. Continuum, jrg. 22, nr. 4 (2008): p. 471-484. ---, Susan Murray, red. Reality TV. Remaking television culture. New York: New York UP, 2004. ‘Over NTR’. Over NTR. NTR. 28-6-2011 . Palmer, Gareth. ‘Introduction. The habit of scrutiny’ in Palmer, Gareth, red. Exposing lifestyle television. The big reveal. Hampshire: Ashgate, 2008: p. 1-13.
60
Plasterk, Ronald H.A. ‘Brief aan de Tweede Kamer met de stand van zaken rond gedragscode media’. Kamerstukken. 16-9-2009. Rijksoverheid. 13-4-2011 . Röling, Ellen: ‘NPS, RVU en Teleac: fusie op 1 september.’ Spreekbuis, 19 februari 2010: p. 1. Rooij, M., A. Oldendorff e.a. ‘Een vraagstuk, een waagstuk’ in Rooij, M., A. Oldendorff e.a., red. Televisie. Vraagstuk – waagstuk. Assen: van Gorcum, 1961: p. 1-25. Rosello, Mireille. Declining the stereotype. Ethnicity and representation in French cultures. Hanover: New England UP, 1998. ‘RTL travel’. Beeld en geluid wiki. 28-2-2011. Beeld en geluid. 26-4-2011 . Ruoff, Jeffrey, red. Virtual voyages. Cinema and travel. Durham: Duke UP, 2006. Shiapera, Eugenia. ‘From couch potatoes to cybernauts? The expanding notion of the audience on TV channels’ websites’. New media society, jrg. 2, nr. 6 (2004): p. 155-172. Shohat, Ella, Robert Stam. Unthinking Eurocentrism. Multiculturalism and the media. Londen: Routledge, 1995. Stevenson, Nick. ‘Cultural citizenship, education and democracy. Redefining the good society’. Citizenship studies, jrg. 14, nr. 3 (2010): p. 275-291. Storey, John. Cultural theory and popular culture. An introduction. 4e druk. Essex: Pearson, 2006. Terra, José Claudio, Terezinha Angeloni. ‘Understanding the difference between information management and knowledge management’. Terraforum consultores. Voorjaar 2005. 28-6-2011 . ‘Televisie zondag 2 november’. NCRV-gids, nr. 44 (najaar 2008): p. 37. Thompson, Kristin, David Bordwell. Film history. An introduction. 2e druk. New York: McGraw-Hill, 2003.
61
Turner, Graeme, Steve Naele. ‘Introduction. What is genre?’ in Creeber, Glen, red. The television genre book. Londen: British Film Institute, 2007: p. 1-7. ‘TV’. VPRO-gids, nr. 40 (najaar 2008): p. 40. ‘TV’. VPRO-gids, nr. 44 (najaar 2008): p. 50. Veel gestelde vragen. Llink. 12-5-2011 . Visser, Jeroen. ‘AVRO en de TROS gaan fuseren; Van Bijsterveldt “heel blij”’. Internet & media. 6-52011. De Volkskrant. 16-5-2011 . Vochteloo, Marit. Publieke omroep in Nederland. Een probleemanalyse. Hilversum: De Toekomst, ca. 1994. Voorst, Pauline van. ‘De klant is koning. Het consumentenprogramma. Over veranderingen in een televisiegenre’. Doctoraalscriptie Universiteit van Amsterdam, 2004. ‘Zondag 2 november 2008’. VARA-gids, jrg. 79, nr. 44 (2008): p. 45.
Afbeeldingen Figuur 1. ‘Diversiteit aanbod per zendergroep 2006, 16:00-24:00 uur’ in NPO. ‘Prestatieovereenkomst 2008-2010’. Verantwoording. NPO 13-5-2011 : p. 14. Figuur 2. ‘Bestemmingen 3 op reis seizoen 2’. Interactieve kaart via . Figuur 3. ‘Bestemmingen RTL travel seizoen 8’. Interactieve kaart via .
62