2
2.1 2.1.1
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
Algemeen Inleiding De studie Economie en Bedrijfseconomie is opgezet volgens het bachelormasterstelsel. Dit stelsel is ingevoerd om de universitaire opleidingen in Europa beter op elkaar af te stemmen en onderling vergelijkbaar te maken. Dit houdt in dat er een driejarige bacheloropleiding Economie en Bedrijfseconomie wordt aangeboden, die gevolgd kan worden door een éénjarige masteropleiding in één van de economische disciplines. De faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde heeft de invoering van het bachelor- masterstelsel benut om haar economische opleiding volledig te herzien en inhoudelijk te vernieuwen. Er is veel tijd ingeruimd voor activerend onderwijs, onderwijs in kleine groepen, aandacht voor academische vaardigheden als rapporteren en presenteren. Ook het aanbrengen van dwarsverbanden tussen vakken komt regelmatig aan de orde. In deze gids vind je uitgebreide informatie over de bacheloropleiding. Alle zaken die van belang zijn voor je studie zijn hier beschreven. Ook de doorstroom naar de masteropleidingen van de faculteit wordt beschreven. Voor de masterprogramma's zelf verwijzen we naar de studiegids Master Programmes. Vooral het hoofdstuk Praktische Regels ten aanzien van de studie is belangrijk. Hierin staan als het ware de spelregels bij de studie. Spelregels zijn belangrijk, maar houd er rekening mee dat zij in de tijd veranderen. Aan de informatie in deze studiegids kun je dan ook geen rechten ontlenen . De meest actuele informatie tref je op de facultaire website (www.feweb.vu.nl) aan, op Blackboard en op de monitoren bij het studiesecretariaat. Je krijgt ook wijzigingen en informatie op het e-mailadres dat je van de Universiteit krijgt. Raadpleeg dit dus regelmatig!
2.1.2
Jaarplanning De jaarplanning voor collegejaar 2008-2009 is als volgt: 01.09.08 – 10.10.08 college periode 1 13.10.08 – 17.10.08 zelfstudie en tentamens periode 1 20.10.08 – 24.10.08 tentamens periode 1 27.10.08 – 05.12.08 college periode 2 08.12.08 – 12.12.08 zelfstudie en hertentamens periode 1 15.12.08 – 19.12.08 tentamens periode 2 05.01.09 – 30.01.09 practicum I en collegeperiode 3 02.02.09 – 13.03.09 colleges periode 4 16.03.09 – 20.03.09 zelfstudie en hertentamens periode 2 en periode 3 23.03.09 – 27.03.09 tentamens periode 4
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
29
30.03.09 – 15.05.09 colleges periode 5 18.05.09 – 22.05.09 zelfstudie en hertentamens periode 4 25.05.09 – 29.05.09 tentamens periode 5 01.06.09 – 26.06.09 practicum II en collegeperiode 6 29.06.09 – 03.07.09 (her)tentamens periode 5 en 6 De volgende dagen zijn college- en tentamenvrij: 22 december 2008 - 2 januari 2009 Kerstvakantie vrijdag 10 april Goede Vrijdag maandag 13 april Pasen donderdag 30 april Koninginnedag dinsdag 5 mei Bevrijdingsdag donderdag 21 en vrijdag 22 mei Hemelvaart maandag 1 juni Pinksteren 6 juli – 4 september Zomervakantie
2.2 2.2.1
De opleiding Programmabeschrijving De bacheloropleiding Economie en Bedrijfseconomie is een driejarige opleiding. Na afronding van deze opleiding kun je een masteropleiding volgen of gaan werken. Een masteropleiding duurt een jaar. Voor sommige studenten is het mogelijk om een tweejarige onderzoeksmaster te volgen. In de eerste twee jaar van je studie economie en bedrijfseconomie krijg je een brede algemene economische vorming. Natuurlijk komen onderwerpen uit de bedrijfseconomie en de algemene economie aan de orde, maar er wordt ook aandacht besteed aan vakken als ruimtelijke economie, geschiedenis van de economische instituties, recht, filosofie, ethiek en communicatie. Het derde cursusjaar bied je de mogelijkheid je kennis verder te verdiepen en te verbreden. Elk jaar heeft een programma met een studielast van 60 ects (European Credit Transfer System) punten. De eerste twee cursusjaren bestaan elk uit vier perioden van acht weken en twee practicumperioden van vier weken. Elke periode van acht weken is opgebouwd uit een collegeperiode van zes weken, één week voor tentamenvoorbereiding c.q. het doen van herkansingen en één week voor tentamens. Elke periode kent een eigen typering, bijvoorbeeld Consument en bedrijf, Markt en overheid, of Geld en kapitaal. Per periode worden telkens vier vakken gegeven die passen bij de typering van de periode. Op deze manier wordt de nadruk gelegd op de dwarsverbanden tussen de vakken, en wordt de samenhang in de opleiding zichtbaar gemaakt. Per periode is een coördinator aangesteld, die verantwoordelijk is voor de onderlinge afstemming van de vakken. Het derde jaar is het jaar waarin je je oriënteert op de arbeidsmarkt of een vervolgmasteropleiding. Het programma bestaat uit verplichte vakken, kernvakken en keuzevakken. Daarnaast moet je een werkcollege volgen en een scriptie schrijven. In
30
Economie en bedrijfseconomie
het derde jaar is het mogelijk een stage te doen of een deel van je studie in het buitenland te volgen. Wanneer je je bachelor en businessopleiding met goed gevolg afsluit, mag je de titel Bachelor of Science (BSc) in Economics voeren. Deze titel is internationaal erkend. Met een bachelordiploma in je bezit kun je gaan werken of doorstromen naar een masteropleiding aan onze faculteit of aan een andere universiteit. De masteropleiding wordt afgesloten met het internationaal erkende diploma Master of Science gevolgd door de specialisatie, bijvoorbeeld MSc in Finance, MSc in Marketing etc. Het masterdiploma is de opvolger van het doctoraaldiploma. Zowel in de basisopleiding als in het derde bachelorjaar wordt veel aandacht besteed aan onderzoeksvaardigheden. Deze komen met name in practicumperioden aan de orde. Ook worden ze ondersteund door het vak kwantitatieve methoden, dat is afgestemd op de vakken die binnen een bepaald periode worden aangeboden. Voor excellente studenten biedt de faculteit extra mogelijkheden in de vorm van een honours programma om zich academisch verder te ontwikkelen. Dit programma start in het tweede jaar en omvat 30 studiepunten aan speciaal ontwikkelde, extra vakken binnen en buiten de faculteit. Sommige vakken volg je samen met honours studenten van andere faculteiten. Voor deelname aan het honours programma geldt een toelatingsprocedure, mede gebaseerd op je resultaten van het eerste jaar. Je kunt je aanmelden tegen het einde van je eerste jaar. 2.2.2
De leerdoelstellingen Bij de inrichting van het onderwijsprogramma is veel aandacht besteed aan de integratie van de leerstof. Verder staan in het programma centraal de academische vorming en –vaardigheden, disciplinaire kennis en praktijkvaardigheden. De bacheloropleiding heeft de volgende leerdoelstellingen: • • •
•
• •
•
Het bijbrengen van een gedegen vakinhoudelijke kennis en inzicht in de discipline Het aanbrengen van vaardigheden als kritisch lezen, op wetenschappelijk niveau schrijven en in het openbaar presenteren van onderzoeksresultaten Het bijbrengen van een kritisch, analytisch en associatief denkkader: economische problemen moeten kunnen worden geabstraheerd en geanalyseerd. Het kunnen zien van dwarsverbanden en het creatief omgaan met kennis en kritisch kunnen evalueren van oplossingen Het aanreiken van voldoende, op de economie toegepaste kwantitatieve methoden van onderzoek en wetenschapsfilosofie ter ondersteuning van te ontwikkelen onderzoeksvaardigheden Het ontwikkelen van een bewustzijnskader met betrekking tot de economische wetenschappen en de historische ontwikkeling daarin Het bijbrengen van het besef dat internationalisering zich bij uitstek manifesteert in de economische wetenschappen. In dat kader wordt kennis genomen van de internationale literatuur en de internationale economische vraagstukken Het aanbrengen van vaardigheden om te kunnen werken met de modernste informatie- en communicatietechnologie
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
31
2.2.3
De werkvormen In de eerste twee jaar krijg je hoorcolleges, activerende werkvormen en practica. De practica worden in de volgende paragraaf uitgebreid beschreven. In de hoorcolleges behandelt de docent de hoofdlijnen uit de stof. Tevens geeft hij of zij - waar mogelijk - praktische en actuele voorbeelden. Hoorcolleges worden gegeven in grote groepen. Dit betreft in de meeste gevallen alle studenten van het studiejaar. Om de stof goed te verwerken en te oefenen, bieden we in jaar één en twee bij elk vak een activerende werkvorm (awv) aan. Dit is een intensieve werkvorm waarbij in kleine groepen geoefend wordt met de stof. Het accent ligt hierbij op het verwerken en toepassen van de leerstof. Dit gebeurt onder andere door oefeningen en opdrachten zoals cases en een bedrijfsspel. Deze zul je soms alleen, soms in groepjes moeten maken en van te voren in moeten leveren. De activerende werkvormen bieden een goede voorbereiding op de tentamens. Elk tentamen bevat naast theorievragen ook – voor zover dat mogelijk is – opdrachten of cases waarin je de aangereikte theorie moet toepassen. Anders gezegd: het gaat niet alleen om kennisvragen, maar ook om toepassingsvragen. Een activerende werkvorm telt voor elk vak drie bijeenkomsten. Elke week heb je voor twee vakken een awv. Deze zijn om de twee weken gepland. Dit betekent dat je elke week voor twee vakken aan een opdracht werkt. Een uitzondering op deze regel wordt gevormd door het vak Kwantitatieve Methoden. Dit vak kent zes activerende werkvormen, elke week één. Je kunt alleen deelnemen aan de awv’s als je je daar van tevoren voor hebt ingeschreven. We gaan er vanuit dat als je je inschrijft, je ook meedoet. Deelname aan een awv kent dus een participatieplicht én een prestatieplicht. Voor elk met goed resultaat gevolgd awv krijg je maximaal één bonuspunt. Dit punt wordt opgeteld bij het eerstvolgende tentamen dat je aflegt voor dat vak, als je voor het tentamen 5.0 of hoger hebt. Het bonuspunt geldt tevens voor de eerste herkansingsmogelijkheid voor het vak in dat academisch jaar. Daarna vervalt de bonuspunt. Als je je niet of niet op tijd hebt ingeschreven, kun je in principe niet deelnemen aan de awv. Je kunt in elk geval geen bonuspunt meer krijgen. In het derde jaar kennen vakken verschillende werkvormen. De kernvakken in jaar drie kennen een awv, maar deze is van een andere opzet dan in jaar één of twee, dit ter keuze van de docent. De meeste vakken zullen echter gedoceerd worden via hoorcolleges. Verder zal in kleine groepjes of individueel aan een essay of paper worden gewerkt. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de werkvormen wordt verwezen naar de vakomschrijvingen.
2.2.4
32
De practicumperioden In de basisopleiding nemen de practicumperioden een bijzondere plaats in. Deze practicum-perioden zijn vierweekse perioden in januari en juni van het eerste en tweede jaar. De practicumperioden hebben een tweeledig doel. Je moet je bijzondere vaardigheden eigen maken en je moet oefenen in integratief denken en op basis daarvan besluiten nemen.
Economie en bedrijfseconomie
De bijzondere vaardigheden die aan bod komen zijn algemene onderzoeksvaardigheden als vaardigheden op het gebied van informatie-verzameling en –bewerking, rapporteren, presenteren en het interpreteren van statistisch materiaal. Deze vaardigheden zullen vooral in het eerste jaar aan bod komen. Maar ook het vermogen om afstand te nemen van waar je mee bezig bent, en om kritische vragen te stellen, moet ontwikkeld worden. Daarom is in het tweede jaar plaats ingeruimd voor wijsgerige en ethische reflectie. Het vermogen tot integratief denken en daarvan afgeleid handelen wordt getraind door in elke practicumperiode groepsgewijs werkstukken te schrijven die geordend worden binnen een bepaald thema. Een thema is een tamelijk breed aandachtsgebied, zoals Transport en logistiek, Werken en wonen, De intelligente onderneming, enzovoort. Binnen een thema zijn verschillende deelonderwerpen te onderscheiden. In de practicumperiode werk je in groepen van drie studenten een deelonderwerp uit. Je schrijft hier een werkstuk over en je presenteert en verdedigt dit ten overstaan van je medestudenten. Tijdens presentaties van anderen zul je een bijdrage moeten leveren aan de discussie bijvoorbeeld door een stelling aan te vallen of deel te nemen aan een paneldiscussie. De herkenbaarheid van je individuele inbreng is van belang. Maar daarnaast is het net zo belangrijk dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de gehele prestatie is. Bij de practicumperioden is deelname van de studenten verplicht. Tenslotte moeten alle studenten de tijdens de practica onderwezen vaardigheden leren beheersen. Bovendien is er veelal geen afsluitend tentamen. Bij een onvoldoende voor een practicum-onderdeel kan een aanvullende opdracht worden gegeven maar bij ernstig tekortschieten zul je opnieuw moeten deelnemen. Dit kan pas een jaar later.
2.3
Programma eerste jaar Het eerste jaar van de bacheloropleiding bestaat uit vier perioden van elk acht weken en twee practicumperioden van elk vier weken. Elke periode bestaat uit zes weken college, de zevende week is bestemd voor zelfstudie en het afleggen van hertentamens, in de achtste week worden de tentamens afgenomen. Per periode krijg je vier vakken van elk 3 ects. De totale studielast van een periode is dus 12 ects. Per vak krijg je zes hoorcolleges en drie activerende werkvormen (awv's). De hoorcolleges worden elke week gegeven, de awv's om de twee weken. Een uitzondering hierop is het vak Kwantitatieve methoden, dat zes activerende werkvormen telt, elke week één. Je hebt dus elke week vier hoorcolleges en twee of drie awv's. In totaal heb je in het eerste jaar circa twaalf tot veertien uur college per week. De twee practicumperioden kennen elk een studiebelasting van 6 ects. De totale studielast van het eerste jaar is 60 ects. Aan het begin van elke periode krijg je een studiewijzer. Hierin vind je uitgebreide informatie over de doelstellingen, werkwijze en inhoud van de periode. De uitgebreide beschrijvingen van de vakken vind je in het volgende hoofdstuk.
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
33
In onderstaand schema staat de indeling van het eerste studiejaar. Daarna wordt van elke periode een beschrijving gegeven. Periode 1 (sept-okt)
Periode 2 (nov-dec)
Periode 3: (januari) Periode 4 (febr-mrt)
Periode 5 (apr-mei)
Periode 6 (juni)
Bedrijf, ondernemen en strategie Kwantitatieve methoden 1.1 Management en organisatie 1.1 Marketing 1.1 Micro-economie 1.1 Consument en bedrijf Kwantitatieve methoden 1.2 Management Accounting 1.2 Marketing 1.2 Micro-economie 1.2 Practicum Academisch schrijven en presentatievaardigheden Thema 1.3 Markt en overheid Geschiedenis van economische instituties 1.4 Kwantitatieve methoden 1.4 Macro-economie 1.4 Ruimtelijke economie 1.4 (Transport- en milieueconomie) Geld en kapitaal Financial Accounting en boekhouden 1.5 (twee vakken geïntegreerd) Financiering 1.5 Macro-economie 1.5 Practicum Statistische technieken Thema 1.6
3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 6 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects
Inschrijven vakken eerste jaar Voor alle vakken in het eerste jaar moet je je van te voren inschrijven bij het betrfefende vak op Blackboard via self-enrolment. Om deel te kunnen nemen aan de bijbehorende activerende werkvormen (AWV) moet je je daarna ook nog enrollen voor deelname AWV. Dit kun je doen tot ongeveer één week voordat het vak begint. 2.3.1
Korte omschrijving perioden eerste jaar Periode 1.1: Bedrijf, ondernemen en strategie In deze inleidende periode worden de plaats en functie van een bedrijf in de maatschappij aangegeven. Bedrijven ontlenen hun bestaansrecht aan de functie die ze in de maatschappij vervullen. Bedrijven zijn enerzijds onderhevig aan invloeden van markten en maatschappelijke omgeving, maar oefenen anderzijds op hun beurt zelf ook invloed uit op markt en maatschappij. In deze periode wordt in algemene zin ingegaan op formulering van bedrijfsstrategie en positiebepaling van een bedrijf in markt en maatschappij en wordt ondernemersgedrag in relatie tot verschillende marktvormen en de dynamiek van bedrijfstakken uitgewerkt. Bij besluitvorming in organisaties wordt in een marketingperspectief vooral de relatie tussen onderneming en afnemersmarkt centraal gesteld. Je krijgt in deze periode de volgende vakken: Management en organisatie 1.1, Marketing 1.1, Micro-economie 1.1 en Kwantitatieve methoden 1.1.
34
Economie en bedrijfseconomie
Periode 1.2: Consument en bedrijf In deze periode staat klantwaarde centraal. Ook deze medaille kent twee zijden: de consument die de waarde consumeert en het bedrijf dat de waarde levert. In deze periode worden beide kanten belicht. Enerzijds wordt aan de orde gesteld hoe afnemers (consumenten) zich gedragen ten aanzien van de door bedrijven geleverde waarde (in de vorm van goederen en diensten) en anderzijds wordt aan de orde gesteld hoe bedrijven op economisch efficiënte en effectieve wijze waarde aan klanten kunnen leveren. Het consumentengedrag zal met name centraal staan in de vakken Marketing en Micro-economie, terwijl het bedrijfsperspectief met name centraal staat in het vak Management Accounting en - in mindere mate - in het vak Micro-economie. De vier vakken zijn dus: Management accounting 1.2, Marketing 1.2, Micro-economie 1.2 en Kwantitatieve methoden 1.2. Periode 1.3: Practicum In practicum-periode 1.3 ligt de nadruk op het leren verzamelen van informatie en deze op waarde te schatten. De verzamelde informatie wordt gebruikt voor de beantwoording van een concrete vraagstelling in een academisch paper. Onderwijs in Academisch schrijven en mondelinge presentatietechnieken maken deel uit van het practicum. Periode 1.4: Markt en overheid In deze periode wordt met name aandacht besteed aan de relatie tussen markt en overheid. Vanwege het bestaan van onder andere onvolledige concurrentie, ongewenst geachte inkomens- en vermogensverdeling, externe effecten en asymmetrische informatie leidt een volledige markteconomie tot uitkomsten die uit welvaartsoogpunt niet efficiënt zijn. Het bestaan van deze inefficiënties wordt vaak als rechtvaardiging voor het bestaan van een overheid genoemd. Er zal aandacht worden besteed aan economische zaken (instituties) waarin de overheid en de Europese Commissie een cruciale rol spelen, zoals pensioenen en sociale zekerheid, privatisering, mededingingspolitiek en vervoer- en milieubeleid. De vier vakken die in deze periode behandeld worden zijn: Macro-economie 1.4, Ruimtelijke economie 1.4 (Transport- en milieueconomie), Geschiedenis van economische instituties 1.4 en Kwantitatieve methoden 1.4. Periode 1.5: Geld en kapitaal In deze periode is de aandacht gericht op de financiële aspecten van de economie en van ondernemingen. Om te kunnen functioneren moeten ondernemingen, gezinshuishoudens en overheidsorganen deel uitmaken van een financieel systeem. Basisvoorwaarden zijn dat sprake is van geldverkeer en een stabiel prijsniveau, terwijl verder geld- en kapitaalmarkten noodzakelijk zijn om vraag en aanbod van vermogen van overheid, bedrijven en particulieren op elkaar af te stemmen. In deze periode komt aan de orde hoe het monetaire en financiële systeem in hoofdlijnen in elkaar zit (Macro-economie) en hoe ondernemingen, vooral als vragers van kapitaal, binnen dat systeem passen. Ook komt aan de orde via welke vermogensmarkten en instrumenten ondernemingen in hun financieringsbehoeften kunnen voorzien (Financiering). Financial Accounting komt in deze periode aan de orde als de taal waarin ondernemingen met financiële markten communiceren. Deze periode telt drie vakken in plaats van vier omdat financial accounting en boekhouden zijn samengevoegd tot één vak. De periode bestaat dus uit: Macro-economie 1.5,
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
35
Financiering 1.5, Financial accounting en boekhouden 1.5 (twee vakken geïntegreerd, samen 6 ects). Periode 1.6: Practicum In practicumperiode 1.6 wordt vooral aandacht geschonken aan het leren toepassen van behandelde statistische en wiskundige technieken met behulp van eenvoudige software-hulpmiddelen zoals spreadsheet programma’s en SPSS. De opgedane kennis moet worden toegepast op een thema, dat in groepjes bestudeerd en uitgewerkt wordt. Een mondelingen en schriftelijke presentatie van de uitwerking van het thema maakt deel uit van het practicum.
2.4
Programma tweede jaar Het tweede jaar van de bacheloropleiding bestaat eveneens uit vier perioden van elk acht weken en twee practicumperioden van elk vier weken. Elke periode bestaat uit zes weken college, de zevende week is bestemd voor zelfstudie en het afleggen van hertentamens, in de achtste week worden de tentamens van de periode afgenomen. Net als in het eerste jaar krijg je per achtweekse periode vier vakken van elk 3 ects. De totale studielast van een periode is dus 12 ects. Per vak krijg je zes hoorcolleges en drie activerende werkvormen (awv's). De hoorcolleges worden elke week gegeven, de awv's om de twee weken. Een uitzondering hierop is het vak Kwantitatieve methoden, dat zes activerende werkvormen telt, elke week één. Je hebt dus elke week vier hoorcolleges en twee of drie awv's. In totaal heb je in het tweede jaar circa twaalf tot veertien uur college per week. De twee practicumperioden kennen elk een studiebelasting van 6 ects. De totale studielast van het tweede jaar is 60 ects. Aan het begin van elke periode krijg je een studiewijzer. Hierin vind je uitgebreide informatie over de doelstellingen, werkwijze en inhoud van de periode. De uitgebreide beschrijvingen van de vakken vind je in het volgende hoofdstuk. In onderstaand schema staat de indeling van het tweede studiejaar. Daarna wordt van elke periode een beschrijving gegeven. Periode 1 (sept-okt)
Periode 2 (nov-dec)
Periode 3: (januari) Periode 4 (febr-mrt)
36
Organisatie en besturing van bedrijfsprocessen Informatiesystemen 2.1 Management accounting 2.1 Management en organisatie 2.1 Micro-economie 2.1 Bedrijfsinformatie en analyse Financieel modelleren 2.2 Financiering 2.2 Informatiesystemen 2.2 Marketing 2.2: Marketingcommunicatie Practicum Bedrijvenspel 2.3 Economische filosofie en wetenschapsleer 2.3 Economische ontwikkeling Inleiding vermogensrecht 2.4 Internationale economie 2.4 Macro-economie 2.4
Economie en bedrijfseconomie
3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects
Periode 5 (apr-mei)
Periode 6 (juni)
Ruimtelijke economie 2.4 (regionale economie) Internationaal ondernemen en management Financiering 2.5 Kwantitatieve methoden 2.5 Management en organisatie 2.5 Ontwikkelingslanden en opkomende markten 2.5 Practicum Ethiek 2.6 Thema 2.6
3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects 3 ects
Inschrijven vakken tweede jaar Voor alle vakken in het tweede jaar moet je je van te voren inschrijven bij het betrfefende vak op Blackboard via self-enrolment. Om deel te kunnen nemen aan de bijbehorende activerende werkvormen (AWV) moet je je daarna ook nog enrollen voor deelname AWV. Dit kun je doen tot ongeveer één week voordat het vak begint. 2.4.1
Korte omschrijving perioden tweede jaar Periode 2.1: Organisatie en besturing van bedrijfsprocessen In deze periode staat de opzet van de organisatie en besturing van interne bedrijfsprocessen centraal. Sturing van de activiteiten en procesbeheersing zijn noodzakelijke voorwaarden voor effectieve doelrealisatie. In deze periode wordt ingegaan op het ontwerp van de meest passende organisatiestructuur voor een bedrijf, de interne werking van de bedrijfsorganisatie en het functioneren van de mens daarbinnen. Beheersing van bedrijfsprocessen en besturing van bedrijfsactiviteiten vereisen goede organisatie voor informatieverwerking, betrouwbare informatiesystemen en tijdige informatievoorziening. Gebruik van managementinformatie ten behoeve van planning en control in de bedrijfsorganisatie komt aan de orde bij management accounting. Prijsstelling in relatie tot marktvormen en marktmacht wordt vanuit micro-economisch perspectief behandeld. Vakken in deze periode zijn: Management en organisatie 2.1, Informatiesystemen 2.1, Management accounting 2.1 en Micro-economie 2.1. Periode 2.2: Bedrijfsinformatie en analyse Deze periode vormt een verdere verdieping van periode 1.2 Consument en Bedrijf. Stond in periode 1.2 het begrip van processen (zowel bij consument als bij bedrijf) centraal, in deze periode wordt een nadere analytische invulling aan die processen gegeven. Technieken en instrumenten gericht op het uitvoeren van analyses en het begrijpen van de voorgenoemde processen staan hier centraal. Dit betekent enerzijds dat aandacht wordt geschonken aan het verkrijgen van relevante bedrijfsinformatie uit de markt middels marktonderzoek (Marketing). Anderzijds wordt aandacht geschonken aan methoden en technieken om bedrijfsprocessen te analyseren (Informatiesystemen) alsook om belangrijke bedrijfsbeslissingen, zoals investeringsbeslissingen, voor te bereiden (Financiering en Financieel Modelleren). Vakken die aan de orde komen zijn: Financiering 2.2, Informatiesystemen 2.2, Marketing 2.2: Marketingcommunicatie en Financieel modelleren 2.2. Periode 2.3: Practicum In practicumperiode 2.3 zal in plaats van werken aan een thema een bedrijvenspel worden gespeeld. Dit is een computerondersteunde simulatie van bedrijfsprocessen. Het doel hiervan is om een aantal kernaspecten van de (bedrijfs)economie concreet te maken en in hun onderlinge samenhang te laten zien. Hierbij moeten verschillende invalshoeken met elkaar verbonden worden om tot besluitvorming binnen een bedrijf Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
37
te komen. Naast dit spel krijg je onderwijs in wetenschapsleer en economische filosofie. Toetsing hiervan vindt plaats aan de hand van opdrachten of een tentamen. Periode 2.4: Economische ontwikkeling In deze periode wordt aandacht besteed aan de beschrijving en verklaring van economische verschijnselen op macro-niveau. Hierbij zal met name stil worden gestaan bij de bepalende factoren voor productiviteit en economische groei, en de rol die technologische ontwikkelingen en innovatie daarbij spelen. De te behandelen stof is voornamelijk vanuit het perspectief van de omgevingsanalyse van belang voor studenten die vooral in de bedrijfseconomische sfeer werkzaam willen zijn. Vakken in deze periode zijn: Macro-economie 2.4, Internationale economie 2.4, Ruimtelijke economie 2.4 (regionale economie) en Inleiding vermogensrecht 2.4. Periode 2.5: Internationaal ondernemen en management In deze periode komen de internationaal opererende ondernemingen aan de orde. Dit gebeurt in de eerste plaats door aandacht te besteden aan de internationale omgeving waarin ondernemingen functioneren en dan vooral aan die landen die belangrijke verschillen vertonen met westerse economieën. Binnen twee disciplines (Management & Organisatie en Financiering) worden de gevolgen van het internationaal opereren nader uitgewerkt. In deze periode wordt hoofdzakelijk vanuit een corporate perspectief gewerkt, dat wil zeggen dat de meeste aandacht uitgaat naar zaken die spelen aan de top van internationale ondernemingen. Vakken in deze periode zijn: Ontwikkelingslanden en opkomende markten 2.5, Management en organisatie 2.5, Financiering 2.5 en Kwantitatieve methoden 2.5. Periode 2.6: Practicum In practicumperiode 2.6 is ruimte gereserveerd voor ethische bezinning, waarbij zowel aan marktethiek als organisatie ethiek wordt gedacht. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij onderwerpen die in periode 2.5 en periode 2.6 aan de orde zijn geweest.
2.5
Programma derde jaar Het derde jaar bestaat uit verplichte vakken, kernvakken en keuzevakken. Daarnaast moet je een werkcollege volgen en een bachelorscriptie schrijven. De verplichte vakken worden door elke derdejaars student gevolgd. De kernvakken in het derde jaar vormen het voorsorteertraject naar de masteropleiding. Hiervan moet je er twee kiezen. Keuzevakken, tenslotte, zijn bedoeld om je opleiding te verbreden en zijn vrij te kiezen uit een lijst beschikbare vakken. Sommige keuzevakken zijn verplicht als je naar een bepaalde master wilt doorstromen. Het is dus zaak om je goed te oriënteren op je kernvakken en keuzevakken om een goede aansluiting met de masteropleiding van je keuze te waarborgen. Het derde jaar is dus sterk verschillend van de eerste twee jaar. Het verschil zit vooral in de mogelijkheid om voor een deel zelf je jaarindeling te bepalen en een aantal vakken zelf te kiezen. Je zult dus zorgvuldig moeten plannen. De vakken die je volgt kunnen verder erg verschillen in werkvorm. Sommige werkvormen zijn verplicht, andere niet. Dit hangt af van de aard van het vak.
38
Economie en bedrijfseconomie
Behalve de keuzevakken binnen de faculteit mag je ook vakken buiten de faculteit volgen. Hiervoor moet je wel eerst toestemming hebben van de examencommissie. In het derde jaar is het mogelijk een deel van je studie in het buitenland te volgen. Een aantal derdejaarsvakken wordt in het Engels aangeboden. Dit is deels als voorbereiding op de Engelstalige masteropleidingen, deels om ruimte te bieden aan internationale studenten. Schematisch ziet het derde jaar er als volgt uit: Verplichte onderdelen: • Bachelorscriptie (9 ects) • Methoden van onderzoek (6 ects) • Wetenschapsleer en methodologie (3 ects) Twee kernvakken uit: • Finance (6 ects) • Financial Accounting (6 ects) • Macro-economie (6 ects) • Management en organisatie (6 ects) • Marketing (6 ects) • Micro-economie (6 ects) Een werkcollege behorend bij een kernvak (6 ects) Keuzeruimte Je moet in totaal 24 ects aan keuzevakken besteden. Je kunt de keuzeruimte invullen met bijvoorbeeld vier vakken van 6 ects, maar andere combinaties zijn ook mogelijk. 2.5.1
Jaarindeling derde jaar periode 1 (sept-okt)
Periode 2 (nov-dec)
Periode 3 (januari)
Methoden en technieken van onderzoek voor AE/FE (Algemene Economie / Financiële Economie, nodig voor doorstroom naar MSc in Economics, MSc Finance en MSc Streem) of Keuzevak (1)
6 ects
Een kernvak, te kiezen uit: - Financial Accounting - Macro-economie - Marketing Methoden en technieken van BE (bedrijfseconomisch) onderzoek (nodig voor doorstroom naar MSc in Marketing, Accounting and Control en Business administration) of Keuzevak (1)
6 ects
Een kernvak, te kiezen uit: - Corporate Finance - Management en organisatie - Micro-economics Wetenschapsleer en methodologie Werkcollege behorende bij kernvak, te kiezen uit: - Accounting (FA/MA) - Corporate Finance - Macro-economie - Management en organisatie
6 ects
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
6 ects
6 ects 6 ects
3 ects Zie p.4
39
Periode 4 (febr-mrt) Periode 5 (apr-mei) Periode 6 (juni)
- Marketing - Micro-economie Werkcollege (vervolg) Keuzevak (2) Keuzevak (3) Bachelorscriptie (scriptiewerkgroep) Keuzevak (4) Bachelorscriptie
6 ects 6 ects 6 ects zie p.6 6 ects 9 ects
Let op: de Master van je keuze bepaalt dus welke variant Methoden en Technieken je volgt: • Voor doorstroom naar MSc Economics, MSc Finance en MSc Streem kies je Methoden en Technieken AE/FE in periode 1 en een keuzevak in periode 2; • Voor doorstroom naar MSc Marketing, Accounting & Control en Business Administration kies je Methoden en Technieken BE in periode 2 en een keuzevak in periode 1. Een werkcollege is alleen toegankelijk als je het bijbehorende kernvak hebt gedaan. Vanwege de aard van het werkcollege (materiaal verzamelen, paper schrijven, presenteren en verdedigen) is dit vak verspreid over periode 3 en 4. 2.5.2
Keuzevakken derde jaar In onderstaande tabel vind je de keuzevakken die je in je programma kunt opnemen. Voor de volledigheid zijn ook de verplichte vakken opgenomen. Het is ook mogelijk om vakken te kiezen die aangeboden worden door andere faculteiten, of door andere universiteiten. Als je dit wilt, moet je van te voren een verzoek indienen bij de examencommissie van de opleiding. Deze besluit of dit vak mag meetellen als keuzevak in je programma. Het adres is:
[email protected]. Stuur wel een uitgebreide studiegidsomschrijving mee inclusief een lijst van de gebruikte literatuur en studielast. Sommige vakken sluiten elkaar uit in verband met de overlap daartussen. Zo mag je de onderstaande derdejaarsvakken niet samen kiezen. Let op: Je moet altijd twee kernvakken doen om te kunnen slagen voor je bachelorexamen. Je kunt een kernvak niet vervangen door een disciplinevak. • •
Het keuzevak Management Accounting (economie) mag niet samen met het vak Management Accounting and Control (bedrijfswetenschappen) Het kernvak Management & Organisatie (economie) mag niet samen met het vak Strategic Management and the Strategy Process (bedrijfswetenschappen)
Periode 1 (sept-okt) Verplicht Kernvak Kernvak Kernvak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak bws Keuzevak bws
40
Methoden en technieken van AE- en FE onderzoek Financial Accounting (verplicht PGO Acc.) Macro-economie Marketing Consumer Behavior Management Accounting (verplicht PGO Acc.) Midden- en kleinbedrijf Ondernemingsrecht European Distribution and Supply Chain Logistics Advanced Human Resource Management
Economie en bedrijfseconomie
Keuzevak bws Keuzevak bws
Management Accounting and Control Business Intelligence
Periode 2 (nov-dec) Verplicht Kernvak Kernvak Kernvak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak bws Keuzevak bws Keuzevak bws
Methoden en technieken van BE onderzoek Corporate Finance Management en organisatie Microeconomics Accounting Information Systems (verplicht PGO Acc.) Economische en sociale geschiedenis International Economics Toegepaste kwantitatieve economie Urban Economics Enterprise Systems Knowledge Management Organization Perspectives and Dynamics
Periode 3 (januari) Verplicht Verplicht
Wetenschapsleer en methodologie Werkcollege (loopt door t/m periode 4) - Werkcollege Accounting (FA/MA) - Werkcollege Corporate Finance - Werkcollege Macro-economie - Werkcollege Management en organisatie - Werkcollege Marketing - Werkcollege Microeconomics
Periode 4 (febr-mrt) Verplicht Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak bws Keuzevak bws Keuzevak bws Keuzevak bws Keuzevak bws Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Werkcollege (vervolg periode 3) Bedrijfseconomisch practicum Behavioral Economics and Neuro-Economics Belastingrecht (verplicht PGO Acc.) Christian Social Philosophy in an International Perspective Boekhouden (loopt door t/m periode 5) Development Economics Investments Environmental Economics and Management Toegepaste data-analyse Transport and Network Economics E-Business Marketing Research Financial Risk Management Logistics Purchasing and E-Procurement Strategic management and the Strategy Process Oriëntatie op het beroep van leraar (dh Onderwijscentrum) Presentatie en communicatie (door het Onderwijscentrum)
Periode 5 (apr-mei) Verplicht Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak Keuzevak
Bachelorscriptie (scriptiewerkgroep) Boekhouden (vervolg periode 4) Economie van het onroerend goed Financial Statement Analysis International Marketing Labour, Care and Well-Being Strategy and Economics Strategy and Environment
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
41
Periode 6 (juni) Verplicht
Bachelorscriptie
De keuzevakken worden verzorgd door de volgende afdelingen Accounting Accounting Information Systems (verplicht PGO Acc; verzorgd door PGO Accountancy) Bedrijfseconomisch practicum Financial Statement Analysis (verplicht PGO Acc.) Management Acc. (verplicht PGO Acc.) Management Accounting and Control Ondernemingsrecht
Algemene en ontwikkelingseconomie Christian Social Philosophy in an International Perspective Development Economics Economische en sociale geschiedenis International Economics Labour, Care and Well-Being Econometrie Behavioral Economics and NeuroEconomics Strategy and Economics Toegepaste data-analyse Toegepaste kwantitatieve economie Financiering Financial Risk Management Investments
2.5.3
Informatiekunde en logistiek Business Intelligence E-Business Enterprise Systems European Distribution and Supply Chain Logistics Knowledge Management Logistics Purchasing and E-Procurement Management en organisatie Advanced Human Resource Management Midden- en kleinbedrijf Organization Perspectives and Dynamics Strategic Management and the Strategy Process Strategy and Environment Marketing Consumer Behavior International Marketing Marketing Research
Ruimtelijke economie Economie van het onroerend goed Milieueconomie en management Transport and Network Economics Urban Economics
Inschrijven vakken derde jaar Voor alle vakken in het derde jaar economie en bedrijfseconomie en bedrijfswetenschappen moet je je van te voren inschrijven om deel te kunnen nemen. Dit moet je doen aan het eind van het tweede jaar. Aan het eind van het tweede jaar moet je een voorlopige planning van je derde jaar opgeven. Je geeft aan welke vakken je denkt te gaan volgen en in welke periode. Dit geldt voor álle vakken van het derde jaar: geef dus zowel je keuzevakken als je verplichte vakken op. Je kunt in elke periode ook een extra vak opgeven dat je wilt volgen. In totaal kun je dus drie vakken per periode opgeven. De planning is tevens een voorlopige inschrijving voor de vakken van het derde jaar. Meer informatie vind je in de vakbeschrijvingen en op www.studiegidsen.vu.nl.
42
Economie en bedrijfseconomie
Je kunt je planning wijzigen of aanpassen tot circa vier weken voor een nieuwe periode begint. Dan wordt de inschrijving voor die periode definitief gemaakt en kun je die niet meer wijzigen. Als je niet bent ingeschreven voor een vak, of een vak wilt veranderen na de sluitingsdatum, kan dat alleen wanneer de capaciteit dat toelaat. Als je niet bent ingeschreven, heb je dus geen garantie dat je het vak alsnog kunt volgen. Hetzelfde geldt als je meer dan drie vakken in een periode wilt volgen. Je kunt dit alleen doen door bij de start van dit extra vak een aanvraag te doen bij
[email protected]. Als de capaciteit het toelaat, kun je geplaatst worden. Je schrijft je in via www.feweb.vu.nl/inschrijven. Inschrijven kan dus niet via Blackboard. Belangrijke data:
2.5.4
t/m 30 juli
wijzigen planning periode 1, daarna staat de inschrijving voor periode 1 vast
t/m 30 sept.
wijzigen planning periode 2, daarna staat de inschrijving voor periode 2 vast
t/m 30 nov.
wijzigen planning periode 3, daarna staat de inschrijving voor periode 3 vast
t/m 15 jan. 2007
wijzigen planning periode 4, daarna staat de inschrijving voor periode 4 vast
t/m 28 febr. 2007
wijzigen planning periode 5 en 6, daarna staat de inschrijving voor periode 5 en 6 vast
Bachelorscriptie Om aan je scriptie te mogen beginnen moet je aan een aantal voorwaarden voldaan hebben. Zo moet je in elk geval 120 ects gehaald hebben. Daarnaast moet je het vak Methoden en Technieken gehaald hebben. Je moet aan de voorwaarden voldaan hebben op het moment van inschrijven. Bij het schrijven van je scriptie word je ingedeeld in scriptiewerkgroepen. Je wordt in deze werkgroepen begeleid bij het schrijven van je scriptie. De indeling gebeurt meestal op basis van onderwerp. Een uitgebreide beschrijving van de eisen die aan je scriptie gesteld worden, de begeleiding en de procedure om je in te schrijven voor een scriptiewerkgroep vind je in de Handleiding Bachelorscriptie Economie en Bedrijfseconomie. Deze kun je vinden op Blackboard, onder Bachelorscriptie Economie en Bedrijfseconomie. Als je in het derde jaar je scriptie niet kunt schrijven, bijvoorbeeld omdat je niet voldaan hebt aan de ingangseisen, kun je dit doen in periode 2 en 3 van het jaar daarop. Je kunt dus op twee momenten in het jaar je scriptie schrijven: periode 5 en 6 en periode 2 en 3. Let op: je kunt niet starten met een masteropleiding zonder voltooide scriptie. Zie ook de paragraaf Voorwaardelijke toelating tot de master verderop in deze gids. Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
43
2.5.5
2.6
Stage Het is mogelijk om in je derde jaar een stage te doen. De stage mag niet gekoppeld worden aan een scriptie. Een van te voren goedgekeurde en goed volbrachte stage levert een vrijstelling op van twee keuzevakken (12 ects). Zie voor meer informatie de Stagehandleiding Economie en Bedrijfseconomie, beschikbaar via Blackboard, onder Bachelorscriptie Economie en Bedrijfseconomie.
Masteropleidingen In de masteropleiding ga je je verder specialiseren in een bepaalde discipline. De masteropleiding is een wetenschappelijke opleiding, waarbij niet alleen het doen van onderzoek, maar ook de toepassing van de wetenschap centraal staat. Zo neemt in alle masteropleidingen van onze faculteit het zelfstandig opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek een belangrijke plaats in. Daarnaast wordt er ook veel met cases gewerkt. De toelating tot een masteropleiding is afhankelijk van het keuzetraject dat je in het derde jaar gevolgd hebt. Je zult de bij de master behorende kernvakken gevolgd moeten hebben. Zie hiervoor het doorstroomschema hieronder. Voor verder informatie verwijzen we je naar de studiegids Master Programmes. De masteropleidingen starten uitsluitend in september en duren één jaar. Een uitzondering is het honours track van de MSc Finance, Quantitative Finance, die anderhalf jaar duurt. Alle masters zijn Engelstalig. De faculteit biedt de volgende masteropleidingen aan. Alle masteropleidingen duren één jaar en beginnen uitsluitend in september. • • • • • • • •
2.6.1
44
Master of Science in Accounting and Control Master of Science in Business Administration Master of Science in Econometrics and Operations Research Master of Science in Economics Master of Science in Finance (NB: honours track Quantitative Finance duurt ca anderhalf jaar) Master of Science in Marketing Master of Science in Spatial, Transport and Environmental Economics Master of Philosophy (twee-jarige onderzoeksmaster)
Doorstroming bachelor-masteropleidingen Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Kernvak Financial Accounting - Werkcollege Accounting - Keuzevak Financial Statement Analysis - Keuzevak Management Accounting - Methoden en technieken BE
►
MSc Accounting & Control 1)
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Kernvak M&O of Strategic Management and the Strategy Process - Advanced Human Resource Management - Keuzevak E-Business - Methoden en technieken BE
►
MSc Business Administration
Economie en bedrijfseconomie
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - aanvullende eisen bepaald door de examencommissie econometrie
►
MSc Econometrics
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Kernvak Micro-economie - Kernvak Macro-economie - Werkcollege Micro óf Macro - Methoden en technieken AE/FE
►
MSc Economics
Bachelor economie en bedrijfseconomie - Kernvak Microeconomics - Werkcollege Microeconomics - Methoden & technieken AE/FE
►
MSc Spatial , Transport and Environmental Economics
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Kernvak Corporate Finance - Werkcollege Corporate Finance - Keuzevak Investments - Methoden & technieken AE/FE
►
MSc Finance
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Corporate Finance (niet verplicht, wel sterk aanbevolen) - Lineaire algebra voor W/N/ECT (FEW) - Investments - Methoden en technieken AE/FE - inleiding Econometrie (deel 1, 3 ects) - Econometrie 1 - Motivatiebrief - Een selectieinterview behoort tot de mogelijkheden
►
MSc Finance Honours track Quantitative Finance
Bachelor economie en bedrijfseconomie met - Kernvak Marketing - Werkcollege Marketing - Keuzevak Marketing Research - Methoden en technieken BE
►
MSc Marketing
Bachelor economie en bedrijfseconomie - Belangstelling wetenschappelijk onderzoek - Goede resultaten
►
MPhil (twee-jarige researchmaster)
1)
Studenten die zonder deficiënties willen doorstromen van de MSc Accounting and Control naar de PGO Accountancy dienen de keuzevakken, Boekhouden, Accounting Information Systems en Belastingrecht te volgen. Als deze drie keuzevakken worden opgenomen, hoef je in jaar drie geen tweede kernvak te volgen. De inhoud van Accounting Information Systems wordt bekend verondersteld bij het keuzevak Control and Audit in de MSc Accounting and Control. De inhoud van de derdejaars keuzevak Corporate Finance 3.2 wordt bekend verondersteld bij het keuzevak Corporate Finance 4.2 (onderdeel van de MSc Accounting and Control, variant Controlling).
2.6.2
Voorwaardelijke toelating tot de master Om door te kunnen stromen naar een van de zeven masteropleidingen van de faculteit moet je beschikken over een bachelordiploma met het juiste vakkenpakket. Deze vakken vind je in het doorstroomschema.
Bacheloropleiding Economie en bedrijfseconomie
45
Als je niet beschikt over een afgeronde bacheloropleiding, kun je in aanmerking komen voor voorwaardelijke toelating tot de master als je voldoet aan de onderstaande voorwaarden: • • • • •
je hebt jaar een en twee volledig gehaald je hebt alle verplichte onderdelen van jaar drie gehaald, alsmede het werkcollege en de twee kernvakken je hebt de vakken gehaald die als ingangseis gelden voor de master die je kiest. Zie hiervoor het doorstroomschema je hebt een studieachterstand van maximaal 12 ects in uitsluitend derdejaars keuzevakken je moet de achterstand in keuzevakken binnen een jaar wegwerken
Als je een grotere studieachterstand hebt dan 12 ects of nog niet de vakken hebt gehaald die verplicht zijn voor de master, mag je nog niet beginnen met de masteropleiding. Je moet dan eerst je achterstand wegwerken.
2.7
Postgraduateopleidingen Na afronding van een van de masteropleidingen is het mogelijk deze te vervolgen met een post-graduateopleiding. In de post-graduateopleiding vindt verdere specialisatie plaats en wordt je opgeleid voor een bepaald beroep, zoals registeraccountant of controller. De toelating tot de post-graduateopleiding is afhankelijk van de gevolgde masteropleiding. Voor verdere informatie verwijzen we naar het hoofdstuk Algemene informatie in deze gids en onze website. Het is voor een selecte groep top-studenten mogelijk om na het behalen van de mastertitel door te stromen naar het PhD-programma van de faculteit. Dit programma wordt afgesloten met een promotie.
46
Economie en bedrijfseconomie