LTC 7490/20C AutoDome Serie Plafondmontage van backboxmodules Installatiehandleiding
NL
Security you can rely on
NL Veiligheid 1. Lees en respecteer de handleiding - Neem alle veiligheids- en bedieningsinstructies in acht voordat u het apparaat inschakelt. Volg alle aanwijzingen op voor de bediening en het gebruik. 2. Let op de waarschuwingen - Houd u aan alle waarschuwingen op het apparaat en in de gebruiksaanwijzing. 3. Hulpstukken – Hulpstukken die niet door de fabrikant van het product worden geadviseerd, mogen niet worden gebruikt omdat zij gevaar kunnen opleveren. 4. Toebehoren - Plaats het apparaat niet op een wankel(e) voet, statief, console of houder. Hierdoor kan het apparaat vallen waardoor personen ernstige verwondingen kunnen oplopen en het apparaat zwaar beschadigd kan worden. Gebruik uitsluitend de voet, het statief, de console of het montagehulpstuk dat door de fabrikant is voorgeschreven of dat bij het apparaat wordt geleverd. Het apparaat moet altijd volgens de aanwijzingen van de fabrikant worden gemonteerd en wel met gebruikmaking van door de fabrikant voorgeschreven montagemateriaal. Combinaties van het apparaat met een verrijdbaar onderstel moeten voorzichtig worden voortbewogen. Door plotseling stoppen, te zware belasting of rijden over ongelijke vloeren kan de combinatie van het apparaat met een onderstel omvallen. 5. Voeding - Dit apparaat mag uitsluitend in bedrijf worden gesteld met het type voedingsbron dat op het betreffende etiket is aangegeven. Als u niet zeker weet welk type voeding u moet gebruiken, vraag dan advies bij uw leverancier of het verantwoordelijke nutsbedrijf. Zie de gebruiksaanwijzing voor units die op accuvoeding of een andere voedingsbron werken. Deze apparatuur moet van het elektriciteitsnet worden geïsoleerd door middel van een stroombegrenzer zoals gespecificeerd in EN60950. Voorbeelden van dergelijke spanningsbronnen zijn apparaten van het type ENV-PSU en ENV-PA1. 6. Krachtleidingen – Openluchtsystemen mogen niet in de nabijheid van bovengrondse elektrische leidingen of andere elektrische licht- of krachtinstallaties worden geplaatst of daar waar zij met dergelijke elektrische leidingen of -installaties in aanraking kunnen komen. Zorg bij het installeren van een openluchtsysteem dat u niet met zulke elektrische leidingen of installaties in aanraking komt omdat het aanraken ervan dodelijk kan zijn. Raadpleeg bij voor de Verenigde Staten bestemde uitvoeringen de National Electric Code, artikel 820, betreffende de installatie van CATV-systemen. 7. Reparatie - Probeer het apparaat nooit zelf te repareren omdat u door het openen of verwijderen van de behuizing in aanraking kunt komen aan gevaarlijke spanningen en andere gevaren. Laat elke reparatie over aan deskundige servicetechnici. 8. Nieuwe onderdelen – Zorg ervoor dat de servicetechnicus bij vervanging onderdelen gebruikt die door de fabrikant zijn voorgeschreven of die dezelfde eigenschappen bezitten als het originele onderdeel. Vervanging door niet goedgekeurde onderdelen kan brand, elektrische schokken en andere risico’s tot gevolg hebben.
© 2003 Bosch Security Systems
Veiligheidsmaatregelen 9. Veiligheidscontrole - Vraag de servicetechnicus bij voltooiing van zijn service- of reparatiewerkzaamheden de nodige veiligheidscontroles uit te voeren om vast te stellen of het apparaat werkelijk bedrijfsklaar is. 10. Coax aarding - Zorg bij aansluiting van een extern kabelnet op het apparaat dat dit kabelnet geaard is. Betreft uitsluitend voor de Verenigde Staten van Amerika bestemde uitvoeringen -- Hoofdstuk 810 van de National Electric Code (Nationale elektriciteitswetgeving), ANSI/NFPA Nr 70-1981, beschrijft de juiste aarding van de montage- en draagstructuur, de aarding van de coaxiaalkabel op een ontlaadunit, de afmetingen van de aardgeleiders, de plaats van de ontlaadunit, de aansluiting op aardelektroden en de eisen waaraan de aardelektrode moet voldoen.
Informatie over de FCC- en ICESvoorschriften (Geldt uitsluitend voor uitvoeringen die bestemd zijn voor de Verenigde Staten en Canada) WAARSCHUWING – Uit testen is gebleken dat deze apparatuur voldoet aan de grenswaarden voor digitale apparaten van klasse A, conform Deel 15 van de FCCvoorschriften en de ICES-003.Industry Canada. Deze grenswaarden zijn vastgelegd als aanvaardbare bescherming tegen schadelijke storing bij gebruik van de apparatuur in installaties in de woonomgeving. Deze apparatuur kan radiofrequente energie opwekken, gebruiken en uitstralen die, wanneer de apparatuur niet volgens de handleiding is geïnstalleerd en wordt gebruikt, ongewenste storingen op radioverbindingen kan veroorzaken. Het gebruik van deze apparatuur in de woonomgeving kan schadelijke storingen veroorzaken in welk geval de gebruiker verplicht is de storing op eigen kosten te verhelpen. Opzettelijke of niet-opzettelijke wijzigingen die niet expliciet door de voor de compliantie verantwoordelijke betrokkene zijn goedgekeurd, zijn niet toegestaan.Elke zodanige wijziging kan de bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur te bedienen teniet doen. Zo nodig dient de gebruiker hierbij de hulp in te roepen van de verkoper of van een deskundig radio/televisietechnicus. De volgende brochure van de Federal Communications Commission kan voor de gebruiker van nut zijn: How to Identify and Resolve Radio-TV Interference Problems (Problemen door radio- en televisiestoringen onderkennen en opheffen). Deze brochure is verkrijgbaar bij: U.S. Government Printing Office, Washington, DC 20402, USA, met vermelding van Stock No. 004-000-00345-4.
WAARSCHUWING: DIT IS EEN KLASSE A-PRODUCT. DIT PRODUCT KAN IN DE WOONOMGEVING RADIOSTORINGEN VEROORZAKEN IN WELK GEVAL DE GEBRUIKER KAN WORDEN VERPLICHT TOT HET NEMEN VAN PASSENDE MAATREGELEN.
Pagina 2 van 11
NL Veiligheidsmaatregelen
VOORZICHTIG: APPARAAT NIET OPENEN OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMIJDEN! BEVAT GEEN ONDERDELEN DIE DE GEBRUIKER MOET ONDERHOUDEN. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIES UITVOEREN DOOR DESKUNDIGE TECHNICI. Het symbool ‘Bliksemflits met pijlkop’ in een gelijkzijdige driehoek wijst de gebruiker op de aanwezigheid in de kast van het apparaat van niet geïsoleerde spanningen die voldoende sterk zijn om het gevaar van elektrische schokken op te leveren. Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek wijst de gebruiker op belangrijke aanwijzingen voor bediening en onderhoud in de bij het apparaat geleverde documentatie. WAARSCHUWING: STEL APPARATEN DIE NIET SPECIFIEK VOOR GEBRUIK IN DE OPEN LUCHT ZIJN BESTEMD NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VOORKOMEN. Let op: Het apparaat mag uitsluitend door deskundig technisch servicepersoneel worden geïnstalleerd en wel in overeenstemming met de National Electrical Code of de daarvoor plaatselijk geldende richtlijnen. Stroomonderbreking. Apparaten met of zonder AANUITschakelaars staan onder spanning vanaf het ogenblik dat de voedingskabel in de voedingsbron wordt bevestigd; dergelijke apparaten zijn echter alleen bedrijfsklaar als de AAN-UITschakelaar in de stand AAN is geschakeld. De netvoedingskabel is de hoofdstroomonderbreker voor alle aangesloten apparaten.
© 2003 Bosch Security Systems
Veiligheidsmaatregelen Behuizing verwijderen WAARSCHUWING: HET VERWIJDEREN VAN DE BEHUIZING MAG UITSLUITEND DOOR EEN VAKKUNDIG TECHNICUS WORDEN UITGEVOERD ONDERHOUD DOOR DE GEBRUIKER IS NIET GEOORLOOFD. DE NETVOEDING VAN HET APPARAAT MOET ALTIJD WORDEN LOSGEKOPPELD VOORDAT DE BEHUIZING WORDT VERWIJDERD EN DEZE MOET LOSGEKOPPELD BLIJVEN ZOLANG DE BEHUIZING NIET IS TERUGGEPLAATST.
24 VAC apparaten: Sluit geen hogere spanning aan dan 30 V wisselspanning. De spanning die op de voedingsingang van het apparaat wordt aangesloten, mag nooit hoger zijn dan 30 V wisselspanning. De normale ingangsspanning is 24 V wisselspanning. De door de gebruiker tussen een voedingsbron met 24 V wisselspanning en het apparaat toegepaste verbindingskabel moet voldoen aan de plaatselijk geldende voorschriften voor elektrische bedrading (Spanningsniveaus Klasse 2). De 24 V wisselstroomvoeding mag niet op het lichtnet (stopcontact) of de netaansluiting van het apparaat worden geaard. Deze apparatuur moet van het elektriciteitsnet worden geïsoleerd door middel van een stroombegrenzer zoals gespecificeerd in EN60950. Voorbeelden van dergelijke spanningsbronnen zijn apparaten van het type ENV-PSU en ENV-PA1. Netvoedingskabels 220-240 V, 50 Hz Netvoedingskabels voor 220-240 V, 50 Hz ingangs- en uitgangsspanning moeten voldoen aan de voorschriften in de meest recente uitgave van IEC publicatie 227 of IEC publicatie 245.
Pagina 3 van 11
NL
Inleiding
Inhoud
1 UITPAKKEN
1
Pak alles voorzichtig uit. Dit is elektronische apparatuur die om een voorzichtige behandeling vraagt.
2 3 4
5
UITPAKKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 1.1 Backboxmodule . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 SERVICE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 AFMETINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 4.1 Informatie over omgevingsatmosfeer . . . . . . . . .5 4.2 Backboxmodule . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 4.3 Plafondmontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 4.3.1 Backboxmodule in verlaagde (hangende) plafonds monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 4.4 Adresschakelaar instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 4.5 Backboxmodule monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 4.6 Backbox installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 4.7 Voeding, signaal en video aansluiten . . . . . . . . .7 4.7.1 Netspanning aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 4.7.2 Bifasesignaalcode aansluiten . . . . . . . . . . . . .8 4.7.3 AutoTracker (optie) aansluiten . . . . . . . . . . . .9 4.7.4 RS-232 / RS-485 signaalkabel aansluiten . . . .9 4.7.5 Videokabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 4.7.6 Alarmen en relaisuitgang aansluiten . . . . . . .9 ONDERHOUD/COMPONENTEN . . . . . . . . . . . . .10
Controleer of u de volgende onderdelen hebt ontvangen: • LTC 7490/20C unit: Backbox Basisconsole Pasring
Als er iets aan het geleverde ontbreekt, meld dit dan aan de afdeling Verkoop of Klantenservice van Bosch Security Systems, Inc. De originele doos waarin u de apparatuur hebt ontvangen, is de veiligste verpakking om deze te vervoeren. Bewaar deze doos voor eventueel later gebruik.
1.1
Backboxmodule
De backboxmodule LTC 7490/20C vormt de behuizing voor de cameramodule en bestaat uit een draagconsole voor de montage op een plafondtegel, pasringen voor een nette afwerking en een geïsoleerd voedingsblok. Typenummer
Nominale spanning
Spanningsbereik
LTC 7490/20C
24 VAC 50/60 Hz
21 tot 30
2
Voeding bij nominale spanning 15 W
SERVICE
Als de apparatuur moet worden gerepareerd, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum van Bosch Security Systems, Inc. voor toestemming tot retourzending en aanwijzingen voor het vervoer. Servicecentra Verenigde Staten van Amerika: Tel.: 800-366-2283 of 408-956-3895 Fax: 800-366-1329 of 408-956-3896 e-mail:
[email protected] Canada: 514-738-2434 Europa, het Midden-Oosten en de regio Azië-Pacific: 32-1-440-0711 Ga voor meer informatie naar www.boschsecuritysystems.com.
3 AFMETINGEN 175.9 Ø 6.93
mm in
164.1 6.46
15.2 0.60
87.5 3.45 159.3 Ø 6.27
188.5 Ø 7.42
Afb. 1: Maatschets (Cameramodule in backbox ingebouwd)
© 2003 Bosch Security Systems
Pagina 4 van 11
NL 4
INSTALLATIE Let op: De installatie mag uitsluitend door deskundige servicetechnici worden uitgevoerd en wel in overeenstemming met de National Electrical Code of de plaatselijk geldende richtlijnen.
4.1
Installatie
Plafondtegel
Draagrege
Informatie over omgevingsatmosfeer
Het AutoDome systeem is geschikt voor toepassing in geventileerde ruimten en in het plenum van nietbrandwerende plafonds die voor luchtbehandeling worden gebruikt.
4.2 Backboxmodule De module bestaat uit een backbox en een draagconsole (afb. 2). In de zijkant van de backbox is een invoeropening voor de bedrading aangebracht. Als dit kanaal niet wordt gebruikt, is volgens de National Electric Code of de plaatselijke voorschriften een doorvoerisolator met trekontlasting vereist.
Plafondconsole
Afb. 3 Plafondmontage (bovenaanzicht)
2. Klik de stiftklemmen op de draagregels vast (afb. 4). Schuif de grondplaat naar de gewenste positie op de tegel.
x4
Afb. 4 Bevestiging van de consoleklemmen Afb. 2 AutoDome pakket
3. Draai de vier (4) schroeven op de vier hoeken van de console vast (afb. 5).
4.3 Plafondmontage 4.3.1 BACKBOXMODULE IN VERLAAGDE (HANGENDE) PLAFONDS MONTEREN Monteer de backbox als volgt in het raster van een verlaagd plafond met gebruikmaking van de aanwezige plafondtegels.
x4
1. Plaats de draagconsole op de gewenste plaats (afb. 3).Draai de bevestigingsschroeven (zie afb. 5) op de basisconsole(armatuur) zover los dat zij de ophangstiften in het werk vasthouden maar bij installatie toch het afstellen mogelijk maken. Afb. 5 Schroefbevestiging van de console
© 2003 Bosch Security Systems
Pagina 5 van 11
NL
Installatie
4. Zaag een gat in de tegel waarbij u de console als mal gebruikt (afb. 6).
De volgende instellingen van de dipschakelaars gelden voor de AutoDomes van versie 5.00 en hoger. Dipswitch Functie nr.
Afb. 6 Gat in tegel zagen
Stand
Selectie
**1
Modemsnelheid opstartmodus (Alleen firmware downloaden)
AAN UIT
19,2K 57,6K*
2
Seriële modus selecteren
AAN UIT
RS-485 RS-232*
3
Cameramodus selecteren
AAN UIT
Stand ‘Opstartlader’*
4
Detectie lage druk
AAN UIT
Dome met overdruk Dome zonder overdruk*
*De standaardpositie voor alle schakelaarstanden is UIT. **De modemsnelheid van schakelaar 1 geldt alleen voor een speciale stand voor het downloaden van nieuwe firmware.
5. Bevestig de draagconsole met een veiligheidskabel (afb. 7) aan een punt boven aan het vaste plafond.
Dipschakelaar S105
adressenschakelaar
Afb. 8 Dipschakelaar S105 en adressenschakelaar Afb. 7 Veiligheidskabel bevestigen
4.4 Adressen en dipschakelaars instellen Stel de adressen- en S105-schakelaars in voordat u de backbox monteert (afb. 8). Door de adresschakelaar op 0000 (niet aanbevolen) in te stellen bereikt u dat de unit reageert op alle berichten ongeacht adres; in alle andere gevallen reageert de unit uitsluitend op opdrachten gericht aan één bepaald adres.
4.5 Backboxmodule monteren Monteer de backbox als volgt in de geïnstalleerde draagconsole. 1. Contoleer of de rand van het gat de unit kan dragen. Als de rand ongelijkmatig is of iets te ruim, breng dan de montagering in bijpassende kleur (zwart/wit) aan, zoals te zien op afb. 9 en 10. Als de backbox perfect past, kunt u doorgaan naar hoofdstuk 4.6.
Afb.9 Montagering aanbrengen © 2003 Bosch Security Systems
Pagina 6 van 11
NL
Installatie
2. Druk de ring als u deze gebruikt over de klemmen van de montagedoos (afb.10).
Afb. 10 Montagering aanbrengen
3. Draai de beide (2) flexibele klemschroeven vast. NIET TE STRAK AANDRAAIEN! (afb. 13).
Afb. 13 Backbox vastzetten
4.7 Voeding, signaal en video aansluiten 4.6 Backbox installeren 1. Duw de backbox door het gat in het plafond omhoog totdat de twee verende klampen door de opening klikken (afb. 11).
VOORZICHTIG: Maak voordat u verder gaat de voeding los van de kabel die in de unit moet worden gemonteerd. Zorg dat de unit het juiste lijnvoltage, type 24 VAC, voor de gebruikte netspanning heeft. 1. Trek de draden door de aansluitopening in de backbox (afb. 14 en 15).
Afb. 11 Backbox installeren 2. Druk de backbox in het gat totdat hij niet meer uitsteekt (afb. 12).
Afb. 12 Geïnstalleerde backbox © 2003 Bosch Security Systems
Afb. 14 Bedrading aanbrengen
Afb. 15 Kous of doorvoerisolator met trekontlasting aanbrengen Pagina 7 van 11
NL
Installatie
2. Maak de nodige draadverbindingen zoals aangegeven in de hoofdstukken Netspanning Aansluiten, Bifase Signaalkabel Aansluiten, RS-232/RS-485 Signaalkabel Aansluiten, Videoabel Aansluiten, AutoTracker Aansluiten, Alarmen Aansluiten (afb. 16 t/m 19).
Bedradingsschema* 24 VAC bij 20 VA max. Draaddiameter mm2 AWG 1 18 1,5 16 2,5 14 28 VAC bij 20 VA Max Draaddiameter mm2 AWG 1 18 1,5 16 2,5 14
Maximum afstand m ft 70 225 100 350 175 570
Maximum afstand m ft 270 750 370 1300 585 1900
*Bij aansluiting op een AutoTracker moet de camera zich binnen 15 m van de AutoTracker bevinden. Afb. 16 Aansluitblokken aansluiten
4.7.2 TWEEFASIGE SIGNAALCODE AANSLUITEN 1. Als de camera op een AutoTracker moet worden aangesloten, gaat u naar hoofdstuk 4.7.3.
4.7.1 NETSPANNING AANSLUITEN (zie BEDRADINGSSCHEMA in dit hoofdstuk)
2. Verwijder het voedingsblok (afb. 18) uit de backbox.
Verbind de stroomdraden als volgt met het voedingsblok:
Bifase*
1. Verwijder het voedingsblok (afb. 17) uit de backbox.
RS-232/RS-485**
Afb. 17 Netvoedingsblok
Afb 18 Tweefasig/RS-232/RS-485 aansluitblok
2. Verbind de nuldraad met behulp van een platkopschroevendraaier met de NUL (NEUT)pool en de fasedraad met de FASE (LINE)-pool. N/C (No Connection’ = Geen aansluiting) wordt niet gebruikt.
3. Maak duidelijk onderscheid tussen de (+) fase, (-) fase en (GND) aardleidingen. Gebruik uitsluitend TSP (twisted shielded pair) kabel, Belden 8760 of vergelijkbare kwaliteit. 4. Sluit met behulp van een platte schroevendraaier de fasedraad aan op de pluspool (+), de nuldraad op de minpool (-) en de als aardgeleider fungerende afscherming op de *GND (massa) pool.
3. Wanneer de spanning wordt ingeschakeld, licht een rode led op.
OPMERKINGEN:
© 2003 Bosch Security Systems
*1.
De tweefasige afscherming mag alleen aan één zijde geaard worden. De aanbevolen verbinding moet bij de signaalbron worden gemaakt.
**2.
Als de interne schakelpositie nr. 2 voor het gebruik van RS-485 verbindingen op AAN wordt gezet, functioneert RXD als DATA (+) en TXD als DATA (-). Pagina 8 van 11
NL 5.
Installatie
Sluit het tweefasige aansluitblok op de stroomdraden aan als aangegeven in afbeelding 19. Video-aansluitblok
Alarmenaansluitblok
3. Sluit met behulp van een platte schroevendraaier de RxD fase aan op de RXD-aansluitklem, de TxD fase op de TXD-aansluitklem en de signaalaarde op de met GND (aarde) gemerkte aansluitklem (zie opmerkingen). OPMERKINGEN: 1. De kabelafscherming moet onaangesloten blijven. 2. Als de interne schakelaar nr. 2 voor het gebruik van RS-485 verbindingen op AAN wordt gezet, functioneert RXD als DATA (+) en TXD als DATA (-). 4. Sluit het RS-232 / RS-485 aansluitblok aan als aangegeven in afbeelding 19. 4.7.5 VIDEOKABEL AANSLUITEN Trek de videokabel door naar de BNC-connector en sluit deze daarop aan (afb. 19).
P102 Bifase / RS-232 / RS-485
P101 Aansluitblok netvoeding
Afb. 19 Draadgeleiding en aansluitingen 6. DAISYCHAINBEDRADING Sluit de (+) van elk van beide kabels aan door ze in de (+) pool op het klemmenblok te steken. Sluit de (-) van elk van beide kabels aan door ze in de (-) pool op het klemmenblok te steken. Sluit de aardgeleider van de beide kabels op dezelfde manier aan. manner. TUSSEN DE TWEEFASIGE (+) EN (-) POLEN VAN DE LAATSTE CAMERA MOET EEN 110 OHM WEERSTAND WORDEN AANGESLOTEN. LET OP: Camera’s die op een AutoTracker zijn aangesloten, kunnen niet in een daisychain worden gebruikt. 4.7.3
4.7.6 ALARMINGANGEN EN RELAISUITGANG AANSLUITEN Als u gebruik maakt van de alarmingangen of de relaisuitgang, sluit deze dan aan zoals aangegeven in afb. 20. 1. De alarmingangen moeten op een droogcontact worden aangesloten. Om een alarmingang te activeren, moet het droogcontact van toestand veranderen tussen de betreffende alarmingang en alarmaarde, pool nr.8. Om bijvoorbeeld alarmingang nr. 1 te activeren moet het droogcontact van toestand veranderen tussen de polen 7 en 8. 2. Specificatie alarmrelaisuitgang: 30VAC bij 2 A; 60 W max.
AutoTracker (optie) AANSLUITEN AANSLUITBLOK ALARMCIRCUIT
Als u de camera in combinatie met de optionele vrijstaande AutoTracker gebruikt, sluit dan eerst de voeding, video en bifasedata op de AutoTracker aan. Vervolgens sluit u de RS-232, voeding en video-uitgangen van de AutoTracker op de camera aan. (Zie de AutoTracker handleiding voor gedetailleerde informatie). 4.7.4
8
7
MASSA A1
6
5
4
A2
A3
A4 N.A. COM NO
ALARM MASSA ALARMINGANG 1 ALARMINGANG 2 ALARMINGANG 3
3
2
1 BEVESTIGINGSSCHROEF
NORMAAL OPEN RELAIS IN-FASE NORMAAL GESLOTEN ALARMINGANG 4
RS-232 / RS-485 SIGNAALKABEL AANSLUITEN
Niet van toepassing als de data-invoer via tweefasencodes verloopt (zie hoofdstuk 4.7.2) of aangesloten is op een AutoTracker. 1. Verwijder het voedingsblok (afb. 18) uit de backbox. 2. Maak duidelijk onderscheid tussen de RxD fase-, TxD fase- en signaal-aardleidingen.
© 2003 Bosch Security Systems
Afb. 20 Alarmaansluitblok
LET OP: Duw al het teveel aan kabel door de draadkous of de doorvoertrekontlasting. Hierdoor voorkomt u dat een overmaat van draad in de backbox interfereert met de eigenlijke tussenschakeling van de cameramodule.
Pagina 9 van 11
NL 5
Onderhoud/Vervanging van onderdelen
ONDERHOUD/VERVANGEN VAN COMPONENTEN EN ONDERDELEN
De apparatuur vraagt geen speciaal onderhoud. Soms kan zich in de behuizing en op de transparante dome en de sierstrip stof afzetten. Schakel in dat geval de unit uit en verwijder de dome van de camera vandaan. Zet een veiligheidsstofbril op en reinig de dome met schone perslucht uit een spuitbus en doekjes van microvezelpapier. Plaats de dome vervolgens terug. VOORZICHTIG: Maak de camera niet los van de pan/tilt-unit. Verwijder het gehele samenstel van receiver/driver, pan/tilt-unit en camera uit het AutoDome systeem om beschadiging van de flexibele kabel en het aansluitblok te voorkomen.
© 2003 Bosch Security Systems
Pagina 10 van 11
Bosch Security Systems, Inc. 850 Greenfield Road Lancaster, PA 17601 U.S.A. Tel: 800-326-3270 Fax: 1-717-735-6560
Bosch Security Systems B.V. Postbus 80002 5600 JB Eindhoven Nederland Tel.: 0031 40 2577 200 Fax: 0031 40 2577 202
Bosch Singapore Pte. Ltd. 620A, Lorong I Toa Payoh Singapore 319762 Republic of Singapore Tel: 65 350 1859 Fax: 65 356 9202
Gedrukt in USA 3935 890 11753 03-12 Bijgewerkt t/m 21.03.03.
Security you can rely on