Jaarverslag KOBO 2013/2014
Auteurs: Lay out:
Tonneke Wilmink, KOBO-HO Huib Haccoû, Saxion Andrea Kempen, Multitekst Services.
Deventer, september 2014 Kennis- en Onderwijs centrum Bodem en Ondergrond voor het Hoger Onderwijs (KOBO-HO)
-1-
KENNIS – EN ONDERWIJSCENTRUM BODEM EN ONDERGROND (KOBO) Tussentijdsverslag werkzaamheden derde fase tot september 2014
INTRODUCTIE
Het voorliggend tussentijdsverslag betreft de derde fase van het KOBO- project. Een project dat vorm en inhoud geeft aan het verspreiden van, in en met de praktijk ontwikkelde, nieuwe kennis inzake de bodem en de ondergrond. Een kennisdomein dat zowel in de praktijk van het werkveld als het onderwijs ernstige vormen van achterstallig onderhoud kent. In het voorliggende verslag zullen hier en daar passages uit het jaarverslag 2011-2012 overgenomen worden (cursief). Dit om de niet eerder geïnformeerde lezer op de actuele informatie stand te brengen Om verandering te brengen in de kennisachterstand is op initiatief van aanvankelijk drie samenwerkende hogescholen, Saxion Hogescholen, de Hogeschool Utrecht en Hogeschool Rotterdam1, met co-sponsoring van de zijde van het Agentschap NL/Bodem+, Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB), SKB en SIKB, alle verzameld in de regiegroep ENBO, een project van start gegaan onder de naam KOBO.
1
Het KOBO is institutioneel ondergebracht bij de Saxion Hogeschool Deventer als ontwikkelactiviteit van de Kenniskring Duurzame leefomgeving van de toenmalige Academie voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Bouw van de Saxion Hogeschool. Bij Saxion zijn 7 opleidingen bij het KOBO betrokken. Daarnaast kent het KOBOinitiatief als founding partners ook de opleidingen in ruimtelijke relevante disciplines van de Hogeschool Utrecht met 6 opleidingen en Hogeschool Rotterdam met ten minste 2 opleidingen. Gedurende de derde fase van dit project is het aantal samenwerkende hogescholen, met de HAS, Den Bosch (meerdere opleidingen) en Hogeschool Windesheim, Zwolle met meerdere ruimtelijk relevante opleidingen, uitgegroeid tot vijf. Beide nieuwe deelnemers leveren een aandeel in ontwikkeling en uitvoering van het project. De derde fase en voorlopig laatste fase van het KOBO- project betreft die van de ontwikkeling en uitvoering van een Minor Bodem & Ondergrond (B&O) voor derde- en vierdejaars HBO studenten. In dit verslag bespreken we drie samenhangende onderdelen nl: de ontwikkeling van de minor Regie Stedelijke Vernieuwing/Integrale Gebiedsontwikkeling/Bodem en Ondergrond voor 3e en 4e jaars HBO-studenten, de samenwerking met JONG-Strong en de uitbreiding van het HBO-onderwijsveld met het WO-onderwijsveld, de ontwikkeling van een gezamenlijke HBO, WO WO website nl.: www.kobo-ho.nl
Saxion met de opleidingen: Archeologie, Ruimtelijke Ordening en Planologie, Milieukunde, Stedenbouwkundig Ontwerpen, Bouwkunde Civiele Techniek en Vastgoed Makelaardij Hogeschool Utrecht met de opleidingen Bouwkunde, Bouwtechnische bedrijfskunde Civiele Techniek, Geodesie, Milieukunde, Ruimtelijke Ordening en Planologie Hogeschool Rotterdam met de opleidingen Watermanagement en Civiele Techniek HAS Den Bosch Hogeschool Windesheim
-2-
De Ontwikkeling van de Minor Bodem en Ondergrond
De minor Integrale gebiedsontwikkeling Bodem en Ondergrond is een onderwijsonderdeel van 30 ECT’s (een studiebelasting van een half jaar!) tijdens het derde of vierde HBO-studiejaar. Studenten zijn vrij om voor de invulling van deze minor uit het landelijk aanbod van minoren te kiezen en zo hun studie te verbreden danwel te verdiepen. Met uitzondering van HAS Den Bosch, kennen alle, in het ontwikkelteam KOBO vertegenwoordigde hogescholen de minor als programmaonderdeel. HAS Den Bosch gaat, waarschijnlijk in studiejaar 2014/15 minoren aanbieden. Om technisch-organisatorische redenen is gekozen de minor Bodem & Ondergrond in de eerste pilot fase, onder te brengen bij de reeds bestaande minor Regie Stedelijke Vernieuwing. Deze minor bestaat uit drie onderdelen nl: Integrale gebiedsontwikkeling (stedelijk gebied); Toekomst Landelijk Gebied en Bodem & Ondergrond. De minor B&O is ontwikkeld conform het projectvoorstel van 31-05-2013. In de minor vervult het werkveld een prominente rol. Studenten gaan, gedurende 20 uur per week, 30 weken) in interdisciplinaire teams met praktijkopdrachten aan de slag. De overige tijd zal worden besteed aan inhoudelijke kennisoverdracht en ondersteunende colleges. De onderwijssetting is vanuit dit perspectief ingezet langs drie lijnen:
De praktijkvraag De kennisvraag De competentie
De praktijkvraag (1) wordt ingebracht door externe partijen. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zal kennis nodig zijn (2) die studenten zich eigen moeten maken en of hen zal helpen deze te ontwikkelen. Dit type vragen noemen we in de setting van de minor, kennis
gerelateerde vragen. In het kader van de opdracht krijgen de studenten de gelegenheid om in interdisciplinaire teams te werken aan voor hen belangrijke competenties (3). Die benoemen ze aan de voorkant van de opdracht. Aan het eind van de minor leveren studenten een oplossing voor de opdrachtgever, hebben ze kennis ontwikkeld om die praktijkvraag te kunnen beantwoorden en zijn ze gegroeid in competenties. Aldus zijn de drie lijnen gestalte gegeven. Zie figuur.
Figuur Vereenvoudigd didactisch onderwijsmodel
Evenals bij de eerste fase van het KOBO-project het geval is geweest, is gedurende dit ontwikkeltraject minor B&O actief de inbreng van het adviserend en uitvoerend bedrijfsleven gezocht, evenals die van het ENBO, voor zowel inbreng van, kennis en voorbeelden/casuïstiek, praktijkopdrachten evenals inbreng voor het toetsing aan eisen vanuit de praktijk. Het bedrijfsleven is in het ontwikkelteam vertegenwoordigd door vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat, Anteagroep Oisterwijk en Grontmij, terwijl Witteveen&Bos, Deventer belangstellend op de achtergrond de ontwikkelingen volgt. Naast een startbijeenkomst in juni 2013 is het ontwikkelteam minor B&O van het KOBO in het afgelopen studiejaar 7 keer bijeen geweest. Door uitbreiding van het ontwikkelteam met 2 hogescholen en regelmatige wisseling van deelnemers is er geïnvesteerd in het inwerken en bijpraten van de teamleden. In de bijeenkomsten zijn zeven thema’s gekozen (zie bijlage 1) die uitgewerkt zijn tot teacherproof lesmateriaal of tot een trefwoordenlijst die door de toekomstige docent nog nader bewerkt zal moeten worden.
-3De presentaties en trefwoordenlijsten zullen op de website gepubliceerd worden. Het ontwikkelteam heeft de beschikking gekregen over al het bronmateriaal dat beschikbaar is in de bibliotheek/database aangelegd door de voorgangers en de huidige webheerders van de website RuimtexMilieu, deze al bestaande bibliotheek, is en wordt verder uitgebreid met titels die betrekking hebben op de zeven thema’s en vormen voor de studenten een zeer belangrijke bron van studie. Naast de werkveldopdrachten maken de studenten via excursies en gastsprekers kennis met de praktijk in het werkveld. Het ontwikkelteam heeft hiervoor veel suggesties aangedragen. Een van de leden van het ontwikkelteam neemt deel aan de cahier-lezersgroep van het SKB om kennis uit deze groep in te kunnen brengen in het ontwikkelteam.
WERVING STUDENTEN
Kennis van de bodem en de ondergrond verschilt per hogeschool. De in fase 1 ontwikkelde eerstejaars modulen zijn dan ook voor hgs Utrecht, Rotterdam, Windesheim en Saxion van groot belang voor het wekken van belangstelling onder de eerste en tweede jaars studenten. De studenten die voor het eerst les kregen in deze modulen, kunnen pas in het school jaar 2015/2016 een minor gaan volgen en dan pas kiezen voor de minor B&O. Toch wilde het ontwikkelteam inzetten op een eerste pilotuitvoering van het ontwikkelde materiaal. Ook de opdrachtgevers die inmiddels opdrachten hadden klaargezet wilden niet wachten met de uitvoering hiervan tot 2015/2016.
door zowel docenten als vertegenwoordigers uit het werkveld en leden van het Ontwikkelteam. filmpje over een werkveldopdracht casus Apeldoorn, dat zal worden geplaatst op de website. De werving heeft tot resultaat gehad dat zich 9 studenten voor de minor hebben aangemeld. In september zullen dus twee multidisciplinaire teams starten met twee werkveldopdrachten. Een student van de hgs Utrecht heeft aangegeven, ter ondersteuning van zijn afstuderen, de colleges in Deventer te willen volgen.
SAMENWERKING MET JONG-STRONG EN ONTWIKKELING VAN EEN GEZAMENLIJKE WEBSITE
Samen met het Ministerie van Infrastructuur & Milieu en jong SKB participeert Kobo-hbo in ‘Jong STRONG’. Het idee is om kennisvragen die volgen uit het STRONG-programma te vertalen naar onderzoeksvragen voor stagiaires en afstudeerders van HBO en WO opleidingen.
Studenten zijn op de volgende manieren in kennis gesteld van de komst van de minor:
poster / flyer voor werving op minorenmarkt (bijlage 2) een persbericht in opleidingsbulletins (zie bijlage 3) voorlichting en werving via de minorenmarkten van de vijf hogescholen
Een gezamenlijke website gaat de intermediair vormen tussen het werkveld en het onderwijs. Op dit moment (september 2014) is de website in ruwe vorm in de lucht. De volgende kennispartners hebben aangegeven graag studenten te willen ontvangen en ondersteunen.
-4-
Kennispartners
Op deze website zal samen met Jong SKB verder gewerkt worden aan de uitbreiding van het bronnenmateriaal en zal een netwerk van belangrijke links naar relevante sites worden ontwikkeld (ENBO). Naast de opdrachten en het bieden van stage mogelijkheden doet het bedrijfsleven volop mee met het geven van gastcolleges. Van alle zich daartoe bereid verklaarde personen is een pool van gast/praktijk docenten gevormd waaruit door de reguliere docenten geput kan worden wanneer zij een praktijkdeskundige willen uitnodigen voor het geven van een gastcollege. Het voert te ver om alle gastdocenten in het jaarverslag op te sommen; met slechts enkele muisklikken kan men zich via deze website een beeld vormen van deze pool van praktijkdocenten.
-5-
GEBRUIK EERSTEJAARS MODULEN KOBO De eerstejaars modulen vinden hun weg in het reguliere onderwijs van de drie deelnemende hogescholen, zowel integraal als pakket als ook in de vorm van losse modulen. Over de inzet van de eerstejaars modulen B&O in het reguliere onderwijs reikten de coördinatoren de volgende gegevens aan: Inzet eerstejaars modulen Bodem en Ondergrond bij de Hogescholen Rotterdam, Utrecht en Saxion.
SAXION:
1ejaar: 3 workshops + excursie, in het kader van een project Duurzame Stedelijke Ontwikkeling. Workshop Bodem en Ondergrond in het planproces (2 lesuren). Workshop Integrale Gebiedsontwikkeling (2 lesuren). Workshop Water en Groen in Duurzame Stedenbouw (2 lesuren). Excursie Eva Lanxmeer en Vredenburg Utrecht (Biowasmachine). Totaal voor ca 80 studenten: 20 Milieukunde, 40 Ruimtelijke Ordening en Planologie, 20 Stedenbouwkundig Ontwerpen. 2e jaar: 1 les (4 lesuren) in het kader van het basisvak Landschap, Natuur en Biodiversiteit. Ecosysteemdiensten en TEEB (The Economics of Ecosystems and Biodiversity). 1 basisvak (80 studiebelastingsuren; 32 contacturen) Bodem en Ondergrond. Dit onderwijs is verzorgd voor 15 tweedejaars studenten Milieukunde. 3e jaar Stage Herontwikkeling Kanaalzone Apeldoorn, in opdracht van Omgevingsdienst Veluwe.
6 maanden aan gewerkt door twee studenten Ruimtelijke Ordening en Planologie.
Hogeschool Rotterdam
De Modulen zijn in het afgelopen jaar in het keuzeonderwijs ondergebracht. Daarnaast zijn de modulen samengevoegd / integraal opgenomen in de 2 andere keuzemodulen die samen met de opleiding watermanagement komend studiejaar worden uitgezet, in de hoop dat meer studenten hiervoor gaan kiezen vanuit de verschillende opleidingen van het instituut. Vorig jaar hebben volgens de inschrijvingen van OSIRIS geen studenten deelgenomen aan de module Bodem en Ondergrond. INZET KOBO-modules bij Hogeschool Utrecht Lessen DUO van ROP: 3 lessen twee klassen 2e jaars ROP (ca. 45 studenten). Les voor eerstejaars: studenten Geodesie, Bouwtechnische bedrijfskunde, Ruimtelijke Ordening en Planologie en Civiele Techniek (ca. 100 studenten). Les Milieukunde inleiding ondergrond (5 studenten). Les Inleiding bij Civiele Techniek (ca. 35 studenten)Hogeschool Utrecht. Daarnaast blijkt uit statistische informatie van de website dat het gebruik dat is gemaakt van de eerste jaars modules en de overige faciliteiten die het KOBO aanbiedt kan worden ontleend aan het zoekgedrag zoals dat bij het zoeken op de KOBOHBO website is vastgesteld. Zo is uit de lijst met populaire zoekwoorden een voorzichtige conclusie te trekken nl., dat bezoekers wat meer op zoek zijn naar de meer technische informatie over B&O. Op trefwoorden die betrekking hebben op de relatie Boven- en Ondergrond of de wat abstractere inhouden (Landschap en bewoning, leefomgevingsvraagstukken) wordt nauwelijks gezocht.
-6Dit beeld komt ook bij het gedownloade lesmateriaal naar voren zij het dat hier relatief veel belangstelling is voor duurzame integrale gebiedsontwikkeling.
Populaire zoekwoorden: Ecosysteemdiensten, kobo contact, Nederland 1500, fundering fijn zand, zetting van klei, stage milieukunde, filmpje over watermanagement, kobo-hbo, film kobo, sonderingsrapport fundering op staal, watermanagement, minor bodem en ondergrond, Populaire pagina’s (periode januari t/m juli 2014): Minor bodem en ondergrond, stages/afstudeeropdrachten, Gastdocenten, Lesmateriaal, bronnen
Populaire zoekwoorden: Stages en afstudeeropdrachten, draagvermogen, strokenfundering op kleibodem, sondering interpreteren, eigenschappen grondsoorten, kobo-hbo, the bund amsterdam, funderen op zavel, kobo saxion, kobo contact, kobo bodem, zware zavel onder fundering Populaire pagina’s zijn met name: Lesmateriaal module 3.1 [draagfunctie], module 2.1 [ondergrond van NL], 1.1 Integrale duurzame gebiedsontw., module 2.2. watermanagement Stages
-7-
VOORUITBLIK
De minor B&O vormt nu een van de drie onderdelen van de minor Integrale gebiedsontwikkeling. Het streven is om voor het studiejaar 2015/2016 te komen tot een zelfstandige registratie van deze minor en dus ook te kunnen werven op B&O als zelfstandige minor. Voor toekomstige studenten zal de herkenbaarheid bij de inschrijvingsprocedure sterk verbeteren. De aanvraag bij de verschillende hogescholen zal in september 2014 plaatsvinden. Naast een verdere inbedding van een zelfstandige minor B&O in de organisatie van Saxion is voor de continuïteit en het actualiseren van de inhoud van het lesmateriaal het aanstellen van een coördinator van groot belang. Deze zal bovendien ook zorg dragen voor het verder bekendmaken in het onderwijs- en werkveld van de KOBOinitiatieven en het onderhouden van de website, samen met Jong SKB.
LEKTORAAT B&O
De Antea-groep bij monde van een van de algemene directeuren voor Nederland heeft begin 2014 te kennen gegeven de mogelijkheden te willen onderzoeken van het sponsoren van een lektoraat Bodem en Ondergrond. Een lektoraat zal van grote betekenis zijn voor de continuering van de implementatie van kennis over bodem en ondergrond in het onderwijs, de contacten met het betreffende werkveld en natuurlijk voor de initiëring van onderzoek rond de relatie Ondergrond – Bovengrond. Gesprekken hierover zijn gaande.
-8-
Bijlage 1:
Samenstelling lesmateriaal Verdieping B&O Verdieping Bodem en Ondergrond Samenhang ondergrondse en bovengrondse gebiedsontwikkeling B&O Ruimtelijke Ordening Van bodemsanering maar bodemgebiedsontwikkeling Structuurschema Bodem en Ondergrond (Strong) Lokale bodemgebiedsplannen / bodemkansenkaarten Ruimtelijke planvorming, besluitvorming, verantwoordelijkheden B & O Waarden en functies van bodem en ondergrond; ecosysteemdiensten; waarderingsmethoden; rendement, verdienmodellen en samenwerkingsconcepten B & O Bodem en Energie WKO Geothermie Schaliegas CO2-opslag Gaswinning en bodemdaling / aardbevingen B & O Milieukwaliteit en kringlopen Bodemvorming en kringlopen; Bodem en (over)bemesting; effecten op landbouw, natuur en water Bodem en water; gebiedsgericht grondwaterbeheer (accent op kwaliteit: vervuiling en sanering. Bijv. casus Apeldoorn – combineren grondwatersanering en WKO) B & O Bodem en civiele techniek Eerstejaars modulen als basis. Bodem en archeologie B & O Waterkwantiteit en veiligheid Waterkwantiteit: Zwolle – Mastenbroekerpolder. Veiligheid; instandhouding veenpakketten; stedelijke ontwikkeling en grondwaterbeheer.
Gidsmodellen Natuurlijke Alliantie, ruimtelijke ordening en klimaatadaptatie. Zie http://gidsmodellen.grondrr.nl
-9-
Bijlage 2: Flyer Minorenmarkten
- 10 -
Bijlage 3: Het persbericht is in maart gebruikt door de verschillende opleidingen om te laten zien wat we gedaan hebben aan PR rond de minormarkten. Per hogeschool moesten toen gegevens (datum en nummers contactpersonen ingevuld worden), vandaar de ontbrekende gegevens.
- 11 -
Bijlage 4: 5 september 2014: Opdrachtgeverscarrousel minoren Regie Stedelijk Gebied / Bodem en Ondergrond / Landelijk Gebied van de toekomst; Saxion, Deventer. Op vrijdagmiddag 5 september hebben diverse opdrachtgevers hun praktijkopdrachten gepresenteerd aan de studenten van de minoren Regie Stedelijk Gebied, Bodem en Ondergrond en Landelijk Gebied van de toekomst aan Saxion in Deventer. In veel opdrachten is sprake van een duidelijke relatie met Bodem en Ondergrond, niet alleen bij de opdrachten die specifiek vanuit die achtergrond zijn ingebracht. Antea Group is op zoek naar nieuwe business cases rondom het zelfvoorzienend maken van wijken, plaatsen of zelfs regio’s. Zelfvoorzienendheid kan zich richten op allerlei aspecten: voedsel, energie, drinkwater, afvalwaterverwerking, data en dergelijke. In vrijwel alle gevallen vraagt dit om een koppeling tussen ontwikkelingen en mogelijkheden ondergronds en bovengronds. Grontmij wil een actorenanalyse laten uitvoeren rondom een zandwinplas die in het verleden deels gediend heeft als stortlocatie, en ingeklemd ligt tussen bestaande en nog te ontwikkelen woonwijken.
Het Oversticht is op zoek naar aantrekkelijke mogelijkheden om archeologische waarden die aanwezig zijn in een gebied (vaak ondergronds) ook zichtbaar en beleefbaar te maken bovengronds. Atelier 3D uit Zutphen wil kansen verkennen voor het bevorderen van duurzame voedselproductie en –consumptie in en rond Zutphen. Stichting IJssellandschap wil de mogelijkheden verkennen om het gedachtengoed van Joel Salatin, volgens TIME Magazine de ‘meest innovatieve boer ter wereld’ toe te passen in de stadsrandzone van Deventer. Vanmiddag hebben studenten zich in gemengde groepen verdiept in de opdrachten. De ongeveer 30 studenten studeren diverse ruimtelijk relevante opleidingen: Ruimtelijke Ordening en Planologie; Milieukunde; Vastgoed en Makelaardij; Bouwkunde; Stedenbouwkundig Ontwerpen; Facility Management. Dinsdag 9 september voeren de betrokken docenten met alle studenten sollicitatiegesprekken en op basis daarvan worden de definitieve groepen samengesteld. Motivatie, kennis en vaardigheden en opleidingsachtergrond tellen daarbij onder andere mee. Later in de week zullen de studentengroepen de opdrachtgever op de eigen locatie bezoeken en zich meer gaan verdiepen in de ins en outs van de opdracht waar zij tot in januari aan zullen werken.