Actieplan Nieuw Industrieel Beleid Stand van zaken 30/06/2014
1
50 Acties in vier beleidspijlers en het ondersteunend beleid
status acties NIB (juni 2014 - aantal acties: 50)
8 1
gerealiseerd op schema met vertraging 40
niet OK onbekend
Om een topregio te zijn in de wereld van morgen is industriële activiteit essentieel. De 'Industrie van de Toekomst' is gebaseerd op innovatie en creëert op duurzame wijze welvaart en gediversifieerde werkgelegenheid in Vlaanderen.
2
Het Nieuw Industrieel Beleid creëert de voorwaarden en stimuleert het nodige veranderingsproces om bestaande industriële activiteit te vernieuwen en om bijkomende industriële activiteit te ontwikkelen. Om dit duurzaam te verwezenlijken steunt het Nieuw Industrieel Beleid op 4 pijlers: - de economische pijler, met clusters van bedrijven, kennisinstellingen en onderwijs, gericht op de creatie van de Fabriek van de Toekomst; - de innovatie-pijler, die specifiek gericht is op die innovatie die transformatie bewerkstelligt; - de sociale pijler, gericht op competentieontwikkeling en een nieuwe arbeidsorganisatie; - de infrastructuur-pijler, die de aantrekkingskracht van Vlaanderen voor de Industrie van de toekomst verhoogt en de verankering ervan versterkt.
3
Economische Pijler: Fabriek van de Toekomst Pijler 1: Nieuwe Fabriek van de Toekomst (juni 2014 - aantal acties: 8)
gerealiseerd op schema met vertraging niet OK 8
onbekend
De economische pijler van het NIB focust op de ‘Fabriek van de Toekomst’ als het knooppunt van het nieuwe productiviteitsoffensief. Dit productiviteitsoffensief moet de competitiviteit van onze economie structureel versterken door in te zetten op samenwerking in waardenketens en clusters. De eerste actie onder deze pijler is de oprichting van een strategisch leerplatform voor de realisatie van de Fabriek van de Toekomst via voorbeeldprojecten en ervaringsuitwisseling. De tweede strategische actie wil de voortrekkers verenigen in een 4
netwerk van gerenommeerde productiesites waarmee Vlaanderen als attractieve proeftuin voor de Fabriek van de Toekomst op de kaart kan worden gezet. Daarnaast worden nieuwe pistes uitgewerkt voor de ontwikkeling van innovatiegedreven clusterplatformen in strategische domeinen (actie 4) en voor de verankering van productiebedrijven in een hoge kostenregio als Vlaanderen (actie 5). Verder zijn er onder deze pijler nog specifieke acties voor de hervorming en bundeling van het beleidsinstrumentarium met een focus op het betrekken van de KMOs in het transformatiebeleid (acties 3 en 6), voor de stimulering van industriële spin-outs (actie7) en voor de informatisering van processen in waardenketens (actie 8).
1. Oprichten van een Strategisch Leerplatform voor nieuw industrieel ondernemen Het strategisch leerplatform verdiept het concept Fabriek van de Toekomst via voorbeeldprojecten van nieuw industrieel ondernemerschap op drie niveaus: individuele fabrieken, innovatieclusters en toekomstmarkten. Dit leerplatform is een samenwerking tussen de bedrijfsfederaties (die cases aanbrengen) en de overheid (betrokken administraties) om de succesvoorwaarden en knelpunten in kaart te brengen. Concreet omvat deze actie de oprichting van dit platform en de opstart van een werkmodel voor de organisatie van case-studies en ervaringsuitwisseling.
1
Oprichten van een Strategisch Leerplatform voor nieuw industrieel ondernemen
Werkmodel (2012-Q3); startmoment (2012-Q4)
Gerealiseerd
Stand van zaken: Nadat de eerste oproep Fabriek van de Toekomst werd toegewezen in juni 2012, werden de projecten administratief en officieel opgestart. De projectgroepen werden onmiddellijk opgenomen in het Leerplatform NIB dat in september 2012 van start is gegaan. Dit Leerplatform (met 2 leerrichtingen: best-practices tussen de projecten en beleidsleren voor de overheid ) zal verder uitgebreid worden met de projecten van de volgende oproepen van de Fabriek van de Toekomst en ad hoc projecten die de portfolio van projecten en transities verruimen en vervolledigen. Deze actie is een belangrijke sturing- en verbredingsactie naar de cluster- en roadmapcreatie binnen NIB. Ze werd al snel door de deelnemers geëvalueerd als een noodzakelijk instrument. Voor de overheid is het een belangrijke plaats van beleidsleren om een snelle bijsturing en vervolledigen van het instrumentarium dat gericht is op het op gang brengen van dynamiek op het terrein te realiseren. 5
Het programma 2013 werd in de tweede jaarhelft verder afgewerkt. Een strategisch leerplatform had plaats op 10 september en 12 december. Eveneens werden voor een ruimer publiek drie NIB-focussen georganiseerd, specifiek rond de thema’s: “strategieën voor de transformatie van bedrijven en clusters”, “werken in de fabriek van de toekomst” en “nieuwe businessmodellen voor de fabriek van de toekomst”. 2. Promoten van een internationaal gerenommeerd netwerk van productiesites De oprichting van een internationaal gericht netwerk van gerenommeerde productiesites zet Vlaanderen internationaal op de kaart als proeftuin van de Fabriek van de Toekomst met een attractief lerend netwerk en een open innovatie- en productieinfrastructuur. Dit project zal worden uitgevoerd in samenwerking met de sectorfederaties. Het netwerk is een instrument om te leren van goede praktijken, versterken van ‘lead-plant’ posities (erkende competentiecentra) van vestigingen van internationale bedrijven, benutten van complementaire infrastructuren en competenties van productieomgevingen via pooling, en de internationale promotie van Vlaanderen als productie- en investeringsregio. Concreet omvat deze actie het opstellen van een stappenplan, inbegrepen een samenwerkingsakkoord met de federaties, de inventarisatie van netwerkleden, en het ontwikkelen van een merkstrategie om Vlaanderen te positioneren als voorbeeldregio van de Fabriek van de Toekomst.
2
Promoten van een internationaal gerenommeerd netwerk van productiesites
Bepalen van scope en stappenplan (2012-Q4)
Gerealiseerd
Inventarisatie netwerkleden (2013-Q2)
Start gerichte acquisitie FIT (2014-Q1)
Stand van zaken: Een eerste bepaling van scope en stappenplan voor 2013 werd door het Agentschap Ondernemen opgemaakt. Tijdens de eerste maanden van dit jaar werden twee plaatsbezoeken gedaan aan bestaande sites. Deze hebben waardevolle input geleverd voor de nota open infrastructuur, die de problematiek hieromtrent in beeld brengt (definitie, opportuniteiten, knelpunten en behoeften, toekomstige ontwikkelingen, …). Op basis van de criteria uit de nota is intussen gestart met het in kaart brengen van de open infrastructuur en werd overlegd met de actoren (sectorfederaties, relevante NIB projecten, bestaande open infrastructuren). Hierbij zal ook worden gefocust op open faciliteiten (voor demonstratie en testen) die een attractor kunnen zijn voor industriële activiteiten 6
in een Europees kader van slimme specialisatie. Een eindrapport werd afgeleverd. Parallel heeft het FIT voor een beperkt aantal clusterdomeinen een gapanalyse gemaakt om deze sectoren gericht te promoten voor directe investeringen. 3. Optimaliseren van het ondersteunend instrumentarium, met focus op kmo’s en financiering Om ontwikkeltrajecten voor de Fabriek van de Toekomst te versnellen zal een ‘toolbox’ benadering worden uitgewerkt voor steun aan transformatietrajecten. Deze toolbox laat toe om instrumenten van alle relevante agentschappen en departementen te combineren en optimaliseren om systeemgerichte trajecten voor een vernieuwde productiviteitsgroei/transformatie te ondersteunen (bijvoorbeeld via combinatie van onderzoek en opleiding). Deze actie moet in het bijzonder Vlaamse kmo’s helpen doorgroeien tot nieuwe sterkhouders in toekomstgerichte waardenketens en clusters. Concreet wordt een werkmodel opgezet voor deze toolbox, door inventarisatie en evaluatie van het beschikbare instrumentarium en door optimalisatie met speciale focus op de financiële instrumenten en kmo’s.
3
Optimaliseren van het ondersteunend instrumentarium, met focus op kmo’s en financiering
Lancering Oproepen FvT 2 en 3 (2012-Q2 en Q4); Lancering Oproep FvT Inventarisatie en evaluatie (2011-Q4) instrumentarium (2012-Q4)
Voorstel werkmodel aan ICI (2013-Q2)
Gerealiseerd
Stand van zaken: Oproep 2 van Fabriek van de Toekomst werd gelanceerd rond “Sleuteltechnologieën”. Oproep 3 is verwerkt in de startersoproep die begin 2013 werd gelanceerd met onder andere focus op kennisgebaseerde bedrijven, spin-off’s en spin-out’s. Een inventarisatie van het instrumentarium werd doorgevoerd door het Agentschap Ondernemen met bijhorende beperkte evaluatie. De resultaten werden in een nota verwerkt en gaven finaal aanzet tot de opstart van een entiteitsoverschrijdende pilootoefening van een gezamenlijke pro-actieve bedrijfsbenadering. Eind juni werd een procesbegeleider via aanbesteding aangesteld; een werkgroep van medewerkers uit IWT, PMV, FIT, WSE en AO is opgericht en bereidt nu de pro-actieve aanpak van 10 à 20 cases voor; de bedrijfsbezoeken hebben plaatsgevonden in het najaar. De procesbegeleider dient een eindrapport aan te leveren begin 2014. De resultaten zullen worden gebruikt in de voorbereiding van een gericht clusterbeleid waarbij een geïntegreerd instrumentarium een belangrijke rol speelt. 7
4. Beleidsmatig uitwerken van strategische clusterplatformen voor de Fabriek van de Toekomst Fabrieken van de toekomst zijn onderdeel van clusters van de toekomst. Clusters van bedrijven, verbonden met kennisinstellingen en onderwijs en opleiding, zijn immers een broedplaats van creativiteit en bron van productiviteitsvoordelen. Het NIB bevordert een ondernemersgedreven exploratie van waardenketens en clusters van de toekomst. Het strategisch platform FISCH is daarom door de Vlaamse regering erkend als een transformatie- en innovatieplatform voor de Fabriek van de Toekomst in de duurzame chemie en een mogelijk model voor een gericht clusterbeleid. Ook voor de maakindustrie en de automotive in het bijzonder zal een clustergerichte transformatiestrategie en actieplan worden uitgewerkt. Met deze actie zal het beleid in dialoog gaan met FISCH en gelijkaardige initiatieven, om hun werkprogramma te verbreden naar alle domeinen die relevant zijn voor hun transformatieplan en zich te ontwikkelen tot een uniek strategisch platform voor interactie met de overheid. Hierbij worden ook nieuwe instrumenten zoals het strategisch leerplatform en de instrumenten ’toolbox’ ingezet. Deze leertrajecten zullen dan voor het ontwikkelen van het clusterbeleid worden gebruikt. Zo moet onze industrie ook inspelen op de bijzondere maatschappelijke uitdaging van de veroudering van de bevolking ( nieuw aangepaste woonvormen, medisch materiaal, nieuwe geneesmiddelen en behandelingen, inzet van ICT,… ). Het transversaal thema van VIA, Flanders’Care, speelt daar volop op in. Vertrekkende vanuit de conceptnota Innovatiecentrum Vlaanderen, de innovatieknooppunten, onze uitstekende kenniscentra, de reeds opgedane ervaring inzake valorisatie van de innovatie en de internationale faam van onze gezondheidszorg, ligt hier voor de Vlaamse industrie een bijzondere opportuniteit. Concreet zal een regelmatige dialoog worden gevoerd met het strategisch platform FISCH over de ontwikkeling van een breed werkprogramma voor de uitvoering van zijn strategisch actieplan waarvoor instrumenten van zowel innovatiebeleid, economisch beleid, competentiebeleid en andere beleidsdomeinen kunnen worden aangesproken. Deze leerervaring wordt door het departement EWI in een beleidsrapportering verwerkt. (Deze Actie sluit aan bij de Acties 9, 10 en 11 voor het oprichten van lichte coördinatiestructuren voor strategische innovatieplatformen.)
8
4
Beleidsoverleg over werking FISCH e.a. lichte structuren (2012-Q4)
Beleidsmatig uitwerken van strategische clusterplatformen voor de Fabriek van de Toekomst
Gerealiseerd
Tussentijdse evaluatie van FISCH als piloot voor clusterbeleid, inbegrepen andere lichte structuren (Q3-2013) met rapport aan ICI (Q32013)
Stand van zaken: In het stappenplan van de Conceptnota ‘Een slimme specialisatiestrategie voor een gericht clusterbeleid’ (8 maart 2013) is een voortraject ingebouwd voor het ontwikkelen van een governance en werkmodel voor een speerpuntclusterbeleid in de volgende regeerperiode. Hiervoor worden vanaf november 2013 drie testtrajecten opgezet voor het ontwikkelen van een partnerschap rond het uitwerken van een strategische clusterroadmap. FISCH werd door het bureau ICI naar voor geschoven als één van de drie testtrajecten van het gericht clusterbeleid omwille van de voortrekkersrol die ze hierin spelen. Vanuit het innovatiebeleid werden de “initiatieven van strategisch belang” geïntroduceerd om de lichte structuren de mogelijkheid te geven om door te groeien. 5. Een verankeringsstrategie uitwerken voor productiebedrijven in Vlaanderen In een hoge kostenomgeving zullen andere factoren beslissend zijn om productieactiviteiten in Vlaanderen te houden. Het debat over een betere verankering van bedrijven in Vlaanderen loopt al lang. Concreet zal een studie worden gemaakt over de factoren om productiebedrijven in Vlaanderen te houden (en aan te trekken) in het perspectief van de transitie naar de Fabriek van de Toekomst. Op die basis zal een strategisch plan worden opgesteld om productiebedrijven beter te verankeren op vlak van kapitaal, beslissingsmacht, kennis, infrastructuur, markt, … en toekomstproject.
5
Een verankeringsstrategie uitwerken voor productiebedrijven in Vlaanderen
Uitbesteding studie (2012-Q4)
Gerealiseerd
Studie (2013-Q2); advies IR (2013-Q3); beleidsconclusies ICI (2013-Q4)
9
Stand van zaken: Op basis van een discussiedocument van het departement Economie, Wetenschap en Innovatie werd op 10 december 2012 een expertendiscussie georganiseerd met Herman Daems, Geert Noels, Joep Konings, Geert Janssens, Hans Bruyninckx en Ivan Van De Cloot. Het Steunpunt Ondernemen en Regionale Economie is betrokken als externe studiecapaciteit om het debat rond verankering verder invulling te geven. De discussie rond verankering werd opgenomen in de ontwikkeling van een integrale benadering van de vestigingsvoorwaarden voor industriële activiteiten in Vlaanderen op basis van de evolutie in de totale kostenpositie (actie 40) en de evolutie van de productiviteit. Deze studie werd door het departement EWI opgeleverd en was het voorwerp van beleidsdebat in het Vlaams Parlement. 6. Strategische investerings- en opleidingssteun richten op transformatie De steun voor strategische investeringen en opleidingen (SIOS) wordt ingeschakeld in het Nieuw Industrieel Beleid en richt zich op een versnelling van de transformatie van de industrie. Concreet zal onderzoek gevoerd worden naar bijsturing van de bestaande regelgeving. Na advies van de Industrieraad zal de Vlaamse regering een besluit nemen over een aangepast steunkader dat zal voorzien in strategische steun voor transformatieprojecten.
6
Strategische investerings- en opleidingssteun richten op transformatie
Evaluatie SIOS (2012-Q2); advies IR (2012-Q2); besluit VR (2012-Q4)
Gerealiseerd
Stand van zaken: STS werd operationeel op 1 oktober 2013 en er waren 4 ingediende dossiers op 29/11/2013. Het gaat om de ondersteuning van investerings- en opleidingsprojecten van variabele grootte die bijdragen aan de versterking van het economische weefsel in Vlaanderen. Concreet betreft het investeringen in ondernemingen die voor een strategische 10
transformatie staan, in strategische clusters en leadplants in Vlaanderen. De maatregel wil de internationale doorgroei van innovatiegerichte kmo’s ondersteunen en transformerende investeringen die de duurzame verankering realiseren van belangrijke tewerkstelling in Vlaanderen. 7. Verhogen van het aantal industriële spin-outs Het industrieel weefsel wordt versterkt door het stimuleren van de ontwikkeling van bijkomende industriële spin-outs. Bij bestaande bedrijven wordt met steun van het moederbedrijf gezocht naar ondernemers en niet-kernactiviteiten om nieuwe vormen van bedrijvigheid op te richten, de zogenaamde "industriële en diensten spin-outs". De activering van ondernemingsopportuniteiten bij bedrijven zal resulteren in extra hoogwaardige tewerkstelling. Concreet zal een Oproep ‘NIB Nieuwe Fabriek voor de Toekomst’ worden gericht op het ondersteunen van industriële spin-outs. Op basis van o.m. die ervaring zal een beleidsvoorstel voor verdere acties worden opgemaakt.
7
Verhogen van het aantal industriële spin-outs
Gerealiseerd
Resultaten van Oproep FvT3 (2013-Q1); Beleidsvoorstel (2013Q3)
Stand van zaken: De startersoproep van januari 2013 kaderde binnen ‘Meer en beter ondernemerschap’ en komt tegemoet aan het beleidsaccent ‘Open ondernemen’. De oproep wil ook een kader bieden om continuïteit te realiseren voor de begeleiding en omkadering van (specifieke groepen van) starters. De oproep bestond uit enerzijds een generiek luik naar steun voor advies aan starters en anderzijds uit 3 doelgroepen waarbij er meer specifieke omstandigheden zijn: - Starters in creatieve sectoren; - Kennisgebaseerde bedrijven, spin-offs; en spin-outs; - Starters in kennisintensieve diensten en vrije beroepen. Het subthema ‘kennisgebaseerde bedrijvenindustriële spin-offs en spin-outs’ is gekoppeld aan de uitvoering van de acties in kader van het Nieuw Industrieel Beleid, waarbij een toename van het aantal industriële spin-outs wordt nagestreefd. 11
Als onderdeel van de startersoproep zijn een viertal projecten geselecteerd en toegewezen die zich toeleggen op industriële spinoffs. Een beleidsvoorstel naar continuering van de projecten op basis van bv. good practices kan uiteraard maar na evaluatie van de uitvoering, desgevallend ten vroegste een eerste keer na halfweg de looptijd. De problematiek van industriële spin-outs voor vernieuwing van het economisch weefsel wordt echter ook opgenomen in het gericht clusterbeleid. 8. Stimuleren van informatisering van processen in waardenketens Beter geïnformatiseerde processen verhogen de productiviteit van de industrie. In het bijzonder is er nog veel potentieel om processen tussen klanten-leveranciers of samenwerkende bedrijven binnen waardenketens te informatiseren, toegespitst op productiviteitsverhoging en nieuwe bedrijfsmodellen. Concreet zal een beleidsvoorstel worden opgemaakt voor bewustmaking en ondersteuning van het informatiseren van dergelijke processen die de performantie van industriële waardenketens en clusters vergroten, op basis van een bilan van de Oproep Fabriek voor de Toekomst (sleuteltechnologieën) en raadpleging van experten.
8
Stimuleren van informatisering van processen Gerealiseerd in waardenketens
Instroom uit Oproep FvT2 (2012-Q4)
Beleidsvoorstel (2013Q2)
Stand van zaken: De instroom van projecten in Oproep NIB 1 en 2 die beantwoorden aan het profiel is geëvalueerd; een beleidsnota werd beschikbaar gesteld in juni 2013. Er worden nog bijkomende conclusies verwacht uit de roadmapping die gestart is bij het IWT in september 2013 (voor Key Enabling Technologies) en die in het kader van de Oproep ‘Roadmaps voor economische uitdagingen’ wordt mogelijk gemaakt.
12
Innovatie-pijler: Transformatie door innovatie Pijler 2: Industrieel Innovatiebeleid (juni 2014 - aantal acties : 10)
1 1 gerealiseerd op schema met vertraging 8
niet OK
Onder deze innovatiepijler worden acties van het industrieel innovatiebeleid samengebracht die gericht zijn op de versterking van de transformatiecapaciteit door innovatie. De acties 9, 10 en 11 geven vorm aan de rol van lichte coördinatiestructuren voor de ontwikkeling van transformatie- en innovatiestrategieën in respectievelijk duurzame chemie, de maakindustrie en de automotive als deelcluster. Verder zijn er specifieke acties om de positie van lead-plants te versterken (actie 15); strategische onderzoekscentra beter te laten bijdragen tot de ondersteuning van het NIB (actie 13); het Kenniscentrum Innovatief Aanbesteden gericht in te zetten (actie 14); het 13
instrumentarium voor innovatie en transformatie klantgerichter aan te bieden (actie 16); normen, standaarden en regelgeving te gebruiken als hefboom voor innovatie (actie 17); en het draagvlak voor transformatie door innovatie te versterken mede door een nieuwe innovatiepact (actie 18). 9. Opstarten van een Transformatie- en Innovatieplatform voor Duurzame Chemie Het strategisch platform ‘Flanders Strategic Initiative for Sustainable Chemistry’ (FISCH) wordt erkend als een strategie-gedreven platform voor de transformatie door innovatie van de chemische cluster. Concreet omvat dit het oprichten van een nieuwe lichte structuur FISCH. Hiervoor financiert de Vlaamse Regering een coördinatiestructuur met een strategisch werkprogramma. FISCH ontplooit verder de transformatie- en innovatiestrategie voor de transitie naar duurzame chemie en implementeert deze via een concreet actieprogramma dat o.a. ondersteund wordt door een gereserveerd projectbudget bij IWT.
9
Opstarten van een Transformatie- en Innovatieplatform voor Duurzame Chemie
Goedkeuring Platform door VR (2011-Q4)
Steunovereenkomst FISCH (2012-Q2); Goedkeuring werkplan (2012-Q3)
Gerealiseerd
Stand van zaken: Het strategisch platform ‘Flanders Strategic Initiative for Sustainable Chemistry’ (FISCH) is door de Vlaamse Regering erkend als een strategiegedreven platform voor de transformatie door innovatie van de chemische cluster. (http://www.fi-sch.be/nl/) 10. Opstarten van een Transformatie- en Innovatieplatform voor de Maakindustrie Deze actie ontwikkelt het concept Fabriek van de Toekomst binnen de maakindustrie via de transformatie van productiebedrijven met innovatie als speerpunt.
14
Concreet zal de Vlaamse overheid op basis van een concreet voorstel van de maakindustrie overgaan tot de erkenning van een strategie-gedreven transformatie- en innovatieplatform, waarbij de competentiepool ‘Flanders' Mechatronics Technology Centre’ (FMTC) geïntegreerd wordt.
10
Opstarten van een Transformatie- en Innovatieplatform voor de Maakindustrie
Gerealiseerd
Goedkeuring Platform en Oprichting SOC Oplevering Haalbaarheidstudie Steunovereenkomst Maakindustrie 'Made Different' (2012-Q4) FMTC (2013-Q4) (2014-Q1)
Stand van zaken: De haalbaarheidsstudie ‘Made different’ is in maart 2013 opgeleverd. Gezien de beleidsmatige initiatieven naar aanleiding van de sluiting van FORD Genk werd deze actie geheroriënteerd naar een nog verdere versterking van de maakindustrie. Het belangrijkste initiatief dat in het kader van de SALK-Business Case Maakindustrie wordt ondernomen is immers de oprichting van een Strategisch Onderzoekscentrum (SOC) voor de uitvoering en valorisatie van strategisch toponderzoek dat is gericht op de noden van de Maakindustrie en de verankering van deze activiteiten in Vlaanderen. De SOC Maakindustrie wil bijdragen tot de verbetering van de competitiviteitspositie van de Vlaamse Maakindustrie via excellentie in onderzoek voor product- en procesinnovatie op internationaal niveau door (1) de versterking van de wetenschappelijke basis door technologie-, competentie- en applicatieplatformen uit te bouwen in relevante domeinen en (2) de creatie van een open innovatieomgeving waarbij de betrokken industrie, de SOC zelf en de vijf universiteiten structureel samenwerken binnen gekozen strategische thema’s. Mede-indieners van het aanvraagdossier zijn de huidige lichte structuur Flanders’ DRIVE, de competentiepool Flanders’ Mechatronics Technology Centre (FMTC) en Sirris Advanced Manufacturing. De SOC Maakindustrie is gericht op heel Vlaanderen. Gelet op de SALK-context waarbinnen dit initiatief zijn oorsprong vindt, en de gedeeltelijke financiering vanuit SALK-middelen, zal een specifieke link met Limburg gelegd worden in dit dossier. Ook zullen synergiën gerealiseerd worden tussen de nieuwe SOC en de initiatieven Made Different4, Limburg Makes It5 en zal samenwerking gezocht worden met Flanders Synergy. Door Agoria/Sirris, de Vlaamse universiteiten, Flanders DRIVE en FMTC werd een aanvraag ingediend voor de oprichting van een nieuw Strategisch Onderzoekscentrum voor de Maakindustrie. Deze aanvraag werd ten gronde geëvalueerd door IWT, volgens de aanpak beschreven in het Beleidskader voor de steun aan grote kenniscentra t.b.v. innovatie van juli 2005. De Vlaamse Regering 15
keurde op 9 mei 2014 de oprichting van het nieuw strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie goed. De Vlaamse overheid ondersteunt het centrum financieel, van bij de start reeds met een basisfinanciering vanuit de Vlaamse Regering van €8,4 miljoen per jaar, gecombineerd met eenmalige impulsen vanuit het Limburgplan (3,5 miljoen euro), het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (8 miljoen euro) en het interfederaal Pact voor Competitiviteit en Werkgelegenheid (5 miljoen euro) voor de financiering van industriegericht onderzoek. Voor hun werking tot eind 2017 komt dit neer op meer dan 50 miljoen euro aan onderzoeksmiddelen. 11. Opstarten van een Transformatie- en Innovatieplatform voor de Automotive, aanknopend bij de maakindustrie De voertuigenindustrie ondergaat een transitie naar een nieuwe mobiliteitsindustrie waarin ook energieproducenten en dienstenleveranciers deel van uitmaken. De verankering van de positie van de voertuigenindustrie en zijn toeleveringsketting in Vlaanderen sluit aan bij het concept Fabriek van de Toekomst in de maakindustrie, door innovatie als centrale hefboom te nemen voor transformatie. Concreet betekent dit de opstart van de Proeftuin Elektrische Voertuigen en de doorstart van Flanders’ DRIVE als lichte coördinatiestructuur voor de ontwikkeling van de transitie- en transformatiestrategie van de automotive.
11
Opstarten van een Transformatie- en Innovatieplatform voor de Automotive, aanknopend bij de maakindustrie
Uitrol proeftuin EV (2011-Q4)
Goedkeuring Platform en Steunovereenkomst Flanders Drive (2012-Q4);
Gerealiseerd
Stand van zaken: De Vlaamse Regering hechtte op 7 december 2012 haar goedkeuring aan de erkenning van Flanders DRIVE als lichte structuur. voor de voertuigenindustrie (2,56 miljoen euro). De Proeftuin Elektrische Voertuigen loopt. (http://www.proeftuin-ev.be)
16
12. Synergie benutten tussen strategieën van de innovatieknooppunten en het NIB De zes ‘innovatieknooppunten’ zoals bepaald door de Vlaamse Regering in de Conceptnota Innovatiecentrum Vlaanderen, zijn domeinen met veel kennis- en innovatiepotentieel gericht op de belangrijke maatschappelijke uitdagingen voor Vlaanderen. Er is een sterke band met de doelstellingen zoals geformuleerd in het Nieuw Industrieel beleid. Concreet zal de methodiek voor gerichte innovatiestrategieën in de innovatieknooppunten met impact op de industrie verder worden uitgewerkt op basis van de ervaring van de innovatieregiegroepen bouw, eco-innovatie en groene energie. Hierbij is aandacht voor de bevordering van domein- en sectoroverschrijdende clustering en systeeminnovatie, voor de ontwikkeling van een groene economie en voor het uitdragen van Vlaamse innovatiesterkten met groot internationaal technologisch en economisch potentieel.
Input IRG Bouw in RT Bouw (2012-Q4);
12
Beleidsvoorstel gerichte innovatiestrategie voor transformatie met bilan van IRGs Bouw, eco-innovatie en energie (2012-Q4);
Synergie benutten tussen strategieën van de innovatieknooppunten en het NIB
Oproep projecten Sociale Innovatie (2012-Q3); Verlengen Steunovereenkomst Flanders Synergy (2012-Q4)
Gerealiseerd
Stand van zaken: De input van de iRG Bouw werd aan de Rondetafel Bouw meegegeven. De resultaten van de iRG’s eco-innovatie en groene energie zijn in het najaar 2012 opgeleverd.
17
In het kader van een gerichte innovatiestrategie wordt het concept van “slimme specialisatie”, zoals ook door de Europese Commissie en de OESO gehanteerd, voor Vlaanderen erkend en verder ontwikkeld in een methodologie voor het positioneren en aligneren van Vlaamse sterkten in een internationale context. In het kader van een OESO-studie over slimme specialisatie, waarbij Vlaanderen een trekkersrol vervulde, werden twee Vlaamse case-studies uitgevoerd nl. ‘sustainable chemistry’ en ‘nano-for-health’ waarin deze methodologie al wordt uitgetest. In 2011 besliste de Vlaamse Regering als eerste invulling van de nota 'Innovatiecentrum Vlaanderen' een aantal thematische innovatie-initiatieven te erkennen en te ondersteunen. Vanuit verschillende hoeken in de maatschappij is er verhoogde aandacht voor sociale innovatie. Sociale innovatie is een hefboom om belangrijke maatschappelijke uitdagingen te beantwoorden zoals vergrijzing, armoede, zorg, migratie, duurzaamheid, sociale cohesie en diversiteit in Vlaanderen en Europa. In dit kader hechtte de Vlaamse Regering op 7 december 2013 haar goedkeuring aan een eenmalige open oproep rond sociale innovatie waarbij de thema's 'inclusie' en 'verstedelijking' centraal staan. In dit kader aanvaarde de Vlaamse Regering op 7 december 'De Sociale Innovatiefabriek' als instelling voor de indiening van projecten of programma's. Ze hecht meteen ook haar goedkeuring aan de erkenning en basisfinanciering van de lichte structuur 'De Sociale Innovatiefabriek' voor een periode van vier jaar met een totaal bedrag van 2,56 miljoen euro. Hetzelfde geldt voor Flanders' Synergy vzw (2,4 miljoen euro). 13. Ondersteuning van het NIB door Strategische Onderzoekscentra waarborgen Om transformatie door innovatie te realiseren vormt de actieve deelname van de strategische onderzoekscentra (SOC’s) een essentieel element. Via hun beheersovereenkomsten worden zij in het Nieuw Industrieel Beleid ingeschakeld. Concreet worden aandachtspunten in verband met acties en onderzoek die kaderen binnen het Nieuw Industrieel Beleid in de nieuwe beheersovereenkomsten met IBBT, IMEC, VIB en VITO opgenomen en worden goede praktijken uitgewisseld via het SOC-forum.
13
Ondersteuning NIB door Strategische OnderzoeksCentra waarborgen
Gerealiseerd
Beheersovereenkomsten Beheersovereenkomst VITO IMEC, VIB, IBBT (2012) (2011)
18
Stand van zaken: Om de impact van de Strategische Onderzoekscentra te vergroten wordt een nog intensere samenwerking onderling en met alle innovatieactoren nagestreefd. Verder wordt ingezet om de doorstroom naar economische en maatschappelijke valorisatie te versterken. In dat kader werd aan de SOCs ook aangepaste instrumenten aangereikt zoals het Spin-Off Financieringsinstrument SOFI die de oprichting van spin-offs moet stimuleren in het kader van de versterking van het industrieel weefsel. De nieuwe convenanten (de convenant van VITO werd goedgekeurd op de Vlaamse Regering van 20 december 2013) onderstrepen ook de belangrijke rol van de SOC’s bij initiatieven zoals het Innovatiecentrum Vlaanderen en het Nieuw Industrieel Beleid. Ook de onderlinge samenwerking wordt versterkt. Hiertoe wordt er tweemaal per jaar, een overlegforum (SOC-Forum) georganiseerd samen met het departement EWI en de voogdijminister. De betrokkenheid bij de uitbouw van het nieuw industrieel beleid vormt dan ook een thema van het SOC-Forum sinds juni 2012. 14. Innovatief Aanbesteden versneld operationeel maken Om het innovatiegedrag van de Vlaamse ondernemingen verder te stimuleren heeft de Vlaamse Regering een nieuw vraaggedreven innovatie-instrument gecreëerd: het innovatief aanbesteden. Bij het innovatief aanbesteden koopt de overheid innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen (mobiliteit, energiebesparing, vergrijzing, klimaat,…) en om de kwaliteit en efficiëntie van haar dienstverlening te verbeteren. Concreet zal het IWT het Kenniscentrum Innovatief Aanbesteden, dat pilootprojecten uitwerkt, verder versterken om de operationalisering van innovatief aanbesteden te versnellen volgens de doelstellingen van de hieraan verbonden actie 30. De acties A14 (Kenniscentrum Innovatief Aanbesteden) en A30 (Innovatiegericht Aanbesteden in praktijk brengen) lopen parallel. 14
Innovatief Aanbesteden versneld operationeel maken
Vertraging
Voorstel van aanpak (2012-Q4) Beslissing VR over plan van aanpak IA(2013-Q1)
Stand van zaken: De activiteiten van het Kenniscentrum werden verlengd tot eind 2013. Sinds dan werkt het IWT het lopende programma van projecten met Vlaams beleidsdomeinen af. De methode voor PPI (precommercial procurement of innovation) wordt verder 19
ontwikkeld in de context van het Europees project Smart@Fire. Uit de ervaringen met deze ontwikkelingen zijn een aantal belangrijke aandachtspunten naar voor gekomen. Er is nog geen beslissing genomen of deze actie zal verdergezet worden en hoe (zie ook de bredere context in actie 30). 15. Ondersteunen van ‘lead-plants’ Veel van de industriële activiteit in Vlaanderen gebeurt binnen productieafdelingen die behoren tot internationale groepen. De mate van verankering van deze activiteit wordt dus mee beïnvloed door de besluitvorming binnen de internationale groep en door het interne, relatieve belang van de Vlaamse vestiging. Het concept van lead plant heeft hierbij een relevantie. Een lead-plant haalt sterkte uit de aanwezigheid van kennis en vaardigheden, benut deze kennis voor het ontwikkelen van producten en/of processen, en transfereert haar innovaties naar de andere fabrieken van de groep. Zo vormt de lead-plant een belangrijke schakel in het kennisnetwerk van het bedrijf, heeft ze een grotere strategische waarde en zal daardoor een stabielere en zekere toekomst hebben. Bij lead plants is de verankering dus gebaseerd op de verwevenheid met het innovatiesysteem. Concreet zal onderzocht worden hoe lead-plants in hun ontwikkeling ondersteund kunnen worden via het IWT programma van gebundelde haalbaarheidsstudies en andere maatregelen. Het IWT zal daartoe, o.a. op basis van eerder onderzoek, een beleidsvoorstel formuleren.
15
Uitbesteding studieopdracht (2011Q4);
Ondersteunen van lead-plants
Oplevering studie (2012-Q2); Advies IR (2012-Q4); Beleidsvoorstel IWT (2012Q3)
Gerealiseerd
Stand van zaken: Begin 2012 voerde ADLittle in opdracht van het IWT een studie uit naar leadplants in Vlaanderen. Onder andere op basis van deze studie maakte IWT een beleidsvoorstel op voor de aanpak van leadplants. Dit werd op de vergadering van de Industrieraad op 9 oktober voorgesteld en besproken waarbij rechtstreeks aan IWT feedback werd gegeven. Het formele advies van de Industrieraad
20
werd geïncorporeerd in het algemene advies van eind januari 2013. De rol van ‘trekkers’ wordt als generiek thema in het NIB uitgewerkt, o.m. ondersteund door het Steunpunt Ondernemen en Regionale Economie.
16. Een klantgerichte benadering van het instrumentarium voor innovatie en transformatie opzetten Het aanbod van het ondersteunend instrumentarium voor de financiering van innovatie en transformatie moet geïntegreerd en transparant zijn voor de deelnemende actoren en op maat worden gemaakt van hun noden. Hiervoor moet een klantgerichter benadering worden uitgewerkt met als belangrijke aandachtspunten: de onderlinge afstemming van strategie en aanpak tussen de verschillende instrumenten; interne en externe communicatie over de mogelijkheden en regels; stroomlijning van de beslissings-trajecten voor investeringen in meerdere fasen of die op meerdere instrumenten beroep doen. Concreet zullen de betrokken administraties een werkmodel voor een klantgerichter aanbod ondersteuningsinstrumentarium uitwerken via o.m. gezamenlijke opleidingsworkshops tussen de eerste lijndiensten.
16
Opzetten van een klantgerichte benadering van het instrumentarium voor innovatie en transformatie
Gerealiseerd
Gezamenlijke opleidingsworkshop eerste lijnsdiensten (2012-Q4)
van
hun
Werkmodel voor afstemming te valideren door ICI (2013-Q2)
Stand van zaken: Een workshop met PMV, IWT en AO rond het instrumentarium vond op 3 december 2012 plaats. De afstemmingsacties hebben zich nu geconcentreerd op actualisering van de subsidiedatabank en op de kennisuitwisseling (cfr actie 3). 17. Gebruiken van normen, standaarden en regelgeving als hefboom voor innovatie
21
Normen, standaarden en regelgeving hebben een belangrijke invloed op innovatie. Het reglementair kader mag niet remmend werken maar moet in positieve zin innovatie stimuleren door o.m. doelstellingen te stellen die via innovatieve methoden moeten ingevuld worden. We moeten ten gronde onderzoeken in welke mate we hiervan gebruik kunnen maken om transformaties te bevorderen binnen de Vlaamse context, aan de hand van cases zoals b.v. de bouwsector. Concreet zal een expertgroep aan het werk worden gezet om in een rapport een visie en aanpak voor slimme regelgeving ter ondersteuning van innovatie te adviseren.
17
Gebruiken van normen, standaarden en regelgeving als hefboom voor innovatie Gerealiseerd
Oprichting expertgroep (2012Q3);
Rapport expertgroep (2013-Q2)
Stand van zaken: Er is een expertengroep bestaande uit vertegenwoordigers van de normenantennes (van Collectieve Centra) samengekomen op 28 oktober 2012. Vertrekkende hiervan werd aan de hand van concrete cases een visie en aanpak voor slimme regelgeving opgemaakt. Als resultaat van deze verkenningen is een eerste rapport opgemaakt. Door het Enterprise Europe Netwerk werden in het najaar 2013 diverse infosessies georganiseerd rond normalisatie (http://www.enterpriseeuropevlaanderen.be/home/info-roadshow-normalisatie.html). De positieve rol van regelgeving voor industriële transformatie wordt transversaal toegepast, o.m. in het Materialendecreet dat kringloopsluiting bevordert. 18. Draagvlak creëren voor transformatie door innovatie via het nieuwe Innovatiepact. Het innovatiepact legt de afspraken en engagementen vast voor de door de overheid, bedrijfsleven en sociale partners en kennisinstellingen gezamenlijk te bereiken doelstellingen in het kader van de 3%-norm. Het innovatiepact sluit aan bij de conceptnota ‘Innovatiecentrum Vlaanderen’ en biedt ook de mogelijkheid om draagvlak voor transformatie door innovatie te versterken. Concreet wordt in overleg met de betrokken stakeholders toegewerkt naar het afsluiten van nieuw innovatiepact dat mee ondersteuning kan geven aan de industriële innovatieagenda. 22
18
Draagvlak creëren voor innovatie door transformatie via het nieuwe Innovatiepact
Niet ok
Ondertekening Pact (2013-Q2)
Stand van zaken: Deze actie werd niet gerealiseerd.
23
Sociale Pijler: Competentieontwikkeling en arbeidsorganisatie Pijler 3: competentieontwikkeling en arbeidsorganisatie (juni 2014: aantal acties: 9)
1 gerealiseerd op schema met vertraging 8
niet OK onbekend
Essentieel voor de transformatie is de koppeling van het competentie- en arbeidsmarktbeleid aan het NIB. Hierbij staan twee belangrijke processen centraal: de uitrol van het loopbaanakkoord met engagementen van de sociale partners voor prioritaire acties in de transitie van jobzekerheid naar loopbaanzekerheid (actie 19) en de hervorming van het secundair onderwijs met de implementatie van het actieplan STEM en het werkplekleren (acties 20 en 25).
24
Daarbij voegt zich een actie voor het bevorderen van excellente partnerschappen voor competentieontwikkeling (actie 24). Andere specifieke acties zijn gericht op het versterken van de voorlichting bij studiekeuzes ten gunste van wetenschappelijk-technologische richtingen en een imagocampagne voor de stimulering van carrières in de industrie. 19. Via loopbaanbeleid evolueren van jobzekerheid naar werk- of loopbaanzekerheid Gezien de huidige uitdagingen op de arbeidsmarkt moeten we niet enkel inzetten op jobzekerheid, maar vooral ook op loopbaanzekerheid. Meer mensen aan de slag krijgen in meer werkbare en gemiddeld langere loopbanen evenals de competitiviteit van onze bedrijven versterken, vormen de centrale doelstellingen van een nieuwe loopbaanvisie en –akkoord. Het loopbaanakkoord schept eveneens het kader om in de toekomst meer maatwerk te bieden op de arbeidsmarkt en focust op drie scharniermomenten in de leer- en werkloopbaan van mensen: de overgang van leren naar werken, van werkloos zijn naar werken en van de ene naar de andere job. Daarnaast is er ook aandacht voor de positie van de kansengroepen. Concreet schuiven de sociale partners en de Vlaamse Regering strategische actielijnen naar voren. Uit dit geheel worden voor 2012-2013 prioritaire acties geselecteerd. Hierbij gaat het om het voorkomen en remediëren van ongekwalificeerde uitstroom, het versterken van de positie van 50-plussers op de arbeidsmarkt, het uitwerken van een nieuw kader voor loopbaanbegeleiding en dit structureel uitbouwen in het Vlaams werkgelegenheidsbeleid.
19
Via loopbaanbeleid evolueren van jobzekerheid naar werken loopbaanzekerheid
Gerealiseerd
Loopbaanakkoord (2012-Q2), operationalisering prioritaire Implementatie prioritaire acties 2012-2013 & acties op kruissnelheid implementatie prioritaire acties (2013-Q4) (2012-Q4)
Stand van zaken: (Opmerking: deze actie heeft de status ‘Gerealiseerd’, maar is een actie die niet is afgelopen en een continu karakter heeft) De operationalisering en de implementatie van acties uit het loopbaanakkoord is in volle gang. Binnen het luik van “remediëring van de ongekwalificeerde uitstroom” wordt de nadruk gelegd op maatwerk. Diverse acties krijgen vorm en werden gelanceerd binnen 25
het loopbaanakkoord. We geven hier enkele voorbeelden mee. Via de werkinlevingsacties naar jongeren willen we op termijn komen tot een kwalificatieplicht en werkervaringsgarantie voor de hele groep van ongekwalificeerde schoolverlaters. De werkinlevingsprojecten zijn op 1 februari 2013 van start gegaan in 11 centrumsteden. Op 1 maart volgden Antwerpen en Gent. Ook buiten de centrumsteden kunnen instapstages georganiseerd worden. Ook sectorale sociale partners zijn een belangrijke partner. Bedoeling is dat zij acties opzetten rond de thema’s werkplekleren en werkbaarheid. De ESF-oproepen voor sectoren werden gelanceerd. Ondertussen zijn reeds 20 sectoren aan de slag gegaan met een project rond werkbaarheid en 11 sectoren met een project rond werkplekleren. In het kader van loopbaanbegeleiding werd het nieuwe besluit goedgekeurd. Vanaf 1 juli 2013 kunnen burgers een loopbaancheque aanvragen bij VDAB voor het volgen van loopbaanbegeleiding bij een gemandateerd centrum. Verder zijn er de acties naar ouderen zoals de stapsgewijze uitbreiding van de systematische begeleidingsaanpak. De systematische aanpak is de specifieke begeleidingsaanpak voor nieuwe ingestroomde 50+werkzoekenden. Deze aanpak startte in 2009 en werd stelselmatig uitgebreid tot de leeftijd van 60 jaar vanaf 1 april 2014. Sinds 1 januari 2014 wordt ingezet op een kwalitatieve versterking en bijsturing van de aanpak. Sinds 1 januari 2013 is er bovendien een nieuwe regelgeving van kracht voor de tewerkstellingspremie 50+ met bedragen die voortaan bepaald worden op basis van de leeftijd en de werkloosheidsduur. Met de premie 50+ wil de Vlaamse overheid de aanwerving van werkloze vijftigplussers aanmoedigen, vooral ook van 55plussers die onder de oude regeling ondervertegenwoordigd waren. Met deze acties als voorbeeld kunnen we stellen dat de uitrol van het loopbaanakkoord op schema zit. 20. Vernieuwingsprocessen schoolloopbaan promoten De transformatie van de industrie biedt een kans én een noodzaak om tot een vernieuwing te komen op vlak van de relatie onderwijs en arbeidsmarkt. In eerste instantie moeten we jongeren warm maken voor ‘technische’ richtingen. De hervorming van het secundair onderwijs creëert opportuniteiten voor het industrieel onderwijs om bij verbreding van de opleidingen de technische en technologische componenten te versterken. Concreet maken we de keuze voor technische richtingen in het secundair onderwijs aantrekkelijker via het actieplan wiskunde, wetenschappen en techniek (actieplan STEM). Daarnaast zal de onderwijskiezer (www.onderwijskiezer.be) objectieve informatie aanleveren over alle mogelijke keuzes in technische en beroepsopleidingen. De regionale Centra voor Leerloopbaanbegeleiding zullen via oriënterend advies deze rol op zich nemen voor volwassenen met leervragen en –noden.
26
20
Oriëntatie hervorming SO (2011-Q2); start onderwijskiezer (2011-Q3)
Vernieuwingsprocessen schoolloopbaan promoten
Vertraging
Conceptnota vernieuwingsprocessen (2012Q2); Operationalisering en implementatie (2012-Q4); Conceptnota leerloopbaanbegeleiding (2012-Q1); Actieplan STEM (2012-Q1);
Voorontwerp van decreet vernieuwingsprocessen (2013-Q1); goedkeuring Vlareg (2013-Q2); opstart centra leerloopbaanbegeleiding (2013-Q3)
Stand van zaken: Voor de hervorming secundair onderwijs werd in het eerste semester 2013 een masterplan door de Vlaamse Regering goedgekeurd (zie http://www.vlaamsparlement.be/vp/pdf/20122013/masterplan_hervorming_so.pdf ). De samenwerkingsovereenkomsten van de consortia volwassenenonderwijs werden hernieuwd en ondertekend. Hierin zijn vier prioritaire elementen opgenomen. Een daarvan is leeradvies en oriëntering. Het is de bedoeling dat er samengewerkt wordt en dat middelen samengelegd worden om over heel Vlaanderen een minimale dienstverlening in deze context te behouden en de opgebouwde expertise niet verloren te laten gaan. Dit alles gebeurt in afwachting van een eventueel alternatief voor de oorspronkelijk bedoelde centra voor leeradvies en oriëntering (in de loop van het traject was dit de benaming geworden in plaats van centra voor leerloopbaanbegeleiding).
21 en 22. Versterken van het technisch en industrieel onderwijs, hoger beroepsonderwijs in industrie en uitbreiden van het werkplekleren. Binnen het Nieuw Industrieel Beleid is het versterken van het technisch en industrieel onderwijs cruciaal, zowel door specifieke onderwijsrichtingen als door een meer praktijkgerichte onderwijsvorm. Het hoger beroepsonderwijs in industrie, dat ontbrekende opleidingen tussen secundair en hoger onderwijs invult, is een belangrijk thema om verder te onderzoeken door de industriële sectoren. De uitbreiding van werkplekleren in het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs biedt perspectieven voor
27
leerlingen, scholen en lesgevers. Hierbij is het belangrijk om de kwaliteit van werkplekleren te verzekeren en de zichtbaarheid van werkplekleren te verhogen. Concreet wordt werkplekleren beter gepromoot en zullen het Hoger Beroepsonderwijs en werkplekleren verder worden uitgewerkt via omzendbrieven. Deze Actie combineert twee acties uit het Witboek
21-22
Versterken van het technischen industriële onderwijs, hoger beroepsonderwijs in industrie en uitbreiden van het werkplekleren
Gerealiseerd
Brochure werkplekleren (2011Q3); start projecten contextspecifieke leidraad (2011-Q3); studie juridisch advies statuten en vergoedingen werkplekleren (2011Q4); verspreiding gids werkplekleren (2011Q4)
HBO - opstart (2012-Q3); Opmaak omzendbrief werkplekleren voltijds SO (2012-Q2)
Voorontwerp van decreet (2013-Q1); Goedkeuring Vlareg (2013-Q2)
Stand van zaken: Goedkeuring Vlareg (2013-Q2): het decreet betreffende de versterking van het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen werd definitief goedgekeurd in het Vlaams Parlement (http://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2012-2013/g2067-5.pdf) 23. Verbeteren van de aantrekkingskracht van de industrie voor talent Een positief imago verhoogt de aantrekkingskracht van onze industrie bij jobkeuze. Daarbij zal de Fabriek van de Toekomst als wervend verhaal gebruikt worden. Concreet zal een communicatiecampagne uitgewerkt worden die de Fabriek van de Toekomst in de kijker zet met concrete voorbeelden, waarbij de Open Bedrijvendag 2012 als startpunt zal dienen. 28
23
Opmaak campagne (2012-Q4); Lancering bestek OBD (2012Q1); Open bedrijvendag (2012- Uitrol campagne Q4)
Verbeteren van de aantrekkingskracht van de industrie voor talent
Gerealiseerd
Stand van zaken: Communicatie is een strategisch element in het NIB daarom werd in de tweede helft van 2012 een communicatiestrategie opgezet ( analyse, plan van aanpak, creatie van de communicatietools) die uitgerold wordt in 2013. Hierbij is de vertaalslag van een complexe en conceptuele analyse naar de realiteit van de wereld van de actoren ( bedrijven, clusters, kennisinstellingen, vormingswereld, enz ) van groot belang. De communicatie rond NIB werd verder uitgewerkt via de opmaak van een Nederlandstalige en Engelstalige brochure. Ook werd het mediaplatform www.nieuwindsutrieelondermenen.be gelanceerd. In 2013 werd de Open Bedrijvendag georganiseerd met als centraal thema ‘NIB’. In het kader van het NIB-event op 13 en 14 maart 2014 werd een job- en stagebeurs georganiseerd die werd bezocht door ca. 800 bezoekers.
24 en 25. Introduceren van een flankerend excellent partnerschappenbeleid We streven naar een flankerend excellent partnerschappenbeleid. Een excellent partnerschap is een samenwerkingsverband tussen verschillende actoren op de arbeidsmarkt, regionale en lokale belanghebbenden zoals de sectorale partners, bedrijven en instellingen, opleidings-, onderwijs-, en wervingsactoren. Het betreft vrije, resultaatsgerichte associaties waarbij de partners mekaar vinden om door hen vastgelegde doelstellingen te realiseren. Deze doelstellingen hebben betrekking op het aantrekken, ontwikkelen, opleiden, certificeren, kwalificeren van leerlingen, studenten, cursisten, werkenden - waaronder ook leerkrachten - in functie van de geconstateerde lacunes op de arbeidsmarkt. De partners werken hierdoor afgestemd en efficiënt (synergie op ieders kernopdracht, infrastructuur, inzet personeel). Excellente partnerschappen zijn geen doel op zich maar een middel om beleidsdoelstellingen te realiseren. Echter om het middel van excellente partnerschappen te kunnen inzetten, dienen ze gestimuleerd en ondersteund te worden waar nodig. Het uitdenken en uitwerken van een flankerend excellent partnerschappenbeleid is dus aangewezen. 29
Concreet werd een stuurgroep opgericht om partnerschappen te inventariseren en een serie werkbezoeken bij leerrijke cases te organiseren. De aanbevelingen van deze stuurgroep worden geoperationaliseerd via de uitrol van een actieplan met volgende onderdelen: informeren en sensibiliseren, aanpakken van knelpunten, het uitwerken van een ondersteunende handleiding en het meten van effecten. Deze Actie combineert twee Acties van het Witboek
24-25
Introduceren van een flankerend excellent partnerschappenbeleid
Vaststellingennota (2012-Q1); Oprichting van een Werkbezoeken bij een selectie Start operationalisering stuurgroep "excellente van leerrijke cases (2012-Q2). aanbevelingen (2013centra"; inventaris Nota aanbevelingen voor de Q1) samenwerkingsverbanden stuurgroep (2012-Q2) Gerealiseerd
Stand van zaken: (Opmerking: deze actie heeft de status ‘Gerealiseerd’, maar is een actie die niet is afgelopen en een continu karakter heeft) In 2013 – 2014 blijven we het concept en de partnerschappenfilosofie in het vaandel dragen en zullen we in deze legislatuur verder in zetten op ‘informeren en sensibiliseren via het vertalen van deze filosofie in diverse beleidskaders. Daarnaast blijven we ook aandachtig voor bepaalde knelpunten (vb. de wet op de overheidsopdrachten) die partnerschappen kunnen fnuiken en zoeken we daarvoor naar pragmatische oplossingen. In het kader van Vlaanderen in Actie blijven de excellente partnerschappen (‘Iedereen mee, iedereen actief) één van de 13 transitiethema’s en een belangrijke methodiek en rode draad ook doorheen de andere ViAtransities. 26. Mobiliseren van industriële talenten via wetenschapscommunicatie Het wetenschapscommunicatiebeleid wil het maatschappelijk draagvlak voor wetenschap, technologie en innovatie verhogen en ook jongeren hierbij actief betrekken. Hiervoor is een breed communicatieplan opgezet dat ook de keuze voor carrières in wetenschap en technologie wil bevorderen (gelinkt aan het STEM-actieplan).
30
Concreet kunnen binnen het beleid in wetenschapscommunicatie activiteiten zoals de Roger Van Overstraeten Society (RVO society vzw) en het project “de wereld aan je voeten” van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging (KVIV) bijdragen tot het aantrekken en ontwikkelen van wetenschappelijk, technologisch en innovatief talent.
Nieuwe beheersovereenkomst RVO society (2012-Q4),
26
Mobiliseren van industriële talenten via wetenschapscommunicatie
goedkeuring verlenging project "de wereld aan je voeten" (2012-Q4)
Gerealiseerd
Stand van zaken: Op 30 november 2012 keurde de Vlaamse Regering een subsidie goed van 175.000 euro aan ie-net vzw voor het coördineren van het project 'De wereld aan je voeten! Kiezen voor wetenschap, technologie en ondernemen in a global world' in het schooljaar 2012-2013. Het doel van het project bestaat erin om jongeren van de derde graad ASO en TSO te motiveren om bij hun studiekeuze voor het hoger onderwijs te kiezen voor opleidingen die aanzetten tot beroepen in wetenschappen en technologie en internationaal ondernemerschap. Het project wordt al sinds de opstart in 2008 ondersteund door het departement Economie, Wetenschap en Innovatie, het Agentschap Ondernemen en het departement Onderwijs en Vorming. Alle info op www.dewereldaanjevoeten.be
De campagne Richting Morgen die door de Vlaams minister voor innovatie werd gelanceerd, in 2012, wil zoveel mogelijk mensen warm maken voor wetenschap, technologie en innovatie en hun toepassingen in onze samenleving. http://www.richtingmorgen.be/ Het Convenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en Roger Van Overstraeten Society vzw werd door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 14 juni 2013. Het Convenant werd ondertekend op 27 juni 2013.
31
27. Werkgroep Industrieel Talent oprichten Indien bij uitvoering van de competentiepijler van het Nieuw Industrieel Beleid hiaten zouden opduiken, kan een werkgroep industrieel talent worden samengebracht, als forum om mogelijke vervolgacties invulling te geven. Concreet zal een stuurgroep worden opgericht om deze actie verder in te vullen. 27
Werkgroep Industrieel Talent oprichten
Oprichting stuurgroep voor invulling (2012-Q3)
Gerealiseerd
Stand van zaken: De doelstelling van deze actie namelijk met een vertegenwoordigers en experts nadenken en acties ontwikkelen om industrieel talent te stimuleren wordt integraal opgenomen binnen actieplan STEM. Ook in de uitvoering van bovenstaande acties rond excellent partnerschappenbeleid en wetenschapscommunicatie is hier aandacht voor.
32
Infrastructuur-pijler: Ondersteunend infrastructuurbeleid Pijler 4: ondersteunend infrastructuurbeleid (dec 2013 - aantal acties : 3)
gerealiseerd op schema met vertraging niet OK 3
onbekend
In deze pijler wordt gefocust op de rol van de financiële overheidsinstrumenten voor het stimuleren van een lange termijnaanpak voor transformaties, in het bijzonder op het vlak van ondersteunende infrastructuren die vaak bepalend zijn voor systeeminnovaties.
33
Een eerste actie (actie 28) richt zich op de lange termijn investeringscapaciteit van de overheid voor het bevorderen van kritische netwerkinfrastructuren die cruciaal zijn bij de transformatie. Een tweede actie is specifiek gericht op een lange termijnkader voor investeringen in onderzoeks- en innovatie-infrastructuur (actie 29). Een derde actie wil het innovatief aanbesteden in alle departementen uitrollen als hefboom van een vraaggericht innovatie- en transformatiebeleid (actie 30). 28. Uitbouwen van kritische infrastructuur en netwerken voor systeeminnovatie Systeeminnovatie in domeinen zoals energie, mobiliteit, gezondheid, gaat gepaard met ondersteunende infrastructuren zoals intelligente netwerken. Het overheidsbeleid heeft hierop impact via regelgeving en voorziening van het nodige budget. Strategische beleidscapaciteit is noodzakelijk voor het maken van lange termijnkeuzes, voor het benutten van synergiën en voor het ontwikkelen van eventuele publiek-private samenwerking. Concreet is een eerste stap de oprichting van een expertgroep om een meerjarenplanning voor kritische infrastructuur in systeeminnovatie scherp te stellen.
28
Uitbouwen van kritische infrastructuur en netwerken voor systeeminnovatie
Werkgroep inventarisatie (2012-Q3)
Vertraging
Expertgroepen (2013Q1)
Rapport voor VR (2014-Q1)
Stand van zaken: Een eerste inventarisatievraag is gesteld aan de transitiemanagers ViA. Resultaat was dat smart grids als belangrijke infrastructuur naar voor werd geschoven. In december werd door het departement Economie, Wetenschap en Innovatie een expertengroep georganiseerd, met medewerking van Urbain Vandeurzen, Karel Vinck, Johan Van Helleputte, Dirk Boogmans, Johan Moyersoen, Jean-Claude Bürgelman, Wim Dewaele en Alex van Breedam, om de inventarisatie verder aan te vullen. Hierbij kwam het concept van “slimme steden” als integrator sterk naar boven. Hierrond kan concreet invulling gegeven worden naar ondersteunende infrastructuur voor ICT, smart grids, energieneutraliteit, mobiliteit. 34
Om dit verder te concretiseren neemt Vlaanderen deel aan een project van de OESO over ‘systeeminnovatie’, samen met een twaalftal landen, waarin de beleidsontwikkeling voor de aanpak van transities centraal staat aan de hand van case-studies. Er wordt daarbij gefocust op de rol van kritische infrastructuren. De rol van ‘slimme steden’ als grootschalige demonstratieruimten (proeftuinen / living labs) voor systeeminnovaties op gebied van energie, mobiliteit, zorg enz komt aan bod. De definitieve resultaten hiervan worden eind 2014 verwacht, eerste samenvattingen van de case studies worden eind juni afgeleverd. 29. Uitbouwen van O&O- en innovatie-infrastructuur Een performante infrastructuur voor innovatie, onderzoek en ontwikkeling is een specifiek onderdeel van de infrastructuur van de toekomst en kan tevens een factor van verankering van de Fabriek van de Toekomst vormen. Een meer systematische ontsluiting van de bestaande onderzoeksinfrastructuur, open innovatiesamenwerking en een efficiënt beheer van investeringen in netwerkverband zal voldoende kritische massa creëren voor een kennisinfrastructuur met internationale aantrekkingskracht. Concreet is een eerste stap de inventarisatie en systematische openstelling van de infrastructuur voor innovatie, onderzoek en ontwikkeling, gefinancierd door de overheid. Dit moet leiden tot een strategisch investeringsplan voor bijkomende infrastructuur in de periode 2014-2020, afgestemd op de Vlaamse prioriteiten in Horizon 2020 en gericht op de ondersteuning van prioritaire clusters. Tevens zal i.s.m. de industrie een trans-sectoraal managementmodel voor open productie- en innovatie-infrastructuur in de industrie worden opgezet.
35
Conceptnota (2012-Q3)
29
; Publicatie inventaris van beschikbare onderzoeksinfrastructuur gefinancierd door Hercules (2012-Q2);
Uitbouwen van O&O- en innovatie-infrastructuur
Raadpleging bedrijven over Vlaamse prioriteiten voor ESFRI-infrastructuur (201Q3); infrastructuur van belang voor KETs (2012-Q3);
Vertraging
Actieplan voor open productie- en innovatiestructuren (2013-Q1); Uitbreiding inventaris onderzoeksinfrastructuur met grote infrastructuur van universiteiten (2013Q3); aanpassing Herculesbesluit voor cofinanciering en comanangement door bedrijven; (2013-Q2); Inventarisatie en openstellingsplan (2013Q1); prioriteitenplan investeringen (2013-Q3)
Stand van zaken: De inventarisatie van grote O&O-infrastructuur gebeurt via de Herculesstichting. De inventarisatie van open innovatieinfrastructuren is gestart in het voorjaar van 2013 (zie ook actie 4). De eerste Vlaamse TIER1 supercomputer is volledig operationeel en staat open voor bedrijven. Momenteel gebruiken twee bedrijven deze reeds en er wordt onderhandeld met een bedrijf over een langlopend contract. Eind 2014 wordt een event georganiseerd om HPC bekend te maken bij Vlaamse bedrijven en non-profit organisaties. De planning van toekomstige behoeften aan strategische infrastructuren zal een vast onderdeel worden van de ‘roadmapping’ die als instrument voor clusterontwikkeling wordt gelanceerd (o.m. Roadmaps voor de Key Enabling Technologies worden door IWT gesteund).Als onderdeel van de open projectoproep ‘Roadmaps voor economische uitdagingen’ is bovendien ruimte voorzien voor de ondersteuning van de demonstratiefase in de innovatieketen. Het Actieplan zal worden aangepast in die zin, zodat deze inventarisaties kunnen gebruikt worden voor een lange termijnplanning in een Europees kader van O&O-infrastructuur tot en met demonstratie- en pilootinfrastructuur, met oog voor de prioriteiten in de beleidscyclus 2014-2019 (o.m. wat betreft slimme specialisaties).
36
30. Innovatiegericht aanbesteden in praktijk brengen in heel de overheid De overheid speelt een belangrijke rol in de vraag naar innovatie via haar investerings- en aankoopbeleid. Via innovatief aanbesteden geven we een impuls aan de innovatiedynamiek in de economie, o.m. aan innovatieclusters in de ontwikkeling van kritische infrastructuren, en aan een kostenefficiënte en hoogwaardige dienstverlening die de competitiviteit van de economie versterkt. Concreet zal het Kenniscentrum Innovatief Aanbesteden een actieplan opstellen om een operationeel instrument uit te werken om innovatief aan te besteden, om het aandeel van innovatieve aanbestedingen binnen onze totale aanbestedingsportefeuille te verhogen en om een leernetwerk van overheidsmanagers voor een versnelde aanwending van het instrument uit te bouwen. (De acties A14 (Kenniscentrum Innovatief Aanbesteden) en A30 (Innovatiegericht Aanbesteden in praktijk brengen) lopen parallel).
30
Opzetten van interdepartmentale werkgroep (2012-Q3); Inventarisatie (opzetten meetinstrument innovatief aanbesteden) (2012Q4)
Innovatief aanbesteden in praktijk brengen in heel de overheid
Leernetwerk aankoopmanagers (2013Q2); Voorstel actieplan (met objectieven van departmenten) (2013-Q3)
Vertraging
Stand van zaken: Het innovatief aanbesteden in praktijk brengen in het geheel van de Vlaamse Overheid werd opgenomen in de nota rond duurzaam aankopen goedgekeurd op 11 oktober 2013 door het CAG. Een interdepartementale werkgroep innovatiestimuleren via overheidsopdrachten (EWI/IWT, BZ, DAR) werd opgestart. De gemaakte afspraken zijn: o Generiek niveau voor de Vlaamse overheid: -
identificatie van opportuniteiten en knelpunten voor innovatiegericht aanbesteden binnen het huidige legistieke kader; 37
-
draagvlak creëren op politiek en administratief niveau, d.w.z. bij politici, administratieve leidinggevenden en beleidsmakers, voor het verhaal van innovatiegericht aanbesteden: nota (wetgevend kader, mogelijke knelpunten, belang van draagvlakcreatie, sensibilisering, …) in voorbereiding (tegen medio augustus) voor draagvlakcreatie rond innovatiegericht aanbesteden (via het CAG);
o Op niveau van beleidsdomein: -
twee beleidsdomeinen selecteren waarvoor de (type)bestekken, lastenboeken, … ten gronde worden doorgelicht op hun innovatiegerichtheid. Doel: uitwerken van twee gevalstudies die later in het traject kunnen worden aangewend als “best practices” voor sensibilisering (van aankopers), overtuiging (van IF, Rekenhof, …), …;): verkennende gesprekken met AFM en MOW voor de uitrol van twee gevalstudies op het niveau van beleidsdomeinen.
Op Europees vlak wordt er deelgenomen aan de ERAC taskforce rond innovatief aanbesteden. Voor december 2014 wordt er een ERAC rapport met aanbevelingen voor innovatief aanbesteden (PCP/PPI) gepland.
38
Ondersteunende en begeleidende acties: Begeleidende en ondersteunende acties (juni 2014 - aantal acties: 20)
1
3 gerealiseerd op schema met vertraging 16
niet OK onbekend
Naast de acties onder de vier grote beleidspijlers zijn er nog twee types acties die het actieplan van het NIB vervolledigen. Ten eerste, de acties voor de ontwikkeling van een strategische managementstructuur van het industrieel beleid. Die is gericht op een sterk maatschappelijk draagvlak via interactie met alle betrokken actoren, met de oprichting van een Industrieraad (actie 32), en de erkenning van de rol van de SERV (vernieuwend sectorbeleid) en de VRWI (innovatieregiegroepen) in het proces om strategische transformatieplannen uit te werken (acties 35 en 36). Een strategische mogelijkheidsvoorwaarde van het NIB als geïntegreerd beleid is het Interministeriële Comité Industrie (actie 31) Tevens wordt een interdepartementale coördinatie opgericht 39
om die beleidscoördinatie in praktijk te brengen (actie 33), gesteund met een studiecapaciteit en een adviserende functie om opportuniteiten voor clustervorming te detecteren (acties 37, 38 en 39). Ten tweede zijn er verschillende acties binnen een nieuw flankerend industrieel beleid. Die vertrekken vanuit het belang van een transparant regelgevend kader (actie 40). Een belangrijke groep acties zijn gericht op de versterking van de kostenefficiëntie en productiviteit van de industrie ten aanzien van intermediaire productiefactoren zoals energie, materialen en transport in het kader van een duurzaam industrieel beleid (acties 42 tot 47). Ook zijn gerichte acties gepland om investeringen aan te trekken naar prioritaire clusters en om internationalisering via gerichte export te helpen bevorderen (acties 48 en 49). Tot slot is de internationale afstemming van het Vlaams industrieel beleid, en vooral de afstemming met het federaal beleid een voortdurend actiepunt (actie 50). 31. Oprichten van een Interministerieel Comité Industrie Het Interministerieel Comité Industrie (ICI) staat garant voor de coherentie en de dynamiek van de uitvoering van een geïntegreerd industrieel beleid, met capaciteit tot snelle beslissingen en bijsturing dank zij directe communicatie tussen de leidinggevenden in de beleidsdomeinen. Tevens wordt aandacht besteed aan een efficiënte rapportering over voortgang en te beslissen zaken, wordt het Nieuw Industrieel Beleid op de agenda van de Vlaamse Regering geplaatst, zodat ook de andere ministers betrokken zijn, en wordt een operationele structuur voor de samenwerking tussen de beleidsdomeinen politiek afgestemd. Concreet betekent dit de oprichting van een Bureau van het ICI (alle leidinggevenden in de domeinen economie, innovatie, werk) en de organisatie van gecoördineerde communicatie naar buiten en tussen betrokken beleidsdomeinen over alle NIBgerelateerde activiteiten (communicatie-cel).
31
Oprichten van een Interministerieel Comité Industrie
Opstart (2011-Q3)
Gerealiseerd
Het Bureau van het ICI werkt sinds september 2011 met maandelijkse bijeenkomsten voor de opvolging van het Actieplan en verdere ontwikkeling van het NIB.
40
32. Oprichten van een Industrieraad De Industrieraad is een nieuw, onafhankelijk raadgevend orgaan voor de oriëntatie van de beleidsontwikkeling door het Interministerieel Comité Industrie (ICI). Samengesteld uit personaliteiten uit de industrie met een sterke reputatie en erkende experten, geeft deze raad weerklank aan het Nieuw Industrieel Beleid. Concreet zal deze Industrieraad worden geïnstalleerd met de opdracht om adviezen aan de ICI te verstrekken inzake oriëntatie van het beleid, in het bijzonder voor het voeren van een coherent, gericht clusterbeleid en evaluatie door middel van internationale benchmarking.
32
Oprichten van een Industrieraad
Gerealiseerd
Opstart (2011-Q4)
De Industrieraad is eind 2011 opgestart o.l.v. Wouter De Geest voor het geven van adviezen aan het Interministerieel Comité Industrie op vraag over diverse Acties in het Actieplan en op eigen initiatief. 33. Organiseren van een operationele ondersteuning via een interdepartementale structuur De operationele ondersteuning en rapportering van het geïntegreerd industrieel beleid aan het Interministerieel Comité Industrie (ICI) gebeurt via een interdepartementale coördinatiestructuurtussen alle betrokken departementen, gecoördineerd door het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI). Concreet wordt een ‘Operationele Cel’ samengesteld uit de departementen EWI en WSE, met een secretaris van het departement EWI, voor de dagelijkse ondersteuning van de managementstructuur van het Nieuw Industrieel Beleid en wordt de interdepartementale coördinatie samengesteld onder voorzitterschap van EWI. De betrokken departementen beoordelen welke agentschappen deelnemen.
41
33
Organiseren van een operationele ondersteuning via een interdepartementale structuur
Opstart (2011-Q3)
Gerealiseerd
Sinds september 2011 komt de Interdepartementale Coördinatie voor het NIB om de twee à drie maanden bij elkaar om de voortgang van het Actieplan te bespreken. 34. Opstellen van actieplannen voor transformatie door de industrie In opvolging van de Staten-Generaal voor de Industrie stimuleren we de industrie om actieplannen voor transformatie op ter stellen. Hiervoor staat o.m. een vernieuwend sectorbeleid met Rondetafels ter beschikking maar kunnen ook andere kanalen gebruikt worden om een breed draagvlak te mobiliseren. Deze actieplannen zijn een leidraad voor de ontwikkeling van toekomstgerichte clusters en worden overlegd met de Vlaamse Regering Concreet zal een proces worden gestart voor het opstellen en afleveren van strategische actieplannen in de periode 2012-2014 vanuit geïdentificeerde sectoren en clusters met sterke opportuniteiten voor Vlaanderen. Hierbij kunnen Innovatieregiegroepen ook een belangrijke input geven. Ad hoc initiëring en aansturing van de Rondetafels door het Interministerieel Comité Industrie (ICI) gebeurt in overleg met de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).
34
Proces opstarten voor opstellen van actieplannen voor Ronde Tafel Creatieve geïdentificeerde clusters (Q4Afleveren Actieplannen Industrie (2011-Q2) 2012)
Opstellen van actieplannen voor transformatie door de industrie
Afleveren Actieplannen
Gerealiseerd
Stand van zaken: In uitvoering van de Conceptnota ‘Slimme specialisatiestrategie voor gericht clusterbeleid’ (aangenomen door de Vlaamse regering op 8 maart 2013) wordt de methodiek van ‘roadmapping’ ontwikkeld om actieplannen met een duidelijke strategische focus, 42
internationale positionering en engagementen van de betrokkenen uit te werken. FISCH werkt al sinds 2012 met deze methodiek. Door OVAM wordt in samenwerking met DAR en EWI een roadmapping voor de kringloopeconomie uitgevoerd in 2013, toegespitst op de sectoren bouw, chemie / kunststoffen, biomassa-reststromen en kritieke metalen. Voor Fedustria werd ook reeds een dergelijke oefening gestart in het kader van de Oproep ‘Fabriek voor de Toekomst’. Fevia en Boerenbond zijn een transformatietraject voor agro-food aan het verkennen. DSP Valley en Flanders Bio bereiden een traject voor rond ‘nano for health’. Voor deze Vlaamse roadmaps wordt ondersteuning gegeven via oproepen van IWT (KET roadmaps) en AO (roadmaps voor economische uitdagingen). In oktober 2013 besliste het IWT 5 studies te steunen waarin telkens een roadmap uitgewerkt wordt die de impact van de KET op Vlaams niveau beschrijft. Het opstellen van deze roadmaps gebeurt door brede consortia van Vlaamse stakeholders. De thema’s zijn micro- en nano-electronica, fotonica, industriële biotechnologie, geavanceerd materialen en geavanceerd fabricatiesystemen en –processen. Door het Agentschap Ondernemen werd de Open projectoproep ‘Roadmaps voor economische uitdagingen’ gelanceerd. Met deze open projectoproep wil de Vlaamse overheid projecten ondersteunen van samenwerkende bedrijven die zich willen engageren om het vermarktingspotentieel van een industriële vernieuwing samen te onderzoeken en vast te leggen in een roadmap. Deze open oproep richt zich tot consortia van bedrijven, ondersteund door kenniscentra, sectorfederaties, bedrijfsgroeperingen, … De drie testtrajecten (Duurzame chemie, Additive manufacturing en kritieke metalen), die werden opgezet voor het ontwikkelen van een governance en werkmodel voor een speerpuntclusterbeleid in de volgende regeerperiode, werden afgerond met drie eindnota’s die de bevindingen omschrijven van elk testtraject. Op basis van deze eindnota’s werd een synthesenota gemaakt met aanbevelingen die als input moet dienen voor de beleidsnota gericht clusterbeleid voor de volgende regering. 35. Starten van Nieuwe Rondetafels voor een vernieuwend sectorbeleid Via de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) wordt het sectoroverleg in het vernieuwend sectorbeleid ingeschakeld. We werken het transformatiebeleid van het NIB uit met een specifiek beleid op het niveau van sectoren en clusters. Met een methodiek voor nieuwe Rondetafels die een strategische agenda voor transformatie opstellen en deze stelselmatig implementeren moet een breed maatschappelijk draagvlak van de transformatie worden gegarandeerd. 43
Concreet wordt overleg over het vernieuwend sectorbeleid opgestart in de schoot van het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC) en zullen de sociale partners voor geïdentificeerde sectoren afstemmen over een startagenda en startsamenstelling voor deze nieuwe Rondetafels.
35
Starten van Nieuwe Rondetafels voor een vernieuwend sectorbeleid
Nota aanpak Nieuwe Start RT Bouw (2012-Q1) Rondetafels (2011-Q3)
Gerealiseerd
Rapport over pilootervaring Bouw en aanpak andere cases (2013-Q1)
Uitvoering nieuwe Rondetafels
Stand van zaken: De Rondetafel Bouw die als piloot voor een vernieuwend sectorbeleid werd uitgekozen heeft op 21 februari 2012 een eindrapport overgemaakt dat zou besproken worden op het VBOC van 30 mei voor conclusies over een eventueel natraject. Deze vergadering is echter uitgesteld. Ondertussen heeft een Task Force Bouwinnovatie op vraag van de minister van innovatie een roadmap uitgewerkt voor energiezuinige renovatie bij residentiële gebouwen. De minister heeft op 29 november een initiatief tot opstart van een proeftuin woningrenovatie bekend gemaakt. Het rapport van het Department EWI over de pilootervaring werd besproken op informeel VESOC van 25 oktober 2013. Nieuwe rondetafels komen er op vraag van een sector via de SERV. Momenteel zijn er geen nieuwe vragen tot oprichting. 36. Opstellen van adviezen voor een gericht innovatiebeleid door Innovatieregiegroepen Gezien de centrale plaats van innovatie wordt de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie nauw betrokken bij het Nieuw Industrieel Beleid. Dit gebeurt via adviezen voor gerichte innovatiestrategieën van de overheid in geïdentificeerde sectoren en clusters voor het innovatieknooppunt ‘transformatie door innovatie’, zoals reeds het geval was voor automotive en duurzame chemie. Daarnaast zijn er adviezen voor andere innovatieknooppunten zoals energie en eco-innovatie met belangrijke implicaties voor het industrieel beleid.
44
Concreet gaan we van start met het organiseren van innovatieregiegroepen voor advies over gerichte innovatiestrategieën voor bouw, groene energie en eco-innovatie.
36
Opstellen van adviezen voor een gericht innovatiebeleid door IRGs
Start IRG Bouw (2011-Q4)
Advies IRG Bouw (2012-Q1); Advies IRG eco-innovatie & energie (2012-Q4)
Gerealiseerd
Stand van zaken: De IRG’s Bouw, Eco-innovatie en Groene Energie, hebben hun rapporten en adviezen afgeleverd aan de Minister van Innovatie. Rond de resultaten van de iRG’s werd op 13/12/2012 colloquium van de VRWI georganiseerd (www.vrwi.be) 37. Organiseren van een adviserende cel en informatieverzameling voor onderbouwing van de langetermijnvisie van de overheid Om het NIB inhoudelijk te onderbouwen is een goed onderbouwde lange termijnvisienodig en een strategische capaciteit (‘industriële intelligentie’) die de bevoegde overheden in staat stelt actief mee te denken met de strategieën van de Vlaamse industriële spelers, pro-actief knelpunten en uitdagingen te identificeren en opportuniteiten te detecteren die o.m. via innovatieregiegroepen worden geadviseerd. De strategische analysecapaciteit kan worden versterkt door de bundeling van de beschikbare interne expertise en middelen voor externe studies binnen het beleidsdomein in een ‘virtuele’ studiedienst. Concreet zal binnen de administratie een adviserende cel worden samengesteld om een ‘industriële intelligentie’ binnen de overheid op te bouwen en zal een virtuele studiedienst worden opgericht om de middelen voor strategische analyse te coördineren.
37
Organiseren van een adviserende cel en van informatieverzameling voor de onderbouwing van de lange termijnvisie van de overheid
Nota aanpak adviserende cel en afstemming studies (2012-Q3); Operationalisering afstemming Operationalisering studies (2012-Q4) adviescel (2013-Q1);
Gerealiseerd 45
Stand van zaken: Onder leiding van het departement EWI werd gestart met de opbouw van een virtuele studiedienst bestaande uit EWI, Agentschap Ondernemen, IWT, Herculesstichting en FIT. Daarnaast werd de adviserende cel (in het verlengde van de operationele cel in actie 33) bestaande uit vertegenwoordigers van dep EWI, AO, IWT en departement WSE opgestart. 38. Adviseren vanuit de administratie van een keuzeproces voor een gericht innovatie- en clusterbeleid Gerichte strategieën van de overheid voor transformatie door innovatie, de identificatie van opportuniteiten voor slimme specialisaties en toekomstgerichte clusters, gerichte bedrijfsbenaderingen voor de Fabriek van de Toekomst, de ontwikkeling van een gericht clusterbeleid: dit vereist van de overheid een grotere capaciteit tot prioriteitsstelling, in het bijzonder in de context van beperkte budgetten. Concreet zal de administratie een keuzeproces adviseren voor het Interministerieel Comité Industrie om opportuniteiten voor een gericht innovatie- en clusterbeleid beleid te identificeren, adviezen en rapporten te verwerken, en prioriteiten te bepalen.
38
Adviseren vanuit de administratie van een keuzeproces voor een gericht innovatie- en clusterbeleid
Nota procesaanpak adviezen vanuit de administratie aan ICI inzake (identificatie van) prioritaire clusters (2012-Q4)
Gerealiseerd
Stand van zaken: Het concept ‘slimme specialisatie’ werd door de Beleidsraad van het beleidsdomein EWI erkend als aanpak voor het gericht clusterbeleid. Hiervoor werd een methodologie uitgewerkt op basis van ‘roadmapping’, met de positionering van Vlaamse sterkten in Europese referentiekaders. Dit is onderdeel van de implementatie van de Conceptnota ‘Slimme specialisatiestrategie voor een gericht clusterbeleid’. De methodologie voor het aangaan van partnerschappen voor een gericht clusterbeleid is verder uitgewerkt in drie testtrajecten (recyclage kritieke metalen, duurzame chemie, 3D-printing) en de deelname aan de ontwikkeling van een Smart
46
Specialisation Platform Advanced Manufacturing door het Vanguard Initiative Commissie.
voor slimme specialisatie, i.s.m. de Europese
39. Organiseren van ondersteunend beleidsrelevant onderzoek Om de kwaliteit van de beleidsontwikkeling te versterken voor een nieuw industrieel beleid zal op gerichte manier met externe onderzoekspartners en consultants samengewerkt worden. Concreet wordt ondersteunend beleidsrelevant onderzoek georganiseerd via het Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek “Ondernemen en Regionale Economie” voor structurele ondersteuning en via specifieke studieopdrachten voor ad hoc ondersteuning. Er wordt deelgenomen aan het project “Slimme specialisatie” van de OESO met indicatoren voor specialisatie (ECOOM) en twee case-studies (Sustainable chemistry, Nano-for-Health).
39
Oprichting & werkplan (2012Q1); Nulmeting Vlaamse economie (2012-Q2); GEMrapport (2012-Q3); Rapport startende ondernemingen (2012-Q4); Rapport snelgroeiende ondernemingen (2012-Q4); Rapport economische clustervorming (2012-Q4); Rapport transformatiepotentieel (2012Q4); Impact beleidsmaatregelen (2012-Q4)
Organiseren van ondersteunend beleidsrelevant onderzoek
Mijlpalen STORE
Mijlpalen STORE
Gerealiseerd
Stand van zaken: Het Steunpunt Ondernemen en Regionale Economie is volledig operationeel. Alle informatie van het Steunpunt zoals het beleidsrapport “sectoranalyse van de Vlaamse indsutrie” is beschikbaar op de website http://steunpuntore.be/
47
40. Uitwerken van een analytisch kader voor een beleid op niveau van de totale productiekosten Op het Vlaamse beleidsniveau wordt een systematisch ondersteunend beleid ontwikkeld voor de beheersing van de totale productiekost. In dit perspectief is het belangrijk om tijdig in te spelen op evoluties in kostenpatronen in de globale context (bv transportkosten). Dit gebeurt parallel aan het ontwikkelen van een productiviteitsoffensief om deze kostenfactoren door innovatie te beïnvloeden. Concreet zal een expertgroep worden samengesteld voor het uitwerken van een analytisch beleidskader om strategisch in te spelen op de evoluerende kostenpatronen voor de lokalisatie van de industrie in Vlaanderen.
40
Uitwerken van een analytisch kader voor een beleid op niveau van de totale productiekosten Gerealiseerd
Oprichting expertgroep (2012Q3)
Rapport (2013-Q2)
Stand van zaken: Op basis van een discussiedocument van het departement Economie, Wetenschap en Innovatie werd op 10 december een expertendiscussie georganiseerd bestaande uit Herman Daems, Geert Noels, Joep Konings, Geert Janssens, Hans Bruyninckx en Ivan Van De Cloot. Het Steunpunt Ondernemen en Regionale Economie werdbetrokken als externe studiecapaciteit.. Deze discussie is voorlopig afgerond met een rapport voor de verdere aanpak van dit analytisch kader in relatie met lokalisatiebeslissingen (verankering cfr actie 5).
41. Implementeren van de voorstellen van de commissies Berx en Sauwens Vereenvoudiging van administratieve regelgeving zorgt voor meer efficiëntie en effectiviteit. Een onderdeel hiervan is de vervanging van de huidige in de tijd beperkte milieuvergunning door een permanente omgevingsvergunning met periodieke evaluaties.
48
Concreet zullen maatregelen om de procedures bij investeringsdossiers te optimaliseren en in te korten worden vervat in een kaderdecreet, verder bouwend op het actuele debat en de adviezen van de commissies Berx en Sauwens.
41
Implementeren van de voorstellen van de commissies Berx en Sauwens Vertraging
Conceptnota (2011Q3)
Ontwerpdecreet (2012-Q4)
Uitvoeringsbesluiten (2013-Q4)
Stand van zaken: Het voorontwerp van decreet Omgevingsvergunning werd op 6 december 2013 definitief door de VR goedgekeurd en ingediend in het Vlaams Parlement. Het voorontwerp van decreet Complexe projecten werd geagendeerd op de Vlaamse Regering op 23 januari 2014. Het decreet complexe projecten en het decreet omgevingsvergunning werden goedgekeurd in het Vlaams Parlement. De Omgevingsvergunning zal pas ten vroegste 1 jaar na de publicatie van het decreet en de uitvoeringsbesluiten in werking treden. Op deze wijze wil men de vergunningverlenende overheden de kans bieden om zich op de toepassing van dit decreet te kunnen voorbereiden. Uitvoeringsbesluiten voor beide decreten werden een 1e maal principieel goedgekeurd door de Vlaamse Regering. 42. Verstrengen van de EPB-normen De Europese regelgeving inzake energiegebruik is een spoorslag voor nieuwe innovatieve oplossingen om het efficiënt gebruik van inputs te verbeteren, de van de competitiviteit van de waardeketen te versterken en een leidende rol te spelen in de vergroening van de economie. De implementatie van de Europese energieprestatierichtlijn(die bepaalt dat vanaf 2021 alle nieuwe gebouwen bijna-energie neutrale gebouwen moeten zijn) in Vlaamse EPB-normen (Energie Prestatie Binnenklimaat) is een belangrijke maatregel om de transformatie van de bouwsector te stimuleren. Concreet omvat deze actie: het opstarten van een beleidsondersteunende studie op basis van Europese methodologie, de opmaak van een beleidsvoorstel op basis van studieresultaten en de definitieve goedkeuring van het EPB-eisenpad tot 2021.
49
Toewijzing studie (2012-Q2)
42
Verstrengen van de EPBnormen
Decreet goedgekeurd (2011-Q4)
Gerealiseerd
Studie voltooid (2013Q2); Beleidsbeslissing eisenpad (2013-Q3)
Stand van zaken: De beleidsondersteunende studie voor het vastleggen van de kostenoptimale EPB-eisen is in het eerste semester van 2013 opgeleverd waarna het politieke besluitvormingsproces werd opgestart. Op 29 november 2013 werd door de Vlaamse Regering de definitieve goedkeuring gegeven aan het aanscherpingspad voor de EPB-eisen tot 2021. 43. Energie-efficiënte investeringen ondersteunen. Het Vlaamse beleidsniveau ontwikkelt een systematisch ondersteunend beleid om de ecologiesteunregeling efficiënter en effectiever maken. Concreet omvat dit bijsturing van de ecologieregeling, ontwikkeling van strategische ecologiesteun en groene waarborgregeling, onderzoek en eventueel ontwikkeling naar steun voor ecologische demonstratieprojecten en inschakeling van de KMO-portefeuille vooral via strategisch thematisch advies.
43
Bijsturing ecologieregeling (2012-Q3); ontwikkeling strategische ecologiesteun (2012-Q3); groene waarborglening (2012Q2);
Energie-efficiënte investeringen ondersteunen
Gerealiseerd
Ecologische demonstratieprojecten (2013-Q1); uitbreiding KMOportefeuille (2013Q1)
Stand van zaken: Vanaf 20 december 2012 werd de bestaande ecologie-PLUS steunregeling op volgende punten gewijzigd:
50
• de steunpercentages worden opgetrokken en variëren i.f.v. de aard van de investering (milieu, op energiegebied, energie uit hernieuwbare energie & warmtekrachtkoppeling). • de indeling van de technologieën in ecoklassen op basis van hun ecologiegetal; • de berekening van de ecologische meerkost. Vanaf 20 december 2012 werd ook gestart met een nieuw steunregime voor strategische ecologieprojecten waarbij investeringen in groene spitstechnologie kunnen gesubsidieerd worden. Het gaat om technologieën die omwille van hun unieke bedrijfsspecifieke karakter niet kunnen gestandaardiseerd worden en daardoor niet voorkomen op de limitatieve technologieënlijst van de EP-PLUS steunregeling. In het voorjaar 2012 werd de groene waarborg gelanceerd. Wat de ecologische demonstratieprojecten betreft werd reeds in eind 2012 de Europese context opgevolgd en onderzocht. 44. Uitwerken van een strategie voor de energietoelevering aan de Vlaamse industrie De energiekost betekent voor industriële bedrijven een belangrijke kostencomponent. De concurrentiepositie van de bedrijven wordt mee bepaald door de evolutie van de energiekost ten opzichte van de concurrenten in de ons omringende landen. De uitdaging is hoe competitieve voordelen op te bouwen inzake energietoelevering vanuit de energievraag van de Vlaamse industrie. Concreet ondernemen we volgende acties: opstellen van een visienota over de efficiënte energie-mix voor Vlaanderen en vervolgens een actieplan voor het Vlaamse beleid om gericht op te treden ten aanzien van federale en Europese beleidsmaatregelen inzake energievoorziening.
51
44
Verzameling basiscomponenten voor visie: Vlaams Klimaatplan, Advies IRG Groene Energie, Backcasting 2050, … (2012Q3)
Uitwerken van een strategie voor de energietoelevering aan de Vlaamse industrie
Gedragen visienota over efficiënte energie-mix voor de industrie (2013Q2)
Actieplan voor Vlaams beleid naar federale en Europese maatregelen zoals Europees Actieplan energieefficientie (2014Q1);
Vertraging
Stand van zaken: Er wordt op twee niveaus gewerkt. In het concurrentiepact werd door de Vlaamse Regering een luik rond de beheersing van de energiekost naar voor geschoven dat aansluit bij de maatregelen die de Vlaamse regering zelf treft voor de vermindering van de energiekost voor de bedrijven. Verder wordt een lange termijnstrategie uitgewerkt voor de energietoelevering in het kader van de energietransitie: Maatregelen Vlaams gewest voor de vermindering van de energiekost De Vlaamse Regering besliste reeds in 2012 over de voortzetting van de energiebeleidsovereenkomsten voor de energieintensieve ondernemingen. Ondernemingen die een dergelijke overeenkomst met de overheid afsluiten engageren zich om een bepaalde energie-efficiëntie te realiseren en zullen daardoor minder energiekosten hebben. Deze regeling is op dit moment in aanmeldingsprocedure bij de Europese Commissie. In 2012 werd de steunregeling voor hernieuwbare energie en WKK herzien. De steun die sinds 2013 wordt verleend, is veel kostenefficiënter waardoor deze minder zwaar doorweegt in de energiefactuur. Bovendien werd aan de energie-intensieve industrie tot 98% vrijstellingen gegeven voor deze kosten. Deze vrijstellingen zorgen voor een vermindering met minimaal 161,5 miljoen euro in 2013 van de energiekosten voor de ondernemingen. Dat is 127,5 miljoen euro meer dan voor de aanpassing. De indirecte CO2-kosten in de elektriciteitsprijs stellen bepaalde bedrijfstakken bloot aan een risico op delokalisatie (indirecte carbon leakage). Daarom laat de Europese Commissie toe dat hiervoor een compensatie wordt geboden aan ondernemingen uit deze bedrijfstakken. De Vlaamse Regering heeft op 29 november 2013 principieel beslist om de maximaal toegelaten steun te 52
geven aan alle ondernemingen die in aanmerking komen. Voor het verbruiksjaar 2013 zal de Vlaamse Regering daarmee de energiekosten voor de industrie met 60 miljoen euro verlichten. Met de netbeheerder ELIA werd overeengekomen dat in haar nieuwe tariefvoorstellen aan de CREG de industrie maximaal zal gevrijwaard worden. De klanten die aangesloten zijn op het plaatselijke vervoersnet en die eventueel een heffing zullen moeten betalen voor de hernieuwbare energie zullen gelijkaardige vrijstellingen krijgen zoals voorzien in het energiedecreet. Met de goedkeuring van het KMO-energie-efficiëntieplan (KEEP) heeft de Vlaamse Regering een reeks van maatregelen beslist om de energie-efficiëntie bij kmo’s te stimuleren. Dit omvat een uitbreiding op het gebied van steun voor advies en steun voor energieinvesteringen. Verder wordt er ook ingezet op doelgerichte sensibilisering en informatieverstrekking. Energietransitie Naast het concurrentiepact gaat Vlaanderen voor een energietransitie waarbij economische, sociale en ecologische belangen optimaal met elkaar sporen. Vlaanderen wil daarin een voortrekkersrol spelen. Om deze energietransitie voor te bereiden is een verkenningsgroep opgericht. Deze groep bestaat uit een 20-tal leden. Er is gestreefd naar een evenwichtige verdeling met leden die achtergrond hebben bij overheid, kennisinstellingen, industrie en maatschappelijk middenveld. Deze verkenningsgroep zal tegen halfweg 2014 een document uitwerken met een aantal mogelijk toekomstbeelden voor ons energiesysteem, waarin hernieuwbare energie een dominante positie inneemt, en deze toekomstbeelden concretiseren in transitiepaden of wegen om daartoe te komen. Het actieplan energie-efficiëntie dat werd uitgewerkt in het kader van de Europese richtlijn energie-efficiëntie is op 28 maart voorgelegd aan de Vlaamse Regering en op 5 mei 2014 ingediend bij de Europese Commissie. Het verkenningsproces voor de uitwerking van een langetermijnvisie voor ons energiesysteem dat werd opgestart in het kader van het transitiethema ‘hernieuwbare energie en smart grids’ van Vlaanderen in Actie, werd begin 2014 zonder resultaat stopgezet. Er wordt gewacht op een mandaat van de volgende Vlaamse Regering om een nieuw proces op te starten. 45. Opstellen en uitvoeren van een plan voor industrieel materialenbeheer Om de toegang tot de voor onze industrie noodzakelijke materialen in de toekomst veilig te stellen is het belangrijk dat de bedrijven zich inschrijven in een duurzaam materialenbeheer. Hiervoor wordt vanuit het duurzaam materiaalbeleid een Vlaams Materialenprogramma opgesteld dat voorziet in acties om onze productieprocessen aan te passen zodat er meer materiaaleffectief en -efficiënt wordt geproduceerd, om meer ketengericht te denken en te werken, zodat er in het productieproces aandacht is voor 53
het einde van de levensfase van de ontworpen producten en opportuniteiten te zien in innovatieve business modellen, waarbij bv producten vervangen worden door diensten. Concreet leggen we de band tussen duurzaam materialenbeleid en nieuw industrieel beleid door de industriële component van het Vlaams Materialenprogramma uit te werken in een actieplan industrieel materialenbeheer. Opstellen van het een Vlaams Materialenprogramma (2012Q2);
45
Opstellen en uitvoeren van een plan voor industrieel materialenbeheer
Goedkeuring actieplan industrieel materiaalbeheer (2012-Q4)
Uitvoeren van het actieplan
Uitvoeren van het actieplan
Gerealiseerd
Stand van zaken: Het Vlaams Materialenprogramma behaalt de eerste resultaten voor de 45 geïdentificeerde acties, met bijzondere aandacht voor die projecten die zich op het kruispunt van de transitie duurzaam materialenbeheer en NIB bevinden. - Voorbeeldacties die economisch weefsel in Vlaanderen mee versterken zijn: de oprichting van het Symbioseplatform dat onder coördinatie van essenscia binnen de chemische sector instaat voor de uitwisseling en inzet van reststromen. Andere belangrijke verwezenlijkingen: het certificatiesysteem ontwikkeld door VKC om de kwaliteit van gerecycleerde kunststoffen te garanderen; de door Agoria op gang getrokken samenwerking tussen de havens van Rotterdam, Antwerpen en Hamburg om de illegale uitvoer van afval tegen te gaan; de uitrol, gestimuleerd door de OVAM en het Vlaams Nutriëntenplatform, van technieken om uit afvalwater, slib, mest en organisch-biologisch afval de schaarse en cruciale grondstof fosfaat te recupereren; gezamenlijke inspanningen van de OVAM, Recupel, Bebat, Febem, Agoria, Umicore, de kringwinkels en andere om meer zeldzame en kostbare metalen uit afgedankte apparaten, mobiele telefoons en computers te herwinnen.
Het 'plan voor industrieel materialenbeheer' werd opgemaakt met volgende accenten: doorgedreven samenwerking tussen het leefmilieubeleid, het economisch beleid en het wetenschaps- en innovatiebeleid is nodig voor de realisatie van een circulaire
54
economie en daarvan een marktonderscheidend element voor Vlaanderen te maken. Concreet werken we daarom samen aan volgende horizontale sleutelacties: (1) Het opstellen van een gezamenlijke roadmap voor de realisatie van een circulaire economie op vlak van materialen in Vlaanderen. Het doel van deze roadmap is het vastleggen van korte termijn en lange termijn doelstellingen met betrekking tot de transformatie naar een kringloopeconomie (en zijn onderscheiden transitiepaden) en vooral het koppelen van deze doelstellingen aan specifieke, te nemen stappen op vlak van beleid, onderzoek en ontwikkeling, regelgeving, en financiering. De roadmap wordt opgesteld door een multidisciplinaire Task Force Materialen waarin in de eerste plaats expertise van de OVAM en EWI gedeeld worden. De roadmap werd in het eerste semester van 2014 gefinaliseerd. De roadmap circulaire economie bestaat uit 4 deelroadmaps gericht op de belangrijkste economische clusters voor Vlaanderen: bouw, bio-economie (valorisatie van biomassa reststromen uit de landbouw, voeding en uit afvalwater), (kritieke) metalen en chemie/kunststoffen (ism FISCH). Momenteel vormen zich publiek-private partnerschappen om prioritaire projecten uit de roadmaps op te starten en uit te voeren (2) Hinderpalen wegnemen bij de financiering van (systeem)innovatie en innovatiesteun oriënteren richting de realisatie van een competitieve kringloopeconomie. • In het kader van het NIB zijn acties voorzien voor het beter op elkaar afstemmen van de financieringsinstrumenten van de relevante agentschappen (IWT, AO) om transitietrajecten beter te ondersteunen. De transitie naar een kringloopeconomie, met focus op doorbraken in recycling/C2C/urban mining clusterprojecten, zou daarbij als ‘pilot’ kunnen dienen voor een grotere coördinatie van middelen op prioritaire domeinen (zoals o.m. erkend door de IRG Eco-innovatie). Daarbij zal de mogelijkheid tot aansluiting bij Europese programma’s en het ontwikkelen van slimme specialisaties ook als rationale worden gehanteerd. Het thema kringloopeconomie (focus kritieke metalen) is geselecteerd als testtraject binnen het clusterbeleid van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie.
(3) Partnerschappen aangaan met ondernemersgedreven platformen en lichte structuren die als voortrekker optreden in de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen, logistieke concepten, diensten en technologieën voor het realiseren van een kringloopeconomie. Zo werden met fosfaatrecuperatie en urban mining pre-markt clusters gedefinieerd die vervolgens een doorstroming kenden naar o.m. FISCH en SIM. Via het Vlaams Materialenprogramma werden de in Vlaanderen aanwezige kennisen onderzoekspotentieel richting valorisatie georiënteerd. 55
Ook buiten de overheid wordt gekeken hoe private middelen kunnen worden ingezet om projecten opgestart te krijgen via clusterplatformen. Het engagement van de private sector zelf is hét referentiepunt voor het inzetten van middelen voor ondersteuning. 46. Uitwerken van de industriële component in het Beleidsplan Ruimte in functie van lokalisatiebeslissingen De ruimtelijke ordening bepaalt in sterke mate de vestigingsmogelijkheden van de industrie. Daarom is de opstelling van het nieuwe Beleidsplan Ruimte met perspectief op 2050 een strategische opportuniteit om de visies en acties af te stemmen. De Metropool Vlaanderen wil een attractieve vestigingsplaats zijn voor innovatieve clusters en zal door het creëren van omgevingen van topklasse ook referenties leveren voor de internationale positionering van de clusters die daartoe bijdragen. Concreet zullen we de ontwikkeling van het Beleidsplan Ruimte en het NIB onderling afstemmen door dit af te toetsen aan strategische factoren voor de lokalisatie van de industrie van de toekomst, inbegrepen ook het actieplan industrieel materiaalbeheer en het mobiliteitsplan. Dit leidt tot een actieplan industrieel ruimtegebruik.
46
Uitwerken van de industriële component in het Beleidsplan Ruimte in functie van localisatiebeslissingen Vertraging
Actieplan industrieel Uitvoeren van het ruimtegebruik (2013-Q2) Actieplan
Stand van zaken: De resultaten van ondersteunde studies worden nog ingewacht. Er is een ruimtebehoefteraming beschikbaar voor de niet-verweefbare bedrijvigheid op Vlaams niveau, maar ook voor clusters van gemeenten op basis van hun economisch profiel; deze inzichten worden komende maanden verwerkt n.a.v. herziening provinciale structuurplannen. Er zijn ook pilootprojecten opgestart op het einde van de legislatuur (i.s.m. met de Vlaamse Bouwmeester) die invulling willen geven aan nieuwe vormen van ruimtegebruik, met het oog op o.m. industriële functies.
47. Ruimte voorzien om te ondernemen met zorg voor duurzaamheid 56
Deze actie wil potentiële investeerders de mogelijkheid bieden om op efficiënte manier een geschikte bedrijfsruimte te vinden. Tegelijkertijd stimuleren we eco-clusters. Het idee van een “ecosysteem met eigen kringloop” biedt een aanknopingspunt voor het stimuleren van een bedrijventerreinmanagement met oog voor de opportuniteiten van een kringloopeconomie. Concreet lanceren we initiatieven in verband met duurzaam en zorgvuldig ruimtegebruik, bijvoorbeeld duurzame inrichting van bedrijventerreinen en bedrijfsgebouwen en CO2-neutraliteit. Simultaan zorgen we ervoor dat de informatie over het aanbod aan bedrijfshuisvestingsmogelijkheden op een efficiënte manier door de investeerder kan gevonden worden.
47
Ruimte voorzien om te ondernemen met zorg voor duurzaamheid
Inventarisatie (eind 2011)
Ter beschikkingstelling kaart Nieuwe steunregeling O&O-vestigingsmilieus (2012incubatoren Q3)
Gerealiseerd
Stand van zaken: De steunregeling incubatoren werd definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 6/12/2013 48. Ontwikkelen van een methodologie voor gericht aantrekken van buitenlandse investeringen ter ondersteuning van transformaties. Vlaanderen voert een actieve strategie om nieuwe buitenlandse investeringen aan te trekken en wil dit realiseren door meer doelgericht te focussen met een strategische clusteranalyse waarin een ‘gap-analyse’ de behoeften en ontbrekende elementen in het industriële weefsel moet definiëren. Op basis hiervan worden de targetbedrijven met een toegevoegde economische waarde in kaart gebracht. We schakelen de clusters zelf in om het aanbod van targetbedrijven te detecteren, bouwen de bestaande relaties met buitenlandse investeerders verder uit en gaan na hoe bepaalde vestigingen kunnen worden uitgebouwd tot ‘lead-plant’. Concreet zal FIT i.s.m. de adviserende cel een beleidsanalyse maken van knelpunten en opportuniteiten voor investeringen in clusters en lead-plants, vertrekkende van pilootervaringen. Dit zal leiden tot een evaluatierapport over de werking met focusstrategie en gap-analyse voor de verdere uitbouw van de methodologie voor een gericht beleid voor het aantrekken van investeringen.
57
48
Ontwikkelen van een methodologie voor gericht aantrekken van buitenlandse investeringen ter ondersteuning van transformaties
Beleidsanalyse van knelpunten & opportuniteiten voor investeringen in Beleidsconclusies clusters, lead-plants (gapgerichte aanpak (2013analyse) adhv pilootervaring Q2) (2012-Q4)
Evaluatierapport over werking van de gapanalyse/focusstrategie (2014-Q2)
Gerealiseerd
Stand van zaken: In de opbouw naar een gericht buitenlands beleid voor het aantrekken van buitenlandse investeringen voor de versterking van de clusters in Vlaanderen, zijn de eerste cases van ‘gap analyse’ gemaakt door FIT. Deze analyses moeten ontbrekende schakels in clusters detecteren waarvoor dan buitenlandse partners gezocht worden. Deze aanpak is uitgeprobeerd voor de petrochemiecluster in het Antwerpse havengebied, samen met het Havenbedrijf Antwerpen en Essenscia als overkoepelende federatie. Deze oefening werd ook al opgestart met Flanders' PlasticVision en de biotechcluster rond Leuven. Een strategie-nota die opgedane ervaringen uit deze cases kan vertalen naar een doelgerichtere en efficiëntere strategie werd uitgewerkt. De gapanalyses werden ondertussen in de praktijk gebracht via doelgerichte roadshows in Japan en USA gedurende het eerste en tweede kwartaal van 2013. Tijdens deze roadshows werden geselecteerde targetbedrijven bezocht: de bevindingen en ervaringen uit deze meetings vormen de basis voor de verdere aanpak. Gezien de positieve ervaring met de eerste cases werden verdere gapanalyses uitgevoerd. Tijdens het eerste semester van 2014 werd een evaluatie van deze aanpak uitgevoerd en werden de bevindingen in kaart gebracht.
49. Ontwikkelen van een methodologie voor export- en internationalisatiebeleid op groeilanden Economische transformatie is sterk vervlochten met internationalisering. FIT (Flanders Investment and Trade) voert een actieve economische diplomatie gericht op snelgroeiende markten en verhoogt de inspanningen om nieuwe markten te vinden met een focusstrategie. Bedrijven worden individueel begeleid door het binnenlands netwerk van FIT en de adviseurs Internationaal Ondernemen. Een volgende stap is om internationale groeimarkten te openen voor clusters. 58
Concreet zal FIT haar methodologie voor een gericht exportbeleid verder ontwikkelen, een stappenplan voor het openen van internationale groeimarkten voor clusters opstellen, en de operationalisering hiervan evalueren.
49
Ontwikkelen van een methodologie voor export- en internationalisatiebeleid op groeilanden Op schema
Stappenplan om internationale groeimarkten te openen voor clusters (2013-Q1)
Evaluatie operationalisering van stappenplan (2014-Q3)
Stand van zaken: Het stappenplan zal verder worden ontwikkeld voor een geïntegreerde trade-invest beleid ter ondersteuning van de internationalisering van de Vlaamse clusters op basis van de prioriteiten die het Vlaams beleid zal aangeven. Dit beleid vereist maatwerk omdat elke cluster andere aandachtspunten heeft. Daarom moet op een structurele wijze worden samengewerkt met de betreffende clusterplatformen (competentiepolen en andere) zodat die hun specifieke domeinkennis kunnen inzetten voor internationale scouting. Anderzijds zullen de Technologieattachés (TA) en Vlaamse economische vertegenwoordigers kunnen optreden als mobiele ‘matchmakers’ tussen deze platformen en potentiële buitenlandse partners op basis van een goede kennis van de Vlaamse roadmaps en een gerichte detectiestrategie van internationale groeimarkten. Daarom is een systematische inventarisatie nodig van de Vlaamse waardenketens/clusters en van succesverhalen die kunnen worden uitgedragen. Een centraal instrument om mogelijke partners te detecteren is dus de ‘roadmap’ en het bijhorende concept van de transformatie van de cluster en van de trekkers in deze cluster. FIT wordt dan nog meer de “brooker” of facilitator tussen de Vlaamse cluster en buitenlandse actoren (bedrijven, onderzoeksinstellingen of ganse clusters). Dit vraagt maatwerk. En dit vraagt ook tijd. Daarom is een strategische prioritisering nodig. In de komende periode zal FIT daarom de mogelijkheid van gezamenlijke Trade/Invest acties onderzoeken, in het kader van de testtrajecten voor het gericht clusterbeleid en andere opportuniteiten, en daarbij het clusterconcept uitdragen en de resultaten op hun verdiensten onderzoeken. De TA worden vanuit Trade en Invest-oogpunt mobiele matchmakers die in samenwerking met de VLEV instaan voor gerichte contacten in regio’s die sterkten hebben die onze clusters interesseren. Zij moeten zeer goed de essentie van de roadmaps van de Vlaamse clusters kunnen overbrengen en terug communiceren naar de Vlaamse clusters over de essentie van de roadmaps van de mogelijke partners zodat vruchtbare, persoonlijke contacten kunnen tot stand gebracht. Zij zullen mee instaan voor de organisatie van interactieve roadshows in samenwerking met de Vlaamse clusterorganisatie(s).
59
50. Afstemmen met federaal beleid m.b.t. het concurrentievermogen De bevoegdheden over het flankerend industrieel beleid zijn verdeeld over verschillende beleidsniveaus (Europees, federaal, regionaal, gemeentelijk). Concreet wordt een voortdurende afstemming gezocht met het federaal beleid over dossiers van belang voor NIB waarvoor de federale overheid bevoegd zijn.
50
Afstemmen met federaal beleid m.b.t. concurrentievermogen
Gerealiseerd
Stand van zaken: Het concurrentiepact met de federale overheid werd afgesloten op 16 december 2013.
60