jaarverslag 2013 / 2014 Grote stappen vooruit, veel te doen!
Inhoudsopgave 1. Voorwoord 5 2. Feiten & cijfers 6 3. Onderwijs & organisatie 12 4. Verantwoording & toezicht
18
5. Personeel 22 6. Financiën 26 7. Huisvesting & facility 30 8. Schooljaar 2013-2014 31
oktober 2014
2
3
1. Het schooljaar 2013-2014 Voor u ligt het tweede publieke jaarverslag over het wel en het wee van de Stichting Coenecoop College. Dit document is ten dele een verkorte weergave van de jaarstukken 2013 en ten dele een verslag over het schooljaar 2013-2014. In het ritme van een schooljaar (in plaats van een kalenderjaar) laten opbrengsten, processen en resultaten zich immers veel beter beschrijven. Het schooljaar 2013-2014 kenmerkt zich door de gevolgen van zeer divers ‘achterstallig onderhoud’ enerzijds en de opbouw naar een professionele lerende organisatie anderzijds. Op basis van de resultaten over de schooljaren 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013 is de mavo na een uitgebreid onderzoek door de Inspectie van het Onderwijs (resultaten onvoldoende, onderwijsproces met tekortkomingen voldoende) medio oktober 2013 ‘zwak’ verklaard. Gelukkig heeft deze afdeling de opbrengsten voor 2014 spectaculair verbeterd. Voor de havo en de afdeling vmbo kader dreigt op basis van de opbrengstenkaart 2014 over het jaar 2011-2012, 2012-2013 en 2013-2014 op het punt ‘opbrengsten’ het oordeel zwak. Onder meer deze constateringen vormen een illustratie van de omvang en de diversiteit van het ‘achterstallig onderhoud’ op het Coenecoop College. Medio oktober 2013 is de voortgang van het verbeterplan met de inspectie van het onderwijs besproken. Onderstaand op basis van deze zelfevaluatie een geactualiseerde SWOT (sterkte, zwakte, kansen en bedreigingen). Het vat de schoolontwikkeling in 2013-2014 van het Coenecoop College goed samen. Sterktes • De schoolontwikkeling gaat weer over onderwijs (in plaats van ‘coenecoopgedoe’) • Stabiliteit in de schoolorganisatie • Instrumentarium adequate determinatie en systematisch kwaliteitsbeleid operationeel • Imagoverbetering • In verbinding met dorpen Boskoop en Waddinxveen (en omgeving) Kansen • Opbouw team-élan en commitment van het team • Ontwikkeling doorlopende leerlijnen vaardigheden / leerattitude • Jaren van daling aantal leerlingen liggen (bijna) achter ons • Invoering tweetalig onderwijs (TTO) • Uitrol intensivering steunlessen en studievaardigheden
Zwaktes • Cultuur van reactief/familiair nog teveel aanwezig • Professionaliteit: Onvoldoende reflectie op het eigen functioneren • Bedrijfsproces: Rooster & dagrooster • Overgang onderbouw naar bovenbouw (vooral scharnierjaren leerjaar 3 en 4) • Doorlopende leerlijnen op het terrein van vaardigheden / leerattitude Bedreigingen • Onvoldoende ontwikkeling professionele cultuur • Overbelasting docenten die ‘willen’ • Cohort huidig leerjaar 3, 4, 5 en 6 onvoldoende scherp gedetermineerd • Beoordeling onderwijsopbrengsten: Zwak voor vmbo kader, mavo en havo • Komende 5 jaren pensionering groot aantal 1e-graads docenten
Bovenstaande SWOT dient nog wel een nadere duiding. In velerlei opzichten is de school zich aan het oprichten en zijn we met veel betrokkenheid en plezier met elkaar aan het bouwen. Met veel inzet, soms kreunend en steunend hebben we langzamerhand de stijgende lijn te pakken. Dit overigens nog steeds met een hoog risicoprofiel. Sinds 1 augustus 2012 zijn we op weg naar een lerende organisatie. In twee jaren van intensieve ‘opbouw’ zijn er grote stappen vooruit gemaakt!
4
Jan Rozema rector/bestuurder
5
2. Feiten & cijfers 2.1 Visie Het Coenecoop College leidt leerlingen op tot wereldwijze, kritische jongeren die het voor hen hoogst haalbare diploma halen en gedurende hun middelbare schooltijd een rijkgevuld persoonlijk portfolio vol kennis, kunde en vaardigheden opbouwen. Wij voelen ons, samen met de ouders, verantwoordelijk voor de opvoeding en brede scholing van onze jongeren. Kernwaarden Het Coenecoop College biedt een leeromgeving waarin iedere leerling zich sterk voelt. Dit vertaalt zich in het dagelijkse onderwijs door naar vier kernwaarden: • Respect • Ontplooiing • Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid voor leerlingen • Kwaliteit Doelstelling Het College van Bestuur van het Coenecoop College stelt zich voor de schooljaren 2013-2014 tot en met 2017-2018 ten doel de basis op orde te brengen. Werkende weg ontstaat er hierdoor ruimte voor de ontwikkeling van: • Sterk onderwijs • Meer dan leren • Wereldschool De basis op orde uit zich in: • Een sluitende begroting (2017) • Samenhangende en ondersteunende bedrijfsprocessen (2015) • Inhalen van achterstallig onderhoud door duurzaam investeren (afschrijvingstermijn minimaal 10 jaren) in de bestaande gebouwen en de ICT infrastructuur • Aanmelding leerjaar 1 kwantitatief minimaal 240 leerlingen (2017) • Aanmelding kwalitatief - Minimaal 50 leerlingen leerjaar 1 vestiging Boskoop (2015) - Minimaal 32 leerlingen in leerjaar 1 voor vmbo basis / kader (2015) - Minimaal 60 leerlingen voor het vwo in 2015 (2015) • De ontwikkeling van een professionele cultuur (2017) met de focus op: - Reflecteren op de opbrengsten / resultaten - Leren aanspreken (en eisen te stellen) - Schoolleiding: een omslag van reactief sturen op actie naar proactief sturen op (de ontwikkeling van) mensen
6
Sterk onderwijs: • Diplomagericht onderwijs • Samenhangende onderwijsprocessen met een focus op de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen, betekenisvolle PTD’s en PTA’s en een organisatiebrede werking van een leervolgsysteem, verzuim- en huiswerkregistratie • Opbrengsten (toezichtskader inspectie) voldoende (2015) met als streefdoelen: - Elke afdeling zal niet meer dan één onvoldoende bij de opbrengstkaart 2014 (2013-2014) scoren - Elke afdeling zal bij de opbrengstenkaart 2015 (2014-2015) op alle criteria voldoende scoren - Het aantal geslaagden in het jaar 2014: 95% vmbo bb, 95% vmbo kb, 90% mavo, 85% havo en 95% vwo - Iedere docent scoort per periode minimaal 80% voldoende en minimaal een 6,0 gemiddeld - Het percentage zittenblijvers per leerjaar van elke afdeling is niet hoger dan 10%. • Versterking van het (docentgestuurde) onderwijsproces (2017) met de focus op - activerende didactiek - differentiatie binnen klassenverband (omgaan met verschillen) - toetsbeleid • Transitie van zorg (en kansen geven) naar ‘leerlingnabije steun’ op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling en schoolprestaties door de mentor (2017) als primair proces ondersteund door specialisten (onder meer zorgcoördinator, remedial teacher, vertrouwenspersonen) • Ontwikkeling taalgericht vakonderwijs (2017) • Ontwikkeling rekenonderwijs (2015) • Ontwikkeling tweetalig onderwijs (junior status door het Europees Platform 2017-2018) • Ontwikkeling van de opleidingsschool (certificering Hogeschool van Utrecht 2016) Meer dan leren: • Veiligheid, plezier en gezelligheid op school • Het samen met ouders opvoeden van jongeren gebaseerd op de kernwaarden ‘respect’, ‘ontplooiing’, ‘zelfstandigheid’ en ‘verantwoordelijkheid’ • Opbouw en uitbouw van gepersonaliseerd onderwijs (vanaf 2014 -2015) met onder meer - (het behoud van) maatschappelijke stage - het structureel bieden (als geplande onderwijstijd) van bijles en steunles - verdiepen en uitbouwen van de talentstromen - buitenschools leren (excursies, bedrijfsbezoeken, theatervoorstellingen enz.) in samenhang met binnenschools leren (als onderdeel van het curriculum) - uitbouwen van de Coenecoopprojecten - binnen- en buitenschoolse (extra) onderwijs activiteiten in het kader van ‘Coenecoop Academie’ leidend naar een gevuld en rijk portfolio (naast het diploma) Wereldschool: • De instandhouding van de brede scholengemeenschap: Toegankelijk onderwijs voor alle reguliere niveaus van voortgezet onderwijs • De ontwikkeling van ontmoetingsonderwijs: Als openbaar onderwijs kiezen we voor ‘bijzonder‘ ontmoetingsonderwijs waar de respectvolle ontmoeting tussen culturen en diverse godsdiensten en/of levensbeschouwingen norm is. • De opbouw van de ‘school van het dorp’: Het Coenecoop College wil in verbinding met Waddinxveen, Boskoop en de directe omgeving zich inzetten voor structureel terugkerende onderwijsactiviteiten in ‘verbinding’ met de omgeving gericht op de ontwikkeling van burgerschap, dienstbaarheid, fondsenwerving e.d. • Coenecoop College: school in de wereld gericht op activiteiten in het kader van internationalisering en Europees burgerschap
7
2.2 Schoolleiding
De schoolleiding draagt verantwoordelijkheid voor de school als geheel. Vier afdelingsleiders (met ondersteuning van drie coördinatoren), twee conrectoren (met ingang van 2015-2016 één conrector) en de rector/ bestuurder vormen de schoolleiding.
2.3 Leerlingaantallen Totaal aantal leerlingen
Totaal aantal aanmeldingen leerjaar 1
Organogram
Voor het schooljaar 2014-2015 hebben zich 227 leerlingen aangemeld. Hiermee is het aantal aanmeldingen ten opzichte van het schooljaar 2013-2014 met 30 leerlingen gestegen. De invoering van tweetalig onderwijs (TTO) heeft 47 TTO-aanmeldingen opgeleverd. Met name het aantal vwo-leerlingen is hierdoor in een stijgende lijn aan het komen. Het totale leerlingenaantal is, net als de voorgaande jaren, gedaald. De oorzaak hiervan ligt in de uitstroom van een grote lichting eindexamenkandidaten. Vanaf het schooljaar 2014-2015 verwachten we dat het totale leerlingenaantal voor het eerst in jaren weer zal stabiliseren. Aanmelding leerjaar 1 locatie Boskoop Waar het aantal aanmeldingen voor de locatie Boskoop vorig jaar zeer zorgelijk was, heeft deze locatie zich in het nieuwe aantal aanmeldingen in razend tempo opgericht. De invoering van tweetalig onderwijs (TTO) voor havo en vwo op de locatie Boskoop heeft bijgedragen aan de grote stijging, 30 leerlingen hebben zich hier aangemeld voor TTO.
VAVO Voor het derde jaar op rij is het aantal leerlingen van het Coenecoop College wat onderwijs volgt op het VAVO-onderwijs (gezakte leerlingen die via deelcertificaten alsnog het diploma behalen) gedaald. In 2012 waren dit er 30, in 2013 ging het om 17 leerlingen en in 2014 zitten nog maar 11 leerlingen van het Coenecoop College op het VAVO.
8
9
Tussentijdse in- en uitstroom Onderstaand is het verloop van de tussentijdse in- en uitstroom weergegeven. De stijging van leerlingen die tussentijds toch voor het Coenecoop College kiezen zet door. De uitstroom van leerlingen die zonder diploma de school verlaten is met twee leerlingen toegenomen, maar is in de context van de historie nog altijd laag. Tussentijdse instroom
Tussentijdse uitstroom
2.4 Samenwerkingsverbanden In 2013 participeerde het Coenecoop College binnen de volgende samenwerkingsverbanden: Om het Groene Hart ‘Om het Groene hart’ is een platform van colleges van bestuur / eindverantwoordelijke schoolleiders van 9 VO scholen in de regio. Dit samenwerkingsverband is gericht op uitwisseling, scholing en intervisie op het niveau van schoollleiders en PZen FZ functionarissen. In het afgelopen jaar zijn nadere afspraken gemaakt om op het terrein van arbeidsmobiliteit (plaatsing van boventalligen en behoud van talentvolle docenten) tot een win-win situatie te maken.
Stichting Steunfonds Coenecoop College Na de bestuurlijke verzelfstandiging van het Coenecoop College heeft de ‘Stichting Steunfonds Coenecoop College’ zich verder omgevormd tot een onafhankelijke stichting. Als zodanig is de steunstichting in formele zin niet langer een ‘verbonden partij’. Het vermogen van de Stichting Steunfonds is in het verleden tot stand gekomen uit opbrengsten van ouderbijdragen en het eigen boekenfonds. Met de Stichting Steunfonds Coenecoop College zijn afspraken gemaakt over de afhandeling van een aantal oude dossiers en is de toekomstige wijze van samenwerken in afspraken vastgelegd. Vanuit de medezeggenschapsraad van de school wordt in de Raad van Toezicht van de Steunstichting geparticipeerd. Komende maanden hopen we met gesprekken over een bijdrage over 2013 -2014 op basis van co-financiering tot een tastbaar resultaat te brengen. Stichting Regionaal Interzuilair Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Midden-Holland en Rijnstreek. Het samenwerkingsverband acteert in het kader van de specifieke leerlingenzorg in de regio Gouda en Alphen. Het Coenecoop College participeert op het niveau van de coördinator leerlingenzorg, schoolleiding en bestuur actief binnen dit samenwerkingsverband. In het kader van de transitie jeugdzorg en de invoering van ‘passend onderwijs’ neemt het belang (en de bevoegdheden) van het samenwerkingsverband toe. Mede in dit kader is een schoolondersteuningsprofiel (ter vervanging van het zorgplan) opgesteld en is de inrichting van medezeggenschap (ondersteuningsplanraad) op het niveau van het samenwerkingsverband gerealiseerd. ROC’s Met de ROC’s wordt samengewerkt in het kader van de uitvoering van VAVO voor onze gezakte mavo-, havo- en vwo-leerlingen. Het betreft met name het ID College Gouda, ROC Leiden en Utrecht.
10
11
3. Onderwijs & organisatie vwo
3.1 Opbrengsten en resultaten In de opbrengstenkaart 2014 van de inspectie van het onderwijs (gebaseerd op de resultaten 2011, 2012 en 2013) komt het vmbo onder geïntensiveerd toezicht te staan, de overige afdelingen staan onder basistoezicht. In dit opbrengstenoordeel van de inspectie van het onderwijs worden de indicatoren rendement onderbouw, van 3e leerjaar naar diploma (rendement bovenbouw), gemiddeld CE-cijfer en het verschil SE-CE beoordeeld op basis van een gemiddelde over drie jaren. Medio november 2014 zal naar aanleiding van de resultaten 2014 volgens afspraak een nader onderzoek worden ingesteld naar aanleiding van het verbeterplan voor de mavo, de vorderingen op de havo (in stijgende lijn) en de tegenvallende examenresultaten voor vmbo kader en het vwo. Om een helder beeld te geven van de werkelijke situatie van het schooljaar 2013-2014 wordt hieronder het verloop van de indicatoren over de afgelopen losse schooljaren weergegeven. Dit in tegenstelling tot de inspectie van het onderwijs die haar oordelen op een driejaars gemiddelde baseert. Voor een compleet beeld zijn ook de slagingspercentages per afdeling (eigenlijk een onderdeel van het rendement bovenbouw) meegenomen. Rendement onderbouw (alle afdelingen / rood is Boskoop / blauw is Waddinxveen)
Het rendement onderbouw ontwikkelt zich naar normale waardes. De dalende trend op basis van het ‘communicerende vat’ met het rendement bovenbouw is dus positief te beoordelen. In het schooljaar 2013-2014 zijn de normen voor determinatie en overgang vernieuwd (en nu afgeleid van de exameneisen). Een cultuur van teveel ‘kansen geven’ moet hierbij worden doorbroken. In leerjaar 1 en 2 stromen hierdoor meer leerlingen door naar het voor hen passende niveau van onderwijs. Voor de leerlingen in de bovenbouw zal overigens nog minimaal twee á drie jaren extra steun en aandacht (leerattitude, steunles en ‘eigen’ examentraining) noodzakelijk zijn.
12
Op het vwo is de trend dalend. Hoewel verklaarbaar uit de cultuur van ‘kansen geven’ (zie rendement onderbouw) zijn het rendement bovenbouw en het gemiddeld CE-cijfer onder de maat. Het slagingspercentage had rond de 90% (het landelijk percentage) moeten liggen. Het verschil tussen het schoolcijfer en het eindexamencijfer nadert de kritische grens.
havo
Voor wat betreft de havo zijn we tevreden, met hierbij de
opmerking dat het gemiddeld cijfer voor het Centraal Examen nog minstens 0,2 punt te laag is en het slagingspercentage zich enorm heeft verbeterd (nog maar 3% onder het landelijk gemiddelde zit). Op basis van de afgelopen drie jaren dreigt de havo onder verscherpt toezicht komen te staan, echter indien de opbrengsten zich op de havo in deze trend doorontwikkelen, is basistoezicht in 2015 een reële ambitie.
13
mavo
vmbo basis
We zijn heel trots op de resultaten van onze mavo. Op de mavo heeft het slagingspercentage zich ten opzichte van het landelijk percentage van 93%, het rendement bovenbouw en het gemiddeld CE-cijfer wederom spectaculair ontwikkeld.
Vanwege het lage aantal leerlingen op het vmbo wordt gewerkt met combinatieklassen kader- en basisberoeps- gerichte leerweg. Bij de resultaten van de basisberoeps gerichte leerweg dient overigens bedacht te worden dat het om zeer lage aantallen leerlingen gaat. Overigens is dat nu juist ook het probleem. Voor de praktijkvakken zorg en welzijn en techniek-breed is het differentieren tussen het kader- en basisniveau geen probleem, maar bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en het profielvak natuur/scheikunde of biologie wordt nog onvoldoende rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen. De slagingspercentages zijn te laag ten opzichte van het landelijk percentage van 95%. De opbrengsten op het vmbo vragen derhalve om een stevige interventie op de competenties van docenten inzake het omgaan met verschillen / differentiëren (in plaats van lesgeven en toetsen op een niveau tussen kader en basis in).
vmbo kader
14
15
3.3 Zorg
3.2 Onderwijsleerproces De kwaliteit van het onderwijsleerproces is voor ons een dagelijks aandachtspunt en is ook in het toetsingskader van de inspectie van het onderwijs opgenomen. De bevindingen van de inspectie van het onderwijs geven weer dat de basiskwaliteit van het Coenecoop College zich sterk aan het verbeteren is en dat er uiteraard ook nog zaken te verbeteren zijn. Enkele bevindingen van de inspectie van het onderwijs: • De basiskwaliteit van het onderwijsleerproces is van voldoende niveau. • Het Coenecoop College heeft stappen gezet voor de verbetering van het pedagogisch didactisch handelen van de docenten. Speerpunten zijn activerende didactiek en het omgaan met verschillen. Daarnaast is er gekozen voor een vaste opbouw van de lessen met een voor leerlingen duidelijk herkenbare structuur. • In de organisatie lijkt de basis te zijn gelegd voor een samenhangend onderwijsaanbod en een integraal toetsbeleid waarin de ontwikkeling van valide, betrouwbare en doelmatige toetsen prioriteit heeft. • In het kader van de verdere professionalisering van de docenten is vorig jaar een start gemaakt met lesbezoeken door de leidinggevenden. De docenten worden ook gestimuleerd om elkaars lessen te bezoeken en elkaar gericht feedback te geven. • Er is het afgelopen jaar hard gewerkt aan de verbetering van de fysieke leeromgeving. • De lessen zijn voldoende doelgericht en voorzien van de nodige structuur. De docenten houden bij hun uitleg in voldoende mate rekening met het niveau van de leerlingen. Het efficiënt gebruik maken van de onderwijstijd is eveneens als voldoende beoordeeld. Er waren echter lessen die erop duiden dat de gemaakte afspraken over lesopzet en de naleving van bepaalde schoolregels nog teveel ‘leraarsafhankelijk’ is. • Enkele aspecten van het primaire proces zijn als onvoldoende beoordeeld. In het merendeel van de lessen tonen de leerlingen onvoldoende actieve betrokkenheid. De docenten zijn beperkt gericht op inbreng van de leerlingen en bieden weinig ruimte voor samen leren. Mede daardoor nemen de leerlingen over het algemeen een passieve, consumerende houding aan. Voorts is de interactie tussen docent en leerling nog te weinig gericht op het geven en ontvangen van effectieve feedback op het leerproces. • In de organisatie heeft een cultuuromslag plaatsgevonden. Er is urgentiebesef, draagvlak en betrokkenheid van de docenten bij de verbeterplannen. De docenten ervaren meer gezamenlijke focus en onderlinge afstemming in de kernteams en vakgroepen. In de gesprekken met de inspectie uiten zij zich positief over de ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Er is waardering voor de daadkracht en de open communicatie van het nieuwe management. Het algemene beeld van de inspectie van het onderwijs is dat het Coenecoop College het afgelopen jaar heeft geïnvesteerd in de versterking van bestuurlijk en onderwijskundig handelen. De focus is gericht op de aansturing van processen die gericht zijn op hogere leeropbrengsten. De school beschikt over een integraal en cyclisch georganiseerd systeem van kwaliteitszorg. 0 (bron: Rapport van bevindingen kwaliteitsonderzoek 2013, inspectie van het onderwijs, oktober 2013)
16
Naar schatting heeft het Coenecoop College te maken met zo’n 10% van de leerlingen met speciale behoeften op het terrein van de sociaal-emotionele ontwikkeling, gedrag of ondersteuning van het leren. Hoewel in cultuur nog een plattelandsschool zal Waddinxveen (het dorp en overigens ook de docenten) zich dienen te gaan realiseren dat we in toenemende mate te maken hebben met stadse problematiek, die qua zorgbehoefte en complexiteit vergelijkbaar is met een gemeente als Gouda. De mentoren zijn de aangewezen functionarissen voor de eerstelijns zorg. Als zodanig is in het schooljaar 2013-2014 een begin gemaakt met het ‘versterkt mentoraat’. Naast een taakomschrijving van de mentor en facilitering in uren, is gestart met een leerlijn voor de mentorlessen. In een aantal gevallen wordt de leerling doorverwezen naar de specialistische expertise in de school (bijvoorbeeld RT, vertrouwenspersoon of sociale vaardigheidstraining) of buiten school (o.a. ambulante begeleiding en Jeugdzorg). Inzake het ‘opschalen’ van eerste- naar tweedelijns zorg speelt de zorgcoördinator een centrale rol. De inspectie van het onderwijs beoordeelt de leerlingenzorg in haar bevindingen als volgt: ‘De zorg voor leerlingen met een indicatie voor specifieke ondersteuning, instructie en/of sociaal emotionele begeleiding is op orde. Uit het gesprek met de zorgfunctionaris is duidelijk dat deze leerlingen goed in beeld zijn. De school voert de ondersteuning planmatig uit. Voor specialistische hulp beschikt de school over een toereikend samenwerkingsverband met externe partners’. Gezondheidsprofiel leerlingen Coenecoop College Het afgelopen schooljaar heeft de GGD Hollands Midden met een gezondheidsonderzoek onder ruim 45.000 jongeren van 12 t/m 18 jaar in de regio Hollands Midden een gezondheidsprofiel voor het Coenecoop College gepresenteerd. In vergelijking met Hollands Midden is het interessant te constateren dat op het Coenecoop College het percentage leerlingen met een niet-westerse etniciteit (met name op havo en vwo) en het percentage laagopgeleide ouders hoger is. In vergelijking met Hollands Midden wordt hoger gescoord op de aspecten verzuim en alcohol / cannabis gebruik. In het afgelopen jaar (en de komende tijd) is op basis van deze waardevolle rapportage initiatief genomen tot een gezond aanbod in de schoolkantine, de school rookvrij en diverse lessen en voorlichting aan leerlingen (vaak met de ouders) over het gebruik van social media (met name ook vanwege pestcalamiteiten) en de risico’s van diverse genotmiddelen. Schoolondersteuningsprofiel In het kader van de invoering van de Wet Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 is het schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Dit document is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het Coenecoop College heeft hiervoor het format van het Samenwerkingsverband VO/VSO MHR gebruikt. In ons schoolondersteuningsprofiel is naast de mogelijke extra ondersteuning, ook de basisondersteuning uitvoerig beschreven. De basisondersteuning is gericht op preventief en licht curatief handelen. Als zodanig is te constateren dat de ‘pilot Up’ positieve effecten heeft gehad. LWOO Mede in het kader van de ontwikkelingen ten aanzien van passend onderwijs is in het onderwijsaanbod op het Coenecoop College met ingang van 2012-2013 toegang geboden aan de leerlingen met een LWOO-indicatie. In het schooljaar 2013-2014 is een combinatieklas vmbo kader en basis geformeerd met daarin 5 leerlingen met LWOO-indicatie. Deze leerlingen zijn succesvol doorgestroomd naar leerjaar 2 en in dit leerjaar zijn 10 leerlingen op basis of kader niveau in leerjaar 1 ingestroomd. Door het ontstaan van enige massa en de hieraan verbonden gelden is het voor het tweede jaar mogelijk gebleken voor 0,5 fte een onderwijsassistent in de onderbouw van het vmbo b/k te bekostigen. Leerlinggebonden financiering In het schooljaar 2013-2014 hadden 18 leerlingen een clusterindicatie (leerlinggebonden financiering c.q. een ‘rugzak’). Hierdoor kon gespecialiseerde extra zorg worden geboden (ingekocht), onder meer op de terreinen spraak/ taal, visueel, langdurige ziekte, autisme en andere sociaal emotionele problematiek (met name zogenaamde cluster 4 leerlingen met externaliserend gedrag). Doel van deze speciale zorg is dat deze leerlingen in het reguliere onderwijs (dus op het Coenecoop College) een diploma behalen en kunnen doorstromen naar het regulier vervolgonderwijs.
17
4. Verantwoording & toezicht Online is er een schat aan actuele informatie over het Coenecoop College op te vragen: • www.onderwijsinspectie.nl. Zoeken op de zoekterm ‘Coenecoop College’ levert een openbaar beeld van het oordeel van de Onderwijsinspectie. • www.schoolkompas.nl. Op schoolkompas kunnen geïnteresseerden het Coenecoop College aan de hand van tal van criteria vergelijken met andere scholen.
4.1 Verticaal en horizontaal toezicht Het Coenecoop College wil zich in termen van verticaal en horizontaal toezicht voortdurend verantwoorden over haar handelen en leren van de feedback van onze diverse ‘stakeholders’. Extern verticaal toezicht De inspectie van het onderwijs en de gemeenteraden van Alphen aan den Rijn en Waddinxveen houden extern verticaal toezicht op het Coenecoop College. • Inspectie van het onderwijs Gegeven de ontwikkeling van de opbrengstenkaart is in het schooljaar 2013-2014 actief contact gezocht en onderhouden met de inspectie van het onderwijs. Op basis van eigen evaluatie en verbeterplannen heeft de inspectie van het onderwijs medio oktober 2013 een ‘nader onderzoek’ ingesteld. Over de bevindingen van dit onderzoek wordt in dit jaarverslag in de diverse hoofdstukken nader gerapporteerd. Medio april is de inspectie van het onderwijs nader met de schoolleiding in gesprek gegaan om de voortgang van het verbeterproces te monitoren. Onderstaand de korte notitie op basis waarvan door het College van Bestuur het gesprek is gevoerd. Cultuur • In proces naar professionele cultuur • Onvoldoende ontwikkeling op collegiaal aanspreken • Van nature naar binnen gericht • Zoektocht naar evenwicht tussen stabiliteit en doorbreken van gedragspatronen Organisatie • ‘Nieuwe’ bedrijfsprocessen in huis: Bevoegd gezag, personeelszaken, loonadministratie en ‘ingehuurde’ specialisten ICT, control en huisvesting • Een van oudsher gefragmenteerde organisatie (zonder centrale sturing) • Herschikken taken OOP en schoolleiding (ook door vermindering formatie) • Kennisachterstand (door ontbreken van naar buiten gerichte oriëntatie) • Nog onvoldoende resultaat met verbetering van ondersteunende bedrijfsprocessen SOM: leerlingadministratie en Zermelo: rooster, dagrooster, toetsrooster e.d. Sturing (schoolleiding) • In ontwikkeling naar sturen op het geheel • Leren aanspreken op … (zie ook cultuur) • Van nature conflictvermijdend gedrag • Worsteling om uit de urgente waan van de dag te komen en proactief te kiezen voor belangrijke zaken zoals lesbezoek, functioneringsgesprek, vastleggen feiten
18
Personeel • In 2012-2013 ‘geïntervenieerd’ op 3 leden schoolleiding, twee leden van het OOP en 11 docenten en in 2013-2014 (tot heden) ‘geïntervenieerd’ op 4 docenten • Functioneringsgesprekken en lesbezoeken komen op gang • Schooljaar 2014-2015 eerste jaar van beoordelen (op vrijwillige basis mede in het kader van de functiemix) • Relatief veel 1e graads docenten in LD gaan in de komende 4 jaar met pensioen Financiën / continuïteit • Goedkeurende verklaring jaarrekening 2013 • Begroting 2013 gerealiseerd (ook na extra gelden Herfstakkoord) • Schooljaar 2014-2015 laatste jaar van daling leerlingenaantal met ca. 30 leerlingen • Naar 2016-2017: Circa €350.000 structureel op kosten bezuinigen • Voor 2014-2015 ruim 220 (2013-2014 197) aanmeldingen • Circa 50 aanmeldingen voor tweetalig onderwijs • Doorstart vestiging Boskoop als (TTO) locatie vwo-havo onderbouw voor het 1e jaar een succes (van 23 naar circa 50 leerlingen in leerjaar 1) Kwaliteitszorg • Formatie op het niveau van schoolleiding, docent en ondersteuning voor deze kerntaak vrijgemaakt • Invoering minimaal twee voortgangsgsprekken per schooljaar tussen een voltallige sectie en conrector (onderwijs & kwaliteit) • Programma CumLaude verschaft per periode werkbare overzichten op het niveau docent / vak / sectie / afdeling • De 80% norm is aanvaard als een redelijk criterium voor nader gesprek over de gerealiseerde resultaten • 1e jaar nieuwe bevorderingsnormen (afgeleid van de slaag/zak regeling) • 1e jaar CITO VAS toetsen (afgenomen in leerjaar 1, 2 en 3): Uitslag speelt een rol als leerling in de bespreekzone (doubleren) komt • De tool ‘Kwaliteitscholen’ in fase van implementatie als instrument voor onder meer de meting van leerlingen oudertevredenheid, docentenscans en andere enquêtes In de ontvangen feed back op onze rapportages en zelfevaluaties heeft de inspecteur uitgesproken zich te herkennen in het geschetste beeld. Met name de samenhang tussen de vier aspecten uit de SWOT analyse is herkenbaar. Als positieve punten vanuit de inspectie werden genoemd: - Duidelijke visie waar we naar toe willen - De inspectie signaleert dat we bezig zijn aan een duurzame kwaliteitsverbetering - Het advies luidt om vooral zo door te gaan en te bouwen aan een lange termijn basis - De inspectie signaleert dat we bewust bezig zijn met het waarmaken van de kwaliteitsbeloftes/doelen • De gemeenteraden In een bijeenkomst met de gemeenteraden van Waddinxveen en Boskoop is medio oktober 2013 op basis van het eerste openbare jaarverslag van de Stichting Coenecoop College ‘Op weg naar een lerende organisatie’ het jaarverslag 2012-2013 gepresenteerd en toegelicht.
19
4.2 Klachten
Intern verticaal toezicht / Raad van Toezicht Per oprichtingsdatum (21 december 2012) is mede op grond van de Code voor Goed Onderwijsbestuur in het VO bij Stichting Coenecoop College een scheiding aangebracht tussen bestuur en toezicht door het instellen van een Raad van Toezicht en een College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft in 2013-2014 gefungeerd met de volgende leden: • Mr. J.H. Oosters (voorzitter) • Drs. J.J. Demoed • G.J. Swart RA • Mevr. Drs. H.K. Sluiter MEM • Dr. J.K. van der Waals De raad heeft in deze verslagperiode vergaderd op 15 oktober en 3 december 2013, 25 januari, 8 april en 19 juni 2014. De raad van Toezicht vergadert in aanwezigheid van de rector/bestuurder en de conrectoren. Daarnaast hebben de diverse leden van de Raad van Toezicht in het kader van het inwerken of meedenken de school ‘in bedrijf’ bezocht. De raad heeft onder meer haar goedkeuring verleend cq. besproken: • Jaarrekening 2013 inclusief bespreking van het accountantsverslag ‘Met een nieuwe start op weg naar meer stabiliteit’ • Accountantskeuze jaarrekening 2014 • Begroting 2014 en meerjarenraming 2014-2017 • Kwartaal rapportages realisatie begroting 2014 • Publiek Jaarverslag 2012-2013 • De notitie; De doelen van het Coenecoop College • Het toezichtskader op de rector - bestuurder Daarnaast heeft de Raad van Toezicht aan haar werkgeversrol ten opzichte van de rector/bestuurder nader vorm en inhoud gegeven. Daarnaast is in het kader van ‘het meten van de temperatuur van het water’ een gesprek met de medezeggenschapsraad gevoerd. Conform de regels zal dit jaarlijks worden herhaald. Horizontaal toezicht Bij het horizontaal toezicht richt het Coenecoop College zich op de leerlingen, ouders en medewerkers. In overleg met de leerlingenraad, de ouderadviesraad en medezeggenschapsraad wordt informatie verstrekt, worden wederzijds problemen gesignaleerd en besproken, cq advies of instemming gevraagd. In dit kader hebben de leerlingenraad en ouderadviesraad een adviserende rol. In de medezeggenschapsraad zijn docenten, niet-onderwijzend personeel, ouders en leerlingen vertegenwoordigd. Zij brengen advies uit en hebben op een aantal belangrijke punten ‘instemmingsrecht’. In het afgelopen jaar is de samenwerkingsrelatie met de medezeggenschapsraad verder opgebouwd. Als zodanig is de relatie van wij-zij (belangenbehartiging) sterk in ontwikkeling richting medezeggenschap op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het Coenecoop College. Op basis van constructief overleg, al dan niet met aanvullingen of wijzigingen, heeft de medezeggenschapsraad in het afgelopen schooljaar ingestemd of positief geadviseerd over de begroting 2014, het formatieplan 2014-2015, overgangsnormen en determinatiefactoren evenals de invoering van periodieke CITO toetsen tot en met leerjaar 3, de invoering van Tweetalig Onderwijs en een aantal personele regelingen, waaronder een structurele regeling taakbeleid voor de komende jaren en de invoering van systematische gesprekscyclus (functioneren en beoordelen) met de medewerkers.
20
Het Coenecoop College beschikt over een klachtenregeling waarin beschreven staat op welke wijze een klacht kan worden ingediend en hoe deze wordt behandeld. Voor een zorgvuldige en onafhankelijke afhandeling van klachten is de school aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar onderwijs. Alle bezwaren- en klachtenregelingen van het Coenecoop College zijn terug te vinden op het ouderportaal en het leerlingenportaal. In het schooljaar 2013-2014 is er één formele klacht ingediend betreffende de gang van zaken, pedagogischdidactisch klimaat en het gedrag van één of meer leerlingen. In diverse gesprekken, waarvan verslag is gemaakt en waarop diverse acties zijn uitgevoerd, is geprobeerd tot een wederzijds bevredigende oplossing te komen. Helaas bleven de klachten aanhouden tot voornoemde klacht bij Bureau Onderwijsgeschillen. De klacht bij Bureau Onderwijsgeschillen heeft geleid tot mediaton leidend tot een overeenkomst (die met vallen en opstaan thans lijkt te leiden naar enige stabilisatie van de problematiek).
4.3 Communicatie Dagelijks is adequate communicatie met ouders, leerlingen en medewerkers van groot belang voor een school voor voortgezet onderwijs. We vinden het belangrijk dat ouders goed geïnformeerd zijn over wat zich afspeelt binnen de muren van de school en we willen leerlingen en medewerkers zo goed mogelijk op de hoogte houden en faciliteren door goede informatie (over rooster, verzuim, cijfers, agenda enz.) Daarnaast kunnen ouders en leerlingen altijd telefonisch of per mail met de school contact opnemen c.q. de mentor en vinden er vele gesprekken met ‘thuis’ plaats. In algemene zin zijn de communicatiekanalen dit schooljaar verder geïmplementeerd. Het betreft: Portalen (als vervanging van een zeer gedateerd en vervuild intranet) In september 2013 zijn de portalen gelanceerd. Op het ouderportaal, leerlingportaal en personeelsportaal staat veel informatie die voor de verschillende doelgroepen voor belang is. Zo zijn op de portalen regelingen, statuten, nieuwsitems en praktische informatie te vinden. Ook krijgen ouders en leerlingen via het ouder- en leerlingportaal inzicht in het rooster en cijfers. SOMToday SOMToday is online via de pc en via een speciale smartphone-applicatie te bereiken. Leerlingen (en ouders) zien hier hun altijd actuele rooster, cijfers en absenties. Onderbouwleerlingen (en hun ouders) zien in SOMToday ook het opgegeven huiswerk. Coenekoerier Alle lopende zaken worden richting ouders en leerlingen gecommuniceerd middels ons digitale informatieblad, de Coenekoerier. Deze verschijnt zes keer per schooljaar. In het schooljaar 2013-2014 is de Coenekoerier verschenen in september, oktober, december, februari, april en juni (zie ook op www.coenecoopcollege, bij Ouders - Coenekoerier). Coenecopij De Coenecopij is de wekelijkse personeelsnieuwsbrief. Iedere donderdag wordt deze nieuwsbrief per mail verspreid aan alle personeelsleden, MR, OAR en Raad van Toezicht. Iedere Coenecopij bestaat uit mededelingen vanuit de schoolleiding, ingezonden algemene mededelingen en een activiteitenoverzicht voor de komende maand.
21
5. Personeel 5.2 Scholing In een kennisorganisatie is de scholing van kenniswerkers van vitaal belang. Om redenen van financiële aard en belemmerende overtuigingen inzake lesuitval was deskundigheidsbevordering geen ‘core business’. Nu worden ook op dit punt enorme stappen gemaakt. Naast een akkoord (na vele vele jaren) op het gebied van taakbeleid , ‘van uren naar prestaties’, waarbij scholing niet meer iets individueels is en er naast een algemene basistijd tot 160 uur op jaarbasis betaalde tijd voor scholing beschikbaar is, verspreid de behoefte aan scholing zich als een olievlek door het Coenecoop College. Naast de faciliteiten die beschikbaar worden gesteld in tijd zijn langzamerhand vele docenten er weer van overtuigd om naar diverse bijeenkomsten te gaan om rondom je vak of rondom je docentschap (of anderszins) kennis te nemen van de ‘the state of the art’. Op deze wijze wordt daarnaast ook een begin gemaakt met het doorbreken van de naar binnen gerichte cultuur. Naast tijd zijn de bedragen om scholing van medewerkers in 2013 te betalen gestegen naar een niveau van € 122.000 op jaarbasis. Dit nog exclusief een tiental zogenaamde ‘lerarenbeursen’, om docenten een bredere of hogere bevoegdheid te laten behalen.
5.1 Medewerkers in loondienst
Met 1-8-2013 en 1-8-2014 als peildata is precies te zien wat het verloop van het personeelsbestand gedurende het schooljaar 2013-2014 is geweest. Enkele constateringen op basis van bovenstaande tabel: • Het aantal personeelsleden is gereduceerd van 121 naar 116, hiermee is ook het aantal fte wat het Coenecoop College in dienst heeft gedaald met 3,26 fte. • Het personeelsbestand van het Coenecoop College is gedurende het schooljaar 2013-2014 verjongd. Waar op 1-8-2013 nog 38% van de werknemers ouder dan 56 was, zat op 1-8-2014 nog 33% in de leeftijdscategorie 56+. • Bij het aantal fte moet bedacht worden dat in het kader van de noodzaak tot hoogwaardige ondersteuning (in relatie tot een kleine organisatie) deskundigheid voor een dag in de week wordt ingekocht op het gebied van: - Financial control (Deloitte) - Loonadministratie (Merces) - ICT infrastructuur en support (Simmart)
22
Een greep uit de diverse activiteiten: • Viermaal een 24 uur sessie onder leiding van een zeer ervaren schoolleider / bestuurder • Een vijftiental individuele coachingtrajecten in het kader van de professionele ontwikkeling van een individuele medewerker • Opleidingsschool: 3 gecertificeerde schoolopleiders en een tiental gecertificeerde werkplekbegeleiders • Taalgericht vakonderwijs: Voor het eerst sinds jaren weer een gezamenlijke studiedag als start van dit thema voor de komende jaren • Kleppen dicht: Een achttal docenten die in een opdracht met behulp van ICT instrumentarium de stap naar het gebruik van ICT in de les ontwikkelen • Docenten tweetalig onderwijs: Vanaf januari 2014 is de betrokken groep van TTO docenten (circa 15 docenten) elke donderdagmiddag bijeen om zich te scholen. • Projectontwikkeling en advisering docententeam vmbo gedurende de eerste twee kwartalen van het schooljaar 2013-2014
23
5.3 Verzuim Met ingang van 1 januari 2014 is, na verkregen instemming van de medezeggenschapsraad, van arbodienst gewisseld. Met ROAD als arbodienst is periodiek een case manager op school en wordt er niet alleen in geval van arbeidsongeschiktheid geacteerd, maar wordt ook meer actie ondernomen in termen van het voorkomen van arbeidsongeschiktheid. Daarnaast is er maandelijks aandacht voor verzuim en worden medewerkers actief aangesproken in geval dan meer dan twee keer per jaar ziekteverzuim. Hoewel een en ander op gang aan het komen is, zijn de belemmerende overtuigingen op dit terrein binnen de Coenecoop organisatie soms nog wel weerbarstig. Vanwege het feit dat de vervangingskosten voor langdurig ziekte verzuim tot onder de € 100.000 op jaarbasis waren gedaald, is de verzekering op dit punt, het zogenaamde Risicofonds, per 1 augustus 2014 opgezegd. Dit na afweging tussen de risico’s inzake continuïteit enerzijds en de hoogte van de premie á € 160.000 op jaarbasis anderzijds. Het verzuimpercentage in het schooljaar 2013-2014 is 6,05%. Het vierde kwartaal van 2013 levert het hoogste percentage aan dit gemiddelde. In de maanden april, mei en juni kenden we relatief weinig verzuim.
5.4 Horizontalisering Zoveel mogelijk docenten worden, waar mogelijk, naast hun lesgevende taak ingezet voor andere niet-lesgevende taken. Hierbij wordt stapeling van niet-lesgevende taken bij docenten zoveel als mogelijk voorkomen. Door deze horizontalisering van taken krijgen docenten naast de dagelijkse tredmolen van het lesrooster, ruimte om op eigen gekozen tijdstippen deze werkzaamheden in te vullen en in tijden van enorme piekbelasting (zo’n 12 tot 16 van de 40 schoolweken in het schooljaar) bepaalde werkzaamheden even naar later te verschuiven. Voordelen van horizontalisering binnen de organisatie zijn hiernaast: • Mogelijkheden de (dure) formatie van schoolleiding te verkleinen • We maken beter gebruik te maken van vele soorten van deskundigheid • Verhoging van de betrokkenheid van docenten bij de organisatie. Alles afwegend wegen deze voordelen op tegen het nadeel van horizontalisering in termen van de noodzaak tot afstemming en coördinatie. In het schooljaar 2013-2014 zijn onder meer als zodanig gefaciliteerd: • Coördinerende ondersteuning van de afdelingsleiders (drie docenten) • ICT coördinatie (twee docenten) • Schoolopleiders (drie docenten in kader van de opleidingsschool) • Werkplekbegeleiders (voor zo 20 docenten in opleiding) • Docentbegeleiders (één docent) • Brugklascoördinatie (twee docenten) • Rekencoördinatoren (drie docenten) • Decanaat (één docent) • Roostermaker (één docent) • Taalgericht vakonderwijs (één docent) • Coördinatoren tweetalig onderwijs (drie docenten) • Coördinatoren Anglia (twee docenten) • Coördinatoren talentstromen: cultuur, sport, science en internationalisering (vijf docenten) • Zorgcoördinator, vertrouwenspersonen, sova en faalangstraining
24
25
6. Financiën 6.2 Exploitatie
6.1 Investeren en een sluitende exploitatie Een sluitende exploitatie dient in het boekjaar 2017 te zijn gerealiseerd. De omvang van het weerstandsvermogen (na de realisatie van de bestuurlijke verzelfstandiging per 1 januari 2013) verschaft de mogelijkheid de organisatie dusdanig in te richten dat de personeelskosten verder worden gereduceerd en er kan worden geïnvesteerd. Het ‘investeren’ betreft naast het creëren van ruimte in geld voor huisvesting, facility en personeel ook investeren in • verbinding met de dorpen, • verbinding tussen schoolleiding en medewerkers, • de persoonlijke ontwikkeling van de werknemers, • inhalen achterstallig onderhoud personeelsbeleid, • inhalen achterstallig onderhoud gebouwen, • ‘pimpen’ van de vestigingen Waddinxveen en Boskoop, • investeren in eigentijds onderwijs met betrekking tot onder meer de ICT infrastructuur, • het creëren van eigentijdse (en arboproof) praktijklokalen voor techniek en dienstverlening, een kunstplein en een volwaardig computerlokaal (mediatheek) in Boskoop.
3
Baten
31-12-2013 EUR
Begroot EUR
31-12-2012 EUR
3.1 3.2 3.4 3.5
Rijksbijdragen 8.552.354 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 29.505 0 Bijdragen exploitatieverliezen 361.777 Overige baten
8.049.606 15.000 0 289.000
8.583.575 281.857 598.973 459.904
Totaal baten
8.943.636
8.353.606
9.924.308
4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
7.261.289 205.928 633.439 1.245.158
6.999.500 251.939 653.000 922.000
8.122.804 248.632 647.029 1.288.860
Totaal lasten
9.345.813
8.826.439
10.307.325
-402.178
-472.833
-383.017
26.202
35.763
29.740
-375.976
-437.070
-353.277
(bron: Begroting 2014: Investeren en (op weg naar) een sluitende exploitatie Stichting Coenecoop College, inclusief een raming van de exploitatie 2014 – 2017, november 2013) Na de meerjaren begroting ten tijde van de bestuurlijke verzelfstandiging is de meerjarenbegroting op basis van de ‘toegestane’ tekorten in de begroting 2014 als volgt geactualiseerd: • 2014 negatief € 554.198 • 2015 negatief € 375.000 • 2016 negatief € 250.000 • 2017 sluitende begroting De algemene reserve zal alsdan zijn afgenomen tot een bedrag van circa € 400.000.
26
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten Totaal resultaat
De belangrijkste verschillen tussen de begroting en de realisatie hebben betrekking op de posten rijksbijdragen, personeelslasten en overige lasten. De rijksbijdragen zijn hoger dan begroot vanwege de gelden die het kabinet in het najaar 2013 beschikbaar heeft gesteld bij het Onderwijsakkoord. Op het moment van het opstellen van de begroting was het niet bekend dat deze gelden beschikbaar gesteld zouden worden.
27
6.3 Resultaatanalyse Het resultaat over 2013 bedraagt € 375.976 negatief tegenover een negatief resultaat over 2012 van € 353.277. Het resultaat over 2013 wordt onttrokken aan de algemene reserve. Het College van Bestuur heeft besloten om een bestemmingsreserve formatie/schoolontwikkeling in te stellen voor een bedrag van € 150.000. De bestemmingsreserve is aangebracht om de middelen voortvloeiend uit het Onderwijsakkoord 2013 in te zetten voor scholing van de docenten, verlaging van de werkdruk van docenten en om tijdelijke uitbreidingen te bekostigen onder meer ten behoeve van de invoering van tweetalig onderwijs. Het resultaat in de jaarrekening 2013 komt positiever uit in vergelijking met de vastgestelde begroting 2013. In hoofdlijnen komt dit door de volgende zaken: • De rijksbijdragen zijn € 503.000 hoger dan begroot, veroorzaakt door aanvullende bekostiging vanuit het Onderwijsakkoord € 335.000, niet begrote verlofsubsidie € 40.000, verhoging van de subsidie Prestatiebox VO € 50.000, hogere subsidie VSV € 15.000 en positieve tariefwijzigingen € 63.000. • De overige overheidsbijdragen en -subsidies zijn € 14.500 hoger dan begroot als gevolg van hogere bijdrage zorggelden vo/svo. • De overige baten zijn hoger dan begroot, voornamelijk veroorzaakt door hogere ouderbijdragen (meer excursies en projecten) ad. € 42.000 en een eenmalig ontvangen bedrag van € 16.400 in verband met de liquidatie van de Onderlinge Verzekeringen Overheid. • De personeelslasten overschrijden de begroting met € 266.000. De overschrijding is veroorzaakt door hogere lonen en salarissen. In de begroting is uitgegaan van een aanzienlijke besparing op de loonkosten. Deze besparing bleek op korte termijn niet te realiseren. Daarnaast zijn de loonkosten voor personeel niet in loondienst € 51.000 hoger dan begroot. Ten opzichte van het vorige jaar zijn de loonkosten voor het eigen personeel en personeel niet in loondienst aanzienlijk gedaald. Verder is aan de voorziening een bedrag gedoteerd van € 85.000 ten behoeve van medewerkers bij welke door middel van maatwerk beëindiging van het dienstverband in 2014 is voorzien met daarbij de totale loonkosten per werknemer op basis van de resterende diensttijd en een reële inschatting van de overige loonkosten. Hiertegenover zijn de uitkeringen van het risicofonds (voor arbeidsongeschiktheid) hoger dan begroot. • De afschrijvingen zijn € 45.000 lager dan begroot, veroorzaakt doordat in 2012 de bijdragen doordecentralisatie onderwijshuisvesting als investeringssubsidies zijn verwerkt waardoor de afschrijving op de gebouwen in 2013 lager is. Tevens zijn de afschrijvingen lager als gevolg van de verkoop van de schoolboeken i.v.m. het opheffen van het interne boekenfonds. • De overige lasten overschrijden de begroting met € 323.000. Deze overschrijding is veroorzaakt door de opheffing van het interne boekenfonds. De kosten van de boeken zijn in 2013 direct ten laste gebracht van de exploitatie, terwijl er bij de begroting vanuit was gegaan dat de kosten verspreid zouden worden over het schooljaar. Eveneens bestaat de overschrijding uit de afschrijvingskosten van de boeken tot het moment van de verkoop. De totale overschrijding als gevolg van het opheffen van het interne boekenfonds bedraagt € 176.000. Tevens zijn de kosten voor excursies en leerlingactiviteiten € 78.000 hoger dan begroot (net als de ouderbijdragen). Daarnaast zijn de kosten voor ICT € 62.000 hoger dan begroot als gevolg van verbeteringen aan de ICT-structuur.
28
Ten opzichte van 2012 neemt het resultaat af met € 22.699. De belangrijkste verschillen hebben betrekking op: • De beëindiging van de bijdragen vanuit de gemeenten Boskoop en Waddinxveen veroorzaakt een daling van totaal € 842.791. • Een daling ad. € 102.000 van de ouderbijdragen als gevolg van het verlagen van de tarieven, daling van het aantal leerlingen en het gratis beschikbaar stellen van de kluisjes. • Per saldo (ondanks de aanvullende bekostiging vanuit het Onderwijsakkoord) een daling van de rijksbijdrage ad. € 31.221 als gevolg van de daling van het aantal leerlingen. • Anderzijds een besparing op de personeelskosten ad. € 861.500, veroorzaakt door een daling van de lonen en salarissen ad.€ 500.000, een lagere dotatie aan de voorziening ad.€ 311.000, een besparing van € 106.000 op personeel niet in loondienst en een stijging ad. € 45.000 van de overige loonkosten met name door kosten voor scholing van personeel. • Een daling van de afschrijvingslasten ad. € 43.000 veroorzaakt doordat in 2012 de bijdragen doordecentralisatie onderwijshuisvesting als investeringssubsidies zijn verwerkt waardoor de afschrijving op de gebouwen in 2013 lager zijn. Tevens zijn de afschrijvingskosten lager als gevolg van de verkoop van de schoolboeken i.v.m. het opheffen van het interne boekenfonds. • De overige lasten zijn per saldo gedaald met € 44.000. Deze is met name veroorzaakt doordat er besparingen zijn gerealiseerd door het opnieuw aanbesteden van diensten.
6.4 Risicoprofiel (bron: jaarstukken 2013) Onderstaand in volgorde van urgentie, de risico’s onderscheiden: • Aantal leerlingen kwantitatief: De aanmeldingen voor het eerste leerjaar dienen zich kwantitatief te ontwikkelen naar minimaal 240 leerlingen in 2017. • Aantal leerlingen kwalitatief: De aanmeldingen voor het eerste leerjaar dienen zich kwalitatief te ontwikkelen naar minimaal 50 leerlingen in leerjaar 1 in 2015 op de vestiging Boskoop, minimaal 32 leerlingen in leerjaar 1 voor vmbo kader/basis in 2015 en minimaal 60 leerlingen voor het vwo in 2015 • Cultuur: Er is op het niveau van schoolleiding en medewerkers nog onvoldoende ‘ruimte’ voor reflectie op de eigen schoolcultuur. Te constateren is dat er slechts te vaak ‘vanaf de tribune’ applaus wordt gegeven. ‘Vanaf de tribune’, omdat nog maar weinig wordt waargenomen dat er actief aan een verandering van de cultuur wordt deelgenomen. De vraag zal zijn of schoolleiding (hiërarchisch) en werknemers (collegiaal) in voldoende mate zullen gaan aanspreken. • Bedrijfsprocessen. Mede in verband met bovengenoemde cultuuraspecten en de ‘gewoonte’ bedrijfsprocessen op een gesegmenteerde wijze aan te pakken is de interne en externe communicatie rommelig en worden problemen halfslachtig aangepakt. Daarom zal de focus gericht moeten worden op het aanbrengen van samenhang tussen de bedrijfsprocessen en het inslijpen van routines. • Indien de onderwijsopbrengsten en het onderwijsproces zich niet conform de doelstellingen ontwikkelen, zal de externe geloofwaardigheid (dat de school de weg omhoog aan het vinden is) dusdanig afnemen dat het beoogd aantal leerlingen niet zal worden gerealiseerd. • Belasting. Gegeven het verleden van het Coenecoop College kunnen (onverwachte) tegenslagen of het onvoldoende snel zichtbaar worden van successen leiden tot een zekere mate van ‘murwheid’ onder het personeel. De zware belasting om alle doelen te halen zal dan tot overbelasting (met als gevolg een negatieve vicieuze cirkel) kunnen leiden. • De bekostiging van het voortgezet onderwijs door het achterwege laten van inflatiecorrectie, geen afdoende aanpassing van de personele lumpsum door wijziging in CAO en/of functiemix en diverse ‘efficiency’ maatregelen heeft de afgelopen jaren feitelijk een relatieve vermindering van circa 8% in de bekostiging tot gevolg gehad (bron VO Raad). De gevolgen van deze sluipende bezuinigingen leiden thans in de gehele sector tot ernstige aantasting van het weerstandsvermogen van onderwijsorganisaties. • Docenten. De komende jaren zal veel ervaring en vakmanschap verdwijnen van met name eerstegraads docenten die door pensionering de organisatie verlaten. Landelijke verwachtingen ten aanzien van het docententekort versterken dit probleem. Voor het Coenecoop College leidt dit tot de paradoxale situatie dat de personeelslasten gemiddeld omlaag zullen moeten terwijl ’dure’ eerstegraads docenten vooralsnog niet kunnen worden gemist. • Technische staat van de gebouwen. Gegeven het perspectief te investeren in de bestaande gebouwen is thans nog geen adequaat inzicht in de vraag of €200.000 per jaar aan groot onderhoud op termijn afdoende zal zijn.
29
7. Huisvesting & facility 6.1 Locatie Boskoop In het schooljaar 2013-2014 was één van de grote speerpunten het aantrekkelijk maken van de locatie Boskoop. De onderbouwlocatie in Boskoop neemt geen mavo en vmbo kader leerlingen meer aan en voor havo en vwo kan worden gekozen voor regulier of voor tweetalig onderwijs. Naast een aantrekkelijk onderwijsaanbod en herstel van de rust, reinheid en regelmaat moest een (gedateerd) gebouw dringend worden opgeknapt. Het scheppen van ruimte en licht was hierbij een leidend motief. De investeringen ter verbetering van de uitstraling van het gebouw van de locatie Boskoop betroffen: • Renovatie van het schoolplein • Verwijderen van de hoge hekken en verzakt straatwerk en aanleg van een omliggende tuin • ICT infrastructuur vernieuwen en creatie van een mediatheek • Verf- en schilderwerk, het aanbrengen van vele decoraties • Opruimen, opruimen en opruimen.
6.2 Locatie Waddinxveen In het schooljaar 2012-2013 is de locatie Waddinxveen in termen van binnen schilderwerk, het aanbrengen van decoraties en het opruimen al ‘opgepimpt’. In 2013-2014 is gerealiseerd: • Geheel vernieuwde ICT infrastructuur (nieuwe servers en draadloos) • Realisatie nieuwe bedrijfshal techniek / technologie (tevens arbo proof) • Creëren nieuwe docentenwerkruimte • Creëren werkruimte opleidingsschool en werkruimte schoolleiding, zodat voor 8 OOP werkplekken in één kantoortuin twee werkruimtes beschikbaar zijn gekomen) • Creëren kunstplein (de vijf vaklokalen tekenen, handvaardigheid, muziek en drama bij elkaar gesitueerd) door opheffen vaklokaal handel & administratie
8. Schooljaar 2013-2014 Na 7 hoofdstukken van het publieke jaarverslag bent u in behoorlijke mate op de hoogte van het wel en wee van de Stichting Coenecoop College. Maar er is meer. In dit hoofdstuk krijgt u een kijkje in de verschillende activiteiten die het schooljaar 2013-2014 op het Coenecoop College tot een mooi schooljaar hebben gemaakt. 25 jaar uitwisseling met Pelhrimov In 1988 is de samenwerking tussen het Coenecoop College en het Gymnazium van Pelhrimov (Tsjechie) tot stand gekomen. Nu -25 jaar later- is deze samenwerking er nog altijd! Dit 25-jarig jubileum is samen met Tsjechische uitwisselingsstudenten gevierd op 26 september 2013.
Coenecoop Anglia Dit jaar heeft een recordaantal van ruim honderd leerlingen van klas 1 mavo tot klas 6 gymnasium meegedaan aan het Anglia project en het examen afgelegd. Alle deelnemers zijn dit jaar -binnen hun eigen niveau- geslaagd voor het examen. Maar liefst acht leerlingen hebben zelfs het masterniveau behaald.
Lancering tweetalig onderwijs Docenten zijn klaargestoomd voor het geven van tweetalig onderwijs in het schooljaar 2014-2015. Informatiebijeenkomsten voor ouders en leerlingen trokken ongekend veel geinteresseerden.
Uit de voorziening MOP (meerjaren onderhoud) is in 2013 ca. €270.000 onttrokken (met een dotatie van €200.000). Per jaareinde 2013 was de omvang van deze voorziening € 472.155. Coenecoop College vanaf 1 januari rookvrij Het Coenecoop College is rookvrij. Sinds 1 januari is ook het schoolplein 100% rookvrij verklaard.
Basisscholen voorgelezen in het Engels tijdens Voorleesontbijt Op woensdag 22 januari 2014 zijn negen basisscholen tijdens het Nationaal Voorleesontbijt voorgelezen door docenten Engels van het Coenecoop College. Om het voor de groep 8-leerlingen uitdagend te maken hoorden de leerlingen de verhalen in het Engels, terwijl ze genoten van een ontbijtje.
30
31
Schooljaar 2013-2014 Herman Koch geeft lezing voor 5VWO Op dinsdag 4 februari heeft Herman Koch, auteur van de bestseller ‘Het Diner’, een boeiende lezing gegeven aan de leerlingen van 5vwo. De leerlingen zaten vol interesse te luisteren hoe Koch vol humor vertelde over het ontstaan van ‘het Diner’.
Musical ‘Gebroken Licht’ Leerlingen uit de 2e en 3e klas van het Coenecoop College locatie Boskoop speelden op 12 en 13 maart de musical ‘Gebroken Licht’. Na maanden repeteren onder professionele begeleiding speelden zij op de langverwachte premiere in het Flora Theater voor veel publiek die de acteurs beloonde met een groot, terecht, applaus.
Educatieve reizen Begin mei waren leerlingen van het Coenecoop College te vinden in de straten van Londen, Pelhrimov, Praag, Rome en Texel.
COOLTalent in de Goudse Schouwburg Leerlingen van het Coenecoop College hebben de sterren van de hemel gespeeld en gezongen tijdens COOLTalent in de Goudse Schouwburg. Ivar Sip, Jim Boonman, de bands WLV en Triple Trouble & Café Latte Deluxe showden hun talenten.
Gezonde school Het Coenecoop College heeft de titel ‘Gezonde School’ gekregen. Gezonde leerlingen zitten lekkerder in hun vel en verhogen hiermee hun kans op goede schoolprestaties. Wij als middelbare school willen er natuurlijk alles aan doen om leerlingen te steunen bij het realiseren van het best mogelijke resultaat.
Donatie Verizon Met grote dank aan Verizon hebben we twee drie dimensionale printers en 2 karren met 16 iPads aangeschaft om ons onderwijs ‘rijker’ te maken.
Diplomauitreikingen Tijdens een feestelijke uitreiking hebben alle geslaagde leerlingen hun diploma in ontvangst genomen. Met blije gezichten en trotse ouders hoorden de leerlingen de mooie, persoonlijke speeches van hun mentor aan en gingen ze vervolgens over tot het officiele ondertekenen van hun diploma.
In memoriam: Eric Noordergraaf Verdriet en… herinneringen samen. Op 23 juli werd Eric getroffen door een hersenbloeding. Een aantal dagen hebben we goede hoop op herstel gehad, maar een stapeling van complicaties was teveel. Op 2 augustus is onze collega Eric Noordergraaf, onze zorgcoördinator en docent Nederlands, overleden.
Coenecoop College bij ‘Leukste School 2.0’ van TV West Het Coenecoop College is door TV West genomineerd voor de titel ‘Leukste school 2.0’. Tijdens de uitzending van dit tv-programma werden leerlingen ondervraagd over docenten, de kantinemedewerkster legde het ‘lekkerste kantinevoer’ voor aan TV West en conciërge Hassan liep, onder grote aanmoediging van de leerlingen, een heus BHV-parcours met brand, reanimatie en andere obstakels.
32
33
Colofon Gegevens Coenecoop College Bevoegd gezag nummer: 42633 Website: www.coenecoopcollege.nl Email:
[email protected] Postadres: Postbus 161, 2740 AD Waddinxveen Locatie Waddinxveen: Oude Dreef 6, 2741ST Waddinxveen Locatie Boskoop: Kievitstraat 54, 2771TD Boskoop Telefoon: 0182-616055
Uitgave jaarverslag 2013-2014
Redactie: Jan Rozema & Maaike de Boer Vomgeving & samenstelling: Maaike de Boer
34