Verslag Users’ Group – Plenaire Vergadering van 11/12/2014 Aanwezig:
W. Aertsens (Infrabel) J.-P. Bécret (GABE) J.-P. Boydens (Cogen Vlaanderen) P. Claes (FEBELIEC) N. De Coster (ORES) B. De Wispelaere (FEBEG) W. Gommeren (BECI) B. Gouverneur (Synergrid) B. Massin (EFET) M. Malbrancke (InterRegies) G. Meynkens (FEBELIEC) F. Van Gijzeghem (ODE) H. Wijverkens (FEBEG) D. Zenner (waarnemend voorzitter), P. Fonck, I. Gerkens (Elia) H. Vandenbroucke (gedeeltelijk, Elia)
Verontschuldigd: F. Vandenberghe (Voorzitter), E. Spire (Elia) N. Laumont (EDORA) J. Matthys- Donnadieu (Belpex) N. Pierreux (Belpex) H. Vandersyppe (FEBEG) Agenda 1.
2. 3.
4.
5.
6.
Goedkeuring van de verslagen van de vergadering van de Plenaire UG van 25 september 2014 en van de Gemeenschappelijke WG Bevoorradingszekerheid van 23 oktober 2014 Voorstel tot herziening van de ledenlijst van de UG – Aansluiting van de federatie van aggregatoren Gemeenschappelijke WG Bevoorradingszekerheid – Status van de lopende werken (vergaderingen van 23 oktober en 2 december): - Communicatiemiddelen - Entso-e Winter Outlook 2014-2015 - Wintertoestand 14-15 – Stand van zaken van het schaarsterisico - Invoercapaciteit aan de grenzen Implementation Strategic Reserve – Status van de lopende werken (vergaderingen van 22 oktober en 3 december): - Voorstel voor evolutie van de strategische reserve - Besprekingen/opmerkingen van de marktspelers en stakeholders TF Balancing en Experts Group – Status van de lopende werken (vergaderingen tussen eind september en december): - Essentiële punten van de werken - International Grid Control Cooperation WG Belgian Grid – Status van de lopende werken (vergadering van 2 december):
Users’ Group – Verslag vergadering 11 december 2014_FINAL APPROVED
1/8
7. 8.
- Activatie van het afschakelplan – Impact op de perimeter van de ARP's Europese netwerkcodes – Stand van zaken Varia – Datums van de vergaderingen van de Plenaire UG in 2015
VERSLAG Frank Vandenberghe verontschuldigt zich voor zijn afwezigheid omdat hij heel de namiddag met Emeline Spire in vergadering is bij de CREG. In afwezigheid van de voorzitter van de Users’ Group neemt de voorzitter van de WG Belgian Grid het voorzitterschap van de vergadering waar. 1. Goedkeuring van de verslagen van de vergadering van de Plenaire UG van 25 september 2014 en van de Gemeenschappelijke WG Bevoorradingszekerheid van 23 oktober 2014 Het verslag van de vergadering van 25/9/2014 wordt zonder opmerkingen door de Users’ Group goedgekeurd. De voorgestelde wijzigingen van het verslag van de vergadering van 23 oktober 2014 van de Gemeenschappelijke WG Bevoorradingszekerheid worden zonder opmerkingen goedgekeurd. 2. Voorstel tot herziening van de ledenlijst van de UG – Affiliatie van de federatie van aggregatoren De waarnemend voorzitter van de Users’ Group presenteert de formele aansluitingsaanvraag van de nieuwe federatie van aggregatoren (Belgian Demand Response Aggregators), vertegenwoordigd door dhr. Schell (Restore) en dhr. DeJonghe (Actility). Deze federatie telt momenteel 5 leden die actief zijn op het gebied van vraagbeheer; ze is reeds vertegenwoordigd in de Task Forces van de Users’ Group. De vertegenwoordiger van GABE merkt op dat bepaalde leden van deze nieuwe federatie van aggregatoren ook leverancier zijn en de stellingnames van de federatie die de leveranciers vertegenwoordigt betreffende de thema's die hen aanbelangen zwaarder zouden kunnen laten doorwegen. Voorts moet men weten dat deze federatie slechts een gedeelte van het vraagbeheer vertegenwoordigt, aangezien de verbruikers die flexibiliteit aanbieden niet vertegenwoordigd zijn. De waarnemend voorzitter van de Users’ Group neemt nota van de opmerking en herinnert er aan dat in geen enkel geval het de bedoeling is van de discussies rond flexibiliteit te beperken aan deze federatie, wel in tegendeel, zoals de specifieke workshop van 3 oktober georganiseerd met de industriëlen het bewijst. Hij herinnert aan het nut van de deelname van de federatie van aggregatoren aan de werkzaamheden van de Users’ Group kan hebben en dat deze reeds aanwezig is in de Task Forces van de Users’ Group. De leden van de Users' Group keuren de uitbreiding van de ledenlijst van de Users' Group met de federatie van aggregatoren goed. Het huishoudelijk reglement zal in die zin worden aangepast. 3. Gemeenschappelijke WG Bevoorradingszekerheid – Status van de lopende werken De waarnemend voorzitter van de Users’ Group geeft een presentatie van de besprekingen die plaatsvonden in de Gemeenschappelijke WG Bevoorradingszekerheid, Users’ Group – Verslag vergadering 11 december 2014_FINAL APPROVED
2/8
tijdens de meetings van 23 oktober en 2 december 2014 (zie presentatie "Bevoorradingszekerheid en schaarste"). Er werden heel wat thema's besproken, zoals een stand van zaken van het schaarsterisico en de situatie voor de winter 14-15, de Winter Outlook 2014-2015 van Entso-e, de communicatiemiddelen in geval van schaarsterisico en de uitzonderlijke coördinatieprocedure voor de uitwisselingscapaciteiten aan de grenzen voor de winter 14-15. Elia herinnert eraan dat de regulatoren van de CWE-regio een openbare raadpleging hebben georganiseerd over het ontwerp van uitzonderlijke coördinatieprocedure van de uitwisselingscapaciteiten voor elektriciteit op meerdere grenzen binnen de CWE-regio wanneer een risico op schaarste wordt gedetecteerd in België. Deze raadpleging werd op 11 december jl. afgesloten. De uitzonderlijke procedure zal op 12 december in werking treden, op voorwaarde dat ze wordt goedgekeurd door de reguleringsinstanties van de CWE-regio. Dit betekent dat ze daadwerkelijk van kracht zal worden vanaf de leveringsdatum van 14 december (zie de mededeling van de CWE-regulatoren van 15 december 2014: http://www.creg.info/pdf/Presse/2014/20141215_CWE_NRA_FR.pdf). Op de vraag van een vertegenwoordiger van FEBEG of andere mogelijkheden waarover de TSO beschikt, zoals redispatching, niet interessanter zouden zijn, verduidelijkt de waarnemende voorzitter van de Users’ Group dat verschillende maatregelen van dit type werden geëvalueerd waarvan de uitzonderlijke procedure deel uitmaakt. Het voornaamste doel van deze maatregel is vooral een “red flag” te vermijden, maatregel die veel meer bindend zou zijn voor België. Hij benadrukt eveneens dat de CREG vraagt (zie het voorstel van beslissing van 4 december 2014) dat de netbeheerders een overeenkomst uitwerken voor multilaterale en interne redispatching aan de landen en voor een betere coördinatie van de PST's voor uitzonderlijke situaties, waarvan het resultaat op 12 januari 2015 zou moeten voorgelegd worden aan de regulatoren van de CWE-regio. 4. Task Force Balancing en Task Force Implementation Strategic Reserve 5. Expert Working Group – Status van de lopende werken Elia presenteert de besprekingen die hebben plaatsgevonden tussen eind september en begin december in de Task Forces Balancing en Implementation Strategic Reserve, alsook in de Expert Working Group (zie presentaties "Expert Working Group – 17 november 2014 en 10 december 2014"; "TF Implementation of Strategic Reserve for Winter 2015-16 – 3 december 2014"; "TF Balancing – 20 november"). De vertegenwoordiger van EFET vraagt of een harmonisatie mogelijk is van de verschillende balancingproducten die op de verschillende markten van de CWE-zone worden gebruikt. Men stelt vast dat het SDR-product in België zeer verschillend is van de andere. De vertegenwoordiger van GABE benadrukt dat, indien men het aantal producten wil verminderen, men de design van de SDR moet concentreren op de mogelijkheden van de afschakelbare verbruikers, zonder de andere marktspelers weg te houden, teneinde Elia zou kunnen beschikken over de SDR aanbiedingen. Te ingewikkelde producten houden de netgebruikers weg van de balancingmarkt. Elia benadrukt dat het product "drop by/drop to" niet complex is en dat de netbeheerder geen groot aantal verschillende of complexe producten wil beheren. Elia preciseert aan een vertegenwoordiger van FEBELIEC dat het project 'Bid Ladder' vertraagd is, maar dat Elia er tijdens de volgende vergaderingen van de Task Force Balancing op zal terugkomen. Het is absoluut noodzakelijk dat de bids op dit platform aantrekkelijk en veelvuldig zijn. Dit zou momenteel niet het geval zijn. Een vertegenwoordiger van FEBEG vraagt of de kortetermijnsourcing van de ondersteunende diensten positief blijft, aangezien een aantal partijen niet erg tevreden Users’ Group – Verslag vergadering 11 december 2014_FINAL APPROVED
3/8
lijken te zijn. Volgens Elia zijn de standpunten verdeeld tussen de leveranciers van ondersteunende diensten en de overige stakeholders. Door middel van een raadpleging over de balancingregels zal een meer genuanceerd beeld kunnen worden gevormd van al de producten voor ondersteunende diensten en leveranciers van ondersteunende diensten. Met betrekking tot de werkzaamheden van de TF Implementation of Strategic Reserve stelt de vertegenwoordiger van INFRABEL vast dat het 'submetering' regime nog niet is verduidelijkt voor de gesloten distributienetten (CDS) (zie dia 10 van de presentatie). Elia legt uit dat deze optie inderdaad nog wordt onderzocht. Alle parameters voor controle en voor de submeteringtypes/-modaliteiten zijn nog niet verduidelijkt. Elia zal een raadpleging organiseren rond het thema van de submetering en zal een meeting plannen met de betrokken partijen. Het is inderdaad van essentieel belang dat het proces dat wordt gekozen waarborgen biedt dat alle aangeboden en geactiveerde MW ook daadwerkelijk worden aangeboden en geactiveerd. De vertegenwoordiger van GABE benadrukt dat de naam Expert Working Group zou moeten worden herzien om beter afgestemd te zijn op de werkelijke aard van de lopende werken in deze subgroep van de Task Force Balancing. Elia erkent dat de opdracht van deze groep toegespitst is op voorstellen betreffende de flexibiliteit van de distributie, die in de Task Force Balancing kunnen worden goedgekeurd. De waarnemende voorzitter van de Users’ Group stelt voor dat de huidige naam (n.v.d.r.: ‘Expert Working Group for Distributed Energy Resources’) in 2015 zou besproken worden na voltooiing van de huidige fase van werkzaamheden. Een vertegenwoordiger van FEBELIEC vraagt op welke basis de SDR certificering plaatsvindt. Elia preciseert hem dat er wordt uitgegaan van de simulatiescenario's in het kader van de studie van Elia over de bevoorradingszekerheid (zie art 7bis van de wet) enerzijds en de historische verbruiksgegevens van de kandidaten anderzijds. Deze informatie zal tijdens de volgende Task Force Implementing Strategische Reserve over dit thema worden meegedeeld. De vertegenwoordiger van GABE komt terug op het begrip 'submetering' (zie dia 10 van de presentatie) in het kader van de industriële realiteit. Hij onderstreept dat een onder-entiteit van een industriële site mag gevoed worden door zijn intern net, soms via één of twee aansluitingen en tellers, maar eveneens via de meerdere connecties en tellers op lage spanning. Er zijn bijgevolg meerdere metingen terug te vinden in tellingen van de databases van de beheerder van de site (CDS-beheerders). Het zou jammer zijn om deze gegevens of deze potentiële flexibiliteitsvolumes te verliezen door de het weigeren van de “private database” oplossing. In het algemeen zijn deze gegevens, nauwkeuriger dan de SLP-belastingcurves waarover de distributienetbeheerders beschikken. Het zou zinvol zijn mocht Elia deze database kunnen gebruiken, bijvoorbeeld om het verbruik en de “baseline” te kennen bij activeringen. Hij raad aan dat Elia de beheerders van industriële werknetten bijeen te roepen om samen de beste oplossingen te definiëren die aan Elia aanvaardbare waarborgen wat het delta-vermogen betreft en dit aan een redelijke kost voor de industrieel. Elia bevestigt dat een en ander nog moet worden verduidelijkt met de beheerders CDS en van industriële sites; we staan nog maar aan het begin van een interessante technische denkoefening met de industriële wereld. Hierover is een meeting gepland om een efficiënte oplossing te vinden voor de authenticatie van de gegevens en om de geldigheid van de tellingen te verzekeren. De vertegenwoordiger van ODE vraagt meer informatie over het begrip 'network flex study' (zie dia 21 van de presentatie). De vertegenwoordiger van SYNERGRID preciseert dat deze studie uitgevoerd wordt door de beheerder van het distributienet waarin de betreffende belasting zich bevindt, op basis van simulaties van extreme Users’ Group – Verslag vergadering 11 december 2014_FINAL APPROVED
4/8
fluxen in het net, om te detecteren of de activatie van de flexibiliteit op een precieze EAN-code een probleem veroorzaakt in het net. In het bijzonder worden simulaties uitgevoerd van de activatie van alle EAN-codes van de betreffende pool. Een vertegenwoordiger van FEBELIEC vraagt zich af wat de globale impact van de verwachte zonsverduistering van 20 maart 2015 voor Europa zal zijn op het beschikbare primaire reservevolume (zie dia 36 van de presentatie). De strategische reserve zal op die datum nog beschikbaar zijn, maar de oorzaak van het probleem situeert zich eerder op het vlak van de balancing dan op het vlak van de bevoorradingszekerheid. Elia stelt de potentiële wijzigingen voor dat zij van plan is op gebied van de compensatie van de perimeter van de ARP in het kader van de SDR producten. Het is duidelijk dat, wegens operationele redenen, de aangeboden SDR producten in distributie net, niet gecompenseerd zullen worden. Wat het actueel SDR product in het Elia net betreft, legt de waarnemende voorzitter van de User’s Group uit dat Elia duidelijk van plan is om de SDR producten te laten evolueren naar een niet compensatie als algemene regel. De vertegenwoordiger van SYNERGRID vraagt welke impact het beroep van EDF tegen de toewijzingsbeslissing van R3 op de ondersteunende diensten in 2015 zal hebben. Een vertegenwoordiger van FEBEG bevestigt dat er momenteel een beroep tot schorsing tegen deze beslissing bestaat op basis van de niet-naleving van de gunningsvoorschriften voor de offertes. Alle betrokken actoren leveren inspanningen om elke impact op de ondersteunende diensten te vermijden tot de rechtbank zich over deze kwestie uitspreekt. Een vertegenwoordiger van FEBELIEC wenst een verduidelijking over de kosten van de strategische reserve en de manier waarop Elia ze zal doorrekenen. Elia preciseert dat zij op de beslissing van de CREG wacht die volgende week, op 18 december, zou moeten gekend zijn. Deze zal zo snel mogelijk aan de marktspelers worden meegedeeld. De principes zouden de volgende moeten zijn : het betreft een toeslag voor openbaredienstverplichting op het geheel van de afgenomen energie (van het Elianet en op gebied van het verbruik in distributie), net zoals alle andere toeslagen. Het lijkt logisch dat de toeslag zal actief zijn vanaf 1 januari 2015 zonder terugwerkende kracht, onder voorbehoud van het akkoord van de CREG Er is geen enkele degressiviteit gekend bij Elia. Elia herinnert eraan dat dit de bevoegdheid van de overheid is. Onder voorbehoud van de beslissing van de CREG, maakt Elia zich klaar om, vanaf 1 januari 2015, aan de betreffende marktspelers te kunnen factureren. De CREG heeft geen overgangsmaatregelen voorzien voor de cascade naar de verbruikers op de distributienetten. Elia onderstreept dat de tariefbeslissingen van de CREG dikwijls laattijdig gekend zijn en dat iedereen zich in die context zo goed mogelijk moet organiseren. De vertegenwoordiger van EFET herinnert eraan dat de tariefbeslissingen ten minste 1 of 2 maanden voor de datum van inwerkingtreding zouden moeten gekend zijn. De vertegenwoordigers van FEBELIEC en FEBEG bevestigen dit standpunt. De vertegenwoordiger van GABE wijst op een potentieel tariefprobleem: de industriële verbruiker die een ondersteunende dienst “Demand Response” zoals SDR levert, de productie van de fabriek doet dalen gedurende een activering maar moet deze achteraf inhalen wat een over verbruik van elektriciteit gedurende de andere uren betekent dat zijn verbruikspieken –maand en jaar- zal verhogen, dus zijn transportkosten. Een SDR offerte, voor enkele maanden, zal beboet worden door de integratie van de overmaat van transport gedurende één jaar door een tarief die niet zal gekend zijn op het moment van het indienen van de offerte aan Elia.
Users’ Group – Verslag vergadering 11 december 2014_FINAL APPROVED
5/8
De vertegenwoordigers van COGEN VLAANDEREN en GABE preciseren dat de WKKeenheden tot nu toe een tarief hadden voor onderschreven hulpvermogen. Het wordt gebruikt bij onderhoud van de machines en maakt veelvuldige onderhoudsbeurten van de verschillende productie-eenheden mogelijk. De impact van de jaarlijkse term ten opzichte van de maandelijkse term zal moeten worden beperkt om dit tarief aantrekkelijk te houden. De waarnemende voorzitter van de Users’ Group merkt op dat de Users' Group in 2015 zal worden uitgenodigd om advies te geven in het kader van de opstelling van een tariefdossier op basis van de nieuwe procedure en dat de twee hieronder vermelde onderwerpen op dat ogenblik uitvoeriger zullen kunnen worden besproken. 6. WG Belgian Grid – Status van de lopende werken De voorzitter van de WG Belgian Grid brengt verslag uit over de besprekingen tijdens de vergadering van 2 december 2014 (zie presentatie 'Statute WG Belgian Grid – 2/12/2014') die betrekking hadden op de activatie van het afschakelplan en de impact daarvan op de perimeter van de ARP's. Elia preciseert dat de besprekingen in de WG Belgian Grid in 2015 zullen worden voortgezet, ook al is geen compensatiemechanisme voorzien voor de eventuele impact van een afschakeling op de perimeter van de ARP's voor deze winter 14-15. De tot op heden gevoerde discussies hebben tot doel de situatie goed te kaderen en de impact van een afschakeling op de perimeter van de ARP te simuleren. Een vertegenwoordiger van FEBEG benadrukt dat een onderscheid dient te worden gemaakt tussen het positief effect voor een 'short' ARP-perimeter (wanneer de afgeschakelde belasting groter is dan de afgeschakelde productie) en het negatief effect voor een ARP-perimeter die “long” is (wanneer zijn perimeter minder ‘long’ is). De vertegenwoordiger van COGEN VLAANDEREN merkt op dat deze redenering niet van toepassing is wanneer sprake is van actieve belastingen zoals de WKK-eenheden die zich op de distributienetten bevinden. Zowel de ARP als de lokale producent wordt gestraft door het verlies van de lokale productie. Elia begrijpt niet waarom de WWK-eenheden niet zouden aanwezig zijn op het net in reële tijd aangezien de opportuniteitskost in situaties van schaarste (voor de afschakeling), ook al hebben zij de vorige dag hun injecties niet genomineerd. Elia herinnert eraan dat Elia geen enkele contractuele relatie heeft met de WKK-eenheden die zich in de distributienetten bevinden en alleen op het niveau van de ARP's kan handelen, ook al erkent Elia dat die productie-eenheden die op passieve feeders zijn aangesloten die de grootste impact hebben bij een afschakeling. De vertegenwoordiger van FEBELIEC vraagt hoe de procedure zou worden toegepast bij activatie van het afschakelplan in geval van schaarste of in geval van ernstig incident, aangezien dit twee zeer verschillende situaties zijn. In geval van schaarste is de 'load shedding' het ultiem middel om de zone te redden. De netgebruikers kunnen ook zeer ernstige gevolgen ondervinden wanneer hun industriële processen worden afgeschakeld, en dit soms meerdere weken lang. Zij zouden een compensatie kunnen eisen van de ARP's die de problemen van de zone hebben veroorzaakt. De vertegenwoordiger van INFRABEL merkt op dat in geval van afschakeling wegens schaarste weinig ARP's een 'long' positie zullen aanhouden. Elia antwoordt aan een vertegenwoordiger van FEBEG dat inderdaad uit de simulaties per ARP blijkt dat het effect van een afschakeling op de perimeter van elke ARP uiterst marginaal of onbestaande is; die simulaties werden niet gepresenteerd om de vertrouwelijkheid van de ARP's te beschermen. Bovendien zelfs in geval van afschakeling stelt men vast dat Users’ Group – Verslag vergadering 11 december 2014_FINAL APPROVED
6/8
hun situatie iets minder negatief zou kunnen zijn, maar dat dit geenszins kan worden gelijkgesteld met een cadeau voor degenen die in 'short' positie waren. Elia antwoordt aan een vertegenwoordiger van FEBEG dat de ARP's hun situatie in grote lijnen vooraf kunnen evalueren: zij kennen hun portfolio, de afschakeling en de omvang ervan is de dag voordien gekend, na de sluiting van Belpex. 7. Europese netwerkcodes – Stand van zaken De voorzitster van de WG EMD geeft een stand van zaken van de tien netwerkcodes die in ontwikkeling zijn of waarvoor het goedkeuringsproces op Europees niveau lopende is (zie presentatie 'Users’ Group 11/12/2014 - Network Codes : State of Play'). De meeste codes zijn klaar voor de start van de 'comitology' procedure, na aanbeveling van ACER. De Europese Commissie wil het comitology-proces versnellen zodat het merendeel van de codes in 2015 wordt goedgekeurd. De voorzitster van de WG EMD herinnert eraan dat Entso-e en ACER regelmatig raadplegingen hebben georganiseerd betreffende de ontwerpcodes. De code die vandaag het meest gevorderd is, is de CACM-code (Capacity Allocation & Congestion Management), die zich in het stadium van gezamenlijk onderzoek ('scrutiny') door het Europees parlement en de raad bevindt, voor de inwerkingtreding. Deze code voert een Europees 'target model' in en bepaalt de berekeningsmethodologieën van de grensoverschrijdende capaciteiten, de regels voor day-ahead marktkoppeling, de toewijzingen van intraday capaciteit en de governanceregels van de operatoren van de grensoverschrijdende markt. Elia preciseert dat de invoering van deze code reeds goed gevorderd is voor de CWEen NWE-regio: het betreft de vele ontwikkelingsprojecten van de geïnterconnecteerde markt die regelmatig in de WG EMD worden gepresenteerd. Het juridisch statuut van de CACM-code is een verordening ter goedkeuring van de richtsnoeren: er zal dus geen formele omzetting in Belgisch recht nodig zijn, maar er zal moeten worden gecontroleerd dat alle nationale en gewestelijke regels, meer bepaald de technische reglementen, verenigbaar zijn met de inhoud van deze code. De vertegenwoordiger van SYNERGRID stelt zich vragen bij het verschil tussen code en richtsnoeren, de twee mogelijke statuten van de Europese netwerkcodes. De juridische draagwijdte is identiek, aangezien beide types documenten de waarde van Europese verordening hebben, maar de inhoud is meer of minder gedetailleerd naargelang het geval. De voorzitster van de WG EMD bevestigt deze informatie en preciseert dat men in dit stadium nog niet weet welke netwerkcodes welk statuut zullen hebben. Wanneer de code een zekere vrijheid laat om een of meer regels om te zetten, dan heeft de Europese Commissie de neiging om ze als richtsnoeren te bestempelen. De vertegenwoordiger van INTERREGIES benadrukt dat het herzieningsproces van de Europese netwerkcodes anders zal zijn naargelang ze codes of richtsnoeren zijn: de participatieve procedure met de stakeholders is enkel voorzien voor codes en niet voor richtsnoeren. De vertegenwoordiger van GABE bevestigt het belang voor de marktspelers om hun standpunt en opmerkingen kenbaar te maken bij de uitwerking van de codes, omdat bepaalde regels en criteria van groot praktisch belang zijn. Een vertegenwoordiger van FEBELIEC vraagt hoe de omzettingsfase in België zal worden georganiseerd. Zullen de contracten en/of de technische reglementen moeten worden veranderd? Wanneer kan met deze herzieningsoefening worden gestart en hoe moet dit in de praktijk gebeuren? De waarnemend voorzitter van de Users’ Group herinnert eraan dat de discussie in september 2014 is gestart in de WG Belgian Grid en Users’ Group – Verslag vergadering 11 december 2014_FINAL APPROVED
7/8
dat nu snel de belangrijke gespreksthema's voor 2015 moeten worden geïdentificeerd, om te trachten een algemene consensus over deze problematieken te bereiken. De algemene planning is nog niet erg duidelijk, gelet op de vertraging die de netwerkcodes op Europees niveau hebben opgelopen, en begin 2015 zal een ontwerpagenda worden voorgesteld. De vertegenwoordiger van INTERREGIES bevestigt dat rekening zal moeten worden gehouden met de omzettingstermijn die aan elke netwerkcode wordt gegeven. De vertegenwoordiger van GABE vraagt tot slot hoe het staat met de tweede golf van netwerkcodes, aangezien andere thema's waren geïdentificeerd naast de huidige 10 ontwerpcodes. De voorzitster van de WG EMD merkt op dat bepaalde materies gereorganiseerd werden en samengevoegd zijn met de bestaande ontwerpcodes, meer bepaald de kwesties inzake toegang. Er zou nog een ontwerpcode moeten worden opgesteld over de harmonisatie van de tariefstructuren. De vertegenwoordiger van FEBELIEC herinnert eraan dat de codes van 'secundaire' aard reeds opgesteld zijn voor gas, maar nog niet voor elektriciteit. De discussie wordt afgesloten door te wijzen op het nut van een presentatie van de stand van zaken van de 'operationele' ontwerpcodes ('Operational Security en Operational Planning & Scheduling'). Dit thema zal in 2015 op de agenda van de WG System Operation kunnen worden geplaatst. 8. Diversen De datums van de volgende vergaderingen voor 2015 werden vastgelegd. Ze zullen voor het eind van het aan de leden worden meegedeeld. Een vertegenwoordiger van FEBEG vraagt aan Elia om deze winter een evaluatie van de activatie van de strategische reserve te maken. De strategische reserve is momenteel nog niet geactiveerd, omdat de winter vrij zacht is, met veel wind en een lage vraag. Elia erkent dat zo een evaluatie niettemin nuttig is en in de WG System Operation en/of de WG Belgian Grid zal worden gegeven. Na de winter zal in de loop van de lente ook feedback worden gegeven.
Datums van de volgende vergaderingen: 2015 - 19/03/2015 - 18/06/2015 - 24/09/2015 - 10/12/2015 Elia, Keizerslaan 20, lokaal 0.20, om 14.00 uur.
Users’ Group – Verslag vergadering 11 december 2014_FINAL APPROVED
8/8