V
ERENIGING ONS HUIS
C H A R T E R
COLLECTIEVE RECHTEN EN PLICHTEN Versie 4 dd. 11/2014
Erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
.
15. VOOR ONTVANGST EN AKKOORD (ART 19). Het charter wordt—behoudens bij een dringende opname—voor de aanvang van de ondersteuning overhandigd aan de gebruiker of zijn vertegenwoordiger, die tekent voor akkoord en ontvangst. Dit getekende exemplaar wordt gevoegd bij het protocol van verblijf, behandeling of begeleiding en maakt er een onlosmakelijk deel van uit (art 19). Er wordt een ontvangstbewijs ondertekend voor ontvangst dat bij het protocol van verblijf, behandeling of begeleiding wordt gevoegd en in het dossier wordt bewaard. Bij elke wijziging op de ontvangen versie van het charter die wordt meegedeeld, zal gevraagd worden om een ontvangstbewijs hiervan terug te bezorgen. Dit ontvangstbewijs wordt vervolgens gevoegd bij het protocol. De ontvangstbewijzen worden ondertekend door: de gebruiker indien deze daartoe in de mogelijkheid is. zowel de vertegenwoordiger die instaat voor het patrimoniumbeheer van de gebruiker als de vertegenwoordiger die instaat voor diens ondersteuning en bijstand.
Ondergetekende(n),
verklaart – verklaren versie 4 van het charter ontvangen te hebben.
Datum:
Handtekening:
2.
43.
14. WIJZIGINGEN AAN HET CHARTER (CH 16). Wijzigingen aan het charter kunnen worden voorgesteld: - vanuit de voorziening – soms omwille van gewijzigde wettelijke regels - vanuit het collectief overleg Voorstellen tot wijzigingen aan het charter worden steeds voorgelegd aan de gebruikersraden ter advies en ter overleg. Wijzigingen worden slechts van kracht nadat het bestuur van de Vereniging (Algemene Vergadering of Raad van Bestuur) daartoe heeft beslist. Bij een wijziging wordt het charter aangepast en wordt het versienummer aangepast. De laatste versie wordt aan nieuwe gebruikers overhandigd. Voor de bestaande gebruikersgroep wordt volstaan met het bezorgen van de wijziging en de toelichting ervan. Deze informatie wordt gevoegd bij de verzending van de facturatie. Een bestaande gebruiker blijft dus beschikken over de laatstbetekende volledige versie ervan en dient alle wijzigingen vervolgens bij te houden. Elke wijziging verwijst naar het nieuwe versienummer van het charter. Het charter in zijn laatste versie is steeds ter inzage op een vastgestelde plaats in elke afdeling van de voorziening.
1. ALGEMENE BEPALINGEN. Het charter collectieve rechten en plichten is opgemaakt overeenkomstig hoofdstuk 4 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 4.02.2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap. Overeenkomstig dit besluit: is elke voorziening ertoe gehouden een charter collectieve rechten en plichten op te stellen en aan de gebruikers of hun vertegenwoordigers te overhandigen (art 17). wordt het charter behoudens bij een dringende opname voor de aanvang van de ondersteuning overhandigd aan de gebruiker of zijn vertegenwoordiger, die tekent voor akkoord en ontvangst. Dit getekende exemplaar wordt gevoegd bij het protocol van verblijf, behandeling of begeleiding en maakt er een onlosmakelijk deel van uit (art 19). wordt de volledige tekst van het charter, ook na latere wijzigingen, aan de gebruikers en hun vertegenwoordigers meegedeeld en is het voor hen permanent ter inzage beschikbaar (art 19). Voorziening ( cf. art 1): elke voorziening die op grond van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid “Vlaams Agentschap voor personen met een handicap” (VAPH) of zijn rechtsvoorganger, erkend of gegund is voor de opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap en hun omgeving. Gebruiker (cf. art 1en 2): elke persoon die een beroep doet op ondersteuning van een voorziening. Met de gebruiker wordt in voorkomend geval de wettelijk vertegenwoordiger gelijkgesteld. Als een gebruiker de rechten met betrekking tot persoonsgebonden materies niet zelfstandig kan uitoefenen, worden die rechten in dalende orde uitgeoefend: door de echtgenoot of wettelijke of feitelijke partner een van de ouders of beide ouders een persoon, aangewezen door de persoon met een beperking of door zijn ouders of voogd een meerderjarig kind een meerderjarige broer of zus Bij een conflict tussen personen of als geen van die personen de rechten wil uitoefenen, behartigt de voorziening in teamoverleg de belangen van de gebruiker (art 12).
42.
3.
Opmaak: in dit charter wordt stelselmatig verwezen naar: de artikelen van het betreffende Besluit (vermelding art. nr. tussen haakjes van het artikelnummer). de vermeldingen die krachtens de bijlage van dit besluit in het charter dienen te worden opgenomen (CHnr.) 2. IDENTIFICATIE VAN DE VOORZIENING (CH 1). De voorziening die u ondersteuning verleent is Vereniging Ons Huis. met maatschappelijke zetel Sint-Annarei 6 te 8000 Brugge. Ons Huis is een Vereniging met een openbaar statuut maar met een eigen rechtspersoonlijkheid onderworpen aan het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn. Ons Huis bestaat sedert 1976 aanvankelijk als een instelling van het OCMWBrugge, maar sedert 1.01.2006 als een vereniging met eigen rechtspersoonlijkheid opgericht binnen het OCMW-Brugge volgens de toenmalige bepalingen van Hoofdstuk XII op de Organieke wet op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn. Het OCMW-Brugge is als stichtend lid, vooralsnog enig lid van de Vereniging.
Ons Huis is bij besluit van het Ministerie van Gezin en Welzijnszorg erkend: onder nummer FG 863/30303/VL als tehuis voor niet-werkenden bezigheid en nursing, onder nummer FG 863/30305/VL als dagcentrum, onder nummer 123200 als dienst beschermd wonen. Vereniging Ons Huis heeft volgende afdelingen: Sint-Anna: Tehuis niet werkenden en dagcentrum specifiek voor personen met een verstandelijke beperking met een al dan niet meervoudige beperking. De Nieuwe Notelaar: Tehuis niet werkenden en dagcentrum dat zich specifiek richt op personen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Een afdeling DIO (Beschermd Wonen).
4.
Verzekering vervoersmiddelen:
De voorziening heeft een BA met facultatieve waarborgen afgesloten per minibus die ze gebruikt. Voor een nieuw vervoermiddel wordt een omniumverzekering afgesloten voor de eerste 2 jaar. Verzekeringen gebruikers:
Polis Burgerlijke Aansprakelijkheid (nr. 45.061.827): Deze polis zorgt voor tussenkomst: Schade aan derden, indien er een oorzakelijk verband is tussen de schade en een foute/foutieve handeling die de schade heeft veroorzaakt. Schade tussen bewoners onderling: vb. bewoner die de bril van een andere bewoner beschadigt. Wel dient er steeds eerst een tussenkomst te worden gevraagd bij de familiale verzekering van de bewoner. De persoonlijke verzekering heeft hierbij voorrang op de collectieve van de voorziening. Indien er een franchise is opgenomen in de familiale verzekering, dan wordt deze ten laste genomen van de BA-verzekeraar. Het blijft aangeraden om als bewoner of familielid zelf een familiale verzekering af te sluiten zeker indien de bewoners nog naar huis gaan ‘s avonds, weekends of vakantieperiodes. Polis lichamelijke ongevallen en behandelingskosten (nr. 45.202.401): Deze polis zorgt voor tussenkomst bij lichamelijke ongevallen die de bewoners, residenten en mensen die voor dagopvang in de instelling verblijven, oplopen. Deze polis geldt ook bij activiteiten die buiten de instelling plaatsvinden (paardrijden in een manege, bezoek aan een boerderij, zwemmen). Deze polis is ook van toepassing voor activiteiten in het kader van begeleid werken bij derden, ook al is er geen toezicht van iemand van Ons Huis. Er dient wel toezicht te zijn door iemand van de werkplaats. Er dient ook best aangifte gedaan te worden in de BA-polis van de werkgever. Deze polis zorgt voor een terugbetaling van medische kosten (verzorging, ambulancevervoer, ziekenhuisopname, dokterskosten, …) na tussenkomst van de mutualiteit. Collectieve polis reizen en verblijven in het buitenland: Uitsluitend van toepassing op buitenlandse reizen of uitstappen die door de voorziening worden georganiseerd of begeleid. Bij Ethias (nr. 172605). Zijn uitgesloten: verlies van persoonlijke voorwerpen, kledij, brillen, orthopedische hulpmiddelen; en de beschadiging ervan, tenzij deze beschadiging te wijten is aan onopzettelijke manipulaties van de personeelsleden verbonden aan de instelling. 41.
12. KWALITEITSHANDBOEK (CH 14). De voorziening is er toe gehouden een kwaliteitshandboek te hebben dat permanent ter beschikking ligt van de medewerkers en de gebruikers van de voorziening. Het kwaliteitshandboek is op eenvoudige vraag ter inzage te bekomen bij de coördinator van de desbetreffende afdeling of bij de verantwoordelijke (dienst beschermd wonen) (art 46). Desgewenst en mits duidelijke afspraken over het gebruik ervan kunnen onderdelen van het kwaliteitshandboek in kopie ter beschikking worden gesteld of aan de vrager worden doorgemaild.
13. VERZEKERDE RISICO’S (CH 15).
Belangrijkste contactgegevens: Maatschappelijke zetel: Ons Huis, Sint-Annarei 6, 8000 Brugge Directie: Et. Clevers mail:
[email protected]
T 050/32 71 90 T 050/32 71 91
Afdeling Sint-Anna, Sint-Annarei 6, 8000 Brugge Coördinator: Chris Derre mail:
[email protected]
T 050/32 71 90 T 050/32 71 95
Afdeling De Nieuwe Notelaar, Potterierei 77b, 8000 Brugge Coördinator: Mieke Geernaert mail:
[email protected]
T 050/32 71 70 T 050/32 71 71
In het belang van de gebruiker en van de goede werking van de voorziening worden door de voorziening volgende verzekeringscontracten afgesloten:
Afdeling DIO (Beschermd Wonen), Potterierei 52, 8000 Brugge T 050/34 57 08 mail:
[email protected]
Personeel en bestuurders: Verzekering Arbeidsongevallen Personeel:
Sociale dienst: Dimitri Dewulf mail:
[email protected]
T 050/32 71 72
voor 2014 bij Ethias. Verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid Personeel:
voor 2014 bij Ethias. Lichamelijke ongevallen leden beheerraad of Algemene Vergadering (ook de niet-raadsleden) van verenigingen: voor 2014 bij Ethias. Infrastructuur van de voorziening: Voor de gebouwen Sint-Anna en De Nieuwe Notelaar heeft Ons Huis een eigen verzekering afgesloten voor het gebouw en de inboedelbasiswaarborg (brand, storm en hagel, waterschade, glasbreuk, natuurrampen en rechtsbijstand): voor 2014 bij Ethias. Verzekering alle risico’s en brand computerapparatuur: voor 2014 bij Ethias (nr. 4.925 602/4). Woningen beschermd wonen/DIO, eigendom van het OCMW: in de huurovereenkomsten is bepaald dat het OCMW een globale brandverzekering heeft afgesloten, voor alle woningen met afstand van verhaal t.o.v. de huurder. De huurders dienen wel zelf hun inboedel te verzekeren. voor 2014 bij DVV (nr. B-26/1556.482/00-B). 40.
De vereniging heeft een eigen website: www.onshuisbrugge.be Deze website bevat algemene informatie die door iedereen te consulteren is en private informatie die slechts te consulteren is door de toegelaten geregistreerde gebruikers. 3. MISSIE, VISIE, WAARDEN, DOELSTELLINGEN EN STRATIEGIE (CH 2). MISSIE* Vereniging Ons Huis wil: binnen de regio Brugge in overeenstemming met het aanbod van de andere zorgverstrekkers op een deskundige en professionele manier en op een gedifferentieerde wijze tegemoetkomen aan de nood tot opvang, zorgverlening en ondersteunende begeleiding van volwassen personen met hetzij een verstandelijke, al dan niet meervoudige beperking, hetzij een niet aangeboren hersenletsel 5.
die door de aard van hun beperking niet langer in staat zijn om zelfstandig of
Een afgevaardigde van de gebruikersraad of bij ontstentenis hiervan een
met minimale ondersteuning te leven en arbeidsprestaties te verrichten. Uitgaande van volgende agogische principes: het emancipatorisch gedachtengoed. vraaggestuurde zorg op maat van de gebruiker. een respectvolle bejegening van de persoon. met aandacht voor geborgenheid, veiligheid en een goede materiële en logistieke omkadering. De Vereniging wil tevens ondersteuning en begeleiding verlenen aan het sociaal netwerk van deze personen. De Vereniging wil ook op een actieve manier de inclusie bevorderen van personen met een beperking in de regionale samenleving.
afgevaardigde van de in de voorziening opgenomen personen met een handicap of van hun familieleden: Hubert Dumery Keizer Karelstraat 35, 8310 Sint-Kruis 050/35 00 62 Een afgevaardigde van de inrichtende macht van de voorziening: Wim Demuyt Carmerstraat 31, 8000 Brugge 050/33 14 68 De financieel beheerder van het OCMW-Brugge, daartoe aangewezen door de gebruikersraad en de Algemene Vergadering van de Vereniging, die als deskundige op boekhoudkundig gebied het voorzitterschap van de Toezichtsraad waarneemt: Luc Sap Ruddershove 4 T 050/32 73 00 ; F 050/32 73 44
[email protected]
VISIE* Emancipatorische zorg voor personen met een beperking in de regio. * Missie en visie werden door de Algemene Vergadering van de Vereniging (her) bepaald in 2010. DOELSTELLINGEN De Vereniging wil: zich niet beperken tot de personen die in de diverse subafdelingen van de voorzieningen volgens de erkenning kunnen worden opgenomen, maar wil deze ondersteunende rol binnen de perken van de mogelijkheden ook opnemen voor andere personen die niet in de instelling verblijven of aan het dagbestedingsaanbod deelnemen. binnen de regio de zorgvragen van en ten behoeve van de doelgroep personen met een handicap helpen detecteren en invullen in overleg en samenspraak met de andere actoren en dit op een adequate en kwaliteitsvolle, maar budgettair verantwoorde wijze. actief en constructief participeren aan overleg met de andere actoren op het veld en zo nodig dit overleg stimuleren en coördineren. uitgaan van vraaggestuurde zorg en zorg op maat met aandacht voor nieuwe ontwikkelingen en hiaten in de zorgverlening. uitgaan van agogische principes die gericht zijn op een zo groot mogelijke betrokkenheid en emancipatie van de cliëntgroep: volwaardig burgerschap, Quality of life, empowerment, self-advocacy, individuele trajectbegeleiding, mentorship, begeleid werken. 6.
Bij het onderzoek van een individuele klacht ziet de Toezichtsraad erop toe dat de anonimiteit van de indiener en het geheim van het onderzoek bewaard blijven. Als uit het onderzoek blijkt dat de klacht ongegrond is, wordt de indiener van de klacht hiervan verwittigd met mededeling van de redenen waarom de Toezichtsraad de klacht ongegrond oordeelt. Als uit het onderzoek blijkt dat de klacht gegrond is, wordt zij met de beheerder(s) van de gelden of goederen besproken en worden zo nodig bijsturingsmaatregelen afgesproken. De indiener van de klacht wordt hiervan verwittigd. Indien tenminste twee leden van de Toezichtsraad van oordeel zijn dat de klachten dienen aanhangig te worden gemaakt bij het VAPH, of indien de voorgestelde bijsturingsmaatregelen niet worden nageleefd, wordt de leidend ambtenaar van het VAPH hiervan in kennis gesteld. Tegelijk worden ook de voorziening, de beheerder van gelden of goederen en de indiener van de klacht ervan in kennis gesteld.
39.
Afhankelijk van de eventuele onbereikbaarheid van een van beiden kunnen de vertegenwoordigers van de gebruikers elkaars taak overnemen onafhankelijk van de lokalisatie van de klacht. Onafhankelijke derde: Zoals beschreven in hoofdstuk 8 Heroriëntering, ontslag, opzeggingstermijn en –vergoeding (ch 7), kan de gebruiker of zijn vertegenwoordiger zijn ontslag of de beëindiging van de ondersteuning betwisten. Deze betwisting wordt voorgelegd aan de klachtencommissie, die in dit geval wordt uitgebreid met een onafhankelijke derde, bij voorkeur een expert in bemiddeling, die in onderling overleg door de voorziening en de gebruikersraden wordt aangewezen. Op de Algemene Vergadering van 24/11/2011 werden na advies van de gebruikersraden de volgende personen aangesteld als onafhankelijke derde ter uitbreiding van de klachtencommissie met een mandaat voor 4 jaar met ingang op 1.12.2011 Contactgegevens onafhankelijke derde: Mr Luc Coucke als eerste gemandateerde Schepens & Partners cvba Cordoeaniersstraat 17, 8000 Brugge 050/33 02 98,
[email protected] Mr Mario Renodeyn als 2de gemandateerde indien de betwisting een cliënt van de eerste gemandateerde zou betreffen Leopold II laan 33, 8000 Brugge 050/67 40 10,
[email protected]
11. TOEZICHTSRAAD (CH 13). In overeenstemming met artikel 48 van het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap is een Toezichtsraad geïnstalleerd. De Toezichtsraad houdt toezicht op het beheer van gelden of goederen van de personen met een handicap en onderzoekt elke mondelinge of schriftelijke klacht uitgaande van een persoon met een handicap of van elke belanghebbende betreffende het beheer door één of meer beheerders of personeelsleden van de voorziening van gelden of goederen van de opgenomen personen met een handicap.
38.
de maatschappelijke inclusie van de persoon met een handicap nastreven. het verder thuis verblijven of autonoom leven van de persoon met een
handicap zoveel als mogelijk ondersteunen en mogelijkheden aanbieden tot de realisatie ervan. Dit als een te verkiezen optie boven een residentiële opvang in het tehuis. Vandaar het aanbod van: een dagcentrum met mogelijkheid tot deeltijdse opvang beschermd wonen de mogelijkheid om deeltijds in het tehuis te verblijven een deeltijdse opname in het dagcentrum en in het tehuis de logeermogelijkheid de samenwerking met diensten die het langer thuis verblijven of autonoom leven nastreven in de residentiële setting het woon- en leefcomfort optimaliseren met aandacht voor comfort, het persoonlijk welbevinden, maar ook veiligheid, ecologie, ergonomie, gebruiksvriendelijkheid en toekomstgerichtheid (= anticiperen op een veranderde zorgvraag in de toekomst). de inspraak, interne integratie en betrokkenheid van de gebruiker en diens sociaal netwerk erkennen, stimuleren en respecteren. een personeelsbeleid voeren dat streeft naar: een kwalitatieve personeelsbezetting via selectie en vorming betrokkenheid en zelfverantwoording in harmonie met de hiërarchie van een transparante en duidelijke organisatie, in functie van de organisatiedoelen en –methodieken en gestoeld op een goed gestructureerde coaching en communicatie een veilige, gezonde, ergonomische en aangename werksfeer een verantwoord financieel beleid voeren. aandacht hebben voor de noden van het sociaal netwerk. WAARDEN
de Vereniging stelt zich pluralistisch op. aan elke gebruiker wordt filosofische, godsdienstige en politieke vrijheid
gewaarborgd. aan de gebruiker wordt in functie van zijn mogelijkheden de grootst mogelijke
vrijheid verleend. de gebruiker heeft recht op de grootste discretie over zijn/haar persoonlijke
bezittingen, financiële en sociale toestand. de personeelsleden zijn gehouden tot het beroepsgeheim.
7.
de gebruiker heeft recht op informatie i.v.m. alles wat hem aanbelangt in de
voorziening. de gebruiker heeft recht op individuele inspraak en heeft hoorrecht. de voorziening hecht veel belang aan: de persoonlijke hygiëne en de netheid in de kamers, studio’s, woningen en gemeenschappelijke ruimtes het vermijden van brand, waarvoor ondermeer een rookbeleid geldt de voorziening wil de gebruiker in het volste respect voor zijn eigenheid benaderen en laten benaderen vanuit een streven naar gelijkwaardigheid en wil hem/haar maximale emancipatiekansen bieden. Het werken ten aanzien van de cliëntgroep wordt aangestuurd vanuit agogische principes die gericht op een zo groot mogelijke betrokkenheid en emancipatie, rekening houdend met het mentaal, gedragsmatig en sociaal functioneren van de cliënt. de voorziening wil respect hebben voor het recht op affectie, relatievorming en seksualiteitsbeleving van de gebruiker. Het wil de verantwoorde mogelijkheid om van dit recht te kunnen genieten, helpen uitdragen en verdedigen naar wettelijk vertegenwoordigers en de buitenwereld, maar respecteert de wettelijke regels. de voorziening wil de gebruiker ondersteunen en alle kansen geven in de opbouw van en het contacten hebben met een eigen sociaal netwerk en wil anderzijds dit netwerk betrekken in de ondersteuning van de gebruiker. het leven en werken in groep is door de aard van de werking in groepen zowel voor de personeelsleden als voor de gebruikers een gegeven van wezenlijk belang. Personeelsleden zijn teamleden en dienen in teamverband te werken. Gebruikers dienen respect te hebben voor medegebruikers en personeelsleden. de voorziening wil steeds de werking, infrastructuur en begeleiding verbeteren en aanpassen in functie van de optimale opvang en begeleiding van de gebruiker. Dit vereist een kritische geest, de bereidheid om in te gaan op suggesties en een constructieve instelling van allen die bij deze begeleiding betrokken zijn. de instelling wil zich flexibel en maximaal ondersteunend opstellen in functie van terechte en verantwoorde zorgvragen maar binnen de perken van de mogelijkheden en prioriteiten van de organisatie. in haar personeelsbeleid wil de voorziening de rechten van de werknemers ten volle respecteren met aandacht voor een ergonomische en veilige tewerkstelling, een goede en transparante structurering en communicatie. De personeelsleden worden geïnstrueerd en bijgeschoold in functie van een optimalisering en professionalisering van de zorg. 8.
Als de klacht gegrond wordt bevonden moet de voorziening binnen dertig
dagen na de mededeling van het oordeel van de klachtencommissie aan de indiener schriftelijk meedelen welk gevolg eraan gegeven wordt. Als de afhandeling van de klacht de indiener nog steeds geen voldoening schenkt, kan deze zich schriftelijk wenden tot de leidend ambtenaar van het VAPH, die nagaat of de voorziening al dan niet de reglementering heeft nageleefd en die de nodige maatregelen treft met het oog op het naleven van de reglementering, als de voorziening in gebreke blijft. Indien de gebruiker zich onheus bejegend voelt en klachten heeft met betrekking tot de dienstverlening en voornamelijk met betrekking tot de wijze waarop de dienst wordt verleend, kan hij/zij zich nog wenden tot de ombudsdienst van de Stad Brugge, Braambergstraat 17 te 8000 Brugge tel: 050/44.80.90 - fax: 050/44.03.88 Deze dienst bemiddelt bij klachten over de diensten van de stad en het OCMW en haar Verenigingen. Klachten in verband met het collectief overleg: Klachten in verband met het collectief overleg dienen schriftelijk te worden gemeld aan de leidend ambtenaar van het VAPH. Deze leidend ambtenaar zal het agentschap Zorginspectie opdracht geven te onderzoeken of de voorziening de wettelijke bepalingen is nagekomen en indien dit niet het geval is, de voorziening gelasten deze na te komen. Klachten betreffende het beheer van gelden en goederen: Klachten die het beheer van gelden en goederen andere dan het zakgeld betreffen worden doorverwezen naar de Toezichtsraad. Contactgegevens klachtencommissie: Vertegenwoordiger inrichtende macht: Wim Demuyt, Carmerstraat 31, 8000 Brugge 050/33 14 68 ; 0498/69 98 55
[email protected] Aangewezen gebruikersraad Sint-Anna: Hubert Dumery, Keizerstraat 35, 8310 Sint-Kruis 050/35 00 62
[email protected] Aangewezen gebruikersraad De Nieuwe Notelaar: Marina Mestdagh, Vlamingenstraat 30, 8530 Harelbeke 056/70 17 02
[email protected]
37.
Klachten gemeld op de gebruikersraad:
Een specifieke vorm betreffen de klachten geuit op de gebruikersraad. Deze worden opgenomen in het verslag van de gebruikersraad en worden hetzij als een individuele klacht benaderd, waarvoor de voorgaande procedure van toepassing is, hetzij als een collectieve klacht beschouwd, die verder wordt afgehandeld op het niveau van de gebruikersraad. Indien de behandeling hiervan niet tot de gewenste resultaten leidt, kan dit aanleiding geven tot het formuleren van een specifieke klacht door een of meerdere leden van de gebruikersraad en geldt vervolgens de formele procedure. Schriftelijke klachtenprocedure: Deze procedure is niet van toepassing voor klachten betreffende het collectief overleg en het beheer van gelden en goederen m.u.v. kleine sommen geld, die als zakgeld voor dagelijks gebruik kunnen beschouwd worden. De gebruiker of zijn vertegenwoordiger kan steeds een schriftelijke klacht indienen bij de directie van de voorziening, die bij ontvangst hiervan deze onmiddellijk melding maakt in een daartoe bestemd klachtenregister. De voorziening is ertoe gehouden binnen dertig dagen na het indienen van de klacht of de suggestie aan de indiener schriftelijk mee te delen welk gevolg wordt gegeven. Een klacht kan door de indiener steeds ingetrokken worden. Als de afhandeling van de klacht de indiener geen voldoening schenkt, kan deze zich schriftelijk wenden tot de interne klachtencommissie, die bestaat uit een vertegenwoordiger van de inrichtende macht van de voorziening en een persoon die is aangewezen door de gebruikersraad of, bij ontstentenis hiervan, door de gebruikers of hun vertegenwoordigers in het collectief overleg. De klachtencommissie behandelt de klacht, hoort alle betrokken partijen en poogt ze te verzoenen. De indiener van de klacht kan zich laten bijstaan door een derde. De klachtencommissie deelt binnen de dertig dagen nadat ze de klacht ter behandeling voorgelegd heeft gekregen, haar oordeel over de klacht schriftelijk mee aan de indiener en aan de voorziening. Als beide leden van de klachtencommissie het niet eens zijn over het uit te brengen oordeel, worden beide standpunten meegedeeld.
BELANGRIJKE EN SPECIFIEKE OBJECTIEVEN TEN AANZIEN VAN DE DOELGROEP Geïnspireerd door de principes van het emancipatorisch denken en het
36.
ortho-agogisch Quality of Life paradigma, wordt ernaar gestreefd de kwaliteit van het leven van de gebruikers te bevorderen en hun belangen te behartigen. Dit impliceert dat de begeleiders zich engageren om de gebruikers te benaderen als volwaardige burgers, die recht hebben op een kwaliteitsvol bestaan, die zelf kunnen kiezen op welke manier ze hieraan willen vormgeven, maar die vanwege hun beperkingen ondersteuning nodig hebben om te kunnen participeren in het maatschappelijke leven. Het streven naar kwaliteit van het bestaan voor de cliënt wordt gedragen door de volgende grote principes: De cliënt/gebruiker dient zelf zo goed als mogelijk inhoud te kunnen geven aan het eigen bestaan. Begeleiders waar mogelijk aan de cliënt regie over het eigen leven, (empowerment – self-advocacy). De cliënt/gebruiker moet kunnen leven onder omstandigheden en volgens patronen zoals die voor de andere mensen ook van toepassing zijn (gelijkwaardigheid): leefritme/ontwikkelingservaringen/huisvesting… De eigen tevredenheid met het bestaan is het bepalend subjectief criterium over de objectieve factoren hiervan (materiële, fysieke, sociale en psychische factoren). Een dergelijke ondersteuning wordt aangeboden door als team de gebruiker planmatig te begeleiden en te ondersteunen in de verschillende levensdomeinen die voor iedere burger van essentieel belang zijn voor de kwaliteit van het bestaan: de woonsituatie, het materieel welbevinden, het emotioneel en fysiek welbevinden, de interpersoonlijke relaties, de persoonlijke ontwikkeling, de zelfbepaling, sociale inclusie en rechten. Deze nood en behoefte aan ondersteuning wordt vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomst, waarin expliciet aandacht wordt gegeven aan de wensen en verlangens van de gebruikers en waarin ook het sociaal netwerk wordt betrokken. Hiertoe kan de gebruiker terugvallen op de ondersteuning in Sint-Anna van een individuele mentor en voor De Nieuwe Notelaar en beschermd wonen een persoonlijke begeleider. Begeleiding naar een zinvolle dagbesteding rekening houdend met de persoonlijke voorkeuren, behoeften en ingesteldheid van de gebruiker. Begeleiding naar een aangename vrijetijdsbesteding. Verlenen van sociaaladministratieve begeleiding. Verlenen van ter plaatse verstrekbare medisch, verpleegkundige en verzorgkundige begeleiding van de gebruiker. Een aanbod van een evenwichtige en gevarieerde voeding. 9.
Organiseren van een ondersteunende vrijwilligerswerking. Voorzien in een aangepaste sfeervolle materiële opvang en huisvesting.
STRATEGIE De Raad van Bestuur van Ons Huis stelt jaarlijks bij de opmaak van de begroting Strategische en operationele doelstellingen voorop voor de eerstvolgende 3 jaar. Deze doelstellingen worden opgemaakt overeenkomstig de missie van de Vereniging en op basis van de noden en mogelijkheden die zich aftekenen gedurende de eerstvolgende jaren. Deze strategische en operationele doelstellingen worden aan het collectief overlegorgaan van de voorziening voorgesteld met de mogelijkheid tot het uitbrengen van advies. VISIE TEN AANZIEN VAN OUDER WORDENDE GEBRUIKERS M.b.t. het ouder worden van de gebruikers is de voorziening voorstander van het Ageing in place model. “Allowing the elder to remain in de living situation of their choice for as long as they wish and are able to” (Bigby 2004). Thuis ouder worden, waarbij alles in het werk wordt gesteld om de ouder wordende persoon op de door hem/haar gekozen plaats te laten blijven en wel zo lang hij/zij dit wil, en dit binnen de mogelijkheden van deze thuisomgeving kan. Thuis is in deze definitie hierbij niet noodzakelijk het eigen of ouderlijke huis, maar wel de oudere zelf als zijn/haar thuis beschouwt. Dit kan bijgevolg evengoed een collectieve woonvoorziening zijn. Maar indien het thuis ouder worden niet langer tot de mogelijkheden behoort, is een zorgvorm die maximaal is aangepast aan het verouderingsproces en een maximale kwaliteit van bestaan betracht, noodzakelijk. De voorziening gaat ten aanzien van de bepaling van dit criterium uit van de volgende principes: Een opdeling tussen de senior oudere en de zorgbehoeftige ouder. Leeftijd is geen bepalend criterium wel de ouderdomsgerelateerde competenties van de gebruiker. Ons Huis is als dienst in de sector gehandicaptenzorg een agogische voorziening, geen verzorgende. Ons Huis kan en wil het zorgkundig aanbod dat al dan niet in samenwerking met ondersteunende diensten uit de welzijnssector kan worden georganiseerd, verleggen en verbreden tot de zorgvraag primeert op de handicapspecifieke ondersteuningsnood van de gebruiker.
10.
Het is bijgevolg niet gemakkelijk om de juiste aard en omvang van een
klacht te bepalen. Dit vergt inschattingsvermogen van de begeleiders. Het is een taak van elke begeleider om hier aandacht aan te besteden en dit bespreekbaar te stellen. Van de begeleider wordt verwacht dat hij dit vermeldt in het teamverslag of bespreekbaar stelt in het team of meedeelt aan de verantwoordelijke of aangewezen persoon (mentor in Sint-Anna / persoonlijke begeleider). Via een oorzakenanalyse wordt de aard van de ontevredenheid gepeild. Eventueel wordt te rade gegaan bij een dokter, het sociaal netwerk, e.d. Van dergelijke klachten wordt veelal geen registratie gemaakt, tenzij in het teamverslag bij een bespreking ervan op het team. Indien een gebruiker meer expliciet een klacht wil formuleren, kan, dient of wordt hij doorverwezen naar de coördinator, die de klacht verder behandelt. Indien de coördinator geen afdoende oplossing kan geven aan de klacht of indien de gebruiker niet tevreden is over het gevolg dat er wordt gegeven, dan wordt hij doorverwezen of kan hij zich wenden tot de directie. In een eerste instantie zal de directie de klacht aanhoren en hetzij de gebruiker toelichting verstrekken, hetzij naar een snelle, passende oplossing zoeken, waarmee de gebruiker kan instemmen. Indien de bewoner geen genoegen kan nemen met de voorgestelde oplossing en de klacht aanhoudt, wordt dit beschouwd als een formele klacht (zie verder). Hoewel klachten niet geformaliseerd worden kunnen ze wel degelijk een wezenlijk belang hebben voor de betrokken gebruiker en wijzen op een disfunctioneren in de organisatie. Herhaalde klachten hebben in dit verband een belangrijke signaalfunctie. Om op dergelijke klachten een meer gestructureerde opvolging te voorzien, wordt er binnen de organisatie aandacht besteed aan het gegeven “klachten” als volgt: als vast agendapunt op de diverse overlegorganen, de teams, en de overlegmomenten met de gebruikers (weekevaluatie in De Nieuwe Notelaar/ bewoners- deelnemersraad in Sint-Anna) weekvergadering met de gebruikers en op de maandvergadering met begeleiders van beschermd wonen/DIO als vast agendapunt op de gebruikersraad. Indien uit het overleg blijkt dat de klacht inderdaad een grond van terechtheid heeft, wordt hiervan een registratie opgemaakt door de coördinator die deze terugkoppelt naar de directie. 35.
Een afgevaardigde van de gebruikersraden wordt als waarnemer uitgenodigd
op de vergaderingen van de Raad van Bestuur en van de Algemene Vergadering van de Vereniging voor die aangelegenheden die betrekking hebben op de voorziening m.u.v. persoonsgebonden aangelegenheden. Bijkomend organiseert de voorziening collectieve inspraak voor de gebruikers op de volgende niveaus: In Sint-Anna een bewoners- en deelnemersraad voor alle gebruikers van het tehuis, het dagcentrum en beschermd wonen met 3 tot 4 vergaderingen per jaar. Een wekelijkse overleg met de gebruikers van beschermd wonen. In De Nieuwe Notelaar een wekelijkse evaluatievergadering voor alle gebruikers van tehuis en dagcentrum. 10. OPMERKINGEN, SUGGESTIES, KLACHTEN, KLACHTENPROCEDURE EN KLACHTENCOMMISSIE (CH 10 / 11 / 12—ART 31—36). Opmerkingen, suggesties en informele klachten - algemeen:
Elke opmerking of suggestie aangaande een element van de dienstverlening kan door de gebruiker, zijn vertegenwoordiger, een bloed- of aanverwant of vertrouwenspersoon mondeling aangebracht worden bij de directie of de coördinator van de afdeling. Deze gaat na of en welk gevolg er aan kan worden gegeven. Er wordt niet gewerkt met een klachten-, of ideeënbus. Niet formeel geuite klachten op het niveau van de gebruiker: Agressie, depressie en psychosomatische klachten kunnen wijzen op een vorm van ontevredenheid en ongenoegen die door een deel van ons cliënteel niet worden verwoord of op een minder adequate wijze worden geuit. Het is eigen aan de doelgroep dat er heel wat ongenoegen wordt geformuleerd. Soms terecht, soms niet terecht; soms omwille van een persoonlijke frustratie en een geringe frustratietolerantie; soms omwille van een beperkt relativeringsvermogen en een gebrek aan geduld. Sommige klachten zijn dan ook licht tot zeer licht van aard. Sommige zijn geen reële klacht, maar de vertolking van persoonlijk ongenoegen.
34.
Een reguliere benadering van de zorgnood indien de zorg kan worden
aangeboden vanuit de reguliere sector. (Gewoon waar het kan, specifiek waar het nodig is.) Een seniorenwerking: Vereniging Ons Huis wil een seniorenwerking uitbouwen voor zijn oudere gebruikers die nog niet in het stadium van zorgbehoevendheid verkeren en wil hiervoor samenwerking organiseren met andere diensten uit de welzijnssector. Doorverwijzing naar een WZC: Vereniging Ons Huis zal een gebruiker een (eventueel eenzijdig) ontslag aanbieden gekoppeld aan een doorverwijzing naar een WZC van zodra: De gebruiker aan de criteria tot opname in een WZC voldoet en voldoende scoort op de Katzschaal. Hierbij kan een afwijking worden gevraagd op de leeftijdsgrens van 65 jaar. Het WZC een even afdoende of beter antwoord kan geven op de gewijzigde zorgvraag van de gebruiker. De ondersteuningsvraag niet langer een overwegend handicapspecifieke benadering vereist. De vereniging biedt een principieel ontslag aan van zodra de gebruiker in deze situatie verkeert. De vereniging plaatst dan ook een actieve vraag tot opname in een WZC van het OCMW-Brugge. Het staat de gebruiker vrij een vraag te plaatsen tot opname in een WZC van eigen voorkeur. Het ontslag wordt uitgevoerd van zodra er zich een opnamemogelijkheid aanbiedt in een WZC, waarvan de vereniging oordeelt dat ze voldoende valabel is om in te staan voor de zorgvraag. Ons Huis verbindt er zich toe om de opname in een WZC van het OCMW-Brugge verder te begeleiden. Ons Huis ijvert er bovendien voor om binnen het OCMW van Brugge een gegroepeerde opname te realiseren van personen met een gelijkaardige beperking in 1 WZC. Met deze WZC wordt een wederzijdse samenwerkingsrelatie opgebouwd.
4. ONDERSTEUNINGSAANBOD EN DOELGROEPEN (CH 3). De Vereniging richt zich in hoofdzaak op 2 doelgroepen: Personen met een verstandelijke beperking van licht tot ernstig al dan niet met een meervoudige handicap. Personen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH), die in de loop van hun leven een blijvende hersenbeschadiging opgelopen hebben ten gevolge van een traumatische gebeurtenis (een ongeval, hersenbloeding of herseninfarct, tumor, infectie, ziekte,…). 11.
Voor beide groepen geldt dat de beperking dermate is dat een gewone of beschermde tewerkstelling vaak niet meer mogelijk is en er eventueel ook dient te worden gezocht naar een aangepaste woonvoorziening. Residentiële opvang Tehuis niet-werkenden: Afdeling
Afdeling
Plaats:
Ons Huis Sint-Anna (SA) Molenmeers (MM)
De Nieuwe Notelaar (DNN)
Doelgroep:
personen met een verstandelijke beperking NAH
Capaciteit:
42 personen 33 in Sint-Anna, 9 in Molenmeers
12 personen
Kamers:
1– en 2 persoonskamers Douche en toilet in de kamers MM Basismeubilair vanuit de voorziening
Ruime 1 persoonskamers Douche en toilet op kamers Basismeubilair voorzien Vaste kasten in de kamers Huur flatscreen TV + koelkast mogelijk
Huur flatscreen TV mogelijk Leefgroep Lokalen:
4 groepen van 8 tot 14 personen
2 groepen van 6 personen
Aangepaste structuur:
Hoog-laagbad Aangepaste toiletten Lift Tillift/hoog-laagbedden
Hoog-laagbad, inloopdouche Parkerbad Aangepaste toiletten Beddenlift Tillift/hoog-laagbedden
Brandv.:
Brandpreventieattest
Brandpreventieattest
Oproep:
DECT (tel. + kameroproepen)
DECT (tel. + kameroproepen)
Personeel:
Permanent—wakende nacht
Permanent—wakende nacht
Opvangvorm:
Voor een beperkt aantal personen is een deeltijdse opname mogelijk Seniorengroep
Voor een beperkt aantal personen is een deeltijdse opname mogelijk
De voorziening waarborgt in overleg met de gebruiker of zijn
vertegenwoordiger een verantwoorde overdracht van relevante informatie aan de nieuwe voorziening met betrekking tot de ondersteuning. MELDING FOD BIJ OPNAME OF ONTSLAG Indien u bij de Directie-generaal voor Personen met een Handicap, Kruidtuinlaan 50 bus 150 in 1000 Brussel, een aanvraag hebt ingediend voor een tegemoetkoming aan personen met een handicap of al geniet van een tegemoetkoming, breng dan deze Directie-generaal binnen de 30 dagen op de hoogte van uw opname of uw ontslag. Vergeet niet uw dossiernummer (= uw rijksregisternummer) te vermelden.
9. COLLECTIEVE INSPRAAK (CH 8 – ART 27 - 30). Collectieve inspraak wordt binnen de Vereniging georganiseerd middels de
12.
gebruikersraden, die de belangen van de gebruikers opnemen en behartigen. Omwille van de sterke verscheidenheid van de beide doelgroepen functioneren er afzonderlijke gebruikersraden in de beide afdelingen van de Vereniging (Sint Anna en De Nieuwe Notelaar). Samenstelling – zie het bijgevoegde huishoudelijk reglement. De gebruikersraad stelt een huishoudelijk reglement vast dat als bijlage wordt opgenomen in het charter. Tussen de voorziening en de gebruikersraad is voorafgaand overleg verplicht over: wijzigingen aan het charter; belangrijke wijzigingen in de algemene woon- en leefsituatie; wijzigingen in het concept van de voorziening Zowel de voorziening als het collectief overlegorgaan hebben initiatiefrecht om advies te vragen of uit te brengen over aangelegenheden die de verhouding tussen voorziening en de gebruikers of hun vertegenwoordigers aangaan. Er is hoorrecht en antwoordplicht over elk onderwerp waarover een gebruikersraad een standpunt aan de verantwoordelijken van de voorziening mee wil delen. De voorziening verstrekt aan de gebruikersraden de noodzakelijke informatie over beslissingen die rechtstreeks over de woon- en leefsituatie van de gebruikers gaan en over alle andere elementen die de gebruikers als groep aanbelangen met inbegrip van de jaarrekeningen van de voorziening en het doelmatig inzetten van de middelen. 33.
Als dat nodig is wordt onderzocht of in samenwerking met een andere voorziening de continuïteit van de ondersteuning kan verzekerd worden. Die samenwerking wordt opgenomen in de individuele dienstverleningsovereenkomst. Als de bemiddeling van de klachtencommissie niet resulteert in een gepaste oplossing binnen de voorziening, verbindt de voorziening er zich toe mee te werken bij het zoeken naar een gepaste oplossing. Bij eenzijdige opzegging geldt voor beide partijen een opzeggingstermijn van minstens drie maanden, tenzij in onderling akkoord een andere termijn wordt overeengekomen. Bij betwisting wordt de opzegtermijn geschorst voor de duur van de bemiddeling. Tijdens de periode van betwisting kan de voorziening overgaan tot een schorsing van de dienstverlening tot er uitsluitsel is over de verzoeningspoging van de klachtencommissie. Als een van de partijen de vastgestelde of overeengekomen opzeggingstermijn niet respecteert, moet die aan de andere partij een verbrekingsvergoeding betalen. Per dag dat de ondersteuning vroeger dan de opzegtermijn wordt beëindigd, is de vergoeding gelijk aan het verschil tussen de reglementair vastgestelde volledige dagprijs en de verminderde dagprijs met een maximumtermijn van 30 dagen. Voor de voorzieningen waarvoor geen dagprijs is vastgesteld, is de verbrekingsvergoeding door het VAPH (overeenkomstig art. 40 van het besluit) gelijkgesteld aan de maximumbijdrage voor een ambulante begeleiding binnen thuisbegeleiding. Het basisbedrag dat hiervoor in aanmerking wordt genomen, is het bedrag dat geldig was op 1 januari 2013, nl. 5€. Dit bedrag is gekoppeld aan de index en wordt aangepast telkens als de stijging van het indexcijfer voldoende is om het bedrag met 10 cent te doen toenemen. De verbrekingsvergoeding mag nooit meer bedragen dan 30 keer de bijdrage. De vergoeding is niet verschuldigd als de gebruiker kan aantonen dat de voorziening de bepalingen van het protocol niet nakomt. Bij ontslag tijdens de proefperiode bedraagt de verbrekingsvergoeding maximaal 7 keer het verschil tussen de wettelijk vastgestelde volledige dagprijs en de verminderde dagprijs. Voor de voorzieningen waarvoor geen dagprijs is vastgesteld, mag de verbrekingsvergoeding nooit meer bedragen dan 7 keer de bijdrage.
32.
Aanbod: Beschermd wonen/DIO:
Huisvesting:
In huizen in beluiken (De Schipjes/Cobrysse) of appartementen (Moeder Anna) die eigendom zijn van het OCMW. De bewoner staat volledig in voor de eigen kosten (huur, woon– en leefkosten)
Capaciteit:
Erkenning: 11 plaatsen
Ondersteuning: Vanuit een afzonderlijke dienst Logeerfunctie: Binnen de logeerfunctie kunnen personen met een handicap gedurende een beperkte tijd residentieel worden opgevangen. Deze functie wordt veel benut door de eigen dagcentrumdeelnemers, maar is ook mogelijk voor externen Dagcentrum:
De Vereniging beschikt over een afzonderlijke erkenning dagcentrum, maar organiseert de activiteiten voor deze deelnemers samen met de bewoners van de tehuizen en beschermd wonen. De maaltijd wordt door de dagcentrumdeelnemers wel afzonderlijk genomen. Capaciteit:
SA: 15 voltijdse plaatsen
DNN: 10 voltijdse plaatsen
Opvangmog.:
Voltijds = van maandag tot vrijdag, volle dagen Deeltijds = 1 tot 4,5 dagen in de week Halftijds = halve dagen Anderhalftijds = extra opvang mogelijk in het tehuis mits vervoer op eigen kracht
Vervoer:
Mogelijk binnen de regio Brugge en aangrenzende. Hogere dagprijs overeenkomstig de wettelijk bepaling. Aangepaste minibussen met lift. Centraal georganiseerd over de 2 afdelingen heen volgens regionale opdeling. Dagbesteding
Activiteiten:
Collectieve activiteiten Zie folder Begeleid werken mogelijk
Collectieve activiteiten Zie folder Begeleid werken mogelijk
13.
Vrije tijd: Aandacht voor een vrije tijdsinvulling voor de bewoners van het tehuis en van beschermd wonen ’s avonds en in de weekends. Paramedische ondersteuning: Verpleegkundige omkadering Ergotherapie en logopedie mogelijk Kinésitherapie vanuit privéaanbod
In De Nieuwe Notelaar wordt veel accent gelegd op revaliderende en therapeutische activiteiten Sociale dienst:
Sociaal administratieve begeleiding, Contactpersoon Centrale Registratie Zorg. Bijzondere: In Sint-Anna is er een seniorenwerking. In De Nieuwe Notelaar : Ontmoetingsproject voor personen met NAH die niet naar het tehuis of dagcentrum komen. Samensp(r)aak = betrokken bij activiteiten voor partners en of ouders van personen met NAH. Rechtstreeks Toegankelijke Hulp (RTH): Onze voorziening is ook betrokken bij het aanbieden van Rechtstreeks Toegankelijke Hulp, zoals deze door het VAPH wordt bepaald. Deze hulp betreft een beperkte, handicapspecifieke ondersteuning waarvoor geen goedkeuring van het VAPH is vereist. De ondersteuning kan begeleiding (mobiel of ambulant), tijdelijke dagopvang of verblijf betreffen. Onze voorziening biedt deze RTH aan vanuit een samenwerkingsverband met andere voorzieningen uit de regio.
5. BIJZONDERE OPNEMINGSVOORWAARDEN EN PROEFPERIODE (CH 5).
De voorziening kan een gebruiker niet weigeren op grond van etnische afkomst, nationaliteit, geslacht, seksuele geaardheid, sociale achtergrond, ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging of financieel onvermogen (art 5). Procedure Over de opneming van de gebruiker wordt beslist door de Raad van Bestuur. De beslissing wordt gebaseerd op het verslag van het opnameteam van de betreffende afdeling in verband met het voldoen aan de administratieve, wettelijke criteria, de ortho-agogische, sociale, psychologische en medische criteria. 14.
als de beslissing tot tenlasteneming door het VAPH opname of begeleiding
niet (meer) toelaat (ondermeer ook mogelijk naar aanleiding van langdurige afwezigheid wegens ziekte of hospitalisatie die langer duurt dan drie maanden). als de gebruiker niet langer voldoet aan de bijzondere opnemingsvoorwaarden zoals vermeld in het charter. als de lichamelijke of geestelijke toestand van de gebruiker dermate gewijzigd is dat het zorgaanbod van de voorziening niet meer kan beantwoorden aan de noden en zorgvragen van de gebruiker. als de gebruiker of zijn wettelijk vertegenwoordiger de verplichtingen, vastgelegd in het protocol van verblijf, behandeling of begeleiding of het charter niet nakomt. als de gebruiker of zijn vertegenwoordiger bedrieglijke gegevens heeft verstrekt over de verklaring op erewoord dat hij geen vergoeding voor hulp van derden of ondersteuning door een voorziening heeft ontvangen of dat hij geen aanspraak kan maken op een dergelijke vergoeding. als de gebruiker of zijn vertegenwoordiger geen overeenkomst sluit met het VAPH als hij een vergoeding voor hulp van derden of ondersteuning door een voorziening heeft ontvangen om die vergoeding voor de ondersteuning aan te wenden of de verplichtingen van die overeenkomst niet naleeft. Tot de opzegging door de voorziening kan alleen door de Raad van Bestuur worden beslist. De voorziening betekent schriftelijk en motiveert de reden tot ontslag of beëindiging van de ondersteuning. De voorziening kan de beëindiging of schorsing van een arbeidsovereenkomst van een tewerkgestelde gebruiker niet inroepen als reden voor het ontslag of de beëindiging van de ondersteuning. In geval van betwisting van het ontslag of de beëindiging van de ondersteuning kan de gebruiker of zijn vertegenwoordiger die betwisting binnen dertig dagen voorleggen aan de klachtencommissie die binnen de Vereniging is geïnstalleerd. Hierbij is het niet vereist dat deze klacht schriftelijk bij de directie van de voorziening wordt ingediend. Voor de behandeling van deze betwisting wordt de klachtencommissie uitgebreid met een onafhankelijke derde, bij voorkeur een expert in bemiddeling, die wordt aangewezen in onderling overleg door de voorziening en de gebruikersraden. De klachtencommissie hoort alle betrokken partijen en poogt ze te verzoenen binnen dertig dagen nadat ze de betwisting tot behandeling voorgelegd heeft gekregen. Het resultaat van de verzoening wordt opgenomen in de individuele dienstverleningsovereenkomst.
31.
8. HERORIENTERING, ONTSLAG, OPZEGGINGSTERMIJN EN –VERGOEDING (CH 7). ALGEMEEN (ART. 7) Als de voorziening na kennisname van de noden en zorgvragen van de gebruiker niet kan voorzien in de aangewezen dienstverlening, verwijst ze de gebruiker door naar de zorgbemiddeling. ONTSLAG VAN DE GEBRUIKER Tijdens de proefperiode (art 6) Kan de gebruiker steeds een einde stellen aan de overeenkomst. Kan de voorziening slechts overgaan tot ontslag om redenen van overmacht of
in de volgende gevallen: als de gebruiker niet meer beantwoordt aan de bijzondere
opnemingsvoorwaarden vermeld in het charter. als de lichamelijke of geestelijke toestand van de gebruiker dermate is dat het zorgaanbod van de voorziening niet kan beantwoorden aan de noden en zorgvragen van de gebruiker. als de gebruiker of zijn vertegenwoordiger de verplichtingen van het protocol van verblijf, behandeling of begeleiding en van het charter niet nakomt. De opzegtermijn wordt in onderling overleg bepaald. Bij een eenzijdige verbreking van de overeenkomst zonder gegronde reden kan een verbrekingsvergoeding gevorderd worden van hoogstens zeven maal het verschil tussen de wettelijk vastgestelde volledige dagprijs en de verminderde dagprijs. Tot de opzegging door de voorziening kan alleen door de Raad van Bestuur worden beslist. De voorziening betekent schriftelijk en motiveert de reden tot ontslag. Na de proefperiode (art 37 - 41) Kan de gebruiker steeds overgaan tot een beëindiging van de overeenkomst. Verbindt de voorziening er zich toe de gebruiker niet eenzijdig te ontslaan noch eenzijdig de overeenkomst te beëindigen, tenzij om een van de volgende redenen: in gevallen van overmacht. als de gebruiker omwille van veroudering voor een opname in een WZC in aanmerking komt (zie Hoofdstuk 3, Visie ten aanzien van ouder wordende gebruikers). 30.
Voor een opname gelden volgende bijzondere bepalingen: Het integratieprotocol van het VAPH, registratie CRZ en prioriteitengroep De kandidaat-gebruiker dient in het bezit te zijn van een integratieprotocol, waarin het VAPH verklaart de kosten van de opname in het tehuis nietwerkenden, dagcentrum of beschermd wonen (DIO) ten laste te nemen. De kandidaat-gebruiker dient geregistreerd te zijn op de CRZ. Overeenkomstig de bepalingen van het Besluit Zorgregie neemt de voorziening in eerste instantie een kandidaat op vanuit de hoogste prioriteitengroep van het CRZ passend bij het opnameprofiel van de afdeling. Indien een kandidaat, die binnen het opnameprofiel van de voorziening past, zich in een “noodsituatie” in de voorziening aanmeldt, kan tot een onmiddellijke opname worden overgegaan, zelfs al is aan de bovenvermelde voorwaarden nog niet voldaan. Handicapprofiel en handicapcode
Bij een vrijgekomen plaats wordt open plaats gemeld op basis van een handicapprofiel (Tehuis niet werkenden - bezigheid of nursing/dagcentrum of DIO) en een handicapcode (verstandelijke beperking of NAH) afhankelijk van de opnamemogelijkheden in functie van de erkenning hetzij als een selectiecriterium, hetzij als een voorrangcriterium binnen dezelfde prioriteitengroep. Regioafbakening: Tehuis en DIO Dagcentrum
Beperkt tot kandidaten die geregistreerd staan op de CRZ voor West-Vlaanderen. Beperkt tot kandidaten die geregistreerd staan op de CRZ voor West-Vlaanderen. Het vervoersaanbod beperkt zich tot personen afkomstig uit de kerngemeente Brugge en het mogelijk aangrenzend vervoersgebied overeenkomstig de wettelijk bepaalde vervoerstermijn van maximaal 1 uur per rit. Personen van een verderaf gelegen lokalisatie dienen op eigen kracht naar het dagcentrum te komen. Bij een vrijgekomen plaats worden de mogelijkheden tot opname met vervoer door de voorziening afhankelijk gemaakt van de vervoersactieradius op het moment van de opname en dit hetzij als een selectiecriterium, hetzij als een voorrangcriterium binnen dezelfde prioriteitengroep.
15.
Binnen dezelfde prioriteitengroep wordt in eerste instantie voorrang verleend aan personen gedomicilieerd in de gemeente Brugge en in tweede instantie aan personen uit het arrondissement Brugge. Leeftijd
De voorziening neemt enkel volwassen personen op die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt. Bij een vrijgekomen plaats wordt het leeftijdsprofiel bepaald afhankelijk van de opnamemogelijkheden in de betreffende groep of afdeling bepaald hetzij als een selectiecriterium, hetzij als een voorrangscriterium binnen dezelfde prioriteitengroep. Ondersteuningsvereisten
Algemeen
Tehuis SintAnna Molenmeers Beschermd wonen/DIO Tehuis De Nieuwe Notelaar Dagcentrum
De kandidaat-gebruiker dient de mogelijkheid te bezitten om in relatie te treden met andere groepsgenoten en begeleiders. De kandidaat-gebruiker mag geen problematiek stellen (medisch, verpleegkundig, gedrag, psychisch,…) die de mogelijkheden van het dienstverleningsaanbod overstijgt en een meer gespecialiseerde zorgomkadering vereist. Geen opname van personen met een diep verstandelijke beperking, zware gedragsstoornissen, of bezwarende autistische, psychiatrische of rand-psychiatrische kenmerken. De kandidaat-gebruiker dient functioneel de mogelijkheid te bezitten om te kunnen functioneren binnen een beperkte woonondersteuning. Geen opname van personen met een diep verstandelijke beperking, zware gedragsstoornissen, of bezwarende autistische, psychiatrische of rand-psychiatrische kenmerken. De kandidaat-gebruiker dient functioneel de mogelijkheid te bezitten om deel te nemen aan een activiteitenaanbod en dient te kunnen functioneren binnen een beperkte woonondersteuning. De kandidaat-gebruiker dient functioneel de mogelijkheid te bezitten om deel te nemen aan een activiteitenaanbod.
Deeltijdse of voltijdse opname
Bij een vrijgekomen plaats wordt de duur van de opnamemogelijkheid bepaald afhankelijk van de bezetting t.o.v. de erkenning op het moment dat de opnamemogelijkheid zich voordoet en dit hetzij als een selectiecriterium, hetzij als een voorrangcriterium binnen dezelfde prioriteitengroep.
16.
persoonlijke transportmiddelen (fiets, rolwagen, …), het onderhoud (andere
dan het huishoudelijk onderhoud) en de herstelling ervan. schade of breuk die door de gebruiker wordt toegebracht aan de accommodatie, goederen of materialen van de voorziening, de personeelsleden of andere gebruikers, voor zover deze niet door een verzekering gedekt is. uitgaven voor persoonlijke hobby’s en vrijetijdsbesteding. eventuele extra verzekeringen andere dan deze die door de voorziening zijn aangegaan. de vrijstelling van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage die in gevolge het decreet van 24.05.2002 “Water bestemd voor menselijke aanwending” wordt toegekend aan personen die gerechtigd zijn op een inkomensvervangende tegemoetkoming, een integratietegemoetkoming of een leefloon, wordt aan de opgenomen bewoners die op deze vrijstelling gerechtigd zijn, aangerekend op basis van het compensatiebedrag dat aan de in de voorziening opgenomen bewoners wordt uitbetaald in evenredigheid tot het aantal aanwezigheidsdagen in de voorziening. Deze bedragen worden gevorderd op het moment dat de compensatiebedragen worden uitbetaald. de voorziening betaalt na goedkeuring van het VAPH de remgelden die werden betaald voor kinesitherapie en voor geneesheren terug binnen de perken van de subsidieerbare ruimte en na voorlegging door de gebruiker of zijn belangenbehartiger van het overzicht van de mutualiteit waarbij de gebruiker is aangesloten, van deze kosten en van de bedragen die in aanmerking worden genomen voor de toepassing van de maximumfactuur. Dit overzicht zal in het begin van het jaar door de voorziening worden opgevraagd aan de gebruiker en/of zijn belangenbehartiger. Deze gelden worden door de voorziening aan de betrokken slechts overgemaakt na bevestiging van de tenlasteneming van deze bedragen door het VAPH. TV of koelkast in de kamer hetzij via eigen aankoop hetzij via huur aan de voorziening. Bij huur wordt dit bepaald in het protocol van verblijf. Voor een digitale aansluiting zijn de extra kosten volledig ten laste van de gebruiker. Beschermd wonen:
De bewoner van beschermd wonen dient volledig zelf in te staan voor de woonen leefkosten. Tehuis, dagcentrum en beschermd wonen:
De telefoongesprekken en verzendingen die door de personeelsleden worden verricht in het belang van de gebruikers en deze gebruikers persoonlijk aanbelangen, worden aangerekend. 29.
socio-culturele uitgaven voor activiteiten die niet door de voorziening
worden georganiseerd (bioscoop, theater, optredens, kermis, fuiven, reizen en uitstappen, museabezoek, …), zelfs al gaan er personeelsleden van de voorziening mee ter begeleiding. oplegkosten bij deelname aan vakantiekampen en uitstappen die wel door de voorziening worden georganiseerd. Deze oplegkosten worden vooraf bepaald. onkosten voor het vervoer verbonden aan consultatie, opname, socioculturele activiteiten, e.d., worden doorgerekend aan de gebruikers. De kost van externe vervoersmiddelen (openbaar vervoer, taxi, …) wordt integraal doorverrekend voor de kost van het vervoer van de gebruiker zelf en geheel of gedeeltelijk voor het vervoer van de begeleiders. Dit laatste wordt op voorhand met de gebruiker afgesproken. De kost van het vervoer door personeelsleden of vrijwilligers met hun eigen wagen wordt verrekend overeenkomstig het bedrag van de kilometervergoeding zoals dit wordt bepaald in het Belgisch Staatsblad voor het beroepsmatig gebruik van het eigen voertuig. Dit bedrag wordt verdeeld onder het aantal inzittende deelnemers. In geval dit vervoer aanvullend is op ander vervoer wordt de kost hiervan mee opgenomen in de globale kostenverrekening voor het betreffende vervoer. Voor het vervoer met de bussen van de voorziening wordt een forfaitaire vergoeding per km aangerekend. Deze vergoeding wordt jaarlijks bepaald op basis van het totaal van alle kosten t.o.v. het gereden aantal km en wordt berekend op een gemiddelde bezetting van 2,5 personen/busrit. bij afname van maaltijden buiten de instelling kan de gebruiker aanspraak maken op de door het VAPH gesubsidieerde bedragen. de kost van consumpties, inkom- of deelnamegelden, maaltijden en vervoer van noodzakelijke begeleiders (personeelsleden of vrijwilligers) wordt ten laste gelegd van de begeleide gebruikers, verminderd met het bedrag dat door de voorziening ten laste wordt genomen. de kost van het vervoer van de begeleiders bij uitstappen met NMBS wordt ten laste gelegd van de personen die begeleid worden. De gebruiker wordt gewezen op het bestaan van de kaart “Kosteloze begeleider” die bij de NMBS kan verkregen worden indien de gebruiker aan de vereiste criteria voldoet. De voorziening kan bij de aanschaf van deze kaart behulpzaam zijn. Aan de gebruiker wordt gevraagd om een verklaring te ondertekenen m.b.t. het al dan niet aanschaffen van deze kaart. mutualiteitsbijdragen in het kader van de verplichte en/of vrije verzekering. Deze worden wel in mindering gebracht van de netto persoonlijke maandelijkse inkomsten. 28.
Voorrangverlening aan kandidaten van het dc tot opname in het tehuis
De Vereniging wil er zich toe engageren om de urgente doorstroming van deelnemers aan het dagcentrum naar een tehuis te behartigen indien de noodzaak zich daartoe stelt. De dienst wil aldus optreden als contactpersoon ten aanzien van het ROG (Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg). De Vereniging kan geen naadloze overgang naar het aanpalende tehuis garanderen. Aan personen afkomstig uit het dagcentrum wil de dienst wel voorrang verlenen binnen de mogelijkheden van het Besluit Zorgregie, eventueel als prioritaire migratievraag, dit op voorwaarde dat de persoon ook past binnen de opnamecriteria van het tehuis. Proefperiode
Elke opname start in principe met een proefperiode van drie maanden. Dit biedt aan beide partijen de mogelijkheid om na te gaan of de voorziening wel op een voldoende en voor de gebruiker bevredigende wijze kan instaan voor de gewenste en noodzakelijke ondersteuning alvorens tot een definitieve opname over te gaan. Deze proefperiode kan met maximaal dezelfde duur verlengd worden. Van deze regel kan in bepaalde gevallen worden afgeweken, ondermeer bij de overgang van een dagcentrumdeelnemer naar het tehuis. Melding FOD bij opname of ontslag
Indien u bij de Directie-generaal voor personen met een handicap – Kruidtuinlaan 50 bus 150 in 1000 Brussel een aanvraag hebt ingediend voor een tegemoetkoming aan personen met een handicap of al geniet van een tegemoetkoming, breng dan deze Directie-generaal binnen de 30 dagen op de hoogte van uw opname of uw ontslag. Vergeet niet uw dossiernummer (= uw rijksregisternummer) te vermelden.
17.
6. WEDERZIJDSE RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE GEBRUIKER OF VERTEGENWOORDIGEREN DE VOORZIENING (CH 5). Ideologische, filosofische, godsdienstige overtuiging (art 20)
De Vereniging waarborgt aan elke gebruiker een volledige filosofische, godsdienstige en politieke vrijheid. Het gebruik van deze vrijheid mag echter niet storend zijn voor het gemeenschappelijk leven waaraan de bewoner deelneemt. Vrijheid en privacy (art 20) Aan de gebruiker wordt in functie van zijn mogelijkheden de grootst
mogelijke vrijheid verleend. De gebruiker is vrij in zijn komen en gaan. Hij/zij mag steeds bezoek ontvangen. De gebruiker verbindt er zich evenwel toe de rust in de voorziening niet te verstoren. Om de organisatie en de dienstverlening vlot te laten verlopen wordt de gebruiker gevraagd zich te houden aan een aantal afspraken en zich te schikken naar de uurregelingen van verzorging, onderhoud, activiteiten en maaltijden. Zowel de gebruiker als de bezoeker dienen de personeelsleden in staat te stellen zich op een normale wijze van hun taak te kwijten. De gebruiker valt onder de wet op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en onder deze op de verwerking van de persoonsgegevens. Gekende gegevens omtrent de gebruiker worden enkel functioneel medegedeeld aan derden die gebonden zijn door het beroepsgeheim. Voor afwijkingen daarop dient de gebruiker of zijn wettelijk vertegenwoordiger vooraf zijn schriftelijke toestemming te verlenen of weigering te bevestigen. Individuele inspraak en overleg (art 21-22)
De gebruiker of zijn vertegenwoordiger hebben het recht volledig, nauwkeurig en tijdig geïnformeerd te worden omtrent alle aangelegenheden in verband met de opvang, behandeling en ondersteuning die de betrokken gebruiker rechtstreeks en persoonlijk aanbelangen. Tussen de voorziening en de gebruiker of zijn vertegenwoordiger is, behoudens overmacht of hoogdringendheid, voorafgaand overleg verplicht inzake:
18.
7. PRESTATIES OF VERSTREKKINGEN DIE AANLEIDING GEVEN TOT VERGOEDINGEN BOVEN DE EV. VERSCHULDIGDE DAGPRIJS (CH 6). Tehuis en dagcentrum:
In het tehuis en dagcentrum betaalt de gebruiker een wettelijk bepaalde persoonlijke bijdrage, waarvoor hij in principe op alle basisprestaties en diensten kan terugvallen. Volgende prestaties, verstrekkingen of diensten zijn niet inbegrepen in de dagprijs en dienen door de gebruiker te worden vergoed boven de (eventueel) verschuldigde dagprijs: persoonlijke goederen, de aankoop, het eventueel onderhoud buiten het huishoudelijk onderhoud en de herstelling ervan (decoratief materiaal, meubelen, TV, radio, scheerapparaat, e.d.). kledij, nieuwkuis, toilet- en make-up gerief. brillen, contactlenzen, prothesen. genotmiddelen (snoep, extra fruit en drankjes, rookgerief) buiten het dessertaanbod van de voorziening. het gedeelte van het bedrag voor de geneesmiddelen dat de aan de voorziening per persoon toegestane subsidie voor deze post overstijgt. De niet benutte toegestane subsidie wordt volgens criteria herverdeeld over de andere bewoners. De tenlasteneming door de voorziening van geneesmiddelen blijft per persoon beperkt tot het forfaitair bedrag van de maximumfactuur in combinatie met de remgelden voor geneesheren en kinesitherapie. Deze tenlasteneming heeft enkel betrekking op de door de voorziening bestelde en betaalde geneesmiddelen. Deze verrekening gebeurt maandelijks op basis van de gekende bedragen van het vorige jaar. In de loop van het eerste kwartaal van het nieuwe jaar wordt een definitieve verrekening opgemaakt van deze kosten voor het voorbije jaar. Niet door de voorziening bestelde geneesmiddelen vallen integraal ten laste van de gebruiker. dieet- en andere producten waarvan de directie, in overleg met het medisch team van de voorziening de wetenschappelijke en/of medische waarde in vraag stelt; of die aangeschaft worden zonder voorschrift van de behandelend geneesheer of buiten de coördinatie om van het verpleegkundig team. paramedische en verzorgkundige verstrekkingen die niet door het aanbod van de instelling gedekt zijn (o.m. schoonheidszorgen zoals: pedicure, epileren, haartooi, …).
27.
Voor de dagcentrumdeelnemers kan het gebruik van geneesmiddelen
volgens afspraak door de begeleidende personeelsleden worden gesuperviseerd. Dit wordt bij voorkeur nader bepaald in het ondersteuningsplan. De geneesmiddelen worden voor de bewoners van het tehuis door de voorziening ten laste genomen binnen de subsidieerbare toelagen die door het VAPH worden verstrekt. Van deze mogelijkheid kan de gebruiker evenwel slechts gebruik maken indien hij/zij aan de directie van de instelling volmacht verleent om de door de behandelende geneesheer voorgeschreven geneesmiddelen te bestellen bij en te ontvangen vanwege de apotheker naar keuze van de voorziening. Deze volmachtverlening wordt bevestigd op een afzonderlijk document, waarvan 1 exemplaar aan de apotheker naar keuze van de voorziening wordt overgemaakt. Voorschriften maaltijden:
Tehuis en dagcentrum: De voorziening voorziet in een warme maaltijd per etmaal. Indien de gebruiker deelneemt aan daguitstappen of buitengewone evenementen, kan hem/haar een picknick worden aangeboden. De dieetvoorschriften van de behandelende geneesheer worden opgevolgd binnen de mogelijkheden van de voorziening. De maaltijden worden in principe genomen in het leefgroeplokaal of in de centrale eetzaal, tenzij anders wordt afgesproken. Het menu wordt minstens 1 dag van tevoren meegedeeld. Beschermd wonen / DIO: De bewoner dient zelf in te staan voor zijn maaltijden. De bereiding van warme maaltijden dient in overleg met de dienst te gebeuren. Frietketels zijn omwille van brandveiligheid niet toegelaten in de woningen. Warme maaltijden kunnen wel worden afgenomen van de centrale keuken van het OCMW. De dienst begeleidt de aankoop en budgettering van de maaltijden en ondersteuning bij dieet. Dagcentrum en combinaties met andere zorgvormen:
De opvang in het dagcentrum kan gecombineerd worden met opvang in kort verblijf, thuisbegeleiding of zelfstandig wonen. Een deeltijdse opvang in het dagcentrum mag gecombineerd worden met een deeltijdse opvang in een tehuis voor niet-werkenden en met een deeltijdse opvang in een beschuttende werkplaats of met een opvang in een ander dagcentrum. 26.
wijzigingen aan de individuele dienstverleningsovereenkomst; maatregelen die wegens de evolutie van de fysieke of geestelijke toestand
van de gebruiker moeten genomen worden; wijzigingen in de individuele woon- of leefsituatie.
Het initiatief voor dit overleg wordt genomen door de partij die een wijziging of maatregel wil door voeren. Dossier (art 23-26)
De gebruiker heeft recht op een dossier dat door de voorziening zorgvuldig wordt bijgehouden en veilig wordt bewaard. Het opstellen, het bewaren en het gebruik van het dossier zijn onderworpen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wetgeving over de verwerking van persoonsgegevens en aan de verplichtingen opgenomen in deze afdeling. In het dossier worden in voorkomend geval de persoonsgegevens over de gezondheid van de gebruiker apart bijgehouden. De verwerking van en de toegang tot die gegevens is onderworpen aan de relevante bepalingen uit de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt en de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. De meerderjarige gebruiker of zijn vertegenwoordiger heeft recht op inzage in de dossiergegevens die geen voorwerp uitmaken van het dossier van een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Gegevens die worden verstrekt door medewerkers van de voorziening en derden die zij als vertrouwelijk hebben bestempeld, kunnen alleen ingezien worden na akkoord van de medewerkers of derden. Gegevens die een derde betreffen, kunnen alleen ingezien worden als er geen gebruik gedaan wordt aan het recht van de derde op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. Verlof en aanwezigheidsdagen
Algemeen: Het verblijft wordt geregeld overeenkomstig een vast aanwezigheidspatroon dat in het protocol wordt vastgelegd. Op basis van dit patroon wordt de organisatie van het aanbod uitgewerkt. Een permanente wijziging van dit patroon dient in het protocol te worden bevestigd.
19.
Tehuis: Opvang in de voorziening is permanent mogelijk. Mits voorafgaandelijk de coördinator of het daartoe aangesteld personeel te verwittigen, kan de gebruiker verlof nemen tot het wettelijk vastgestelde maximum van 144 dagen per jaar (feestdagen inbegrepen). Afwezigheid ten gevolge van ziekte of omstandigheidverlof dient steeds door een medisch attest verantwoord te worden. De voorziening voorziet in principe geen vervoer van en naar andere bestemmingen waar de gebruiker wenst te verblijven. Indien mogelijk geeft de gebruiker een adres of telefoonnummer op waar hij/zij zo nodig kan bereikt worden. Voor deeltijdse bewoners geldt deze regeling niet. In evenredigheid tot hun stelsel van opname worden deze geacht een minimaal aantal dagen in de voorziening aanwezig te zijn en beschikken zij over een aantal afwezigheiddagen, die zowel ziekte- als vakantiedagen betreffen. In onderling overleg met de voorziening kunnen hierop nog afwijkingen ten individuele titel en op basis van aanvaardbare redenen worden toegestaan. Afwezigheden wegens ziekte langer dan 20 dagen dienen te worden geattesteerd. Een aanwezigheid in de voorziening wordt als een volledige aanwezigheidsdag beschouwd van zodra deze minstens 12 uur per dag bedraagt of van zodra de gebruiker 12 uur begeleid wordt door personeelsleden verbonden aan de voorziening. In de voorziening wordt een aanwezigheidsregister bijgehouden. Dagcentrum: De gebruikers worden verwacht in evenredigheid tot hun stelsel van opname (voltijds of deeltijds) een minimaal aantal aanwezigheidsdagen per jaar deel te nemen aan de dagcentrumwerking. Afwezigheden wegens ziekte dienen niet te worden geattesteerd, met uitzondering van deze van zwaar zorgbehoevende personen die vaker ziek zijn dan het algemeen gemiddelde. Het staat de gebruiker vrij om verlofdagen te nemen. De voorziening stelt buiten de weekends nog zelf een aantal sluitingsdagen voorop. In principe zijn dit de feestdagen, aansluitende brugdagen en de periode tussen Kerst- en Nieuwjaar. Dit betreffen tussen de 15 en 25 dagen. De juiste planning wordt jaarlijks in samenspraak met de gebruikersraad beslist en vervolgens aan de gebruikers meegedeeld.
20.
Consultaties van medische of paramedische aard zijn ten laste van de
gebruiker indien deze niet worden verstrekt door personeel dat op de formatie van de Vereniging staat. De voorziening kan diensten voor thuisverpleging inschakelen indien de uitvoering van de noodzakelijke zorg problematisch of moeilijk haalbaar is met de reguliere personeelsomkadering. Voor de inschakeling van deze diensten wordt rekening gehouden met de persoonlijke voorkeur van de gebruiker. Eventuele oplegkosten van deze inschakeling vallen ten laste van de gebruiker. De voorziening staat niet in voor een verzorging, verpleging, medische of paramedische behandeling waarvan de medicus, verbonden aan de voorziening, oordeelt dat deze buiten de mogelijkheden van de voorziening valt, of niet wenselijk of aangewezen is. In dringende gevallen kan de voorziening overgaan tot hospitalisatie of een ambulante medische behandeling. Zij verwittigt hiervan zo snel als mogelijk de wettelijk vertegenwoordiger of de belangenbehartiger(s). Niet dringende hospitalisatie en/of heelkundige behandelingen worden door de gebruiker zelf beslist. De gebruiker verbindt er zich toe zich bij zijn behandelende geneesheer te onderwerpen aan een jaarlijks algemeen preventief medisch onderzoek. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt door de voorziening vereist van de personeelsleden en vrijwilligers. Medische informatie wordt aan deze personen wel verstrekt indien dit van belang is voor hun ondersteuningsopdracht. Alle onderzoeken en behandelingen worden bijgehouden in een individueel medisch dossier. De gebruiker wordt voor zijn verzorging geholpen door de begeleidende personeelsleden en verpleegkundigen. De wijze waarop wordt in het individueel handelingsplan gestipuleerd. In hoofde van een verantwoorde ergonomische verzorgingsuitvoering verbindt de gebruiker er zich toe de verzorging met geëigende hulpinstrumenten te laten gebeuren en desgevallend afhankelijk van zijn veranderde verzorgingsbehoefte zijn kamer te laten (her)inrichten. Bedeling van geneesmiddelen gebeurt enkel op voorschrift van de behandelende geneesheer door het begeleidend en verzorgend personeel, op de wijze geregeld en voor het tehuis en dagcentrum onder toezicht van de verpleegkundigen verbonden aan de voorziening. Op verzoek van de gebruiker en met toestemming van de behandelende geneesheer en van de coördinator mag of kan de gebruiker de geneesmiddelen bij zich houden. 25.
Voorschriften beschermd wonen/DIO: De bewoners van beschermd wonen zijn gehouden aan de bepalingen van
hun huurcontract. De bewoner van beschermd wonen dient op het adres van de woning
gedomicilieerd te zijn. Voorschriften dagbesteding: Binnen de voorziening wordt er voor iedere gebruiker gezocht naar een
aangepaste dagbesteding. rekening houdend met de wensen, voorkeuren en mogelijkheden van de gebruiker. Deze activiteiten kunnen zowel binnen- als buitenhuis doorgaan en zijn van diverse aard (ontspannend, vormend, sportief, huishoudelijk, catering,…). Dit kan ook - indien de gebruiker dit wenst en hiervoor in aanmerking komt - begeleid werk betreffen. Van de gebruiker wordt verwacht dat hij zich gedurende een afgesproken periode houdt aan het gekozen programma, tenzij hier omwille van medische of andere aanvaardbare redenen van kan worden afgeweken. Bewoners van het tehuis kunnen van deze activiteiten ontslagen worden na instemming van de coördinator of het bevoegd personeel. Rekening houdend met de leeftijd of de algemene toestand van de betrokken persoon wordt een aparte, eventueel individuele daginvulling uitgewerkt. Voorschriften verpleeg-, verzorgkundige en paramedische ondersteuning: De voorziening waarborgt de gezondheid van de gebruiker voor zover de
werking van de voorziening en de integriteit en gezondheid van de medegebruikers en personeel niet in het gedrang komen (art 20). Desgevallend doet de voorziening beroep op het advies van de arbeidsgeneesheer. De gebruiker verbindt er zich toe om voor zijn opvang in het dagcentrum belangrijke medische informatie omtrent zijn persoon aan de geneesheer verbonden aan de Vereniging over te maken. De voorziening staat in voor de ter plaatse verstrekbare, verpleegkundige, verzorgkundige en paramedische ondersteuning van de gebruiker binnen de mogelijkheden van de infrastructuur en van de personeelsgroep met in acht name van de vigerende regel- en wetgeving (ondermeer wet op de verpleegkundige prestaties). Aan de gebruiker wordt de vrijheid van keuze van geneesheer en paramedicus verzekerd. De gebruiker kan desgewenst terugvallen op de zorgverstrekkers die door de voorziening worden voorgesteld en met wie de voorziening doorgaans werkt. 24.
Beschermd Wonen/DIO: Er wordt een aanwezigheid vereist van 14 effectieve dagen per maand. Hierop kan slechts bij uitzondering en mits overleg van worden afgeweken, of omwille van overmachtsituaties (hospitalisatie). De gebruikers beschikken over 35 dagen verlof, verdeeld naargelang de vorm van dagbesteding. Verlof wordt geregistreerd op een verlofkaart. Ziektedagen dienen te worden geattesteerd. Er wordt een woon- en dagbestedingsregistratie bijgehouden. Afwijkingen op het normale aanwezigheidspatroon dienen 5 dagen op voorhand te worden gemeld zodat hiermee rekening kan houden bij de organisatie en bestellingen van maaltijden. De niet annuleerbare maaltijdkosten ten gevolge van afwezigheden die niet binnen deze termijn van 5 dagen worden gemeld en niet het gevolg zijn van een attesteerbare overmacht, worden aan de gebruiker aangerekend. Rust
De gebruikers, bezoekers en personeelsleden moeten er steeds zorg voor dragen de rust in en rond de voorziening niet te verstoren. Persoonlijk hygiëne
Elke gebruiker moet zorg dragen voor zijn persoonlijke hygiëne, waarvoor een beroep kan worden gedaan op het begeleidend en verzorgend personeel. Een gebruiker mag door onzindelijkheid andere gebruikers niet storen. De directie neemt alle passende maatregelen om te zorgen voor de netheid in de lokalen, kamers en de gangen en van het beddengoed. Veiligheid en Brandgevaar De voorziening waarborgt de veiligheid van de gebruiker voor zover de
werking van de voorziening en de integriteit en gezondheid van de medegebruikers en personeel niet in het gedrang komen (art 20). Van de gebruiker wordt verwacht dat hij alles vermijdt wat brandgevaar kan opleveren. Met elektrische apparaten dient zorgvuldig te worden omgegaan. Bij defect zal de gebruiker het bevoegd personeel onmiddellijk inlichten. Het gebruik van een dominoschakelaar is strikt verboden. De gebruiker verbindt er zich toe zich aan de bepalingen van het reglement op het roken te houden.
21.
Een inbreuk op dit reglement kan leiden tot ontslag uit de voorziening. De
TV: Op elke kamer is een distributieaansluiting voorzien. Een beeldbuis TV is
Vereniging verbindt er zich toe om de gebouwen zo brandveilig mogelijk te maken, en het personeel en de gebruikers vertrouwd te maken met de te volgen richtlijnen in geval van brand of evacuatie van de gebouwen. Periodiek worden de brandmelders, -haspels en -sirenes getest. In beschermd wonen/DIO dienen de woningen te worden voorzien van brandvrije gordijnen en is het gebruik van frietketels en kaarsen verboden.
niet toegelaten. Flatscreen TV’s kunnen gehuurd worden bij de voorziening, die vervolgens de kost van herstel van het toestel draagt. In Sint-Anna mag ook worden voorzien in de aankoop van een eigen toestel. Extra kosten voor een digitale aansluiting zijn volledig ten laste van de gebruiker. Koelkast: In de kamers kan tegen een maandelijkse huurprijs voorzien worden in een geruisarme koelkast. Elektrische apparatuur: In de kamer mag in principe geen koffiezet of andere huishoudelijke keukenapparatuur geplaatst worden, tenzij anders wordt afgesproken en dit wordt bepaald in het individuele ondersteuningsplan. Een hifi-installatie mag. Gebruik van muziekinstrumenten, radio en TV mogen niet hinderlijk zijn voor de medegebruikers. Elke overnachting van personen, andere dan de gebruiker, is slechts mogelijk na overleg met en toestemming van de directie. Het houden van dieren door de gebruiker is in principe verboden, tenzij na toestemming van de directie. Het is de gebruiker niet toegelaten om de kamers van een (andere) bewoner van het tehuis te betreden zonder de uitdrukkelijke toestemming van deze bewoner en in overleg met de begeleidende personeelsleden. De gebruikers worden ingedeeld in leefgroepen. De indeling bij een leefgroep wordt na overleg met de gebruiker uiteindelijk bepaald door de coördinator rekening houdend met de wens van de gebruiker en de organisatorische mogelijkheden. Deeltijdse opvang: gebruikers kunnen op hun verzoek ook deeltijds (=1 tot 4 dagen per week) worden opgenomen. De voorziening mag een aanvraag om deeltijdse opvang niet weigeren. Voor personen die deeltijds worden opgenomen, kunnen kamer en goederen van de voorziening met elkaar delen. Personen die overgaan van een voltijdse naar deeltijdse opvang, kunnen, bij een hernieuwde vraag naar voltijdse opvang, slechts voorrang krijgen, binnen de voorschriften van het Besluit Zorgregie. Zij kunnen hierbij geen aanspraak maken op de vroegere kamer of de vroegere leefgroep. Logeerfunctie: De voorziening biedt ook logement aan. Dit kan ertoe leiden dat niet reguliere gebruikers in de instelling blijven overnachten en deelnemen aan het leefgebeuren. Deze logeerfunctie wordt georganiseerd in de logeerkamer. De mogelijkheid wordt niet uitgesloten dat deze personen ook worden gelogeerd in andere vrijstaande kamers of bedden in de voorziening. In betreffend geval verbindt de voorziening er zich toe om dit slechts te plannen mits de toestemming van de betrokken gebruiker.
Respectvolle omgang
Van elke gebruiker wordt een respectvolle omgang met andere gebruikers, personeelsleden en bezoekers verwacht. Persoonlijke bezittingen en fooien
Het bezitten of dragen van waardevolle voorwerpen wordt afgeraden Het geven van fooien of geschenken aan de personeelsleden is niet gewenst. Klachten hieromtrent moeten aan de directie worden medegedeeld. Voorschriften wonen Tehuis: De gebruiker beschikt mits overleg met en goedkeuring van de directie over
de mogelijkheid tot een gedeeltelijke zelfinrichting van de kamer en het plaatsen van persoonlijke meubelen en voorwerpen De voorziening kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor verlies of beschadiging van deze bezittingen. Herstelling- of onderhoudskosten ervan zijn ten laste van de gebruiker. Aan de inrichting en het uitrustingsmateriaal van de kamer mag niet worden gewijzigd tenzij mits uitdrukkelijke toestemming van de directie en vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomst. De gebruiker wordt in principe niet in het bezit gesteld van een sleutel van de kamer. De kamers worden bij afwezigheid van de gebruiker(s) ervan door het personeel afgesloten. Mits toestemming van de directie en op eigen kosten kan de gebruiker die een éénpersoonskamer betrekt, een individueel slot laten plaatsen op de kamerdeur. Deze plaatsing dient uitgevoerd te worden door de technische dienst van het OCMW-Brugge. De directie dient in betreffend geval in het bezit te worden gesteld van 2 sleutels van dit slot. Voor meerpersoonskamers kan dit slechts na onderling akkoord van de betrokken bewoners. Bij verlies van de sleutel wordt een vergoeding aangerekend aan de gebruiker ten bedrage van de kost van de aanmaak van een nieuwe sleutel.
22.
23.