Verslag denktank 2013/2014 Deelnemers: HKU team: Salome Nobel, Jolanda Schouten, Nelly van de Geest; UCK: Haike de Visser; Culturele partners: KOPA: Manja Eland en Linda Rosink; Click F1: Alice Erens. Opdracht: voorwerk verrichten om tot een leerlijn te komen. Werkwijze 1. in kaart brengen van visie van scholen op kinderen en op de rol van cultuureducatie bij betrokken scholen via analyse van sites (steekproef). 2. in kaart brengen van visie op kinderen en op de rol van cultuureducatie partners door analyse plannen, observaties en gesprekken. Expliciteren van 2 grondposities door interviews. 3. inventarisatie van mogelijke motieven voor cultuureducatie, literatuur en gesprekken met onderwijsgevenden. 4. onderlinge uitwisseling en gedachtenvorming Resultaten Model voor Leercirkel Creatief Vermogen: In een leerlijn/leercirkel onderscheiden we in Why (visie, uitgangspunten) What (resultaten, eindtermen) en How (activiteitenplan, methodiek, didactische aanpak). We spreken van een cirkel om dat je bij het ontwerp van een leerlijn in elk van de drie aspecten kan insteken en omdat de drie aspecten dynamisch zijn en elkaar continu voeden. In het Why maak je een aantal keuzes die samen tot een uitgangspunt voor de praktijk op de desbetreffende scholen en in het partnerschap leiden. How is typisch het gebied van de uitvoering en kan op vele manieren gerealiseerd worden in de creatief partnerschappen. Hier is sprake van een diversiteit van disciplines, routes en accenten, voortvloeiend uit de uitgangspunten en de expertises van de partners. Het What is een overstijgend leerresultaat. We streven naar een collectieve beschrijving van beoogde leerresultaten uit alle partnerschappen. Daarin kan een onderscheid gemaakt worden in een Extra Small(XS) pakket Creatief vermogen tot een XXL pakket Creatief vermogen. Dit geheel samen vormt een raster van leerroutes waarvoor we met de denktank een eerste ontwerp hebben gemaakt (zie bijlage). Dit model vormt het uitgangspunt vanuit de denktank voor de verdere ontwikkeling van van de leercirkel Creatief vermogen. In de afgelopen periode (2013-mei 2014) heeft het Why centraal gestaan. In de komende periode staat nadere invulling van het What centraal. Een eerste ontwerp van een geconcretiseerd Creatief vermogen (resultaten en eindtermen) zal via literatuur 1en via interviews met partners in periode van mei 2014-december 2014 uitgewerkt worden.
Uitwerking Why In de afgelopen periode heeft de inventarisatie van een aantal kernelementen in de uitgangspunten: het Why centraal gestaan. We zijn de volgende kernelementen gaan onderscheiden: kindbeeld; visie op leerproces, met daarin ontwikkelings- psychologische en didactische uitgangspunten; opvatting over rol van kunst en cultuur (en de rol van de kunstenaar) in het onderwijs en beeld van de rol van de leerkracht, begeleider. Kernelementen van het Why 1. Hoe ziet de school/ partner het kind: kindbeeld Wat moeten kinderen leren op school: hoe wordt er gekeken naar wat kinderen van nature of van huis uit al meebrengen en wat is dan de taak van school, wat is de taak van een culturele instelling daarbij. Bijvoorbeeld: zijn het scheppende wezens (Veerman) die hun eigen wereld vormgeven of nieuwelingen die door de school/ begeleider worden ingewijd in nieuwe materie?
2. Hoe ziet de school/ partner het leerproces van het kind? Hoe leren kinderen dat het beste: 1. Gaat het om versterken wat kinderen al kunnen, aansluiten, uitnodigen, uitdagen of confronteren? 2. Gaat het om cognitieve* aspecten van leren: kennis en inzichten of meer om de sociaal emotionele ontwikkeling? 3. Wordt de individuele ontwikkeling centraal gesteld of de voorbereiding op het behalen van uniforme eindtermen? 4. Zijn leerprocessen planmatig stapsgewijs of bieden scholen integrale complexe situaties met accent op rolmodellen en leeromgevingen waarbinnen het kind zijn eigen weg bepaalt? 5. Ligt aan de basis van het leerproces in kunst en cultuur de fasering van een creatief proces? Welke indeling wordt daarin dan gekozen of onderscheid het leerproces zich niet van andere vakgebieden? * Volgens van Heusden is het begrip cognitie (1. Het kennen, 2. Vermogen te leren) ook gekoppeld aan het creatief vermogen, hoe gaan we in het kader van gelijk begrippenkader hiermee om?
3. Hoe ziet de school/partner de rol van cultuureducatie: Er spelen type legitimaties voor kunsteducatie te weten: 1. Leren via cultuureducatie sluit aan op verschillende talenten en leerstijlen van kinderen en draagt daardoor bij aan het leervermogen van kinderen (diversiteit van leren). 2. Kunst en cultuur vormen een spiegel waarmee je reflecteert op jezelf en je omgeving. Alle onderwijs is in principe onderwijs in cultuur. Kunst en cultuuronderwijs versterkt reflectief vermogen: metacognitie. Dat is een essentiële vaardigheid voor de hedendaagse mens: cultureel (zelf)bewustzijn. 3. Kunst en cultuur geven kinderen handvatten om hun eigen identiteit vorm te geven en dragen zo bij aan de maatschappelijke voorbereiding van kinderen: ondersteuning bij het vormgeven van de eigen identiteit. 4. Door je ervaringen met kunst en cultuur leert het kind zelf betekenissen toe te kennen aan ervaringen: creatief vermogen – betekenisgeving en eigen leerproces sturen. 5. Kunst- en cultuureducatie zijn dé manier om 21th century skills te verwerven, kinderen van de toekomst kunnen niet zonder creativiteit: creativiteitsontwikkeling gaat hand in hand met vermogen tot innovatie en draagt zodoende bij aan de kenniseconomie.* 6. Kunst en cultuur is een zelfstandig maatschappelijk domein waarop elk kind een minimale introductie hoort te krijgen.
Deze legitimeringen van kunst en cultuur sluiten elkaar niet uit en lopen in elkaar over en zijn daardoor op een lijn te plaatsen. Aan de linkerkant staat kunst en cultuur onderwijs vooral in dienst van het leren in het algemeen. Die kant van de schaal noemen wij instrumenteel gebruik van kunst en cultuuronderwijs. Aan rechterkant staat kunst en cultuuronderwijs in een enge zin centraal: kunst en cultuur als domein waarin esthetische en symbolische vormgeving van denkbeelden en werkelijkheid de essentie vormt. (Verstraete, 2 G,. 2002:9) Kunst en cultuur wordt daar als zelfstandig domein voor leren geïdentificeerd In schema:
Voortvloeiend uit de type legitimering wordt ook de relatie met andere vakken duidelijk.
4. Hoe ziet de school/ partner de rol van de kunstenaar/ leerkracht? Deze vraag sluit weer aan op de visie op het leerproces in punt 2. In de partnerschappen zagen we twee belangrijke verschillen in aanpak. Schematisch kun je deze twee extremen waarnemen. Aan de ene kant staat een planmatige aanpak met het stapsgewijs opbouwen van kunst en cultuurvaardigheden en opdrachten: de leerkracht/ kunstenaar is hier coach, geeft instructies en opdrachten. Aan de andere kant staat de de kunstenaar centraal die vanuit een integraal complex proces, kinderen mee laat denken en doen. Daarbinnen is de kunstenaar een rolmodel die deelnemers deelgenoot maakt van zijn proces. Het creatieve proces van de kunstenaar vormt het uitgangspunt voor het onderwijs. Kern van de leeromgeving die met de kunstenaar geboden wordt is dat het juist een hele andere aanpak is dan de dagelijkse.
2 Baetens, J,. Verstraete, G,. (ed.) Inleiding, in Cultuur studies of cultuur in conflict. Van Tilt Nijmegen, 2002 zie ook: http://www.dbnl.org/tekst/_tij003200201_01/_tij003200201_01_0035.php
Als je meer over die verschillen wilt weten, kun je de interviews van Salome Nobel en Alice Ehrens met diverse partners uit Creatief vermogen lezen (verwijzing opnemen naar interviews). Daarin wordt duidelijk dat de realiteit meestal genuanceerder ligt.
NB. SLO onderscheidt voor het ‘hoe’ de volgende aspecten: leerdoelen, leerinhoud, leeractiviteiten, docentrollen, groeperingsvormen, leeromgeving, tijd en toetsing. Deze aspecten staan met elkaar in verband via een curriculair spinnenweb (Van den Akker 2003).
Vooruitblik Deze kernelementen worden door KOPA door vertaald naar een spel waarmee een culturele instelling en een school kapstokken krijgt om de centrale doelen van het kunst en cultuur onderwijs voor hun school aan te scherpen. Op basis daarvan en de nadere uitwerking van het What dat centraal staat in het komend half jaar kunnen er keuzes gemaakt worden over het inrichten van het How. Tenslotte in de bijlage het overzicht van de leercirkel Creatief Vermogen zoals denktank 2013-2014 deze ziet. Groet namens de denktank, Nelly van der Geest. Mei 2014