HANDBOEK
2014 Handboek Audio / 2014
AUDIO
Inhoud
5.2
Financiering OCW, Ster Gegarandeerd budget / glijdende schaal / budget programmaversterking / bewaking garantiebudget
1
2.
Stroomschema’s 1.1
Operationeel proces
1.2
Cyclisch proces budget
1.3
Programmaproces
1.4
(Overleg)organen
CR
Eigen bijdragen omroepen (Overgedragen) Reserve Media Aanbod (RMA) Procedure 2.42 aanvraag overgedragen RMA Programmagebonden bijdragen Sponsoring
Op het snijvlak van programmering en programma-inhoud
Voorfinanciering
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden directeur DA en zendermanagers 3.
Relevante technische begrippen
4.
Operationeel Proces
5.
5.3 6. CR
Realisaties en betalingen CR
Overleg 6.1
Organisatiewijze overleg omroepen— NPO
6.2
Audio-overleg
4.1
Kaderbrief
6.
Zenderredactie
4.2
Audio-MJB
6.4
Bilateraal overleg
4.3
Audiojaarplannen
6.5
Zenderoverstijgend overleg
4.4
Eén uitzendlocatie per zender Radio 1—6
6.6
(Zenderoverstijgende) projectgroepen
4.5
Toekenningsvoorwaarden online activiteiten
6.7
Platformoverstijgend overleg
4.6
Intekenproces
4.7
Toekenningsbesluit (ZTIB)
4.8
APA’s (aanvullende programmatische afspraken)
4.9
Evaluatie programmering
Financiering / Budgettering 5.1
Kosten Organisatiekosten Kosten vanuit GoS
Overige kostensoorten Handboek Audio / 2014
Bestuurdersoverleg (BO) College van Omroepen (CvO) Digitaal Domein Overleg (DDO) CR
7
CR
Programmawijzigingen / Bezwaarprocedures Bijlagen
1.
Informatievoorziening vanuit NPO/DA aan omroepen
2.
Bezwaarprocedure CCC-codering
2
0. Inleiding Voor u ligt het Handboek Audio. Dit maakt onderdeel uit van het geheel van
Zo wordt bijvoorbeeld gesproken over omroep, waar de Mediawet spreekt
het Handboek, bestaande uit drie delen: Algemeen, Audio en Video. Dit is
van een landelijke publieke media-instelling.
een praktische procesbeschrijving. Het Handboek Audio bevat dus een pro-
Voor zover de inhoud van dit handboek afwijkt, dan wel anders geïnterpre-
cesbeschrijving van de coördinatie en ordening van het media-aanbod van
teerd zou kunnen worden dan hetgeen erover bij of krachtens de wet en of
de landelijke publieke mediadienst op het gebied van Audio, en relevante
regelgeving vastligt, prevaleren deze laatste vanzelfsprekend. De inhoud van
aanpalende informatie.
dit handboek is in alle gevallen daaraan ondergeschikt.
Het Handboek Audio is bedoeld voor het interne proces op het gebied van Audio. Het betreft een herziening van het eerdere handboek Audio. De belangrijkste wijzigingen betreffen:
paragraaf 4.4 (Eén uitzendlocatie per zender Radio 1-6) toegevoegd
Paragraaf 4.5 (Toekenningsvoorwaarden online-activiteiten herzien)
Het handboek is, voor zover van toepassing verklaard, een bijlage bij het Coördinatiereglement. De onderdelen die een bijlage zijn bij het Coördinatiereglement zijn voorzien van het kenmerk: CR
Voor dit handboek is toegankelijkheid en leesbaarheid als uitgangspunt genomen. Dat heeft tot gevolg dat formele, juridische typeringen waar mogelijk zijn vermeden.
Handboek Audio / 2014
3
CR
1. Stroomschema’s
Handboek Audio / 2014
1.1 Operationeel proces
4
CR
1.2 Cyclisch proces budget
Handboek Audio / 2014
5
CR
1.3
Programmaproces
Bezwaren Het kan voorkomen dat een of meer omroepen onoverkomelijke bezwaren heeft tegen het voorgelegde profielschema en/of het ZTIB. Zie p. 42 voor de procedure die in dit geval gevolgd wordt.
Handboek Audio / 2014
6
CR
1.4 (Overleg)organen
Handboek Audio / 2014
7
2.
Op het snijvlak van programmering en programma-inhoud
ter uitvoering van de wettelijke taakopdracht en de specifieke bijdrage van de afzonderlijke omroepinstellingen daaraan. Op deze manier wordt de pluriformiteit in onze samenleving in het omroepbestel verankerd. Dit betekent niet dat omroepverenigingen zich alleen richten op hun eigen leden. Zij bedrijven – vanuit hun eigen identiteit – algemene omroep voor een algemeen publiek. Zo is het vastgelegd in de Mediawet en in de statuten van de omroepverenigingen. De uitdaging is de spanning die kan ontstaan in ons be-
Algemeen
stel, constructief te laten zijn en vooral productief te maken (binnen de spel-
In het operationele audioproces is het van groot belang dat er zoveel moge-
regels van de Mediawet).
lijk duidelijkheid is over ieders onderscheiden rol, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Er zijn veel partijen en daarmee een veelvoud aan culturen,
Audio
ambities, wensen, missies en doelen. En dit alles in een context van creativi-
Het operationeel proces is een gedeelde en gezamenlijke verantwoordelijk-
teit en bevlogenheid.
heid vanuit betrokkenheid. Binnen de huidige verhoudingen en bevoegdheden is DA daarin verantwoordelijk voor de zenderprofielen, de programme-
Externe pluriformiteit is een wezenskenmerk van ons publieke omroepbestel.
ring van de audiopaletten (incl. internet), de realisatie van de gezamenlijk
Omroepen vormen als partijen aan wie de verzorging van een geschakeerd
geformuleerde doelstellingen en een doelmatige inzet van het Audiobudget.
en kwalitatief hoogwaardig programmapakket is toevertrouwd – en daar
Ook moet DA ervoor zorgdragen dat de programmering beantwoordt aan de
gaat het uiteindelijk allemaal om - de basis van ons omroepbestel. De Raad
Mediawet, het Concessiebeleidsplan, de Meerjarenbegroting en de in de
van Bestuur is verantwoordelijk voor het beleid, programmering, de coördi-
Prestatieovereenkomst vastgelegde afspraken.
natie, het bevorderen van doelmatigheid, het behartigen van het gezamen-
Daarbij houdt DA ook oog voor de missies van de individuele omroepen en
lijk belang en het bevorderen van samenwerking en daaruit voortvloeiende
de publieke omroep als geheel. Dit alles uiteraard binnen de kaders van de
gezamenlijkheidsactiviteiten. Een samenhangend en herkenbaar programma
doelstellingen van de taakopdracht van de landelijke publieke omroep en de
-aanbod van de landelijke publieke omroep als geheel is noodzakelijk, wil de
budgettaire ruimte.
publieke omroep een rol van betekenis (blijven) spelen in het totale mediaaanbod. De overheid heeft gekozen voor het uitgeven van één concessie
Bij Audio speelt daarnaast het feit dat in het mediagebruik van de luis-
voor de publieke omroep als geheel. Samenwerking tussen de samenstellen-
teraars, de radiozender de kleinste eenheid is. Dit heeft gevolgen voor de
de delen is een voorwaarde, wil de publieke omroep als totaal goed preste-
manier waarop zenders, en hun bijbehorende paletten, geprogrammeerd
ren. Uitgangspunt is dat het geheel meer is dan de som der delen.
worden. Het is belangrijk dat de zenders als een geheel klinken, een herkenbare flow hebben, en ook op het gebied van activiteiten in het digitale do-
De raad van bestuur draagt dan ook de verantwoordelijkheid om een ade-
mein, evenementen en acties duidelijk herkenbaar zijn voor hun publiek.
quate verbinding te leggen tussen het totaalaanbod van de publieke omroep-
Daarom kent het operationele proces binnen Audio verschillende typen acti-
Handboek Audio / 2014
8
viteiten die vanuit de gezamenlijkheid ondernomen worden. Voorbeelden zijn muzieksamenstelling, gezamenlijke inkoop en coördinatie en ondersteuning van productie, bijvoorbeeld bij zenderbrede evenementen. Een belangrijk aspect hierbij is het bevorderen van een doelmatige inzet van middelen: inkoop van faciliteiten, bijvoorbeeld, vanuit de gezamenlijkheid is doelmatiger dan wanneer alle afzonderlijke omroepinstellingen een deel zelfstandig inkopen. Ook hier geldt dat goed samenspel tussen omroepen en de directie Audio essentieel is voor het slagen van deze activiteiten—en daarmee voor het (blijven) bereiken en verrijken van het publiek met publiek media-aanbod. De omroepen zijn verantwoordelijk voor vorm en inhoud van hun mediaaanbod. Het programmeringsproces en deze inhoud van media-aanbod van omroepen kunnen echter niet los van elkaar worden gezien. De zendermanager moet immers zorgdragen voor heldere en herkenbare zenderprofielen en dus sturen op factoren die bepalend zijn voor de aansluiting van het mediaaanbod op het zenderprofiel. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om sfeer, presentatie, tone of voice en uitstraling. Ook de eerder genoemde gezamenlijkheidsactiviteiten spelen hierbij een rol. Het sturen op doelstellingen door de zendermanager kan de programmatische keuzes van omroepen beïnvloeden. Zeker bij Audio omdat daar dit soort activiteiten van essentieel belang zijn voor de profielen. Enerzijds neemt de zendermanager dus beslissingen die gevolgen (kunnen) hebben de inhoud van media-aanbod, anderzijds zijn de omroepen betrokken bij het programmeringsproces (formuleren beleid, afstemming profielschema’s, etc.). Vanuit de gedachte van het werken met audiopaletten geldt deze redenering zowel voor radioprogramma’s als voor audioactiviteiten op internet. Het komt dus aan op een goed samenspel tussen de zendermanager en de omroepen met wederzijds respect voor ieders rol en bevoegdheid.
Handboek Audio / 2014
9
CR
De Directie Audio (DA) van de NPO is verantwoordelijk voor de programmering, positionering en budgettering van de publieke hoofdradiozenders Radio 1, Radio 2, 3FM, Radio 4, Radio 5, Radio 6 en FunX en de audiopaletten waar deze zenders deel vanuit maken.
Daartoe hebben de directeur DA en de zendermanagers, namens de RvB, een aantal taken en bevoegdheden waarbij zij verantwoordelijk zijn voor: 1 2
3
4
5
A. Opstellen, positioneren en bewaken zenderprofielen (in geval van wijziging zenderprofielen: Raad van Bestuur stelt vast nadat het CvO om een mening is gevraagd) B. De audiopaletten (doelstellingen, criteria, etc.) Het zowel per audio-
formuleren van doelstellingen en ambities;
palet als zenderover-
de realisatie van deze doelstellingen toetsen en evalueren en indien nodig hierop bijsturen;
stijgend:
ontwikkelen programmastrategie;
de realisatie van deze programmastrategie toetsen en evalueren en indien nodig hierop bijsturen;
initiëren en realiseren van projecten;
maken van werkafspraken over de uitwerking van de geplaatste internetactiviteiten in de praktijk
ontwikkelen en uitvoeren van het marketing- en promotiebeleid en branding
bewaken van de continuïteit op de zenders (o.a. audiovormgeving)
bewaken van de samenhang en coördinatie op en tussen de zenders en de naleving van de daarvoor omroepbreed gemaakte afspraken;
(Jaarlijks) opstellen
het Audiomeerjarenbeleidsplan (AudioMJB);
van
de Audiojaarplannen;
de Audiobegroting per zender (inclusief gezamenlijkheidskosten en toelichting op de onderliggende activiteiten);
de Aanvullende Programmatische Afspraken per omroep (indien van toepassing);
de Toekenningsbesluiten (ZTIB) ter vaststelling door de Raad van Bestuur.
Beheer, bewaking en
de voor Audio beschikbare financiële middelen (directeur DA);
verantwoording van
het binnen de Audiobegroting aan elk audiopalet beschikbaar gesteld budget (zendermanagers);
stand van zaken aandeel garantiebudget Audio.
programma’s te plaatsen/af te wijzen en op basis hiervan budget toe te kennen;
internetactiviteiten vast te stellen en budget toe te kennen (portals, webkanalen, etalage, plussites, pips, activiteiten waarop ingetekend van-
Bevoegd
uit posten vacant)
programma/internetbudgetten vast te stellen en toe te kennen;
een programma (of internetactiviteit) te verplaatsen dan wel uit het schema te halen als dit de doelstellingen van het slot waarin het is geplaatst niet realiseert, de eventueel specifiek voor dit programma geformuleerde doelstellingen niet realiseert dan wel niet (voldoende) bijdraagt aan de gezamenlijk afgesproken doelstellingen;
Handboek Audio / 2014
van omroepen inlichtingen te verlangen voor zover dat voor de uitoefening van taak en bevoegdheden redelijkerwijs nodig wordt geacht;
de programmering aan te passen bij calamiteiten en indien noodzakelijk programma’s daarbij uit het schema te halen.
10
Vervolg taken en bevoegdheden directeur DA en zendermanagers 6
Zorgdragen
scheppen van randvoorwaarden voor het realiseren van de publieke media-opdracht op het gebied van Audio
voor een juiste balans, afstemming en coördinatie op en tussen de aanbodkanalen (waaronder crosspromotie en navigatie);
voor een optimale communicatie met en informatievoorziening aan de omroepen over programmering van de audiopaletten, budgettering en daaraan gerelateerde activiteiten, zowel waar het de omroepen individueel betreft als omroepbreed;
voor een evenwichtige verdeling van de uren tussen 06u00-01u00;
dat elke omroep jaarlijks minimaal het garantiebudget en de gegarandeerde uren krijgt toegekend;
dat de programmering beantwoordt aan de Mediawet, het Concessiebeleidsplan, de Meerjarenbegroting en de in de Prestatieovereenkomst vastgelegde afspraken;
dat de missie van omroepen en de publieke omroep als geheel voldoende tot hun recht komen;
dat omroepen aangesloten zijn op de ontwikkeling van programmastrategie en de samenstelling van de profielchema’s;
dat met omroepen gemaakte (programmatische/financiële) afspraken worden vastgelegd, gecommuniceerd en nageleefd;
voor de vastlegging van de ontwikkeling van nieuwe formats/programma’s de kenmerken en criteria waaraan het programma moet voldoen.
voor de uitvoering van gezamenlijkheidsactiviteiten en het inzichtelijk hiervan maken in jaarplannen;
voor het inrichten, in stand houden, beheren en exploiteren en regelen van het gebruik van organen, diensten en faciliteiten, waaronder studio’s en distributie-infrastructuren, die nodig zijn voor een goede uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau
7
Ontwikkelen en bouwen
voor onderhoud van bestuurlijke contacten binnen en buiten de NPO
profielschema’s voor de audiopaletten, begrotingen, titelschema’s en bewaken dat de gerealiseerde programmering en activiteiten van de
van 8
Beoordelen van
audiopaletten de voor de audiopaletten geformuleerde doelstellingen realiseren
programmavoorstellen/-formats/pilots met het oog op de bewaking van de zenderprofielen en de daarbij behorende opbouw en compositie van de programmering en de realisatie van de geformuleerde audiopaletdoelstellingen.
9
Stimuleren van
programma’s en activiteiten in het digitale domein die bijdragen aan (de versterking van) de zenderprofielen en de versterking van de uitvoering van de wettelijke taakopdracht.
10
11
technologische ontwikkelingen en het benutten hiervan binnen de wettelijke kaders
crosspromotie binnen en tussen paletten en heldere navigatie tussen paletten (voor zover betrekking hebbend op Audio)
Eindverantwoordelijk
de voortgang, de kwaliteit en de transparantie van het operationele proces;
voor
Uitputting beschikbare OCW-middelen en de verantwoording daarover.
Voorzitten van
het Audio-overleg (directeur DA);
de zenderredacties (zendermanagers);
(zenderoverstijgende) project-/werkgroepen (indien van toepassing)
Handboek Audio / 2014
11
3. Relevante technische begrippen CPR:de Centrale Playout Radio draagt zorg voor de playout van niet-live ra-
Radioman: het centrale radio play-out systeem. Hieruit worden opgenomen
dioprogramma’s van alle radiozenders. Verzorgt verder de coördinatie en
programma’s, STER en bij niet live uitzendingen ook nieuws en vormgeving
monitoring van de playout uit alle radiostudio’s.
rond het hele uur uitgezonden. Omroepen kunnen hierin hun opgenomen programma’s uploaden.
Dalet: het muziek play-out systeem dat in de studio’s gebruikt wordt voor het uitspelen van muziek in live uitzendingen.
Radiomanager / Radiobox: gezamenlijke online productietool en database. Radiomanager richt zich op informatie over programma’s en de inhoud
Distributie: het verspreiden van de radiosignalen over verschillende techni-
ervan. Het vormt het digitale hart van het online productieproces, waarbij
sche infrastructuren, zoals AM, FM, kabel, digitale kabel (DVB-C), Digitale
draaiboeken digitaal kunnen worden beheerd en vervolgens de nonlineaire
ether (DVB-T), Satelliet (DVB-S), DAB/DAB+, Internet
content kan worden gepubliceerd via alle online diensten. Radiobox is het digitale gezamenlijke database met alle relevante audio-content. De databa-
Eindregie.net: het Dalet-uitwissel- en backup systeem voor alle Dalet-
se is publiek toegankelijk via een API (Application Programming Interface).
instanties bij omroepen en NPO in Hilversum.
Zie http://radiobox.omroep.nl
Ketenafspraken: ‘De Ketenafspraken tussen de NPO en publieke omroepen
RDS: tekst-informatie over omroepen en programma’s die aan displays die
over de werkwijze rond de radioprocessen’ zijn ondertekend door deze par-
op FM-tuners wordt getoond.
tijen en beschrijven o.m. de verantwoordelijkheden voor alle schakels in de keten, tijdspad voor aanlevering van gegevens en programmafiles en techni-
Traffic Radio: het team dat zorgt voor invulling en controle van de Uitzend-
sche normen. De afspraken borgen een betrouwbaar en efficiënt proces.
lijsten: http://www.technicolorradio.nl/uitzendlijst/;
[email protected]; 035-6773726. Meer informatie over de diensten
Musibase: het muziekbeheersysteem dat tevens gebruikt wordt om playlists
van Technicolor en Traffic Radio: http://www.technicolorradio.nl/
voor rechten- en uitzendverantwoording te genereren. Verbindingscentrum Radio: verzorgt inkomende (contributie) en interAudiologging: systeem voor het maken van opnames van radio-
studioverbindingen en doet de monitoring daarop.
uitzendingen ten behoeve van beluistering achteraf het knippen van items. Visual Radio: lineaire radio voorzien van bewegend beeld, zodat het gePowergold: muziekscheduling systeem waarmee automatisch Dalet play-
schikt is voor video-omgevingen. Het beeld sluit hierbij zo goed mogelijk aan
lists gegenereerd kunnen worden op basis van paramaters en “formats”.
bij datgene wat te horen is, zoals bijvoorbeeld studio- en locatie-opnames, en informatie over de muziek die op dat moment gedraaid wordt.
Handboek Audio / 2014
12
CR
4. Operationeel proces CR
CR
4.1 Kaderbrief
4.2 AudioMJB
Het operationeel proces bij Audio wordt gekenmerkt door een strakke pro-
Zodra de Kaderbrief is vastgesteld, wordt gestart met de samenstelling van het
grammatische cyclus (zie figuur 1.2). Deze opent jaarlijks met de Kader-
Audio Meerjarenbeleidsplan (Audio-MJB). Het Audio-MJB bevat nog geen begro-
brief, een document tussen de RvB en de directeuren Audio, Video en Distri-
ting of profielschema’s: het is een uitwerking van de ambities op hoofdlijnen
butie van de NPO.
voor het komende jaar. Om die reden wordt waar mogelijk gewerkt met een beknopt document: de uiteindelijke uitwerking in meer detail volgt in de jaar-
In de Kaderbrief geeft de Raad van Bestuur de financiële en inhoudelijke
plannen van de afzonderlijke paletten.
kaders aan de directies Audio, Video en Distributie aan voor het daaropvolgende jaar (bijvoorbeeld: de Kaderbrief 2014 verschijnt eind januari 2013).
Het Audio-MJB omvat in ieder geval een terugblik en de doelen en ambities
Binnen deze kaders kunnen de directies Audio en Video en Distributie en
voor het komende jaar.
Uitzending hun plannen maken. De Kaderbrief wordt opgesteld langs de lijnen van het Concessiebeleidsplan en kan zowel zender– of paletspecifieke kaders als zender– of paletoverstijgende kaders bevatten. De Raad van Bestuur stelt de Kaderbrief eind januari vast.
T
erugblik Hierin wordt aangegeven hoe en in welke mate de voor het voorgaande
jaar geformuleerde doelstellingen en ambities zijn gerealiseerd. Deze terugblik is opgebouwd langs de lijnen van het Concessiebeleidsplan. Tevens wordt teruggekeken op bijzondere, spraakmakende en anderszins vermeldenswaardige programmatische wetenswaardigheden. Daarnaast vindt verantwoording plaats over de realisatie van de budgetten.
Handboek Audio / 2014
13
D
oelstellingen/ambities Deze paragraaf bevat een toelichting op de doelstellingen/ambities
voor de volgende jaren (met een accent op het eerste jaar). Hierin wordt de relatie met de doelstellingen en ambities uit het CBP geformuleerd, wordt aangegeven welke prioriteit krijgen en hoe deze gerealiseerd zullen worden. Dit gebeurt langs de lijnen van het Concessiebeleidsplan. Ook aan marketing en de financiën worden hoofdstukken gewijd.
Frequentie Actie
Voorbereidingen en opstellen Audio-MJB
Bespreking concept AudioMJB in RvB
Bespreking AudioMJB in Audio-overleg
Vaststelling Audio-MJB
Handboek Audio / 2014
Jaarlijks
T+1
Wie
Wanneer
DA
Januari/ februari
DA, RvB
februari
DA, omroepen
februari/maart
RvB
maart
14
CR
4.3 Audiojaarplannen
delijke kaders uit de Kaderbrief worden gerealiseerd, en of hiermee de afspraken en ambities in het CBP en de Prestatieovereenkomst worden gerealiseerd. De doelstellingen worden zoveel mogelijk concreet en meetbaar geformuleerd.
De Jaarplannen zijn een operationele uitwerking op zenderniveau van het Audio-MJB, voorzien van een begroting. Ook hier geldt dat de scope breder is dan alleen de radiozender: de jaarplannen strekken zich uit tot het gehele palet in kwestie. Voor ieder audiopalet wordt ieder jaar een afzonderlijk jaarplan opgesteld. Op basis van het indicatieve budget voor Audio uit de Kaderbrief geeft de directeur Audio indicatieve budgetten per palet aan de zendermanagers mee. Hiermee gaan de zendermanagers hun profielschema’s, paletschema’s en bijbehorende begrotingen bouwen. De in de kaderbrief meegegeven inhoudelijke kaders zijn hierbij richtinggevend. Ook de daarnaast door elke zender geformuleerde ambities en doelstellingen komen in de profiel– en paletschema’s inhoudelijk tot hun recht. In deze fase vindt regelmatig overleg plaats tussen DA en omroepen, zowel bilateraal als in zenderredacties.
I
4. Paletschema’s De paletschema’s per zender bestaan uit een overzicht van alle slots op de betreffende zender, voorzien van een omschrijving van deze slots. Hierin worden richtsnoeren voor de invulling van het slot opgenomen (bv. verhouding muziek/gesproken woord; tone of voice; doelgroep, sfeer). Indien er bij een slot sprake is van een structurele uitzondering op de aangewezen vaste uitzendlocatie (zie paragraaf 4.4), dan wordt dit in de omschrijving van het betreffende slot aangegeven. Ook het budget dat voor ieder slot beschikbaar is (referentiebedrag), wordt aangegeven. Verder wordt per slot aangegeven of er ruimte is voor activiteiten in het digitale domein (bv. plussite). Indien dit het geval is, wordt aangegeven wat de doelen voor deze activiteiten zijn, en welk budget hiervoor beschikbaar is. Op basis van deze omschrijvingen tekenen omroepen in op slots. KLO kan de profielschema’s en paletschema’s doorrekenen om te beoorde-
nhoudsopgave De jaarplannen bevatten in ieder geval de volgende onderwerpen:
len in welke mate de lta– en bereiksdoelstellingen hiermee gerealiseerd kunnen worden. KLO kan hiervoor ook een prognose afgeven.
1. Profiel palet Omschrijving van het profiel van het palet, gebaseerd op het CBP.
5. Referentiebegroting
2. Terugblik op afgelopen jaar en doelen vorige jaarplan
Op basis van het indicatieve budget Audio (Kaderbrief) en het MJB-Audio
In ieder geval terugblik op alle doelen in het vorige jaarplan, indien gewenst
wordt een referentiebegroting opgesteld. De intekening gebeurt op basis
voorzien van een aanvullende terugblik op het afgelopen jaar.
van deze begroting. Na afronding van de intekening wordt de definitieve
3. Doelstellingen voor het komende jaar
begroting ter vaststelling aan de RvB voorgelegd en verzonden aan de om-
Langs de lijnen van het CBP en aansluitend bij de realisatie van de doelen in
roepen. In de referentiebegroting is per tijdsslot een referentiebedrag opge-
het afgelopen jaar. Hierbij wordt toegelicht hoe en in welke mate de inhou-
nomen.
Handboek Audio / 2014
15
In de referentiebegroting wordt rekening gehouden met de volgende be-
A. Totaalbegroting
schikbare middelen:
Deze begroting bevat in ieder geval de volgende onderdelen:
OCW-budget Referentiebedragen Bijdrage RvB (= Overige Wettelijke Bijdragen) Referentiebedragen Programmagebonden zijn een onmisbaar Eigen Bijdragen instrument om: * het schema zo in te vullen dat de gestelde doelstellingen zo goed mogelijk worden Niet-programmagebonden Eigen Bijdragen gerealiseerd; Inzet Overgedragen Reserve Media-Aanbod * een doelmatige inzet van middelen te bevorderen
Kosten per zender
Online
Gezamenlijkheidskosten
Deze begroting betreft dus zowel radio als radiogerelateerd internet. B. Begroting per zender
* een sluitende zenderbegroting op te stellen;
De begroting per zender bevat in ieder geval de volgende onderdelen:
* de gewenste flexibiliteit in het schema in te bouwen.
Slotbedragen
Vacanten
Onvoorzien
Kosten voor gezamenlijkheidsactiviteiten.
Referentiebedragen geven een duidelijke richting aan wat programma’s binnen het gegeven zenderbudget mogen en moeten kosten. DA kan in het intekenproces besluiten van de referentiebedragen af te wijken. Dit op voorwaarde van onderbouwing door de omroep, en op voorwaarde dat elders binnen het schema compensatie plaatsvindt en zonder dat dit leidt tot erodering van doelstellingen van slots en schema’s. In de praktijk vindt dit afwijken van de referentiebedragen in beperkte mate plaats.
Onder gezamenlijkheidsactiviteiten worden verstaan:
Productie en coördinatie
Internetredactie
Muzieksamenstelling
Het indicatieve OCW-budget wordt vastgesteld in de kaderbrief. Daarnaast
Evenementen (waaronder themaweken)
wordt in de referentiebegroting rekening gehouden met overige beschikbare
Vormgeving
middelen. De Eigen Bijdragen (EB) zijn vooralsnog op basis van historische
Marketing en promotie
gegevens. Bij het intekenproces zal duidelijk worden wat de werkelijke inzet
Onderzoek (zenderspecifiek)
is van de EB. Bij de referentiebegroting is tevens een prognose van de OR-
Opleiding presentatoren
MA bekend. Zowel Video als Audio zetten deze ORMA in op de programmering voor het lopende jaar. Het deel dat niet (meer) ingezet kan worden in
Deze activiteiten zijn medebepalend voor de uitstraling, flow en eenheid
het lopende jaar, wordt meegenomen in de referentiebegroting van het jaar
van de zender en de rest van het palet. Vanwege zijn taken waar het gaat
daarna.
om de coördinatie, het behartigen van het gezamenlijk belang en het bevorderen van doelmatigheid, heeft de NPO een coördinerende rol op dit
De referentiebegroting bestaat uit een totaalbegroting en een begroting per
gebied. In de jaarplannen wordt aangegeven worden wat de belangrijkste
zender:
ambities en afspraken zijn voor deze activiteiten.
Handboek Audio / 2014
16
Frequentie Actie
Voorbereidingen en opstellen jaarplannen
Prognose
Bespreking concept Audiojaarplannen
Bespreking Audiojaarplannen in zenderredacties Bespreking Audiojaarplannen in Audiooverleg Vaststelling Audio-MJB
Handboek Audio / 2014
Jaarlijks
T+1
Wie
Wanneer
DA
april
KLO
april/mei
DA, RvB
april/mei
DA, omroepen
april/mei
DA, omroepen
mei
RvB
Mei
17
CR
De uitzendingen van de volgende radiozenders van de landelijke publieke
4.4 Eén uitzendlocatie per zender De Raad van Bestuur van de NPO heeft in 2004 voor elke radiozender één
mediadienst worden vanuit de hierna volgende locaties geproduceerd, tenzij er sprake is van bijzonderheden waardoor uitzending vanaf locatie plaatsvindt en dit expliciet vooraf door de zendermanager van de betreffende radiozender is toegestaan. Radio 1:
NOS-gebouw, Videocentrum, Journaalplein 1 Hilversum
Radio 2:
AKN-gebouw, studioruimte, ’s-Gravelandseweg 80 Hilversum
tot nu toe niet opgenomen in regelingen of in de omschrijving van het ope-
3FM:
NPO-gebouw, Peperbus, Bart de Graaffweg 2 Hilversum
rationele proces bij Audio. Alleen voor 3FM bestond een bindende regeling
Radio 4:
NTR-gebouw, Sumatralaan 45 Hilversum
die de vaste uitzendlocatie aanwees (vastgesteld op 25 april 2000 en inge-
Radio 5:
AKN-gebouw, studioruimte, ’s-Gravelandseweg 80 Hilversum
trokken op 1 april 2014).
Radio 6:
NPO-gebouw, Peperbus, Bart de Graaffweg 2 Hilversum
vaste uitzendlocatie aangewezen. Op deze manier heeft de NPO een besparing gerealiseerd van € 1,7 mln op de kosten van radiostudio’s. Dit besluit is
De NPO wil de behaalde financiële voordelen bestuurlijk borgen en zo voorkomen dat er negatieve financiële effecten ontstaan door het mogelijk inrichten van meerdere uitzendlocaties per zender. Daarnaast draagt het aan-
A.
Procesverloop bij structurele uitzonderingen
Onder structurele uitzonderingen op de vaste uitzendlocatie per zender
wijzen van een vaste uitzendlocatie bij aan de uitvoering van andere media-
verstaan wij gevallen waarin voor alle uitzendingen van een programma de
wettelijke taken van de NPO, bijvoorbeeld op het gebied van distributie, stu-
productiefunctie vanaf een andere locatie dan hiervoor bepaald wordt ver-
diobeheer, coördinatie op de aanbodkanalen en het bevorderen van samen-
vuld.
werking tussen omroepen. Zo draagt één uitzendlocatie bij aan de samen-
De werkwijze is hierbij als volgt:
werking en de synergie tussen de verschillende medewerkers van de zender, wat weer bijdraagt aan de helderheid van de zenderprofielen.
gelijk is, neemt de zendermanager dit op in de slotomschrijving van
Hiertoe wijst de Raad van Bestuur in de omschrijving van het operationele
het betreffende slot in het conceptprofielschema.
proces bij Audio in dit Handboek Audio voor elk van de zenders Radio 1—6 één vaste uitzendlocatie aan. Ook is hieronder de manier waarop de NPO omgaat met structurele en incidentele uitzonderingen weergegeven. Aanwijzen één vaste uitzendlocatie voor elk van de radiozenders Ra-
Indien een structurele uitzondering bij een bepaald programma mo-
De omroepen kunnen in de zenderredactie en vervolgens ook in het Audio-overleg hun mening geven over de profielschema’s (zie Hoofdstuk 5 van dit Handboek Audio).
dio 1—6 De Raad van Bestuur wijst hierbij voor elk van de volgende radiozenders de een vaste uitzendlocatie aan.
Handboek Audio / 2014
18
Indien een omroep zich niet kan verenigingen met het voorgenomen
B.
Incidentele uitzondering bij uitzending van een zenderbreed
ZTIB, kan hij zijn bedenkingen uiten. De omroep wordt vervolgens
evenement (bv. Top2000, Serious Request, Klassiek in de
door de RvB gehoord. Tegen het definitieve ZTIB staat de mogelijk-
Stad, Zwarte Lijst)
heid van bezwaar en beroep open (zie hoofdstuk 7 van dit Handboek
Werkwijze:
Audio).
In de zenderredactie wordt het voorstel om gedurende een zender-
Dit betekent dat structurele uitzonderingen op de aangewezen uitzendlocatie
breed evenement vanaf een andere locatie de productiefunctie te
alleen mogelijk zijn bij programma’s waarbij in het profielschema een alter-
verzorgen, besproken. De zendermanager neemt hierover de uitein-
natieve uitzendlocatie is opgenomen.
delijke beslissing.
B. Procesverloop bij incidentele uitzonderingen Onder incidentele uitzonderingen verstaan wij gevallen waarin voor een incidentele uitzending van een programma de productiefunctie vanaf een andere locatie dan hiervoor bepaald wordt vervuld. Hierbij zijn twee opties mogelijk: A.
Incidentele uitzondering bij een uitzending van een regulier programma
Werkwijze:
Indien een omroep incidenteel een uitzending vanaf een andere locatie wil verzorgen —bijvoorbeeld vanwege bijzondere omstandighedenbespreekt hij dit met de betreffende zendermanager.
De zendermanager laat de omroep voorafgaand aan de uitzending weten of hij akkoord is met de incidentele uitzondering. Zonder expliciete toestemming van de zendermanager vooraf, zijn incidentele uitzonderingen niet mogelijk.
Handboek Audio / 2014
19
CR
dermanager.
4.5 Toekenningsvoorwaarden online-activiteiten
3. De NPO-organisatie verzorgt en is verantwoordelijk voor de verspreiding van het media-aanbod. Media-aanbod wordt alleen beschikbaar gemaakt op npo.nl, de betreffende zender- en nettensites (waaronder die van live-
De Raad van Bestuur heeft deze toekenningsvoorwaarden vastgesteld op dinsdag 1 april 2014. Hiermee komen de op 19 maart 2013 vastgestelde toekenningsvoorwaarden te vervallen. 1. Een omroepinstelling (hierna: omroep) vervaardigt alleen media-aanbod als hier een toekenningsbesluit van de Raad van Bestuur aan ten grondslag ligt, waarin is vastgesteld welk media-aanbod, op welke aanbodkanalen, voor welke periode beschikbaar is. De beoordeling van de intekening gebeurt op basis van de jaarplannen van de directies Audio en Video.
themakanalen) en bijbehorende apps. Verspreiding van volledige programma’s onder de hoofdtaak (niet zijnde een nevenactiviteit) via platforms van derden geschiedt alleen binnen aanbodkanalen van de publieke omroep, waarbij de Raad van Bestuur een overeenkomst heeft gesloten met het betreffende platform conform de Beleidsnotitie Platformselectie. a. Media-aanbod dat geen livestreams bevat kan daarnaast via andere websites en apps beschikbaar worden gemaakt indien dit is vastgesteld bij het toekenningsbesluit, waarbij gebruik moet worden gemaakt van de gezamenlijke players beheerd door de de NPO-organisatie. b. Voor livestreams is het mogelijk een hyperlink te plaatsen die één van de
2. Een omroep stelt alle media-aanbod beschikbaar voor mogelijke verspreiding via alle aanbodkanalen, waarbij audiovisueel media-aanbod wordt voorzien van actueel fotomateriaal en juiste omschrijvingen inclusief relevante leeftijds- en kijkwijzerindicaties. Zie in dit kader ook de Bindende Regeling Beschikbaarstelling media-aanbod VOD. a. Bij toekenning op basis van de intekening bij NPO Video geldt dat al het audiovisuele materiaal wordt ingevoerd in POMS. b. Bij toekenning op basis van de intekening bij NPO Audio geldt dat gebruik gemaakt wordt van Radiomanager voor de verwerking van het mediaaanbod.
door de NPO beheerde gezamenlijke players of playerpagina’s opent in een nieuw (popup)-venster. Er mogen uitdrukkelijk geen livestreams geëmbed worden. Bij apps is het mogelijk een link te plaatsen die de stream opent in de app van npo.nl of die van de relevante radiozender. c. De Raad van Bestuur kan bij toekenningen voor 2015 bij wijze van overgangsjaar in zeer uitzonderlijke gevallen in het toekenningsbesluit voorwaarde 3a toch van toepassing laten zijn op video-livestreams die niet worden verspreid via één van de lineaire televisiekanalen. d. Media-aanbod dat binnen de voorwaarden van de Beleidsnotitie Platformselectie mag worden aangeboden als media-aanbod met promotioneel doel is niet gebonden aan voorwaarden 3, 3a en 3b.
c. Uitzonderingen op voorwaarde 2, 2a en 2b zijn alleen mogelijk op basis van voorafgaande schriftelijke afspraken met de betreffende net- of zen-
Handboek Audio / 2014
20
4.
Een omroep voorziet media-aanbod van de juiste tellers, conform de richtlijnen die de NPO-organisatie aan omroepen beschikbaar stelt.
5.
Sites en apps die worden beheerd door een omroep bevatten de door de NPO-organisatie geleverde centrale navigatie.
Indien bestaande sites op het moment van intekenen nog niet handelen conform deze afspraken, en bij de intekening niet expliciet wordt aangegeven hoe deze afspraken alsnog zullen worden nagekomen, wordt verondersteld dat er geen voornemen is om te handelen conform deze afspraken, en kan er dus geen sprake zijn van een toekenning door de NPO. Voor nieuwe sites geldt dat zij vanzelfsprekend moeten voldoen aan deze toekenningsvoorwaarden.
Handboek Audio / 2014
21
CR
4.6 Intekenproces Als de Audiojaarplannen door de RvB zijn vastgesteld, gaat het intekenproces van start. Ten behoeve van de intekening ontvangen omroepen het intekenformulier, een toelichting hierop en indien relevant, nadere informatie of afspraken. Samen vormen deze het briefingdossier. Intekenformulier Op basis van de paletschema’s per palet tekenen omroepen in met het programmapakket dat zij het volgende jaar zouden willen realiseren (dus: op zowel radio als met betrekking tot de verschillende internetactiviteiten). Op het intekenformulier tekenen omroepen op titelniveau in op radioslots en eventueel bijbehorende internetactiviteiten (bv. pluswebsite. Ook voor bijvoorbeeld internetredactie, webkanalen en alle andere activiteiten dient te worden ingetekend. Het intekenformulier bevat in ieder geval de volgende categorieën: Afkomstig uit het schema:
Tijdslot
Referentiebudget
Doelstelling (lta en online maandbereik indien van toepassing)
Omschrijving
Omroepen moeten in ieder geval de volgende velden volledig invullen voor een geldige intekening:
Titel
Presentator(en) en vervanging
Inhoudelijke uitwerking
Programmagebonden Eigen Bijdragen (bv. Mediafonds, CoBO, derden) Handboek Audio / 2014
Niet-programmagebonden Eigen Bijdrage (nettoresultaat verenigings– en/of nevenactiviteiten)
Inzet Overgedragen Reserve Media-aanbod (ORMA)
Toelichting en nadere informatie/afspraken Om het invullen van het formulier zo gemakkelijk mogelijk te laten verlopen, bevat het briefingdossier ook een toelichting. Daarnaast kan het briefingdossier ook nadere informatie of afspraken bevatten. Bijvoorbeeld werkafspraken over de internet-activiteiten in de praktijk. DA stuurt deze informatie en afspraken aan de omroepen. Posten vacant Er bestaan verschillende soorten posten vacant, bijvoorbeeld:
redactie online: wordt in de intekening ingetekend
drama, levende muziek en nachtprogrammering
In het briefingsdossier wordt jaarlijks toegelicht hoe de toekenning voor deze posten verloopt. Intekening en overleg Als de intekening van alle omroepen binnen is wordt deze door DA in het MT geïnventariseerd en geanalyseerd. Tevens wordt berekend wat de omvang is van de EB en (O)RMA waarmee wordt ingetekend. Ook worden vergelijkingen gemaakt met het lopende jaar om vast te stellen of en in welke mate er per omroep sprake is van afwijkingen. DA biedt de omroepen vervolgens de mogelijkheid voor bilateraal overleg over het ingetekende pakket en de bevindingen van DA hierover. Het kan voorkomen dat van titels aanvullende informatie nodig is of dat titels eerst verder moeten worden ontwikkeld (dit laatste kan bijv. in de vorm van een pilot, waarvoor DA budget beschikbaar kan stellen).
22
De zendermanager:
Frequentie
Jaarlijks
T+1
Wie
Wanneer
DA
mei
houdt bij de samenstelling van het schema rekening met en doet recht aan de missies en programmatische ambities van de omroepen, mits
Actie
beantwoordend aan de doelstellingen van de zender en bijdragend aan het profiel ervan;
Verzending briefingdossier intekening
De coördinatie op en tussen de paletten vindt plaats in het MT Audio, waar mei (omroepen krijgen
de paletschema’s en titelschema’s worden afgestemd voordat ze aan de RvB ter vaststelling worden voorgelegd. De directeur Audio houdt bij de plaatsing
Intekening
Omroepen
van de programmering rekening met de wettelijke gegarandeerde uren en
ma’s en bijbehorende begrotingen kunnen rekenen. Indien een of meerdere
gelegenheid om in te tekenen)
het gegarandeerde budget per omroep. DA inventariseert op welke steun van omroepen de voorgenomen titelsche-
minimaal 2 weken de
Inventarisatie en analyse intekening
DA
eind mei
DA/omroepen
juni
RvB
juni
RvB
medio juli
DV
eind juli
omroepen zich van een positief advies wenst te onthouden zal DA de bezwaren van de betreffende omroep meenemen in de aanbieding aan de RvB.
Overleg over intekening
Vaststelling Programmering/ Voorgenomen ZTIB
Definitief ZTIB
Omroepen ontvangen tegelijk met het ZTIB de titel-/ programmaoverzichten)
Handboek Audio / 2014
23
CR
4.7
Toekenningsbesluit (ZTIB)
hiertoe naar de leden van het Audio-overleg. Indien van deze gelegenheid gebruik wordt gemaakt, zal de RvB de betreffende partij(en) horen en de ingebrachte zienswijze betrekken bij de definitieve vaststelling van het ZTIB.
In juli neemt de Raad van Bestuur het Toekenningsbesluit (ZTIB). Dit be-
Het definitieve ZTIB is een bindend besluit. Belanghebbenden die zich er niet
sluit wordt voorafgegaan door een voorgenomen ZTIB.
mee kunnen verenigen kunnen daartegen binnen zes weken na verzending
ZTIB Audio
recht indienen bij de RvB (t.a.v. de afdeling Juridische Zaken).
Het ZTIB Audio betreft zowel radio als radiogerelateerde internetactiviteiten. De RvB neemt dit besluit nadat de directeur DA de titelschema’s en de bijbehorende begroting heeft aangeboden, vergezeld van het advies van het Audio-overleg. In tegenstelling tot bij Video geldt het ZTIB voor Audio niet per seizoen, maar voor twaalf maanden. Het definitieve ZTIB wordt verzonden
een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuurs-
Herzien van ZTIB Audio Het ZTIB is een momentopname. Indien noodzakelijk kan dit besluit gedurende het jaar herzien worden. Bijvoorbeeld wanneer uit het monitoren van het behalen van de doelstellingen blijkt dat de realisatie achterblijft bij de
naar het BO en Audio-overleg en gepubliceerd op de website van de NPO.
afgesproken doelstellingen. Hierbij kan wél of geen sprake zijn van een ger-
Het vaststellen van de titelschema’s en begrotingen en het aldus indelen van
voorgelegd aan omroepen. De overzichten per omroep worden aangepast op
de uren voor het komende jaar gebeurt onder voorbehoud van de definitieve goedkeuring van de begroting door de Minister.
ziening van het profielschema. De voorgenomen wijziging wordt ter advies de wijzigingen. Deze actuele overzichten worden gecommuniceerd met de betreffende omroep(en). Bij (een herziening van) het ZTIB ontvangt de omroep een formele update van het overzicht.
DA maakt op basis van het ZTIB een overzicht per omroep, waarin de kosten en de financiering ervan per omroep op zender– en totaalniveau worden weergegeven. Voorgenomen ZTIB Audio Alvorens een definitief besluit te nemen, wordt een voorgenomen besluit kenbaar gemaakt en worden de betrokken media-instellingen en eventueel overige belanghebbenden die mogelijk bedenkingen hebben tegen het voorgenomen besluit in de gelegenheid gesteld hun zienswijze(n) naar voren te
BINDENDE REGELINGEN De Raad van Bestuur heeft de afgelopen jaren verschillende bindende regelingen vastgesteld die bindend zijn voor de mediainstellingen, voor zover die regelingen hen aangaan (artikel 2.60 Mediawet). Een compleet overzicht van de actuele bindende regelingen staat op: http://www.publiekeomroep.nl/organisatie/pagina/ regelingen#Bindende-Regelingen
brengen. DA stuurt het voorgenomen ZTIB en de bijbehorende bestanden
Handboek Audio / 2014
24
CR
4.8
AANVULLENDE PROGRAMMATISCHE AFSPRAKEN
opnemen, maar waarvan de zendermanager niet op de hoogte is, worden niet opgenomen als de betreffende omroep niet kan aantonen dat de zendermanager vooraf een akkoord heeft gegeven. Werkwijze
DA en omroepen kunnen, indien gewenst, aanvullende programmatische afspraken maken. Deze kunnen op zenderniveau, of zender– en/of platformoverstijgend zijn. De onderwerpen kunnen per omroep en zender verschillen. Bij Audio betreffen dit soort afspraken in de meeste gevallen het maken van lange termijnafspraken waar meerjarige afspraken onvermijdelijk zijn. Bv. bij meerjarige contracten van DJ’s. Zo wordt voorkomen dat verplichtingen worden aangegaan waarvoor niet voldoende budget beschikbaar is of die om andere redenen niet meer geprogrammeerd kunnen worden. Of waar het gaat om het vastleggen van onderwerpen waarover gedurende
Nadat de RvB in juli het ZTIB heeft genomen, kan DA waar relevant in concept APA’s opstellen.
DA stuurt deze vervolgens naar de omroepen in kwestie, die de gelegenheid hebben deze aan te vullen of te actualiseren.
De APA’s worden per omroep gemaakt en de informatie is in principe alleen openbaar voor DA en de betreffende omroep.
Na retour worden de concept-APA’s met aanvullingen van de omroepen in het MT Audio besproken en voor zover akkoord vastgesteld.
Indien de zendermanager en de betreffende omroep niet tot overeenstemming komen, volgt een overleg met de directeur DA. Bij zenderoverstijgende afspraken wordt een separaat overleg georganiseerd.
het jaar overleg tussen de omroep en de zendermanager nodig is. Om zo te komen tot een evenwichtige programmering waarbinnen zowel de omroep als DA de gestelde doelen en ambities tot hun recht kunnen laten komen. Enerzijds geeft het de omroepen zekerheid dat aangegane verplichtingen gegarandeerd zijn wat betreft budget en plaatsing. Anderzijds is dit een manier om te borgen dat de zendermanagers op de hoogte zijn van afspraken en zij niet voor voldongen feiten worden gesteld. Het blijft de verantwoordelijkheid van de zendermanager vooraf te beoordelen of programma’s voldoen aan de doelstellingen van het slot en of ze bijdragen aan het profiel. Omroepen die in een eerder stadium verplichtingen zijn aangegaan zonder afstemming met de zendermanager lopen het risico dat deze uiteindelijk niet worden geprogrammeerd. De (financiële) consequenties komen dan voor rekening van de desbetreffende omroep. Reeds aangegane (meerjarige) verplichtingen die een omroep in de APA wil Handboek Audio / 2014
25
Frequentie Actie
Bespreken afspraken die in APA’s moeten worden opgenomen
Concept-APA’s opstellen en verzenden naar omroepen
APA’s retour met gewenste aanvullingen/correcties
Bespreking MT Audio
Bespreken eventuele knelpunten
Definitieve vaststelling APA’s en verzending naar omroepen
Handboek Audio / 2014
Jaarlijks
T+1
Wie
Wanneer
Zendermanagers/ omroepen
DA
Omroepen
Tijdens intekenproces
Juli (na definitief ZTIB)
Uiterlijk vier weken na ontvangst
DA
augustus
DA/omroepen
Augustus/september
DA
September
26
CR
4.9
EVALUATIE PROGRAMMERING
Binnen het programmabeleid van Audio vinden verschillende vormen van evaluatie plaats: Radio: evaluatie in licht Audio-MJB en Jaarplan In de jaarplannen worden doelstellingen voor de verschillende zenders opgenomen. Als input voor het Audio-MJB en de jaarplannen voor de daarop volgende jaren, evalueert KLO de prestaties van de zenders in termen van lta en bereik. Dit afgezet tegen de doelen voor het betreffende jaar. Waar relevant worden uitsplitsingen gemaakt, bijvoorbeeld naar publieksgroepen (leeftijd, leefstijl). Deze evaluatie betreft in iedere geval de gehele periode die het jaarplan bestreek. Indien gewenst kan er ook ingezoomd worden op verschillende periodes hierbinnen. Daarnaast verzorgt DA een evaluatie van de realisatie van de inhoudelijke ambities in het afgelopen jaar. Een extract van deze evaluatie wordt verwerkt in het Audio-MJB en de jaarplannen. De gehele evaluatie wordt toegezonden aan de RvB. Radio: maandelijks bulletin lta– en bereikscijfers NLO Maandelijks komen er nieuwe luistercijfers uit het NLO beschikbaar. KLO maakt op basis hiervan een bulletin dat onder betrokkenen binnen de NPO en omroepen verspreid wordt. Dit bevat onder andere (de ontwikkeling van) luistertijdaandelen en bereik en een toplijst met meest beluisterde program-
verschijnt dan ook vlak na de bekendmaking van deze cijfers. Zowel voor de zender als geheel als voor individuele programma’s worden het gerealiseerde lta (en indien van toepassing: bereik) afgezet tegen de doelstelling. Deze evaluatie wordt toegestuurd aan de betreffende zenderredacties en vormt een meer gedetailleerde uitwerking van de NLO-bulletins. Radio: verschillende soorten waarderingsonderzoek Naast evaluaties in termen van lta en bereik, bestaat er ook waarderingsonderzoek dat als evaluatieinstrument gebruikt kan worden. Een voorbeeld hiervan zijn de programmamonitoren. In principe wordt voor iedere zender ieder jaar een programmamonitor uitgevoerd. In dit onderzoek worden de programma’s op de zender in kwestie door een steekproef uit het publiek van de zender beoordeeld op de kernwaarden van deze zender. De programmamonitor vormt input voor het jaarplan. Audio-internet: evaluatie prestaties op internet Ook de activiteiten op internet worden geëvalueerd. Hiervoor bestaan verschillende rapportages. Naast deze reguliere evaluaties worden in de zenderredacties ook onderling programma’s besproken en op deze wijze geëvalueerd. Daarnaast vinden ook ad hoc onderzoeken plaats naar de belangrijkste evenementen en themaweken van de verschillende radiozenders. Hierin worden onder andere bereik van en waardering voor het evenement gemeten, en wordt bekeken of het evenement bijdraagt aan de kernwaarden van de zender.
ma’s. Dit bulletin bevat gegevens over publieke en commerciële zenders. Radio: maandelijkse evaluatie lta en bereik op zender– en titelniveau Maandelijks maakt KLO voor iedere zender een rapportage over de prestaties van de zender en afzonderlijke programma’s hierop, in termen van lta en bereik. Deze rapportage is gebaseerd op de meest recente NLO-cijfers en
Handboek Audio / 2014
27
CR
5. Financiering/budgettering CR
5.1
Kosten
Marketing & Communicatie Juridische Zaken Programmering, Coördinatie en Intekening Marktonderzoek
Er wordt gewerkt met verschillende soorten kosten:
Documentatie & Archivering Concept en Formatontwikkeling
A. Organisatiekosten: deze maken geen deel uit van Geld-op-Schema
Huisvesting
B. Kosten vanuit Geld-op-Schema:
ICT
- Slotbudgetten
Overige Organisatiekosten
- Gezamenlijke programma’s - Posten vacant
De Organisatiekosten worden vergoed door een uniform percentage over het
- Post onvoorzien
fictieve ‘100%-budget’, wat is afgeleid van het garantiebudget. Dit percenta-
C. Overige kostensoorten - Gezamenlijkheidskosten
A. Organisatiekosten
ge is voor alle omroepen gelijk en wordt platformoverstijgend berekend en toegekend. Daarmee valt de vergoeding voor Organisatiekosten buiten het operationele proces binnen de Directie Audio.
Onder Organisatiekosten vallen (conform het financieel handboek en de bin-
B. Kosten vanuit GoS
dende regeling Organisatiekostenvergoeding)
1. Slotbudgetten
kosten voor:
Directie Hogere managementfuncties Secretaresses en Assistenten Beleid en Strategie OR Financiën en Inkoop Personeelsadministratie en HR Handboek Audio / 2014
Audio werkt met een integraal slotbudget voor de directe kosten, oftewel de Directe Programmakosten (DPK). In de toekomst zal een onderverdeling plaatsvinden naar verschillende kostencomponenten. Aanvankelijk wordt alleen OCW-budget op het schema gelegd. Bij de plaatsing van programma’s kan ook EB (Eigen Bijdrage) en/of (O)RMA (reserve media aanbod) worden ingezet. Omroepen dienen aan te geven om welke EB het gaat: Mediafonds, CoBO etc. Bij de referentiebegroting wordt rekening
28
gehouden met de totale beschikbare financiële middelen. 2. Kosten en financiering gezamenlijke programma’s Bij gezamenlijke programma’s waarbij de uren van een titel aan meerdere omroepen worden toegekend en de uren volgens een verdeelsleutel delen (bijv. 50% elk of 25%/75%), wordt het budget voor het betreffende programma volgens een vast te stellen verdeelsleutel aan de betreffende omroepen toegekend.
CR
5.2
O
Financiering
CW–budget De publieke omroep kent een duale financiering: ongeveer twee der-
de van de inkomsten is afkomstig uit belastinggelden en een derde uit reclamegelden. Ieder jaar ontvangt de publieke omroep de Rijksmediabijdrage van het Mi-
3. Posten vacant
nisterie van OCW. Jaarlijks vraagt de publieke omroep via de meerjarenbe-
Zie p. 16
groting budget aan. In november presenteert de minister de Mediabrief aan de kamer en legt de Mediabegroting voor. Als deze wordt goedgekeurd, ont-
4. Posten onvoorzien
vangt de publieke omroep een beschikking voor het budget van het volgen-
Zie p. 16
de jaar. De Rijksbijdrage dekt de financiering van de publieke omroep. De reclame-
C. Overige kostensoorten
gelden van de Ster zijn hierin inbegrepen. Vanuit de Mediabegroting worden
1. Gezamenlijkheidskosten
o.a. ook de Stichting Omroep Muziek en het NIBG gefinancierd.
De gezamenlijkheidskosten worden conform de budgetsleutel toegerekend
De Rijksbijdrage wordt in principe jaarlijks geïndexeerd volgens de systema-
aan de omroepen, voor de bepaling van het aandeel van Audio in de realisa-
tiek van de Mediawet. Dit betekent dat wordt gerekend met de huishouden-
tie van het garantiebudget.
prognose van het CBS en de consumentenprijsindex (cpi) van het CPB.
Zie verder p. 16
S Frictiekosten DA reserveert op de begroting geen specifiek bedrag voor frictiekosten voor de programmering. Het principe geldt dat DA geen frictiekosten ter beschikking stelt, noch voor reorganisatiedoeleinden, noch voor schemawijzigingen of gerelateerde besluiten
Handboek Audio / 2014
ter Zoals gezegd is de Ster goed voor ongeveer een derde van het budget
voor de publieke omroep. Per uur mag maximaal twaalf minuten reclame worden uitgezonden. De zendtijd van reclame per dag op een programmanet van de publieke omroep mag maximaal vijftien procent van de gebruikte zendtijd per net bedragen—en tien procent van de totale zendtijd per jaar. Programmaonderbrekende reclame is niet toegestaan.
29
G
arantiebudget, glijdendeschaalsystematiek en
het aantal leden.
budget programmaversterking
De aspirantomroepverenigingen vallen buiten de glijdende schaal.
Met ingang van 2010 is het garantiebudget van omroepen verlaagd van 75% naar 70%. Daarbij is ook sprake van de zogenaamde ontschotting, wat wil
Bewaking garantiebudget
zeggen dat het 70% budget wordt gegarandeerd over het totale toegekende
DA bewaakt binnen de Audiobegroting continu wat de omvang van het toe-
bedrag (platformoverstijgend).
gekende budget is ten opzichte van het garantiebudget. Als een omroep op
Er worden voor de budgettoekenning vier zendergroepen onderscheiden:
een zeker moment in het jaar in de “gevarenzone” dreigt te komen, zal DA
NOS
samen met de betreffende omroep nagaan waar er ruimte en mogelijkheden
Omroepverenigingen
zijn een en ander te repareren.
NTR
Het garantiebudget is niet platformafhankelijk, maar betreft de optelsom van
2.42
het op de platforms toegekende budget (Video, Audio en Organisatiekosten-
Met uitzondering van de 2.42-instellingen, vallen alle zendergroepen onder
vergoeding). Daarbij worden de gezamenlijkheidskosten conform de budget-
de 70% garantieregeling. De resterende 30% is het programmaversterkings-
sleutel toegerekend aan de omroepen, voor de bepaling van het aandeel van
budget, dat door de raad van bestuur (gedelegeerd aan de platformdirecties)
Audio in de realisatie van het garantiebudget.
wordt ingezet ter versterking van het schema en de realisatie van de geza-
Om zeker te stellen dat aan de wettelijke eis wordt voldaan, wordt intern het
menlijk afgesproken doelstellingen en de afspraken uit de Prestatieovereen-
uitgangspunt gehanteerd dat elk platform bij iedere individuele omroep het
komst (Mediawet: voor de bevordering van de pluriformiteit van het media-
vaste budget realiseert. Uitzonderingen hierop worden expliciet en tijdig bij
aanbod). Het programmaversterkingsbudget komt geheel ten goede aan het
de raad van bestuur gemeld zodat kan worden bekeken of er ‘compensatie’
media-aanbod van NOS, Omroepverenigingen en NTR.
op een ander platform plaats kan vinden.
De 2.42-instellingen krijgen op basis van de Mediawet een 100% garantie-
Periodiek wordt gerapporteerd over de stand van zaken met betrekking tot
budget en daarmee geen recht op programmaversterking.
de realisatie van het garantiebudget. Dit zal vervolgens worden gepresenteerd in het Financieel Overleg.
Met ingang van de nieuwe erkenningen per september 2010 is ook een nieuw budgetallocatiesysteem ingevoerd voor de omroepverenigingen. Alle erkende omroepen (minimaal 150.000 leden) krijgen eenzelfde basisbedrag. Dit budget staat voor de duur van de erkenning, dus 5 jaar, vast. Daar
E
igen bijdragen omroepen Bij de invoering van de Nieuwe Werkwijze in 2005 is besloten dat om-
roepen in het intekenproces zelf mogen aangeven op welke programma’s/
bovenop krijgen zij, ook voor 5 jaar, een vast bedrag naar rato van het aan-
netten ze hun eigen bijdragen inzetten.
tal leden. Leden boven de grens van 400.000 tellen niet meer mee bij de
In de GOS evaluatie (2009) zijn door de raad van bestuur de volgende uit-
verdeling van geld en uren.
gangspunten voor de inzet van EB geformuleerd:
Het basisbudget bedraagt dus 50% van het gegarandeerde budget (70%),
In het intekenproces wordt aangegeven wat het totale volume EB is dat een
de andere 50% wordt verdeeld over de omroepverenigingen naar rato van
omroep voornemens is in het betreffende programmeringsjaar in te zetten.
Handboek Audio / 2014
30
Daarbij wordt minimaal aangegeven hoe deze EB over de zenders zal wor-
de RvB. Deze zijn juridisch eigendom van de RvB en staan op de balans van
den verdeeld. Dit gebeurt (bij voorkeur) door al op titelniveau aan te geven
de NPO. De overgedragen RMA mag alléén worden ingezet met toestemming
hoeveel EB de omroep aan het betreffende programma wil bijdragen. Om-
van de RvB (gemandateerd aan de platformdirecties).
roepen kunnen EB inzetten om (bijvoorbeeld ten behoeve van het uitdragen
Omroepen kunnen bij intekening (dan wel bij lopende het jaar aangeboden
van hun eigen omroepmissie) het beschikbare referentiebedrag te verhogen.
programma’s) verzoeken overgedragen RMA te mogen aanwenden. Daarbij zal DA sturen op een zoveel mogelijk inzet van de overgedragen RMA in het
Het is in principe toegestaan eigen middelen in te zetten voor het verhogen
lopende jaar, waarbij DA rekening houdt met de prognose van de overgedra-
van toegekende programmabudgetten (bijv. als gevolg van inhoudelijke
gen RMA van het voorgaande boekjaar. De zendermanager kan het pro-
keuzes door een omroep, die een kostenverhoging met zich meebrengen of
gramma plaatsen en akkoord gaan met een gedeeltelijke financiering uit de
vanwege de missie van een omroep). Deze inzet moet wel worden gemeld.
overgedragen RMA. DA brengt de raad van bestuur regelmatig verslag uit
Uitgangspunt bij Audio is echter dat het referentiebedrag per slot in principe
van de stand van zaken van de ingezette overgedragen RMA. Omroeporgani-
voldoende moet zijn om het betreffende programma te maken. Er kan bij
saties die niet participeren in GOS (2.42) moeten voor een beroep op de
Audio geen sprake zijn van het maken van een programma met 100% eigen
overgedragen RMA een verzoek indienen bij de raad van bestuur (zie volgen-
bijdrage.
de paragraaf: Procedure 2.42 voor aanvraag RMA).
In de Mediawet 2008 is het onderscheid tussen hoofd– en neventaken opge-
In de praktijk wordt er een onderscheid gemaakt tussen overgedragen RMA
heven. Zoals gezegd staat het een omroep in principe vrij eigen middelen in
van de omroepverenigingen en die van de overige media-instellingen (NOS,
te zetten. Ook de keuze van het platform is door de omroep vrij te bepalen.
NTR, 2.42).
Wel kan de raad van bestuur per platform maxima vaststellen voor de inzet van EB. Dit om te voorkomen dat EB ondoelmatig wordt ingezet en de reali-
Het totaal van de RMA, ORMA en exploitatiereserve van de NPO mag niet
satie van de afgesproken doelen (dan wel de afspraken in de Prestatieover-
meer bedragen dan 10%. Het meerdere boven de 10% wordt teruggevor-
eenkomst) in gevaar komen.
derd door het CvdM.
O
P
vergedragen Reserve Media Aanbod Behalve de eigen bijdrage is er nog een andere financieringsvorm, te
weten de inzet van de reserve media aanbod (RMA). Voor elke omroep is
rocedure 2.42 voor aanvraag overgedragen RMA De 2.42 participeren niet in GOS. Wel kunnen zij een beroep doen op
de door hen overgedragen RMA. Omdat deze niet zoals bij de andere omroe-
een maximum vastgesteld, waarover de omroepen mogen beschikken. De
pen via de platformdirecties rechtstreeks binnen de GOS-systematiek kun-
RMA binnen dit maximum is bedoeld als buffer voor exploitatieresultaten.
nen worden ingezet, kunnen zij hiervoor schriftelijk een aanvraag indienen bij de raad van bestuur.
Alle reserves boven de maximaal toegestane RMA worden op basis van een
Daarin moet worden aangegeven voor welke titel een aanvraag wordt ge-
door de raad van bestuur vastgestelde bindende regeling overgedragen aan
daan, waarom hiervoor extra middelen noodzakelijk zijn (in principe moet de
Handboek Audio / 2014
31
programmering binnen het reguliere budget worden gefinancierd) én er
Sponsorbijdragen;
moet een programmabegroting worden overgelegd.
Bijdragen overige derden;
De raad van bestuur vraagt DA, F&C en S&B vervolgens om advies. DA gaat
Overige programmaopbrengsten.
na of het programma daadwerkelijk is geprogrammeerd en beoordeelt de programmabegroting. Indien het een programma binnen de reguliere uren
Niet-programmagebonden
betreft, moet de 2.42 nadrukkelijk aantonen waarom extra financiering no-
Netto resultaat nevenactiviteiten;
dig is. Als het een voorstel betreft buiten de regulier toegekende uren, moet
Netto resultaat verenigingsactivititeiten.
de extra zendtijd bij het CvdM worden aangevraagd. Elke 2.42 heeft namelijk een vast contingent uren en mag deze niet over– of
Niet-programmagebonden bijdragen zijn eigen middelen die rechtstreeks
onderschrijden. De 2.42 vraagt de extra zendtijd zelf aan bij het CvdM, maar
worden ingezet via GOS. Programmagebonden bijdragen daarentegen kun-
stemt deze aanvraag wel vooraf af met de zendermanager. Voorwaarde voor
nen niet meelopen in GOS omdat het al dan niet verwerven van deze bijdra-
het CvdM is een akkoord van de zendermanager.
gen doorgaans nog niet bekend is bij intekening/plaatsing van het programma, waardoor de financiering van de programmering—als de programmage-
De aanvraag moet altijd worden gedaan voorafgaand aan het boekjaar. Ach-
bonden bijdragen daarbij worden betrokken—vooraf niet valt te plannen en
teraf beroep op de ORMA is niet meer mogelijk, tenzij kan worden aange-
daarmee een te groot risico wordt gelopen als de beoogde bijdrage niet wor-
toond, waarom het programma alsnog aanvullend budget behoeft. Dit omdat
den gegenereerd, dan wel uiteindelijk niet wordt toegekend/vervalt.
het voor de hand ligt dat een programma pas in productie wordt genomen
Vanwege de nieuwe regelgeving over nevenactiviteiten, commerciële en ide-
als de financiering is afgerond. Als een programma wordt uitgezonden zon-
ële sponsoring worden de omroepen gevraagd opgave te doen van bijdragen
der dat de daarmee gepaard gaande kosten zijn gedekt, is het risico voor
derden zodra deze bekend zijn. Daarnaast moeten omroepen in hun jaarre-
rekening van de betreffende organisatie en kan geen beroep worden gedaan
kening op titelniveau aangeven of, van wie en in welke vorm/mate een bij-
op gemeenschappelijke middelen (wat de RMA na overdracht zijn).
drage van derden is ontvangen.
P
S
rogrammagebonden bijdragen Binnen de eigen middelen wordt een onderscheid gemaakt tussen pro-
grammagebonden bijdragen en niet-programmagebonden bijdragen. Deze zijn als volgt te specificeren:
Programmagebonden: Bijdragen Mediafonds; Bijdragen Coproducenten;
Handboek Audio / 2014
ponsoring Voor definitie: zie Algemeen deel.
V
oorfinanciering De uitbetaling van de toegekende bedragen vindt in de regel plaats
volgens een vast (OCW-)ritme. Echter, voor november van jaar t-1 dienen de omroepen een liquiditeitsprognose in bij de Directie Financiën van de
32
NPO. Deze prognose geschiedt op basis van hun te verwachten ontvangsten (voornamelijk geld-op-schema) en uitgaven. Wanneer in bepaalde maanden tekorten ontstaan en verschuivingen van betalingen binnen het jaar een oplossing biedt, kan het bevoorschottingsritme worden aangepast. De Directie Financiën van de NPO dient het verzoek voor aanpassing van het bevoorschottingsritme in bij het CvdM. Het gaat hierbij om het ritme binnen het jaar.
CR
5.3
Realisaties en betalingen
Omroepen ontvangen jaarlijks in december (als de budgetvaststellingsbrief van het ministerie binnen is) een toekenningsbrief met daarin het gegarandeerde budget (70% platformoverstijgend) voor het daaropvolgende jaar. De Directie Financiën van de NPO draagt hiervoor zorg, in afstemming met DA.
Audio Sinds 2012 vinden vanuit DA niet meer alleen radiobetalingen plaats, maar ook de betalingen radiogerelateerd internet (Audio). De systematiek voor de betalingen is als volgt: De Directie Financiën van de NPO informeert de omroepen—na het kamerdebat van december en de definitieve vaststelling van het OCW-budget– over de omvang van het werkkapitaal dat in januari wordt uitbetaald, de vergoeding voor Organisatiekosten en het garantiebudget (de laatste twee zijn beiden platformoverstijgend).
Handboek Audio / 2014
33
CR
6. Overleg 6.1 Organisatiewijze overleg omroepen – NPO In 2011 is het bestuurlijk overleg tussen omroepen en NPO vereenvoudigd. Voorheen werden zowel de bestuurlijk strategische kaders als uitwerking daarvan op platformniveau, op het niveau van de bestuurders (destijds heette dit overleg ODO) besproken. Daarnaast waren er overleggen op platformniveau, die door een gebrek aan mandaat echter matig functioneerden. Vanaf 2011 wordt gewerkt met gemandateerde overleggen, met een duidelijke verdeling van de onderwerpen die in de overleggen worden geagendeerd. Dit betekent dat in alle overleggen vertegenwoordigers zitten die gemandateerd zijn om voor hun organisatie standpunten in te nemen en bevoegd zijn tot finale bespreking van de onderwerpen.
Bij de instelling van bovenstaande overlegstructuur is de vertegenwoordiging van omroepen in de verschillende overleggen vastgelegd. Deze vertegenwoordiging is per 1 januari 2014 aangepast , aangezien vanaf die datum AVRO/TROS, NCRV/KRO en VARA/BNN zijn gefuseerd.
6.2 Audio-overleg In het Audio-overleg zijn de omroepverenigingen, aspiranten en taakomroepen en de 2.42-omroepen (gezamenlijk vertegenwoordigd door één lid) gemandateerd vertegenwoordigd. Voorzitter van het Audio-overleg is de directeur DA. Het Audio-overleg kent geen vaste vergaderfrequentie, maar wordt bijeengeroepen als daar aanleiding toe is. Bijvoorbeeld rondom het AudioMJB of de Audiojaarplannen. Het Audio-overleg kan bijeengeroepen worden op voorstel van DA of op voorstel van de omroepen. In het Audio-overleg worden zender-/paletoverstijgende onderwerpen behandeld, zoals het AudioMJB en het geheel van de zenderjaarplannen.
6.3 Zenderredactie In 2012 is, gezien het belang van het financiële dossier, aan de overlegstructuur nog het Financieel Overleg toegevoegd, volgens het zelfde principe.
Elke zender heeft een zenderredactie. Daarin zijn de omroepen van wie uren op de desbetreffende zender zijn ingedeeld, elk met één lid vertegenwoordigd. Voorzitter is de betreffende zendermanager. De wijze waarop de zenderredactie functioneert en de vergaderfrequentie kan onderling verschillen. Per zender worden hierover afspraken gemaakt die schriftelijk worden vastgelegd. In de wet is vastgelegd dat de zenderredactie de NPO bijstaat voor de coör-
Handboek Audio / 2014
34
dinatie en ordening van het programma-aanbod op de betreffende radiozen-
manager bedrijfsvoering DA aanwezig. De omroep bepaalt zelf wie namens
der. Dit betekent dat in de zenderredactie worden zaken besproken die van
hem aan het overleg deelneemt/deelnemen. Daarbij geldt wel als voorwaar-
belang zijn voor de voortgang van de programmering van het betreffende
de dat de aanwezige vertegenwoordiger(s) gemandateerd zijn. In dit zender-
palet. De ontwikkeling van het programmabeleid (input jaarplannen) wordt
overstijgend overleg komen de missie, speerpunten en prioriteiten van de
in de zenderredactie besproken. Herzieningen van het schema t.b.v. het
omroep ter sprake in relatie tot de zenderprofielen, doelstellingen en ambi-
ZTIB worden aan de omroepen voorgelegd.
ties van de publieke omroep als geheel.
Evaluaties van het schema en individuele programma’s vinden plaats in de zenderredactie. De zendermanagers bewaken dat op zenderniveau gemaakte
6.6 (Zenderoverstijgende) projectgroepen
(meerjarige) afspraken/toezeggingen indien gewenst in de APA’s
Zowel op zenderniveau als zenderoverstijgend kunnen voor bijzondere
(aanvullende programmatische afspraken, zie ook paragraaf 4.8) worden
(programmatische) issues projectgroepen worden ingericht. De samenstel-
opgenomen.
ling wordt ofwel in de zenderredactie bepaald (delegatie namens omroepen) ofwel in het Audio-overleg. Voorzitter is in principe een van de zendermana-
Van de zenderredacties worden minimaal besluitenlijsten gemaakt.
gers, dan wel de directeur DA.
De zendermanagers dragen zorg voor adequate dossiervorming en zijn daarvoor eindverantwoordelijk.
6.7 Platformoverstijgend overleg Behalve het hiervoor geschetste overleg dat zich direct op het platform Au-
6.4 Bilateraal Overleg
dio afspeelt, zijn er drie overlegorganen binnen de publieke omroep die ver-
Naast het gezamenlijke overleg met omroepen in de zenderredacties en het
meldenswaard zijn, omdat Audio(beleid) daarin ook aan de orde komt/kan
Audio-overleg vindt er op zenderniveau bilateraal overleg plaats tussen om-
komen.
roepen en zendermanagers. De frequentie van dit overleg ligt niet vast en kan per zender en omroep verschillen. Vooruitlopend op het jaarplan wordt
Bestuurdersoverleg (BO)
bijvoorbeeld de bouw van het schema (incl. conceptbegroting) bilateraal be-
BO is het overlegorgaan (geen besluitvormend orgaan) van de Raad van Be-
sproken. De in het bilateraal overleg gemaakte afspraken, zoals plaatsing
stuur en omroepbestuurders. In het BO worden de bestuurlijk strategische
programma’s, budgettaire afspraken, afspraken over ontwikkeling program-
kaders en uitgangspunten voor het beleid besproken.
ma’s, voorbehouden bij plaatsing (indien van toepassing), worden schriftelijk
Het BO bestaat uit de Raad van Bestuur en alle omroepen (met wederom 1
bevestigd.
lid voor de 2.42-omroepen).
6.5 Zenderoverstijgend overleg
College van Omroepen (CvO)
Tijdens de samenstelling van het AudioMJB en of -jaarplan heeft iedere om-
Het CvO is het in de Mediawet verankerde adviescollege van de Raad van
roep de mogelijkheid een zenderoverstijgend overleg met DA te verzoeken.
Toezicht en de Raad van Bestuur. Het CvO adviseert desgevraagd of uit ei-
Daarbij zijn namens DA in ieder geval de directeur, zendermanagers, en de
gen beweging over het media-aanbod van de landelijke publieke media-
Handboek Audio / 2014
35
dienst. Volgens de wet moet de Raad van Bestuur het CvO in elk geval zijn
- vormgeving governance platformbudgetten (formats en rapportages)
mening vragen over:
- financieel beleid en bijbehorende financieringsinstrumenten
in naam van de gezamenlijkheid te sluiten overeenkomsten met derden;
- verwerking bezuinigingen en koopkrachtkortingen
vaststelling van de profielen van de aanbodkanalen;
- financiële projecten waaronder BTW en Productiekosten
vaststelling van het concessiebeleidsplan; vaststelling van de Prestatieovereenkomst;
Er wordt niet zozeer over de inhoud van de budgetten gesproken, wel over
vaststelling van de Meerjarenbegroting;
de opzet van sturings- en verantwoordingsinformatie in de planning & con-
aanwending van het budget voor versterking van het media-aanbod.
trol-cyclus.
Alle omroepen (verenigingen, aspiranten en taakomroepen) zijn in het CvO vertegenwoordigd met één lid (de 2.42-omroepen benoemen gezamenlijk één lid). Anno 2013 is aan omroepzijde de personele samenstelling van BO en CvO grotendeels gelijk. In het verleden was dit niet zo, het CvO (en daarvoor de Raad van Toezicht) bestond uit de omroepvoorzitters en het ODO (voorloper van het BO) uit de omroepdirecteuren. Digitaal Domein Overleg (DDO) Deze werkgroep is opgezet om aandacht te geven aan innovatie en voor het uitwisselen van expertise en (platformoverstijgende) ervaringen in het digitaal domein. Het DDO maakt geen deel uit van de beleidscyclus en is een adviserend orgaan. Hiernaast bestaan ook nog overleggen en werkgroepen over andere onderwerpen, zoals het juristenoverleg, de stuurgroep ketenafspraken en het beleidsvoorbereidersoverleg. Financieel Overleg (FO) Het FO is het overlegorgaan (geen besluitvormend orgaan) van de Directie Financiën van de NPO en de financieel directeuren van de omroepen. In het FO worden financiële onderwerpen (voor)besproken, zoals: - financieel (meerjaren)kader - financieel deel meerjarenbegroting
Handboek Audio / 2014
36
CR
7. Programmawijzigingen/ Bezwaarprocedure De verantwoordelijkheid voor het besluit tot programmawijziging ligt bij de RvB, die hiertoe DA mandateert. Dit geldt voor het timeslotmanagement en voor alle programmatische wijzigingen, zoals wijzigingen van het profielschema, individuele programma’s, slot(doelstellingen), etc., zoals neergelegd in het ZTIB Audio. Timeslotmanagement:
Op het moment dat een programma in het schema is geplaatst, wordt de betreffende omroep verantwoordelijk voor de inhoudelijke invulling van het slot gedurende de vastgestelde periode én voor de realisatie van de slotdoelstellingen en eventueel aanvullend gemaakte afspraken over het programma;
De zendermanager bewaakt de realisatie; Het is aan de omroepinstelling om te bepalen wie voor een bepaald slot het aanspreekpunt is voor de zendermanager.
Indien een programma niet blijkt te voldoen aan de gestelde criteria per slot, dan wel specifiek afgesproken en vastgelegde afspraken per programma/slot is de zendermanager bevoegd de betreffende omroep te verzoeken het betreffende programma wel op de doelstellingen te laten aansluiten dan wel te vervangen door een programma dat wel aan de
haald worden (dan wel naar een ander tijdstip in het schema verplaatst) en staat het betreffende slot weer open voor een alternatieve invulling. Het toegekende budget valt weer terug in het zenderbudget; Indien het schema wijzigt, wordt herziening van het ZTIB ter vaststelling aan de Raad van Bestuur voorgelegd. De rolverdeling tussen omroepen en NPO is als volgt:
Omroep: levert (tijdig) het geplaatste programma conform de daarover gemaakte (inhoudelijke) afspraken en criteria;
meldt de zendermanager per omgaande indien onverhoopt het programma niet of niet tijdig kan worden gerealiseerd, dan wel niet aan de gemaakte afspraken kan worden voldaan.
NPO: kent het budget toe en verplicht zich na uitzending het aan het programma toegekende budget uit te betalen;
meldt de omroep per omgaande als het programma als gevolg van calamiteiten of om andere redenen – komt te vervallen of op een later moment wordt uitgezonden;
slotcriteria/gemaakte afspraken voldoet;
Mocht deze aanpassing niet tot het gewenste resultaat leiden dan kan het programma, nadat de omroep daarover gehoord is, uit het schema ge-
Handboek Audio / 2014
37
Er kunnen zich op verschillende manieren programmawijzigingen voordoen:
1.
Tussentijdse programmawijzigingen op titelniveau op initiatief van de zendermanager/DA:
ma waar een omroep zich niet mee kan verenigen; 2.
1. Op de dag zelf of de daaropvolgende dag(en) als gevolg van
roep zich in kan vinden; 3.
Deze worden telefonisch afgestemd en per mail bevestigd.
De zendermanager dan wel de betreffende omroep meldt dit bij de directeur DA;
4. 2. Op langere termijn: > deze worden telefonisch/per mail dan wel in het bilaterale overleg
Het overleg tussen omroep zendermanager individueel dan wel het overleg in de zenderredactie leidt niet tot een uitkomst waar een om-
actuele ontwikkelingen (bijv. calamiteit, ingelaste programmering a.g.v. een in memoriam, etc.):
Er is sprake van een programmatische wijziging/een voorliggend sche-
De directeur DA overlegt met beiden, neemt vervolgens een besluit en bevestigt dit per mail aan de omroep;
5.
Als de omroep zich evenmin kan vinden in het besluit van de directeur
besproken/afgestemd. Daarna worden ze in het titel-/budgetoverzicht van
DA, geeft de directeur DA dit aan als hij de schema’s ter vaststelling
de betreffende omroep verwerkt. Deze wordt door de zendermanager per
aan de RvB aanbiedt;
mail bevestigd.
6.
Als een programma komt te vervallen, worden tevens afspraken gemaakt over eventuele budgettaire consequenties.
De RvB neemt een voorgenomen besluit en weegt daarbij het via de directeur DA ingebrachte bezwaar van de omroep;
7.
Belanghebbenden die bedenkingen hebben tegen het besluit worden in de gelegenheid gesteld deze kenbaar te maken (in het voorgenomen
Tussentijdse programmawijzigingen op titelniveau op initiatief van
besluit wordt hiervoor een deadline vermeld);
de omroep op langere termijn:
8.
Het voorgenomen besluit wordt naar het Audio-overleg gestuurd;
9.
Indien een omroep van deze gelegenheid gebruik maakt, wordt deze
Wijzigingen worden telefonisch/per mail dan wel in bilateraal overleg of de zenderredactie besproken/afgestemd. Daarna wordt de wijziging in het budgetoverzicht van de betreffende omroep verwerkt. De wijziging wordt door de omroep per mail bevestigd. Als een pro-
door de RvB gehoord; 10. Bij de definitieve vaststelling van het ZTIB weegt de RvB het ingebrachte bezwaar;
gramma komt te vervallen
11. De RvB stelt het ZTIB definitief vast;
Indien de wijziging een structurele wijziging in het schema genereert,
12. Een omroep die zich met dit besluit niet kan verenigen, kan daartegen
zal de directeur DA herziening van het ZTIB aan de RvB voorleggen.
binnen zes weken na verzending een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht indienen bij de raad van
Bezwaarprocedure
bestuur van de NPO.
Bij een ZTIB, dan wel herziening van een ZTIB: Voordat een schema of wijziging ervan aan de RvB ter vaststelling wordt voorgelegd, legt de zendermanager dit aan de zenderredactie voor. Dan is sprake van de volgende route:
Handboek Audio / 2014
38
BIJLAGE 1: INFORMATIEVOORZIENING VANUIT NPO/DA AAN OMROEPEN Wat
Wanneer/Frequentie
Voorgenomen
1x per jaar, plus evt. herzieningen ZTIB
juni
ZTIB
Wie
secretariaat DA
Omroepen die bedenkingen hebben tegen het voorgenomen besluit worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze(n) kenbaar maken bij de Raad van Bestuur > deze hoort de omroep en weegt het ingebrachte bezwaar bij het definitieve besluit
secretariaat DA
Het definitieve ZTIB is een bindend besluit. Omroepen die zich er niet mee kunnen verenigen kunnen daartegen binnen zes weken na verzending een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht indienen bij de raad van bestuur.
De profielschema’s van de zenderpaletten (titelschema’s incl. online + per omroep een tabblad met daarop alle geplaatste titels en bijbehorende budgetafspraken) worden integraal naar het Audio-overleg verzonden
2 à 4 weken na het voorgenomen besluit
1x per jaar, plus evt. herzieningen ZTIB
In ieder geval tegelijkertijd met het definitieve ZTIB
1x per jaar, plus evt. herzieningen ZTIB
secretariaat DA
Concept
februari
1x per jaar
secretariaat DA
Definitief
Na vaststelling door de Raad van Bestuur
1x per jaar
secretariaat DA
Concept
Mei
secretariaat DA
Definitief
Na vaststelling door de Raad van Bestuur (juli)
secretariaat DA
Briefingdossier/ intekenformulier
1x per jaar
secretariaat DA
APA’s (indien van toepassing)
Concept
Juli/Augustus
Definitief
September
Zendermanagers/ beleidsadviseur DA
Definitief
Programma-/budgetoverzicht
AudioMJB
Audiojaarplannen
Evaluaties (indien van toepassing)
Handboek Audio / 2014
1x per jaar
Opmerkingen
Start intekenproces
Worden in de zenderedacties geagendeerd
39
BIJLAGE 2
Toelichting CCC en bezwaarprocedure
Sinds 1 januari 2008 geldt het classificatiesysteem Crossmediale Content Classificatie (CCC) voor Video. De classificatie wordt vanaf dat moment niet meer door de media-instellingen zelf uitgevoerd, maar door de NPO. Op het moment van het schrijven van dit handboek geldt dit systeem nog niet voor Audio. Vanaf het moment dat de CCC voor Audio wordt ingevoerd, geldt de volgende procedure die wordt gevolgd indien een heroverweging van de indeling wenselijk wordt geacht. Algemeen - Indien een instelling het niet eens is met de classificatie van een titel
het besluit tot classificatie van het media-aanbod. - Indien van toepassing wordt de instelling er daarbij op gewezen dat de titel niet valt onder één van de categorieën media-aanbod welke op grond van het bepaalde in artikel 2.106, tweede lid Mediawet 2008 mag worden gesponsord. Voorts wordt de instelling erop gewezen dat er sprake is van een besluit is in de zin van de Awb en op de mogelijkheid tegen het besluit een bezwaarschrift in te dienen, als bedoeld in artikel 7:1 Awb. Ten aanzien van de behandeling van het bezwaarschrift wordt de gebruikelijke procedure gevolgd.
neemt de instelling contact op met de classificatiemedewerkers van de NPO. Eerste aanspreekpunt is Nicolette Nellen van de afdeling Kijk Pu blieksonderzoek, te bereiken via het e-mailadres
[email protected] of op het nummer 035 – 6778072. De instelling vermeldt hierbij of de reden zich niet te verenigen met de classificatie verband houdt met de wens het betreffende media-aanbod te sponsoren. Geen relatie met sponsoring - Indien er geen relatie is met sponsoring wordt na uitwisseling van wederzijdse standpunten aan de media-instelling beargumenteerd gemeld of er aanleiding is de classificatie van de betreffende titel te wijzigen. - In dit geval bestaat er geen mogelijkheid bezwaar te maken tegen de uitkomst van deze heroverweging. Wel een relatie met sponsoring -
Indien er wel een relatie is met sponsoring neemt de raad van bestuur na uitwisseling van de standpunten zo snel mogelijk een besluit over de uiteindelijke classificatie. De instelling wordt schriftelijk in kennis gesteld van Handboek Audio / 2014
40
Directie AUDIO (DA) Peperbus, tweede verdieping Bart de Graaffweg 2 Postbus 26444 1202 JJ Hilversum Secretariaat: 035-6772264 Postvak M 21 Handboek Audio / 2014
41