Datum van inontvangstneming
:
17/02/2014
C-9/-14-1
Luxembcurg
1 3 JAN. 201~
Entree
---------
l
i
!frp
Hoge Raad der Nederlanden Derde
Nr.
Kamer
12/02305 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr......
1 ~ -01- 201~
Luxemburg,
13 december 2013
.9..s::4 ...o_~......... De Griffier,
~
1\ /1_
..
•y\ooydçze
Fax I E-mail: ...,..c:::::~fM., À rv ,i/~Maria Manuela Ferreira Neergelegd op~.I......~rlf.:l':1. Hoofdadministrateur
3.
Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch betreffende domicilie
van
.23
maart
2012',·'
nr.
te
11/0056.7,
een aan D.G. Kieback te Radebeul, Duitsland, gekozen
hebbende
belanghebbende)
te
opgelegde
inkomstenbelasting/premie
Amsterdam, aanslag
(hierna: in
de
volksverzekeringen.
1. Het geding in feitelijke instanties Aan belanghebbende in
de
opgelegd,
is voor het jaar 2005 een aanslag volksverzekeringen
inkomstenbelasting/premie welke
aanslag,
na
daartegen
gemaakt bezwaar,
bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. De Rechtbank
te Breda
tegen die uitspraak
(nr. AWB
09/1465)
heeft het
ingestelde beroep gegrond verklaard,
,.
Nr. 12/02305
- 2 -
de uitspraak
van de Inspecteur vernietigd
en de aanslag
verminderd. De
Inspecteur
heeft
tegen
de
uitspraak
van
de
Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof. Het
Hof
bevestigd.
heeft
de
De uitspraak
uitspraak van
van
het Hof
de
Rechtbank
is aan dit arrest
gehecht. 2. Geding in cassatie De
Staatssecretaris
beroep
in
cassatie
heeft
tegen
ingesteld.
's Hofs
Het
uitspraak
beroepschrift
in
cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Belanghebbende De 6
heeft een verweerschrift
Advocaat-Generaal
maart
2013
prejudiciële Europese
R.E.e.M.
geconcludeerd
vragen
Unie
aan
het
Niessen
tot Hof
(hierna': het
ingediend.
het
van
Hof
heeft
stellen
Justitie
v~n
op van
van
de
'Justitie).
De
conclusie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 3. Beoordeling van het middel 3.1.
In
cassatie
kan
van
het
volgende
worden
uitgegaan. 3.1.1. Belanghebbende Hij 31
woonde maart
in in
het
onderhavige
Duitsland.
dienstbetrekking
heeft de Duitse nationaliteit.
werkzaam
Hij bij
jaar was
in
2005 die
het Academisch
tot
en
periode
met in
Ziekenhuis
Maastricht en heeft in 2005 € 261.642 loon ontvangen van dit ziekenhuis. in
de
Vanaf
Verenigde
Sindsdien
is
hij
1 april 2005 woont belanghebbende
Staten in
van
Amerika
Nederland
en
(hierna:
Duitsland
de
VS).
niet
meer
Nr. 12/02305
- 3 -
belastingplichtig. belanghebbende
Na
daar
zijn
emigratie
gewerkt
bij
het
naar
de
Baylor
VS
heeft
College
of
Medicine. Hij heeft v.an die instelling in 2005 € 375.793 loon ontvangen. 3 .1 .2 . Belanghebbende
had
in het
onderhavige
tot 20 juni een woning in Aken, Duitsland woning).
De woning
jaar
(hierna ook: de
was een eigen woning
in de zin van
artikel 3.111 van de Wet IB 2001. 3 .1.3 . Indien 1
januari
Nederland
tot
belanghebbende
en
met
was geweest,
voordelen
uit
zijn
31
gedurende
maart
2005
de
periode
ingezetene
van
zouden de in die periode genoten
eigen
woning
tot
zijn
belastbare
inkomen uit werk en woning zijn gerekend, en had de door hem in die periode ter zake van de eigen woning betaalde hypotheekrente
daarop
worden.
die
De
in
in
mindering
periode
genoten
gebracht voordelen
kunnen uit
de
woning, die een waarde heeft van € 710.000 .' . . .' zouden dan op grond van artikel 3.112 van de Wet IS 2001 zijn gesteld '.
op €
0,60
percent
van
1065. Belanghebbende
710.000
€
heeft
maal
3/12, derhalve
op
in de eerste drie maanden
van 2005 ter zake van de woning een bedrag van € 11.844 aan hypotheekrente januari
tot
en
gewoond,
met
31
had
eigen woning berekening
=
€
een
zijn
in
Nederland bedrag
een
had van
kunnen worden genomen bij de
belastbare
ingezetene
een dergelijk negatief
2005
10.779 als negatieve inkomsten uit
in aanmerking
van
Voor
maart
daarom
€ 1065 - € 11.844
woning.
betaald. Als hij in de periode van 1
inkomen
bestaat
uit
werk
en
de mogelijkheid
om
inkomen uit eigen woning over een
gedeelte van het jaar in aanmerking te nemen ook indien hij in de loop van het jaar, na afloop van die periode,
Nr. 12/02305
- 4 -
in een ander land is gaan wonen en daardoor niet langer belastingplichtig 3 .1.4,.
Op
is in Nederland. grond
nationale wetgeving belastingplichtige
van
de
toepasselij ke
heeft belanghebbende daarentegen
Nederlandse
als buitenlands
geen recht op aftrek van
negatieve inkomsten uit de woning. 3.2. Het geschil betreft de vraag of belanghebbende, hoewel hij geen ingezetene was, niettemin op grond van de regels over Europese heeft
het vrij e verkeer
Unie
op
op gelijke
aftrek
van
van werknemers
voet
het
binnen
als een ingezetene
hiervoor
in
onderdeel
de
recht 3.1.3
genoemde bedrag van € 10.779 aan negatieve inkomsten uit zijn
in
Duitsland
gelegen
eigen
woning
in de
periode
1 januari tot en met 31 maart 2005. 3.3. Het Hof heeft deze vraag bevestigend beantwoord onder verwij zing naar
het arrest
Renneberg
van het Hof
van Justitie van 16 oktober 2008, C~52?/06, BNB, 2009/50, .
..
.'
Jur. 2008, blz. I-7735. Het Hof heeft daartoe overwogen dat belanghebbende
niet of nauwelijks inkomen had in zijn
woonland Duitsland
en dat artikel 39 EG
45
in
VWEU)
daarom
inkomsten
uit
zijn
belastingautoriteiten genomen
bij
de
hierbij
door
zijn
eist
eigen
van
dat
de
woning
van Nederland
vaststelling
belastingheffing heeft
beginsel
(thans: artikel negatieve door
in aanmerking worden de
grondslag
voor
over het inkomen in Nederland.
in aanmerking
emigratie
naar
Duitsland
belastingplichtig
geoordeeld
dat
belanghebbende
genomen de
VS
te
de
dat
daarom
op
Het Hof
belanghebbende
tevens
zijn.
de
Het één
ophield Hof lijn
in
heeft moet
worden gesteld met een inwoner van Nederland van wie de belastingplicht
door emigratie naar de VS eindigt.
·. Nr. 12/02305
3.4. betoogt
Tegen dit
dat
Justitie fiscale
- 5 -
oordeel
richt
toekenning
voordelen
aan
op gelijke
slechts
indien
geboden is
wereldinkomen van is
moet
dan
verwerft.
Dit
op
jaarbasis
aldus
het
wordt verder
in .
de Een en
middel. betoogd
In de dat
de
houden met de persoonlijke
indien
hij
Nederland ook
werkzaamheden verplaatst
aan
principiële
van belanghebbende
geldt
werkstaat 90t-norm
bezwaren,
te
van het
deze
op
middel
verschuift of
zijn
stuit
rekening
Duitsland
van
aan ingezetenen,
90 percent
in
getoetst
oordeel
gezinsomstandigheden werkstaat
van het Hof van
als
en dat
worden
op het
verplichting
voet
de betrokkene
uitvoeringstechnische toelichting
Het
niet-ingezetene
ten minste
onderworpen,
anders lu i dend
een
middel.
die verband houden met de persoonlijke
en gezinssituatie,
werkstaat
het
op grond van de rechtspraak
de
belasting
zich
naar de "nieuwe"
in een andere
alsnog
en
werkstaat
voldoende
inkomen
wanneer, beLanqbebbende
naar
een
niet-lidstaat,
zijn aldus
deze toelichting. 3.5.1.
Bij de beoordeling
vooropgesteld
dat
van
voor
Justitie
situatie
volgens de
van het middel moet worden
vaste
rechtspraak
toepassing
van een niet-ingezetene
een ingezetene, deel
van het
van
een
aangezien inkomen is
van
geconcentreerd en
deze
rekening
kan houden met de persoonlijke
van
betrokkene.
de
belastingplichtige verwerft
in
de
Dit zijn
is
artikel
verschilt
in de regel
belastingplichtige
van het
echter
het
Hof
39 EG de van die
van
belangrijkste
in staat
de woonstaat het
beste
en gezinssituatie anders
indien
de
inkomen geheel of nagenoeg geheel
werkstaat,
onvoldoende belastinggrondslag
en
de
woonstaat
geen rekening
vanwege
kan houden
Nr. 12/02305
met
- 6 -
de persoonlijke
dient de werkstaat nemen.
Daartoe
inkomsten sprake
en gezinssituatie. deze omstandigheden
behoort
uit
een
ook
eigen
de
In die gevallen in aanmerking
aftrek
woning,
van
aangezien
is van belastingvoordelen
te
negatieve
ook
daarbij
die verband houden met
de fiscale draagkracht van de belastingplichtige
(zie de
punten 63 tot en met 68 van het arrest Renneberg) .. 3.5.2.
In
het
onderhavige
geval
woonde
belanghebbende binnen het belastingjaar 2005 aanvankelijk in
een
werkte
lidstaat hij
Vervolgens
toen
van
de
Europese
in
een
andere
verhuisde
hij naar
uitmaakt van de Europese Unie de
rest van
voormelde
het
jaar
(Duitsland)
lidstaat
een
en
(Nederland).
staat die geen
deel
(de VS) en ging hij aldaar
werken.
vaste rechtspraak
Unie
Het
is de vraag
hoe
de
van het Hof van justitie
in
een dergelijk geval moet worden uitgelegd en toegepast. 3.5.3.
Betoogd
Staatssecretaris dergelijk
jaarinkomen
kunnen
wo~de~,
verdedigd,
inkomen
dat
verworven
niet
het
dat
grootste
die
door
(ook)
in
het
eén
gehele
deel
van
zijn
(Nederland)
niet voldaan
werkstaat
de
is. Aangezien
werkstaat
in deze benadering
waaronder
zoals
gedurende
maatgevend
in zijn aanvankelijke
wordt
voorwaarden
het
wordt
belanghebbende
verwierf,
wordt
geval
belastingjaar
zou
rekening
aan de
dient
te
houden met zijn persoonlijke en gezinssituatie. Daarbij
past
de
kanttekening
woonstaat
van
onvoldoende
belastinggrondslag
met
zijn
persoonlijke
niet vaststaat negatieve
belanghebbende
en
geen
dat de
aanvankelijke
(Duitsland)
rekening kon houden
gezinssituatie,
terwijl
dat de nieuwe woon- en werkstaat
inkomsten
uit
de
vanwege
eigen
ook
(de VS)
woning
van
"
Nr. 12/02305
- 7 -
belanghebbende periode was,
in aanmerking neemt met betrekking tot een
waarin
hij
in die staat niet belastingplichtig
De Advocaat-Generaal
heeft
in onderdeel
7.12 van
zijn conclusie opgemerkt dat een dergelijk derde land op geen enkele wijze is betrokken bij de vraag welke staat de
persoonlijke
over
een
aftrekposten
periode
voordat
in
aanmerking
moet
de belastingplichtige
nemen in dat
land is gaan wonen en werken. De Advocaat-Generaal aldaar verder
op dat
dit derde
land, uitgaande
merkt van de
volkenrechtelijke gewoontes op dit terrein, niet gehouden en naar nationaal verlenen waarin
voor
recht niet bij machte is om aftrek te
uitgaven
die
de belanghebbende
zijn gedaan
naar
het
in een periode
recht van
dat derde
land noch onbeperkt noch beperkt belastingplichtig was. 3.5.4. Ook zou, in navolging van het Hof en van de conclusie
van
de
Advocaat-Generaal
kunnen worden betoogd
(onderdeel' 7.10),
dat de bedoelde. vaste r~chtspraak
.
.
.
~
.
van het Hof van Justitie aldus moet worden uitgelegd, dat in een geval als het onderhavige voor beantwoording de vraag of de belastingplichtige nagenoeg
geheel
in
van
belang .Ls ,
waarin
slechts
belanghebbende
in een
(Nederland)
woont
werkt.
verwerft,
niet
de
het gehele belastingj aar bestaat
maar
(Duitsland)
Unie
zijn inkomen geheel of
'de werkstaat
situatie die gedurende
van
en
Indien
die
gedurende
de
lidstaat
van
in
andere
deze
een
de
benadering
periode Europese lidstaat
zou
worden
gevolgd is voor de beslissing relevant de periode in 2005 tot
1
april.
nagenoeg het
Aangezien
zijn gehele
negatieve
belanghebbende
in
die
periode
inkomen in Nederland verwierf,
inkomen
uit
de
eigen
woning
dan
zou door
- a -
Nr. 12/02305
Nederland
als
werkstaat
in
aanmerking
moeten
worden
genomen . .3.5.5.
Deze
laatste benadering
lijkt de Hoge Raad
meer voor de hand te liggen. Zoals de Advocaat-Generaal heeft opgemerkt in onderdeel 7.10 van zijn conclusie, kan de
inkomenstoets
periode
slechts
waarin
de
belastingplichtig
3.5.6.
Of
Commissie
belastingen ingezetenen waarvan
in
de
deze
voor
werknemer
werkstaat
die
buitenlands
en
binnenlands
21
december
bepaalde
verworven
juiste
1993
is, staat
inkomsten
zijn
van
betreffende die
zijn in een andere
zij ingezetene
aangeknoopt
de
twijfel, gelet op de Aanbeveling
van op
interpretatie
39, blz. 22). In'artikel wordt
aangelegd
in de woonstaat.
echter niet buiten de
betrokken
is
belastingplichtig
worden
door
de
niet-
Lid-Staat
dan
(94/79/EG, Pb. 1994, nr. L
2, lid 2, van die aanbeveling
bij het totale
~el~stbare
inkomen
in
een belastingjaar. 3 .5 .7. Justitie
De
biedt
bestaande
rechtspraak
onvoldoende
van
het
aanknopingspunten
Hof om
van deze
twijfel weg te nemen. 3.6. Gelet op het voorgaande
zal de Hoge Raad op de
voet van artikel 267 VWEU prejudiciële vragen voorleggen aan het Hof van Justitie met betrekking tot de uitlegging van het recht van de Europese Unie. 4. Beslissing De Hoge Raad verzoekt
het Hof van Justitie van de
Europese Unie uitspraak te doen over de volgende vragen:
1. Moet artikel
39 EG in die zin worden uitgelegd
dat de lidstaat waar een belastingplichtige
werkzaamheden
Nr. 12/02305
in
- 9 -
loondienst
uitoefent,
bij
rekening
dient
inkomstenbelasting persoonlijke geval
en gezinssituatie
waarin
(i)
deze
de
heffing
te
houden
heeft
gewerkt
woonde, geheel
(ii) of
terwijl hij
belastingplichtige
hij
zijn
nagenoeg
met
van de betrokkene
gedurende een deel·van het belastingjaar toen
geheel
in een
in die lidstaat
gedure~de
heeft
de
slechts
in een andere
inkomen
van
lidstaat
die
periode
verworven
in
die
werkstaat,
(iii) hij in de loop van het betrokken jaar is
gaan wonen
en werken
in een andere
staat, en
(iv) hij
over het gehele belastingjaar beschouwd zijn inkomen niet geheel of nagenoeg
geheel
in de eerstbedoelde
werkstaat
heeft verworven?
2. Maakt
het voor het antwoord op de eerste vraag
verschil of de staat waar de ·werknemer in de loop van het belastingj aar
is gaan wonen
en wez:ken,al dan. niet een
lidstaat van de Europese Unie is?
De
Hoge
schorst
Raad het
aanleiding
houdt
iedere
geding van
totdat
vorenstaand
verdere het
beslissing
Hof
van
verzoek
aan
Justitie
uitspraak
en
naar heeft
gedaan.
Dit
arrest
M.W.C.
_-_
is
Feteris
C.
Schaap,
Th.
Groeneveld,
griffier
gewezen als
P.M.F. in
F. Treuren,
13 december 2013.
door
de
voorzitter,
en
van
M.A.
Loon,
tegenwoordigheid
van
vice-president de
raadsheren
Fierstra de
en
waarnemend
en in het openbaar uitgesproken
op