SCHOOLGIDS dr. Aletta Jacobs College 2013/2014 02. SECTOR VWO/HAVO vwo (gymnasium en atheneum) Gymnasium en atheneum samen noemen we vwo (voorbereidend -wetenschappelijk onderwijs). Een vwoopleiding duurt in totaal zes jaar, inclusief het -brugjaar. Om het vwo met succes te kunnen doorlopen, moeten de leerlingen zelfstandig kunnen werken en leergierig en kritisch zijn. Het atheneum en het gymnasium zijn voor het grootste deel gelijk. Het verschil zit in de vakken Latijn en Grieks die de leerlingen op het gymnasium krijgen. Met een vwo-diploma kan men doorstromen naar de universiteit of kiezen voor een vervolgopleiding in het hoger beroepsonderwijs (hbo). havo Het havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) is een opleiding die inzicht en praktische vaardigheden vraagt, zoals zelfstandig studeren, samenwerken en presenteren. Deze opleiding duurt vijf jaar, inclusief het brugjaar. Met een havo-diploma kan men doorstromen naar klas 5 van het vwo of naar het hoger beroepsonderwijs (hbo). Maar men kan ook kiezen voor een mboopleiding (middelbaar beroepsonderwijs). havo/vwo ONDERBOUW (klas 1 t/m 3) De brugklas In de sector havo/vwo begint men bij ons op school in een van de volgende brugklassen: Brugklas vwo (onder andere met gymnasiumprofiel) Brugklas havo/vwo Het brugjaar havo/vwo is ervoor om de leerling te laten wennen aan het schoolsysteem. Alles is immers nieuw: de leraren, de klasgenoten, het gebouw, de vakken, het maken en leren van huiswerk. Dat is de reden dat we met het brugjaar havo/vwo starten met een wenperiode van 5 weken. In die periode van 5 weken ligt het accent op wennen aan elkaar en aan de school, aan het leren leren en ervaring opdoen met toetsen. Daarnaast is er in het brugjaar nog volop gelegenheid om te bepalen of de leerling in de goede stroom zit. Dat is dan ook de reden dat we de brugklas hebben ingedeeld in zogenaamde 'dakpanklassen'. Op die manier kunnen leerlingen gemakkelijk overstappen van het ene niveau naar het andere niveau. Wanneer over naar het tweede jaar? Om over te gaan naar het tweede leerjaar moet de leerling aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden verschillen per klas. In ieder geval dient de leerling een minimaal aantal punten te behalen. Deze punten zijn gebaseerd op de rapportcijfers. Sommige cijfers tellen zwaarder dan andere. Ook kijken we naar werkhouding, inzet, capaciteit en gedrag. De bevorderingsnormen staan vermeld op de website van de school. De normen staan op de deelschoolsites. Na de brugklas kunnen leerlingen doorstromen naar: gymnasium 2 atheneum 2 havo 2
Het tweede en derde leerjaar Het tweede en derde leerjaar havo/vwo staan in het teken van een goede voorbereiding op de jaren erna. Daarnaast ligt in het tweede leerjaar het accent op het maken van de juiste keuze voor de vervolgopleiding. Daartoe worden een aantal tests afgenomen.
Wanneer over naar het derde jaar? Om over te gaan naar het derde leerjaar moet de leerling aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden verschillen per klas. In ieder geval dient de leerling een minimaal aantal punten te behalen. Deze
punten zijn gebaseerd op de rapportcijfers. Sommige cijfers tellen zwaarder dan andere. De bevorderingsnormen staan vermeld op de website van de school. De normen staan op de deelschoolsites.
Derde leerjaar Bij de start van het derde jaar havo en vwo ontvangt de leerling een programma van toetsing (PT). Daarmee kan de leerling de studietijd voor een deel zelf plannen. We verdelen het schooljaar in vier periodes, die we steeds afsluiten met een toetsweek. Enkele weken na de toetsweek is er een herkansingsmogelijkheid. Na elke toetsweek volgt een rapport. Omdat de leerlingen in de 4e klas hun profiel moeten hebben gekozen, wordt er in klas drie veel aandacht besteed aan loopbaanoriëntatie en beroepskeuze (het lob-programma). Onder begeleiding van mentor en decaan onderzoeken leerlingen waar ze geïnteresseerd in zijn en welk profiel en welke vakken daarbij passen.
Tussentijdse overplaatsing Soms blijkt tijdens de eerste periode van het schooljaar, dat de leerling eigenlijk meer in een andere tweede of derde klas thuishoort. Dan kan er, afhankelijk van de rapportcijfers, worden overgestapt naar een lager of een hoger niveau. Overstappen naar een andere klas kan overigens alleen aan het einde van het eerste semester én als de klassengrootte het toelaat.
Keuze voor profielvakken Aan het eind van het derde jaar van zowel het vwo als het havo kiest de leerling een profiel uit de mogelijkheden: Cultuur & Maatschappij, Economie & Maatschappij, Natuur & Techniek of Natuur & Gezondheid. Elk profiel bestaat uit een gemeenschappelijk deel met verplichte vakken, een profieldeel met één of meer profielkeuzevakken en een zogeheten vrij deel. In het vrije deel kiezen de leerlingen nog twee vakken. In tenminste één van deze vakken moet eindexamen worden gedaan.
Onderbouw Algemeen Leerlingbegeleiding - de mentor De mentor heeft een heel belangrijke rol. De mentor heeft aandacht voor het welbevinden van de leerlingen. In de mentorlessen is er aandacht voor sociale vaardigheden, worden ze begeleid in hoe ze het best kunnen leren en in het omgaan met elkaar. De mentor is voor de leerling, de ouders en de andere docenten het eerste aanspreekpunt voor alles wat met de school te maken heeft. De mentor houdt de schoolprestaties in de gaten en bespreekt met de leerling en de ouders de oorzaken van eventuele problemen. En natuurlijk is de mentor betrokken bij alle activiteiten van en voor de klas zoals voorlichtingsavonden, begeleiding bij keuze voor studierichting, brugklaskamp, studielessen, klassenavonden, sportdagen, projecten, Verken je omgeving, kunstdagen, culturele activiteiten en schoolfeesten. Wat voor hulp de leerling ook nodig heeft, de mentor zorgt ervoor dat die hulp wordt geboden.
Wijze van leren: betekenisvol onderwijs – leren door te doen – doorlopende leerlijnen Samenwerken, presenteren, zelfstandig werken is niet te leren uit een boek, maar door te doen. Dat zullen de leerlingen dus ook merken in de lessen: niet alleen theorie, ook praktijk. Ze zullen regelmatig gebruik maken van de computer, bijvoorbeeld om een presentatie te maken of om dingen op te zoeken.
(V)erken je omgeving Drie dagen in de omgeving van Hoogezand-Sappemeer ruiken, proeven, onderzoeken, fietsen, een museum bezoeken, opdrachten uitvoeren. Verschillende vakken – o.a. aardrijkskunde, geschiedenis, biologie – werken hierbij samen.
Projecten Soms laten we het lesrooster los en werken de leerlingen samen met andere leerlingen rond een thema of onderwerp. Naast verplichte opdrachten zitten er in zo’n project ook altijd enkele keuzeopdrachten. Veel projecten zijn vakoverstijgend, dat wil zeggen dat voor meerdere vakken aan hetzelfde thema wordt gewerkt. Leerlingen werken regelmatig op de computer met als startpunt de elektronische leeromgeving 'It’s Learning'.
Culturele activiteiten In het jaarprogramma is voor iedere leerling van het eerste en tweede leerjaar een bezoek aan een museum – bijvoorbeeld het Groninger Museum of het Stripmuseum – gepland. Ook bezoeken de eerste- en tweedeklassers minimaal twee theatervoorstellingen. Dit kan een dans- of toneelvoorstelling zijn.
dr S-COOL art: de kunst-doe-dagen voor klas 1 en 2 Op het Aletta vinden we kunst en cultuur belangrijk. Bezig zijn met kunst is leuk en zorgt voor een nieuw evenwicht naast al het studeer- en leerwerk. De onderbouw biedt dan ook themadagen aan op het gebied van kunst. Het schooljaar telt enkele zogenaamde dr S-COOL art dagen. Tijdens deze dagen staan verschillende kunstdisciplines op het programma, te weten beeldende vorming, muziek en toneel. Ze geven de mogelijkheid om kennis te maken met deze kunstuitingen. Meer informatie over dr S-COOL art is te vinden op onze deelschool website.
Stagedagen beroepenoriëntatie voor klas 1 en 2 Deze dag is speciaal georganiseerd om de leerlingen kennis te laten maken met verschillende beroepen. Het is de bedoeling dat ze één dag(deel) mee lopen op iemands werk. In klas 1 gaan ze met een van de ouders mee. In klas 2 maken ze kennis met een ander beroep; een beroep dat ze leuk of interessant lijkt. Dat kan het beroep van de buurman/buurvrouw zijn, van een huisvriend, een familielid etc. De leerlingen gaan gedurende een dag meelopen op het bedrijf om te zien wat daar gebeurt, wat mensen doen en misschien mogen ze zelf ook wat doen. Ook krijgen ze van school enkele opdrachten mee.
Sport, (culturele)activiteiten, meerdaagse reis, excursies Op het Aletta wordt veel aan sport gedaan, de leerlingen maken er kennis met sporten die ze misschien nog niet kennen in de vorm van clinics en twee keer per jaar nemen ze deel aan een sportdag. De onderbouwleerlingen vieren samen klassenavonden, Sinterklaas en Kerst en andere schoolfeesten, zoals disco voor de onderbouw en er is een talentenjacht voor de hele school. Aan het begin van het 1e leerjaar gaan de brugklassers met hun klasgenoten naar het brugklaskamp in Noordlaren. En aan eind van het eerste leerjaar gaan ze op stap in het kader van projecten als “(Ver)ken je omgeving”. Naast bezoeken aan musea en culturele evenementen kunnen reizen worden gemaakt. Zo gaan leerlingen van de derde klas op excursie naar Duitsland en is er de mogelijkheid om deel te nemen aan de Ardennentocht: een jaarlijks terugkerend evenement waarbij (op vrijwillige basis) leerlingen te voet en met rugzak door de Ardennen trekken.
Gymnasium activiteiten Leerlingen uit de onderbouw gymnasium nemen deel aan de gymnasiumdag. Op die dag verdiepen alle gymnasiumleerlingen zich in thema’s over de oudheid d.m.v. creatieve (groeps)opdrachten, onderzoek, lezingen en een forumdiscussie. De dag wordt afgesloten met een gezamenlijke maaltijd en presentaties. Hiernaast hebben klas 1 en 2 gymnasium hun eigen op de klassieke cultuur gerichte excursie. Keuzevak ß+ werkplaats of Moderne Media voor de eerste klassen gymnasium, atheneum en havo In de brugklas havo/vwo krijgen de leerlingen een half jaar Moderne Media en een half jaar Beta+. Beide vakken
worden één uur per week gegeven. Beta+ is een vak waarin ze van alles leren over ontwerpen, over wetenschappelijk onderzoek en technologie. Er komen verschillende thema’s aan bod. Leerlingen zoeken naar antwoorden door denken en doen: op de computer, door te informeren bij de docent, bij de universiteit of bij het bedrijfsleven door eigen proefnemingen of door het maken van iets heel nieuws Het vak Moderne Media is een inleiding op de moderne toepassingsmogelijkheden binnen de kunst, zoals filmtechnieken, digitale fotografie, computeranimatie en geluid toepassing. Het vak wil de leerlingen aanspreken in hun eigen leefwereld, het wil hun uitdagen in creativiteit en het wil expressiemogelijkheden en (vormen)taal stimuleren, ontwikkelen en uitbreiden. De leerlingen werken aan het vergroten van visuele geletterdheid en taalrijkdom. Er is aandacht voor cultuuroverdracht, voor maatschappelijk relevante onderwerpen en mediawijsheid.
Cambridge Engels In de brugklas havo/vwo wordt Cambridge Engels (CE) aangeboden. Vanaf het tweede jaar bieden we dit alleen aan voor atheneum en gymnasium. Leerlingen uit de havo/vwo klas die doorgaan in havo kunnen dan niet meer deelnemen. Het eerste jaar kunnen leerlingen deelnemen die de instaptoets voldoende maken. Leerlingen maken aan het einde van het jaar een niveautest. Als het gewenste niveau is bereikt kunnen ze het jaar daarna weer verder. Als het gewenste niveau niet wordt gehaald dan stopt CE voor die leerling. Als een leerling later in wil stromen kan dat door de niveautest van het jaar ervoor als instaptest voldoende te maken. Elk jaar wordt CE anderhalf uur in de week aangeboden. Aan deelnemen zijn kosten verbonden. De Engelse methode waarmee we werken heet ‘Interactive’ en wordt uitgegeven door Cambridge University Press. Deze zal collectief worden aangeschaft door de school.
Niveau De eerste groep start met Interactive 1 en de tweede groep met Interactive 2. Het doel is om het PET examen te halen. PET staat voor Preliminary English Test en dit examen wordt afgenomen door University of Cambridge ESOL examinations. Het is een examen op gemiddeld niveau en test de beheersing van het gesproken en geschreven Engels in de dagelijkse omgeving. Na het PET examen kunnen de leerlingen doorstuderen voor het uiteindelijke doel, het FCE examen (First Certificate in English), een examen op hoog-gemiddeld niveau. Deze certificaten worden internationaal erkend.
havo/vwo BOVENBOUW De bovenbouw havo/vwo bestaat uit de vierde tot en met de zesde klas gymnasium en atheneum en de vierde en de vijfde klas havo. De bovenbouw heeft de opzet van een studiehuis: leren zelfstandig te studeren. Een belangrijke voorbereiding op de vervolgstudie. Op school beschikken we over veel faciliteiten die zelfstudie mogelijk maken.
De wijze van lesgeven: betekenisvol, leren door te doen, doorlopende leerlijnen We zijn op allerlei manieren bezig ons onderwijs aantrekkelijk te maken. In de sector havo/vwo werken we voor tal van vakken met zogenaamde leer-arrangementen’. Kenmerk daarvan is dat we leerlingen keuzemogelijkheden bieden om te leren op een wijze die het beste past bij hun manier van werken en leren. Sommige leerarrangementen vinden plaats binnen één vak, andere doen we vakoverstijgend. Met de ‘leerarrangementen’ bouwen we voort op wat en hoe er in de onderbouw is geleerd. ICT speelt op het dr. Aletta Jacobs College een belangrijke rol, natuurlijk in het vak informatica, maar ook bij andere vakken. Dit kan variëren van (zoek)opdrachten die op de computer worden gemaakt tot speciale projecten waarbij software en websites worden gemaakt.
Aletta-uren Alle klassen in de bovenbouw havo en vwo hebben twee Aletta-uren.
Klassen in de bovenbouw werken tijdens deze Aletta-uren onder andere aan hun profielwerkstuk en hebben op deze uren voor een aantal vakken de mogelijkheid om extra hulp te krijgen. Deze uren zijn beschikbaar voor alle leerlingen, maar sommige leerlingen zullen hiervoor worden uitgenodigd. In de laatste periode worden de leerlingen uit havo 4 en vwo 5 voorbereid op het profielwerkstuk, dat ze in de examenklas moeten gaan maken. Filosofie Vanaf het vierde leerjaar kunnen gymnasiumleerlingen kiezen voor filosofie. De gymnasiumleerlingen volgen Grieks en Latijn in het derde leerjaar, Grieks is vanaf leerjaar 4 facultatief. De gymnasiasten krijgen geen tekenen of handvaardigheid, daartoe ontbreekt het hun aan ruimte in het rooster.
Beoordeling, indeling schooljaar, rapportages (Programma van Toetsing en Afsluiting) havo en vwo In het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) staan alle beoordelingsmomenten en de overgangs- en herkansingsregelingen. De PTA’s worden aan het begin van de 4e klassen uitgereikt en gelden voor het hele schoolexamen. Het PTA geeft per vak precies aan welke toetsen er zijn, hoe zwaar ze wegen, in welke periode ze zijn en waarover ze gaan. vwo 6 en havo 5 staan vooral in het teken van het eindexamen. De bevorderingsnormen staan ook vermeld op de website van de school. Ze zijn te vinden op de deelschoolsites. Leerlingbegeleiding In de bovenbouw speelt naast de mentor ook de decaan een belangrijke rol. De decaan verschaft inlichtingen over vervolgopleidingen en beroepen. Het spreekt vanzelf dat in de bovenbouw veel aandacht wordt besteed aan loopbaanbegeleiding. Sport, meerdaagse reizen, excursies bovenbouw Tussen de leerlingen onderling, maar ook tussen scholen onderling, vinden jaarlijks sportwedstrijden plaats zoals de Athenespelen. En natuurlijk maken sportdagen onderdeel uit van het bewegingsonderwijs op het Aletta. Naast bezoeken aan musea en culturele evenementen kunnen reizen worden gemaakt. Bovendien is er een internationaliseringprogramma waarin de mogelijkheid tot uitwisselingen met andere scholen en stedenreizen is opgenomen. Speciaal voor de gymnasiumafdeling organiseren we eenmaal in de drie jaar een reis naar Rome of Griekenland. Daarnaast kunnen leerlingen deelnemen aan de Ardennentocht: een jaarlijks terugkerend evenement waarbij (op vrijwillige basis) leerlingen te voet en met rugzak door de Ardennen trekken. Zie voor meer informatie hoofdstuk 5. Gymnasium activiteiten Alle gymnasiumleerlingen nemen deel aan de gymnasiumdag. Op die dag verdiepen zij zich in thema’s over de oudheid d.m.v. creatieve (groeps)opdrachten, onderzoek, lezingen en een forumdiscussie. De dag wordt afgesloten met een gezamenlijke maaltijd en presentaties.