TECHNISCH RAPPORT GROEN ONDERWIJS Onderwijsverslag 2013/2014
April 2015
Inhoud 1. Inleiding .............................................................................................. 3 2. Groen vmbo ......................................................................................... 4 3. Groen mbo ......................................................................................... 14 4. Groen hoger onderwijs ........................................................................ 20
2
1. Inleiding Dit is het technisch rapport dat ten grondslag ligt aan het sectorhoofdstuk groen van het Onderwijsverslag 2013/2014. In dit rapport vindt u de verantwoording van onderzoeksgegevens in het sectorhoofdstuk groen voor het Onderwijsverslag over het schooljaar 2013/2014.
3
2. Groen vmbo 2.1 Databestanden en analysemethoden Voor de analyses naar arrangementen zijn de arrangementen VO per 1 september 2014 gebruikt. Voor de analyses naar examenresultaten de definitieve examengegevens van 2013 en de voorlopige van 2014. 2.2 Resultaten toezichtarrangementen - 5 jaar Zoals te zien in tabel 1 zijn binnen groen vmbo de minste basisarrangementen afgegeven in de gemengde/theoretische leerweg vmbo. Er is per 1 september 2014 één groene vmbo met een arrangement zeer zwak. Tabel 1 Toezichtarrangementen groen vmbo (exclusief pro-onderwijs) naar leerweg op 1 september 2014 (in aantallen en percentages, n 2014=204) Basisberoepsgerichte leerweg vmbo
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Gemengde/ theoretische leerweg vmbo
n
%
n
%
n
%
Basis
67
98,5
66
95,7
54
80,6
Zwak
1
1,5
2
2,9
13
19,4
Zeer zwak Totaal
0
0,0
1
1,4
0
0,0
68
100,0
69
100,0
67
100,0
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
In tabel 2 zijn de toezichtarrangementen van 1 september 2010 tot en met 1 september 2014 voor groen vmbo naast elkaar gezet. Hierin is te zien dat het percentage basisarrangementen in de basisberoepsgerichte leerweg voor het vierde jaar op rij gelijk is gebleven. Bij de kaderberoepsgerichte en vooral de gemengde/theoretische leerweg is deze fors toegenomen. Tabel 2 Toezichtarrangementen groen vmbo naar leerweg op 1 september 2010/2014 (in percentages, n 2014=204) Basisberoepsgerichte leerweg vmbo
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
n 2014 = 68
Basis Zwak
Gemengde/ theoretische leerweg vmbo
n 2014 = 69
n 2014 = 67
sept sept sept sept sept sept sept sept sept 2010 2011 2012 2013 2014 2010 2011 2012 2013
sept sept sept sept sept sept 2014 2010 2011 2012 2013 2014
89,6
95,7
65,8
59,7
61,7
69,1
80,6
37,1
36,8
98,6
98,6
98,6
98,5
89,4
89,7
91,3
89,9
10,4
1,4
1,4
1,4
1,5
10,6
10,3
7,3
10,1
2,9
31,6
30,9
19,4
Zeer zwak
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
1,4
0,0
1,4
2,6
3,2
1,5
0,0
0,0
Totaal
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
100
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
In figuur 1 staat het percentage basisarrangementen voor groen en overig vmbo voor 2010-2014. Meer gedetailleerde gegevens staan in tabel 3 tot en met 7. Deze gegevens laten zien dat het percentage basisarrangementen vanaf september 2011 voor de groene basisberoepsgerichte leerweg vmbo hoger is dan in het overige vmbo. Verder zien we dat bij de kaderberoepsgerichte leerweg het aantal basisarrangementen bij groen vanaf dit jaar hoger is dan bij basis. De gemengde/theoretische leerweg heeft nog altijd beduidend minder basisarrangementen bij het groen vmbo ten opzichte van het overige vmbo, maar is met een duidelijke inhaalslag bezig.
4
Figuur 1. Afdelingen met een basisarrangement per leerweg in groen en overig vmbo op 1 september 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 (in percentages, n groen vmbo=204)
Toezichtarrangementen basis naar groen en overig vmbo (in percentages) 100 95 90 85
overig basis
80
groen basis
75
overig kader
70
groen kader
65
overig gt
60
groen gt
55 50 sep-10
sep-11
sep-12
sep-13
sep-14
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Tabel 3 Toezichtarrangementen naar groen en overig vmbo op 1 september 2014 (in percentages, n groen vmbo=204) Basisberoepsgerichte leerweg vmbo
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Overig
Overig
n
Groen 394
68
Gemengde/ theoretische leerweg vmbo
Groen 404
Overig 69
Groen 702
67
Basis
95,2
98,5
92,1
95,7
90,6
80,6
Zwak
4,8
1,5
7,7
2,9
8,8
19,4
Zeer zwak
0,0
0,0
0,2
1,4
0,6
0,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
Totaal
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014 Tabel 4 Toezichtarrangementen naar groen en overig vmbo op 1 september 2013 (in percentages, n groen vmbo=206) Basisberoepsgerichte leerweg vmbo Overig n
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Groen 401
Overig 69
Gemengde/ theoretische leerweg vmbo
Groen 407
Overig 69
Groen 712
68
Basis
93,5
98,6
89,9
89,9
88,9
69,1
Zwak
5,7
1,4
9,6
10,1
10,0
30,9
Zeer zwak
0,7
,0
0,5
0,0
1,1
0,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
Totaal
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2013 Tabel 5 Toezichtarrangementen naar groen en overig vmbo op 1 september 2012 (in percentages, n groen vmbo=206) Basisberoepsgerichte leerweg vmbo
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Gemengde/ theoretische leerweg vmbo
5
Overig n
Groen 402
Overig 69
Groen 405
Overig 69
Groen 709
68
Basis
95,3
98,6
87,9
91,3
90,0
61,8
Zwak
4,0
1,4
11,6
7,2
9,2
36,8
,7
,0
,5
1,4
,8
1,5
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
Zeer zwak Totaal
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2012 Tabel 6 Toezichtarrangementen naar groen en overig vmbo op 1 september 2011 (in percentages, n groen vmbo=199) Basisberoepsgerichte leerweg vmbo Overig
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Groen
n
Overig
Gemengde/ theoretische leerweg vmbo
Groen
69
Overig
Groen
68
62
Basis
92,4
98,6
88,5
89,7
89,9
59,7
Zwak
6,6
1,4
10,3
10,3
9,0
37,1
Zeer zwak
1,0
,0
1,2
0
1,1
3,2
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
Totaal
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2011 Tabel 7 Toezichtarrangementen naar groen en overig vmbo op 1 september 2010 (in percentages, n groen vmbo=133) Basisberoepsgerichte leerweg vmbo
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Overig
Overig
n*
Groen 395
48
Gemengde/ theoretische leerweg vmbo
Groen 399
Overig 47
Groen 702
38
Basis
91,6
89,6
90,0
89,4
89,0
65,8
Zwak
7,3
10,4
8,8
10,6
10,0
31,6
Zeer zwak
1,0
0
1,3
0
1,0
2,6
99,9
100
100,1
100
100
100
Totaal
*Dit jaar ontbrak van een/twee grote aoc’s de toezichtarrangementen Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2010
6
2.3 Resultaten opbrengstoordelen – 3 jaar De opbrengsten van het voorgezet onderwijs: De inspectie beoordeelt de opbrengsten per afdeling aan de hand van vier indicatoren: - het rendement van de onderbouw - het rendement van de bovenbouw - het gemiddeld cijfer voor het centraal examen - het gemiddelde verschil tussen het schoolexamen en het centraal examen De opbrengstoordelen zijn gebaseerd op de opbrengsten van drie opeenvolgende jaren. 2.3.1 Totaal oordeel opbrengsten groen en overig vmbo Tabel 8 omvat de aantallen en percentages voor 2014. Hierin is te zien dat in het basis- en kaderberoepsgerichte onderwijs het groene onderwijs het beter doet dan het overige vmbo. Voor de gemengde/theoretische leerweg geldt het omgekeerde. Tabel 9 geeft een driejarenoverzicht. Hierin is te zien dat in 2014 voor vmbo gemengde/theoretische leerweg het percentage voldoende opbrengstoordelen hoger is dan het jaar ervoor. Voor het kaderberoepsgerichte vmbo is deze fractioneel hoger en voor het basisberoepsgerichte vmbo stabiel. Tabel 8 Aantal en percentage afdelingen met voldoende opbrengsten in het groene en overige vmbo in 2014 (n groen=203; n overig vmbo=1.481) Overig vmbo onvoldoende n
Groen vmbo
voldoende
%
n
%
onvoldoende n
Totaal
voldoende
%
n
%
onvoldoende n
voldoende
%
n
%
Basisberoepsgerichte leerweg vmbo
26
6,8
359 93,2
2
2,9
66 97,1
28
6,2
425 93,8
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
34
8,4
370 91,6
4
6,0
63 94,0
38
8,1
433 91,9
Gemengde/theoretische leerweg vmbo
75
10,8
617 89,2
16
23,5
52 76,5
91
12,0
669 88,0
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Tabel 9 Percentage afdelingen met voldoende opbrengsten in het groene en overige vmbo in 2012-2014 (n groen 2014=203) 2012
2013
2014
Overig vmbo
Groen vmbo
Overig vmbo
Groen vmbo
Overig vmbo
Groen vmbo
Basisberoepsgerichte leerweg vmbo
92,5
97,0
95,0
97,0
93,2
97,1
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
87,6
86,6
91,6
92,6
91,6
94,0
Gemengde/theoretische leerweg vmbo
86,6
58,1
88,9
70,6
89,2
76,5
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
2.3.2 De vier opbrengstindicatoren afzonderlijk voor vmbo-g/t Gezien de relatief lage opbrengsten voor vmbo gemengde/theoretische leerweg zijn voor deze onderwijssoort de vier afzonderlijke opbrengstindicatoren weergegeven. In tabel 10 is te zien dat de verschillen tussen groen en niet-groen voornamelijk gelden bij de oordelen met betrekking tot examen, en minder bij het rendement. In vergelijking met vorig jaar vallen twee dingen op: het rendement onderbouw is verslechterd, en het verschil SE-CE geringer geworden. Tabel 10 Aantallen en percentage (on)voldoende op de vier opbrengstindicatoren in 2014 (n groen vmbo(g)t = 69)
7
Overig vmbo Groen vmbo n Rendement onderbouw oordeel 3 jaar*
Rendement bovenbouw oordeel 3 jaar vmbo(g)t
%
n
%
141 14,0
12 16,4
153 14,1
Voldoende
868 86,0
61 83,6
929 85,9
84 12,6
7 13,0
91 12,6
582 87,4
47 87,0
629 87,4
95 13,6
16 23,5
111 14,5
603 86,4
52 76,5
655 85,5
Voldoende Onvoldoende Voldoende SE minus CE oordeel vmbo (g)t
n
Onvoldoende
Onvoldoende
CE-cijfer oordeel 3 jaar vmbo (g)t
%
Totaal
Zeer groot verschil
4
Groot verschil Gering verschil
0,6
0
0,0
4
0,5
72 10,3
26 37,7
98 12,7
624 89,1
43 62,3
667 86,7
* Het onderbouwrendement geldt voor de gehele vestiging, niet specifiek voor een afdeling.
In tabellen 11-13 zijn voor alle afdelingen de vier opbrengstindicatoren van de afgelopen drie jaar naast elkaar gezet. Daarin is te zien dat bij de gemengde/theoretische leerweg de percentages voldoende op het oordeel voor centraal examen en verschil se-ce de afgelopen jaren elk jaar zijn gestegen (tabel 11). Bij vmbo kader is een groter percentage afdelingen met een gering verschil SE-CE (tabel 12). Het rendement onderbouw is over de gehele linie verslechterd. Tabel 11 Percentage voldoende op de vier opbrengstindicatoren vmbo(g)t groen in de afgelopen drie jaar 2012, 2013 en 2014 (n groen vmbo-g/t 2014=69) 2012 n
2013 %
n
2014 %
n
%
Rendement onderbouw oordeel 3 jaar*
Voldoende
64 87,7
66 90,4
61 83,6
Rendement bovenbouw oordeel 3 jaar vmbo (g)t
Voldoende
41 87,2
41 85,4
47 87,0
CE-cijfer oordeel 3 jaar vmbo (g)t
Voldoende
39 62,9
49 72,1
52 76,5
SE minus CE oordeel vmbo (g)t
Gering verschil
21 33,3
36 52,9
43 62,3
* Het onderbouwrendement geldt voor de gehele vestiging, niet specifiek voor een afdeling
Tabel 11a Percentage voldoende op de vier opbrengstindicatoren vmbo(g)t overig in de afgelopen drie jaar 2012, 2013 en 2014 (n overig vmbo-g/t 2014 = 700) 2012 n
2013 %
n
2014 %
n
%
Rendement onderbouw oordeel 3 jaar*
Voldoende
851 84,8
861 85,5
868 86,0
Rendement bovenbouw oordeel 3 jaar vmbo (g)t
Voldoende
577 86,6
572 86,9
582 87,4
CE-cijfer oordeel 3 jaar vmbo (g)t
Voldoende
603 87,5
592 86,2
603 86,4
SE minus CE oordeel vmbo (g)t
Gering verschil
563 81,7
591 85,8
624 89,1
* Het onderbouwrendement geldt voor de gehele vestiging, niet specifiek voor een afdeling Tabel 11b combinatie Percentage voldoende op de vier opbrengstindicatoren vmbo(g)t overig en groen in de afgelopen drie jaar 2012, 2013 en 2014 (n groen vmbo-g/t 2014 = 69, n groen overig 2014 = 700) 2012
2013
Overig
Groen
Overig
n
n
n
%
%
%
2014
Groen n
%
Overig n
%
Groen n
%
8
Rendement onderbouw oordeel 3 Voldoende jaar*
851 84,8
64 87,7 861 85,5
66 90,4
868 86,0
61 83,6
Rendement bovenbouw oordeel 3 Voldoende jaar vmbo (g)t
577 86,6
41 87,2 572 86,9
41 85,4
582 87,4
47 87,0
CE-cijfer oordeel 3 jaar vmbo (g)t Voldoende
603 87,5
39 62,9 592 86,2
49 72,1
603 86,4
52 76,5
SE minus CE oordeel vmbo (g)t
563 81,7
21 33,3 591 85,8
36 52,9
624 89,1
43 62,3
Gering verschil
* Het onderbouwrendement geldt voor de gehele vestiging, niet specifiek voor een afdeling Tabel 12 Percentage voldoende op de vier opbrengstindicatoren vmbo kader in de afgelopen drie jaar 2012, 2013 en 2014 (n groen vmbo kader 2014 = 68) 2012 n
2013 %
n
2014 %
n
%
Rendement onderbouw oordeel 3 jaar*
Voldoende
64 87,7
66 90,4
61 83,6
Rendement bovenbouw oordeel 3 jaar vmbo kader
Voldoende
48 73,8
53 79,1
54 84,4
CE-cijfer oordeel 3 jaar vmbo kader
Voldoende
58 86,6
58 85,3
57 85,1
SE minus CE oordeel vmbo kader
Gering verschil
54 80,6
65 94,2
66 97,1
* Het onderbouwrendement geldt voor de gehele vestiging, niet specifiek voor een afdeling Tabel 13 Percentage voldoende op de vier opbrengstindicatoren vmbo basis in de afgelopen drie jaar 2012, 2013 en 2014 (n groen vmbo basis 2014 = 68) 2012 n
2013 %
n
2014 %
n
%
Rendement onderbouw oordeel 3 jaar*
Voldoende
64 87,7
66 90,4
61 83,6
Rendement bovenbouw oordeel 3 jaar vmbo basis
Voldoende
63 96,9
65 97,0
62 93,3
CE-cijfer oordeel 3 jaar vmbo basis
Voldoende
63 92,6
60 89,6
64 94,1
SE minus CE oordeel vmbo basis
Gering verschil
68
68
68
100
100
100
* Het onderbouwrendement geldt voor de gehele vestiging, niet specifiek voor een afdeling
9
2.4 Resultaten examens groen – overig vmbo In tabel 14 zijn de slaagpercentages van AOC en overig VMBO van 2013 en 2014 aangegeven. In tabel 15 t/m 19 zijn de examencijfers (centraal-, schoolexamen en verschil SE-CE) weergegeven per onderwijssoort naar sector en aoc. De cijfers zijn berekend over alle leerlingen heen en niet per school. Tabel 14 Slagingspercentages per leerweg in het groene en overige vmbo in 2013 (n overig = 91.999, n groen = 7.113) en 2014 (n overig = 93.845, n groen = 7.157). 2013
2014*
Overig
Groen
Overig
Groen
Basisberoepsgerichte leerweg vmbo
96,4
98,1
96,7
98,4
Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
93,0
94,3
94,7
96,8
Gemengde/theoretische leerweg vmbo
91,3
93,0
93,3
94,5
Totaal (over alle VMBO leerlingen)
92,7
95,4
94,3
96,7
* Gegevens gebaseerd op voorlopige cijfers Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Tabel 15 Gemiddeld cijfer alle leerlingen, alle vakken centraal examen, schoolexamen en verschil SE-CE voortgezet onderwijs, per onderwijssoort vmbo, examenjaar 2010 (n totaal vmbo = 52.543) CE cijfer alle vakken 2010 Regulier vo N Basisberoepsgerichte leerweg vmbo (+ leerwerktraject)
N
Gem.
Totaal N
Gem.
Verschil SE-CE alle vakken
Regulier Regulier vo AOC Totaal vo AOC Totaal Gem.
Gem. Gem.
Gem.
Gem. Gem.
Techniek
6852 6,53
0.
6852 6,53
6,47 .
6,47
-,06 .
-,06
Zorg en welzijn
6367 6,36
0.
6367 6,36
6,51 .
6,51
,16 .
,16
Economie
4708 6,41
0.
4708 6,41
6,48 .
6,48
,07 .
,07
401 6,49 3249 6,50 3650 6,50
6,57 6,59
6,59
,08
,09
,09
18328 6,44 3249 6,50 21577 6,45
6,49 6,59
6,51
,05
,09
,06
Landbouw Totaal Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Gem.
AOC
SE cijfer alle vakken
Techniek
6814 6,34
0.
6814 6,34
6,53 .
6,53
,19 .
,19
Zorg en welzijn
7950 6,11
0.
7950 6,11
6,57 .
6,57
,45 .
,45
Economie
7129 6,18
0.
7129 6,18
6,46 .
6,46
,28 .
,28
427 6,34 2716 6,19 3143 6,21
6,59 6,48
6,50
,24
,29
,28
22320 6,21 2716 6,19 25036 6,21
6,52 6,48
6,52
,31
,29
,31
Landbouw Totaal Gemengde/theoretische Techniek leerweg vmbo Zorg en welzijn Economie Landbouw Totaal
1043 6,31
0.
1043 6,31
6,57 .
6,57
,25 .
,25
1787 6,07
0.
1787 6,07
6,53 .
6,53
,45 .
,45
1775 6,12
0.
1775 6,12
6,50 .
6,50
,39 .
,39
103 6,23 1222 6,01 1325 6,03
6,67 6,69
6,68
,44
,68
,66
4708 6,15 1222 6,01 5930 6,12
6,53 6,69
6,56
,38
,68
,44
Tabel 16 Gemiddeld cijfer alle leerlingen, alle vakken centraal examen, schoolexamen en verschil SE-CE voortgezet onderwijs, per onderwijssoort vmbo, examenjaar 2011 (n totaal vmbo = 48.872) CE cijfer alle vakken 2011
SE cijfer alle vakken
Verschil SE-CE alle vakken
10
Regulier vo N Basisberoepsgerichte leerweg vmbo (+ leerwerktraject)
N
Totaal
Gem.
N
Gem.
Regulier Regulier vo AOC Totaal vo AOC Totaal Gem.
Gem. Gem.
Gem.
Gem. Gem.
Techniek
5994 6,42
0.
5994 6,42
6,46 .
6,46
,04 .
,04
Zorg en welzijn
5715 6,23
0.
5715 6,23
6,48 .
6,48
,24 .
,24
Economie
4459 6,32
0.
4459 6,32
6,45 .
6,45
,13 .
,13
457 6,45 2861 6,38 3318 6,39
6,54 6,52
6,52
,09
,14
,14
16625 6,33 2861 6,38 19486 6,34
,14
,14
Landbouw Totaal Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Gem.
AOC
6,47 6,52
6,47
,13
Techniek
6356 6,28
0.
6356 6,28
6,49 .
6,49
,21 .
,21
Zorg en welzijn
7347 6,01
0.
7347 6,01
6,52 .
6,52
,50 .
,50
Economie
6881 6,11
0.
6881 6,11
6,44 .
6,44
,32 .
,32
406 6,30 2515 6,12 2921 6,15
6,58 6,42
6,44
,28
,30
,30
20990 6,13 2515 6,12 23505 6,13
6,49 6,42
6,48
,35
,30
,35
Landbouw Totaal Gemengde/theoretische Techniek leerweg vmbo Zorg en welzijn Economie Landbouw Totaal
1124 6,25
0.
1124 6,25
6,57 .
6,57
,32 .
,32
1678 5,89
0.
1678 5,89
6,47 .
6,47
,59 .
,59
1824 5,97
0.
1824 5,97
6,45 .
6,45
,48 .
90 6,15 1165 6,03 1255 6,04
6,52 6,64
6,63
,37
,61
,48 ,59
4716 6,01 1165 6,03 5881 6,02
6,49 6,64
6,52
,48
,61
,51
Tabel 17 Gemiddeld cijfer alle leerlingen, alle vakken centraal examen, schoolexamen en verschil SE-CE voortgezet onderwijs, per onderwijssoort vmbo, examenjaar 2012 (n totaal vmbo = 46.090) CE cijfer alle vakken 2012 Regulier vo N Basisberoepsgerichte leerweg vmbo (+ leerwerktraject)
N
Totaal
Gem.
N
Gem.
Verschil SE-CE alle vakken
Regulier Regulier vo AOC Totaal vo AOC Totaal Gem.
Gem. Gem.
Gem.
Gem. Gem.
Techniek
5495 6,65
0
. 5495 6,65
6,43
.
6,43
-,22
.
-,22
Zorg en welzijn
5344 6,47
0
. 5344 6,47
6,45
.
6,45
-,02
.
-,02
Economie
4205 6,55
0
. 4205 6,55
6,40
.
6,40
-,14
.
-,14
383 6,55 2689 6,61 3072 6,61
6,47 6,50
6,50
-,08 -,11
-,11
15427 6,56 2689 6,61 18116 6,56
6,43 6,50
6,44
-,13 -,11
-,12
Landbouw Totaal Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Gem.
AOC
SE cijfer alle vakken
Techniek
6044 6,39
0
. 6044 6,39
6,47
.
6,47
,08
.
,08
Zorg en welzijn
7222 6,20
0
. 7222 6,20
6,48
.
6,48
,27
.
,27
Economie
6337 6,31
0
. 6337 6,31
6,40
.
6,40
,08
.
,08
396 6,32 2409 6,31 2805 6,31
6,47 6,35
6,37
,14
,05
,06
19999 6,30 2409 6,31 22408 6,30
6,45 6,35
6,44
,15
,05
,14
Landbouw Totaal Gemengde/theoretische Techniek leerweg vmbo Zorg en welzijn Economie Landbouw Totaal
1009 6,34
0
. 1009 6,34
6,57
.
6,57
,23
.
,23
1577 6,11
0
. 1577 6,11
6,48
.
6,48
,37
.
,37
1560 6,09
0
. 1560 6,09
6,39
.
6,39
,30
.
,30
102 6,21 1318 6,21 1420 6,21
6,49 6,54
6,54
,28
,33
,32
4248 6,16 1318 6,21 5566 6,17
6,47 6,54
6,48
,31
,33
,31
11
Tabel 18 Gemiddeld cijfer alle leerlingen, alle vakken centraal examen, schoolexamen en verschil SE-CE voortgezet onderwijs, per onderwijssoort vmbo, examenjaar 2013 (n totaal vmbo = 44.460) CE cijfer alle vakken 2013 Regulier vo N Basisberoepsgerichte leerweg vmbo (+ leerwerktraject)
N
Totaal
Gem.
N
Gem.
Verschil SE-CE alle vakken
Regulier Regulier vo AOC Totaal vo AOC Totaal Gem.
Gem. Gem.
Gem.
Gem. Gem.
Techniek
5023 6,68
0
. 5023 6,68
6,42
.
6,42
-,27
.
-,27
Zorg en welzijn
5227 6,51
0
. 5227 6,51
6,42
.
6,42
-,09
.
-,09
Economie
3845 6,61
0
. 3845 6,61
6,41
.
6,41
-,20
.
-,20
342 6,65 2719 6,65 3061 6,65
6,48 6,49
6,49
-,16 -,16
-,16
14437 6,60 2719 6,65 17156 6,61
6,42 6,49
6,43
-,18 -,16
-,18
Landbouw Totaal Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Gem.
AOC
SE cijfer alle vakken
Techniek
5763 6,35
0
. 5763 6,35
6,44
.
6,44
,09
.
,09
Zorg en welzijn
7211 6,18
0
. 7211 6,18
6,49
.
6,49
,31
.
,31
Economie
6180 6,31
0
. 6180 6,31
6,40
.
6,40
,09
.
,09
349 6,32 2351 6,29 2700 6,29
6,40 6,36
6,37
,08
,07
,08
19503 6,27 2351 6,29 21854 6,27
6,44 6,36
6,43
,17
,07
,16
Landbouw Totaal Gemengde/theoretische Techniek leerweg vmbo Zorg en welzijn Economie Landbouw Totaal
959 6,20
0
.
959 6,20
6,50
.
6,50
,30
.
,30
1662 6,07
0
. 1662 6,07
6,42
.
6,42
,35
.
,35
1565 6,10
0
. 1565 6,10
6,35
.
6,35
,25
.
,25
75 6,21 1189 6,12 1264 6,13
6,46 6,51
6,51
,25
,39
,38
4261 6,11 1189 6,12 5450 6,11
6,41 6,51
6,44
,30
,39
,32
Tabel 19 Gemiddeld cijfer alle leerlingen, alle vakken centraal examen, schoolexamen en verschil SE-CE voortgezet onderwijs, per onderwijssoort vmbo, examenjaar 2014* (n totaal vmbo = 43.633) CE cijfer alle vakken 2014 Regulier vo N Basisberoepsgerichte leerweg vmbo (+ leerwerktraject)
N
Totaal
Gem.
N
Gem.
Verschil SE-CE alle vakken
Regulier Regulier vo AOC Totaal vo AOC Totaal Gem.
Gem. Gem.
Gem.
Gem. Gem.
Techniek
4900 6,70
0
. 4900 6,70
6,42
.
6,42
-,28
.
-,28
Zorg en welzijn
5023 6,57
0
. 5023 6,57
6,43
.
6,43
-,14
.
-,14
Economie
3773 6,64
0
. 3773 6,64
6,41
Landbouw Totaal Kaderberoepsgerichte leerweg vmbo
Gem.
AOC
SE cijfer alle vakken
.
6,41
-,23
.
-,23
345 6,72 2686 6,72 3031 6,72
6,48 6,49
6,49
-,24 -,23
-,23
14041 6,64 2686 6,72 16727 6,65
6,42 6,49
6,43
-,22 -,23
-,22
Techniek
5580 6,36
0
. 5580 6,36
6,44
.
6,44
,07
.
,07
Zorg en welzijn
7197 6,24
0
. 7197 6,24
6,51
.
6,51
,27
.
,27
Economie
5867 6,32
0
. 5867 6,32
6,40
.
6,40
,08
.
,08
282 6,47 2426 6,34 2708 6,36
6,48 6,38
6,39
,01
,04
,03
18926 6,30 2426 6,34 21352 6,31
6,45 6,38
6,45
,15
,04
,14
Landbouw Totaal Gemengde/theoretische Techniek leerweg vmbo Zorg en welzijn
1080 6,38
0
. 1080 6,38
6,48
.
6,48
,10
.
,10
1609 6,18
0
. 1609 6,18
6,43
.
6,43
,25
.
,25
12
Economie
1590 6,24
.
6,38
,13
.
,13
75 6,36 1200 6,28 1275 6,29
6,57 6,54
6,54
,21
,26
,25
4354 6,26 1200 6,28 5554 6,26
6,43 6,54
6,45
,17
,26
,19
Landbouw Totaal
0
. 1590 6,24
6,38
*voorlopige cijfers
Daarnaast zijn er leerlingen die examen vmbo theoretische leerweg doen. Ook daarvan zijn de gemiddelde examencijfers op grijze en groene scholen naast elkaar gezet (tabel 20). Let hierbij op dat de aantallen in het groene onderwijs klein zijn. Bij het reguliere vo (grijs onderwijs) is geen onderscheid in sector mogelijk. Daarom zijn de aoc’s vergeleken met de gehele theoretische leerweg op het regulier vo. We zien we dat het gemiddelde CE-cijfer over alle vakken op groene scholen tot 2011 lager is dan op grijze scholen, maar vanaf 2012 is er scoren groene scholen gelijk of hoger dan grijze scholen. Het gemiddelde SE-cijfer is hoger op groene scholen ten opzichte van grijze scholen. Dit zorgt ervoor dat het gemiddelde verschil SE-CE groter is op AOC’s dan op grijs onderwijs. Tabel 20 Gemiddeld cijfer alle leerlingen, alle vakken centraal examen, schoolexamen en verschil SE-CE voortgezet onderwijs, vmbo theoretische leerweg, examenjaar 2010 tot en met 2014 Jaar
CE alle vakken Regulier vo N
Gem.
AOC N
Gem.
SE_alle_vakken Totaal N
Gem.
SE_min_CE_alle_vakken
Regulier vo
AOC Totaal
Regulier vo
AOC
Totaal
Gem.
Gem. Gem.
Gem.
Gem.
Gem.
2010
42694 6,30
928 6,25 43622 6,30
6,52 6,74
6,53
,22
,48
,23
2011
42713 6,15
831 6,12 43544 6,15
6,50 6,67
6,50
,34
,55
,35
2012
42625 6,30
824 6,33 43449 6,30
6,47 6,58
6,47
,17
,25
,17
2013
45624 6,29
854 6,29 46478 6,29
6,47 6,60
6,47
,19
,31
,19
2014*
46513 6,41
845 6,45 47358 6,41
6,48 6,59
6,48
,07
,15
,07
* voorlopige cijfers
13
3. Groen mbo Sinds 2012 onderzoekt de Inspectie van het Onderwijs ieder jaar vier AOC’s in het kader van de Staat van de Instelling (SVI). Inmiddels is het onderzoek uitgevoerd bij alle 12 de AOC’s en bij 57 andere bekostigde instellingen (ROC’s + Vakscholen). In de onderstaande analyses worden de uitkomsten van de SVI’s op instellings- en opleidingsniveau weergegeven waarbij er telkens onderscheid is gemaakt tussen AOC’s en de overige bekostigde instellingen in het mbo. Significante verschillen zijn gearceerd: Oranje : significant bij p<0.05.
3.1 Kwaliteitsborging op instellingsniveau Op instellingsniveau geeft de inspectie een oordeel over de kwaliteitsborging. In tabel 1a worden de aantallen instellingen weergegeven die een voldoende hebben gescoord en in tabel 1b worden de percentages instellingen met een voldoende weergegeven. Tabel 1a Aantal voldoende instellingen op het gebied kwaliteitsborging en de onderliggende aspecten en indicatoren periode 2012-2014 (n=69) Groen mbo Overig mbo n n (n=12) (n=57) 4. Kwaliteitsborging 3 28 4.1 Sturing * 8 45 4.1.1 Plannen 8 45 4.1.2 Informatie 10 52 4.1.3 Continuïteit 12 54 4.2 Beoordeling * 7 40 4.2.1 Monitoring 8 46 4.2.2 Evaluatie 9 41 4.3 Verbetering en verankering * 5 35 4.3.1 Verbeteraanpak 8 43 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 11 54 4.3.3 Verankering 5 36 4.4 Dialoog en verantwoording 11 55 4.4.1 Intern 12 55 4.4.2 Extern 11 55 *kernaspecten Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
14
Tabel 1b Percentage voldoende instellingen op het gebied kwaliteitsborging en de onderliggende aspecten en indicatoren (2012 en 2013 en 2014, n=69) Groen mbo Overig mbo (n=12) (n=57) % % 4. Kwaliteitsborging 25 49 4.1 Sturing * 67 79 4.1.1 Plannen 67 79 4.1.2 Informatie 83 91 4.1.3 Continuïteit 100 95 4.2 Beoordeling * 58 70 4.2.1 Monitoring 67 81 4.2.2 Evaluatie 75 72 4.3 Verbetering en verankering * 42 61 4.3.1 Verbeteraanpak 67 75 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 92 95 4.3.3 Verankering 42 63 4.4 Dialoog en verantwoording 92 96 4.4.1 Intern 100 96 4.4.2 Extern 92 96 *kernaspecten Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: met een chi2kwardraattoets en anova zijn geen significante verschillen gevonden tussen aoc’s en de overige bekostigde instellingen in het mbo. Wel valt op dat aoc’s vaak een onvoldoende scoren op kwaliteitsborging als geheel en op de eerste drie aspecten van kwaliteitsborging. Desalniettemin is de conclusie dat het beeld van kwaliteitsborging van de aoc’s overeenkomt met die van de overige bekostigde mbo-instellingen: bij veel instellingen blijft de beoordeling en verbetering & verankering van kwaliteitsborging achter. Bijna alle mbo- instellingen erin om hun dialoog en verantwoording op orde te hebben.
15
3.2 Scores op de vijf kwaliteitsgebieden op opleidingsniveau In de jaren 2012, 2013 en 2014 zijn er 48 opleidingen bij 12 aoc’s onderzocht. In de onderstaande tabellen wordt het percentage voldoende op de kwaliteitsgebieden van deze 48 opleidingen afgezet tegen de 240 opleidingen die zijn onderzocht bij de overige 57 bekostigde mbo-instellingen. Tabel 2a Percentage voldoende opleidingen op vijf kwaliteitsgebieden op opleidingsniveau periode 2012, 2013 en 2014 (groen, n=48, overig, n=240) Groen mbo Overig mbo % % 1 Onderwijsproces 82 84 2 Examinering en diplomering 90 48 3 Opbrengsten 85 79 4 Kwaliteitsborging 26 36 5 Naleving wettelijke vereisten 56 80 Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat opleidingen van aoc’s in vergelijking met opleidingen van de andere instellingen in het mbo vaker niet voldoen aan de wettelijke vereisten, maar wel vaker hun examinering en diplomering op orde hebben. Hieronder worden de gebieden 1, 2 en 4 uitgesplitst naar onderliggende aspecten en indicatoren (de gebieden 3 en 5 bestaan slechts uit 1 aspect en 1 indicator waarbij de scores gelijk zijn aan de score op het gebied). Tabel 2b Percentage voldoende opleidingen op de aspecten en indicatoren van het kwaliteitsgebied ‘onderwijsproces’ periode 2012-2014 (groen, n=48, overig, n=240) Groen mbo % 1 Onderwijsproces 82 1.1 Samenhang 95 1.1.1 Inhoud 96 1.1.2 Programmering 96 1.2 Maatwerk 68 1.2.1 Differentiatie 70 1.3 Didactisch handelen* 95 1.3.1 Interactie 93 1.3.2 Ondersteuning en begeleiding van de leeractiviteiten 94 1.3.3 Feedback op de leeractiviteiten en de leerresultaten 95 1.4 Leertijd 80 1.4.1 Benutting 81 1.4.2 Werkdruk 87 1.5 Leeromgeving 100 1.5.1 Schoolklimaat 100 1.5.2 Materiële voorzieningen 100 1.6 Intake & plaatsing 96 1.6.1 Voorlichting 98 1.6.2 Intake en plaatsing 96 1.7 Studieloopbaanbegeleiding* 87 1.7.1 Informatievoorziening 94 1.7.2 Studieloopbaanbegeleiding 87 1.8 Zorg 87 1.8.1 Eerste- en tweedelijnszorg 90 1.8.2 Derdelijnszorg 97 1.9 Beroepspraktijkvorming* 95 1.9.1 Voorbereiding studenten en bedrijven 95 1.9.2 Plaatsing 96 1.9.3 Begeleiding door leerbedrijf 100 1.9.4 Begeleiding door de opleiding 87
Overig mbo % 84 89 95 91 71 70 96 95 93 87 86 87 98 97 98 99 88 95 90 86 94 87 98 98 100 97 97 97 99 91
*kernaspecten Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
16
Toelichting: opleidingen van aoc’s scoren in vergelijking met opleidingen van overige bekostigde instellingen significant lager op: 1.4.2 Werkdruk 1.8 Zorg Hieronder de portretteksten uit het kader BVE 2012: 1.4.2 Werkdruk Er is een evenwichtige werkdruk, die bij een normale inspanning over de gehele opleiding of delen daarvan, zowel in het onderwijs als in de beroepspraktijkvorming en de bijbehorende examinering door de student als uitvoerbaar wordt ervaren. 1.8 Zorg Voor studenten met specifieke zorgbehoeften is er voldoende eerste- en tweedelijnszorg beschikbaar en er is een structurele samenwerking met derdelijnszorg buiten de instelling.
Tabel 2c Percentage voldoende opleidingen op de aspecten en indicatoren van het kwaliteitsgebied ‘examinering en diplomering’ periode 2012,2013 en 2014 (groen, n = 48, overig, n=237) Groen mbo % 2 Examinering en diplomering 90 2.1 Exameninstrumentarium* 100 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering 100 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 100 2.1.3 Cesuur 100 2.1.4 Beoordelingswijze 100 2.1.5 Transparantie 100 2.2 Afname en beoordeling* 98 2.2.1 Authentieke afname 100 2.2.2 Betrouwbaarheid 98 2.3 Diplomering* 92 2.3.1 Besluitvorming diplomering 94 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie 94
Overig mbo % 48 78 95 86 90 86 88 78 97 78 57 84 59
*kernaspecten Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: zoals uit het totaal oordeel op gebied 2 al is gebleken, is de examinering en diplomering van de aoc-opleidingen beter beoordeeld dan bij de ‘overige’ opleidingen. Op alle aspecten scoren de groene opleidingen beter. De sterke punten bij de groene opleidingen zijn het exameninstrumentarium (alle onderliggende indicatoren zijn net niet significant, maar het aspect als geheel is wel significant) en de verantwoordelijkheid van de examencommissie als onderdeel van het aspect diplomering. Tabel 2d Percentage voldoende opleidingen op de aspecten en indicatoren van het kwaliteitsgebied ‘kwaliteitsborging’ periode 2012,2013 en 2014 (groen, n = 48, overig, n=240) Groen mbo Overig mbo % % 4 Kwaliteitsborging 26 36 4.1 Sturing * 64 69 4.1.1 Plannen 64 68 4.1.2 Informatie 82 93 4.1.3 Continuïteit 100 94 4.2 Beoordeling * 65 57 4.2.1 Monitoring 73 77 4.2.2 Evaluatie 65 58 4.3 Verbetering en verankering * 33 47 4.3.1 Verbeteraanpak 54 60 4.3.2 Deskundigheidsbevordering 100 94 4.3.3 Verankering 43 52
17
4.4 Dialoog en verantwoording 4.4.1 Intern 4.4.2 Extern
83 85 92
91 94 95
*kernaspecten Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: geen significante verschillen tussen opleidingen van aoc’s en opleidingen van de overige bekostigde instellingen. Voor beiden geldt dat veel opleidingen nog niet voldoen aan de eisen die de inspectie stelt aan kwaliteitsborging. Tekortkomingen hebben vooral betrekking op de beoordeling, verbetering en verankering van kwaliteitszorg.
3.3 Vervolgtoezicht De bovenstaande analyses laten zien dat er bij de aoc’s tekortkomingen zijn geconstateerd waardoor vervolgtoezicht nodig is. Hieronder is een overzicht gemaakt van het vervolgtoezicht op peildatum 1 september 2013 en 1 september 2014. Tabel 3a Vervolgtoezicht mbo groen, peildatum 1 september 2013 en 1 september 2014 Totaal Arrangementen
Groen
Overig (exc. NBI’s)
N
N
N
N
1 sept 2013
1 sept 2014
1 sept 2013
1 sept 2014
Zwak
3
9
20
20
Zeer zwak
2
4
23
13
Onvoldoende examenkwaliteit
0
8
71
84
Onvoldoende kwaliteitsborging (opleidingen)
26
33
84
95
Onvoldoende kwaliteitsborging (instellingen)
7
8
17
19
Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: vorig jaar waren er op 1 sept geen groene opleidingen met onvoldoende examenkwaliteit, nu zijn dat er 8. Ook zijn er meer zwakke en zeer zwakke groene opleidingen gekomen. Bij meer instellingen en opleidingen is vervolgtoezicht n.a.v. onvoldoende kwaliteitsborging. Bij het overige bekostigde onderwijs (vakscholen en ROC’s) zien we een daling van de zeer zwakke opleidingen en evenveel zwakke opleidingen. Ook in het overige bekostigde onderwijs stijgt het aantal opleidingen tussen de peilmomenten dat vervolgtoezicht krijgt n.a.v onvoldoende examenkwaliteit en onvoldoende kwaliteitsborging. Hieronder het vervolgtoezicht naar aanleiding van de steekproeven SVI. Tabel 3b Vervolgtoezicht op tekortkomingen in het groen mbo en overig bekostigd mbo , periode 2012, 2013 en 2014 (groen, n = 48, overig, n=240) Groen mbo Overig mbo % % Zwak onderwijs 14 12 Zeer zwak onderwijs 4 4 Onvoldoende opbrengsten 11 16 Onvoldoende examenkwaliteit 10 52 Niet-naleving: onvoldoende kwaliteitsborging 74 64 Niet-naleving: andere wettelijke vereisten 44 20 Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
Toelichting: analoog aan de uitkomsten op de vijf kwaliteitsgebieden blijkt dat opleidingen van AOC’s minder vaak vervolgtoezicht hebben op de examinering en diplomering dan opleidingen van de overige bekostigde instellingen. Echter, opleidingen van AOC’s krijgen wel vaker vervolgtoezicht naar aanleiding van niet-naleving van wettelijke vereisten dan opleidingen van overige bekostigde instellingen.
18
3.4 Onderwijsresultaten Tabel 4a Percentage gediplomeerden in het bekostigd mbo naar sector in de periode 2008/2009– 2012/2013 (n=182.832) 2008/2009 2009/2010 Gem N Gem N Zorg & welzijn 76 55179 77 56262 Techniek 71 45050 74 47866 Economie 70 59326 72 61927 Groen 79 9081 78 10779 Combinatie 46 5340 50 5623 Totaal 72 173976 74 182457 Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2014
2010/2011 Gem N 76 57967 76 49728 73 61807 79 11605 55 7070 74 188177
2011/2012 Gem N 79 57916 80 50769 75 60875 79 11834 55 6517 77 187911
2012/2013 Gem N 83 57830 81 46384 77 60849 82 11483 56 6277 79 182823
Meer gediplomeerden in het groene mbo Al jaren stijgt het aantal studenten dat het mbo met een diploma verlaat. In het groene mbo is dat niet anders. In 2012/2013 verliet 82 procent van de studenten het groene onderwijs met een diploma; dat is een stijging van 3 procent t.o.v. van het vorige jaar. In 2012/2013 verlieten 9.500 studenten het groene mbo met een diploma. Het diploma-rendement van groene mbo-studenten ligt boven het landelijk gemiddelde.
19
4. Groen hoger onderwijs In dit hoofdstuk worden gegevens geanalyseerd ten behoeve van het sectorhoofdstuk Groen – Hoger onderwijs voor het Onderwijsverslag 2013/2014. 4.1 Databronnen en definities Databestanden 1. BRON HO (Basis Register Onderwijs (BRON) Hoger Onderwijs ) voormalig 1cijferHO BRON HO1 wordt beheerd door DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) en is door de inspectie bewerkt tot een cohortbestand en een inschrijvingenbestand. Cohortbestand Een cohort zoals door de inspectie gedefinieerd bestaat uit unieke hoofdinschrijvingen die 1 oktober van een jaar t de eerste keer voorkomen op een specifieke brin-isat combinatie (domein brin-isat). Op het cohortbestand worden de kengetallen instroom, switch, uitval en diplomarendement berekend. Neveninschrijvingen tellen niet mee Het gaat om een hoofdinschrijving aan een brin-isat. In het geval van meer dan één hoofdinschrijvingen gekoppeld aan een onderwijsnummer, is de inschrijvingsstatus van het domein ho leidend. Er wordt dus maar één hoofdinschrijving per onderwijsnummer geteld binnen een cohort. Een eerste hoofdinschrijving aan een brin-isat combinatie sluit niet uit dat de betreffende persoon al eerdere inschrijvingen heeft gehad in het ho aan andere brin-isat combinaties. Inschrijvingenbestand Het inschrijvingenbestand is het ontdubbeld BRON HO. Het inschrijvingenbestand bestaat uit unieke hoofdinschrijvingen per peildatum (1 oktober van jaar t). Op het inschrijvingenbestand wordt het aantal inschrijvingen naar relevante kenmerken berekend. Neveninschrijvingen tellen niet mee Het gaat om een hoofdinschrijving op 1 oktober van jaar t aan een brin-isat. In het geval van meer dan één hoofdinschrijvingen gekoppeld aan een onderwijsnummer, is de inschrijvingsstatus van het domein ho leidend. 2. CROHO (Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs) Croho wordt beheerd door DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) en is door de inspectie bewerkt tot een telbestand over een reeks van jaren waarbij per jaar het opleidingen aanbod, inclusief de bijbehorende opleidingskenmerken in croho, per 1 oktober van jaar t wordt geteld. Opleidingen die na 1 oktober van een bepaald jaar zijn gestart, tellen voor dat jaar niet mee in het totaal van het aanbod. 3. RASP (Registratie Aanmelding Selectie Plaatsing) Dit is het registratiesysteem van het Centraal Bureau Aanmelding en Plaatsing (CBAP) waarin onder meer de aanmeldingen van lotingsopleidingen worden geregistreerd en van waaruit de gegevensleveringen aan de onderwijsinstellingen plaatsvinden. Lotingsgegevens uit Rasp zijn per collegejaar door DUO aan de inspectie beschikbaar gesteld. De gegevens uit RASP zijn vervolgens gekoppeld aan het opleidingentelbestand dat uit croho is aangemaakt. 4. NSE (De Nationale Studenten Enquête)2 De Nationale Studenten Enquête (NSE) is het grootschalige landelijke onderzoek waarin jaarlijks bijna alle studenten in het hoger onderwijs worden uitgenodigd om hun mening te geven over hun opleiding. Alle NVAO-geaccrediteerde opleidingen aan hogescholen en universiteiten in Nederland kunnen participeren aan dit onderzoek. De NSE data geven een indicatie van hoe tevreden studenten zijn over hun opleiding. Dit wordt weergegeven met een cijfer tussen de 1 en 5. De NSE valt onder verantwoordelijkheid van Stichting Studiekeuze123. Stichting Studiekeuze123 is een initiatief van de NRTO, Vereniging Hogescholen en VSNU en de studentenorganisaties LSVb en ISO, en vertegenwoordigt daarmee het gehele hoger onderwijs. De NSE wordt uitgevoerd door onderzoeksbureau GfK Intomart in opdracht van Studiekeuze123. 1 In definities refereert de term bronHO ook aan zijn voorganger 1cijferHO (combinatie CRIHO/CROHO) 2 De databeschrijving is een bewerking van de website tekst van de bestandeigenaar
20
5. Schoolverlatersinformatiesysteem (SIS) 1999-2012, waaronder de HBO-monitor2 SIS bestaat uit een aantal verschillende schoolverlatersonderzoeken waarvoor elk najaar ongeveer tachtigduizend individuen worden benaderd. In de eerste plaats bevat het de gegevens uit een enquête gericht op schoolverlaters van het voortgezet onderwijs (HAVO, VWO) en het voorbereidend beroepsonderwijs (VMBO), de VO-Monitor. Daarnaast vindt er een jaarlijks onderzoek plaats onder schoolverlaters van de beroepsopleidende (BOL) en beroepsbegeleidende (BBL) leerwegen van het secundair beroepsonderwijs, de BVE-Monitor. In de derde plaats zijn opgenomen de gegevens uit de HBO-Monitor, die wordt gehouden onder afgestudeerden van het HBO. Het systeem beoogt een monitoringsinstrument van de transitie van school naar werk over de volle breedte van het onderwijs. Ontwerp, uitvoering en beheer van SIS berusten bij het ROA. Het veldwerk wordt verzorgd door DESAN Research Solutions te Amsterdam. Studentgegevens 1. Inschrijvingsjaar Het kalenderjaar waarin op teldatum 1 oktober unieke hoofdinschrijvingen worden geteld. 2. Hoofdinschrijving Unieke hoofdinschrijving in het hoger onderwijs (domein ho) op 1 oktober van jaar t. 3. Instroomcohort (cohortgrootte) (apart voor opleidingsvorm) Het aantal unieke hoofdinschrijvingen in het hoger onderwijs (domein ho) dat op 1 oktober van jaar t de eerste maal in bronHO voorkomt op een specifieke brin-isat combinatie. 4. Directe instroom Het aantal unieke hoofdinschrijvingen dat op 1 oktober van jaar t de eerste maal in bronHO voorkomt op een specifieke brin-isat combinatie waarvan geen eerdere inschrijving in bronHO bekend is. Doorstroom 5. Uitval Aantal unieke hoofdinschrijvingen van een opleiding dat op 1 oktober van jaar t de eerste maal in bronHO voorkomt in een brin-isat combinatie en op 1 oktober van jaar t+1 niet meer in bronHO voorkomt gedeeld door cohortgrootte * 100. 6. Opleidingsswitch Aantal unieke hoofdinschrijvingen van een opleiding (isat) dat op 1 oktober van jaar t de eerste maal in bronHO voorkomt in een brin-isat combinatie en op 1 oktober van jaar t+1 aan een andere opleiding (isat) staat ingeschreven gedeeld door cohortgrootte * 100. 7. Opleidingsswitch binnen de instelling Aantal unieke hoofdinschrijvingen van een opleiding (isat) dat op 1 oktober van jaar t de eerste maal in bronHO voorkomt in een brin-isat combinatie en op 1 oktober van jaar t+1 aan een andere opleiding (isat) van dezelfde instelling staat ingeschreven gedeeld door cohortgrootte * 100. 8. Instellingsswitch Aantal unieke hoofdinschrijvingen van een opleiding (isat) dat op 1 oktober van jaar t de eerste maal in bronHO voorkomt in een brin-isat combinatie en op 1 oktober van jaar t+1 aan een andere opleiding (isat) van een andere instelling staat ingeschreven gedeeld door cohortgrootte * 100. 6=7+8 Diplomarendement 9. Diploma aan initiële instelling Aantal unieke hoofdinschrijvingen aan een opleiding van een instelling dat op 1 oktober van jaar t de eerste maal in bronHO voorkomt in een brin-isat combinatie en op 1 oktober van jaar t+nominale studieduur+1 een diploma heeft behaald aan dezelfde instelling (exclusief propedeutische diploma’s) gedeeld door cohortgrootte * 100.
21
10. Diploma aan initiële instelling herinschrijvers (postpropedeutisch) Aantal unieke hoofdinschrijvingen aan een opleiding van een instelling dat op 1 oktober van jaar t de eerste maal in bronHO voorkomt in een brin-isat combinatie en op 1 oktober van jaar t+1 opnieuw aan de instelling staat ingeschreven en in jaar t+nominale studieduur+1 een diploma heeft behaald aan dezelfde instelling (exclusief propedeutische diploma’s) gedeeld door cohortgrootte * 100. 11. Nominale studieduur of benadering daarvan Opleidingssoort opleidingsfase opleidingsvorm o Hbo ad voltijd o Hbo ad deeltijd o Hbo bachelor voltijd o Hbo bachelor deeltijd o Hbo master voltijd o Hbo master deeltijd o Wo bachelor voltijd o Wo bachelor deeltijd o Wo master voltijd Wo master deeltijd o
nominale 2 2 4 4 1 1 3 3 1 1
studieduur
of 2 of 2 of 2 of 2
Aantal diploma’s 12. Aantal diploma’s exclusief neveninschrijvingen en dubbele hoofdinschrijvingen Aantal unieke hoofdinschrijvingen op 1 oktober van jaar t aan een brin-isat combinatie dat met een diploma (exclusief propedeutisch diploma) staat geregistreerd (gebaseerd op bewerkt inschrijvingenbestand). 13. Aantal diploma’s inclusief neveninschrijvingen en dubbele hoofdinschrijvingen Aantal inschrijvingen op 1 oktober van jaar t dat met een diploma (exclusief propedeutisch diploma) staat geregistreerd (gebaseerd op BRON HO). Opleidingsgegevens 14. Aantal opleidingen (uitgesplitst naar opleidingsvorm, bekostigingsstatus) Aantal actuele bekostigde en niet bekostigde voltijd en deeltijd/duale opleidingen (unieke brin-isat combinaties) dat per 1 oktober van jaar t in croho een actuele status heeft.
22
4.2 Aantal bekostigde en niet bekostigde groene opleidingen per 1 oktober 2013 GROEN: Aantal bekostigde opleidingen (voltijd en deeltijd/duaal) aan bekostigde instellingen in het wo en hbo naar opleidingsfase met ten minste één hoofdinschrijving, teldatum 1 oktober 2013 Voltijd
Deeltijd/duaal
Totaal
Groen ho Associate degree
Hbo
6
6
12
Bachelor
Hbo
35
7
42
Wo
18
0
18
0
1
1
27
0
27
Master
Hbo Wo
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
23
4.3 Tevredenheid studenten Percentage studenten dat tevreden is over de voltijd bachelor opleiding algemeen, sectoren hbo en wo 2010 - 2014
Hoger onderwijs Sectorover 2010 stijgend 2011
Onderwijs
Landbouw en natuurlijke omgeving
Natuur
Hbo % niet % % (zeer) ontevreden/ (zeer) ontevred niet tevred en tevreden en 0,0 0,0 100,0
Wo % niet % Aantal % (zeer) ontevreden/ (zeer) responden ontevred niet tevred ten en tevreden en 10 2,7 9,8 87,5
7,1
0,0
92,9
14
3,6
8,7
87,7
1276
2012
2,7
16,6
80,7
36
3,5
6,2
90,3
1368
2013
13,1
8,2
78,7
68
3,6
11,4
85,0
1769
2014
9,0
14,9
76,1
67
4,5
10,7
84,8
1959
2010
11,6
25,4
63,1
15762
2011
10,5
25,3
64,2
14927
2012
9,8
24,4
65,8
15286
2013
8,2
25,8
66,0
16956
2014
8,0
24,9
67,1
15056
2010
11,1
23,2
65,7
2756
2,9
10,1
87,0
1490
2011
10,4
22,2
67,4
2570
2,9
7,0
90,1
1369
2012
7,0
22,6
70,4
2026
2,3
7,0
90,8
1289
2013
6,9
22,5
70,6
3716
2,9
8,9
88,2
1761
2014
6,5
20,4
73,1
3273
2,7
8,0
89,3
1385
2010
4,9
11,8
83,2
5233
2011
4,9
12,7
82,5
4853
2012
4,2
12,1
83,8
3971
2013
3,5
13,2
83,3
5469
2014 Techniek
Gezondhei dszorg
Economie
Recht
Gedrag en
Aantal responden ten 1088
4,4
11,6
84,0
4551
2010
11,4
22,3
66,3
20246
5,0
14,1
80,8
7972
2011
10,4
22,4
67,1
17378
4,4
13,7
81,9
7369
2012
9,7
20,9
69,5
19796
4,0
12,1
83,9
4862
2013
7,9
21,4
70,7
24884
4,3
14,2
81,4
8180
2014
7,3
20,3
72,3
24791
4,0
13,7
82,3
7166
2010
10,3
23,1
66,6
11803
4,0
10,5
85,5
6784
2011
9,3
24,2
66,6
11272
4,0
10,5
85,5
6787
2012
8,8
22,9
68,3
13796
3,3
9,6
87,1
5660
2013
6,5
23,9
69,5
16390
3,2
12,4
84,5
8095
2014
5,9
21,2
72,9
16292
3,4
12,0
84,7
5869
2010
10,2
25,0
64,8
38198
6,3
16,3
77,4
7493
2011
10,2
25,7
64,1
33937
6,4
16,3
77,3
6332
2012
10,0
23,5
66,5
36984
6,8
16,1
77,1
4784
2013
8,6
25,6
65,8
47573
5,3
18,3
76,4
7894
2014
8,6
24,1
67,4
44958
5,1
16,1
78,8
5493
2010
8,1
21,9
70,0
2422
5,2
15,7
79,1
5183
2011
9,4
23,0
67,6
2123
4,5
15,4
80,1
4076
2012
9,5
22,7
67,8
2553
4,8
13,7
81,5
3002
2013
6,1
21,6
72,3
3409
4,8
16,8
78,4
4971
2014
5,8
19,8
74,4
3455
4,5
15,3
80,2
3240
2010
8,8
23,6
67,6
16379
5,1
13,7
81,3
12825
24
Percentage studenten dat tevreden is over de voltijd bachelor opleiding algemeen, sectoren hbo en wo 2010 - 2014
Hoger onderwijs maatschap 2011 pij 2012
Taal en cultuur
Hbo % niet % % (zeer) ontevreden/ (zeer) ontevred niet tevred en tevreden en 8,5 25,3 66,2
Wo % niet % Aantal % (zeer) ontevreden/ (zeer) responden ontevred niet tevred ten en tevreden en 14625 4,9 14,0 81,2
Aantal responden ten 11741
7,9
24,4
67,7
17012
5,7
13,7
80,7
8958
2013
5,5
24,6
69,9
22295
5,3
16,5
78,2
11990
2014
5,6
23,1
71,2
21011
5,0
15,0
80,0
9153
2010
7,9
20,0
72,1
4555
5,9
14,8
79,3
8658
2011
7,6
20,7
71,7
3743
5,5
15,1
79,4
7454
2012
8,7
19,5
71,7
4104
5,6
14,5
79,8
5834
2013
6,7
19,7
73,5
5823
5,0
15,9
79,1
7129
2014
7,7
20,9
71,4
4340
5,3
15,9
78,8
5265
Bron: NSE; studiekeuze123, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
25
Gemiddelde schaalscore (1-5) tevredenheid voorbereiding beroepsloopbaan, docenten en inhoud van de opleiding, voltijd bachelor, sectoren hbo en wo 2010 - 2014 Hbo
Hoger onderwijs Sectorover2010 stijgend 2011
Onderwijs
Landbouw en natuurlijke omgeving
Natuur
Score beroepsvoorb ereiding
Score docent
Wo
Score Score Aantal beroepsv inhoud respondent oorbereidi Score opleiding en ng docent
4,63
4,28
4,11
10
2,96
4,09
4,14
1088
4,37
4,41
4,28
14
3,00
4,11
4,16
1276
2012
4,18
4,09
3,89
36
3,12
4,20
4,26
1368
2013
4,08
4,03
3,88
68
3,09
4,05
4,13
1769
2014
3,93
3,99
3,87
67
3,05
3,99
4,05
1959
2010
4,06
3,68
3,44
15762
2011
3,99
3,64
3,45
14927
2012
4,01
3,69
3,49
15286
2013
3,94
3,63
3,46
16956
2014
3,96
3,65
3,48
15056
2010
3,66
3,52
3,43
2756
3,44
3,98
3,88
1490
2011
3,60
3,51
3,47
2570
3,48
4,02
3,97
1369
2012
3,69
3,58
3,54
2026
3,47
4,05
3,99
1289
2013
3,70
3,53
3,51
3716
3,42
4,00
3,95
1761
2014
3,69
3,55
3,53
3273
3,44
4,04
3,97
1385
2010
3,20
3,81
3,77
5233
2011
3,21
3,80
3,77
4853
2012
3,25
3,84
3,81
3971
2013
3,29
3,78
3,79
5469
2014 Techniek
Gezondheidszorg
Economie
Recht
Score inhoud Aantal opleiding respondenten
3,30
3,79
3,82
4551
2010
3,58
3,47
3,44
20246
3,27
3,66
3,66
7972
2011
3,56
3,52
3,49
17378
3,27
3,68
3,70
7369
2012
3,61
3,55
3,52
19796
3,32
3,73
3,74
4862
2013
3,60
3,52
3,52
24884
3,28
3,65
3,69
8180
2014
3,62
3,55
3,54
24791
3,32
3,68
3,71
7166
2010
3,70
3,61
3,49
11803
3,65
3,75
3,78
6784
2011
3,67
3,61
3,50
11272
3,67
3,74
3,79
6787
2012
3,69
3,63
3,55
13796
3,64
3,77
3,80
5660
2013
3,66
3,61
3,55
16390
3,62
3,72
3,77
8095
2014
3,71
3,63
3,58
16292
3,60
3,71
3,78
5869
2010
3,53
3,40
3,41
38198
2,90
3,53
3,58
7493
2011
3,49
3,41
3,42
33937
2,91
3,54
3,61
6332
2012
3,52
3,43
3,47
36984
2,91
3,56
3,62
4784
2013
3,49
3,38
3,45
47573
2,88
3,50
3,60
7894
2014
3,49
3,41
3,46
44958
2,89
3,54
3,62
5493
2010
3,55
3,51
3,49
2422
2,89
3,70
3,66
5183
2011
3,45
3,53
3,50
2123
2,91
3,76
3,70
4076
2012
3,50
3,51
3,53
2553
2,91
3,76
3,72
3002
2013
3,50
3,51
3,54
3409
2,85
3,67
3,65
4971
2014
3,55
3,57
3,59
3455
2,92
3,73
3,70
3240
26
Gemiddelde schaalscore (1-5) tevredenheid voorbereiding beroepsloopbaan, docenten en inhoud van de opleiding, voltijd bachelor, sectoren hbo en wo 2010 - 2014 Hbo
Hoger onderwijs Gedrag en 2010 maatschappij 2011
Score beroepsvoorb ereiding
Score docent
Wo
Score Score Aantal beroepsv inhoud respondent oorbereidi Score opleiding en ng docent
Score inhoud Aantal opleiding respondenten
3,72
3,54
3,46
16379
2,69
3,70
3,69
12825
3,64
3,52
3,47
14625
2,65
3,68
3,69
11741
2012
3,66
3,54
3,50
17012
2,65
3,67
3,69
8958
2013
3,63
3,50
3,50
22295
2,64
3,60
3,65
11990
2014
3,62
3,52
3,50
21011
2,68
3,66
3,66
9153
Taal en cultuur 2010
3,54
3,74
3,61
4555
2,59
3,81
3,70
8658
2011
3,57
3,74
3,64
3743
2,57
3,82
3,72
7454
2012
3,55
3,77
3,64
4104
2,56
3,83
3,74
5834
2013
3,60
3,71
3,65
5823
2,58
3,77
3,70
7129
2014
3,53
3,70
3,61
4340
2,64
3,80
3,72
5265
Bron: NSE; studiekeuze123, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
Percentage studenten groen en overig dat tevreden is over de voltijd bachelor opleiding algemeen, sectoren hbo en wo 2010 - 2014
100 90 80 70 60 50
overig
40
groen
30 20 10 0 2010
2011
2012 hbo
2013
2014
2010
2011
2012
2013
2014
wo
Bron: NSE; studiekeuze123, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
27
4.4 Inschrijvingen bekostigd ho
Groen hbo: geen voltijd masteropleidingen Groen wo: geen deeltijd/duale bachelor of masteropleidingen
GROEN: Aantal unieke hoofdinschrijvingen in hbo en wo naar opleidingsfase en opleidingsvorm, 2009-13 Hbo Wo Groen hbo Overig
Voltijd Ongedeeld
Associate degree
Bachelor
Master
Groen
Ongedeeld
Deeltijd/duaal
Voltijd 8806
396
2010
5999
115
2011
3914
14
2012
2338
0
2013
1402
0
2009
1205
1514
2010
1191
1906
2011
1586
2132
2012
2003
2259
2013
2718
2526
2009
316107
62000
144874
5945
2010
328480
61935
148671
5221
2011
339369
59000
152228
4165
2012
344563
52086
147003
2916
2013
364363
48609
150668
2397
2009
1623
11473
60559
5559
2010
1672
11850
68549
5814
2011
1680
10492
71476
5072
2012
1677
9361
75850
4352
2013
1901
9619
81360
4338
2009
35
2010
16
2011
1
2012
1
2013 Associate degree
Bachelor
Master
Deeltijd/duaal
2009
0
2009
105
64
2010
115
63
2011
159
110
2012
147
112
2013
136
95
2009
7250
1044
3212
2010
7604
1081
3504
2011
7828
977
3682
2012
8193
807
3709
2013
8949
715
4102
2009
20
2448
2010
26
2911
2011
41
3320
2012
61
3696
2013
68
4103
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
28
DEEL A: HBO 4.5 Instroom bekostigd hbo 4.5.1 Totale instroom in het bekostigd hbo GROEN: Directe en indirecte instroom hbo naar opleidingsfase en opleidingsvorm, 2009-2013 Directe instroom Groen hbo Sector Associate overig degree
Deeltijd/duaal 2009
N 604
% 61,5
2010
743
2011
Voltijd
Bachelor
Associate degree
378
% 38,5
57,3
553
802
58,9
2012
701
2013
919
2009
N 982
% 100,0
42,7
1296
100,0
560
41,1
1362
100,0
52,0
646
48,0
1347
100,0
59,1
636
40,9
1555
100,0
402
53,7
347
46,3
749
100,0
2010
331
49,3
340
50,7
671
100,0
2011
566
54,3
476
45,7
1042
100,0
2012
655
48,7
691
51,3
1346
100,0
2013
875
50,5
858
49,5
1733
100,0
10666
51,2
10161
48,8
20827
100,0
2010
10054
50,3
9915
49,7
19969
100,0
2011
8804
50,7
8572
49,3
17376
100,0
2012
7259
50,0
7249
50,0
14508
100,0
2013
5812
45,1
7086
54,9
12898
100,0
2009
80010
70,0
34218
30,0
114228
100,0
2010
79864
68,8
36145
31,2
116009
100,0
2011
80686
69,1
36137
30,9
116823
100,0
2012
80270
68,5
36866
31,5
117136
100,0
2013
86906
68,9
39233
31,1
126139
100,0
Deeltijd/duaal 2009
862
17,4
4106
82,6
4968
100,0
2010
669
14,8
3847
85,2
4516
100,0
2011
493
13,0
3306
87,0
3799
100,0
2012
446
11,8
3346
88,2
3792
100,0
2013
387
10,0
3472
90,0
3859
100,0
2009
236
26,9
642
73,1
878
100,0
2010
269
29,2
651
70,8
920
100,0
2011
307
32,9
627
67,1
934
100,0
2012
346
36,4
605
63,6
951
100,0
Voltijd
Sector groen
N
Totaal
Deeltijd/duaal 2009
Voltijd
Master
Indirecte instroom
2013
410
36,2
724
63,8
1134
100,0
Deeltijd/duaal 2009
18
60,0
12
40,0
30
100,0
2010
21
67,7
10
32,3
31
100,0
2011
46
56,8
35
43,2
81
100,0
2012
38
59,4
26
40,6
64
100,0
2013
16
33,3
32
66,7
48
100,0
2009
47
74,6
16
25,4
63
100,0
2010
55
76,4
17
23,6
72
100,0
2011
88
72,1
34
27,9
122
100,0
2012
48
67,6
23
32,4
71
100,0
Voltijd
29
GROEN: Directe en indirecte instroom hbo naar opleidingsfase en opleidingsvorm, 2009-2013 Directe instroom Groen hbo Bachelor
2013
N 49
% 55,1
Deeltijd/duaal 2009
147
2010
161
2011
% 100,0
56,9
341
100,0
53,7
348
100,0
124
54,4
228
100,0
44,1
95
55,9
170
100,0
45,1
89
54,9
162
100,0
2005
79,5
518
20,5
2523
100,0
2010
2077
77,5
602
22,5
2679
100,0
2011
1985
77,5
577
22,5
2562
100,0
2012
2090
76,9
627
23,1
2717
100,0
2013
2333
73,4
847
26,6
3180
100,0
Deeltijd/duaal 2009
2
10,0
18
90,0
20
100,0
2010
1
8,3
11
91,7
12
100,0
2011
3
11,1
24
88,9
27
100,0
2012
4
11,8
30
88,2
34
100,0
2013
5
20,8
19
79,2
24
100,0
Voltijd
N 40
% 44,9
43,1
194
46,3
187
104
45,6
2012
75
2013
73
2009
Totaal 89
Voltijd
Master
Indirecte instroom N
2009 2010 2011 2012 2013
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
30
4.5.2 Directe instroom3 in bekostigde associate degree en bachelor hbo opleidingen naar populatiekenmerken GROEN: Directe instroom associate degree en bachelor hbo naar opleidingsvorm, mannen en vrouwen, 2009-2013 (n > 100) Voltijd Man Groen hbo Sector Associate overig degree
Bachelor
Sector groen
Associate degree
2009
N 193
% 48,0
2010
149
2011
253
2012
Deeltijd/duaal Vrouw
N
Man
209
% 52,0
45,0
182
44,7
313
229
35,0
2013
342
2009
37844
2010
N
Vrouw
303
% 50,2
N 301
% 49,8
55,0
392
52,8
351
47,2
55,3
444
55,4
358
44,6
426
65,0
344
49,1
357
50,9
39,1
533
60,9
455
49,5
464
50,5
47,3
42166
52,7
4827
45,3
5839
54,7
37420
46,9
42444
53,1
4480
44,6
5574
55,4
2011
38189
47,3
42497
52,7
4079
46,3
4725
53,7
2012
37954
47,3
42316
52,7
3394
46,8
3865
53,2
2013
40290
46,4
46616
53,6
2779
47,8
3033
52,2
2009
4
2010 2011 2012 2013
Bachelor
2009
1084
54,1
921
45,9
2010
1127
54,3
950
45,7
2011
1103
55,6
882
44,4
2012
1176
56,3
914
43,7
2013
1313
56,3
1020
43,7
3 Zonder eerder e inschrijving in het HO 4 Instroom < 100
31
GROEN: Directe instroom associate degree en bachelor hbo naar opleidingsvorm, allochtonen/westerse autochtonen en niet-westerse allochtonen, 2009-2013 (n>100) Voltijd Autochtonen en westerse allochtonen Groen hbo Sector Associate overig degree
Bachelor
Sector groen
Associate degree
2009
N 353
% 87,8
2010
283
2011
482
2012
Deeltijd/duaal
Niet-westerse allochtonen N 49
% 12,2
85,5
48
85,3
83
521
79,5
2013
701
2009
66911
2010
Autochtonen en westerse allochtonen N
Niet-westerse allochtonen
555
% 91,9
N 49
% 8,1
14,5
696
93,7
47
6,3
14,7
736
91,9
65
8,1
134
20,5
621
88,6
80
11,4
80,1
174
19,9
811
88,2
108
11,8
83,7
13074
16,3
9103
85,4
1561
14,6
66981
84,0
12769
16,0
8627
85,8
1422
14,2
2011
67409
83,6
13185
16,4
7565
85,9
1239
14,1
2012
67172
83,8
12981
16,2
6200
85,4
1058
14,6
2013
72956
84,1
13838
15,9
5000
86,1
808
13,9
2009
5
2010 2011 2012 2013
Bachelor
2009
1902
94,9
103
5,1
2010
1951
93,9
126
6,1
2011
1895
95,5
90
4,5
2012
1987
95,1
102
4,9
2013
2162
94,0
139
6,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
5 Instroom < 100
32
GROEN: Directe instroom associate degree en bachelor hbo naar opleidingsvorm, vooropleiding voor ho, 2009-2013 (n>100) Voltijd Onbekend Groen hbo Sector overig
N Associate degree
Bachelor
Sector groen
Associate degree
Havo % 68,7
2010
246
74,3
2011
371
65,5
119
21,0
2012
493
75,3
111
16,9
2013
674
77,0
134
15,3
6
N
Overig buitenl_dip / eur bacc
Vwo
N 276
2009
%
Mbo
%
N
%
N
%
Overig N
%
2009
1882
2,4
24494
30,6
39611
49,5
5825
7,3
6636
8,3
1562
2,0
2010
1541
1,9
24196
30,3
40055
50,2
5615
7,0
6820
8,5
1637
2,0
2011
3069
3,8
23695
29,4
41270
51,1
5369
6,7
5481
6,8
1802
2,2
2012
3048
3,8
23522
29,3
41569
51,8
5132
6,4
5196
6,5
1803
2,2
2013
3510
4,0
26329
30,3
44636
51,4
5790
6,7
4421
5,1
2220
2,6
625
31,2
870
43,4
146
7,3
255
12,7
2009 2010 2011 2012 2013
Bachelor
2009 2010
600
28,9
929
44,7
148
7,1
322
15,5
2011
170
8,6
562
28,3
946
47,7
138
7,0
151
7,6
2012
145
6,9
579
27,7
1079
51,6
137
6,6
132
6,3
2013
199
8,5
652
27,9
1199
51,4
131
5,6
107
4,6
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
6 Instroom < 100
33
GROEN: Directe havo instroom met een gemiddeld CE cijfer lager dan een 7 associate degree en bachelor hbo naar opleidingsvorm, 2009-2013 (n>100) Voltijd
Deeltijd/duaal
CE hoger of gelijk aan 7 Groen hbo Sector overig
N Associate degree
2009
7
%
CE lager dan 7 N
CE hoger of gelijk aan 7 %
N
%
CE lager dan 7 N
%
2010 2011 2012 2013 Bachelor
Sector groen
Associate degree
2009
5634
16,2
29187
83,8
105
15,5
572
84,5
2010
5291
14,9
30305
85,1
103
14,4
613
85,6
2011
5603
15,4
30685
84,6
91
13,2
597
86,8
2012
6148
16,7
30595
83,3
98
18,1
443
81,9
2013
8209
20,6
31552
79,4
104
22,1
367
77,9
2009
152
19,1
643
80,9
2010
150
17,5
705
82,5
2011
157
18,3
703
81,7
2012
199
19,9
802
80,1
2013
267
24,6
819
75,4
2009 2010 2011 2012 2013
Bachelor
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
7 Instroom < 100
34
GROEN: Directe instroom associate degree en bachelor hbo naar opleidingsvorm, onderwijsloopbaan, 2009-2013 (n>100) Directe instroom hbo Groen hbo Sector overig
Associate degree
Bachelor
Sector groen
Associate degree
2009
N 402
% 53,7
2010
331
2011 2012
Voltijd Instroom hbo, afstroom uit wo N
N
Directe instroom hbo
343
% 45,8
N 604
% 61,5
49,3
331
49,3
743
566
54,3
462
44,3
655
48,7
683
50,7
2013
875
50,5
847
2009
80010
70,0
4100
3,6
2010
79864
68,8
4485
3,9
2011
80686
69,1
4006
2012
80270
68,5
4098
2013
86906
68,9
3905
2009
2005
2010 2011
Deeltijd/duaal Instroom hbo, afstroom uit wo N
%
Instroom hbo, afkomstig uit hbo 360
% 36,7
57,3
530
40,9
802
58,9
534
39,2
701
52,0
631
46,8
48,9
919
59,1
606
39,0
30118
26,4
10666
51,2
1002
4,8
9159
44,0
31660
27,3
10054
50,3
1093
5,5
8822
44,2
3,4
32131
27,5
8804
50,7
887
5,1
7685
44,2
3,5
32768
28,0
7259
50,0
788
5,4
6461
44,5
3,1
35328
28,0
5812
45,1
804
6,2
6282
48,7
79,5
452
17,9
2077
77,5
540
20,2
1985
77,5
519
20,3
2012
2090
76,9
565
20,8
2013
2333
73,4
768
24,2
8
%
Instroom hbo, afkomstig uit hbo
N
2009 2010 2011 2012 2013
Bachelor
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
8 Instroom < 100
35
4.6 Uitval en switch bekostigd voltijd hbo 4.6.1 Uitval één jaar na aanvang initiële hbo voltijd opleiding 9 GROEN: Uitval uit hbo binnen één jaar na start initiële voltijd bachelor opleiding, 2008-2012 (n>100) Geen uitval
Sector overig
Sector groen
Uitval
Totaal
2008
N 90090
% 85,2
N 15664
% 14,8
N 105754
% 100,0
2009
96253
84,3
17975
15,7
114228
100,0
2010
97277
83,9
18732
16,1
116009
100,0
2011
96213
82,4
20610
17,6
116823
100,0
2012
98285
83,9
18851
16,1
117136
100,0
2008
1910
85,5
325
14,5
2235
100,0
2009
2092
82,9
431
17,1
2523
100,0
2010
2193
81,9
486
18,1
2679
100,0
2011
2080
81,2
482
18,8
2562
100,0
2012
2261
83,2
456
16,8
2717
100,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
4.6.2 Switch één jaar na aanvang initiële hbo voltijd opleiding GROEN: Opleidingsswitch in hbo binnen één jaar na start initiële voltijd bachelor opleiding, 2008-2012 Geen switch
Sector overig
Sector groen
Switch
Totaal
2008
N 84644
% 80,0
N 21110
% 20,0
N 105754
% 100,0
2009
91500
80,1
22728
19,9
114228
100,0
2010
92602
79,8
23407
20,2
116009
100,0
2011
92906
79,5
23917
20,5
116823
100,0
2012
90881
77,6
26255
22,4
117136
100,0
2008
2009
89,9
226
10,1
2235
100,0
2009
2246
89,0
277
11,0
2523
100,0
2010
2363
88,2
316
11,8
2679
100,0
2011
2278
88,9
284
11,1
2562
100,0
2012
2361
86,9
356
13,1
2717
100,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
9 Volgens de definitie die de inspectie hanteert is uitval op alle niveaus hetzelfde: namelijk de student heeft na een jaar na aanvang van de opleiding geen inschrijving meer in bronHO
36
GROEN: Instellingsswitch in hbo binnen één jaar na start initiële voltijd bachelor opleiding, 2008-2012 Geen switch
Sector overig
Sector groen
Switch
Totaal
2008
N 93441
% 88,4
N 12313
% 11,6
N 105754
% 100,0
2009
100860
88,3
13368
11,7
114228
100,0
2010
102175
88,1
13834
11,9
116009
100,0
2011
102949
88,1
13874
11,9
116823
100,0
2012
101532
86,7
15604
13,3
117136
100,0
2008
2052
91,8
183
8,2
2235
100,0
2009
2307
91,4
216
8,6
2523
100,0
2010
2418
90,3
261
9,7
2679
100,0
2011
2341
91,4
221
8,6
2562
100,0
2012
2468
90,8
249
9,2
2717
100,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
37
4.7 Diplomarendement bekostigde voltijd hbo
4.7.2 Diploma behaald aan hbo instelling GROEN: Diploma aan instelling herinschrijvers na vijf jaar voltijd hbo bachelor, 20042008 Geen diploma
Sector overig
Sector groen
Diploma
Totaal
2004
N 24420
% 35,6
N 44226
% 64,4
N 68646
% 100,0
2005
25580
36,7
44067
63,3
69647
100,0
2006
26674
37,8
43934
62,2
70608
100,0
2007
27699
37,9
45458
62,1
73157
100,0
2008
31027
40,4
45799
59,6
76826
100,0
2004
565
31,8
1209
68,2
1774
100,0
2005
577
34,1
1116
65,9
1693
100,0
2006
575
37,6
956
62,4
1531
100,0
2007
576
37,8
948
62,2
1524
100,0
2008
629
39,4
969
60,6
1598
100,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
38
DEEL B: WO
NB IN WO GEEN DEELTIJD OF DUAAL BACHELOR OF MASTER GROENE SECTOR
39
4.8 Instroom bekostigd wo 4.8.1 Totale instroom in het bekostigd wo GROEN: Directe en indirecte instroom wo naar opleidingsfase en opleidingsvorm, 2009-2013 Directe instroom N Sector overig
% 11,9 13,0 15,0 15,8 13,4 62,5 60,4 60,7 63,8 65,8 4,9 5,1 6,3 6,4 4,6 13,1 14,3 15,4 14,7 15,6
Bachelor Deeltijd/duaal 2009 233 2010 212 2011 150 2012 112 2013 88 Voltijd 2009 33536 2010 32704 2011 33823 2012 33828 2013 37025 Master Deeltijd/duaal 2009 113 2010 109 2011 106 2012 97 2013 69 Voltijd 2009 4493 2010 5246 2011 5674 2012 6080 2013 6420 Sector Bachelor Deeltijd/duaal 2009 groen 2010 2011 2012 2013 Voltijd 2009 866 80,1 2010 931 80,2 2011 876 78,5 2012 984 81,7 2013 1206 79,0 Master Deeltijd/duaal 2009 2010 2011 2012 2013 Voltijd 2009 519 41,0 2010 623 41,8 2011 618 41,2 2012 668 36,2 2013 666 35,9 Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
Indirecte instroom
Totaal
N 1719 1413 850 597 570 20095 21443 21922 19156 19239 2202 2033 1570 1418 1422 29822 31465 31142 35259 34673
% 88,1 87,0 85,0 84,2 86,6 37,5 39,6 39,3 36,2 34,2 95,1 94,9 93,7 93,6 95,4 86,9 85,7 84,6 85,3 84,4
N 1952 1625 1000 709 658 53631 54147 55745 52984 56264 2315 2142 1676 1515 1491 34315 36711 36816 41339 41093
% 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
215 230 240 221 320
19,9 19,8 21,5 18,3 21,0
1081 1161 1116 1205 1526
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
746 867 883 1175 1191
59,0 58,2 58,8 63,8 64,1
1265 1490 1501 1843 1857
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
40
4.8.2 Directe instroom10 in bekostigd bachelor wo opleidingen naar populatiekenmerken GROEN: Directe instroom bachelor wo naar opleidingsvorm, mannen en vrouwen, 2009-2013 Voltijd Man Groen wo Sector overig
Sector groen
Deeltijd/duaal Vrouw
Man N
Vrouw
2009
N 16061
% 47,9
N 17475
% 52,1
2010
15387
47,0
17317
53,0
46,2
53,8
2011
16297
48,2
17526
51,8
47,3
52,7
2012
16375
48,4
17453
51,6
46,4
53,6
2013
17754
48,0
19271
52,0
47,7
52,3
2009
368
42,5
498
57,5
2010
369
39,6
562
60,4
2011
383
43,7
493
56,3
2012
431
43,8
553
56,2
2013
512
42,5
694
57,5
11
% 51,1
N
% 48,9
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
GROEN: Directe instroom bachelor wo naar opleidingsvorm, allochtonen/westerse allochtonen en niet-westerse allochtonen, 2009-2013 (n>100) Voltijd Autochtonen en westerse allochtonen Groen wo Sector overig
Sector groen
Deeltijd/duaal Niet-westerse allochtonen
Autochtonen en westerse allochtonen N
% 90,6
Niet-westerse allochtonen
2009
N 29856
% 89,0
N 3679
% 11,0
N
2010
29137
89,1
3564
10,9
91,5
8,5
2011
30109
89,0
3714
11,0
91,3
8,7
2012
30115
89,0
3711
11,0
87,5
12,5
2013
32779
88,7
4190
11,3
90,9
9,1
2009
11
96,5
3,5
2010
96,1
3,9
2011
96,8
3,2
2012
95,8
4,2
2013
95,7
4,3
11
% 9,4
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
10 Zonder eerder e inschrijving in het HO 11 n < 100
41
GROEN: Directe instroom bachelor voltijd wo naar opleidingsvorm, vooropleiding voor ho, 2009-2013 (n>100) Onbekend N Sector overig
Sector groen
Mbo
2009
689
% 2,1
2010
477
2011
N
Havo %
N 28726
% 85,7
3549
% 10,6
1,5
27618
84,4
4045
918
2,7
27834
82,3
2012
1321
2013
1944
3,9
27468
5,3
30446
2009
780
90,1
2010
836
89,8
2011
794
90,6
2012
903
91,8
2013
1101
91,3
12
N
Overig buitenl_dip / eur bacc
Vwo %
N
Overig N 420
% 1,3
12,4
444
1,4
4511
13,3
436
1,3
81,2
4401
13,0
530
1,6
82,2
4082
11,0
464
1,3
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
12 n < 100
42
GROEN: Directe vwo instroom met een gemiddeld CE cijfer lager dan een 7 in bachelor voltijd wo, 2009-2013 CE hoger of gelijk aan 7 N Sector overig
Sector groen
2009
10837
% 40,8
2010
9288
2011 2012
CE lager dan 7 N 15731
% 59,2
37,2
15675
62,8
8920
35,1
16472
64,9
9343
37,0
15875
63,0
2013
10834
38,8
17080
61,2
2009
318
43,3
416
56,7
2010
303
38,5
483
61,5
2011
277
36,7
477
63,3
2012
312
37,0
531
63,0
2013
394
38,5
629
61,5
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
GROEN: Directe instroom bachelor voltijd wo naar opleidingsvorm, onderwijsloopbaan, 2009-2013 (n>100) Instroom wo, opstroom uit Instroom wo, afkomstig uit Directe instroom wo hbo wo Sector overig
Sector groen
2009
N 33536
% 62,5
2010
32704
2011
N 7993
% 14,9
N 12102
% 22,6
60,4
8080
14,9
13363
24,7
33823
60,7
9240
16,6
12682
22,8
2012
33828
63,8
7852
14,8
11304
21,3
2013
37025
65,8
7511
13,3
11728
20,8
2009
80,1
13
2010 2011
7,5
12,4
80,2
7,1
12,7
78,5
10,0
11,5
2012
81,7
8,0
10,4
2013
79,0
7,0
14,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
13 n<100
43
4.8.3 Directe instroom in bekostigde master wo opleidingen uit hbo of wo bachelor naar populatiekenmerken GROEN: Instroom vanuit bachelor (hbo of wo) in master voltijd wo naar opleidingsvorm, mannen en vrouwen, 2009-2013 Man N Sector overig
Sector groen
Vrouw
2009
11970
% 46,2
2010
12635
2011 2012
N 13967
% 53,8
46,3
14652
53,7
12407
45,0
15161
55,0
14489
45,1
17604
54,9
2013
14026
44,6
17442
55,4
2009
284
41,8
395
58,2
2010
325
40,1
485
59,9
2011
379
45,4
455
54,6
2012
488
44,0
622
56,0
2013
456
40,5
671
59,5
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
GROEN: Instroom vanuit bachelor (hbo of wo) in master voltijd wo naar opleidingsvorm, allochtonen/westerse allochtonen en niet-westerse allochtonen, 2009-2013 Autochtonen en westerse allochtonen N Sector overig
Sector groen
2009
23249
% 89,6
2010
24307
2011 2012 2013
Niet-westerse allochtonen N 2688
% 10,4
89,1
2980
10,9
24644
89,4
2924
10,6
28583
89,1
3510
10,9
27900
88,7
3566
11,3
2009
91,6
14
2010
92,3
7,7
2011
93,0
7,0
2012
94,1
5,9
2013
93,4
6,6
8,4
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
14 n<100
44
GROEN: Instroom vanuit bachelor in mastervoltijd wo naar opleidingsvorm, hbo en wo instroom, 2009-2013 Hbo N Sector overig
Sector groen
Wo
2009
3362
% 13,0
2010
3094
2011
N 22575
% 87,0
11,3
24193
88,7
1297
4,7
26271
95,3
2012
1574
4,9
30519
95,1
2013
1487
4,7
29981
95,3
2009
194
28,6
485
71,4
2010
216
26,7
594
73,3
2011
188
22,5
646
77,5
2012
194
17,5
916
82,5
2013
222
19,7
905
80,3
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
45
4.9 Uitval en switch bekostigd voltijd wo 4.9.1 Uitval één jaar na aanvang initiële voltijd wo opleiding 15 GROEN: Uitval uit wo binnen één jaar na start initiële voltijd opleiding, 2008-2012 (n>100) Geen uitval Sector overig
Bachelor
Master
Sector groen
Bachelor
Master
Uitval
Totaal
2008
N 45628
% 92,7
N 3594
% 7,3
N 49222
% 100,0
2009
49733
92,7
3898
7,3
53631
100,0
2010
49796
92,0
4351
8,0
54147
100,0
2011
50826
91,2
4919
8,8
55745
100,0
2012
48903
92,3
4081
7,7
52984
100,0
2008
28148
92,8
2187
7,2
30335
100,0
2009
31853
92,8
2462
7,2
34315
100,0
2010
34057
92,8
2654
7,2
36711
100,0
2011
34711
94,3
2105
5,7
36816
100,0
2012
39126
94,6
2213
5,4
41339
100,0
2008
96,1
16
3,9
100,0
2009
96,2
3,8
100,0
2010
95,3
4,7
100,0
2011
96,1
3,9
100,0
2012
96,6
3,4
100,0
2008
96,5
3,5
100,0
2009
97,5
2,5
100,0
2010
96,6
3,4
100,0
2011
97,1
2,9
100,0
2012
97,2
2,8
100,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
15 Volgens de definitie die de inspectie hanteert is uitval op alle niveaus hetzelfde: namelijk de student heeft na een jaar na aanvang van de opleiding geen inschrijving meer in bronHO 16 n<100
46
4.9.2 Switch één jaar na aanvang initiële voltijd wo opleiding GROEN: Opleidingsswitch in wo binnen één jaar na start initiële voltijd opleiding, 2008-2012 (n>100) Geen switch Sector overig
Bachelor
Master
Sector groen
Bachelor
Master
Switch
Totaal
2008
N 36688
% 74,5
N 12534
% 25,5
N 49222
% 100,0
2009
39459
73,6
14172
26,4
53631
100,0
2010
39775
73,5
14372
26,5
54147
100,0
2011
40193
72,1
15552
27,9
55745
100,0
2012
38883
73,4
14101
26,6
52984
100,0
2008
28555
94,1
1780
5,9
30335
100,0
2009
32244
94,0
2071
6,0
34315
100,0
2010
34128
93,0
2583
7,0
36711
100,0
2011
35561
96,6
1255
3,4
36816
100,0
2012
40006
96,8
1333
3,2
41339
100,0
2008
800
83,7
156
16,3
956
100,0
2009
921
85,2
160
14,8
1081
100,0
2010
967
83,3
194
16,7
1161
100,0
2011
925
82,9
191
17,1
1116
100,0
2012
1009
16,3
1205
100,0
83,7
196
2008
98,2
17
2009
1,8
100,0
97,5
2,5
100,0
2010
97,4
2,6
100,0
2011
97,0
3,0
100,0
2012
97,7
2,3
100,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
17 n<100
47
GROEN: Instellingsswitch in wo binnen één jaar na start initiële voltijd opleiding, 2008-2012 Geen switch Sector overig
Bachelor
Master
Sector groen
Bachelor
Master
Switch
Totaal
2008
N 42665
% 86,7
N 6557
% 13,3
N 49222
% 100,0
2009
46419
86,6
7212
13,4
53631
100,0
2010
47260
87,3
6887
12,7
54147
100,0
2011
48875
87,7
6870
12,3
55745
100,0
2012
46605
88,0
6379
12,0
52984
100,0
2008
29898
98,6
437
1,4
30335
100,0
2009
33870
98,7
445
1,3
34315
100,0
2010
36258
98,8
453
1,2
36711
100,0
2011
36512
99,2
304
,8
36816
100,0
2012
40963
99,1
376
,9
41339
100,0
2008
859
89,9
97
10,1
956
100,0
2009
989
91,5
92
8,5
1081
100,0
2010
1065
91,7
96
8,3
1161
100,0
2011
1020
91,4
96
8,6
1116
100,0
2012
1105
91,7
100
8,3
1205
100,0
2008
18
99,9
,1
100,0
2009
99,4
,6
100,0
2010
99,9
,1
100,0
2011
99,7
,3
100,0
2012
99,5
,5
100,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
18 n<100
48
4.10 Diplomarendement bekostigd voltijd wo GROEN: Diploma aan instelling herinschrijvers na vijf jaar voltijd wo bachelor, 20052009 Geen diploma Sector overig
Sector groen
Diploma
Totaal
2005
N 16293
% 47,3
N 18172
% 52,7
N 34465
% 100,0
2006
16364
46,8
18590
53,2
34954
100,0
2007
16033
43,5
20863
56,5
36896
100,0
2008
14157
36,4
24719
63,6
38876
100,0
2009
14871
35,1
27510
64,9
42381
100,0
2005
261
46,7
298
53,3
559
100,0
2006
281
45,2
341
54,8
622
100,0
2007
275
38,4
442
61,6
717
100,0
2008
266
32,4
556
67,6
822
100,0
2009
269
28,4
678
71,6
947
100,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2014
GROEN: Diploma aan instelling na twee jaar (éénjarige master) of drie jaar (tweejarige master) voltijd wo master, 2006-2010 Hoger
éénjarige master (60 ects)
odnerwijs Sector overig
Sector groen
Geen diploma
Diploma
tweejarige master (120 ects)
Totaal
Geen diploma
Diploma
Totaal
N
%
N
%
N
%
N
%
N
%
N
%
2006
5866
32,6
12133
67,4
17999
100,0
2242
30,1
5204
69,9
7446
100,0
2007
6750
33,6
13337
66,4
20087
100,0
2501
31,7
5393
68,3
7894
100,0
2008
6772
32,9
13838
67,1
20610
100,0
2442
29,4
5874
70,6
8316
100,0
2009
7622
32,7
15662
67,3
23284
100,0
2443
26,9
6645
73,1
9088
100,0
2010
6567
26,5
18259
73,5
24826
100,0
2551
27,0
6882
73,0
9433
100,0
2006
135
14,3
811
85,7
946
100,0
2007
101
10,7
842
89,3
943
100,0
2008
130
12,0
955
88,0
1085
100,0
2009
157
12,4
1108
87,6
1265
100,0
2010
240
16,1
1250
83,9
1490
100,0
Bron: bronHO; DUO, bewerkingen Inspectie van het Onderwijs, 2015 / excl. masters met 90, 180 of 240 ects (4,5%)
49