Flemovo 2013/2014 Urk Samenvatting
48%
77%
25%
16%
76%
36%
19%
48%
6%
17%
A
lgemene kenmerken Op Urk hebben in het afgelopen schooljaar (2013/2014) 420 jongeren uit klas 2 en klas 4 een digitale vragenlijst ingevuld. Deze vragenlijst, de Flemovo, is gebaseerd op de bestaande landelijke jongeren enquête, de Emovo (Elektronische Monitoring en Voorlichting). Zes op de tien zitten in klas 2 (61%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 14,2 jaar.
Iets meer dan de helft is jongen (54%). Bijna alle jongeren zijn autochtoon (98%). 93% van de jongeren woont bij vader en moeder thuis. 2% woont bij vader of moeder met partner. Daarnaast woont 4% in een éénoudergezin.
Verdeling respondenten over schooltypes Schooltype
Percentage
Brugklas
8%
Vmbo theoretische leerweg
25%
Vmbo overig
34%
Havo
21%
Vwo
12%
S
chool Jongeren brengen veel tijd op school door. Naast het volgen van een opleiding is school voor veel van hen ook een belangrijke plek om sociale contacten te onderhouden. Aan de jongeren is gevraagd hoe zij het vinden op school. Op Urk vindt 48% het leuk op school (voor heel Flevoland is dat ook 48%). Nog eens 43%
vindt dat het wel gaat en 9% vindt het niet leuk. Aan jongeren die aangegeven hebben school niet leuk te vinden of ‘dat het wel gaat’, is gevraagd waarom zij dat vinden. De meest genoemde redenen waarom het niet zo leuk is zijn: •
vakken zijn niet leuk;
•
manier van lesgeven is niet leuk;
•
leerling ziet geen nut in school.
In welke mate kinderen zichzelf kunnen zijn in de klas zegt iets over de cultuur binnen een klas. Niet jezelf kunnen zijn heeft soms ook invloed op de weerbaarheid van kinderen. Van de Urkse jongeren geeft 83% aan zichzelf te kunnen zijn in de klas. Ook geeft 89% aan met een docent te kunnen praten op school als ze ergens mee zitten. In Flevoland ligt dat met 83% iets lager. 16% van de jongeren heeft recent gespijbeld. Dit ligt boven het landelijk gemiddelde van 12% en het Flevolands gemiddelde (Van Dorsselaer et al. 2010). Daarnaast is 47% ziek geweest in de laatste vier weken voorafgaand aan het onderzoek. In Flevoland ligt dat op 37%.
G
ezondheid Ervaren gezondheid is een indicator voor kwaliteit van leven. Ruim driekwart van de jongeren vindt dat het goed gaat, 18% vindt dat het ‘wel gaat’ en 5% ervaart de gezondheid als slecht. Dit ligt rond het Flevolands gemiddelde.
Ook onder jongeren komen al chronische ziekten voor. Zo geeft 16% aan migraine te hebben. Daarnaast heeft 13% astma/bronchitis. ADHD wordt door 4% van de jongeren gerapporteerd en 6% is chronisch vermoeid. Deze percentages liggen rond het Flevolands gemiddelde. Allergieën komen ook voor bij de jongeren: •
21% heeft hooikoorts;
•
11% heeft een allergie voor huisstofmijt;
•
8% heeft een voedingsallergie.
L
ekker in je vel? Bij pesten probeert een persoon (of meerdere personen) een andere persoon schade toe te brengen. Dit kan fysiek, verbaal of psychologisch zijn. Tegenwoordig wordt pesten ook veel digitaal of mobiel gedaan, bijvoorbeeld via Whatsapp of Facebook. De macht is ongelijk verdeeld tussen de personen. Op Urk wordt 6%
op school gepest en 17% pest zelf. Digitaal wordt 2% gepest. Ook is gekeken naar hoeveel jongeren zowel zelf pest als gepest wordt op school. Op Urk is dit 2%. Met 11% ligt het pesten gemiddeld in Flevoland lager dan op Urk. Van de Urkse jongeren geeft 25% aan wel eens onder druk van een groep iets gedaan te hebben wat hij/zij normaal niet zou doen, zoals stelen, spijbelen, iemand bedreigen of vandalisme. Dit is hoger dan het Flevolands gemiddelde. Aan de jongeren is een aantal vragen gesteld over ‘lekker in je vel zitten’. Hieruit blijkt dat 5% een verhoogd risico heeft op een psychosociaal probleem. Dit is gelijk aan het Flevolands gemiddelde. Ook is gevraagd of jongeren wel eens aan zelfmoord denken. Op Urk denkt 86% nooit aan zelfmoord, 13% een enkele keer en 1% vaak. Dit ligt ongeveer gelijk aan het Flevolands gemiddelde. Van alle ondervraagde jongeren heeft 2% wel eens een poging tot zelfmoord gedaan. Dat ligt gelijk aan het Flevolands gemiddelde.
G
ewicht Gezond gewicht is belangrijk. Jongeren met overgewicht hebben meer kans op een aantal chronische ziekten, zoals diabetes en hart- en vaatziekten. Daarnaast heeft overgewicht ook invloed op de psychosociale gezondheid. Ondergewicht heeft andere risico’s; jongeren kunnen een tekort hebben aan voedingsstoffen
of zich moe en lusteloos voelen. Daarnaast kan ondergewicht leiden tot concentratieverlies. Van de Urker jongeren heeft 7% ondergewicht, 76% normaal gewicht en 16% heeft overgewicht. Dit ligt rond het Flevolands gemiddelde.
Gewicht 2013/2014
Overgewicht Almere Dronten Lelystad
Normaal gewicht
Noordoostpolder Urk Zeewolde Flevoland
Ondergewicht
0%
20% 40% 60% 80% 100%
B
ewegen Bewegen is belangrijk om de energiebalans in stand te houden. Daarnaast verlaagt bewegen het risico op een aantal chronische aandoeningen zoals bijvoorbeeld diabetes, beroerte, depressie en botontkalking. Zeven op de tien geven aan te sporten (35% bij vereniging, 20% zelf, 15% bij beide).
76% van de leerlingen sport/beweegt minstens 2 uur per week. Dat is inclusief wandelen en fietsen naar school. Tv kijken, gamen, internetten, chatten, appen, etc. horen bij de jongeren van deze tijd. Tv kijken en gebruik maken van de computer behoren tot sedentair (weinig energie verbruikend) gedrag. Kinderen van 4 tot 17 jaar krijgen het advies niet langer dan twee uur per dag te computeren en/of televisie/dvd te kijken in de vrije tijd (Hendriksen et al. 2010a). Hier voldoet 15-20% van de adolescenten in Nederland niet aan. Daarnaast is er een risico op verslaving als jongeren deze media veel gebruiken. Er zijn geen vragen gesteld over problematisch of verslavend gebruik van internet of gamen, maar wel over hoe vaak jongeren per dag gamen, tv kijken en internetten. Jongeren kijken gemiddeld 1,1 uur per dag tv, gamen 1 uur per dag en internetten 2,4 uur per dag. Hieruit valt niet te concluderen of jongeren teveel sedentair gedrag vertonen, omdat de hierboven genoemde uren niet bij elkaar opgeteld kunnen worden. Jongeren internetten bijvoorbeeld terwijl ze tv kijken. Dat neemt niet weg dat jongeren per dag minimaal 2,4 uur stil zitten, bovenop de uren die zij in de schoolbanken (zittend) doorbrengen. Het stimuleren van beweging, op een manier die jongeren aanspreekt, blijft zeer belangrijk.
Zittend gedrag (uren per dag) Gamen
Flevoland
Internetten
Urk
TV kijken
0
1
2
3
4
V
oeding Naast bewegen is ook voeding belangrijk voor een goede energiebalans. Daarnaast zijn voedingsstoffen belangrijk voor de gezondheid en groei van de jongeren. Ontbijten is belangrijk om de spijsvertering op gang te brengen, maar ook voor concentratie. Ontbijten, gezonde voeding en voldoende beweging
hebben dus een positieve invloed op de leerprestaties. Op Urk ontbijt 86% van de jongeren minstens vijf dagen per week. Daarnaast eet 34% elke dag groente en 28% elke dag fruit. Uit landelijke cijfers blijkt dat 35% dagelijks fruit eet en 40% dagelijks groente (Van Dorsselaer et al. 2010). Energydrinks zijn populair onder jongeren. Onderzoek van het Voedingscentrum onder 11 tot 18-jarigen laat zien dat meer dan de helft van de jongeren wel eens energydrinks gebruikt. De jongeren drinken deze drankjes omdat ze het lekker vinden. De jongste leeftijdsgroep van het onderzoek drinkt het ook om erbij te horen. Op latere leeftijd wordt het gedronken om wakker te blijven of meer energie te krijgen. Naast de positieve effecten ervaren jongeren ook negatieve effecten zoals druk zijn, hyperactiviteit, hoofdpijn, etc. (Sikkema. 2012). Ook op Urk drinken veel jongeren energydrinks; 36% drinkt minstens één keer per week energydrinks. 8% doet dit zelfs minstens vijf dagen per week.
Voeding Regelmatig ontbijt
Elke dag Groente Urk Flevoland
Elke dag fruit
Drinkt energydrinks 0% 20% 40% 60% 80% 100%
M
inder energydrinks en zoete dranken De populariteit van energydrinks en zoete dranken onder kinderen en jongeren is groot. Door de grote hoeveelheden suikers en zoetstoffen hebben deze dranken een
slechte invloed op de mondhygiëne (tandbederf) en kunnen zij bijdragen aan overgewicht en op termijn aan het ontstaan van diabetes. Het hoge suikergehalte veroorzaakt ook een sterke schommeling van de bloedsuikerwaarde. Naast een korte hyperactieve energie-boost ontstaat daarna een forse energiedip waarop het lichaam reageert met behoefte aan opnieuw veel suiker. Daarom wordt in steeds meer regio’s het drinken van water gestimuleerd. Water drinken heeft raakvlakken met meerdere leefstijlthema’s zoals gezonde voeding en mondhygiëne, maar ook bewegen (sporten). Daarnaast is het niet gebonden aan een specifieke doelgroep. Kortom, meer water drinken is om veel redenen goed, voor iedereen. Daarmee is het ook één van de onderwerpen waarbij een regionale aanpak mogelijk is. De verwachting is dat een regionale aanpak - door samenwerking tussen de zes gemeenten meer effect heeft dan een lokale aanpak per gemeente.
R
oken en drugs Rokers hebben een groter risico op verschillende luchtwegklachten. Behalve een slechtere kwaliteit van leven, gaat roken ook gepaard met meer ziekteverzuim en een hoger zorggebruik. Vier op de tien hebben (in het verleden) wel eens gerookt. Momenteel rookt 19% van de jongeren op Urk (9% doet dit dagelijks). Dit ligt
boven het Flevolands gemiddelde. Gebruik van softdrugs op jonge leeftijd kan leiden tot het ontwikkelen van psychische of cognitieve stoornissen op latere leeftijd. 18% van de jongeren op Urk heeft wel eens softdrugs aangeboden gekregen en 6% weleens harddrugs. Het gebruik van softdrugs ligt op 5%. Landelijk onderzoek laat zien dat 8% recent softdrugs gebruikt heeft (Verdurmen et al. 2012).
A
lcohol De hersenen groeien tot ongeveer 23 jaar. In die periode van groei heeft (overmatig) alcoholgebruik schadelijke gevolgen op de ontwikkeling van de hersenen. Daarnaast heeft het een negatieve invloed op alcoholmisbruik en -afhankelijkheid op latere leeftijd. Vanaf 1 januari 2014 is het niet meer
toegestaan om onder de 18 jaar alcohol te kopen. Deze maatregel is halverwege de looptijd van dit onderzoek ingegaan. Welke invloed dat heeft op de resultaten is niet bekend. Op Urk heeft bijna de helft van de jongeren uit klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs wel eens alcohol gedronken en 36% heeft dat recent gedaan. Eén op de tien is recent aangeschoten geweest en een kwart heeft recent minstens vijf drankjes gedronken op één avond (bingedrinken). Dit is hoger dan het Flevolands gemiddelde.
A
lcohol drinken Alcoholgebruik op jonge leeftijd beïnvloedt de ontwikkeling van de hersenen tot het 23e levensjaar negatief. Dat is één van de redenen waarom veel gemeenten ernaar
streven de startleeftijd van het drinken van alcohol te verhogen. Een aanpak waarbij de voorlichting is gericht op jongeren én ouders gecombineerd met handhaving, is hierbij het meest effectief gebleken. Bij de handhaving van alcoholbeleid Nix onder de 18 kan het zogenaamde
‘waterbedeffect’ ontstaan; jongeren halen in een nabij gelegen gemeente alcohol omdat daar minder streng wordt toegezien op de verkoop van alcohol onder de 18 jaar. Dit is een zwaarwegend argument die de inzet van een regionale aanpak ondersteunt. Ook qua voorlichting is een regionale aanpak te prefereren boven een lokale aanpak omdat dit mogelijkheden biedt om kennis, inzet en middelen te bundelen.
S
eksualiteit Van de jongeren op Urk heeft 6% geslachtsgemeenschap gehad. Onveilig vrijen kan leiden tot seksueel overdraagbare aandoeningen of zwangerschap. Condoomgebruik wordt voor een belangrijk deel beïnvloed door de attitude van een jongere over condoomgebruik en zijn/haar idee over de vaardigheden die
nodig zijn om condoomgebruik bespreekbaar te maken. Voorlichting daarover kan condoomgebruik stimuleren.
H
omoseksualiteit In de vragenlijst is een aantal vragen opgenomen over hoe jongeren denken over homoseksualiteit. Een kwart geeft aan zeker geen vriendschap te sluiten als iemand
homoseksueel is, 33% doet dit wel. Daarnaast wil 40% in de pauze liever naast iemand anders zitten, 29% niet en de rest weet het nog niet. Deze percentages wijken af van het Flevolands gemiddelde.
G
ehoor Herhaaldelijke blootstelling aan harde muziek is een risicofactor voor het ontstaan van blijvende gehoorschade bij jongeren. Blootstelling aan harde muziek kan leiden tot onder andere oorsuizen en uiteindelijk tot gehoorverlies. Uit onderzoek van de Hoorstichting onder Nederlandse scholieren van 15/16 jaar
blijkt dat 48% ‘altijd’ of ‘af en toe’ last heeft van een piep of een ruis in het oor na het uitgaan, 10% heeft altijd na het uitgaan een piep of een ruis in het oor (Hoorstichting. 2012). Gehoorschade is onomkeerbaar. Op Urk luistert 5% van de jongeren minstens 8 uur per dag muziek. Meer dan de helft heeft wel eens een piepend of suizend geluid gehad. Daarnaast heeft 17% dit minstens maandelijks gehad. Tijdens de leefstijlles (klas 2 en klas 4 van het voortgezet onderwijs) wordt gehoorschade en het voorkomen daarvan kort besproken. Voor zover bekend zijn er op Urk geen andere initiatieven om te voorkomen dat jongeren gehoorschade oplopen. Herhaaldelijk informeren over (het ontstaan van) gehoorschade en het promoten van het gebruik van oordopjes (bijvoorbeeld bij concerten) onder jongeren is belangrijk in het voorkomen daarvan.
Bronnen Hendriksen I, Bernaards C, Hildebrandt V. Lichamelijke inactiviteit en sedentair gedrag in de Nederlandse bevolking. In: Hildebrandt VH, Chorus AMJ, Stubbe JH. Trendrapport Bewegen en gezondheid 2008/2009. Leiden: TNO, 2010a. Hoorstichting i.s.m. Trimbos-instituut. Onderzoek onder 4000 middelbare scholieren (vmbo/havo/vwo), leeftijd 15/16 jaar. Nationale Hoorstichting i.s.m. Trimbos-instituut, 2012. In: Hamberg- van Reenen HH et al. Gezond opgroeien. Verkenning jeugdgezondheid. RIVM rapport 270752001/2014. Sikkema P. “Druk, springerig, blij”. Kinderen en jongeren over energydrinks. Samenvatting quick scan. Qrius/Voedingscentrum, 2012. Van Dorsselaer S, De Looze M, Vermeulen-Smit E. HBSC 2009: Gezondheid, welzijn en opvoeding van jongeren in Nederland. Trimbos-instituut, 2010. In: Hamberg- van Reenen HH et al. Gezond opgroeien. Verkenning jeugdgezondheid. RIVM rapport 270752001/2014. Verdurmen J, Monshouwer K, Van Dorsselaer S, Lokman S, Vermeulen-Smit E, Vollebergh W. Jeugd en riskant gedrag 2011: kerngegevens uit het Peilstationonderzoek Scholieren. Trimbos-instituut, 2012. In: Hamberg- van Reenen HH et al. Gezond opgroeien. Verkenning jeugdgezondheid. RIVM rapport 270752001/2014.
Methode De gegevens van deze rapportage zijn verzameld door de afdeling jeugdgezondheidszorg tijdens het schooljaar 2013/2014 tijdens het contactmoment in klas 2 en klas 4 van het voortgezet onderwijs. Jongeren vullen op school een digitale vragenlijst in. Daarnaast worden jongeren individueel gemeten en gewogen. Vervolgens krijgen jongeren klassikaal voorlichting over een aantal leefstijl onderwerpen. Vragen in de vragenlijst zijn zoveel mogelijk gebaseerd op vraagstellingen die door alle GGD’en gebruikt worden. Daarnaast is een aantal vragen ontwikkeld om de verpleegkundige of arts van informatie te voorzien die nodig is om individuele jongeren goed te kunnen beoordelen. De resultaten zijn niet gecorrigeerd voor geslacht en leeftijd. In heel Flevoland zijn 7360 vragenlijsten ingevuld. Hiervan zijn er 575 zonder postcode. Deze zijn wel meegenomen in het Flevolands gemiddelde, maar komen niet terug in de afzonderlijke gemeenterapportages.
Uitgever: GGD Flevoland.
Afdeling Beleid en Onderzoek (B&O)
Afdeling Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Colofon
Algemeen postadres Postbus 1120 8220 BC Lelystad T: 0320 276211 I: www.ggdflevoland.nl E:
[email protected] Deze publicatie is een onderdeel van Toekomstverkenning Flevoland (TVF). De gegevens zijn ook terug te vinden op de website van TVF, www.ggdtvf.nl Voor meer informatie kunt u contact opnemen met GGD Flevoland, afdeling B&O en/of JGZ.
November 2014