Ondersteuningsplan - 2013/2014 -
Visie De Katholieke basisschool St.Stephanus wil, rekening houdend met de verschillen, kinderen zo goed mogelijk begeleiden in hun onderwijsbehoeften. Hierbij staat het welbevinden, respect en afstemming op de behoeften van het kind centraal. Door het werken in combinatiegroepen, kunnen wij maximaal voldoen aan het werken met 6 instructieniveaus (basis, extra instructie en plus). Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften worden individueel bekeken. Wat heeft dit kind in deze groep nodig, is dat mogelijk binnen de grenzen en mogelijkheden van de school? De leerkrachten dragen er zorg voor dat dit kan in een veilige en uitdagende leeromgeving zodat de kwaliteit van onderwijs gewaarborgd blijft. De samenwerking tussen ouders/verzorgers en school is hierbij een belangrijke peiler.
2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Ondersteuningslijn 1.1 Algemene informatie 1.2 Strategisch beleidsplan 2009 – 2014 WSNS 06-05 1.3 Strategisch beleidsplan SKOT 2011 – 2015 1.4 Passend onderwijs en het SWV Noord 1.5 Doelen SOP 2011 – 2015 st. Stephanus 1.6 Structuur ondersteuningslijn st. Stephanus 1.7 Interventies ondersteuningslijn st. Stephanus 1.8 Documenteren 1.9 Niveaus van ondersteuning 1.10 Netwerken
pag. 04 pag. 05 pag. 07 pag. 08 pag. 09 pag. 10 pag. 13 pag. 13 pag. 14 pag. 16
Hoofdstuk 2 Veranderingsprocessen 2.1 Activiteitenplan SWV Noord West Twente 2013 - 2014 2.2 Aandachtspunten ondersteuningslijn st. Stephanus 2.3 Evaluatie aandachtspunten ondersteuningslijn 2012 – 2013 2.4 Doelen ondersteuningslijn st. Stephanus 2013 – 2014
pag. 18 pag. 18 pag. 19 pag. 19
Hoofdstuk 3 Instrumentarium 3.1 Methoden 3.2 Toetsen en remediërende materialen 3.2.1 Materialen voor hoog- en meer begaafde kinderen
pag. 20 pag. 21 pag. 22
Hoofdstuk 4 Taakomschrijving leerkracht en intern begeleider 4.1 Taakomschrijving leerkracht 4.2 Taakomschrijving intern begeleider
pag. 23 pag. 24
Hoofdstuk 5 Formulieren 5.1 Groepsoverzicht Esis 5.2 Groepsplan Esis 5.3 Individueel handelingsplan 5.4 Formulier groepsbespreking 5.5 Individuele leerlingbespreking 5.6 Groeiformulier leerlingenondersteuning 5.7 Aanmeldingsformulier leerlingenondersteuning
pag. 26 pag. 26 pag. 27 pag. 28 pag. 29 pag. 33 pag. 33
Hoofdstuk 6 Toets kalender 6.0 Toets kalender 2013 – 2014
pag. 35
Hoofdstuk 7 Ondersteuningsadressen 7.0 Ondersteuningsadressen
pag. 37
Hoofdstuk 8 Bijlagen 8.1 Afspraken groeiformulier st Stephanus 8.2 Recht inzage leerlingendossier 8.3 Jeugdgezondheidsondersteuning in het Bao 8.4 Protocol doubleren 8.5 Protocol Tweede leerweg 8.6 Protocol toetsing dyslexie SKOT 8.7 Protocol Ambulante begeleiding 8.8 Procedure zorgplatform 8.9 Lijst van gebruikte afkortingen
pag. 41 pag. 43 pag. 44 pag. 45 pag. 46 pag. 48 pag. 49 pag. 50 pag. 54
3
Hoofdstuk 1
Ondersteuningslijn
1.1 Algemene informatie Naam k.b.o St. Stephanus Adres Telefoon Directeur Interne begeleider Adjunct directeur Schooltype
Grootte Faciliteiten
St. Stephanusstraat 3 7625 PH Zenderen 074-2662583 E-mail:
[email protected] Y. Wijnen M. Oude Middendorp De basisschool biedt onderwijs, waarin aandacht voor en aansluiten op de onderwijsbehoefte van de leerling centraal staat. Voor zover mogelijk: ondersteuning op maat. In het kader hiervan is de school zich aan het ontwikkelen op het gebied van handelingsgericht werken, opbrengst gericht werken en coöperatief leren . De leerstofopbouw is per jaargroep geordend en geldt als basis voor de ontwikkeling. Uitgangspunt is het bieden van een basisarrangement, waarvan de uitstroom ligt tussen het LWOO en het VWO. Ongeveer 135 leerlingen, verdeeld over 5 groepen. Interne begeleider is vrij geroosterd op: Donderdag Vrijdagochtend
4
1.2 Strategisch beleidsplan 2009-2014 WSNS 06-05 We zijn als samenwerkingsverband gezamenlijk verantwoordelijk voor het WSNS - beleid. Dit komt tot uitdrukking in de begeleiding van kinderen met problemen en bij de plaatsing van kinderen op een voor hun geschikte school. Visie Uitgangspunt van ons onderwijs is dat we accepteren dat kinderen verschillen. Het kind moet het uitgangspunt zijn van ons onderwijs. Door in te gaan op de onderwijsbehoeften van kinderen wordt de noodzaak om gedifferentieerd en flexibel te werken duidelijk. We stemmen ons onderwijs af op de behoeften en mogelijkheden van alle leerlingen (adaptief). Het kind staat centraal. De groepsleerkracht speelt de centrale rol in de leerlingenondersteuning. Hij is verantwoordelijk voor de kinderen in de groep. De leerkracht wordt uitgedaagd om aan verschillen tegemoet te komen. Niet door ze op te heffen of te verkleinen, maar door alle leerlingen onderwijs te geven dat wat betreft vorm, inhoud en planning het best bij hun mogelijkheden en behoeften aansluit. Wij stemmen in met de visie die als volgt is geformuleerd in ‘Afstemming begrippen in de leerlingenondersteuning’ een uitgave van WSNS+ september 2006: 1. De onderwijsbehoeften staan centraal. Er is afstemming tussen de onderwijsbehoeften van een leerling en het onderwijsaanbod. Wat heeft dit kind nodig om bepaalde doelen te bereiken en welke aandacht heeft een positief effect op dit kind? 2. De werkwijze is systematisch, stap voor stap en transparant. Er is eenduidigheid, transparantie en onderlinge afstemming in de te nemen stappen. Het is duidelijk wie waarover beslist: het kind, de leraar, de school, de ouders/verzorgers, de schoolbegeleider. 3. We werken doelgericht en geven haalbare en bruikbare adviezen. We werken flexibel en (laten) onderzoeken alleen wat strikt noodzakelijk is om de hulpvragen te beantwoorden. We gebruiken daarbij de ‘als….dan’ redenering, als we weten ‘dat..’, dan kunnen we besluiten ‘tot…’ Onze adviezen zijn haalbaar; ze zijn afgestemd op wat dit kind, deze leerkracht en/of deze begeleider kan en wil bieden. 4. Een interactioneel referentiekader. We kijken naar dit kind, in deze groep, bij deze leerkracht in deze school en bij deze ouders/verzorgers. We benoemen daarbij alle factoren en brengen deze in relatie tot elkaar. We richten ons op de interacties tussen genoemde actoren. Bij het bepalen van de adviezen is belangrijk je af te vragen wat deze actoren willen en kunnen. 5. We gaan uit van de positieve aspecten van het kind, de leerkracht, ouders/verzorgers en andere betrokkenen. We richten ons voortdurend op de positieve aspecten: wat kan dit kind goed? Wat vind het leuk? Waarin is deze leerkracht sterk? Welke aanpak werkt wel en onder welke omstandigheden? Waarin zijn deze ouders/verzorgers sterk? We benutten deze positieve aspecten bij advisering en begeleiding. 6. Samenwerking tussen leerkracht, intern begeleider, ouders/verzorgers en externe ondersteuners. Het is de leerkracht die het doet. De leerkracht is de eigenaar van het probleem en van de oplossing. Naast de andere opvoeders, ondersteuners en actoren in de omgeving van het kind wordt met name van de leerkracht een onderzoekende houding verwacht en daarbij een reflectie op het eigen handelen. We zien de intern begeleider als een onderwijsprofessional en medeonderzoeker. Leerkracht en intern begeleider kennen het kind als leerling het beste, zij hebben zicht op de onderwijsleersituatie en op de veranderingsmogelijkheden daarin. Om hierbij tot weloverwogen keuzen te komen is beleidsvorming noodzakelijk. In dit strategisch beleidsplan 2009-2014 van het samenwerkingsverband zijn de thema’s voor de komende jaren aangegeven.
5
Missie Binnen het samenwerkingsverband 0605 werken leerkrachten, interne begeleiders, directeuren, bestuurders en vele anderen aan één centrale opdracht: Het zodanig inrichten van het onderwijs dat alle leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. De activiteiten van het SWV zijn met name gericht op dit proces bij de leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Binnen deze opdracht wil het samenwerkingsverband met name impulsen geven op het ondersteuningsgebied, teneinde de kwaliteit van het onderwijs aan met name aan de leerlingen die extra ondersteuning behoeven te vergroten. De school heeft op ondersteuningsgebied zijn eigen autonomie. De partners binnen het SWV bieden echter de mogelijk om de ondersteuningskracht van de school te versterken. De samenwerking is een middel en geen doel op zichzelf. Het onderhouden en oprichten van netwerken binnen het samenwerkingsverband zijn daarom ook middel om de onderlinge samenwerking te versterken Doel: Het uiteindelijke doel is het opvangen van alle leerlingen met uitzondering van die leerlingen die een zeer speciale onderwijsbehoefte kennen, alsook die leerlingen die het geven van goed onderwijs aan andere leerlingen in ernstige mate belemmeren. Tevens kan uit een zorgvuldige beschrijving van het ondersteuningsprofiel blijk gegeven worden van de grenzen van de mogelijkheden van elke school (team). Op weg naar dat doel zullen we het aantal verwijzingen naar het speciaal (basis)onderwijs stabiliseren en waar nodig terugbrengen; waarbij speciale aandacht besteed zal worden aan het verwijsgedrag van enkele basisscholen. We willen dit doel bereiken door de opvangmogelijkheden voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften op de basisschool te vergroten.
6
1.3 Strategisch beleidsplan SKOT 2011-2015 In het beleidsplan zijn vijf strategische thema’s benoemd. Deze thema’s geven de accenten van het beleid aan maar worden in samenhang uitgevoerd. Deze samenhang is er tussen de verschillende lagen van onze organisatie (klas, leerkracht, team, school, college van bestuur, raad van toezicht, samenwerkingsverband, landelijk beleid) De samenhang is er ook tussen de thema’s. De thema’s voor de komende planperiode zijn: 1. Identiteit 2. Professionaliteit van de leerkracht 3. Passend onderwijs 4. Opbrengstgericht werken 5. Doorgaande lijn en samenwerking met partners in het opvoedingsveld Passend onderwijs vraagt een grote professionaliteit van de leerkracht. Opbrengstgericht werken is van invloed op de vormgeving van passend onderwijs. Identiteit, de wijze waarop we met elkaar willen omgaan en in de samenleving staan, heeft invloed op passend onderwijs. Het beleid op schoolniveau wordt door deze ontwikkelingen beïnvloed. • De leerkracht zal zich bekwamen in handelingsgericht werken • De ondersteuningsarrangementen hebben gevolgen voor de handelingsbekwaamheid die er van leerkrachten verwacht mag worden • De opbrengstgerichtheid van de school wordt een belangrijk criterium voor het meten van de kwaliteit van het onderwijs • De rol van de internbegeleiders is van belang bij de invoering van handelingsgericht werken en opbrengstgericht werken • Goede overdracht in de keten van 0 tot 14 jaar is van belang voor de adequate begeleiding van de leerlingen • De hoeveelheid beschikbare ondersteuningsmiddelen zal van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs
7
1.4 Passend onderwijs en het samenwerkingsverband Twente Noord. Per augustus 2014 geldt de nieuwe wet op Passend Onderwijs. De besturen primair onderwijs en speciaal onderwijs in de regio Twente Noord werken nu al samen binnen het kader van deze wet. De nieuwe wet geeft aan het nieuwe Samenwerkingsverband van deze besturen, een wettelijke opdracht. Deze opdracht houdt in dat de besturen straks gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor: a. het niveau van basisondersteuning dat de scholen bieden; b. hoe passend onderwijs in regio Twente Noord gerealiseerd wordt; c. hoe het geld voor de extra ondersteuning verdeeld en besteed wordt; d. hoe de ondersteuning voor leerlingen in het reguliere onderwijs toe wordt gewezen; e. hoe de verwijzing naar het speciaal onderwijs gaat verlopen; f. hoe ouders/verzorgers worden geïnformeerd over de manier waarop de ondersteuning voor leerlingen is ingericht. De besturen van het nieuwe samenwerkingsverband beschrijven bovenstaande onderwerpen uitvoerig in een school ondersteuningsplan. In schooljaar 2013-2014 zal dit school ondersteuningsplan voor het eerst gereed komen en worden voorgelegd aan de medezeggenschapsraden. De nieuwe plan raad van SWV Twente Noord zal instemming moeten geven aan dit ondersteuningsplan. In deze plan raad zijn ouders/verzorgers en personeelsleden vertegenwoordigd van de basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs in Twente Noord. Schooljaar 2013-2014 is een overgangsjaar. De school is nog aangesloten bij het SWV WSNS en de afspraken die daar gelden. Ook geldt de leerlinggebonden financiering nog, waardoor leerlingen met rugzak aanvullende begeleiding krijgen. De nieuwe wet is nog niet ingegaan, maar de school werkt al wel meer en meer toe naar de nieuwe afspraken die gaan gelden. Alle basisscholen in Twente Noord werken vanaf nu al toe naar de uitwerking van het gevraagde niveau van basisondersteuning. De basisondersteuning is beschreven in een aparte notitie. Samenvattend is de strekking van deze notitie basisondersteuning: 1. Het concept van handelingsgericht werken wordt toegepast. Dat betekent dat - Bij het organiseren van aanvullende ondersteuning voor leerlingen de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van leerlingen uitgangspunt zijn. - Het ondersteuningsarrangement een kansrijk traject is waarin ouders/verzorgers, school en professionals vanuit andere instellingen hun aanpak op elkaar afstemmen en samenwerken. - Ouders/verzorgers en leraren worden gezien als partners en ervaringsdeskundig. - Er vooral wordt gewerkt vanuit ontwikkelingskansen en mogelijkheden d.w.z. oplossingsgericht. - De werkwijze systematisch, stapsgewijs en transparant wordt opgezet. - Denkend vanuit één plan voor één kind wordt samengewerkt door alle betrokkenen met zo min mogelijk bureaucratie. - Er planmatig en doelgericht wordt gewerkt waarbij alleen gegevens worden gebruikt die relevant zijn voor het handelen. - Door gebruik te maken van regelmatige evaluatie, gegevens worden verzameld om de werkwijze voortdurend doeltreffender te maken. 2. De IB-er organiseert groeps- en leerling besprekingen met de leerkrachten. Leerlingenbesprekingen worden vastgelegd in het vaste format van een groeidocument. Via dit groeidocument wordt planmatig beoordeeld welke ondersteuning het beste werkt bij een bepaalde leerling. Ook garandeert het groeidocument de inbreng van ouders/verzorgers als educatief partner. Alleen die kinderen waarvan wij als school vaststellen dat zij specifieke ondersteunings behoeften hebben die wij niet kunnen ondervangen in een groepsplan hebben een groeidocument. In dit document is de planmatige, cyclische wijze, van ondersteuning beschreven. Tevens zorgt dit document ervoor dat de leerkrachten en de ouders de ondersteuningsbehoefte van het kind helder krijgen. 3. In de groepen gaat de leerkracht goed om met verschillen. Er wordt in 3 niveaus les gegeven met een individuele aanpak waar nodig. 4. De school werkt meer en meer met een snel opererend schoolondersteuningsteam (SOT). De IB-er coördineert de ondersteuningstaken, de directeur is voorzitter van het SOT. Ouders/verzorgers en leerkrachten zijn als (ervarings)deskundigen aanwezig bij overleggen. Andere deskundigen, zoals de ambulant begeleiders, orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker sluiten aan bij het SOT. 5. Het SWV Twente Noord en de afdeling (SWV WSNS) faciliteren scholen bij de basisondersteuning door expertise beschikbaar te stellen (collegiale consulenten, E&D team, orthopedagoog) 6. De school stemt goed af met de ondersteuningsstructuren binnen de afdeling. 8
7.
De school stemt waar nodig af met de gemeentelijke ondersteuningsstructuren, het OndersteuningsAdviesTeam (OAT). Het SWV Twente Noord streeft een aantal doelen na volgens afgesproken principes. De school werkt hier nu al zo veel als mogelijk naar toe. - Het uiteindelijke doel is het opvangen van zo veel mogelijk leerlingen in de reguliere school. Met uitzondering van die leerlingen die een zeer speciale onderwijsbehoefte kennen, of leerlingen die het geven van goed onderwijs aan andere leerlingen in ernstige mate belemmeren. De school heeft in een eigen school ondersteuningsprofiel beschreven waar de grenzen en de mogelijkheden van de school (team) liggen qua ondersteuningsmogelijkheden. De school, het bestuur en de afdeling zullen actief werken om deze grenzen op te schuiven naar een zo ruim mogelijk passend aanbod. Het school ondersteuningsprofiel is besproken met de MR en ligt ter inzage in de school. - Het SOT zal steeds streven leerlingen een maximale kans te bieden om in een zo regulier mogelijke setting onderwijs te krijgen. De school zet zich actief in om het aantal verwijzingen naar het S(B)O zo gering mogelijk te houden. - Passend Onderwijs is niet per definitie inclusief onderwijs. De school maakt daarom ook structureel gebruik van de expertisefunctie van de SBO en SO-voorzieningen. Deze bieden onderwijs aan leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoefte. - De expertise van het SBO en SO is bij het realiseren van Passend Onderwijs van belang. Besturen regulier onderwijs, SBO en SO werken daarom nu al structureel samen. - Het SWV Twente Noord richt een centraal gestuurd Expertise en Dienstenteam (E&D) in. Dit team werkt vraaggericht, ondersteunt de schoolontwikkeling richting passend onderwijs en faciliteert de professionalisering van de leerkrachten. De werkwijze zal zowel curatief als preventief zijn. Doel is het accent meer en meer op preventieve ondersteuning te leggen. Het E&D team is in ontwikkeling. Iedere school kan in schooljaar 2013-2014 voor een aantal uren gebruik maken van het expertise aanbod van cluster 3 en 4. Hiernaast verzorgt het E&D team in 2013-2014 nog ambulante begeleiding voor leerlingen met een rugzakje. Naast het E&D team is ook expertise beschikbaar op afdelingsniveau (SWV WSNS). 1.5 Doelen school ontwikkelplan 2013-2014 st Stephanus De groepen 7 en 8 starten met de nieuwe taalmethode: Taal Actief. Op het eind van het schooljaar 2013-2014 hebben alle groepen (1 t/m 8) groepsplannen (drie periodes, groep 1 en 2 hebben 2 periodes)) rekenen in gebruik. Aan het werken met deze groepsplannen is het werken met een logboek gekoppeld. In 2013-2014 volgt het hele team het eerste jaar van de teamtraining School Wide Positive Behaviour Support (SWPBS). In 2013-2014 zal dit leiden tot het maken en visualiseren van afspraken voor de algemene ruimtes van de school, zoals gangen, toiletten en speelplein. In januari 2014 is er een informatieve ouderavond. Er zal in de loop van het traject bekeken worden hoe we de overblijf, de BSO en de sportclub hierbij kunnen betrekken. SWPBS is een verplichte teamtraining van minimaal 3 jaar. Voor het schooljaar 2013-2014 zijn er 4 scholingsmiddagen gepland voor het hele team. In juli 2014 zijn voor de vakken, begrijpend lezen, technisch lezen de doorgaande lijnen voor groep 1 t/m 8 vastgelegd, uitgewerkt en in gebruik genomen. Start hiervan is op 17 september 2013. Tevens wordt er een doorgaande lijn schrijven, werkverzorging en zelfstandig werken vastgelegd. In januari 2014 hebben alle leerkrachten een functioneringsgesprek dat inhoudelijk zal gaan over de opbrengsten van de groep. Elke leerkracht presenteert aan de directeur één van de vakken, benoemd ieder kind gerelateerd aan de te verwachten en de gehaalde ontwikkelingen. Aan de hand hiervan wordt besproken of het leerkrachtgedrag wel of niet moet worden aangepast aan de opbrengsten van de groep en, zo ja, op welke manier dat zal gaan gebeuren. Planmatig handelen middels handelingsgerichte uitgangspunten blijft de aandacht houden met als doel dit verder te ontwikkelen en implementeren in het dagelijks werk in de klas. Dit zal met name tijdens de groepsbesprekingen, op de team-, ondersteunings- en bouwvergaderingen regelmatig onderwerp van gesprek zijn.
9
1.6 Werkwijze ondersteuningslijn st. Stephanus, Zenderen Het school jaar is verdeeld in 3 interventieperiodes: van september t/m november, november t/m maart en maart t/m juli. In deze interventieperiode doorloopt de leerkracht, in samenwerking met ouders/verzorgers en kind, onderstaande cyclus.
1.6.1 Groep 1. Groepsbesprekingen Drie keer per jaar gaan de intern begeleiders met de groepsleerkrachten rond de tafel zitten. Naast de Cito – uitslagen en de scores vanuit de groep worden, in de komende schooljaren, de groepsplannen leidend. In het jaar 2013-2014 zijn dat de groepsplannen rekenen. In het schooljaar daarop volgen taal/ spelling en in het jaar 2015-2016 zullen ook voor begrijpend / technisch lezen groepsplannen gemaakt worden. In de groepsplannen zijn de kinderen verdeeld in 3 instructiegroepen, namelijk de instructieafhankelijke groep (*), de instructiegevoelige groep (**) en de instructieonafhankelijke groep (***). Voorgaande toets gegevens met daarbij de omschreven onderwijsbehoefte van de leerlingen zijn daarbij uitgangspunt. Vanuit de groepsplannen worden doelen geëvalueerd, wordt de werkwijze besproken en wordt gekeken of er voldoende aan de (specifieke) onderwijsbehoeften van kinderen voldaan is. Wat werkt en wat werkt niet? Waar liggen nog vragen? De gegevens vanuit het LVS en vanuit de groep worden gekoppeld aan elkaar. Voor de andere vakgebieden wordt gewerkt met de voorloper van het groepsplan, het managementschema. In dit schema zijn de kinderen met eenzelfde onderwijsbehoefte geclusterd en verdeeld in de 3 instructiegroepen. 2. Uitvoering Het groepsplan en de sterrenschema’s zitten in iedere groepsmap. Zo wordt er zo goed mogelijk op de verschillende onderwijsbehoeften van ieder kind aangesloten binnen een helder en overzichtelijk klassenmanagement. Ook wordt op deze manier het overnemen van een groep overzichtelijk gemaakt. Na iedere gegeven les worden de inhoud en de bevindingen van de verlengde instructie / RT in de groep met betrekking tot deze les beknopt genoteerd. Vanaf september 2013 gebeurt dat structureel, in iedere groep. Zo kunnen de doelen uiteindelijk gericht geëvalueerd worden, vanuit de gegevens die er liggen. Dit geldt ook voor de onderdelen die uitbesteed zijn richting de Remedial Teacher (RT). Voorafgaand aan de groepsbespreking zorgt de RT-er ervoor dat zijn gegevens, middels een kort verslag, bij de leerkracht bekend zijn.
10
3.
4.
Ouders/verzorgers Groepsbesprekingen worden bewust gepland tussen de toetsweken (Cito – groep gebonden toetsen) en de 10 minutengesprekken. Ouders/verzorgers worden dus meteen betrokken bij de ontwikkeling van hun kind en de manier waarop er op de onderwijsbehoefte aangesloten kan gaan worden. De lijnen liggen dan erg kort en er kunnen, indien nodig, direct vervolgafspraken gepland worden. Alle oudergesprekken worden in Esis genoteerd, onder de titel ‘oudergesprekken schooljaar…’. Evaluatie Bij de twee volgende groepsbesprekingen worden alle gegevens van de groep opnieuw verzameld en wordt het schema geëvalueerd: Heeft de invulling in de groep op deze manier gewerkt en is dit ook te zien in de resultaten? Hebben kinderen behoefte aan een andere manier van instructie en, zo ja, aan welke dan? Wat gaan we doen met kinderen die niet zijn gestegen? Is de aanpak daar juist voor of moeten we iets veranderen? Hoe zit het met de kinderen die overal goed in zijn? Is er voldoende mogelijkheid tot verrijking? Hierbij wordt de mening van de kinderen zelf meegenomen. De veranderingen worden aangepast en ingevuld in het nieuwe groepsplan / een nieuw klassenmanagementschema. Bij blijvende opvallend heden of hele specifieke onderwijsbehoeften wordt een kind wat meer individueel bekeken.
1.6.2 Individuele kinderen Natuurlijk zijn er, naast de clustering op onderwijsbehoeftes binnen een groep kinderen, altijd individuele kinderen met een gehele eigen specifieke behoefte. Deze kinderen worden op een wat individueler niveau bekeken en besproken. Het roze gedeelte is specifiek toegesneden op de ‘meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling in het basisonderwijs’. 1. Groeiformulier leerlingenondersteuning Vanuit de groepsbespreking of vanuit observaties en signaleringen vanuit de groep, kan het zijn dat een leerling wat specifieker besproken wordt. Deze leerling zal een specifieke onderwijsbehoefte hebben op het cognitieve, het sociaal emotionele of het motorische gebied, waarover al met ouders/verzorgers gesproken is. Gegevens van de voorgaande periode worden verzameld en uiteengezet in het groeiformulier leerlingenondersteuning. Hierbij wordt het de onderwijsbehoefte van het kind in kaart gebracht door de protectieve - en de risicofactoren op verschillende terreinen goed te bekijken en vanuit daar te bepalen waar nog vragen liggen en welke vervolgstappen gezet kunnen worden. ‘Wat heeft dit kind, in deze groep, met deze leerkracht, op deze school nodig om een optimale ontwikkeling door te maken?’ Het inschakelen van de intern begeleider wordt altijd overlegd met de ouders/verzorgers. Alle vervolgstappen, evaluaties en bevindingen, worden gerapporteerd in het groeiformulier. De cyclus HGW wordt telkens vernieuwd (3x per schooljaar) door een nieuwe stap te zetten en deze te omschrijven binnen het groeiformulier. Signalen van belemmeringen in de ontwikkeling van een kind, worden genoteerd in Esis en besproken met ouders/verzorgers. 2. Leerlingbespreking (strategie bepalen) De intern begeleider gaat met de leerkracht(en) om tafel en er wordt overlegd wat logische vervolgstappen zouden kunnen zijn: Zijn alle gegevens bekend die nodig zijn om de onderwijsbehoefte goed in kaart te kunnen krijgen of is een observatie / extra onderzoek / gesprek noodzakelijk om meer boven tafel te krijgen? Welke ondersteuningsbehoefte heeft de leerkracht ten aanzien van dit kind? Wat zou een gewenste situatie zijn? Welke stap zou dan het eerst gezet moeten worden? De signalen worden besproken in het overleg leerkracht – intern begeleider. In overleg kan eventueel advies gevraagd worden bij andere leerkrachten en / of het AMK. 3. Onderzoeken Vanuit de leerlingbespreking wordt gekeken of alle benodigde gegevens aanwezig zijn. Er wordt (eventueel) meer specifiek onderzoek gedaan en vanuit deze gegevens wordt een gesprek met ouders/verzorgers gepland. In overleg, waarbij de ervaringen en bevindingen van ouders/verzorgers een grote rol spelen, wordt bekeken of er nog handelingsadviezen liggen die uitgevoerd kunnen worden of dat er andere vervolgstappen gezet moeten worden. Een handelingsplan wordt opgezet. Hierbij staat het formuleren van een SMART – doelstelling centraal, zodat getoetst kan worden wat er daadwerkelijk bereikt is. De onderwijsbehoefte wordt ingevuld op het groepsplan. Hierbij wordt de mening en ervaring van de leerling ook meegenomen. Zij worden direct betrokken bij hun eigen ontwikkeling.
11
4.
5.
6.
De leerkracht en de intern begeleider voeren samen een gesprek met ouders/verzorgers over de signalen en vermoedens. Het uitwisselen van informatie over de ontwikkeling van het kind kan verhelderen, ondersteuningen bevestigen of juist ontkrachten. Het zetten en bepalen van vervolgstappen worden besproken om de situatie aan te pakken. (Tussentijdse) Evaluatie Aan het eind van een periode (lopend van groepsbespreking tot groepsbespreking) wordt het handelingsplan geëvalueerd, met ouders/verzorgers, leerkracht en IB. Met het kind is een gesprek gevoerd over zijn/ haar beleving. Wat werkt en wat werkt niet? Zijn daar verklaringen voor? Staan er nog vragen open? Welke volgende stap lijkt logisch? De gezette stappen en het effect daarvan op de situatie wordt besproken met ouders/verzorgers, leerkracht en intern begeleider. Wat heeft de extra ondersteuning en inzet opgeleverd, op zowel thuis- als op schoolniveau? Bij blijvende opvallende zaken, wordt het Ondersteuning Team (OT) of het Ondersteuning Advies Team (OAT) ingeschakeld. Vervolgstappen (Inschakelen ondersteuningsteam / externe deskundigen) Wanneer de specifieke aanpassingen op de onderwijsbehoefte van de leerling op schoolniveau niet werken, wordt de leerling besproken in het ondersteuningsteam. Deze bestaat uit een orthopedagoog, een collegiale consulent, de directeur en de intern begeleider, 3x per jaar aangevuld met de schoolmaatschappelijk werker en de schoolverpleegkundige. Ook ouders/verzorgers kunnen uitgenodigd worden om deel te nemen aan de bespreking. Opnieuw wordt bekeken of alle benodigde informatie aanwezig is of dat verder onderzoek door wat meer gespecialiseerde mensen noodzakelijk is. De gemaakte afspraken in het ondersteuningsteam worden, na terugkoppeling en toestemming van de ouders/verzorgers, uitgevoerd. Dit kunnen afspraken zijn als het bepalen van het IQ, een onderzoek richting dyslexie, een observatie in de groep, de verwijzing naar externe deskundigen (bijvoorbeeld logopedie, ergotherapie) ed. De onderwijsbehoefte van het kind staat continue centraal en onderzoeken worden alleen gedaan wanneer alle partijen er meerwaarde in zien. Tips, ideeën en handelingsadviezen worden, middels een individueel handlingsplan, zo goed mogelijk ingepast in het lopende klassenmanagement. Wanneer alle informatie aanwezig is en de school, ondanks de inzet en uitgevoerde tips en adviezen vanuit de experts, handelingsverlegen blijft, wordt het kind aangemeld bij het ondersteuningsplatform, voorheen Zorg Platform. Expertise wordt gebundeld. De aard en de ernst van de signalen wordt multidisciplinair afgewogen. Vervolgens wordt een afgestemde aanpak vastgesteld, gericht op de ondersteuning van het kind, de ouders/verzorgers en de school. In eerste instantie zal een en ander ingezet worden (huisbezoek, inzet ondersteuning door middel van opvoedingsondersteuning ed). Vanuit het effect van de besproken aanpak wordt verder gekeken: Wordt er melding gemaakt bij het AMK en, zo ja, wie gaat dat dan doen? Diegene is de ‘casemanager’, degene die de lijnen uitzet en de contacten onderhoudt. School wil liever niet melden in verband met de relatie tot ouders/verzorgers en kind. Wanneer er melding wordt gemaakt bij het AMK wordt, in overleg, besproken wat het OT of OAT na de melding nog kan doen om de leerling en zijn/haar gezinsleden te beschermen. Inschakelen ZPF/Ondersteuningsplatform In het ZPF wordt het kind besproken door een orthopedagoog vanuit het SBO, de orthopedagoog gekoppeld aan ons bestuur, een maatschappelijk werkster, een schoolarts, een directeur van een basisschool, de ouders/verzorgers en de intern begeleider met eventueel de leerkracht van onze school. De gegevens die bekend zijn, staan gebundeld in het groeiformulier leerlingenondersteuning. Deze, voorzien van de goedkeuring van de ouders/verzorgers en de aanvullende informatie, volstaat als aanmeldingsformulier. Er volgt een strategiebespreking waaruit ook eventuele tips en adviezen besproken worden. Dit kunnen nog ideeën zijn die uit te voeren zijn op de basisschool, maar er kan (afhankelijk van de gegevens die al bekend zijn) nu ook gesproken worden over een eventuele verwijzing richting een andere school. Meer informatie in bijlage 8.8, procedure ZPF.
12
1.7 Interventies in schema Onderdeel Toets afname
Verantwoordelijk LK
Materialen
Overig Conform toetskalender
Analyseren resultaten/observat ies Evaluatie Sschema/GP Gesprek leerling zelf Resultaten in Esis
LK
Cito LVOS Methode gebonden toetsen Vergadertijd
LK
Schema
Bespreken in GB
LK
Gegevens vorige gesprek Doel? Stappenplan Esis
Groepsbespreking
LK/IB
Helder krijgen onderwijsbehoeftes Martine Delfos ‘luister je wel naar mij’? Binnen 14 dagen na toetsen Na ieder gesprek/ iedere evaluatieperiode Kinderen met specifieke onderwijsbehoeftes waarover nog vragen bestaan invullen groeiformulier en (evt) opstellen handelingsplan (HP)
Gesprek ouders/verzorgers Eventueel: Leerling bespreking
LK evt IB
Clusteren van leerlingen
LK
Invullen nieuw KM/GP Schema in Esis
LK
Onderwijsbehoeften!
LK
Manier van werken beschrijven. Schooljaar 2013-2014: Groepsplannen rekenen.
Groeiformulier leerlingenonderste uning
LK
Opstellen individueel HP voor leerlingen met specifieke behoeftes Uitvoeren HP en GP
LK
Naast specifieke doelen en werkwijze: Specifieke onderwijsbehoeftes aangeven. Invullen voor alle leerlingen met extra ondersteuning - vraag rondom onderwijsbehoeftes - specifieke onderwijsbehoeftes SMART – doel Specifiek/ Meetbaar/ Acceptabel/ Realistisch/ Tijdgebonden
Evaluatie HP en GP
LK
DI- model! Doelen nastreven, interventie na 6 weken, plan bijstellen. Gegevens opvragen bij RT Toetsgegevens Observatiegegevens Logboek Gesprek met leerling, ouders/verzorgers.
Voldoende uitdaging op niveau Doel helder voor leerling en leerkracht. Leerling betrekken bij inzet instructiegroep. Noteren inhoudin logboek. Gesprek met kind en ouders/verzorgers plannen. Doel bereikt? Verwerken in Esis: wat is wel behaald? Waarom? Wat nog niet? Waarom niet? Vervolg? evt. start volgende PDSA (HGW)cirkel!
LK
LK/IB
LK
1.8 Documenteren Document Groepsoverzicht Groepsplan Individueel handelingsplan Toetsresultaten Kopie rapport Analyse gegevens Verslaggeving gesprekken Verslaggeving externen Toetskalender Uitwerking groepsbespreking OOP Logboek
Bespreken in GB en eventueel het team
- observatiemoment - bespreken coachingsvraag - evalueren HP/GP: wat werkt? - traject uitzetten Onderwijsbehoeftes helder krijgen: kijk van ouders/verzorgers! - Op schoolniveau (vergadering) Bij niet helder krijgen/ aan kunnen sluiten op behoeftes: - Op ondersteuningsniveau (ondersteuningsteam) Helder krijgen van onderwijsbehoeftes
Samenvatting gesprek noteren in Esis / groeiformulier 2012-2013: leerkracht aanwezig bij overleg ondersteuningsteam! 2013-2014: ouders/verzorgers eventueel aanwezig bij overleg ondersteuningsteam!
Dit kind heeft een leerkracht nodig die... een omgeving nodig die..., instructie nodig die.., medeleerlingen nodig die.. Schema hangt in Esis. Aanleveren IB.
Aanvullen met kleur eigen groep, voorafgegaan door datum. Iedere nieuwe stap, cyclus op nieuwe regel met volgende volgnummer.
Evaluatie is uitgangspunt nieuwe plan! Logboek bijhouden van RT in de groep.
Opslaan Esis, eind van het jaar in de groepsmap en dossier Esis / Groepsmap Esis / Groepsmap Esis / Groepsmap L: schijf Esis, evt. print in dossiermap Esis: registraties Esis / papier in leerlingdossier Groepsmap Groepsmap Esis / groepsmap Analyse in Esis 13
1.9 Ondersteuningslijn en niveaus van ondersteuning NIVEAU 1 = basisondersteuning*: - De ondersteuning, die elke school intern kan (behoort te) bieden - Niveau Schoolondersteuningsteam (SOT): Leerkracht, RT-er, IB-er en directeur - Aanvullende onderwijsondersteuningsbehoeften zijn intern te realiseren op basis van de ondersteuningsstructuur en interne expertise van de school (schoolniveau). Deze leerlingen ontvangen het onderwijs van hun eigen leerkracht zonder structureel extra planmatige ondersteuning voor bepaalde ontwikkelingsvragen. Binnen de HGW-cyclus vallen deze leerlingen binnen de groepsbesprekingen. Toelichting basisondersteuning (Uit het Referentiekader Passend Onderwijs) Van scholen mag worden verwacht dat zij kwaliteit op het terrein van Passend onderwijs leveren binnen de algemene en wettelijk vastgelegde einddoelen (kerndoelen, referentieniveaus). Daarvoor zijn de volgende ijkpunten van belang: - Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige en stimulerende leeromgeving. - Voor alle leerlingen is een ambitieus onderwijsarrangement vastgesteld. - Het personeel heeft continu zicht op de ontwikkeling van de leerlingen in relatie tot het onderwijsarrangement. - Het personeel sluit in zijn handelen aan bij de onderwijsarrangementen van de leerlingen (handelingsgericht werken). - Het personeel werkt gericht aan het realiseren van het onderwijsarrangement (opbrengstgericht werken). - Ouders/verzorgers (en leerlingen) zijn nauw betrokken bij het tot stand komen van het onderwijsarrangement. - De school heeft een expliciete visie en een expliciet beleid Passend onderwijs. - Het personeel werkt met effectieve methoden en aanpakken. - Het personeel werkt continu aan hun handelingsbekwaamheid en competenties. - De school heeft haar onderwijsprofiel vastgesteld. - De school bepaalt jaarlijks de effectiviteit van Passend onderwijs en past het beleid en handelen zonodig aan. - De school heeft een effectieve interne ondersteuningsstructuur voor leraren en leerlingen - De school heeft een effectief ondersteuningsteam. - De school realiseert continuïteit van arrangementen op transitiemomenten (instroom, uitstroom, doorstroom). NIVEAU 2 = basisondersteuning*: - De ondersteuning, die elke school intern kan (behoort te) bieden - Niveau SZT: Leerkracht, RT-er,IB-er en directeur - Aanvullende onderwijs ondersteuningsbehoeften zijn intern te realiseren op basis van de ondersteuningsstructuur en interne expertise van de school (schoolniveau). Deze leerlingen ontvangen het onderwijs van hun eigen leerkracht met extra planmatige ondersteuning van eigen leerkracht voor bepaalde ontwikkelingsvragen, na overleg met de i.b.-er en op basis van een handelingsplan (voor minstens 1 vakgebied). Binnen de HGW-cyclus vallen deze leerlingen binnen de leerlingbespreking zonder extern advies. NIVEAU 3 = breedteondersteuning* (1): - De ondersteuning die elke school intern kan bieden(schoolniveau) m.b.v. ondersteuning op bovenschoolsen SWV-niveau. Deze leerlingen ontvangen het onderwijs van hun eigen leerkracht met extra ondersteuning van de ondersteuningsstructuur van de eigen school (i.b.-er / r.t.-er) na bespreking en vaststelling in de groeps –, leerling - of andere bespreking op basis van een handelingsplan. Binnen de HGW-cyclus vallen deze leerlingen binnen de leerlingbespreking met extern advies. De ondersteuning wordt dus ondersteund door consultatie van de leerlingbegeleider van het SBO of door advisering van deskundigen van Expertis (het ondersteuningsplatform of collegiale consulent). NIVEAU 3 = breedteondersteuning (2) = lichte ondersteuning (WSNS): - Zie niveau 3 breedteondersteuning (1). - Er heeft nadere diagnostiek plaatsgevonden, eventueel ook door externe instanties. - Er is een handelingsplan via een extern deskundige (Expertis, AB, ZPF, e.a.). Uitkomst van dit onderzoek kan aanmelden bij PCL tot gevolg hebben met eventuele verwijzing naar het SBaO. Onder dit niveau verstaan wij ook leerlingen met een tweede leerweg (eigen OPP). 14
NIVEAU 4 = diepte ondersteuning* (1) = zware ondersteuning intern (cluster 1 t/m 4): Deze leerlingen ontvangen het onderwijs van hun eigen leraar met extra ondersteuning van de ondersteuningsstructuur van de school (i.b.-er / r.t.-er) op basis van een handelingsplan opgesteld op basis van specialistische gegevens van de leerlingbegeleider van Expertis en door advisering van deskundigen van het ZPF en de ambulante begeleiding. De PCL+ zal deze ondersteuningsvraag moeten bevestigen (toekomstig). Er heeft nadere diagnostiek plaatsgevonden bijv.: psychologisch – didactisch onderzoek door ZPF, Expertis of andere instantie. Aanvullende onderwijs/ondersteuningsbehoeften zijn intern door de school te realiseren, aangevuld met externe begeleiding en ondersteuning uit het bovenschools-/SWV ondersteuningstraject en het SO (LGF). Onder dit niveau verstaan wij ook leerlingen met een “rugzak”. Dit zijn dus leerlingen die “SO-onderwijs” volgen op hun eigen school! NIVEAU 4 = diepteondersteuning* (2) = zware ondersteuning extern: Als niveau 4 = diepteondersteuning (1). Deze leerlingen kunnen vanwege de onderwijsbehoeften geen regulier onderwijs volgen. Het Onderwijsondersteuningsprofiel van de school geeft aan dat aanvullende onderwijs- en ondersteuningsbehoeften zijn niet door het reguliere onderwijs uit te voeren zijn. *De termen basis- breedte- en diepte ondersteuning zijn termen die per 1 aug. 2014 worden gebruikt bij het in werking treden van de wet op Passend onderwijs.
15
1.10 Netwerken Leerkracht De groepsleerkracht is de eerst verantwoordelijke voor de communicatie met kinderen, ouders/verzorgers en collega’s. De overlegmomenten staan in de ondersteuningslijn vermeld. Ze zijn concreet beschreven onder ‘Protocollen leerlingenondersteuning’. Ouders/verzorgers Via de informatie -avond en drie voortgangsgesprekken, waarvan twee aan de hand van het rapport. Verder vinden er regelmatig gesprekken plaats met ouders/verzorgers rond de kinderen met specifieke onderwijsbehoeftes. Ouders/verzorgers kunnen altijd bij de klassenleerkracht terecht met vragen én / of problemen. Hiervoor kan een afspraak gemaakt worden voor en na schooltijd. In de groepen 1 en 2 worden de kinderen door ouders/verzorgers in de groep gebracht. De 'social talk' voor en na schooltijd met ouders/verzorgers moeten we hierbij niet vergeten. Interne begeleider De interne begeleider is de coördinator van de ondersteuningsverbreding op school. De taak van de IB-er is niet het daadwerkelijke verlenen van hulp aan leerlingen, maar het coachen van leerkrachten bij het geven van hulp aan individuele leerlingen of aan een hele groep. Ondersteuningsteam Zes keer per jaar komen orthopedagoge Esther Geerke Goos en collegiale consulente Joke Huis in het Veld op school. Samen met de IB-er, directeur, de leerkracht en eventueel de ouders/verzorgers worden vragen t.a.v. de groep en/of leerling besproken. Andere deskundigen, die met het kind werken, kunnen bij deze gesprekken uitgenodigd worden. Door afstemming wordt duidelijk hoe de ondersteuning richting deze groep of deze leerling het beste ingezet kan worden (onderwijsbehoefte). Ondersteuning Advies Team (OAT) Als bij leerlingen hulp binnen school geboden is en er is onvoldoende resultaat, wordt in overleg met en na toestemming van de ouders/verzorgers de hulp gezocht bij het Ondersteuning Advies Team. Deze bestaat uit een orthopedagoog, een schoolverpleegkundige, een collegiale consulent, een schoolmaatschappelijke deskundige, de leerkracht, de directeur en de IB-er. Zij komen drie keer per jaar bijeen. De regie van de ondersteuning blijft voor de school. In alle gevallen worden besluiten en adviezen door de school genomen en met ouders/verzorgers besproken. Expertis Onderwijsadviseurs Als uit het overleg met de orthopedagoog of het ZAT overleg blijkt dat een didactisch en /of psychologisch onderzoek aanvullend kan zijn, wordt Expertis ingeschakeld. Zij doen de onderzoeken voor onze stichting. GGD (afd. Jeugdgezondheidsondersteuning) Hier kunnen de leerkrachten of ouders/verzorgers terecht voor advies en begeleiding. Het betreft problemen bij een kind op het gebied van de lichamelijke- en / of geestelijke gezondheid. In het OAT zit Femmie Kiffen namens de GGD. In groep 2 komen alle kinderen in aanmerking voor een medisch onderzoek. In groep 7 wordt het vervolgonderzoek uitgevoerd door de verpleegkundige. Dit onderzoek vindt plaats op school zonder ouders/verzorgers. Informatie over deze onderzoeken is te vinden in bijlage 8.3. Schoolmaatschappelijk werk Hier kunnen leerkrachten en ouders/verzorgers terecht voor advies en begeleiding. Het betreft problemen bij een kind op het gebied van maatschappelijk werk. Contactpersoon en deelnemer OAT: Maarten Roth. Dimence De ambulante kinder- en jeugdpsychiatrie van Dimence biedt onder andere specialistisch onderzoek en behandeling aan kinderen van 7-12 jaar (en hun ouders/verzorgers), waarbij sprake is van psychische en psychiatrische problemen en ontwikkelingsstoornissen. De behandeling is gericht op 'beter maken', maar ook op het leren omgaan met de stoornis. Ouders/verzorgers kunnen via huisarts of rechtstreeks contact opnemen met Dimence. Ook de school kan informatie vragen of advies bij de afdeling over problemen van een kind. Logopedie. Logopedische screening van kleuters vindt plaats zodra een kind 5 jaar is geworden. Deze screening wordt uitgevoerd door een logopediste van de GGD, alleen op spraak technisch gebied. Voor verder toelichting zie de schoolgids blz. 20. Uitkomst van deze screening wordt in het leerling dossier opgenomen Fysiotherapie. Alle kinderen in groep 1 worden jaarlijks gescreend door een gymnastiekdocent die tevens geschoold is om motorische screening te mogen afnemen bij kleuters. Dit wordt bekostigd door de gemeente. Uitkomst van deze screening wordt in het leerling dossier opgenomen.
16
Collega-scholen Contact met collega scholen van SKOT vindt plaats in het IB netwerk. Er zijn 6 bijeenkomsten per jaar. Het netwerk heeft een uitwisselingskarakter en een verdiepingssfeer voor de IB-ers. Nieuwe ontwikkelingen m.b.t. de ondersteuning worden er besproken. Particuliere hulpverleners De school krijgt steeds meer te maken met particuliere instellingen die aanvullende ondersteuning verlenen. Dit gebeurt op veelal verzoek van ouders/verzorgers. De school staat open voor contact en overleg voor zover mogelijk. De vertaalslag vanuit de externe naar het kind in deze groep met deze leerkracht, wordt door school eventueel in overleg met de orthopedagoog / collegiale consulent gemaakt. Zie voor verdere uitwerking de Schoolgids blz. 14, 4.3 (pre) Ambulant begeleiders Vanuit WSNS gelden kan de school tot eind maart 2014 een verzoek indienen voor hulp van een ambulant begeleider. Beoogde inzet: preventief, systeemgericht en op lange termijn. Ondersteuningsplatform In het ondersteuningsplatform worden kinderen besproken die aangemeld worden vanuit school. Deze kinderen zijn al intern besproken en krijgen extra ondersteuning, maar dit heeft nog niet voldoende opgeleverd en er blijven vragen bestaan. Doel van het OPF is om samen een passend antwoord te vinden op de hulpvraag van school en ouders/verzorgers m.b.t. het kind. Voor verdere procedure voor aanmelding OPF zie ondersteuningsplan, bijlage 8.8. PCL. Voor de aanmelding voor de speciale basisschool dient een leerling aangemeld te worden bij een Permanente Commissie Leerlingenondersteuning (PCL.), die sinds 1 augustus 1998 in elk Samenwerkings- verband is aangesteld. De PCL beoordeelt het advies van het Ondersteuningsplatform en zal aangeven of de leerling toelaatbaar is op de speciale basisschool van het Samenwerkingsverband. CVI. Als een leerling op een school voor speciaal onderwijs is aangewezen, wordt de leerling aangemeld bij de Commissie Van Indicatiestelling. Deze commissie beoordeelt of de leerling toelaatbaar is binnen het cluster: 1. onderwijs aan visueel gehandicapte kinderen, 2. onderwijs aan auditief en/of communicatief gehandicapte kinderen. 3. onderwijs aan verstandelijk- en lichamelijk gehandicapte kinderen, 4. kinderen met ernstige gedragsproblemen dan wel kinderpsychiatrische problemen. Als een kind toelaatbaar is, kunnen ouders/verzorgers ervoor kiezen het kind op de basisschool te laten met een rugzakje. In overleg met de basisschool, wordt dan gekeken naar de mogelijkheden.
17
Hoofdstuk 2
Veranderingsprocessen
2.1 Activiteitenplan SWV Noord West Twente 2013-2014 Onderwijsondersteuningsprofiel De scholen zullen vooral bezig gaan met het schrijven van hun onderwijsondersteuningsprofiel. Het uitwerken van een goed niveau van basisondersteuning is hiervan een belangrijk onderdeel. Verder wordt nagedacht over het ambitieniveau van de breedte- en diepteondersteuning. Trajecten Kind op de Gang zijn hier al aan vooraf gegaan. Ondersteuningsstructuur Uitwerken van een nieuwe ondersteuningsstructuur is een opdracht voor het SWV. Scholen zullen echter Schoolondersteuningsteams (SOT) vormen en aan moeten sluiten bij ondersteuningsadviesteams (OAT). Onderwijsondersteuningscontinuüm Binnen de ondersteuning aan leerlingen moet sprake zijn van een continuüm. Een warme overdacht tussen VVE en VO is hierbij van belang. Scholen geven in hun eigen netwerken hier uitvoer aan. Sociaal en emotionele ontwikkeling Om de basisondersteuning te versterken is een positief pedagogisch klimaat van belang. Aandacht voor de sociaal en emotionele ontwikkeling speelt hier een belangrijke rol. Scholing Om tot een goed afgestemd scholingsprogramma te komen neemt het SWV initiatief. Individuele personeelsleden en teams kunne hier gebruik van maken. Alle scholen zullen HGW implementeren. Scholen nemen hierin hun eigen verantwoordelijkheid, maar het SWV coördineert het aanbod. 2.2 Aandachtspunten ondersteuningslijn St. Stephanusschool schooljaar 2013-2014 Vanuit de visie van het WSNS, proberen we de komende jaren passend onderwijs vorm te geven. Dit maken we concreet met een vervolg richting het handelings- en opbrengstgerichte werken en het opstellen van ontwikkelingsperspectieven. Daarnaast zullen wij in het komende jaar starten met een schoolbrede training en inzet van SWPBS. Doel: creëren van een duidelijk, positief en veilig klimaat binnen de school. 1. Handelingsgericht- en opbrengstgericht werken Onderhouden van groepsoverzichten en groepsplannen rekenen groep 1 t/m 8 (Evalueren, borgen, herijken), Uitbreiden groepsplannen richting de vakken taal, spelling en lezen, Structureel bijhouden en borgen van aangeboden extra uitleg en leerstof, Manier van borgen/herijken bepalen en vastleggen, Mede-eigenaarschap van kinderen en samenwerking met ouders/verzorgers vergroten en vasthouden, Het bekijken van de opbrengsten drie keer per jaar functioneel maken, Doorgaande leerlijnen helder formuleren en borgen per groep. 2. Onderwijsondersteuningsprofiel Onderwijsondersteuningsprofiel 2013-2014 opstellen st. Stephanus (in format SWV). 3. Ondersteuningsstructuur Notities en andere gegevens in digitaal leerling dossier plaatsen, Evalueren groepsplan door inzet ‘logboek’ (doorgaande lijn), analyse van toetsgegevens, gesprekken met kind en ouders/verzorgers, Structureler interne leerlingbespreking vanuit eigen hulpvraag leerkracht en leerkrachtvaardigheden (op ondersteuningsvergadering voorafgaand aan OAT of SOT), 4. Onderwijsondersteuningscontinuüm Contacten blijven onderhouden met VVE i.v.m. passend arrangement voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, Overdracht naar VO. 5. Sociaal en emotionele ontwikkeling (SEO) Start SWPBS onder begeleiding van Attendiz (Annemiek Wiefferink). 6. Scholing Teamscholing SWPBS door Attendiz, Vervolg scholing HGW/OGW tijdens IB-netwerk door Expertis.
18
2.3 Evaluatie doelen ondersteuningslijn St. Stephanusschool schooljaar 2012-2013 Groepsplan Aan het eind van dit schooljaar heeft iedere groep een groepsplan ontwikkeld op het gebied van rekenonderwijs. Dit groepsplan is zichtbaar gemaakt voor de leerlingen en uitgewerkt in SMART – doelen. De doelen staan uitgewerkt in subdoelen boven de verdeling van instructieniveaus in het klassenmanagementschema. Deze naam zal, na het benoemen en omschrijven van doelen, veranderd worden in ‘groepsplan … (vakgebied)’ Doel behaald Iedere groep heeft de laatste periode gewerkt met een groepsplan rekenen. De doelen zijn daarin helder en duidelijk omschreven. Aandachtspunt: Er werden onvoldoende notities gemaakt aan het eind van een instructieles, zodat het evalueren alleen op basis van toetsgegevens kon. Het belang van een tussentijdse interventie en het bijhouden van een logboek voor de kinderen met specifieke onderwijsbehoeften is besproken en zal in het komende schooljaar een vervolg krijgen in de vorm van een logboek. Groeiformulier leerlingenondersteuning Aan het eind van het schooljaar is er voor iedere leerling met specifieke onderwijsbehoeftes, een leerling groeiformulier ingevuld. Op dit formulier staat een analyse van eerdere gegevens, samengevat vanuit het dossier, en zijn alle ontwikkelingen, gesprekken en observaties van het huidige schooljaar toegevoegd. Uitgangspunt is het verkrijgen van antwoord op de HGW vragen: Deze leerling heeft: instructie nodig die…. materialen / opdrachten nodig die…. leeractiviteiten nodig die… feedback nodig die… groepsgenoten nodig die…. een leerkracht nodig die… … om de gestelde doelen te halen. Doel behaald Iedere leerkracht is met een groeiformulier gestart en heeft deze bijgehouden. Dit zal in het komende schooljaar zeker een vervolg krijgen. Een handelingswijzer en de gemaakte afspraken zijn te vinden in de bijlage ‘Afspraken groeiformulier’. Borgen lijn HGW Aan het eind van schooljaar 2012-2013 is de lijn HGW, zoals gebruikt op de st. Stephanus, helder en duidelijk omschreven en aangepast op de situatie op dat moment. Het stappenplan wordt geborgd in het borgingsdocument Ondersteuning. Doel behaald Na akkoord: toegevoegd in borgingsdocumenten. 2.4 Doelen ondersteuningslijn 2013-2014 Doel 1 Logboek Aan het eind van het schooljaar 2013-2014 is een eenduidige en doorlopende lijn van de groepen 1 t/m 8 vastgelegd ten aanzien van het borgen van gegevens vanuit de extra instructie. Dit ‘logboek’ zal in iedere klas terug te vinden zijn en zal leidraad zijn bij de interventie en het evalueren van de groepsplannen. Doel 2 Groepsplan rekenen Aan het eind van het schooljaar 2013-2014 zal er voor alle periodes en voor iedere groep een groepsplan rekenen ontwikkeld zijn. Deze groepslannen zijn ook uitgevoerd en geëvalueerd. De evaluatie zal plaatsvinden middels toetsgegevens, toetsanalyses, gesprekken en een analyse vanuit het logboek. In het schooljaar 2014-2015 zullen ook groepsplannen voor taal en spelling ontwikkeld worden. Doel 3 OnderwijsOntwikkelingsPerspectief (OOP) Aan het eind van het schooljaar 2013-2014 zal er voor alle leerlingen die voor een ontwikkelingsperspectief (OOP) in aanmerking komen, een passend en helder OOP gemaakt en geëvalueerd zijn. Het gaat hierbij om alle leerlingen met een LGF en alle leerlingen die, op één of meerdere vakgebieden, niet binnen ons basisarrangement zullen uitstromen.
19
Hoofdstuk 3: 3.1 Methoden Jonge kind: Taalactivering Rekenprogramma Extra materialen
Instrumentarium Schatkist – Taalplezier – Curriculum Schoolrijpheid – map fonemisch bewustzijn -- Villa Letterpret Schatkist -- map gecijferd bewustzijn – Fred en de rekenflat
Levensbeschouwing
Idee In de hoek SWPBS -Kinderen en hun sociale talenten Hellig Hart
Technisch lezen
Veilig leren lezen (nieuwe versie)
Expressievakken
Moet je doen (dans – drama – muziek – tekenen – handvaardigheid)
SEO
Oudere kind: Begrijpend/studerend lezen
Goed gelezen, Nieuwsbegrip en leesschema (Kids week / Seven days)
Technisch lezen
Goed gelezen en leesschema
Rekenen/Wiskunde
Wereld in getallen
Aardrijkskunde
Meander
Geschiedenis
Brandaan
Biologie/Natuurkunde/ Techniek Schrijven
Naut
Verkeer
Afgesproken!
Gymnastiek
Bewegen samen regelen
Taal
Taalactief
SEO
Kinderen en hun sociale talenten -- SWPBS
Levensbeschouwing
Hellig Hart
Expressievakken
Moet je doen (dans – drama – muziek – tekenen – handvaardigheid)
Schrijven in de basisschool
20
3.2 Toets- en remediërende materialen Vakgebied Toetsmaterialen Bots vragenlijst SociaalPravoo emotioneel Si-Di protocol LICOR-lijst
Vakgebied Motorische ontwikkeling Vakgebied Lezen
Vakgebied Spelling
Vakgebied Taal
Remediërende materialen - Kwaliteitenspel - Coole kikker kwartet - Methode Remweg - Kikker be cool – spel - Sociale vertelsels - Pravoo-map Luc Koning - Kinderpsychiatrische beelden - Pedagogische adviezen voor speciale kinderen - Concentreren kun je leren gr. 1 t/m 8
Toetsmaterialen In beweging Motorische screening Schrijven in de basisschool
Remediërende materialen - Schrijven zonder pen. - In beweging - Ondersteuningmap ‘schrijven in de basisschool’
Toetsmaterialen Toets beginnende geletterdheid Protocol Leesproblemen en dyslexie DMT en AVI CITO DTLAS Goed gelezen Cito Begrijpend Lezen Dyslexie Screening Test EMT KLEPEL Snel serieel benoemen
Remediërende materialen - Methode Goed gelezen - Luc Koning: Map spec. Leesbegeleiding - DLE-boek - Zuidvallei - Zo leer je kinderen lezen en spellen - Nieuwsbegrip - hulpboeken Cito begrijpend lezen Computerprogramma’s: - Veilig leren lezen - Flits - Leesladder - Klankie - Kurzweil
Toetsmaterialen Methode TaalActief Cito Spelling P.I.woorddictee
Remediërende materialen - Spelling in de lift - Hulpboeken Cito spelling - Voorspel Computerprogramma’s: -BLOON -Ambrasoft (drukwerk)
Toetsmaterialen Cito:Taal voor kleuters Cito: Woordenschat (gr. 3 t/m 7) Methode TaalActief TAK toets
Remediërende materialen - Ontwikkelingsmaterialen - Zin- en woordontleden - Mindmappen Groep 1-2 -Materialen bij methodes Schatkist / VLL/ Taal op Maat Computerprogramma’s: -Ambrasoft -Schatkist taal en woordenschat
21
Vakgebied Rekenen
Toetsmaterialen Cito RVK, rekenen voor kleuters Cito rekenen en wiskunde (gr.3 t/m 8) Maatwerk Methode: Wereld in getallen Protocol Ernstige Reken Wiskundeproblemen en Dyscalculie
3.2.1 Materialen voor hoog -, of meer begaafde kinderen Hoogbegaafdheid
Remediërende materialen - Ontwikkelingsmateriaal groep 1 en 2 - Maatwerk - Materialen bij de rekenmethode (MAB, getallenlijnen etc.) - Met sprongen vooruit Computerprogramma’s: -Bas telt mee -Wereld in getallen -Ambrasoft - Maatwerk
Vooruit Taaltoppers Kien Rekentoppers Plustaak Woorddetective Rush hour Materialen voor hoogbegaafdheid (computer)
22
Hoofdstuk 4:
Taakomschrijving leerkracht en Interne Begeleider
4.1. Taakomschrijving leerkracht De leerkracht geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Onderwijs en leerlingbegeleiding. bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor; geeft les aan en begeleidt leerlingen; hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leer- en opvoedingsdoelen van de school; creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen; stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden; structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen, organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen; kijkt onderwijsactiviteiten van leerlingen na en corrigeert; speelt in de les in op ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing; registreert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en stelt op basis daarvan, in overleg met ouders en kind, handelingsplannen op; signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen begeleidt individuele leerlingen aan de hand van handelingsplannen; coördineert de leerlingenondersteuning voor de eigen groep; begeleidt leerlingen op basis van het ondersteuningsplan; bespreekt leerlingen met specifieke behoeftes met de intern begeleider en/of de directeur; begeleidt de onderwijsassistent en/of stagiaires in de eigen les/groep; bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers; houdt het leerlingendossier bij in Esis; geeft voorlichting aan ouders/verzorgers/groepen ouders/verzorgers en verzorgers over de situatie van het kind in het kader van het bevorderen van hun deskundigheid; neemt deel aan teamvergaderingen; organiseert overige schoolactiviteiten en voert deze uit; onderhoudt contacten met de ouderraad. 2. Bijdrage onderwijsvoorbereiding en -ontwikkeling. draagt bij aan de formulering van leer- en opvoedingsdoelen van de school, in onderlinge samenhang en voor één of meerdere leerjaren; vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten; doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma's; zet mede, in teamverband, de pedagogische koers uit, voert hierover overleg met betrokkenen en verwerkt de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten. 3. Professionalisering. houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur. Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het geven van les en leerlingbegeleiding, het mede, in teamverband, uitzetten van de pedagogische koers, het voeren van overleg hierover met betrokkenen en het verwerken van de koers in didactische werkvormen en leeractiviteiten, het deelnemen aan professionaliseringsactiviteiten. Kader: de onderwijs wet- en regelgeving, kerndoelen, leer- en opvoedingsdoelen en beleidslijnen van de school. Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van onderwijs en leerlingbegeleiding, van de bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs en van de professionalisering. 23
Kennis en vaardigheden theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden; kennis van de leerstof; inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de eigen school; inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van hulpverlening (instanties); invoelingsvermogen en sociale vaardigheden; vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden; communicatieve vaardigheden. Contacten met leerlingen om de leerstof te bespreken en uit te leggen en resultaten c.q. problemen te bespreken; met ouders/verzorgers/verzorgersom de voortgang en ontwikkeling van de leerlingen te bespreken; met de ouderraad over ontwikkelingen om deze toe te lichten; met collega leerkrachten over de eigen werkzaamheden in de vorm van collegiale besprekingen/consultatie; met de directie over de begeleiding van de lerarenondersteuner en/of onderwijsassistent om tot nadere afspraken te komen. 4.2 Taakomschrijving Interne Begeleiding De werkzaamheden worden verricht op een basisschool. De school is een van de scholen binnen een stichting. De intern begeleider is onder verantwoordelijkheid van de directeur belast met het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van het ondersteuningsbeleid, de coördinatie en uitvoering van het ondersteuningsbeleid in de school, de begeleiding van leraren en is verantwoordelijk voor professionalisering. Werkzaamheden 1. Bijdrage beleidsvoorbereiding ondersteuningbeleid. analyseert de ondersteuningsactiviteiten, toetsresultaten en leerlingbesprekingen en denkt mee over het uitwerken van de didactische leerlijnen; adviseert de directeur bij het ontwikkelen van onderwijs- en ondersteuningsbeleid in de school; adviseert de directeur t.a.v. de aanname van nieuwe (ondersteuning)leerlingen; vertegenwoordigt de school in intern en extern overleg over ondersteuningsbeleid; stelt het schoolspecifieke ondersteuningsplan op; levert een bijdrage aan de evaluatie van het ondersteuningsbeleid in de school, bij de werkgever en in het samenwerkingsverband. 2. Coördinatie en uitvoering ondersteuningsbeleid in de school. draagt ondersteuning voor opzet en uitwerking van het leerlingvolgsysteem volgens afspraken in het ondersteuningsplan; stelt op basis van het ondersteuningsbeleid de jaarlijkse toets kalender op, bewaakt de uitvoering en verzamelt toetsgegevens en/of groepsoverzichten; organiseert onderzoek en speciale hulp m.b.t. ondersteuning aan leerlingen, zorgt voor dossiervorming t.b.v. ondersteuningsleerlingen; denkt mee in het opstellen van procedures, protocollen en afspraken m.b.t. leerlingenondersteuning en bewaakt deze; is voorzitter bij leerlingbesprekingen, groepsbesprekingen en het ondersteuningsoverleg en bereidt de bijeenkomsten voor; coördineert onder regie van de directeur aanmeldingen en verwijzingen van leerlingen; organiseert en neemt deel aan intern en extern overleg m.b.t. ondersteuningsleerlingen; coördineert activiteiten m.b.t. schoolverlaters, bewaakt de procedure van aanmelding voor het LWOO/praktijkgericht onderwijs coördineert de terugplaatsing van leerlingen vanuit het speciaal onderwijs in het basisonderwijs.
24
3. Begeleiding leraren. draagt kennis over leerlingenondersteuning over; ondersteunt bij het zoeken van lesmateriaal voor remedial teaching; adviseert over ondersteuningsleerlingen, didactische vragen, e.d. en organiseert collegiale consultatie; begeleidt en coacht bij het analyseren van gegevens over de ontwikkeling van leerlingen, het opstellen en uitvoeren van handelingsplannen en het bewaken van het vervolg daarop; begeleidt en coacht in het afnemen van eenvoudige diagnostische toetsen en het invullen van observatieformulieren; observeert klassensituaties teneinde de leerkracht te coachen m.b.t. leerlingen met specifieke onderwijsbehoeftes; ondersteunt in de contacten met ouders/verzorgers/verzorgers van ondersteuningsleerlingen. 4. Professionalisering. houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit; neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten en o.a. collegiale consultatie; bestudeert relevante vakliteratuur. Bevoegdheden, kader & verantwoordelijkheden a. Beslist bij/over: het analyseren van de ondersteuningsactiviteiten, toetsresultaten en leerlingbesprekingen en het op basis daarvan uitwerken van didactische leerlijnen, het opstellen van het school specifieke ondersteuningsplan, het ondersteuning dragen voor opzet en uitwerking van het leerlingvolgsysteem volgens afspraken in het ondersteuningsplan, het observeren van klassensituaties teneinde advies te geven aan leraren voor aanpak van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften. b. Kader: het ondersteuningsplan en beleidslijnen van de school. c. Verantwoording: aan de directeur van de school voor wat betreft de kwaliteit van de bijdrage aan de ontwikkeling van het ondersteuningsbeleid, van coördinatie en uitvoering van het ondersteuningsbeleid in de school, van begeleiding van leraren en van de professionalisering. Kennis en vaardigheden algemeen theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis; inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school; vaardigheid in het coachen en begeleiden van leerkrachten; vaardigheid in het gebruik van relevante gesprekstechnieken; vaardigheid in het motiveren van anderen; vaardigheid in het opzetten van plannen en het geven van adviezen. Contacten met leerkrachten over de begeleiding van ondersteuningsleerlingen om af te stemmen; met leerkrachten over de ondersteuningsvraag en de begeleiding van leerlingen om afspraken te maken; met externe organisaties over de begeleiding van ondersteuningsleerlingen om overleg te voeren en af te stemmen; met organisaties (SWV en Platform WSNS) en netwerkcontacten van intern begeleiders over het ondersteuningsbeleid om af te stemmen; met de directie over de kaders waarbinnen de leerlingenondersteuning plaats moet vinden.
25
Hoofdstuk 5:
Formulieren
5.1 Groepsoverzicht
Groepsoverzicht
5.2 Groepsplan
Groepsplan
26
5.3 Individueel handelingsplan Formulier handelingsplan Naam leerling Groep Datum
Beginsituatie Hulpvraag Positieve aspecten Leerling School/leerkracht Thuis Risicoaspecten Leerling School/leerkracht Thuis Wat wil ik bereiken?
Inhoud ( Wat ) Methode / middelen Werkwijze ( hoe) Organisatie Rol leerkracht / RT / OAS Plaats en tijd Evaluatie Wanneer Wie Door middel van Gewenst resultaat Behaald resultaat Hoe verder?
Datum:
Handtekening ouders/verzorgers / verondersteuningers
27
5.4 Groepsbespreking Bespreekpunten en vragen Bespreekpunten naar aanleiding van de observatie. Welke specifieke (coachings)vraag heb je? Bespreekpunten vanuit observatie:
Reacties
Organisatie Hoe verloopt het klassenmanagement en zelfstandig werken? Hoe verloopt de samenwerking tussen lln onderling en met jou? Hoe verlopen gesprekken met ouders/verzorgers? Waar ben je tevreden over? Welke twijfels heb je nog? Leerlingen die extra begeleiding nodig hebben Is het gelukt om de leerlingen te signaleren die: Extra ondersteuning nodig hebben? Meer uitdaging / verdieping nodig hebben? Zo ja, welke ondersteuningsvormen heb je gevonden die je in gaat zetten? Wat maakt het verschil tussen de 2/3 instructiegroepen? Leerlingen waarvan je de onderwijsbehoefte wat specifieker wilt bespreken. Wat is precies je vraag bij die leerlingen? Wat heb je al gedaan en wat heeft gewerkt? Waarom heeft dat gewerkt? Bij welke leerlingen denk je aan nader onderzoek? Aanmelding ondersteuningsteam? Met welke vraag? Welke voorbereiding / gegevens zijn dan nog nodig? Hierbij ook de leerlingen benoemen die, voor hetzelfde vak, 2x een D of een E- score hebben gehaald en leerlingen die voor meerdere vakgebieden een D of een E – score hebben. Clusteren van leerlingen Welke vragen/ twijfels heb je over het clusteren? Is deze clustering haalbaar voor jou qua organisatie? Heb je de leerlijnen helder? Weet je welke leermomenten belangrijk zijn? Dat is belangrijk voor het indelen van de clusters? Handelingsplannen en ESIS Handelingsplan/ groepsplan: welke leerlingen hebben een HP? SMARTI- doelen stellen. Lukt dat? Evaluatie / Logboek invullen voor kinderen die andere instructie volgen. Hoe gaat dat? Heb je een groeiformulier ingevuld voor een leerling met een HP / zeer specifieke onderwijsbehoefte? Lukt dat? Welke vragen heb je nog? Ontwikkelpunten en begeleidingsvragen Wat zijn jouw ontwikkelpunten / begeleidingsvragen? Waarin zou je de begeleiding / hulp van de IB-er willen inschakelen? Feedback op de groepsbespreking Mening over deze aanpak? Wat is positief? Wat kan anders?
28
5.5 Individuele leerlingbespreking Naam: Groep: Leerkrachten: IB-er:
Thuissituatie
Sociaal Emotionele ontwikkeling
Motorische ontwikkeling
Spraak / Taal ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Speel / Werkgedrag
Recente Toetsgegevens
Groep 3 t/m 8
Groep 1 & 2
Begrijpend lezen ___________________ Rekenen ___________________ Technisch lezen ___________________ Spelling ___________________ Diagnostische toetsen ___________________ ___________________ ___________________
Taal voor kleuters _______________________ Ordenen _______________________ Diagnostische toetsen _______________________ _______________________ _______________________
Hulpvraag leerling: onderwijsbehoefte?
Eventuele oplossingen
29
5.6 Groeiformulier leerlingenondersteuning GROEIFORMULIER LEERLINGENONDERSTEUNING Start datum
Ingevuld door
Functie:
Ten behoeve van: BETREFFENDE LEERLING Naam: Adres: School: KBS St. Stephanus Zenderen IB-er: GEZINSSITUATIE ONDERSTAANDE VERSLAGGEVING IS GEMAAKT DOOR: Volgnr: 1
Datum: Door:
Volgnr:
Probleemomschrijving:
Functie: FASE 1: WAARNEMEN
1 2 3 Volgnr:
Relevante informatie uit de voorgeschiedenis:
1 2 3 Volgnr:
Wat is op dit moment de reden voor deze aanmelding?
1 2 3 Volgnr:
Welke vragen zijn er met betrekking tot het werken met deze leerling in deze groep?
1 2 3 Volgnr:
Hoe beleven ouders/verzorgers het functioneren van het kind?
1 2 3 Volgnr:
Hoe beleeft het kind zelf zijn/haar functioneren?
1 2 3 Volgnr:
Wat is er tot nu toe ondernomen? Met welk resultaat? Wat werkte wel?
1
2
30
3
Volgnr
Welke verwachtingen hebben kind, school en ouders/verzorgers?
1 2 3
PROTECTIEVE FACTOREN VOLGNR: KINDKENMERKEN Positief, stimulerend, kansen.
Moeilijkheden en belemmerende factoren
Spelleerontwikkelingen en leervorderingen.
Cognitieve en functieontwikkeling
Werkhouding en taakgedrag
Sociaal-emotioneel functioneren. nb: waarneembaar gedrag Lichamelijk functioneren Creatieve, beeldende en muzikale ontwikkeling Hobby's en interesse
Mogelijke acties
1
KENMERKEN VOLGNR: BINNEN SCHOOL
PROTECTIEVE FACTOREN Positief, stimulerend, kansen.
Moeilijkheden en belemmerende factoren
Mogelijke acties
Leraar Groep School
VOLGNR: KENMERKEN BUITEN SCHOOL
Vrije tijd Gezin/ouders/verzorgers 1
Externe hulp
PROTECTIEVE FACTOREN Positief, stimulerend, kansen.
Moeilijkheden en belemmerende factoren
Mogelijke acties
31
FASE 2: BEGRIJPEN VOLGNR
Omschrijf de onderwijsbehoeften van de leerling … heeft een leerkracht nodig die; … heeft leerstof nodig die;
1
… heeft een omgeving nodig die; … heeft medeleerlingen nodig die;
2 3 VOLGNR:
Wat zijn nu nog de vragen?
1 2 3 VOLGNR: 1 2 3 FASE 3 EN 4: PLANNEN EN REALISEREN ONDERWIJSBEHOEFTEN handelingsplan VOLGNR
WIE
DATUM EVALUATIE
ACTIE
1 2 3
FASE 5: EVALUATIE VOLGNR
DATUM
RESULTAAT*
OPMERKING
1 2 3
FASE 1 t/m 5 Datum bespreking ouders/verzorgers
Handtekening
Datum volgende gesprek
32
5.7 Aanmeldingsformulier leerlingenondersteuning AANMELDINGSFORMULIER LEERLINGENONDERSTEUNING Datum:
Ingevuld door: Maand Jaar
Functie: Maak keuze
Ten behoeve van: BETREFFENDE LEERLING Naam: Adres: School: IB-er:
Geboortedatum: Groep: maak keuze
Schoolverloop:
FASE 6: AANMELDING AANMELDEN BIJ HET ZPF/PCL. AANMELDEN VOOR ONDERZOEK OF VERWIJZING NAAR SBO 1 Wat is de aanleiding voor deze aanmelding? Waarom melden ouders/verzorgers en school juist nu deze leerling aan? 2
Welke vragen hebben school, ouders/verzorgers en kind aan het ZPF of onderzoeksinstantie? Waarom willen ze dat weten?
3
Wat willen ze met het onderzoek bereiken? Wat zijn hun doelen?
4
Wat verwachten school, ouders/verzorgers en kind van het ZPF of het onderzoek?
5 5 a
Wat is de visie van de betrokkenen voor zover relevant voor deze aanmelding? Leerkracht
5 b
Ouders/verzorgers
5 c
Leerling
5 d
Andere deskundigen
33
VRAGEN EN OPMERKINGEN OUDERS/VERZORGERS/VERZORGERS 1
Wanneer was er voor het eerst contact met ouders/verzorgers/verzorgers? Hoe vaak was er contact?
2
Hoe verloopt de samenwerking met ouders/verzorgers/verzorgers? Wat is de reactie op de gesignaleerde problemen?
3
Welke oplossingen zijn er met ouders/verzorgers/verzorgers besproken? Hoe reageren ouders/verzorgers hierop?
4
Welke oplossingen dragen ouders/verzorgers/verzorgers aan? Hoe reageert de school hierop?
OVERZICHT TOEGEVOEGDE DOCUMENTATIE BIJ GROEIFORMULIER Document
Bijlage nr.
Datum
1
Naam
Overzicht leerling- en schoolgegevens uit LVS Toestemmingsformulier LVS Gezinsvragenlijst Lijst specificering leerproblemen Evt. HP’s of groepsplan CBCL (ouders/verzorgers) TRF (leerkracht) Verslag Coco Verslag logopedie Verslag kinderfysiotherapie Verslag psychodiagnostisch onderzoek Verslag schoolarts Overige: Overige: Overige:
1
e
De 1 5 (dikgedrukte) documenten zijn verplicht. 34
Hoofdstuk 6:
Toets kalender 2013-2014
November 2013 Groep Toets Datum 3 Herfstsignalering 11/11-15/11 Pravoo 04/11-13/11 Synthesetoets 3 04/11-13/11 Tekst lezen 04/11-13/11 4 Pravoo 04/11-13/11 Grafementoets* 04/11-13/11 Fonemendictee* 04/11-13/11 DMT 1B, 2B, 3B* 04/11-13/11 Spelling (E3)* 04/11-13/11 5 Pravoo 04/11-13/11 DMT 1A, 2A, 3A * 04/11-13/11 Spelling (E4)* 04/11-13/11 6 Pravoo 04/11-13/11 DMT 3C (2C, 1C)* 04/11-13/11 Spelling (E5) * 04/11-13/11 7 Pravoo 04/11-13/11 DMT 3B (2B, 1B)* 04/11-13/11 Spelling (E6)* 04/11-13/11 8 Pravoo 04/11-13/11 Rekenen-Wiskunde 04/11-13/11 Begrijpend Lezen 04/11-13/11 Spelling 04/11-13/11 Woordenschat 04/11-13/11 DMT 3A (2A, 1A)* 04/11-13/11 AVI* 04/11-13/11 Toetsen invoeren in ESIS voor 14 november Groepsbesprekingen 18 t/m 22 november Oudergesprekken 25 en 26 november
Januari – Februari 2014 Groep Toets 1 Taal voor kleuters Rekenen v. kleuters Pravoo - observatie 2 Taal voor kleuters Rekenen v. kleuters Pravoo - observatie 3 Wintersignalering Rekenen-Wiskunde DMT 1A, 2A AVI Spelling Woordenschat Grafementoets Fonemendictee Auditieve analyse* Auditieve synthese* Luisteren* 4 Rekenen-Wiskunde DMT AVI 1C, 2C, 3C Begrijpend Lezen Spelling Woordenschat Grafementoets* Fonemendictee* Luisteren* 5 Rekenen-Wiskunde DMT 3B (2B,1B) AVI Begrijpend Lezen Spelling Woordenschat Luisteren* 6 Rekenen-Wiskunde DMT 3A (2A,1A) AVI Begrijpend Lezen Spelling Woordenschat Luisteren* 7 Rekenen-Wiskunde DMT 3C (2C, 1C) AVI Begrijpend Lezen Spelling Woordenschat Luisteren* 8 DMT 3B (2B, 1B) AVI Rekenen-Wiskunde** Begrijpend Lezen** Spelling** Woordenschat** Eindtoets Cito
Datum 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 03/02-07/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 20/01-05/02 11/2 t/m 13/2 35
Toetsen invoeren in ESIS voor 7 februari Groepsbesprekingen 13 en 14 februari (14 februari rapport mee) Oudergesprekken 17 en 18 februari Uitslag Eindcito vanaf 10 maart (week 11)
Maart 2014 Groep Toets 3 Lentesignalering Pravoo 4 Pravoo 5 Pravoo 6 Pravoo 7 Pravoo 8 Pravoo
Datum 24/03-28/03 24/03-28/03 24/03-28/03 24/03-28/03 24/03-28/03 24/03-28/03 24/03-28/03
April 2014 Groep Toets 3 Grafementoets* Fonemendictee* DMT 1A, 2A* Spelling M3* 4 DMT 1C, 2C, 3C* Spelling (M4)* 5 DMT 3B (2B, 1B)* Spelling (M5)* 6 DMT 3A (2A, 1A)* Spelling (M6)* 7 DMT 3C (2C, 1C)* Spelling (M7)* 8 DMT 3B (2B, 1B) * Spelling N-WW (M8) * Spelling WW (M8) *
Datum 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04 22/04-25/04
Mei-Juni 2014 Groep Toets Datum 1 Taal voor kleuters 26/05-06/06 Rekenen v. kleuters 26/05-06/06 Pravoo - observatie 26/05-06/06 2 Taal voor kleuters 26/05-06/06 Rekenen v. kleuters 26/05-06/06 Pravoo - observatie 26/05-06/06 3 Pravoo 26/05-06/06 Eindsignalering 09/06-13/06 Rekenen-Wiskunde 26/05-06/06 DMT 1B,2B ,3B 26/05-06/06 AVI 26/05-06/06 Begrijpend Lezen 26/05-06/06 Spelling 26/05-06/06 Woordenschat 26/05-06/06 Auditieve analyse* 26/05-06/06 Auditieve synthese* 26/05-06/06 Grafementoets* 26/05-06/06 Fonemendictee* 26/05-06/06 Luisteren* 26/05-06/06 4 Pravoo 26/05-06/06 Rekenen-Wiskunde 26/05-06/06 DMT 1A,2A,3A 26/05-06/06 AVI 26/05-06/06 Spelling 26/05-06/06 Woordenschat 26/05-06/06 Luisteren* 26/05-06/06 5 Pravoo 26/05-06/06 Rekenen-Wiskunde 26/05-06/06 DMT 3C (2C,1C) 26/05-06/06 AVI 26/05-06/06 Spelling 26/05-06/06 Woordenschat 26/05-06/06 6 Pravoo 26/05-06/06 Rekenen-Wiskunde 26/05-06/06 DMT 3B (2B,1B) 26/05-06/06 AVI 26/05-06/06 Spelling 26/05-06/06 Woordenschat 26/05-06/06 7 Pravoo 26/05-06/06 DMT 3A (2A, 1A) 26/05-06/06 AVI 26/05-06/06 Entreetoets 06/05-21/05 8 Pravoo 26/05-06/06 DMT 3B (2B, 1B)* 26/05-06/06 AVI * 26/05-06/06 PI dictee* 26/05-06/06 Toetsen invoeren in ESIS voor 12 juni Groepsbezoek 13 juni Groepsbesprekingen 19 en 20 juni (20 juni rapport mee) Oudergesprekken 23 en 24 juni * zie Protocol Leesproblemen en Dyslexie **Indien nodig vooruitgang bekijken
36
Hoofdstuk 8:
Bijlagen
8.1 Afspraken groeiformulier Opstarten voor alle ondersteuningsleerlingen Bijhouden en toevoegen relevante gegevens Bijhouden en toevoegen logboekgegevens vanuit handelingsplan Iedere groep gebruikt een andere kleur Afspraak
Stappenplan
We starten voor iedere leerling met specifieke onderwijsbehoeftes een groeiformulier aan. Deze houden we structureel bij. In het groeiformulier vul je, bij de start, alle gegevens in die bekend zijn. Vanuit daar start je de eerste cyclus. Wat heeft dit kind nodig, van deze leerkracht, in deze groep? Een handelingsplan/ groepsplan wordt gestart, waarbij actief ingezet wordt op de specifieke onderwijsbehoefte van deze leerling. Iedere interventie die tussendoor gedaan wordt, wordt kort in het groeiformulier ingevuld, allemaal onder het nummer van de bijbehorende cyclus. Naar verslagen en gegevens van externen wordt verwezen. Deze hangen elders in Esis. De evaluatie van het handelings- / groepsplan, het gesprek met ouders/verzorgers en kind en jouw bevindingen, observaties, scores aan het eind van deze cyclus, worden kort vermeld in het groeiformulier, ook nog onder de voorgaande cyclus. Dit wordt structureel en na iedere groepsbespreking gedaan. Belangrijke punten en acties hieruit zijn je basis voor een volgende cyclus: wat heeft gewerkt? Waar liggen nog vragen? Wat zijn logische vervolgstappen? We zetten boven iedere aantekening / interventie of verwijzing, een datum! 1. Ga, via ‘Mijn Esis’ naar de groep. Klik op de naam van de leerling en klik daarna op ‘Dossier’. 2. Klik links in het menu op ‘Registratie’ en kies voor ‘Toevoegen’. 3. Kies daarna voor een notitie. 4. Vul bij de korte naam ‘Groeiformulier leerlingenondersteuning’ in. 5. Kies bij het onderwerp een passend kernwoord. 6. Kies bij ‘sjablonen’ voor het groeiformulier en klik op ‘OK’. 7. Nu kunnen de verschillende vakken ingevuld worden. Lastig? Laat de cursor even staan op ‘uitleg’, dan volgt er middels een tekstvak een korte uitleg! 8. Kies de kleur die we hebben afgesproken. 9. Klik altijd na aanpassingen even op ‘Volgende’ (ook tussendoor…). Dan slaat de computer namelijk op wat je hebt getypt. Je kunt via ‘Vorige’ zo weer terug. Als je dan op ‘Omschrijving wijzigen’ klikt, kun je weer verder werken. 10. Vul alleen die dingen in die je op dit moment weet! Je wordt je vast bewust naar welke zaken je nog eens extra kunt gaan kijken. Die vul je dan later gewoon weer aan. Aanvullen kan altijd door het groeiformulier op te vragen en op de knop ‘Wijzigen’ te klikken. Wanneer het groeiformulier in beeld is, klik dan op ‘Omschrijving wijzigen’ en je kunt verder werken. Ondersteuning wel dat je altijd een datum vermeldt boven de nieuwe toevoeging! Kleuren Groep 1 Zwart Groep 2 Violet Groep 3 Olijfgroen Groep 4 Zeegroen Groep 5 Oranje Groep 6 Indigo Groep 7 Bruin Groep 8 Grijs 80% Na iedere groepsbespreking volgt het aanmaken van een volgende cyclus. Dit doe je door op het icoontje te klikken dat aangeeft ‘rij beneden aanmaken’. Je vult het nummer van de volgende cyclus in, onder ieder afzonderlijk kopje.
37
Voorbeeldzinnen om een onderwijsbehoefte te formuleren. Dit kind heeft: ..een instructie nodig….
.. opdrachten nodig….
..(leer) activiteiten nodig….
..feedback nodig….
..groepsgenoten nodig….
.. een leraar nodig….
.. ouders/verzorgers nodig….
Voorbeeldzinnen: Waarbij de leraar voordoet en hardop denkt Die de betekenis van keersommen verheldert die zijn sterke visuele kant benut ter compensatie van het zwakke gehoor (bijv. picto’s, plaatjes, foto’s, stripverhalen) Die vooral auditief is (hardop voorlezen, instructie binnen verhaal, liedje, rijmpje Die verkort is ((doelen, kernpunten en oplossingsstrategieën kort bespreken waarna het kind zelfstandig aan het werk kan) Die verlengd is (activeren basisvaardigheden, begeleide inoefening,ondersteuning bij het toepassen van de strategie en stimuleren tot het bedenken van eigen voorbeelden) Die op of net onder het niveau liggen zodat hij de komende maand vooral succeservaringen kan opdoen Die net op of boven het niveau liggen zodat hij voldoende uitdaging krijgt Die overzichtelijke zijn door een sobere lay-out met zo weinig mogelijk afleiding van plaatjes Waarbij hij alleen de antwoorden hoeft in te vullen Met uitgewerkte voorbeelden Waarbij hij gebruik kan maken van schema’s, grafieken e.d. Die extra leer- en oefenstof bieden Met specifieke hulpmiddelen of (ICT) programma Die aansluiten bij zijn belangstelling voor de natuur Die structuur bieden met een stap-voor-stap-plan en zelfcorrigerend zijn, zodat hij direct feedback krijgt Die de denkhandelingen concreet ondersteunen ( bijv. getallenlijn) Die erop gericht zijn om de leertijd zo goed mogelijk te besteden Die opgedeeld zijn in kleinere deelactiviteiten Die hem uitdagen (uitbreiding: plustaken of verdieping) Die ruimte laten voor eigen keuze en inbreng Die consequent en direct op het gewenste gedrag volgt Waarbij de inzet/inspanning wordt benadrukt ( “je hebt 10 min, helemaal zelfstandig gewerkt”) Waarbij de succeservaringen worden benadrukt Die in een grafiekje is weergegeven zodat hij zijn vorderingen goed kan volgen en zich minder met de andere kinderen gaat vergelijken Die door groepsgenoten wordt gegeven, waarbij het kind een compliment krijgt als het lukt Met wie hij samenwerkend kan leren Die accepteert dat hij “anders” reageert in onverwachte situaties Die hem vragen mee te spelen in de pauze Die zijn clowneske gedrag negeren en er niet om lachen Die hem niet uitdagen door te rijmen op zijn naam Die de overgangen tussen de activiteiten structureert Die de instructie terugvraagt, controleert en Damen met hem evalueert ( responsieve instructie) Die let op zijn taakbeleving en deze voorafgaand, tijdens en na de taak met hem bespreekt Die vriendelijk en beslist is Die positieve interne attributies bij succes benadrukt Die situaties creëert waarin zijn sterke kant (behulpzaam en sociaal vaardig) naar voren komt Die doelgericht (flexibel) kan differentiëren Die hem complimenteert met zijn inzet Die hem begrijpt waar hij moeite mee heeft Die een neutrale, rustige, wat laconieke houding aanneemt Die steun biedt bij het omgaan met zijn vaak heftige emoties (en de strijd negeert die hij soms oproept) Die voorspelbaar is in gedrag, houding en activiteitenaanbod Die hem voorbereidt op de leswisseling Die rustig en geduldig is en doet wat ze zegt en zegt wat ze doet Die elke dag thuis samen lezen of sommen oefenen Die achter de gedragsregels op school staan en dit aan hun kind laten weten Die hun kind de ruimte geven en stimuleren om problemen zelf op te lossen Die grenzen stellen aan het gedrag van het kind en zelf het goede voorbeeld geven Die ondersteuningen dat het kind voldoende slaap / gezonde voeding / …..krijgt
38
8.2 Recht op inzage dossier Het leerling-dossier is strikt vertrouwelijk en ligt achter slot en grendel. Ouders/verzorgers/verzorgers hebben het recht om het dossier van hun kind in te zien. Wanneer ze zelf even gedetailleerd als school willen weten hoe het er met het kind voorstaat, kunnen ze de school vragen naar het leerling dossier. Praktisch betekent dit dat ze een afspraak moeten maken met de directeur om het dossier op te vragen (die vervolgens binnen vier weken moet voldoen aan de vraag), hebben ze het recht om het volledige dossier in te zien. Ouders/verzorgers/verzorgers mogen het niet meenemen buiten de school. Meestal krijgt men een ruimte toegewezen om de informatie in te zien. Ouders/verzorgers kunnen ook iemand meenemen, die bijvoorbeeld kennis van zaken heeft op gebied van testen en toetsen, want veel wat er in staat is vakjargon. Als de verstandhouding met de school goed is zou ook een leerkracht ouders/verzorgers dingen uit kunnen leggen. Als het gaat om testen van ambulant begeleiders, is het te verwachten dat deze zelf de toelichting geeft. Op basis van de inzage kunnen ouders/verzorgers/verzorgers de school verzoeken gegevens te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen. Dit kan alleen als de gegevens feitelijk onjuist, onvolledig, niet ter zake doend zijn of in strijd met een voorschrift van de Wet Bescherming persoonsgegevens (WBP). Als ouders/verzorgers/verzorgers vinden dat de directie (of het bestuur) niet reageert zoals het volgens hen zou moeten , dan zijn er verschillende vervolgstappen denkbaar. Ze kunnen bemiddeling vragen van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Ook kunnen ze binnen 6 weken na de beslissing van de directeur / bestuur een verzoekschrift indienen bij de rechter. Bemiddeling door het CBP schort de wettelijke termijn van zes weken op. Als de bemiddeling geen resultaat oplevert, moeten ze binnen zes weken na verzending van de CBP-brief alsnog een verzoekschrift aan de rechter sturen. Het gaat dus niet om het zelf verwijderen en auteursrechten. Ouders/verzorgers moeten dus zelf beargumenteerd aangeven in hoeverre sprake is van onjuiste en niet ter zake doende gegevens. Meer informatie is te vinden op www.cbpweb.nl. Het kan zijn dat de school het leerling-dossier aan anderen wil laten zien, bijvoorbeeld aan de schoolbegeleidingsdienst. Dat kan alleen als ouders/verzorgers/verzorgers daarvoor toestemming hebben gegeven. Op de website van de Algemene Vereniging Schoolleiders http://www.avs.nl kunt u de volgende informatie vinden: “Ouders/verzorgers hebben een recht tot inzage in het leerling dossier van hun kind. Er moet door de school binnen en termijn van vier weken aan een verzoek tot inzage worden voldaan. Ook bestaat er een kopierecht, dat wil zeggen dat er tegen een vergoeding (van maximaal 4,50 euro door de ouders/verzorgers kopieën van de gegevens mogen worden gemaakt.”
39
8.3 Jeugdgezondheidsondersteuning in het basisonderwijs. Memo
Aan
: Directeurenoverleg scholen
Onderwerp
: Nieuwe onderzoeksmethode Jeugdgezondheidsondersteuning GGD Regio Twente
Toename aantal ondersteuningskinderen Sinds jaren voert de afdeling Jeugdgezondheidsondersteuning van de GGD Regio Twente schoolonderzoeken uit onder de vijf- en tienjarigen (groep 2 en 7) van de basisschool. Dit zijn preventieve gezondheidsonderzoeken die als doel hebben de lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid van jeugdigen te bevorderen. In Nederland is de laatste jaren een toename waar te nemen van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. De huidige onderzoeksmethode biedt te weinig ruimte voor voldoende ondersteuning van kinderen met specifieke behoeftes. GGD Regio Twente wil hier op inspelen. Daarom gaan wij werken met een nieuwe onderzoeksmethode, de Triagemethodiek. Met deze methode blijven alle kinderen goed in beeld, het kind blijft centraal staan, maar het creëert tijd en ruimte voor het kind dat extra ondersteuning nodig heeft. Hoe werkt deze methode? Alle kinderen worden eerst goed gescand. De doktersassistente kijkt of een kind voldoet aan de vastgestelde norm. Als basis voor de scan geldt het dossier JGZ 0 – 19 jaar, twee vragenlijsten ingevuld door ouders/verzorgers, een ingevulde aandachtpuntenlijst van leerkracht(en) over een kind met specifieke behoeftes en een scan van een assistente. Ouders/verzorgers worden over de bevindingen uiteraard zo spoedig mogelijk schriftelijk of mondeling geïnformeerd. Wanneer afwijkingen geconstateerd worden, volgt een vervolgtraject door bijvoorbeeld een aanvullend onderzoek door of een gesprek met de verpleegkundige of arts. Wat wijzigt er? Het contactmoment met het kind is dus geen onderzoek, maar een scan. Zo nodig vindt er daarna een aanvullend onderzoek plaats in het vervolgtraject. Ouders/verzorgers zijn dan ook niet aanwezig bij de scan, maar wel bij het vervolgtraject. Dit biedt meerdere voordelen. Ouders/verzorgers hoeven nu geen vrij meer te nemen voor een basisonderzoek. Bovendien is het bereik groter, van kinderen en van ouders/verzorgers. Alle kinderen worden uit de klas gehaald en gescand. Ouders/verzorgers gaan pas in het vervolgtraject voor de eerste keer mee waardoor het bereik van ouders/verzorgers ook groter zal zijn. Wat verandert er voor scholen? Wij vragen de leerkrachten een aandachtpuntenlijst in te vullen. Zij hoeven deze lijst alleen in te vullen van kinderen die extra ondersteuning nodig zouden kunnen hebben. Deze lijst geeft een indruk of een kind in de categorie ‘ondersteuning’ valt. Doordat wij deze kinderen in het vervolgtraject willen begeleiden, worden leerkrachten direct door GGD ondersteund bij de kinderen met specifieke onderwijsbehoeftes. Samen met u willen wij zorgen voor het kind dat extra ondersteuning nodig heeft. Invoerdatum Vanaf 1 september 2011 gaat de GGD Regio Twente deze nieuwe methode invoeren in het basisonderwijs.
40
8.4 Protocol doubleren (wordt in 2013-2014 herzien) Inleiding De overgang tussen groepen op de basisschool is sinds 1986 niet meer wettelijk geregeld. Scholen stellen hiervoor eigen regels vast. Volgens de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) zorgt de school voor een ononderbroken ontwikkeling van hun leerlingen, die wordt afgestemd op de voortgang in hun ontwikkeling. Wanneer de ontwikkeling van een kind ondanks intensieve begeleiding op meerdere terreinen onvoldoende vooruitgang laat zien, kan tot doubleren besloten worden. Beleid Doubleren Op basisschool St. Stephanus wordt de totale ontwikkeling van het kind gevolgd door het hanteren van een uitgebreid leerlingvolgsysteem. Hierdoor worden stagnaties tijdig gesignaleerd. Na het signaleren volgt een periode van extra ondersteuning, afgestemd op de behoeftes van het kind. Ouders/verzorgers en kind worden vanaf het moment van signaleren betrokken bij de specifieke behoeftes van hun kind en de inzet / ondersteuning die daar bij past / haalbaar is. Mocht blijken dat de extra ondersteuning niet tot de gewenste resultaten leidt en er op meerdere deelgebieden specifieke onderwijsbehoeftes zijn, dan kan het zijn dat doubleren geadviseerd wordt. Dit zittenblijven wordt hoofdzakelijk beperkt tot de groepen 1 t/m 5, waarbij voor de overgang van groep 2 naar groep 3 o.a. gebruik wordt gemaakt van het protocol van PRAVOO. Na overleg met ouders/verzorgers en kind, waarin gezamenlijke afwegingen ten aanzien van doubleren worden besproken, wordt een beslissing genomen. In alle gevallen is de directeur eindverantwoordelijk. Procedure Doubleren De groepsleerkracht signaleert dat de ontwikkeling van het kind (opvallend) achterblijft. Na een gesprek met de leerling zelf worden ouders/verzorgers ingelicht. Extra hulp wordt ingezet in de groep. Bij blijvende uitval wordt de IB- er ingeschakeld. Een groeiformulier leerlingenondersteuning wordt ingevuld en aangevuld met informatie van thuis. De IB- er onderzoekt, observeert, analyseert en adviseert. Een gesprek met ouders/verzorgers en met het kind volgt. Vanuit dit gesprek wordt, door de groepsleerkracht, een handelingsplan opgesteld. Een periode van intensieve begeleiding volgt, waarbij de ontwikkeling van het kind nauwlettend in de gaten gehouden wordt. Notities worden bijgehouden in een logboek. Na 6 weken volgt een interventie, waarna het handelingsplan eventueel aangepast wordt. Tijdens de groepsbespreking worden alle gegevens geëvalueerd en geanalyseerd. Naar aanleiding van deze bespreking worden de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften geïnventariseerd en besproken in een ondersteuningsvergadering of in het ondersteuningsteam. Eventuele ideeën en adviezen worden omgezet in een nieuw handelingsplan. Na een interventieperiode van ongeveer 6 tot 8 lesweken wordt de ontwikkeling opnieuw bekeken. Wanneer er, naar aanleiding van de analyse van alle gegevens, vermoedens bestaan dat doubleren een oplossing zou kunnen zijn, wordt een gesprek met ouders/verzorgers gepland. Samen wordt de optie besproken. Eventueel wordt de leerstof aangepast. Uiterlijk medio mei volgt een uiteindelijke beslissing. In overleg wordt bekeken hoe deze naar buiten gebracht wordt en op welke manier de doublure het volgende schooljaar invulling zal krijgen. Hierbij is het terugtoetsen naar een voldoende niveau belangrijk zodat hierop kan worden aangesloten. Een handelingsplan wordt opnieuw opgesteld zodat er aangesloten wordt op niveau.
41
8.5 Protocol Tweede leerweg Inleiding Dagelijks wordt op onze school onderwijs gegeven, waarbij de leerstof in 3 instructieniveau ’s aangeboden wordt: instructie-onafhankelijk, instructiegevoelig en instructie-afhankelijk. Daarbij gaat het in feite steeds om twee dingen: de instructie en de verwerking van taken. Uitgangspunt is het aanbieden van een basisarrangement, waarbij de verwachte uitstroom aan het eind van groep 8 ligt tussen het LWOO en het VWO. Er zijn echter een aantal kinderen met specifieke onderwijsbehoeftes die, op een bepaald vakgebied of over de gehele linie, niet uit zullen stromen richting de stromen binnen dit basisarrangement. Voor deze kinderen stellen wij, in overleg met het ondersteuningsteam van school en met ouders/verzorgers, een tweede leerlijn op, altijd op basis van een vooraf opgesteld Onderwijs Ontwikkelingsperspectief (OOP). In dit OOP worden gemiddelde toets scores en leerrendement percentages als meetinstrument genomen om een uitstroomperspectief te berekenen. Voor een uitgebreide uitleg van het ontwikkelingsperspectief, verwijzen wij naar het tekstdocument ‘OWPP’, geschreven door Attendiz. Om de individuele doelen te verantwoorden en het OPP correct te onderbouwen, is er de mogelijkheid om een kind te laten onderzoeken door een medewerker van Expertis Onderwijsadviseurs. Doel is om te bekijken waar de mogelijkheden en onmogelijkheden van dit kind liggen, zodat de specifieke onderwijsbehoeftes helder worden. Wanneer na een doublure de aansluiting niet lukt of wanneer uit het onderzoek blijkt dat een kind beperkingen tegenkomt in zijn leermogelijkheden, dan kan het werken met een tweede leerweg een goede insteek zijn om een kind binnen het reguliere onderwijs te laten werken. Hierbij worden de (eind) doelen bepaald op het individuele kind. Een tweede leerweg is een volwaardig alternatief voor kinderen die de eerste leerlijn niet kunnen volgen. De bedoeling is om kinderen met extra instructie en extra verwerkingstijd toch tot een voor hen aanvaardbaar niveau te brengen. Inhoudelijk kan het gaan om onderdelen, vormingsgebieden of het gehele onderwijs. De organisatie bestaat uit een voortdurend pendelen tussen de groep en het eigen werk. Materieel zal de tweede leerlijn in het algemeen bestaan uit veel nauwkeuriger op de beperkte mogelijkheden van het betreffende kind toegesneden middelen. Beleid Op basisschool St. Stephanus wordt de totale ontwikkeling van het kind gevolgd door het hanteren van een uitgebreid leerlingvolgsysteem. Hierdoor worden stagnaties tijdig gesignaleerd. Na het signaleren volgt een periode van extra ondersteuning. Ouders/verzorgers en kind worden vanaf het moment van signaleren regelmatig op de hoogte gehouden van en betrokken bij de ontwikkelingen. Samen wordt gezocht naar een stabiele, goede aanpak, aansluitend op de specifieke behoeftes van dit kind. Bij blijvende uitval wordt, na het inschakelen van eventuele hulp vanuit het ondersteuningsteam, de hulp geïntensiveerd. Mocht blijken dat ook dit niet tot de gewenste resultaten leidt en er op meerdere deelgebieden hardnekkige uitval blijft, dan wordt een uitgebreid diagnostisch onderzoek geadviseerd. Bij uitval op 1 deelgebied berekenen we dit op het gemiddelde van drie leerrendement percentages, zie tekst OWPP van Attendiz. Vanuit de gegevens van dit onderzoek worden de capaciteiten van de leerling bekeken, zowel op cognitief als op sociaal emotioneel gebied. De conclusie en de uitslagen van het onderzoek worden uitgebreid besproken met school, kind en ouders/verzorgers. In een teamoverleg wordt bepaald of er binnen het reguliere onderwijs gewerkt gaat worden met een tweede leerweg of dat een verwijzing richting het SBO nodig zal zijn. In alle gevallen is de directeur eindverantwoordelijk. Wanneer gekozen wordt voor het werken met een tweede leerweg, dan wordt ook het einddoel van het basisonderwijs aangepast aan de mogelijkheden van het kind.
42
Procedure De groepsleerkracht signaleert dat de ontwikkeling van het kind (opvallend) achterblijft. Ouders/verzorgers en kind worden ingelicht en extra ondersteuning wordt ingezet in de groep. Bij blijvende uitval wordt de IB- er ingeschakeld. De IB- er onderzoekt, observeert, analyseert en adviseert. Een gesprek met leerkracht, ouders/verzorgers en met het kind volgt. Vanuit dit gesprek wordt, door de groepsleerkracht, een handelingsplan opgesteld. Een periode van intensieve begeleiding volgt, waarbij de ontwikkeling van het kind nauwlettend in de gaten gehouden wordt. Notities worden bijgehouden in een logboek. Na 6 weken volgt een interventie, waarna het handelingsplan eventueel aangepast wordt. Tijdens de groepsbespreking/ interventie worden alle gegevens geëvalueerd en geanalyseerd. Mocht de behoefte van het kind specifiek blijven en de extra hulp niet het resultaat gebracht hebben waarop werd ingezet, wordt door de leerkracht een groeiformulier leerlingenondersteuning ingevuld. Naar aanleiding van de vragen die er nog liggen, wordt een bespreking gepland van het kind binnen het ondersteuningsteam. Hierbij worden ouders/verzorgers uitgenodigd. Eventuele ideeën en adviezen worden omgezet in een nieuw handelingsplan. Wanneer de hardnekkigheid van de problematiek op meerdere vakgebieden groot blijkt, wordt een uitgebreid onderzoek geadviseerd. Ouders/verzorgers vragen dit onderzoek in samenwerking met school aan. Als onderzoek gedaan wordt, moet duidelijk worden of: o het schoolse presteren aanleiding geeft tot aanpassing van het leerstofaanbod, o de cognitieve mogelijkheden beperkt zijn , zodat doelstellingen moeten worden bijgesteld, o sociaal emotioneel een leerling een eigen niveau en tempo aankan, o de school de faciliteiten en capaciteiten heeft om de aanbevolen extra begeleiding te kunnen geven, o er geen mogelijkheden meer binnen de groep zijn en een andere school (nog) niet nodig is. Het kind kan dan wel omschreven worden als een SBO- leerling. Naar aanleiding van de gegevens vanuit het onderzoek, neemt de directeur, na overleg binnen het ondersteuningsteam en het schoolteam, een beslissing: Het kind blijft op de basisschool en volgt een tweede leerlijn, Het kind wordt aangemeld bij het OPF. Gedacht wordt aan een verwijzing richting PCL. Deze kunnen een beschikking afgeven voor het SBO. Het kind zal hier, na het verkrijgen van de beschikking, aangemeld worden. Een tweede leerlijn kan op zijn vroegst van start gaan in groep 6. Beleid is om de leerlingen zo lang mogelijk in de 1 stergroep te houden. Besluit: Tweede leerweg Wanneer besloten wordt een leerling op een tweede leerweg te laten werken binnen de basisschool, worden de doelen aangepast op het individuele kind. Afhankelijk van het IQ en de conclusie vanuit het onderzoek of vanuit het te verwachten leerrendement, zal een einddoel bepaald worden. Deze wordt in tussendoelen onderverdeeld. Hoe aan deze doelen gewerkt wordt staat vermeld in het groepsplan en in een individueel handelingsplan. Of de tussendoelen behaald worden, wordt getoetst door middel van de Cito – toetsen. Vanuit daar kunnen de doelen, in overleg met ouders/verzorgers en kind, eventueel worden bijgesteld. Bij de verwijzing richting het voortgezet onderwijs wordt de einddoelstelling nagestreefd en onderbouwd door het individuele leerlingvolgsysteem. Wanneer een kind met een tweede leerweg start, wordt een OOP opgesteld. Deze wordt door beide partijen (ouders/verzorgers en school) ondertekend.
43
8.6 Protocol toetsing Dyslexie - stichting Twenterand Een leerling met een handicap moet het onderwijs kunnen doorlopen op een manier die aangepast is aan zijn of haar mogelijkheden. Dat is geen gunst, maar een recht. Dit is ook wettelijk geregeld. Dyslexie wordt in dit kader als handicap erkend. De diagnose dyslexie geeft, volgens artikel 55 van het Eindexamenbesluit en artikel 19 van het Besluit Staatsexamens 1978, de scholier altijd recht op meer tijd voor proefwerken, schoolonderzoeken en examens. Andere maatregelen of faciliteiten zijn ook mogelijk, maar moeten door de onderzoeker gemotiveerd worden. De verdere uitwerking van hetgeen hierboven genoemd wordt, heeft vooral betrekking op de verschillende vormen van Voortgezet Onderwijs. Daar biedt het hebben van een dyslexie verklaring mogelijkheden. De dyslexie verklaring moet worden afgegeven door een deskundig orthopedagoog of psycholoog die gekwalificeerd is voor het uitvoeren van psycho - diagnostisch onderzoek en beschikt over specialistische kennis over leerstoornissen en de onderwijsbelemmeringen die daarmee samen kunnen gaan. De dyslexie verklaring kan direct na het uitgebreide onderzoek worden afgegeven, tegelijk met de (uitgebreidere) rapportage over het onderzoek. Het kan echter ook op een later moment. Bij een kind in groep 4 of 5 is doorgaans nog niet duidelijk hoe het lezen en spellen zich verder zal ontwikkelen en naar welk schooltype het kind na groep 8 zal gaan. In een dyslexie verklaring kan dan niet worden aangegeven met welke onderwijsbelemmeringen de leerling in groep 8 ( de Cito Eindtoets.) en op het Voortgezet Onderwijs geconfronteerd zal worden. Een dyslexie verklaring kan niet verjaren maar het bijbehorende onderzoeksverslag is na maximaal twee jaar verouderd.
Mede op basis van het bovenstaande heeft de Stichting Katholiek Onderwijs Twenterand voor de onder haar bestuur ressorterende scholen het volgende afgesproken: 1. Wanneer de ouders/verzorgers graag in het bezit willen komen van een dyslexie verklaring jegens hun kind, dan zal Expertis van het bestuur niet de opdracht krijgen tot het uitvoeren van een onderzoek. Het voegt niets toe en is jammer van de ingezette uren. De ouders/verzorgers worden dan in deze geadviseerd contact te zoeken met een erkende instelling om daar op eigen kosten onderzoek te laten verrichten. Het wel of niet hebben van een dyslexie verklaring is voor het Basisonderwijs weinig relevant. Wanneer we vermoeden dat het kind op de een of andere manier moeite heeft met het leerproces, dan wordt dikwijls na overleg, gekozen voor het uitvoeren van een handelingsplan. Daar zal een dyslexie verklaring niets aan veranderen. Het heeft geen toegevoegde waarde. Hulp die wij voor het kind noodzakelijk vinden wordt geboden. 2. Ook kan het voorkomen dat bij een uitgebreid diagnostisch onderzoek van een kind, het vermoeden dat er waarschijnlijk wel eens sprake zou kunnen zijn van dyslexie naar voren komt. Tot een dergelijk onderzoek is dan door de IB-er in overleg met de orthopedagoog besloten. In het verslag van het onderzoek komt dan een zinsnede te staan dat uit het onderzoek naar voren is gekomen dat het vermoeden bestaat dat er wel eens sprake zou kunnen zijn van dyslexie. Op basis van die constatering wordt samen bepaald wat we hier aan kunnen doen. Ook hier heeft een dyslexie verklaring geen toegevoegde waarde. Voor het Voortgezet Onderwijs heeft het hebben van een dyslexie verklaring wel een toegevoegde waarde. Voor het Basisonderwijs niet. Dan zal het Voortgezet Onderwijs ook zelf de kosten moeten dragen m.b.t. het afgeven / verkrijgen van een dyslexie verklaring. 3. Uitzonderingen. In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer een kind waarbij sterk het vermoeden bestaat dat er sprake is van ernstige dyslexie, niet verder komt dan AVI M3, kan om gebruik te moeten maken van extra hulpmiddelen een dyslexie verklaring noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld voor het gebruik van een Daisyspeler of een laptop. Bij ons op school werken de leerlingen met dyslexie vanaf groep 4 met Kurzweil. Hiervoor worden alle gescande boeken via Dedicon op de server gezet. De RT leerkracht instrueert deze leerlingen in het werken met Kurzweil.
44
8.7 Protocol ambulante begeleiding Taken ambulant dienstverlener (AB-er) De AB-er is er om de basisschool te adviseren en ondersteunen bij de specifieke aanpak van en in de specifieke omgang met kinderen in het bezit van een lgf (rugzak), bijbehorend aan het cluster waarin de AB-er werkt. Afspraken ambulant begeleider st. Stephanus, Zenderen Basisobservaties 3 À 4 keer per jaar komt de AB-er, een deel van de ochtend of de middag, in de groep meekijken om de leerling te volgen, Bij jonge kinderen zal dit 4 À 5 keer zijn in verband met hun snel groeiende ontwikkeling. Nagesprek Na een observatie volgt een nagesprek met de leerkracht waarin ervaringen uitgewisseld worden en eventuele praktische tips richting de aanpak gegeven worden, Tips met betrekking tot materiaalaanschaf worden hier genoemd. In overleg kan dan een en ander aangeschaft worden. Een praktisch voorbeeld en een goede uitleg kan door de AB-er verondersteuningd worden. Verslaglegging De AB-er maakt een verslag waarin de tips genoteerd worden. Handelingsplan De leerkracht stelt een handelingsplan op (eventueel in samenwerking met de intern begeleider) waarbij de bruikbare tips en ideeën van de AB-er worden meegenomen, Vanuit dit plan wordt ook de eventuele aanschaf van materialen bepaald: Welke materialen zijn nodig om dit handelingsplan functioneel te maken?, Het handelingsplan richting de overgang naar de volgende groep wordt gemaakt naar aanleiding van het laatste voortgangsgesprek. Voortgangsgesprek Twee weken na de observatie volgt een voortgangsgesprek, waarbij alle disciplines die met het kind werken, worden uitgenodigd. Een opzet van het handelingsplan wordt besproken, eventueel aangevuld met bruikbare tips en handelingswijzers vanuit de andere betrokkenen en verdere afspraken worden gemaakt. Dit is afhankelijk van de vraag van de leerkracht en de school (uitleg materialen, aanschaf materialen, extra observatiemomenten ed.), Het voortgangsgesprek wordt geleid door de AB-er aan de hand van een agenda. Hierbij zal altijd de evaluatie van het handelingsplan bovenaan staan, Na het voortgangsgesprek wordt het handelingsplan definitief opgesteld en zal ondertekend worden door de ouders/verzorgers. De AB-er krijgt hiervan altijd een kopie. Hulpvraag vanuit school Naast de basisinzet van de AB-er is er altijd ruimte om extra tijd in te zetten voor specifieke hulpvragen vanuit de groepsleerkracht of de RT.
45
8.8
Procedure zorgplatform SKO-Twenterand
Het Zorgplatform Binnen sko - Twenterand functioneert het zorgplatform. Voor het aanmelden van kinderen voor dit ZPF/OPF geldt het volgende. 1. Inleiding: Vanuit de ZAT(zorg advies team) besprekingen van de school, wordt met de ouders overlegd om het kind aan te melden bij het zorgplatform. Ouders mogen bij deze ZPF besprekingen aanwezig zijn. Ter voorbereiding hierop ontvangen zij van de IB-er een folder over de werkwijze van het ZPF. Deze aanmelding wordt daarna concreet gemaakt door de orthopedagoog. De IB-er zorgt ervoor dat het dossier (in 2-voud) van het te bespreken kind bij de voorzitter van het ZPF komt. Hieronder vindt u een beschrijving van de werkwijze van het zorgplatform. 2. Leden Zorgplatform. Orthopedagoog Toermalijn. Schoolmaatschappelijk deskundige Schoolarts Medewerker (orthopedagoog/ onderwijskundige) Twenterand Voorzitter (dit is een directeur basisschool) 3. Het Zorgplatform heeft de volgende taken: Adviesfunctie Het Zorgplatform geeft daarbij advies aan de basisschool over: · tips voor de leerkracht / IB / school · (tijdelijke) extra hulp op school, bv. door de collegiale consulent · nader onderzoek bij een andere instantie · een plaats op een andere basisschool aanvragen · een plaats in het speciaal basisonderwijs aanvragen · een plaats in het speciaal onderwijs aanvragen · adviezen voor de thuissituatie. 4. Procedure van het Zorgplatform. Als uit een ZAT bespreking op school een kind naar voren komt dat besproken moet worden in het ZPF dan geeft E.G. die naam door aan de voorzitter van het ZPF. De IB-er zorgt vervolgens dat het dossiers in 2 voud, uiterlijk 2 weken en 2 dagen voor de bespreekdatum bij de voorzitter van het ZPF binnen is. Pas daarna kan het kind definitief op de agenda geplaatst worden. A. Intakefase (voorafgaand aan de werkelijke bespreking van het kind in het Zorgplatform). Achterin deze procedure zit een lijst van wat erin het aangeleverde dossiers van een kind bij het ZPF moet zitten. De vragenlijsten CBCL en TRF hoeven alleen in geval van gedragsproblemen te worden bijgevoegd. Vraag bij twijfel de orthopedagoog of deze lijsten wel of niet meegestuurd moeten worden. Dit dossier dient uiterlijk 2 weken en 2 dagen voor de bespreking op het ZPF in 2-voud aangeleverd te worden bij de voorzitter van het ZPF. Let op: Alle informatie dient te zijn voorzien van een datum. Het groeidocument moet zijn voorzien van een handtekening van de ouders. Let erop dat op het groeidocument het volledige adres van zowel het kind als de school staat. De inhoud van het hele dossier dat wordt opgestuurd moet door de ouders zijn ingezien en besproken.
46
B. Strategiefase In deze fase komt het volgende aan de orde: Verheldering / aanvulling van de probleembeschrijving Zijn de protectieve factoren duidelijk? Opstellen van hypothesen (waardoor worden de problemen mogelijk veroorzaakt of in stand gehouden? Denk hierbij aan kindkenmerken, kenmerken van de onderwijsleeromgeving en gezinskenmerken) Omzetten van de hypothesen in vragen voor onderzoek. C. Onderzoeksfase Tussen de Strategiebespreking en de volgende Adviesbespreking gaat het Zorgplatform bezig met het uitvoeren van de gemaakte afspraken. D. Adviesfase Het Zorgplatform is een multidisciplinair team. Om tot een goed samenvattend beeld te komen acht dit team het wenselijk om het resultaat van het gedane onderzoek en andere gemaakte afspraken eerst intern te bespreken. Dit mondt uit in een advies dat vervolgens besproken gaat worden met de ouders van het kind, de IB-er en de leerkracht van het kind. NB. Ouders hebben juridisch het recht om de resultaten die uit het psycho - diagnostisch onderzoek naar voren zijn gekomen, als eerste te horen. 5. Procedure met betrekking tot het samenstellen van de agenda voor de Zorgplatform vergadering . 1. 14 dagen en 2 dagen voor de geplande Zorgplatform bijeenkomst moeten alle stukken in 2-voud binnen bij de voorzitter van het ZPF. 2. De voorzitter bespreekt de agenda met de secretaresse van het Zorgplatform en verzoekt haar deze 10 dagen voor de geplande datum te versturen naar de vaste leden van het Zorgplatform. De Interne Begeleider van de school, waarvan het kind is ingebracht, krijgt een uitnodiging met daarop het tijdstip, dat hij / zij verwacht worden. De interne begeleider van de school nodigt de ouders uit voor het ZPF. De school, ouders en andere genodigden kunnen vanaf 30 min. voor de ZPF bespreking de voorbereidingen inlezen. 3. De voorzitter verzoekt de orthopedagoog de stukken / informatie of aanvullende onderzoekgegevens op te sturen naar de overige leden van het Zorgplatform. 4. Indien de school het wenselijk acht dat externe deskundigen bij de bespreking in het Zorgplatform aanwezig zijn, nodigt de school zelf deze persoon uit. Ze stellen de orthopedagoog, die de voorbereiding gaat doen, hiervan vooraf op de hoogte. Voor een goed / volledig overzicht van de informatie over de te bespreken leerling is het wenselijk dat ook naast de Interne Begeleider, de groepsleerkracht van het kind meekomt naar de bespreking. Dit wordt overgelaten aan de IB-er. Voor alle duidelijkheid: Alleen de orthopedagoog kan een kind bij de secretaresse/voorzitter aanmelden voor de bespreking in het Zorgplatform. De interne begeleider nodigt de ouders uit en geeft datum en tijdstip van de bespreking aan de ouders door. Met wensen t.a.v het bespreektijdstip zal indien mogelijk rekening worden gehouden. Als het dossier niet volledig in 2- voud bij de voorzitter wordt aangeleverd zal de voorzitter van het ZPF contact opnemen met de IB-er van de desbetreffende school. 6. Werkplek Zorgplatform. Zorgplatform Twenterand. Dorpsstraat 127 7468 CJ Enter. Telefoon: 0547 – 385810 E-mail:
[email protected]
47
7. Planning Schooljaar 2012 – 2013 De bijeenkomsten vinden in het schooljaar 2012-2013 plaats op de donderdag m.u.v. 18 juni. 17 okt. ZPF, dossiers binnen zijn: 01 okt.2013 28 nov. ZPF, dossiers binnen zijn: 12 nov.2013 06 febr. ZPF, dossiers binnen zijn: 21 jan.2014 13 mrt. ZPF, dossiers binnen zijn: 25 febr. 2014 10 april ZPF, dossiers binnen zijn: 26 mrt. 2014 15 mei ZPF, dossiers binnen zijn: 29 april 2014 19 juni ZPF, dossiers binnen zijn: 03 juni 2014
8. Adres, hier moet het aanmelddossier in 2-voud naar toe. 9. Leden Zorgplatform Twenterand september 2012.
Bijlage: Samenstelling van het dossier , alvorens een kind op de agenda geplaatst wordt voor de bespreking in het Zorgplatform. Wat moet aanwezig zijn. - Getekend toestemmingsformulier van de ouders. Let op beide gezaghebbende ouders moeten tekenen! - Volledig ingevuld groeidocument uit Esis Inclusief de bijlage precisering Leerproblemen. - Gezinsvragenlijst. Door de ouders ingevuld. - Gedragsvragenlijst. Door de ouders (CBCL) Indien er sprake is van sociaal-emotionele problematiek. - Gedragsvragenlijst. Door de school. ( TRF.) Indien er sprake is van sociaal-emotionele problematiek. - Laatste handelingsplannen, inclusief de evaluatie hiervan. - Aanvullende informatie ( logopedie,fysiotherapie, etc) - Uitdraai uit het Leerlingvolgsysteem. Toetsen. - Informatie over Voorschoolse periode, indien aanwezig.
48
8.9 Lijst van afkortingen LWOO VWO WSNS SWV SKOT IB-er SOT E&D OAT SO SBO LVS RT-er HGW OGW OT ZPF/OPF LK Esis AB LGF PCL CVI VVE VO SEO GGD SWPBS OOP
Leer Weg Ondersteunend Onderwijs Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Weer Samen Naar School Samen Werkings Verband Stichting Katholiek Onderwijs Twenterand Interne Begeleider School Ondersteunings Team Expertise en Dienstenteam Ondersteunigs Advies Team Speciaal Onderwijs Speciaal Basis Onderwijs Leerling Volg Systeem Remedial Teacher Handelings Gericht Werken Opbrengst Gericht Werken Ondersteunings Team Zorg PlatForm/ Ondersteunings PlatForm Leerkracht Administratie programma van school Ambulante begeleider Leerling Gebonden Financiering Permanente Commissie Leerlingenzorg Commissie van Indicatie Stelling Voor- en Vroegschoolse Educatie Voortgezet Onderwijs Sociaal Emotionele Ontwikkeling Gemeenschappelijke GezondheidsDienst School Wide Positive Behaviour Support Onderwijs Ontwikkelings Perspectief
49