SinuTrain Makkelijker draaien met ShopTurn Trainingsdocumentatie • 04/2004
SINUMERIK
2. herwerkte oplage 2004
Alle rechten voorbehouden Reproductie of overdracht van tekstdelen, afbeeldingen of tekeningen is niet toegelaten zonder schriftelijke toelating van de uitgever. Dat geldt zowel voor vermenigvuldiging door fotokopieën of andere procedures als voor de overdracht op filmen, banden, platen, slides of andere media.
Deze trainingsdocumentatie is als coöperatie van de firma's SIEMENS AG Automatisierungs- und Antriebstechnik Motion Control Systems Postfach 3180, D-91050 Erlangen en R. & S. KELLER GmbH Siegfried Keller, Stefan Nover, Klaus Reckermann, Olaf Anders, Kai Schmitz Postfach 131663, D-42043 Wuppertal ontstaan.
Bestelnr.:
6FC5095-0AA80-0JP1
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Woord vooraf Sneller van tekening tot werkstuk - maar hoe? Tot nu toe was NC-productie meestal met complexe, abstract gecodeerde NC-programma's verbonden. Een werk dat alleen door specialisten kon worden uitgevoerd. Maar elke vakarbeider heeft zijn vak geleerd en is door zijn ervaring op het gebied van conventionele verspaning in staat ook de moeilijkste opgaven tot een goed einde te brengen - ook al verliep dit tot nu toe niet altijd op de meest economische manier. Deze vakarbeiders moest een mogelijkheid worden geboden hun kennis met behulp van CNC-werktuigmachines efficiënt toe te passen. Daarom slaat SIEMENS met ShopTurn een nieuwe richting in, die vakarbeiders het coderen bespaart. In plaats daarvan biedt SIEMENS een nieuwe generatie SINUMERIK-besturingen: de oplossing: arbeidsplan opstellen i.p.v. programmeren. Door deze manier van werken met eenvoudige, praktische handelingen kan de ShopTurn-gebruiker zich bij het verspanen opnieuw op zijn eigenlijke specialiteit, zijn knowhow concentreren. Zelfs complexe contouren en werkstukken kunnen met ShopTurn dankzij de geïntegreerde, performante verplaatsingswegberekening moeiteloos worden geproduceerd. Daarom geldt: eenvoudiger en sneller van tekening tot werkstuk - met ShopTurn! Hoewel ShopTurn makkelijk te leren is, zorgt deze ShopTurn-trainingsdocumentatie ervoor dat u zich nog sneller thuis voelt in de wereld van ShopTurn. Voor u met ShopTurn aan het werk gaat, worden in de eerste drie hoofdstukken belangrijke basisprincipes verklaard: • Eerst worden de voordelen van het werken met ShopTurn aangegeven. • Daarna worden de belangrijkste bedieningsprincipes getoond. • Voor beginners worden vervolgens de geometrische en technologische basisprincipes van de productie verklaard. Na dit theoretische gedeelte volgt dan de praktijk met ShopTurn: • Aan de hand van vier voorbeelden worden de bewerkingsmogelijkheden van ShopTurn verklaard, waarbij de moeilijkheidsgraad van de voorbeelden permanent wordt verhoogd. In het begin worden alle bedieningshandelingen aangegeven, later wordt u geanimeerd zelfstandig te handelen. • Dan leert u hoe ShopTurn in de automatische modus verspaant. • Als u wilt, kunt u daarna testen hoe goed u met ShopTurn kunt omgaan. Houd er rekening mee dat de hier gebruikte technologiegegevens op basis van de verschillende omstandigheden in verschillende ateliers slechts als voorbeeld kunnen dienen.
ShopTurn werd met behulp van vakarbeiders ontwikkeld, en ook deze trainingsdocumentatie is door mensen uit de praktijk opgesteld. Wij wensen u veel plezier en succes bij het werk met ShopTurn.
De auteurs
Erlangen/Wuppertal, augustus 2004 1
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Inhoudsopgave 1
Voordelen van het werken met ShopTurn........................................................ 5 1.1 U spaart inwerktijd …....................................................................................................... 5 1.2 U spaart programmeertijd … ............................................................................................ 6 1.3 U spaart productietijd …................................................................................................... 8
2
Zo werkt alles probleemloos............................................................................. 10 2.1 Beproefde techniek ......................................................................................................... 10 2.2 Het machinebedieningsveld ............................................................................................ 11 2.3 De inhoud van het basismenu ......................................................................................... 13
3
Basisprincipes voor beginners.......................................................................... 18 3.1 Geometrische basisprincipes........................................................................................... 18 3.1.1 Assen en vlakken ................................................................................................. 3.1.2 Punten in de arbeidsruimte .................................................................................. 3.1.3 Absolute en incrementele maataanduidingen ...................................................... 3.1.4 Cartesiaanse en polaire maataanduidingen.......................................................... 3.1.5 Cirkelvormige bewegingen.................................................................................. 3.2 Technologische basisprincipes........................................................................................
18 18 19 20 21 22
3.2.1 Snijsnelheid en toerentallen................................................................................. 22 3.2.2 Voeding ............................................................................................................... 23
4
Goed uitgerust ................................................................................................... 24 4.1 Werktuigbeheer............................................................................................................... 24 4.1.1 Werktuiglijst ........................................................................................................ 4.1.2 Werktuigslijtagelijst............................................................................................. 4.1.3 Magazijnlijst ........................................................................................................ 4.2 Gebruikte werktuigen......................................................................................................
24 26 26 27
4.3 Werktuigen in het magazijn ............................................................................................ 28 4.4 Werktuiglengtes verrekenen ........................................................................................... 29 4.5 Werkstuknulpunt instellen .............................................................................................. 31
5
Voorbeeld 1: Geschouderde as......................................................................... 33 5.1 Programmabeheer en programma aanleggen.................................................................. 34 5.2 Werktuigoproep en verplaatsingsweg-ingave................................................................. 36 5.3 Willekeurige contouren aanmaken met de contourcalculator en voordraaien................ 39 5.4 Nadraaien ........................................................................................................................ 43 5.5 Draadondersnijding......................................................................................................... 44 5.6 Schroefdraad ................................................................................................................... 45 5.7 Groeven........................................................................................................................... 46
2
ShopTurn Trainingsdocumentatie
6
Voorbeeld 2: Aandrijfas................................................................................... 48 6.1 Vlakdraaien...................................................................................................................... 49 6.2 Contour aanmaken, verspanen en rest verspanen ............................................................ 50 6.3 Schroefdraad .................................................................................................................... 57
7
Voorbeeld 3: Keeras ......................................................................................... 59 7.1 Vlakdraaien...................................................................................................................... 60 7.2 Willekeurige uitgangsdeelcontour aanmaken.................................................................. 61 7.3 Afgewerkt-deelcontour aanmaken en verspanen............................................................. 62 7.4 Restmateriaal verspanen .................................................................................................. 68 7.5 Groef ................................................................................................................................ 70 7.6 Schroefdraad .................................................................................................................... 73 7.7 Boren ............................................................................................................................... 75 7.8 Rechthoekige kamer frezen ............................................................................................. 78
8
Voorbeeld 4: Holle as ....................................................................................... 80 8.1 Eerste werkstukzijde aanmaken....................................................................................... 81 8.1.1 Vlakdraaien .......................................................................................................... 81 8.1.2 Boren .................................................................................................................... 82 8.1.3 Uitgangsdeelcontour............................................................................................. 83 8.1.4 Afgewerkt-deelcontour van de 1ste zijde buiten.................................................. 83 8.1.5 Ondersnijding ....................................................................................................... 87 8.1.6 Afgewerkt-deelcontour van de 1ste zijde binnen ................................................. 89 8.1.7 De uitgebreide editor ............................................................................................ 93 8.1.8 Contour kopiëren.................................................................................................. 94 8.2 Tweede werkstukzijde aanmaken .................................................................................... 95 8.2.1 8.2.2 8.2.3 8.2.4 8.2.5 8.2.6
9
Vlakdraaien .......................................................................................................... 95 Boren .................................................................................................................... 96 Uitgangsdeelcontour invoegen ............................................................................. 97 Afgewerkt-deelcontour van de 2de zijde buiten .................................................. 97 Asymmetrische groef aanbrengen ...................................................................... 100 Afgewerkt-deelcontour van de 2de zijde binnen................................................ 101
En nu wordt geproduceerd ............................................................................ 105 9.1 Referentiepunt aanlopen ................................................................................................ 105 9.2 Werkstuk spannen.......................................................................................................... 106 9.3 Werkstuknulpunt instellen ............................................................................................. 106 9.4 Arbeidsplan afwerken.................................................................................................... 107
10 Hoe goed kent u ShopTurn? .......................................................................... 109 Trefwoorden.................................................................................................... 114 Beeldreferentie ................................................................................................ 117 3
ShopTurn Trainingsdocumentatie
4
ShopTurn Trainingsdocumentatie
1 Voordelen van het werken met ShopTurn In dit hoofdstuk worden de bijzondere voordelen van het werken met ShopTurn verklaard.
1.1 U spaart inwerktijd … … omdat ShopTurn geen coderingen en geen anderstalige begrippen bevat die u moet leren: Alle in te voeren gegevens worden in tekstvorm opgevraagd.
… omdat ShopTurn u met helpschermen in kleur optimaal ondersteunt. 1
…om dat u in het Grafische arbeidsplan van ShopTurn ook DIN/ISO-commando's kunt integreren.
... omdat u bij het aanleggen van het arbeidsplan steeds kunt omschakelen tussen de verschillende arbeidsstappen en de werkstukgrafiek. 5
1 Voordelen van het werken met ShopTurn
1.2 U spaart programmeertijd … ... omdat ShopTurn u reeds bij het invoeren van de technologische waarden optimaal ondersteunt: U hoeft alleen de waarden Voedingssnelheid (resp.voeding) en Snijsnelheid in te voeren - het toerental berekent ShopTurn met slechts één druk op de knop automatisch.
… omdat u bij ShopTurn met één arbeidsstap een volledige bewerking kunt beschrijven en de vereiste positioneerbewegingen (in dit geval van het werktuigwisselpunt naar het werkstuk en terug) automatisch worden gegenereerd.
… om dat in het Grafische arbeidsplan van ShopTurn alle bewerkingsstappen in compacte en overzichtelijke vorm worden weergegeven. Daardoor heeft u een volledig overzicht en dus betere editeermogelijkheden, ook bij omvangrijke bewerkingsprocessen.
... omdat bij het verspanen meerdere bewerkingsoperaties en contouren met elkaar verbonden kunnen worden.
6
ShopTurn Trainingsdocumentatie … omdat de geïntegreerde contourcalculator alle mogelijke waarden kan verwerken en toch zeer overzichtelijk en eenvoudig te bedienen is - dankzij de pictogrammen en de on-line-grafiek.
... omdat u met slechts één druk op de knop steeds kunt omschakelen tussen statische help-schermen en dynamische online-grafieken. De on-line-grafiek biedt u een onmiddellijke visuele controle van de ingevoerde waarden.
… omdat arbeidsplannen opstellen en produceren elkaar niet uitsluiten: U kunt met ShopTurn naast de bewerking een nieuw arbeidsplan opstellen. 7
1 Voordelen van het werken met ShopTurn
1.3 U spaart productietijd … … omdat u de werktuigselectie bij het verspanen van contouren kunt optimaliseren wat betreft tijd en technologie: Grote volumes worden met voordraaibeitels verwijderd, het restmateriaal wordt daarna automatisch herkend en met een spitser werktuig verspaand.
Restmateriaal
… omdat het door een precieze vastlegging van het gekozen terugtrekvlak mogelijk is onnodige verplaatsingen te vermijden en dus dure productietijd te sparen. Dit is mogelijk dankzij de instellingen normaal, uitgebreid resp. alles.
Help-schermen in Terugtrekvlak normaal
8
Terugtrekvlak uitgebreid
Terugtrekvlak alles
ShopTurn Trainingsdocumentatie ... omdat u de bewerkingsvolgorde dankzij de compacte structuur van het arbeidsplan met minimale inspanning kunt optimaliseren (in dit geval bijv. door het weglaten van een werktuigwissel).
Oorspronkelijke bewerkingsvolgorde
Geoptimaliseerde bewerkingsvolgorde door knippen en invoegen van de arbeidsstap
... omdat u bij ShopTurn op basis van end-to-end digitale technologie (SIMODRIVE-aandrijvingen, ..., SINUMERIK-besturingen) maximale voedingssnelheden bij optimale herhalingsprecisie kunt bereiken.
9
2 Zo werkt alles probleemloos
2 Zo werkt alles probleemloos In dit hoofdstuk leert u aan de hand van voorbeelden de basisprincipes van de bediening van ShopTurn.
2.1 Beproefde techniek
De SINUMERIK 810D als basis voor ShopTurn is de voordeligste start in de toekomstgerichte digitale CNC- en aandrijvingswereld voor werktuigmachines.
Met behulp van de SIEMENS-draaistroommotoren en ...
2 2 2 2 2 2 2
... de SIEMENS-transmissietechnologie wordt de productie met maximale toerentallen en voedings- en ijlgangsnelheden mogelijk.
10
2
ShopTurn Trainingsdocumentatie
2.2 Het machinebedieningsveld Een performante software alleen is niet genoeg, ze moet ook makkelijk te bedienen zijn. Hiervoor is met het overzichtelijke bedieningsveld van ShopTurn gezorgd. Dit bedieningsveld bestaat uit 2 delen.
Vlak bedieningspaneel:
Machinebedieningspan eel:
Hier vindt u een overzicht van de belangrijkste toetsen van het volledige CNC-navigatietoetsenbord in ShopTurn: Alternatief-toets (dezelfde functie als
)
Met de 4 pijltoetsen wordt de cursor verplaatst. Met de pijl-rechts-toets opent u ook arbeidsstappen. Met de input-toets wordt de waarde in een invoerveld opgenomen, een rekenprocedure beëindigd of de cursor omlaag bewogen. Met de info-toets kan tussen contour en help-grafiek resp. arbeidsplan en werkstuk omgeschakeld worden. Met deze toets wist u de ingaven "naar links". Met deze toets wordt de waarde van een invoerveld gewist. Bladert één pagina omhoog resp. omlaag. 11
2 Zo werkt alles probleemloos We nemen nu de verschillende toetsengroepen onder de loep, zodat u aan ShopTurn kunt wennen.
Softkeys De eigenlijke functiekeuze in ShopTurn gebeurt met de toetsen rond het scherm. Deze zijn grotendeels direct toegewezen aan afzonderlijke menupunten. Daar de inhoud van de menu's afhankelijk van de actuele situatie kan veranderen, spreekt men hier van softkeys.
Alle onderfuncties van ShopTurn zijn via de verticale softkeys toegankelijk. 2
Alle hoofdfuncties kunnen met de horizontale softkeys worden opgeroepen.
Het basismenu kan altijd met deze toets worden opgeroepen - onafhankelijk van het bedieningsbereik waarin men zich bevindt.
Basismenu
12
2
2
ShopTurn Trainingsdocumentatie
2.3 De inhoud van het basismenu 2
Hier wordt de machine ingesteld, het werktuig manueel verplaatst, ... U kunt ook werktuigen opmeten en werkstuknulpunten zetten. Werktuig oproepen en technologische waarden invoeren
2
Doelpositie invoeren
2
2
Tijdens de productie verschijnt de actuele arbeidsstap. Daarbij kan met een druk op de knop worden omgeschakeld naar een meelopende simulatie. Terwijl het arbeidsplan wordt afgewerkt, kunnen stappen toegevoegd resp. een nieuw arbeidsplan aangemaakt worden.
2
Weergave van de arbeidsstappen en de actuele technologiegegevens ...
2
... of van de simulatie
2
13
2 Zo werkt alles probleemloos Hier worden de arbeidsplannen beheerd. Bovendien kunnen hier arbeidsplannen uit- resp. ingelezen worden. Om te vermijden dat de lijst met arbeidsplannen te lang en daardoor onoverzichtelijk wordt, kunnen met de Programmamanager verschillende directories worden
In de verschillende directories kunnen dan de verschillende arbeidsplannen worden opgeslagen. Het geselecteerde arbeidsplan wordt in de
Arbeidsplannen worden van de
modus Machine Auto afgewerkt.
harddisk naar de NC-kern
De mappen en arbeidsplannen worden
Arbeidsplannen worden van de NC-
opnieuw aangemaakt.
kern naar de harddisk verschoven.
Bestaande arbeidsplannen worden
Lange DIN-programma's kunnen ook
hernoemd.
in blokken worden getransfereerd en uitgevoerd.
Arbeidsplannen worden samengevat voor het verschuiven of kopiëren of ... De gemarkeerde arbeidsplannen worden bewaard in een werkgeheugen. De inhoud van het werkgeheugen wordt bijv. in een andere map ingevoegd. De gemarkeerde arbeidsplannen resp. arbeidsstappen worden hier verwijderd en opgeslagen in het buffergeheugen.
De werktuiggegevens en de nulpunten worden opgeslagen in een bestand. De arbeidsplannen worden geëxporteerd naar een extern De arbeidsplannen worden uit een extern geheugen geïmporteerd.
Met de softkeys Andere en Terug kunt u steeds omschakelen tussen de beide verticale softkey-balken.
14
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Hier wordt het arbeidsplan met alle bewerkingsstappen voor het desbetreffende werktstuk aangemaakt. Een voorwaarde voor de optimale volgorde is de vakkennis en ervaring van de vakarbeider.
2
Contou
De te bewerken contour wordt grafisch ingevoerd ...
2
... en daarna onmiddellijk in spanen omgezet: Geometrie en technologie spelen volledig op elkaar Bewerking Verspanen
2
Contour Verspanen incl. aanloop- en verwijderingsstrategieën Restmateriaalbewerking incl. technologie Rechthoekige kamer incl. technologie en positie Boortechnologie Posities voor het boren
Voorbeeld van het samenspel tussen geometrie en technologie Deze geometrisch-technologische relatie wordt in de grafische weergave van de arbeidsstappen zeer overzichtelijk getoond door een "verbinding" van de desbetreffende symbolen. Deze "verbinding" wijst op een samenvatting van geometrie en technologie tot één arbeidsstap.
15
2 Zo werkt alles probleemloos De ShopTurn-interface is gebaseerd op de beproefde SINUMERIK 810D. Met de toets CNC ISO kan op SINUMERIK-niveau worden omgeschakeld. De productie verloopt net als op andere 810D/840D-besturingen.
2
De combinatie van ShopTurn en Sinumerik 810D verzekert een grote flexibiliteit in de CNC-productie.
2
Voor de G-Code-programmering van de 810D/840D bestaat er een afzonderlijke handleiding voor beginners (bestelnr. 6FC5095-0AB00-0AP1) met twee voorbeeldprogramma's voor draaiwerkstukken.
16
2
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Hier verschijnen de actuele meldingen en alarmen met corresponderend foutnummer, tijd en bijkomende verklaringen. Een lijst van de meldingen en alarmen vindt u in de handleiding van ShopTurn.
Geen verspaning zonder werktuigen. Deze kunnen in een werktuiglijst beheerd ...
... en tot een magazijn samengevoegd worden.
De nulpunten worden opgeslagen in een overzichtelijke nulpunttabel.
17
3 Basisinformatie voor beginners
3 Basisprincipes voor beginners In dit hoofdstuk worden de algemene basisprincipes van de geometrie en de draaitechnologie verklaard. Daarbij bevat ShopTurn nog geen ingaven.
3.1 Geometrische basisprincipes 3.1.1 Assen en vlakken Bij het draaien roteert niet het werktuig maar het werkstuk. Deze as is de Z-as. Vlak G18 = bewerking met draaiwerktuigen Vlak G17 = boor- en freesoperaties aan de kopzijde Vlak G19 = boor- en freesoperaties op het mantelvlak Daar de diameters van draaiwerkstukken relatief makkelijk te controleren zijn, heeft de maataanduiding van de vlakas betrekking op diameter. Op die manier kan de vakarbeider de actuele maat direct vergelijken met de maten op tekening.
3.1.2 Punten in de arbeidsruimte Opdat een CNC-besturing - zoals de SINUMERIK 810D met ShopTurn - zich via het meetsysteem in de beschikbare arbeidsruimte kan oriënteren, bestaan er enkele belangrijke referentiepunten.
Machinenulpunt M Het machinenulpunt M wordt door de fabrikant vastgelegd en kan niet veranderd worden. Dit punt ligt aan de oorsprong van het machinecoördinatensysteem. Werkstuknulpunt W Het werkstuknulpunt W, ook programmanulpunt genoemd, is de oorsprong van het werkstukcoördinatensysteem. Het punt kan vrij worden gekozen en bevindt zich het best op de plaats van waar op de tekening de meeste maten uitgaan. Referentiepunt R Het referentiepunt R wordt aangelopen om het meetsysteem op nul te zetten, daar het machinenulpunt meestal niet kan worden aangelopen. De besturing vindt op die manier haar beginpunt in het wegmeetsysteem. Werktuigdrager-referentiepunt T Het werktuigdrager-referentiepunt T is belangrijk voor het instellen van machines met werktuigrevolvers en vooringestelde werktuigen. De positie van het punt en de opnameboring maken het instellen met beitelhouders 18
ShopTurn Trainingsdocumentatie voor schachtwerktuigen volgens DIN 69880 en VDI 3425 mogelijk.
3.1.3 Absolute en incrementele maataanduidingen Absolute ingaven: De ingevoerde waarden hebben betrekking op het werkstuknulpunt.
*
Incrementele ingaven: De ingevoerde waarden hebben betrekking op de actuele positie. Met de softkey resp. de toets kan steeds worden omgeschakeld.
Eindpunt
*
Eindpunt
Actuele positie Actuele positie *G90 Absolute maataanduidingen
*G91 Incrementele maataanduidingen
Bij absolute ingaven moeten altijd absolute coördinatenwaarden van het eindpunt in het actieve coördinatensysteem worden ingevoerd (de actuele positie wordt niet in acht genomen).
Bij incrementele ingaven moet altijd het verschil tussen actuele positie en eindpunt worden ingevoerd; daarbij moet ook de richting in acht genomen worden genomen.
De ingaven kunnen ook gecombineerd absoluut/incrementeel worden uitgevoerd. Hier twee voorbeelden:
19
3 Basisinformatie voor beginners
3.1.4 Cartesiaanse en polaire maataanduidingen Om het eindpunt van een rechte te bepalen, zijn er twee gegevens nodig. Deze kunnen er als volgt uitzien: Cartesiaans: coördinaten X en Z invoeren
Polair: lengte en hoek invoeren
Alle grijze waarden werden automatisch berekend.
Hoek t.o.v. positieve Z-as
Eindpunt
Hoek t.o.v. voorgaand element De hoeken kunnen ... positief en/of ...
... negatief worden ingevoerd.
Ook de cartesiaanse en polaire ingaven kunnen gecombineerd worden. Hier twee voorbeelden: Eindpunt in X en lengte invoeren Eindpunt in Z en hoek invoeren
De contextgebonden help-schermen kunnen tijdens de ingave worden opgeroepen en tonen de verschillende invoervelden.
20
ShopTurn Trainingsdocumentatie
3.1.5 Cirkelvormige bewegingen Bij cirkelbogen worden volgens DIN het eindpunt van de boog (coördinaten X en Z in het G18-vlak) en het middelpunt (I en K in het G18-vlak) aangegeven. De ShopTurn-contourcalculator biedt u ook bij cirkelbogen de vrijheid elke willekeurige maat uit de tekening zonder omrekening over te nemen. Hierna ziet u een voorbeeld met twee - slechts gedeeltelijk bepaalde - cirkelbogen. Boog R10 invoeren:
Boog R20 invoeren:
Na input:
Na input:
De volgende aanduidingen van alle waarden zijn het resultaat als u alle bekende maten heeft ingevoerd en telkens in het invoervenster van de desbetreffende boog op de softkey heeft gedrukt.
De ingaven voor de bogen in DIN-formaat luiden: G2 X50 Z-35 CR=10
G3 X30 Z-6.771 I0 K-20
21
3 Basisinformatie voor beginners
3.2 Technologische basisprincipes 3.2.1 Snijsnelheid en toerentallen Bij het draaien wordt meestal direct de snijsnelheid geprogrammeerd, bij het voordraaien, nadraaien en steken. Alleen bij het boren en (meestal) bij het schroefdraadsnijden wordt het toerental geprogrammeerd. Snijsnelheid bepalen: Met behulp van de catalogi van de fabrikant of een tabellenboek wordt eerst de optimale snijsnelheid bepaald. Materiaal van het werkstuk:
Snijmateriaal van het werktuig:
automatenstaal
hardmetaal
vc = 180 m/min: Constante snijsnelheid vc (G96) bij het voordraaien, nadraaien en steken: Opdat de gekozen snijsnelheid op elke werkstukdiameter gelijk zou zijn, wordt het toerental door de besturing met het commando G96 = constante snijsnelheid aangepast. Dit gebeurt met behulp van gelijkstroommotoren of draaistroommotoren met frequentieregeling. Bij een kleiner wordende diameter stijgt het toerental theoretisch op oneindig. Om risico's door te hoge centrifugaalkrachten te vermijden, moet daarom een toerental-beperking van bijv. n = 3000 1/min worden geprogrammeerd. In het DIN-formaat ziet het blok er dan als volgt uit: G96 S180 LIMS=3000 (van limit = grens). Constant toerental n (G97) bij het boren en schroefdraadsnijden:
v c ⋅ 1000 n = -------------------d⋅π d = 20 mm (werktuigdiameter)
120mm ⋅ 1000 n = ------------------------------------20mm ⋅ π ⋅ min 1 n ≈ 1900 --------min 22
Daar bij het boren met een constant toerental wordt gewerkt, moet hier het commando G97 = constant toerental worden gebruikt. Het toerental is afhankelijk van de gewenste snijsnelheid (hier wordt 120 m/min gekozen) en de werktuigdiameter. De ingaven luiden dan G97 S1900.
ShopTurn Trainingsdocumentatie
3.2.2 Voeding Op de vorige pagina heeft u geleerd hoe men de snijsnelheid bepaalt en de toerentallen berekent. Opdat het werktuig zou verspanen, moet aan de snijsnelheid resp. het toerental een voeding voor het werktuig toegewezen worden. Voeding bepalen: Net als de snijsnelheid wordt de waarde voor de voeding aan de hand van het tabellenboek, de documentatie van de werktuigfabrikant of de eigen ervaring bepaald. Snijmateriaal van het werktuig:
Materiaal van het werkstuk:
hardmetaal
automatenstaal
Voeding f = 0,2 - 0,4 mm: Gekozen wordt de gemiddelde waarde f = 0,3 mm (in het atelier vaak ook mm per omwenteling genoemd). Het commando luidt dan F0.3 Samenhang tussen voeding en voedingssnelheid: Met de constante voeding f en het toerental n ontstaat de voedingssnelheid vf.
m v c = 180 --------min d 2 = 80mm 1 n 2 ≈ 710 --------min
vf = f ⋅ n
1 v f 2 = 710 --------- ⋅ 0, 3mm min mm v f 2 ≈ 210 --------min
m v c = 180 --------min d 1 = 20mm 1 n 1 ≈ 2800 --------min 1 v f 1 = 2800 --------- ⋅ 0, 3mm min mm v f 1 = 840 --------min
Omdat het toerental verschillend is, is ook de voedingssnelheid (ondanks identieke voeding) bij de verschillende diameters verschillend.
23
4 Goed voorbereid
4 Goed uitgerust In dit hoofdstuk leert u hoe de werktuigen voor de voorbeelden in de volgende hoofdstukken worden aangelegd. Bovendien wordt hier aan de hand van voorbeelden de verrekening van de werktuiglengtes en het instellen van het werkstuknulpunt verklaard.
4.1 Werktuigbeheer ShopTurn biedt drie lijsten aan voor het werktuigbeheer.
4.1.1 Werktuiglijst Hier worden alle in de besturing beschikbare werktuigen en hun correctiegegevens ingevoerd en getoond, onafhankelijk van het feit of de werktuigen toegewezen zijn aan een magazijnplaats of niet. Radius resp. diameter van het werktuig Lengte van het werktuig Er staan 10 werktuigtypes en één aanslag ter beschikking. Voor elk werktuigtype zijn er verschillende inbouwposities en geometrische parameters (bijv. houderhoek).
4
4
DP = Duplo-Nummer
Ingaven:
(hiermee wordt een
houderhoek (voordraai- en nadraaibeitel,
gelijknamig
incl. pictogramaanduiding) alsook
zusterwerktuig
spitse hoek (boor) en
aangelegd)
plaatbreedte (steekbeitel)
4
4
Draairichting van de spil resp. het werktuig
4
Koelmiddeltoevoer 1 en 2 inen uitschakelbaar 4
De werktuignaam wordt op basis van
Het plaatsnummer geeft aan of
Plaathoek resp.
het gekozen werktuigtype
en waar het werktuig in het
aantal tanden bij freeswerktuigen
automatisch voorgesteld. Deze naam
magazijn is ingebouwd.
kan willekeurig worden gewijzigd en mag uit maximaal 17 tekens bestaan. umlauten), cijfers en liggende
24
Hoofdsnijrichting van het werktuig
Inbouwposities van de werktuigen:
Toegelaten zijn alle letters (behalve streepjes.
4
4
4
4
ShopTurn Trainingsdocumentatie
4.1.2 Werktuigslijtagelijst Hier worden de slijtagegegevens voor de verschillende werktuigen vastgelegd. Hier wordt de werktuigslijtage ingevoerd,
Hier wordt de standtijd in minuten ingevoerd, als deze
georiënteerd aan de verschilwaarden van de
functie voordien werd vrijgegeven.
werktuiglengte resp. de werktuigdiameter.
Met deze omschakelvelden kunnen de volgende eigenschappen worden vastgelegd:4 1. Werktuig blokkeren 2. Werktuig overmaats
Hier wordt het aantal werktuiginwisselingen ingevoerd, als deze functie voordien werd vrijgegeven. Hier wordt de bewaking van het werktuig vastgelegd, m.b.t. de standtijd of het aantal werktuiginwisselingen. Bij T wordt de standtijd, bij C het aantal inwisselingen bewaakt.
4.1.3 Magazijnlijst De magazijnlijst bevat alle werktuigen die aan één resp. meerdere werktuigmagazijn(en) toegewezen zijn. In deze lijst wordt de toestand van alle werktuigen aangegeven. Daarnaast kunnen afzonderlijke magazijnplaatsen voor werktuigen gereserveerd resp. geblokkeerd worden.
Hier verschijnt de actuele werktuigtoestand.
4
Hier wordt de plaatsblokkering 25
4 Goed voorbereid
4.2 Gebruikte werktuigen Hierna worden de werktuigen die vereist zijn voor de bewerkingen in de voorbeelden ingevoerd in de werktuiglijst.
Werktuig aanmaken:
... de cursor naar het einde van de lijst
werktuigtype selecteren ... ...en gegevens invoeren
Informatie: Frees 8 moet kunnen induiken, daar deze voor het frezen van een kamer wordt
26
ShopTurn Trainingsdocumentatie
4.3 Werktuigen in het magazijn Hierna worden de werktuigen in het magazijn geplaatst.
Magazijn beladen: Kies in de werktuiglijst een werktuig zonder plaatsnummer.
De volgende dialoog biedt u de eerste vrije magazijnplaats aan, die u kunt wijzigen of direct overnemen.
Zo zou het magazijn voor de volgende oefeningen er kunnen uitzien.
27
4 Goed voorbereid
4.4 Werktuiglengtes verrekenen Om de werktuiglengtes te verrekenen, moet in het basismenu worden omgeschakeld op de bedieningsmodus Machine Handmatig.
In het ondermenu van de optie Meten werktuig staan twee mogelijkheden (Manueel of Loep) ter beschikking om het werktuig te verrekenen.
Als voorbeeld wordt het werktuig nu verrekend met de functie (
).
Met deze toets wordt een positie gemarkeerd, die dan in acht wordt genomen bij de lengteverrekening . Procedure:
1.
2. Aantasten van diameter 80
3. Invoer van X-waarde 80
4. Het werktuig wordt verrekend met inachtneming van de werkstukdiameter. Deze verrekeningsprocedure moet nu voor Z herhaald worden.
28
Ingave van de aangetaste of aangedraaide diameter
ShopTurn Trainingsdocumentatie
4.5 Werkstuknulpunt instellen Om het werkstuknulpunt in te stellen, moet in het basismenu worden omgeschakeld op de bedieningsmodus Machine Handmatig.
In het ondermenu van de optie Nulpunt werkstuk wordt het werkstuknulpunt ingesteld.
Met deze toets wordt de lijst met de nulpuntverschuivingen opgeroepen, die dan in het veld Nulpuntversch. kunnen worden geplaatst. Procedure:
1. Vlak aantasten
2. Eventueel verschuiving van het werkstuknulpunt
Nulpuntverschuiving invoeren
invoeren
Verschuiving van het werkstuknulpunt, als dit niet op het vlak van het werkstuk mag 3.
liggen
Het werkstuknulpunt wordt ingesteld.
29
5 Voorbeeld 1: Geschouderde as
5 Voorbeeld 1: Geschouderde In dit hoofdstuk worden de eerste stappen met ShopTurn uitvoerig verklaard: • Programmabeheer en programma aanleggen • Werktuigoproep en verplaatsingsweg-ingave • Willekeurige contouren aanmaken met de contourcalculator en voordraaien • Nadraaien • Draadondesnijding • Schroefdraad • Groeven
Informatie: Daar ShopTurn altijd de laatste instelling bewaart, die met de toets
of de softkey
werd
gemaakt, moet u er zowel bij enkele invoervelden als bij alle omschakelvelden op letten dat alle eenheden, teksten en symbolen ingesteld zijn zoals op de afgebeelde dialoogvensters. De omschakelmogelijkheid is altijd herkenbaar aan de softkey
30
.
5
ShopTurn Trainingsdocumentatie
5.1
Programmabeheer en programma aanleggen
Toetsen
Scherm
Verklaringen • In het basismenu kunnen de verschillende bereiken van ShopTurn worden opgeroepen (zie hoofdstuk 2). • In de Programmamanager verschijnt een lijst van de beschikbare ShopTurn-directories.
• Om de arbeidsplannen van de volgende hoofdstukken afzonderlijk op te slaan, wordt een nieuwe directory aangelegd. Deze krijgt de naam "Pieces".
W...
...5
• In de Programmamanager wordt het beheer van de arbeidsplannen en contouren georganiseerd (bijv. Nieuw, Openen, Kopiëren ...). • Met wordt de cursor naar de directory PIECES verplaatst, die met de toets wordt geopend. • Hier wordt de naam van het arbeidsplan ingevoerd, in dit geval „TAPER_SHAFT".
S...
• Met
wordt de naam overgenomen.
• Met de softkeys ShopTurn programma en G-Code-programma kan het invoerformaat worden gekozen. 2x 80 1 -100 -92
• In de programmakop worden de werkstukgegevens en alle algemene gegevens over het programma ingevoerd. • Met de toets kan de vorm van het uitgangsmateriaal tussen Cilinder en Buis omgeschakeld worden. • Met de waarde ZB wordt de afstand t.o.v. de spankop ingevoerd. • Met de toets kunnen altijd help-schermen worden opgeroepen. 31
5 Voorbeeld 1: Geschouderde as Het terugtrekvlak kan omgeschakeld worden tussen eenvoudig, uitgebreid en alles: eenvoudig
Afhankelijk van de instelling van de
(voor eenvoudige
terugtrekking worden de bijbehorende velden vrijgegeven voor het
uitgebreid (voor complexe werkstukken met inwendige bewerking)
alles (voor zeer complexe werkstukken met inwendige bewerking en/of
• Hier worden de maten van de terugtrekvlakken (absoluut of incrementeel) en het werktuigwisselpunt ingevoerd.
5
• In de programmakop kunnen bovendien de veiligheidsafstand en de toerentalgrenzen worden ingevoerd.
5 120 200 1 3500
• Met de softkey worden alle waarden in het dialoogvenster overgenomen.
• De aangelegde programmakop krijgt het symbool P. • Met kan de programmakop, bijv. voor een wijziging, opnieuw opgeroepen worden. Het programma is nu aangelegd als basis voor volgende bewerkingsstappen. Het heeft een naam, een programmakop en een programmaeinde (dat zich achter het symbool "END" verbergt). In het programma worden de afzonderlijke bewerkingsstappen en contouren onder elkaar geplaatst. De latere uitvoering verloopt dan van boven naar onder. 32
ShopTurn Trainingsdocumentatie
5.2
Werktuigoproep en verplaatsingsweg-ingave
Het werkstuk moet vlakgedraaid worden. Hier leert u hoe u met ShopTurn afzonderlijke verplaatsingswegen kunt aanleggen. • In de werktuiglijst wordt de ROUGHING_T80 A geselecteerd en overgenomen.
• Daar de cursor reeds op het werktuig staat, kan dit direct met de softkey in de werktuigoproep worden geplaatst. • Na de werktuigselectie wordt met V1 de hoofdspil geselecteerd en de snijsnelheid 240 m/min ingevoerd.
240
• De spil S2 is de werktuigspil voor het gebruik van aangedreven werktuigen. • Met de toets wordt tussen de mogelijkheden Mantel/kop/draaien op de bewerking Draaien geschakeld. • Het werkstuk wordt in twee stappen gevlakt. Eerst wordt het startpunt voor het voordraaien ingevoerd (X82 en Z0.3). 82 0.3
• Het werktuig heeft een radius van 0.8, dus moet tot op diameter X -1.6 worden verplaatst. -1.6 4x
...
0.3
33
5 Voorbeeld 1: Geschouderde as
• Het werktuig wordt in ijlgang van het vlak verwijderd.
1
• Het werktuig wordt opnieuw naar de startdiameter verplaatst.
82
• Als oefening legt u nu zelf de vier rood omrande verplaatsingswegen aan.
...
...5
• De simulatie wordt gestart met de softkey . • In de volgende voorbeelden kan de simulatie ook worden opgeroepen als dit niet uitdrukkelijk wordt getoond. • Meer informatie over de simulatie vindt u op het einde van dit hoofdstuk.
• Met , of een willekeurige softkey uit de horizontale softkey-balk verlaat u de simulatie.
34
ShopTurn Trainingsdocumentatie
5.3
Willekeurige contouren aanmaken met de contourcalculator en
Hierna wordt de rode werkstukcontour met de contourcalculator (rechte/boog-pictogrammen) aangemaakt. Vervolgens wordt tegen de contour voorgedraaid en daarna nagedraaid.
S ...
• In het ondermenu Contourdraaien kan de nieuwe contour worden aangemaakt. Daarvoor moet een contournaam worden toegekend, in dit geval "TAPER_SHAFT_CONTOUR". • Het startpunt van de contouromtrek kan zonder verandering worden overgenomen. • Informatie: De contouromtrek is enerzijds de beperking voor voordraaien en anderzijds de nadraaiweg.
• Het eerste contourelement is een verticale rechte tot aan het eindpunt X30. 30 1.5
• De afschuining (FS) wordt als overgangselement direct toegevoegd aan de rechte. De toets resp. Alternat. schakelt de overgang tussen Fase of Radius om.
35
5 Voorbeeld 1: Geschouderde as
-17
40
• Er volgt een rechte tot Z-17. De draadondersnijding wordt later als afzonderlijk element toegevoegd.
• De verticale rechte wordt tot aan het aangegeven snijpunt incl. afronding naar het volgende element geconstrueerd.
2.5
• Het eindpunt van de schuine lijn ligt bij X50 en Z-30. 50 -30
-44 2.5
36
• Er volgt een horizontale rechte tot Z-44 met een radiale overgang (R2.5) naar het volgende element.
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Er volgt een rechte met het eindpunt X60. 60
• Opgelet: De rechten (= hoofdelementen) verlopen niet tangentieel.
Afronding
3 hoofdelementen
-70
• De groeven worden later, net als de draadondersnijding, als afzonderlijke elementen ingevoerd en dus hier niet in acht genomen.
1
66
• Er volgt een verticale rechte tot X66 met een radiale overgang (R1) naar het volgende element.
1
• Eindpunt Z-75 met radiale overgang R1 -75 1
37
5 Voorbeeld 1: Geschouderde as
• Eindpunt X80 met een afschuining 2x45° 80 2
• Het contoureindpunt ligt bij X80 en Z-90 (2 mm voor de spankop). -90
• De contour wordt in het arbeidsplan opgenomen. • De naar onder geopende streep dient om deze contour te verbinden met andere contouren of arbeidsstappen.
Open verbinding naar andere contouren of arbeidsstappen • Het verspanen van de contour wordt met een voeding van 0.3 mm/omw en een snijsnelheid van 240 m/min uitgevoerd. • In de eerste bewerkingsstap wordt tegen de contour gedraaid ( ). 0.3 240
38
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Hier worden de verspaanrichting, de buitenbewerking, de bewerkingsrichting, de aanloopdiepte en de nadraaitoegift ingevoerd.
3x 2.5 0.5 0.2
• Bovendien wordt hier de uitgangsmateriaalbeschrijving geselecteerd (cilinder, toegift, contour). • Daar deze contour geen ondersnijdingen bevat, kan het veld Ondersnijdingen op nee worden gelaten.
0 0
5.4
Nadraaien • De contour wordt met het werktuig FINISHING_T35 A nagedraaid. Daarvoor wordt het werktuig uit het magazijn geladen. • Na het aanpassen van de technologiegegevens wordt nu de bewerking op nadraaien ( ) omgeschakeld.
0.15 280
• Na het overnemen van de arbeidsstap moet het arbeidsplan er nu als volgt uitzien.
• Om het arbeidsplan te controleren, wordt dit nu gesimuleerd.
Meer informatie over deze variaties van de werkstukweergave vindt u op het einde van dit hoofdstuk. 39
5 Voorbeeld 1: Geschouderde as
5.5
Draadondersnijding
Hierna wordt de draadondersnijding met het reeds ingezwenkte nadraaiwerktuig aangelegd.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Als het nadraaiwerktuig nog niet gekozen is in de arbeidssstap, moet het nu ingezet worden. • De technologische gegevens worden ingevoerd, bovendien wordt op de bewerking Voordraaien/Nadraaien omgeschakeld. • De ondersnijdingspositie wordt gekozen.
0.15 200 2x
30 -17 1.15 4.5 0.8 0.8 30 1 0.8 0.1
40
• Met de volgende gegevens wordt de ondersnijding geometrisch gedefinieerd.
ShopTurn Trainingsdocumentatie
5.6
Schroefdraad
Hierna wordt de schroefdraad aangemaakt.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Het schroefdraadwerktuig wordt ingezet in de arbeidsstap.
1.5
• In het invoerveld P kunnen de volgende gegevens worden ingevoerd: 1. Spoed van de schroefdraad in mm/omw 2. Spoed van de schroefdraad in inch/omw 3. Gangen/inch 4. Module
800
3x 30 0 -16 2 1 0.92
• Met de volgende gegevens wordt de schroefdraad geometrisch gedefinieerd.
29 8 ... 5 5
• Deze "foto" van een virtuele productie (en ook de "foto's" op de pagina's 33, 88 en 100) zijn van de CD ShopTurn Multimedial ontleend.
41
5 Voorbeeld 1: Geschouderde as
5.7
Groeven
Hierna worden de beide groeven aangelegd.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Voor de rillen is het werktuig PLUNGE_CUTTER_3 A nodig. • Met de toets opgeroepen.
worden de help-schermen
0.1 150 2x
42
2x 60 -65 6 3 0 0 0.5 1 1 0.5 3
• Met de volgende gegevens worden de beide groeven geometrisch gedefinieerd.
0.1 2 10
• Als bij het aantal groeven N de waarde 1 wordt ingevoerd, wordt het veld P (afstand van de groeven) gesloten.
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Het afgewerkte arbeidsplan moet er nu als volgt uitzien.
Meer informatie over de weergave van het werkstuk: De simulatie kan in het 3-venster-aanzicht, in zijaanzicht of in vooraanzicht worden uitgevoerd. Vervolgens kan het werkstuk als volumemodel in 3D worden bekeken.
Tijdens de simulatie kan de weergave met de toetsen
,
,
of
worden
omgeschakeld.
Als in de verschillende aanzichten de toets
wordt ingedrukt, verschijnen ondermenu's
voor het aanpassen (bijv. Zoom+ of doorsneden) van de weergave.
43
6 Voorbeeld 2: Aandrijfas
6
Voorbeeld 2: Aandrijfas
In dit hoofdstuk leert u de volgende nieuwe functies kennen: • Vlakdraaien • Uitgebreid gebruik van de contourcalculator • Bewerken van restmateriaal
44
5
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Arbeidsplan aanleggen Eerst legt u zelfstandig een nieuw arbeidsplan met de naam "DRIVE_SHAFT" aan. Daarbij worden tegelijkertijd de afmetingen van het uitgangsmateriaal ingevoerd (zie vorig hoofdstuk "Geschouderde as").
Na het aanleggen van de programmakop moet het arbeidsplan er nu als volgt uitzien.
6
6.1 Vlakdraaien
Vervolgens moet het werkstuk vlak gedraaid worden. Daarvoor moet in het hoofdmenu de bewerking Draaien en in het ondermenu Afspanen worden gekozen. Het vlakdraaien moet in één stap gebeuren. Daarom moet de bewerking op nadraaien worden omgeschakeld.
45
6 Voorbeeld 2: Aandrijfas
6.2 Contour aanmaken, verspanen en rest verspanen Hierna wordt de contour aangemaakt, dan wordt met een 80°-plaat langsgedraaid en daarna wordt met een spitser werktuig het resterend materiaal voorbewerkt. Daarna wordt nagedraaid en tot slot de schroefdraad gesneden.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • De contour krijgt de naam "DRIVE_SHAFT_CONTOUR".
A...
• Het startpunt X0/Z0 wordt direct overgenomen.
• De contour begint met een verticale rechte tot bij X16 en een radius 2 als overgangselement. 16 2
• Er volgt een horizontale rechte. -16
46
ShopTurn Trainingsdocumentatie
24 2
• Er volgt een verticale rechte met een afschuining als overgang naar het volgende element.
• Er volgt een horizontale rechte tot Z-38. -38
• Er volgt een dalende rechte naar X20. De ingevoerde hoek Alpha 2 heeft betrekking op het voorgaande element (zie hoofdstuk 3). 20 2x 45
• Er volgt een horizontale rechte met een radius 1 als overgang naar het volgende element. -53 1
47
6 Voorbeeld 2: Aandrijfas
• Er volgt een rechte tot diameter X36. 36
• De overgang naar het volgende element wordt met R0.4 afgerond.
0.4
2x ...
• Van de rechte is niets anders bekend dan de hoek t.o.v. de Z-as, die 165.167° bedraagt. In zulke gevallen wordt de constructie gewoon voortgezet met het volgende element.
0.4
• Aan de hand van de bekende maten van de boog worden de ontbrekende punten van het vorige contourelement berekend. 13 2x 60 -78
• Als er meerdere mogelijkheden bestaan, moet eerst de juiste mogelijkheid worden gekozen.
• Na het kiezen van de gewenste constructie kan deze overgenomen worden.
48
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Daar het eindpunt van de boog niet bekend is, wordt de constructie gewoon voortgezet. • Met de functie Alle parameters kan op dit punt ook de uitloophoek worden ingevoerd.
• Er volgt een tangentiële rechte.
80
• De overgang naar het volgende element wordt met een radius 0.4 afgerond.
0.4
• Het eindpunt van de contour ligt bij Z-100. -100
• De afgewerkte contour wordt in het arbeidsplan opgenomen.
49
6 Voorbeeld 2: Aandrijfas
0.3 240 ...
• Voor het verspanen van de contour moet de ROUGHING_T80 A in de arbeidsstap worden geladen.
... ...
• De bewerking van de contour wordt hier bijvoorbeeld contourparallel uitgevoerd. 2 0.2 0.2 2x 0 0
• Met de softkeys Zoom+ en Zoom- kan de simulatie vergroot resp. verkleind worden.
• Met het werktuig FINISHING_T35 A wordt nu het resterende materiaal verspaand.
0.12 240
50
ShopTurn Trainingsdocumentatie
2x 2 0.2 0.2 2x ...
• Om het restmateriaal volledig te kunnen verspanen, moet het invoerveld voor Ondersnijdingen op ja worden omgeschakeld.
0.2
• In de simulatie zijn de verplaatsingswegen voor de bewerking van het restmateriaal duidelijk te zien.
• In deze stap wordt de contour nagedraaid. Daarvoor moeten de technologiegegevens aangepast en de bewerking op Nadraaien omgeschakeld worden.
0.12 280 5x ... • Het arbeidsplan zou er dan zo moeten uitzien.
51
6 Voorbeeld 2: Aandrijfas
• Het volumemodel toont hier de actuele productiestand.
• Tot slot wordt nog de schroefdraad gemaakt.
6.3 Schroefdraad • Voer de schroefdraadgegevens in.
1.5 0 800
52
ShopTurn Trainingsdocumentatie
...
• Vul de onderste invoervelden in.
Het arbeidsplan wordt gesimuleerd ...
... waarbij delen van het werkstuk met de softkey Details gecontroleerd kunnen worden.
53
7 Voorbeeld 3: Keeras
7
Voorbeeld 3: Keeras
In dit hoofdstuk leert u nog meer belangrijke functies van ShopTurn kennen: • Willekeurig uitgangsdeel aanmaken • Verspanen van het verschilmateriaal tussen uitgangsdeel en afgewerkt deel • Boren aan de kopzijde • Frezen aan de kopzijde
54
ShopTurn Trainingsdocumentatie
7.1 Vlakdraaien Hierna wordt nu het nieuwe programma aangelegd en het uitgangsdeel tot op Z0 gepland.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • In de directory "PIECES" wordt het nieuwe programma met de naam "GUIDE_SHAFT" aangemaakt.
U... • Vul de programmakop in, zoals links getoond. ...
• Ondanks het willekeurige uitgangsdeel wordt hier de vorm Cilinder gekozen. ShopTurn negeert deze ingave en oriënteert zich aan het willekeurig gevormde deel. Dit wordt hierna geconstrueerd.
• Vul de dialoogvelden in zoals hier afgebeeld. • Daar het willekeurig gevormde uitgangsdeel een diameter van 60 mm heeft, moet de maat X0 in deze arbeidsstap ook op 60 worden gezet. 0.25 240 ...
• Controleer de arbeidsstap door het uitvoeren van de simulatie.
55
7 Voorbeeld 3: Keeras
7.2 Willekeurige uitgangsdeelcontour aanmaken
Opdat ShopTurn de uitgangsdeelcontour in acht kan nemen, moet deze eerst met de contourcalculator geconstrueerd worden.
Maak de bovenstaande uitgangsdeelcontour "GUIDE_SHAFT_BLANK" aan met het startpunt op X0/Z0.
Ter verduidelijking vindt u hier de softkeys waarmee de contour aangemaakt kan worden.
Opgelet: De contour moet gesloten zijn! 56
7
ShopTurn Trainingsdocumentatie
7.3 Afgewerkt-deelcontour aanmaken en verspanen
Hierna wordt de contour van het afgewerkte deel ingevoerd.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • De contour krijgt de naam "GUIDE_SHAFT_CONTOUR".
U... • Daar het uitgangsdeel in de eerste stap reeds op Z0 werd gepland (zie pagina 55), kan de contour van het afgewerkte deel bij X0/Z0 beginnen. • De contour begint met een verticale rechte. 48 3
2x 4
• De volgende afschuining wordt hier als volgend element ingevoerd.
• Na de afschuining volgt een horizontale rechte met onbekend eindpunt. In dit geval wordt alleen de overgang naar het volgende element (radius 4) ingevoerd. Het eindpunt van de rechte wordt dan automatisch berekend aan de hand van de volgende constructies van de contour.
57
7 Voorbeeld 3: Keeras
23 60
• Mochten bij het invoeren van de contourgegevens (bijv. hier een cirkelboog) meerdere oplossingen mogelijk zijn, kunnen deze via de softkey Dialoog selectie geselecteerd worden. In dit geval wordt de tweede oplossing gekozen.
80
• De oplossing wordt met de softkey Dialoog overname overgenomen.
• Ook hier wordt de tweede oplossing gekozen.
• De oplossing wordt ook met de softkey Dialoog overname overgenomen.
58
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• De waarde K (middelpunt in absolute maat) is bekend. -35
4
• Met de beschikbare contourgegevens en de selectiemogelijkheden kon nu de boog en het traject (met onbekend eindpunt) worden geconstrueerd. • De overgang naar het volgende element wordt met R4 afgerond.
-75
• Er volgt een horizontale rechte met bekend eindpunt op Z-75 en een radiale overgang met 6 mm.
6
• Er volgt een rechte met bekend eindpunt. 90 -80 4
59
7 Voorbeeld 3: Keeras
• Om de spankop niet te vernielen, wordt de constructie reeds bij Z-90 beëindigd. -90
• De contour wordt overgenomen.
• In deze stap wordt met ROUGHING_T80 A de contour verspaand.
0.3 260
3x 2.5 0.2 0.2 0
60
• Hier worden de bewerkingsrichtingen en de aanloopmaten en nadraaitoegiften ingevoerd.
ShopTurn Trainingsdocumentatie
2x 2x
• De uitgangsdeelbeschrijving moet hier op Contour worden omgeschakeld. • Opdat de verdieping van radius 23 onbewerkt blijft, wordt het veld Ondersnijdingen op nee omgeschakeld.
• Na overname van de arbeidsstap zijn de beide contouren aan de arbeidsstap met elkaar verbonden. Deze verbinding wordt ook aangegeven door rode contouren.
• De verplaatsingswegen in de simulatie tonen duidelijk hoe het voordien geconstrueerde uitgangsdeel in acht wordt genomen.
• Het volumemodel toont de actuele productietoestand.
61
7 Voorbeeld 3: Keeras
7.4 Restmateriaal verspanen
Hierna wordt het restmateriaal verspaand.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Dit is het arbeidsplan tot aan de voordraaibewerking.
• Voor het bewerken van het restmateriaal wordt het werktuig BUTTON_TOOL_8 A gebruikt. • De voedingswaarden en de snijsnelheid worden ingevoerd. 0.25 240
3x 2 0.2 0.2 0
0.2
62
• De bewerking met ondersnijdingen moet hier op ja ingesteld zijn.
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Na het overnemen van de arbeidsstap moet het arbeidsplan er als volgt uitzien.
• Het arbeidsplan wordt gesimuleerd.
• In de simulatie wordt ook de totale productietijd aangegeven.
Na het voordraaien van de contour wordt deze nu nog nagedraaid.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Selectie van het werktuig FINISHING_T35 A • Voor het voordraaien van de contour moeten de technologiegegevens worden aangepast.
0.12 280
• Bovendien moet de bewerking op nadraaien worden omgeschakeld. Dit heeft tot gevolg dat de invoervelden voor de nadraaitoegiften wegvallen.
...
• Het volumemodel toont de actuele productietoestand.
63
7 Voorbeeld 3: Keeras
7.5 Groef
Hierna wordt de groef gemaakt.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • In de horizontale softkey-balk wordt de softkey Draaien ingedrukt.
• In de verticale softkey-balk wordt de softkey Insteken ingedrukt.
64
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Van de drie aangeboden groefvormen wordt de tweede gekozen. • Het rilwerktuig PLUNGE_CUTTER_3 A wordt in de arbeidsstap ingezet. • Geef de voedingswaarden en de snijsnelheid in.
0.1 150
2x
2x 60 -67 4.2 4
15 15 1 1 1 1
• De bewerking wordt op voordraaien/nadraaien omgeschakeld.
• De positie en de afmetingen van de ril worden ingevoerd.
• De flankhoek en de afrondingen aan de hoeken worden ingevoerd.
65
7 Voorbeeld 3: Keeras
4 0.2 1
• Nadat alle gegevens ingevoerd zijn, moet de geometrie van de groef in de grafiek te zien zijn.
• De groef werd toegevoegd aan het arbeidsplan.
• Het volumemodel
• Het loepaanzicht kan met de softkeys Zoom + resp. Zoom - worden bereikt.
66
ShopTurn Trainingsdocumentatie
7.6 Schroefdraad
Hierna wordt de schroefdraad aangemaakt.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Hier wordt Draad langs gekozen. • De schroefdraad wordt gemaakt met de instelling AFNEMEND. Deze instelling zorgt ervoor dat de spaanindeling bij elke stap wordt gereduceerd, zodat de spaandoorsnede constant blijft.
1.5 0 800
• Als de cursor op Aanloopsch. (hoek) staat, kunnen verschillende aanloopstrategieën worden gekozen.
67
7 Voorbeeld 3: Keeras
2x 2x
• De bewerking wordt op voordraaien/nadraaien omgeschakeld.
48 -3 -23 4
2 0.92
• Voer de gegevens voor de schroefdraad in. • Er wordt een "aanloop met wisselende flank" ingesteld
29 8 0.1 0 2 0 • Het zijaanzicht
• Het volumemodel
68
ShopTurn Trainingsdocumentatie
7.7 Boren
Hierna worden de boringen aan de kopzijde gemaakt (C-as resp. volledige bewerking).
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Na het maken van de schroefdraad moet het arbeidsplan er nu als volgt uitzien.
• Het werkstuk wordt direct, d.w.z. zonder centrering geboord. Daarom wordt de optie Boren gekozen. Daarvoor wordt DRILL_5 gebruikt.
• De technologische gegevens worden ingevoerd.
0.06
• De eenheid voor moet op mm/omw en de eenheid van V op m/min ingesteld worden.
140
69
7 Voorbeeld 3: Keeras
• De dieptereferentie wordt op Schacht omgeschakeld. 10
• De boordiepte kan met 10 mm incrementeel of met -10 mm absoluut worden ingevoerd.
• Na overname van de boorarbeidsstap bestaat er naar onderen een open verbindingsplaats. Deze wordt later automatisch verbonden met de boorpositie.
2x 0
16 0 0 -16 -16 0 0 16
70
• Als oefening worden hier de vier boringen als afzonderlijke posities ingevoerd. De eenvoudigere oplossing voor de positionering biedt de softkey (boringen op gatencirkel).
• Hier worden de boorposities ingevoerd.
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Na overname van de boringen worden de boorposities met het voorgaande technologieblok verbonden.
71
7 Voorbeeld 3: Keeras
7.8 Rechthoekige kamer frezen
Hierna wordt de rechthoekige kamer aan de voorzijde aangemaakt (C-as resp. volledige bewerking).
Toetsen
Scherm
Verklaringen • De rechthoekige kamer wordt met een frees van grootte 8 bewerkt. Activeer het werktuig en voer de bijbehorende technologiegegevens in.
0.03 220
72
3x 0 0 0 23
• Na de technologie wordt de geometrie ingevoerd.
23 4 0 3
• Verdere geometriegegevens
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Tot slot wordt nog de indringingswijze gekozen uit de mogelijkheden centraal, helicaal en pendelend. In dit geval wordt helicaal gekozen.
75 1.5 0 0 1 7
• EP = spoed van de helix • ER = radius van de helix • RW = indringingshoek (bij pendelend)
centraal
helicaal
pendelend
• Het afgewerkte arbeidsplan moet er als volgt uitzien.
• Werkstuk in het 3-venster-aanzicht
73
8 Voorbeeld 4: Holle as
8
Voorbeeld 4: Holle as
In dit hoofdstuk leert u nog meer belangrijke functies van ShopTurn kennen: • Inwendige bewerking van werkstukken • Uitgebreide editor • Ondersnijding vorm E • Asymmetrische groef
Zijde 1
Zijde 2 *
Uitgangsdeel:
Alle radii R10 zonder maataanduiding
* Wegens de betere spanmogelijkheid wordt eerst zijde 1 geproduceerd.
74
8
ShopTurn Trainingsdocumentatie
8.1 Eerste werkstukzijde aanmaken Arbeidsplan opstellen Daar het werkstuk aan twee kanten moet worden bewerkt (en zonder tegenspil wordt geproduceerd), moeten hiervoor twee arbeidsplannen worden opgesteld. Om productietechnische redenen wordt eerst het arbeidsplan voor de linker zijde "HOLLOW_SHAFT_SIDE1" opgesteld.
De programmakop kan na het invoeren van de links getoonde gegevens worden overgenomen.
8.1.1 Vlakdraaien Toetsen
Scherm
Verklaringen • Hier wordt het uitgangsdeel tot op X-1.6 en Z0 gevlakt. Daar nog zeer veel materiaal (5 mm) aan de voorzijde aanwezig is, blijft het veld Bewerking hier op staan. • De toegift van 0,5 mm wordt later verwijderd.
...8
• Weergave van het arbeidsplan na overname van de eerste arbeidsstap.
75
8 Voorbeeld 4: Holle as
8.1.2 Boren Vervolgens wordt het werkstuk centraal geboord.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Voer de technologie- en geometriegegevens voor het boren in, zoals links op het scherm aangegeven.
...8
• Zo moet het arbeidsplan er nu uitzien.
• Voer de positiegegevens voor het boren in zoals links op de afbeelding.
...8
• Boortechnologie en -geometrie worden in het arbeidsplan automatisch met elkaar verbonden.
76
ShopTurn Trainingsdocumentatie
8.1.3 Uitgangsdeelcontour Hierna wordt de uitgangsdeelcontour van het werkstuk ingevoerd. Daar het werkstuk per arbeidsplan slechts van één zijde wordt bewerkt, volstaat het de uitgangsdeelcontour slechts tot Z-65 te construeren.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • De uitgangsdeelcontour krijgt de naam "HOLLOW_SHAFT_BLANK".
H... • Construeer, overeenkomstig de voorgaande tekening, de links afgebeelde contour van startpunkt X0/Z0.
...8
• De contour wordt op een maximale waarde van Z-65 geconstrueerd. • De contour wordt bij X0/Z0 gesloten.
8.1.4 Afgewerkt-deelcontour van de 1ste zijde buiten De (rode) contour van het afgewerkte deel stemt met opzet niet overeen met de tekening. De afgewerkt-deelcontour dient enerzijds als beperking voor de voordraaibewerking en, wat nog veel belangrijker is, ze legt de precieze verplaatsingsweg voor het nadraaien vast. Zo begint hier de constructie op de diameter van de boring. Op die manier is verzekerd dat het vlak zuiver wordt nagedraaid. Het contoureinde is een verlenging van de fase over het uitgangsdeel heen. De grote diameter wordt pas in de tweede opspanning gemaakt.
Toetsen
H...
Scherm
Verklaringen • De contour krijgt de naam "HOLLOWSHAFT_SIDE1_E".
77
8 Voorbeeld 4: Holle as
32
68 1
• Het startpunt wordt op X32/Z0 gezet.
• Deze rechte eindigt dan bij X68 en heeft een afschuining als overgang naar het volgende element.
• De horizontale rechte eindigt bij Z-5. -5
• Er volgt een boog in de richting van de wijzers van de klok.
20 68 -25
78
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Er volgt een rechte tot Z-55. -55
• De ondersnijding wordt later als afzonderlijk element toegevoegd.
• Er volgt een verticale rechte tot X98, de begindiameter van de afschuining. 98
106
• Er volgt een tot boven de uitgangsdeeldiameter verlengde schuine lijn. Deze blijft later, na de bewerking van de tweede zijde, als afschuining over.
135
79
8 Voorbeeld 4: Holle as
• De contour wordt in het arbeidsplan overgenomen.
• In het arbeidsplan worden beide contouren automatisch verbonden en overeenkomstig hun volgorde in het arbeidsplan als uitgangsen afgewerkt deel gekenmerkt. • De contour van het afgewerkte deel wordt nu met behulp van de verspaningsstap bewerkt.
...8
• Bij de uitgangsdeelbeschrijving kan tussen 3 instellingen worden gekozen: 1. Cilinder: uitgangsdeel = cilinder 2. Contour: uitgangsdeel = geconstrueerde contour 3. Toegift: uitgangsdeel = geconstrueerde contour met gedefinieerde toegift • Met het voordraaiwerktuig kan niet zinvol worden ingedrongen. Het veld Ondersnijdingen wordt dus op nee omgeschakeld. • In het arbeidsplan worden de contouren automatisch met de verspaningsstap verbonden.
• Voor het nadraaien wordt in deze arbeidsstap het restmateriaal in de holle vorm verspaand.
...8
80
• Opdat de holle vorm in acht wordt genomen, moet het veld Ondersnijdingen op ja worden omgeschakeld.
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Als laatste wordt de contour nagedraaid. • Laad evt. het desbetreffende werktuig in de arbeidsstap, als het niet automatisch wordt voorgesteld. • Ook hier moet het veld Ondersnijdingen op ja worden omgeschakeld.
...8
8.1.5 Ondersnijding Er staan 4 verschillende ondersnijdingstypes ter beschikking:
Ondersnijding
Ondersnijding
Ondersnijding
Ondersnijding
vorm E
vorm F
draad DIN
draad
Nadat de buitencontour volledig werd bewerkt, wordt nu de ondersnijding gemaakt. Maak nu, zoals aangegeven op de tekening, de ondersnijding vorm E.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Voer de gegevens voor het aanmaken van ondersnijding in.
...8
81
8 Voorbeeld 4: Holle as
• De 1ste buitenzijde van het werkstuk is daarmee afgewerkt.
• Als controle wordt het arbeidsplan gesimuleerd. • Met de toetsen en vergroot u de weergave.
• Het volumemodel
• Met de toets verschijnt het werkstuk als doorsnede.
• De simulatie wordt afgesloten.
82
ShopTurn Trainingsdocumentatie
8.1.6 Afgewerkt-deelcontour van de 1ste zijde binnen
Nadat het arbeidsplan voor de eerste buitenzijde klaar is, wordt nu de binnencontour (rode contour) van de eerste pagina geconstrueerd.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • De contour krijgt de naam "HOLLOWSHAFT_SIDE1_I".
H... 50
• Daar het werkstuk reeds afgevlakt werd, kan het startpunt op X50/Z0 worden geplaatst. De delen die reeds gevlakt werden, worden dus niet nogmaals bewerkt. • Construeer de links afgebeelde binnencontour tot aan de Z-waarde -67. • De afschuiningen en radii worden als overgang naar het volgende element geconstrueerd (de eerste fase wordt als rechte aangelegd daar er geen voorgaand element is). • Vervolgens wordt de contour in het arbeidsplan opgenomen.
83
8 Voorbeeld 4: Holle as
• Zo moet er op het arbeidsplan uitzien.
...8
• In deze arbeidsstap wordt met de inwendige voordraaibeitel 80 verspaand tot op de geconstrueerde binnencontour. • De bewerking moet op Inw. worden omgeschakeld. • Daar reeds geboord werd, moet voor de inwendige bewerking geen uitgangsdeelcontour in acht worden genomen. Daarom wordt het veld Uitgangsdeelbeschrijving op Cilinder omgeschakeld. • Op het arbeidsplan worden belangrijke details van de arbeidsstappen getoond. Daardoor kunnen de technologiegegevens snel worden gecontroleerd.
• Hier wordt de voorgedraaide contour nagedraaid. ...8
84
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Controleer het tot nu toe bewerkte werkstuk door met de verschillende simulatieaanzichten te spelen.
...8
• Na dit arbeidsplan wordt als volgende stap de ondersnijding vorm E ingevoegd. Zorg voor de juiste ligging van de ondersnijding.
• Door te zoomen op het zijaanzicht kunnen de verplaatsingswegen worden gecontroleerd.
• Zo ziet het afgewerkte arbeidsplan voor de eerste zijde van het werkstuk eruit.
85
8 Voorbeeld 4: Holle as
8.1.7 De uitgebreide editor ShopTurn biedt een reeks speciale functies om delen van het arbeidsplan meermaals te kunnen gebruiken en te beheren. Deze speciale functies zijn altijd bereikbaar via de toets
op het vlakke bedieningspaneel of met de toetsencombinatie
Shift+F9 op het PC-toetsenbord. Deze functies worden hierna verklaard: Met de functie Markeren kunnen meerdere stappen voor voor verdere bewerking geselecteerd worden (bijv. Kopiëren of Knippen). Met de functie Kopiëren worden arbeidsstappen in het werkgeheugen gekopieerd. Met de functie Invoegen worden arbeidsstappen uit het werkgeheugen ingevoegd in het arbeidsplan. De arbeidsstappen worden na de gemarkeerde arbeidsstap ingevoegd. Met de functie Knippen worden arbeidsstappen in het werkgeheugen gekopieerd en tegelijkertijd op de oorspronkelijke plaats gewist. Deze softkey dient ook om te wissen. Met de functie Zoeken kunnen teksten in het programma worden gezocht. Met de functie Hernoemen kunnen contour-, directory- of arbeidsplannamen veranderd worden. Met de functie Hernummeren worden de arbeidsstappen opnieuw genummerd. Met de functie Terug keert u terug naar het vorige menu.
Eén van de hierboven beschreven functies wordt hierna gebruik om de rode uitgangsdeelcontour ook in het volgende arbeidsplan voor de tweede zijde van dit werkstuk te gebruiken.
Deze (rode) uitgangsdeelcontour moet nu in het werkgeheugen van de besturing worden gekopieerd.
86
ShopTurn Trainingsdocumentatie
8.1.8 Contour kopiëren
Toetsen
Scherm
Verklaringen • De uitgangsdeelcontour wordt met de
-toets geselecteerd.
• De uitgebreide editor wordt geopend.
• Als u op de toets drukt, wordt de geselecteerde contour in het werkgeheugen van de besturing gekopieerd. Daar blijft ze opgeslagen tot de toets Kopiëren of Knippen wordt ingedrukt of de besturing wordt uitgeschakeld.
87
8 Voorbeeld 4: Holle as
8.2 Tweede werkstukzijde aanmaken Arbeidsplan opstellen Hierna wordt het arbeidsplan voor de tweede zijde van het werkstuk opgesteld. Daarvoor wordt een nieuw arbeidsplan met de naam "HOLLOW_SHAFT_SIDE2" aangelegd.
De programmakop wordt na het invoeren van de links getoonde gegevens overgenomen.
8.2.1 Vlakdraaien Eerst wordt het werkstuk tot op Z0 afgevlakt met een toegift van 0,5 mm.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Hier wordt het uitgangsdeel tot op X-1.6 en Z0 gevlakt. Het nadraaien van het vlak gebeurt later bij de bewerking van de binnencontour.
...8
88
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• Weergave van het arbeidsplan na overname van de eerste arbeidsstap.
8.2.2 Boren Vervolgens wordt het werkstuk centraal geboord.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Voer de technologie- en geometriegegevens voor het boren in, zoals links op het scherm aangegeven. U hoeft slechts tot Z-57 te boren, daar de eerste zijde al tot Z-67 werd geboord.
...8
• Zo moet het arbeidsplan er nu uitzien.
• Voer de positiegegevens voor het boren in zoals links op de afbeelding.
...8
89
8 Voorbeeld 4: Holle as
• Boortechnologie en -geometrie worden in het arbeidsplan automatisch met elkaar verbonden.
8.2.3 Uitgangsdeelcontour invoegen Hierna wordt de uitgangsdeelcontour uit het werkgeheugen ingevoegd. Mocht deze niet meer in het tussengeheugen aanwezig zijn, moet deze nogmaals uit het eerste arbeidsplan worden gekopieerd.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Na het oproepen van de uitgebreide editor wordt de uitgangsdeelcontour met de toets Invoegen in het arbeidsplan ingevoegd.
• De arbeidsstappen worden altijd ingevoegd na de geactiveerde arbeidsstap.
8.2.4 Afgewerkt-deelcontour van de 2de zijde buiten
Nadat de uitgangsdeelcontour is ingevoerd, wordt het buitenste deel van het werkstuk geconstrueerd. De asymmetrische groef wordt later gemaakt.
90
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Toetsen
Scherm
Verklaringen • De contour van de 2de buitenzijde krijgt de naam "HOLLOW_SHAFT_SIDE2_E".
H... • Het startpunt van de contour ligt bij het begin van de afschuining (X57/Z0).
57
• Construeer de contour zelfstand tot aan het eindpunt op Z-65 en X100.
• Voer de gegevens voor het voordraaien van de buitencontour in.
...8
91
8 Voorbeeld 4: Holle as
• De verspaanstap wordt opnieuw automatisch toegevoegd aan de contouren.
• Voer de gegevens voor het nadraaien van de buitencontour in.
...8
• De nadraaistap wordt toegevoegd aan voordraaistap.
• Weergave van de tweede zijde in het Volumemodel
92
ShopTurn Trainingsdocumentatie
8.2.5 Asymmetrische groef aanbrengen
Hierna wordt de gele zone als asymmetrische groef bewerkt.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Kies het gewenste werktuig en voer de nevenstaande waarden voor de groef in.
...8
• Met deze arbeidsstap is de buitenbewerking van de 2de werkstukzijde nu afgesloten.
93
8 Voorbeeld 4: Holle as
8.2.6 Afgewerkt-deelcontour van de 2de zijde binnen
Hierna wordt het binnenste voorgeboorde deel bewerkt. Hiervoor wordt de binnencontour aangemaakt.
Toetsen
Scherm
Verklaringen • De contour krijgt de naam "HOLLOW_SHAFT_SIDE2_I".
H... 57
• Daar ook het vlak nog een nadraaitoegift heeft, wordt het startpunt op X57 en Z0 gelegd. Op deze manier wordt dan bij het latere contourdraaien het vlak bewerkt. De contour eindigt bij Z-55, daar de eerste zijde reeds bij Z-67 werd bewerkt.
• BIj het aanmaken van de contour moet u erop letten dat de boogelementen tangentieel overgaan in elkaar. • Opgelet: De tangentiële overgang geldt alleen bij hoofdelementen, d.w.z.: Een afronding wordt toegevoegd aan het hoofdelement. Hoofdelementen Afronding tangentieel niet tangentieel
94
ShopTurn Trainingsdocumentatie
• De binnencontour wordt opgenomen in het arbeidsplan.
• Gebruik voor het inwendige voordraaien het werktuig ROUGHING_T80 I. • Schakel de bewerking om op Inw. om.
...8
• De instelling Ondersnijdingen moet op nee worden omgeschakeld, zodat de 80°-plaat niet induikt.
• Gebruik voor het restmateriaal het werktuig FINISHING_T35 I.
...8
• Daarna wordt met het werktuig FINISHING_T35 I de binnencontour afgewerkt.
...8
95
8 Voorbeeld 4: Holle as
• Het volledige arbeidsplan wordt vervolgens gesimuleerd.
• Om de binnenbewerking te controleren, kan het werkstuk in doorsnede worden bekeken.
96
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Tot slot nog enkele "productiebeelden" van de holle as ...
97
9 En nu wordt geproduceerd
9 En nu wordt geproduceerd Nadat u door het werken met de voorbeelden een gefundeerde kennis over het opstellen van arbeidsplannen in ShopTurn heeft gewonnen, volgt nu de productie van de werkstukken.
9.1 Referentiepunt aanlopen Na het inschakelen van de besturing moet voor het afwerken van de arbeidsplannen of voor de manuele verplaatsing het referentiepunt van de machine worden aangelopen. Daardoor vindt ShopTurn het telbegin in het wegmeetsysteem van de machine. Daar het aanlopen van het referentiepunt afhankelijk van het machinetype en de fabrikant verschillend is, kunnen hier slechts enkele algemene instructies worden gegeven: 1. Beweeg het werktuig evt. naar een vrije plaats in de arbeidsruimte, van waar het in alle richtingen zonder te botsen verplaatst kan worden. Zorg ervoor dat het werktuig daarna niet reeds achter het referentiepunt van de desbetreffende as ligt (daar het aanlopen van het referentiepunt per as slechts in één richting gebeurt, kan dit punt anders niet worden bereikt). 2. Voer het aanlopen van het referentiepunt exact volgens de
98
ShopTurn Trainingsdocumentatie
9.2 Werkstuk spannen Voor een correcte productie en natuurlijk ook voor uw eigen veiligheid is een vaste, aan het werkstuk beantwoordende spanning vereist. Daarvoor worden in de regel spankoppen met drie kaken
9.3 Werkstuknulpunt instellen Daar de ligging van het werkstuk in Z-richting niet bekend is, moet u het werkstuknulpunt in Z bepalen. Op de X-as ligt het middelpunt altijd bij X0, daar het om een rotatiedeel gaat. In de Z-as wordt het werkstuknulpunt meestal door het krassen met een verrekend werktuig bepaald.
Symbool voor het werkstuknulpunt W
9
99
9 En nu wordt geproduceerd
9.4 Arbeidsplan afwerken De machine is nu voorbereid, het werkstuk is ingesteld en de werktuigen zijn ingemeten (zie hoofdstuk 4). Nu kunt u eindelijk beginnen:
Toetsen
Scherm
Verklaringen • Kies de directory waar het gewenste arbeidsplan opgeslagen is. Voor de voorbeelden uit deze handleiding is dit de directory PIECES. • Met de toets Uitvoeren wordt het arbeidsplan in de modus AUTO geladen.
• Daar het arbeidsplan nog niet gecontroleerd werd afgewerkt, plaatst u de voedingspotentiometer op nul, zodat u van in het begin alles onder controle heeft. • Als u tijdens de productie ook een simulatie wilt zien, moet de functie Meetekenen voor de start worden geselecteerd. Alleen dan worden alle verplaatsingswegen getoond. • Start de productie met de toets controleer de snelheid van de werktuigbewegingen met de voedingspotentiometer.
100
en
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Zo eenvoudig en snel als u deze werkstukken met ShopTurn heeft aangemaakt
... maakt u vanaf nu ook UW EIGEN werkstukken met ShopTurn. 101
10 Hoe goed kent u ShopTurn?
10
Hoe goed kent u ShopTurn?
De volgende 4 oefeningen vormen de basis van uw persoonlijke test voor het werk met ShopTurn. Als kleine ondersteuning wordt telkens een mogelijk arbeidsplan getoond. De aangegeven tijden zijn gebaseerd op de uitvoering volgens het getoonde arbeidsplan. U beschouwt de vermelde tijd het best als algemene waarde voor het beantwoorden van de bovenstaande vraag.
Oefening 1: Kunt u dat met ShopTurn in 10 minuten?
In dit arbeidsplan wordt het werkstuk in twee arbeidsstappen op maat afgevlakt. Het startpunt van Contour_1 kan om deze reden bij het begin van de eerste fase worden geplaatst.
102
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Oefening 2: Kunt u dat met ShopTurn in 10 minuten?
Hier kunt u het automatische verspanen van restmateriaal optimaal toepassen.
103
10 Hoe goed kent u ShopTurn?
Oefening 3: Kunt u dat met ShopTurn in 10 minuten?
Opgelet: Construeer radius 5 in twee stappen.
104
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Oefening 4: Kunt u dat met ShopTurn in 15 minuten?
In dit arbeidsplan werd het vlak eerst voorgedraaid en dan nagedraaid. Vervolgens werd het volledige buitendeel met ondersnijding afgewerkt. Daarna werd het het binnenste deel van de contour bewerkt. Het startpunt van de binnencontour werd op X70/ Z0 gelegd. Met de uitgebreide editor kan de buiten- en binnenbewerking door het knippen en invoegen eenvoudig worden verwisseld. 9
105
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Trefwoorden A
F
Absolute maataanduidingen ........................ 19 Afnemend .................................................... 73 Afspanen...................................................... 54 Afvlakken ................................................ 49, 95 Alarmen ....................................................... 17 Alle parameters............................................ 53 Alternatief-toets............................................ 11 Arbeidsplan aanleggen ................................ 49 Arbeidsplan afwerken ................................ 107 Arbeidsplannen beheren.............................. 14 Arbeidsplannen hernoemen......................... 14 Arbeidsplannen kopiëren ............................. 14 Arbeidsplannen verschuiven........................ 14 Assen........................................................... 18
Flankhoek..................................................... 71 Foutnummer................................................. 17
B Basismenu ................................................... 12 Basisprincipes van de bediening ................. 10 Bestanden inlezen ....................................... 14 Bestanden uitlezen ...................................... 14 Besturingen-810D/840D .............................. 16 Binnencontour............................................ 101 Boorposities ................................................. 76 Boren ...................................................... 82, 96 Boring .......................................................... 75 Buis.............................................................. 34
C Cartesiaans.................................................. 20 C-as ............................................................. 75 Centreren..................................................... 75 Cilinder......................................................... 34 CNC ISO...................................................... 16 Contour ........................................................ 15 Contourcalculator...................................... 7, 61
D Details.......................................................... 58 Dialogen oproepen ...................................... 35 Dialoog overname................................... 53, 63 Dialoog selectie ...................................... 52, 63 Dieptereferentie-spits................................... 76 Directory ................................................. 14, 34 Doorsnede ................................................... 89 Draairichting................................................. 25 Duplo-nummer ............................................. 25 106
G Geometrische basisprincipes ....................... 18 Grafisch arbeidsplan ...................................... 6 Groef ............................................................ 70
H Handbediening ............................................. 13 Help-schermen............................................... 5 Hernoemen .................................................. 93 Hernummeren .............................................. 93
I Incrementele maataanduidingen.................. 19 Indringingswijzen.......................................... 79 Info-toets ...................................................... 11 Input-toets .................................................... 11 Invoegen ...................................................9, 93 Invoeren van verplaatsingsweg.................... 36 Inwendige bewerking ................................... 90 Inwerktijd ........................................................ 5
K Knippen .....................................................9, 93 Koelmiddel ................................................... 25 Kopiëren....................................................... 93
M Machine instellen ......................................... 13 Machinebedieningspaneel ........................... 11 Machinebedieningsveld................................ 11 Machinenulpunt............................................ 18 Magazijn..................................................17, 28 Magazijnlijst.................................................. 26 Markeren ...................................................... 93 Meetekenen ............................................... 107 Meldingen..................................................... 17 Meten werktuig............................................. 29
N Nulpunt werkstuk.......................................... 31 Nulpunten..................................................... 17 Nulpuntverschuiving................................30, 32
O Ondersnijding vorm E, F, draad DIN, draad. 87 Ondersnijdingen ................................ 55, 66, 68
ShopTurn Trainingsdocumentatie
P Plaatsblokkering........................................... 26 Polair ............................................................ 20 Potentiometer............................................. 107 Productie .................................................... 105 Productietijd ................................................... 8 Programma aanleggen................................. 34 Programmabeheer ..................................33, 34 Programmakop............................................. 34 Programmamanager ...............................14, 34 Programmeertijd............................................. 6 Punten in de arbeidsruimte .......................... 18
R Rechthoekige kamer .................................... 78 Referentiepunt.............................................. 18 Referentiepunt aanlopen............................ 105 Restmateriaal .......................................8, 55, 68
S Schacht ........................................................ 76 Schroefdraad...........................................56, 73 Simulatie ...................................................... 37 Simulatie - Details ........................................ 47 Snijsnelheid.................................................... 6 Softkeys ....................................................... 12 Start-toets................................................... 107
Voeding ..........................................................6 Volledige bewerking .....................................75 Volumemodel................................................47 Vooraanzicht.................................................47 Voordelen van ShopTurn................................5
W Werkgeheugen .............................................94 Werkstuk spannen......................................106 Werkstuknulpunt.............................. 13, 18, 106 Werktuig oproepen .......................................36 Werktuigbeheer ............................................24 Werktuigen opmeten ....................................13 Werktuigen voor de voorbeelden..................27 Werktuiglijst ............................................ 17, 24 Werktuignaam ..............................................25 Werktuigslijtagelijst .......................................26 Werktuigtoestand..........................................26 Werktuigtypes......................................... 25, 27 Willekeurig uitgangsdeel...............................61
Z Zijaanzicht ....................................................47 Zoeken..........................................................93 Zoom ............................................................47 Zusterwerktuig ..............................................25
T Tabellenboek...........................................22, 23 Terug............................................................ 93 Terugtrekvlak ................................................. 8 Terugtrekvlakken.......................................... 35 Toerentalbeperking ...................................... 22
U Uitgangsdeelbeschrijving ............................. 66 Uitgangsdeelcontour .................................... 83 Uitgangsdeelvormen .................................... 86 Uitgangsvorm ............................................... 34
V Veiligheidsafstand ........................................ 35 Vensteraanzicht ........................................... 47 Verbinding .................................................... 15 Verspanen.................................................... 15 Vlak bedieningspaneel ................................. 11 Vlakdraaien .................................................. 81 Vlakfrezen .................................................... 81 107
ShopTurn Trainingsdocumentatie
108
ShopTurn Trainingsdocumentatie
Beeldreferentie
Wij danken de firma's
DMG Verlag Europa-Lehrmittel Iscar Krupp-Widia Röhm Sandvik Seco Walter AG
voor het ter beschikking stellen van beeldmateriaal op de pagina's 6, 11, 12, 17, 22, 23, 25, 26, 27, 98, 99 en 101.
Meer informatie Meer informatie over JobShop vindt u onder: www.siemens.com/jobshop Gedetailleerde technische documentatie in ons Service&Support-portaal: www.siemens.com/automation/support Voor een persoonlijk gesprek vindt u een contactpersoon in uw buurt onder: www.siemens.com/automation/partner Via mail kunt u op het internet direct elektronisch bestellen: www.siemens.com/automation/mall
Siemens AG Industry Sector Drive Technologies Motion Control Postfach 3180 91050 Erlangen DEUTSCHLAND www.siemens.com/sinutrain
Subject to change without prior notice 6FC5095-0AA80-0JP1 © Siemens AG 2008