deWijzer Jaargang 13/14 .3
Nieuwe Filosofische Kring
Winter 2.0
////smaakmaker
////Colofon
////inhoud
Ze vonden het niet. Raakten niet verder dan duizend obussen. Ze zochten bij de gedrochten van oude tranen in rusthuizen. Wat, dat wisten ze niet. Dat vertelde men niet. Zullen ze veerkrachtig wat oorlog tot koopwaar maken? Musea in fabrieken tot standaardproduct vervaardigen via uitgebuite arbeiders? Weelderig genieten van oorlogswinsten? Ze zochten in velden en ploegden zeeën om, omdat het ‘wat’ misschien daar lag. Ze vroegen aan de boeren om mee te zoeken. Een boer kent immers zijn wei en weet hoe men in de grond zwoegen moet. De boer ploegt. En ze wachten tot de ploeg bij het boeren vorst. Gij, Gustaven en Phillemons, bent misschien gestorven voor de portemonnee van ondernemende (achter)kleinkinderen. Het lijk stinkt nog steeds, doordrenkt de kleren van hun toekomst. Herinneringen zijn bronnen van kapitalen. The money grows the poppies grow. Ze vonden het niet. Ze verloren een land, keken om uit nostalgie, maar vonden niets. Ze zaagden bij hun moeders om meer te vertellen, om te verhalen wat voorvaderen haar verhaalden. Maar moeders zwegen en vaders draaiden de ogen om. Ze vonden de oorsprong van waanzin niet. Wisten verdomme niets over het waarom van de dure prijs van een millimeter land. Gustaven en Phillemons verloren hun bloed, het vlees rond hun botten, het hart van hun lijf en de tranen om ooit geluk te voelen. Nu staan ze hier met de waanzin in de handen. En ze zien het niet.
Hoofdredacteur: Hypollite Jaune
Smaakmaker- Een inleiding
2
Eindredactie: Marie Vanwingh, Koen Dorleman en Erik De Cock
Diepgang- Steven Vanackere
4
Sollicitant- Het tragische epos
8
Jong Geweld- Willem Styfhals
9
Trompe l’oeil- Leuven vs. Veluwe
12
Monumomentum voor de arbeid
14
Onderzocht - Minorrichtingen aan HIW
15
NFK theater- NFK speelt Aurélie
18
Opiniestuk- De slag om de student
19
Klotencolumn- Zaad naar de wetenschap
20
Doorgedicht 23
Wegwijzer- Wijst je weg
Fotografie: Erik De Cock, Koen Dorleman, Elly Suys, Katleen Pasgang, Annemie Vermeulen Journalisten: Ewoud De Sadeleer, Katleen Pasgang, Lorenzo Buti, Hannes Cludts, Marie Vanwingh,Tim Christiaens, Massimiliano Simons, Koen Dorleman, Giuseppe Minervini, Elly Suys en Simon Bellens Bijdrages: Evelyne Janssens, Simon Bellens, Marie Vanwingh, Katleen Pasgang, Andries Verslyppe, NFK theater en Koen Dorleman Foto voorpagina: Annemie Vermeulen Lay-out: Hypollite Jaune Kringblad van de Nieuwe Filosofische Kring
24
Jaargang 2 Editie #3 Contact:
[email protected]
Hypollite Jaune
Web: www.nfk.be Social: facebook.com/nfkleuven twitter.com/nfkwetter
#2
#3
////Diepgang interview steven vanackere Welke impressie heeft het HIW bij u nagelaten?
“Heel wat oudere medestudenten keken mij vreemd aan, vonden het bijna ongehoord dat ik zes examens ging afleggen in januari, ook al was ik zeker niet altijd naar de les kunnen gaan.” @Elly Suys
“Is dat wie ik denk dat het is en wat doet die hier?” De eerste dag van het academiejaar, Professor De Block geeft een introductiesessie over de bachelorscriptie. Wij zijn nog vol vakantievreugde en de bachelorscriptie is een ver-van-ons-bedverhaal. De Block probeert de ernst van de zaak te laten doordringen, maar wij hebben meer prangende vragen aan ons hoofd. Ja, het is wie we dachten dat het was en wat hij hier komt doen vroegen we aan de man zelf: Steven Vanackere. Marie Vanwingh en Elly Suys U bent dit jaar verbonden aan de KUL als lesgever en student. Hoe bevalt het lesgeven u? Je moet die opdracht ook niet overschatten. Ik geef twaalf lesuren. Dat is de helft van het college Buitenlands Beleid van België. De bedoeling is natuurlijk dat ik wat praktijkervaring kan binnenbrengen. Toch probeer ik ook theoretisch onderbouwd te vertellen en ik denk dat de studenten daar soms van schrikken. Ze zouden waarschijnlijk liever hebben dat het nonkel Steven is die gewoon wat vertelt over wat er bijvoorbeeld gebeurt als je in Kigali een oog-in-oog hebt met president Kagame. Maar ik wil ook eerbied tonen voor het academische aspect. Ik wil mijn aanstelling als docent eer aandoen met de nodige theoretische onderbouw. Volgend academiejaar ga ik wel zoeken naar een manier om dat theoretische werk toch nog iets beter te onderscheiden, zodat ik ook een moment kan inbouwen om echt te vertellen. Waarom bent u filosofie komen studeren? Ik heb altijd geweten dat ik nog wilde studeren. Jullie gaan dat voor jezelf ook moeten uitmaken, want ooit komt er een periode om te herbronnen. Niemand raakt nog ooit echt uitgestudeerd. En gewoon filosofische boeken lezen is niet hetzelfde. In een opleiding – goed luisterend naar de vingerwijzingen van de proffen – kan je de dingen sneller en beter tot jou nemen. De confrontatie met de jonge mensen hier maakt het bovendien veel rijker. Ik heb er ook nog aan
#4
gedacht geschiedenis te studeren. Maar beslissingen hebben vaak met toeval te maken. Ik zat samen in een denkgroep met Antoon Vandevelde, hij vertelde me over de verkorte bachelor. Ik ben de volgende namiddag op de website gaan kijken. De vakken stonden mij eigenlijk allemaal aan. De beslissing kwam er dus impulsief. De rest is geschiedenis. Veel heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat mijn leven in maart vorig jaar een heel andere wending nam (Vanackere nam ontslag als minister van financiën na de ACW-heisa red.). Dat heeft me de ruimte gegeven om te studeren, les te geven, en een boek te schrijven ‘De eerste steen.’ Hoe waren uw examens? Ik ben erg in m’n nopjes over mijn resultaten van het eerste semester. Ik heb dan ook erg veel zin in wat nog komt. Ik denk zelfs: “we gaan hier toch niet mee stoppen zeg?“ Het wordt politiek gezien natuurlijk een erg druk seizoen en ik hou een slag om de arm. Heel wat oudere medestudenten keken mij vreemd aan, vonden het bijna ongehoord dat ik zes examens ging afleggen in januari, ook al was ik zeker niet altijd naar de les kunnen gaan. Maar het is gelukt. Voor mij is dat het bewijs dat als je een beetje gewoon bent dingen in te studeren dat dat ook kan lukken (Vanackere combineerde vroeger ook al met succes verschillende opleidingen red.). Vissen van verschillende soorten en vogels van verschillende pluimage
den uit zijn parcours wel een heel gezagsgetrouwe mens zijn, die zal wel netjes binnen de lijnen kleuren.” Maar ik onthoud vooral van deze episode, dat je als student af en toe moet Ik ben enorm onder de indruk over de sfeer aan deze faculkunnen stampen tegen dingen. Wees niet te snel redelijk. teit, zowel op het niveau van proffen als op het niveau van Het is natuurlijk goed dat je redelijk wil zijn, maar er moet studenten. Je merkt dat de proffen gewoon zijn les te geven ook een beetje onredelijkheid kunnen zitten in datgene wat aan vissen van verschillende soorten, vogels van verschillenje in die jaren beleeft. Je hebt nog alle de pluimage. De studenten geven mij een goed gevoel, ik vind de solidariteit “Ik vond dat we een studenten- tijd om jezelf te corrigeren. Laat vooral onder de filosofiestudenten groter dan vereniging maatschappelijk re- overwegingen van een bepaald idealiswat ik me herinner uit mijn studenten- levant moesten maken. Daarom me niet te snel fnuiken door de vraag tijd, ondertussen 25 jaar geleden. Hun wilde ik het VRG-presidium ‘be- “waar dient het allemaal toe?” Als je dat in deze jaren niet kan, komt het er laopenheid van geest is bewonderensmachtigen’.” waardig. Ik kom hier jonge mensen ter zeker niet van. Er moet een beetje Sturm und Drang zijn bij de studenten. tegen die in de wereld staan met een zekere mildheid, maturiteit en ruimhartigheid, dat staat me Vindt u dat de politiek iets kan leren van filosofie? geweldig aan. Ik hoop dat jullie symbool staan voor alle studenten van jullie leeftijd, of misschien is dat typisch voor fiNatuurlijk. De politicus is bezig met het verdelen van wellosofiestudenten? vaart en in zijn functie als wetgever stelt hij normen. Maar zijn instrument is altijd de taal, de toespraak. Filosofie stuIn de lessen voelen –jammer genoeg- vaak de oudere studeren kan niet zonder impact op politiek. Om mensen te denten zich geroepen om in discussie te treden, ik kan me overtuigen, doe je beroep op een argumentatielijn. Ik merk voorstellen dat dat voor de jonge studenten soms op het dat de gedachten die ik absorbeer in het HIW soms doorklinrandje van storend is. Ik zou de jongeren zelf ook wel wat vaker willen horen. U bent in uw vorige studententijd preses geweest, hoe kijkt u daarop terug? Dat engagement was zeker politiek geïnspireerd. Er heerste in die tijd, eind jaren ‘80, een tweespalt tussen de kringen. Er waren er die maatschappelijk betrokken wilden zijn. Zij dachten na over de democratisering van het onderwijs, discussieerden over inschrijvingsgelden. Andere kringen vonden dat hun enige taak dienstverlening was: een toffe td, een goedwerkende cudi. De eerste groep verenigde zich in de Algemene Studentenraad. De tweede groep, waartoe ook rechten behoorde, verenigde zich in de KRUL, wat mij betreft een ietwat belachelijke naam trouwens. Ik was het als jonge student helemaal niet eens met die afzijdige positie van de kringen. Ik vond dat we een studentenvereniging maatschappelijk relevant moesten maken. Daarom wilde ik het VRG-presidium ‘bemachtigen’, zodat we konden ijveren voor vernieuwde eenheid onder de studenten. Dat was de start van LOKO. Ik heb die naam uitgevonden. Ik had het grote geluk heel toffe medestanders te vinden die heel goed fuiven konden organiseren, een fantastische cursusdienst konden oprichten. Maar er was dus ook politiek engagement: in 1986 werd er voor het eerst sinds mei ’68 nog eens gestaakt in de rechten, als protest tegen de verhoging van de inschrijvingsgelden. Rede en onredelijkheid Wat is u bijgebleven uit die ervaring? Veel mensen denken misschien: “die Vanackere zal af te lei-
@Elly Suys
#5
ken in een politiek debat. Die invloed is directer te begrijpen vanuit vakken als Ethiek en Maatschappij en je zou kunnen denken dat dit minder geldt voor een vak zoals Metafysica, waar je denkt omwille van het denken. Maar voor mij zijn precies die vakken waar geen onmiddellijke nuttigheid uit voortvloeit de meest intrigerende. Zij zetten je aan het denken, stellen schema’s in vraag en hebben net daardoor ook een grote waarde. Filosofen moeten vragen stellen die anderen zich niet stellen. Ik vind het belangrijk dat we leren niet voetstoots alles wat in de pensée unique zit, aan te nemen. Een van de grootste ziektes in de politiek en de publieke opinie is net dat massieve, eenzijdige denken. Je moet uit de waan van de dag kunnen komen. Filosofiestudenten vallen waarschijnlijk vanzelf al niet zo snel voor de waan van de dag. Toch blijft het nodig vragen te stellen en sommige absolute zekerheden aan het wankelen te brengen.
de samenleving richting. Ik pleit voor meer bescheidenheid – dat is niet hetzelfde als minder ambitie! – in de politiek. We hebben de macht niet om bepaalde dingen te bewerkstelligen en we moeten dat vaker durven zeggen. Een politicus moet geen signalen geven, die geven de pers en de academici wel. Politici moeten secure wetten maken. Een onzorgvuldige euthanasiewetgeving, vreemde gasboeteregelingen in gemeenten… tonen dat politici zich soms laten vangen door gevoelens in de samenleving, waar ze achteraan lopen zonder ruimte te laten voor meer zorgvuldigheid.
“Met een wijsgeriger reflex zouden media wat vaker écht ‘dieper’ graven, in de plaats van het woord ‘diepgravend’ te zien als een synoniem van ‘schandalig’ of “ophefmakend’.”
Kun je buiten politiek? Je kunt het niet half en half doen. De dag dat je zegt: “ik doe dit,” kun je niet anders dan je laten opslorpen. De modus operandi van de politicus is opstaan om zes uur om te luisteren naar de eerste berichten, en pas stoppen om één uur ’s nachts als je je ogen toedoet. En alles daartussen is politiek. Betekent dat dat er maar een mogelijk leven is? Nee, je kan ook beslissen om eruit te stappen, niet langer in de molen mee te draaien, maar dan zit je niet meer in de politiek.
Moeheid en doorzettingsvermogen Is dat iets wat we in de Kamer misschien beter meer zouden doen? Terug de academische discussie voeren? Bijvoorbeeld in de recente beslissingen rond euthanasie? Dergelijk debatten staan of vallen met nuance. Jammer genoeg vervangen velen die nuance door kreten. Keuzevrijheid bijvoorbeeld. Klinkt goed. Wie is er tegen vrijheid? Maar beseft men genoeg dat dat filosofisch, sociologisch en economisch soms een wrang concept is? Wat toepasbaar is op geëmancipeerde, geïnformeerde, op zichzelf staande mensen die zich door niemand iets laten gezeggen – voor zover dat soort mensen wel bestaan – klopt niet altijd voor iedereen. Wie in een zwakke positie staat, heeft een ander soort ‘vrijheid’ dan wie sterk staat. Als je hoort dat je je omgeving tot last bent, dat je veel geld kost, maar men voegt eraan toe dat je wel de keuze hebt, dan is die keuzevrijheid bijzonder relatief. Filosofisch inzicht helpt daar alert voor te zijn. Alleen garandeert het niet altijd dat je andere mensen met absolutere ideeën ook kunt overtuigen van die nuance. De stemming in het parlement heeft dat ook uitgewezen. Daarom vind ik dat er in de media gerust meer mensen met een filosofische opleiding mogen werkzaam zijn. De media spelen een onvervangbare rol ten aanzien van de publieke opinie. Met een wijsgeriger reflex zouden media wat vaker écht ‘dieper’ graven, in de plaats van het woord ‘diepgravend’ te zien als een synoniem van ‘schandalig’ of ‘ophefmakend’. We moeten af van het dogma dat zegt dat het nieuws van gisteren irrelevant is. Journalisten zitten verstrikt in een mechaniek met de opbouw van een weekendfilm: inleiding, midden en slot in een heel kort bestek. Anders – vrezen ze – verliezen ze de aandacht. Het scenario van een interview ligt vaak bij voorbaat klaar, jij moet het alleen aankleden. In zo’n verhaal is geen plaats voor langer nadenken. Wordt u daar soms niet moe van? Dat zal wel zijn! (lacht) Wat drijft u dan verder? Het blijft een aantrekkingskracht hebben omdat je wel degelijk voelt dat je het verschil kunt maken. Je kunt over maat-
#6
Wat doet Steven Vanackere op zondagnamiddag? Ha, ik lees nu filosofische boeken, een oase die ik verworven heb sinds een klein jaar. Ministers blokken ook op zondag, bereiden voor, studeren dossiers, staan journalisten te woord. Dat is een perpetuum mobile. Nu heb ik de kans iets goeds te lezen (knipoogt). Girard bijvoorbeeld, ik ga bij hem te rade voor mijn scriptie. Ik vind daar een rijkdom aan inzichten. Ik probeer die vast te houden. Wat zijn uw plannen voor de toekomst?
@Elly Suys
schappelijke vraagstukken natuurlijk ook schrijven, onderzoeken, filosoferen… Of je kunt zelf op het terrein staan en de concrete zorg voor de ander opnemen. Al die dingen zijn enorm waardevol. De politiek geeft een heel aparte voldoening, minder individueel, soms een beetje hard. Soms heb je het gevoel met statistieken bezig te zijn. Een vrouw schreef mij ooit: “ik heb deernis met u, u moet onafweegbare dingen afwegen.” Dat is eigenlijk wel zo. Maar je beslissingen hebben een enorme impact op de werkelijkheid. Dat is bijzonder fascinerend. Er zijn ook politici die in een soort cynisme vervallen. Alleen herverkozen raken telt dan nog en de rest is irrelevant. Maar er zijn gelukkig nog mensen die een bescheiden bijdrage willen leveren aan een meer solidaire en rechtvaardige samen-
leving. Als je daarin afhaakt laat je te veel de kans aan de cynici. Politiek: maatschappelijk en persoonlijk Kan u zich vinden in de idee van Aristoteles dat politiek het hoogste geluk betekent? Nee. Ik geloof dat politiek vandaag te hoogmoedig is. Politiek doet soms alsof ze het geluk van de mensen kan produceren. Dat vloeit voort uit de mythe van de maakbaarheid van de samenleving. De samenleving is natuurlijk wel gemaakt, maar niet eerst en vooral door de politiek. Ik ben niet overtuigd van het primaat van de politiek. Verschillende krachten bepalen de samenleving en politiek is er daar zeker een van. Maar ook de academische wereld, het onderwijs, de media, economische invloeden geven
In de politiek ben je bezig met de toekomst van een samenleving, je kan je niet permitteren geen toekomstvisie te hebben. Maar als er iets is wat je in de politiek afleert, is het plannen te maken ‘voor jezelf’. Ik denk dat ik een mooie illustratie ben van iemand die nooit kon voorspellen wat er met hem allemaal ging gebeuren. Je kunt niet anders dan kijken wat er op je weg komt. Mijn korte-termijnplan is natuurlijk mijn deelname aan de verkiezingen voor het Europees Parlement. Daar zit trouwens al een filosoof: Vattimo (Gianni Vattimo, Fractie Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa red.) Ik denk oprecht dat ik in dat parlement niet zou misstaan. Het is een verlengstuk van wat ik tot nu toe heb gedaan. Ik wil graag het verschil helpen maken voor die vijfhonderd miljoen Europeanen. Ik sta wel op een strijdplaats en het wordt dus een dubbeltje op zijn kant. Voor hetzelfde geld ben ik op 26 mei werkzoekend, maar daar ga ik niet over stressen. Ik weiger echt veel na te denken over een plan B. En wat de filosofie betreft: als alles goed gaat met de examens, neem ik volgend jaar allicht enkele mastervakken op. Zomaar de band verbreken dat kan ik niet, dat voel ik. Desnoods word ik een correspondentievriend met de een of de ander, maar ik wel blijven aanhaken, ik vind het hier veel te boeiend. Wij wensen u daarmee het allerbeste.
#7
////De sollicitant
////Jong geweld
alles wat je niet wil horen
interview met willem styfhals
Het tragische epos van de werkzoekende filosoof : Bram de Croock Vraag een filosofiestudent wat hij van plan is met zijn diploma en de kans is groot dat je een verveelde blik terugkrijgt. De studerende filosoof stelt zichzelf regelmatig de vraag ‘wat nu te doen?’ Om zich gerust te stellen, kan hij meerdere antwoorden geven: ofwel denkt hij dat hij excentriek, getalenteerd of hardwerkend genoeg is om het te maken ofwel behelpt hij zichzelf door te zeggen dat hij ‘nog wel zal zien wanneer hij afstudeert’. Ook Bram de Croock vertrouwde enkel op zijn diploma filosofie en dat heeft hem voorlopig nog niet erg veel opgebracht. Katleen Pasgang Je kan je de vraag stellen of een richting kiezen die aansluit op de arbeidsmarkt een verplichting moet zijn: “toen mijn ouders mij waarschuwden dat ik hier geen werk mee zou vinden, zei ik wat veel filosofiestudenten zeiden: ik kan in het onderwijs, de culturele sector of bij de overheid terecht. Als je aan filosofie begint, schuif je dat probleem voor je uit,” licht De Croock het moment van zijn studiekeuze toe. Een nuttige minor kan je dan weer redden uit de werkloosheidsstatistieken: “ik had als minor rechten genomen, maar dat lag me niet. Daarom heb ik de master rechten niet gevolgd. Achteraf gezien een vergissing.” Het nut van een studierichting beperken tot het nut dat het diploma heeft op de arbeidsmarkt is niet juist. Leven in een droomwereld met de naderende realiteit dat een job vinden moeilijk zal zijn, is dat evenmin.
De filosoof-werkloos Je kot en je eten worden betaald, je doet af en toe een studentenjob om extra uitgaven te kunnen financieren. Voor de meeste studenten filosofie is het leven tijdens hun studies goed. Wanneer je afstudeert, stijgt de verantwoordelijkheid die je moet dragen: “ik kreeg nog honderd euro per maand van mijn ouders, had geen kot meer en mijn geld raakte snel op,” licht De Croock de situatie na zijn studies toe. De zoektocht naar werk verloopt niet eenvoudig: “je stuurt veel sollicitaties naar de VDAB en krijgt op geen enkele respons. Als je belt, zeggen ze bel nog maar eens terug en de volgende keer nemen ze niet op. Andere vacatures vragen veel ervaring of een specifieke master, maar nooit in de wijsbegeerte,” vertelt De Croock. “Bij andere werkgevers kreeg ik te horen dat ik te hoog gekwalificeerd was. Men gaat ervan uit dat hoogopgeleiden niet binnen de rest van het team zullen passen. Dat was een zware periode, er waren dagen dat ik panikeerde dat ik nooit werk zou vinden,” verduidelijkt De Croock de moeilijkheid van zijn zoektocht. De dag dat je geacht wordt geld te verdienen, nadert langzaam. Er is geen job op maat gemaakt voor de filosoof. Ergo je zal een job moeten aannemen die je niet volledig bevalt. Ondertussen maak je jezelf wijs dat het bij jou anders zal zijn. Jij vindt wel iets goed, je bent toch speciaal genoeg.
#8
“Je hebt niet noodzakelijk kennis, maar wel ervaring nodig, om een zeker gevoel voor debat te ontwikkelen.”
@Katleen Pasgang
De filosoof werkt Het lot van de filosoof is natuurlijk ook niet helemaal hopeloos: “Na een half jaar zoeken ben ik aan een job geraakt. Mijn diploma filosofie is eigenlijk niet besproken tijdens het sollicitatiegesprek. Belangrijker was dat ik tweetalig ben. Ik werk in de luchthaven van Zaventem. Het valt nu nog mee, maar is niet wat je verwacht tijdens je studies. Dit is niet iets wat ik lang kan blijven doen: de eentonigheid en gebrek aan creativiteit, daar ga je mentaal aan onderdoor,” vertelt Bram De Croock over zijn huidige job. “Ik heb geleerd om gelukkig te zijn tijdens mijn studie. Het kon nog erger: ik hoor verhalen van mensen die drie diploma’s hebben in de humane wetenschappen en na zes maanden super blij zijn dat ze in de Hema kunnen gaan werken,” Sluit De Croock cynisch af.
////Tips and tricks • Tweetaligheid kan je goed gebruiken in de zoektocht naar een job die geen bepaald diploma vereist. • Studentenjobs brengen je niets bij op gebied van werkervaring, je toekomstige werkgevers is daar niet in geïnteresseerd. Loop eens stage tijdens je studie, dat telt dan weer wel als werkervaring. • Solliciteren is niet : stuur een paar mails en wacht tot je wordt uitgenodigd. Solliciteren is wel: assertief zijn, bellen en informatie vragen. Opzoeken hoe de job en het bedrijf precies in elkaar zitten.
@Erik De Cock
Willem Styfhals is reeds drie jaar doctoraatsstudent filosofie en doceert het vak Dispuut- en Steloefeningen. deWijzer interviewde deze zeer bescheiden persoon die van het woord ‘cool’ houdt. Op het einde van het interview kwamen we tot de vaststelling dat we nooit in dezelfde middelbare school konden zitten, omdat Styfhals in 1988 en wij in 1994 geboren zijn. Typisch filosofiestudentenpraat. Lorenzo Buti en Giuseppe Minervini De titel van uw doctoraat is: ‘De rol van het Gnosticisme in het hedendaagse moderniteitsdebat’. Wat onderzoekt u precies? Het klinkt altijd ongelooflijk saai als je de titel van je project hoort. Ik ga het proberen uitleggen voor zover het relevant is voor jullie. Gnosticisme is een religieuze beweging uit de eerste tot de vierde eeuw na Christus. Het is een soort interpretatie van het christendom die als heidens is afgedaan en dan is uitgestorven na de vijfde eeuw. Basically zegt het Gnosticisme dat ze via een soort mystieke kennis (vandaar Gnosis) de transcendente God kunnen kennen. Die God is zo transcendent dat hij eigenlijk niets te maken heeft met deze wereld. In tegenstelling tot de Christelijke God heeft de God van het Gnosticisme de wereld niet geschapen. De wereld is voor de gnostici geschapen door een soort kwaadwillige God of een inferieure God die eigenlijk niet veel met die transcendente God te maken heeft. De wereld is iets nihilistisch, iets lelijks, iets waar we uit verlost moeten worden. Die gedachte linkt men vervolgens aan de moderniteit. Pas op, nu wordt het helemaal saai. Er zijn enkele twintigste-eeuwse, Duitse filosofen en theologen die gepoogd hebben een aantal
specifieke moderne fenomenen, zoals bijvoorbeeld het secularisatieproces te verklaren in termen van de terugkeer van het Gnosticisme. Een hele rare stelling, want het is absurd om het moderne te zien als een terugkeer van een religie die al eeuwenlang uitgestorven is. Mijn project is proberen uit te vissen waarom die tientalen denkers in de naoorlogse filosofie de moderniteit vanuit het oog van die oude religie willen denken. Vanwaar de keuze om te doctoreren? Ik ben daar vooral ingerold, het was geen bewuste keuze vooraf. Vooral tijdens mijn master, toen ik mijn thesis over Hans Blumenberg schreef, merkte ik dat het schrijven wel vlot liep en dat ik er erg geïnteresseerd in was. Op een gegeven moment vroeg mijn promotor of ik het misschien zag zitten om te doctoreren. Dat kwam enerzijds uit het niets en anderzijds als een soort bevestiging, omdat ik dacht dat ik misschien wel goed genoeg bezig zou zijn om er verder in te gaan. Ik heb dan spontaan een beurs aangevraagd voor een master-na-master. Toen vroeg ik een beurs aan bij het FWO, maar ik heb die initieel niet gekregen. Het HIW heeft
#9
mij dan toch aanvaard, omdat ze in mij vertrouwden (lacht) Ja, daar is echt een hele cultuur rond gebouwd. Er zijn been dan heb ik nadien die beurs nog gekregen. Daar ben ik nu paalde labels en organisaties die dat doen. Op zich is het mee bezig. Het was dus niet zo dat ik van even breed als alternatieve rockmuziek. in het begin al wist dat ik wou doctoreren. “Natuurlijk zit het in de aard Wat me heel hard fascineert is de maHet heeft in mijn ogen geen zin om daar van filosofie dat ze niet hele- nier waarop die underground genres tijdens je bachelor over na te denken, maal uit te zetten valt, het gaat de media aan zich koppelen. Zo zijn de omdat filosofie iets vrij gesofisticeerd is. door, ook in je dagelijks leven.” cassetjes opnieuw heel populair. Ik vind Je hebt niet noodzakelijk kennis, maar dat wel iets hebben; bewuster omgaan wel ervaring nodig, om een zeker gevoel met het medium, niet alleen een cd’tje voor debat te ontwikkelen. dat je in de Fnac kan kopen. Het medium gaat op zich deel uitmaken van je muziek zelf. Dat is zo’n theoretische reflectie Zou u misschien weten welke richting u met uw diop het werk. ploma uit zou gegaan zijn, zonder dit doctoraat? Is er een relatie tussen filosofie en de muziek waar Ik denk dat dat op zich dezelfde dingen zouden zijn die ik u naar luistert? nu in mijn hoofd heb en die ik zou willen doen. Wat mij het leukst lijkt is lesgeven op een middelbare school of een hogeDie muziek nodigt inderdaad wel uit tot reflectie. De reden school. Een hogeschool lijkt me cool, ook al is dat helemaal waarom ik ertoe gekomen ben, is dat ik genoeg had van de niet zo realistisch, maar ik hoop dat het misschien wel kan. traditionele muziek. Het is uit een soort reflectie dat ik naar Een doctoraat helpt daar wel bij. muziek gegaan ben die wat complexer en vaak provocerender is. Het nodigt iemand uit om erover na te denken en zeLesgeven in filosofie dan? ker iemand als ik, die als job heeft om te reflecteren. Ik ben daar echter niet professioneel mee bezig en het is niet dat het Of gewoon in iets verwant. Dat hoeft niet per se filosofie te een invloed heeft op mijn doctoraat. Maar uiteraard denk ik zijn, dat mag ook iets historisch of esthetisch zijn. na over die muziek, zonder daar onmiddellijk een filosofisch Hobby’s. concept op te plakken. Vorig jaar heeft u een aantal studenten in kader van het vak Filosofie en Cultuur meegenomen naar een Noise-concert. Dat is een underground wereldje, hoe bent u daarmee vertrouwd geraakt? Ik heb altijd heel veel muziek geluisterd en gitaar gespeeld. Iedereen komt op een bepaald moment op een punt dat de muziek beu wordt waar je naar luistert en die spontaan naar jou komt. Als verdere stap na popmuziek, heb ik voor experimentele muziek gekozen. Dat is best een rijk domein. Gaat die Noise-muziek ook verder dan de liveoptredens?
Betrekt u filosofie bij uw andere hobby’s op dezelfde manier? Ik zie filosofie soms als een job die afgesloten is en daarnaast doe ik ook dingen die daar niet zo veel mee te maken hebben. Natuurlijk zit het in de aard van filosofie dat ze niet helemaal uit te zetten valt, het gaat door, ook in je dagelijks leven. Anderzijds heb ik toch het gevoel dat ze iets kan zijn dat niets te maken heeft met mijn normaal leven. Uiteindelijk ben ik maar een saaie academicus die over een of ander onderwerp doctoreert. Het is niet zo dat elke filosoof een Socrates moet zijn die niet kan zwijgen over de filosofische problemen die hem bezig houden. Als ik thuiskom doe ik ook normale dingen die niets met filosofie te maken hebben. Ik denk zeker niet dat het relevant is voor mijn concreet leven of voor iemand anders zijn/ haar concreet leven. Dat is misschien wel een beetje nihilistisch. Weg naar de filosofie Het verhaal gaat de ronde dat Kant zijn interesse voor filosofie kreeg terwijl hij naar de sterrenhemel lag te staren. Was dat bij u ook zo?
@Erik De Cock
#10
Eigenlijk is dat vergelijkbaar met de manier waarop ik in mijn doctoraat gerold ben. Ik zat in het zesde middelbaar en had absoluut geen zin om iets met talen of iets theoretisch te doen. Van natuur ben ik wel iemand die een beetje reflectief is en dus dacht ik dat het me wel lag, maar ik had totaal
U stak er tijdens uw bachelor dus niet met kop en schouders bovenuit? Neen, ik was er over het algemeen altijd wel goed door, maar niet dat ik uitstekende cijfers haalde. Dat bewijst ook dat ik toen nog niet van plan was om te doctoreren. Nu… om eerlijk te zijn zei professor Cloots ooit tegen mij dat hij met de jaren milder wordt en meer punten geeft. Dus misschien is mijn veertien toen wel meer waard dan een veertien nu! (grapt) Oei, nu maakt u wel geen vrienden onder de studenten. Oh, ja… juist, dit komt in deWijzer. (lacht) Bij wijze van conclusie
@Erik De Cock
Welk argument zou u geven aan een student die geconfronteerd worden met de stelling dat je met filosofie niets praktisch kunt doen?
geen idee wat het was. Maar het was sowieso een goede keuze omdat ik het gevoel had dat ik in het HIW vrijgelaten werd. Dat is wel een belangrijke vraag. Maar eigenlijk denk ik dat Dat was nuttig voor mij. Die vrijheid was zelfs belangrijker er niet echt een argument voor te geven dan filosofie als bewuste keuze in de zin valt. Het feit is dat filosofie een van de van: ‘ik ga nadenken over de wereld.’ Ik “Als ik nu zeg dat ik nooit naar meest theoretische, authentieke, universidenk niet dat het op die manier veel zin de les kwam, zal niemand nog taire disciplines is. Al de disciplines die nu heeft om over filosofie na te denken. Het naar dispuut en stel komen!” bestaan zijn heel praktisch, zoals burgerwas dus geen bewust moment waarbij ik lijke ingenieur. In die zin denk ik dat filoals Kant naar de sterrenhemel keek en sofie super belangrijk is, omdat het totaal me allerlei metafysische vragen begon te stellen. nutteloos is. Het puur theoretische, puur reflectieve, puur Tegelijk is filosofie studeren niet de meest begeerde keuze. Mensen die geen specifieke interesse hebben kiezen vaker voor mainstream richtingen. Ja, inderdaad. Het is niet zo dat ik niet geïnteresseerd was in, of totaal niets kende van filosofie. Ik had wel van Descartes gehoord en ik had hier en daar wel iets gelezen. Het was geen lege keuze, geen negatieve keuze. Ik had al enkele lessen gevolgd die mij echt boeiden. Maar de doorslag was nog steeds de vrijheid. Ik had zo enorm genoeg van dat strikte schema van wiskundeles uit het middelbaar, dat ik iets nodig had waar ik veel vrijgelaten werd en dingen kon doen die echt interessant zijn. Dat is de reden waarom ik filosofie toen leuk vond en waarom ik ervoor gekozen heb.
nutteloze. Niemand heeft iets aan de boeken die ik lees en ik vind dat ook totaal geen probleem dat niemand iets aan mijn doctoraat zal hebben. Misschien zullen er vijf mensen ter wereld mijn doctoraat interessant vinden. Filosofie is in die zin toch een van de belangrijkste elementen van wat een cultuur een cultuur maakt, net zoals kunst iets totaal nutteloos is. Als studie kan je iets studeren om een bepaalde job te doen, maar ik denk dat het bij een universitaire studie vooral belangrijk is dat je iets doet dat echt boeiend is en ik denk dat filosofie voor veel mensen echt boeiend is. Dat is het belangrijkste argument. Wat voor job het oplevert, is voor je keuze irrelevant.
Studententijd Was u een ijverige student? Als ik nu zeg dat ik nooit naar de les kwam, zal niemand nog naar dispuut en stel komen! (lacht) Maar ik had altijd wel de neiging om naar de les te gaan, want ik vond het steeds interessant. Natuurlijk waren er altijd wel supersaaie vakken, maar ik had altijd zin om te komen. Als ik eens een kater had, dan kon het wel gebeuren dat ik eens niet naar de les ging, maar over het algemeen ging ik wel naar de les. In die zin probeerde ik ook die lessen bij te houden omdat het me zinvoller leek om er zo mee bezig te zijn. Het was vooral afhankelijk van hoe interessant het vak was en hoeveel werk het vergde. Ik ga niet zeggen dat ik de perfecte student ben, omdat dat helemaal zo niet was. Maar ik heb er nooit mijn voeten aan geveegd. Ik denk dat ik als de meeste studenten ben.
Fiche: Willem Styfhals Behaalde een 14/20 op fundamentele wijsbegeerte. Buiten luisteren naar experimentele noise muziek, reist Styfhals graag. Leest graag literatuur. Vooral kinderachtige strips en manga’s vindt Styfhals best cool.
#11
////Trompe L’oeil
Iedereen moet af en toe de deur uit, weg van het godslasterlijke internet. Desnoods met geweld. Dat laatste probeerde onze huisfotografe via de lens van haar fototoestel. De rustieke Veluwe van onze Noorderburen in vergelijking met het ietwat artificiële Leuven. Annemie Vermeulen legde het voor deWijzer vast op de gevoelige plaat.
#12
#13
////Monumomentum
////Onderzocht
hiw geschiedenis op een alternatieve manier
minorrichtingen bij filosofie Rechten, geschiedenis ... Minorsysteem aan het HIW Minorvakken
@Erik De Cock
@Koen Dorleman
Monument voor de arbeid Het hiw is heel wat kunst rijk. Niet altijd bekend klinkende namen, niet altijd grote werken. In het derde deel van de reeks monumomentum komt daar verandering in. Lorenzo Buti Wanneer men bij steeds beter wordende weercondities onder de oude poort van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte doorwandelt en de daaropvolgende kasseien betreedt, treft men aan zijn rechterzijde, ietwat verstopt onder een afdak en achter bijbehorende palen, een langwerpig beeld aan. Een beeld van plaaster, nota bene, dat groen uitschijnt en heden ten dage bedekt is met een licht tapijt van stof. Op het eerste gezicht lijkt het beeld één groot geheel te zijn, waarbij figuren zich aftekenen over de volledige lengte. De horizontale bewegingen van deze, dicht bijeen gedrukte brokken vleesen spiermassa creëren een ogenschijnlijke eenheid van werk, labeur en krachtinspanning die de modale filosofiestudent te boven gaat. Men betrapt zichzelf erop een zeker respect voor de afgebeelde personages op te brengen, zeker ook omdat de actoren dat respect zelf uitstralen. Ze leggen een gevoel van eer aan de dag, een trots om zich volledig te werpen in het nobele handenwerk dat ze verrichten. Speurwerk in het verleden van ons instituut, leert ons dat het plaasteren geheel gebouwd is door Constantin Meunier, een van de grootste 19e-eeuwse beeldhouwers die dit kleine apenlandje mocht aanschouwen. Constantin Meunier leefde van 1831 tot 1905. Hij werkte en doceerde tussen 1887 en 1894 in Leuven. Gedurende die periode ontwierp hij enkele modellen als voorbeeld voor wat zijn magnum opus moest en zou worden: het Monument voor de Arbeid. Een eervol betoon aan de Belgische arbeiders die in verschillende sectoren actief waren. Die modellen, die dienden als maquettes voor het uiteindelijke ontwerp, maken nu de plaasteren muur
#14
waarlangs de Leuvense filosofiestudent elke dag wandelt. Modellen in het meervoud, u heeft mij goed begrepen. Het plaasteren geheel bestaat uit vier delen, die elk een verschillende sector voorstellen waarin arbeiders op het einde van de 19e eeuw werkzaam waren. De scènes dragen de titels: De Nijverheid, De Oogst, De Haven en In de Mijn. Ze worden ook in die volgorde voorgesteld aan ons instituut. Vier verschillende locaties, werktuigen en arbeiders, maar allen verbonden door het indrukwekkende werk dat ze verrichten. Alle scènes worden gekenmerkt door een overeenkomst, het besef dat samenwerking primeert op het zelfstandige labeur. Meuniers definitieve, stenen chef d’œuvre bevindt zich overigens in de Brusselse gemeente Laken aan de Van Praet brug. Daar staan de vier delen in een vierkant opgesteld, waar verscheidene figuren aan de hoeken en op de muren het monument verder versieren. Als alwetende schrijver van deWijzer hoor ik u zich nu luidop de vraag stellen wat dat plaasteren model nu in hemelsnaam aan ons geliefde instituut staat te doen. Uw journalist snelt u ten antwoord en brandt een bescheiden kaarsje voor Armand Thiéry, voormalig hoogleraar wijsbegeerte en fervent bewonderaar van Constantin Meunier. Armand Thiéry riep een expositie over Constantin Meunier in het leven en wist daaropvolgend Meuniers maquettes naar het HIW te halen. Werp dus de volgende keer dat u als cultuurverlicht aspirant-filosoof over onze kasseien schrijdt, hoofd in de wolken en te laat als altijd, een blik naar rechts, veeg met uw vingers een laagje stof weg van ons monument en bewonder heel even de geschiedenis en schoonheid die zich stilzwijgend verborgen houdt in ons instituut, alvorens u zich naar uw aula haast.
Het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte heeft altijd een open geest gehad. Dat wil zeggen dat het niet alleen verschillende filosofische stromingen aanbiedt, maar ook opleidingen van andere faculteiten integreert in haar bacheloropleiding. DeWijzer ging te rade bij een aantal studenten, de stafmedewerker onderwijs en de vicedecaan onderwijs om de krachten en moeilijkheden van het minorsysteem te achterhalen. Koen Dorleman Aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte heb je de mogelijkheid twee studies op hetzelfde moment aan te vatten. Je neemt 120 studiepunten filosofievakken en 60 studiepunten van een andere faculteit op zoals rechten, taal- en letterkunde, economie, geschiedenis … gespreid over drie fases. Daarnaast kan je ook kiezen voor de optie algemene wijsbegeerte, waarbij je meer vrijheid krijgt om die 60 studiepunten in te vullen. 60 studiepunten opnemen aan een ander faculteit geeft je de mogelijkheid om, afhankelijk van welke minor je koos, met maximum één jaar extra studie door te stromen naar een tweede master. “Dit is niet alleen een voordeel voor de studenten, maar maakt ook de opleiding in zijn geheel veel aantrekkelijker,” vertelt vicedecaan onderwijs Andreas De Block. Dat beaamt student Lorenzo Buti over zijn minor economie: “het is echt een pluspunt dat ik geen schakeljaar hoef te doen om naar mijn master economie te gaan.” Anderzijds maakt het de situatie voor de individuele student die wel een schakel- of voorbereidingsprogramma moet opnemen complexer: “na de minor Nederlands volgt al naar gelang je keuze een voorbereidingsprogramma van twintig of 32 studiepunten voor de master, dat is te veel om in één jaar erbij te nemen, maar neemt ook geen volledig afzonderlijk jaar in beslag. Het vergt dus denkwerk op lange termijn,” aldus Marie Vanwingh over de doorstroommogelijkheden naar haar minor Nederlandse taal- en letterkunde.
Het minorsysteem zorgt bovendien voor een extra moeilijkheidsgraad: “ je mag niet vergeten dat je de hoofdvakken krijgt van je minorrichting,” vertelt stafmedewerker onderwijs Erwin Blendeman. “Daarnaast volg je de vakken van je minor aan die faculteit zelf, er is dus geen ‘fysica-light’ speciaal voor filosofen,” licht Blendeman verder toe. De student lijkt dat soms lastig te vinden: “je hebt minder context net omdat je enkel de grote vakken hebt. De bedoeling van het major-minor systeem is dat je uiteindelijk in twee richtingen thuis bent en dat vergt soms wel wat extra inspanning,” aldus Laura Stynen over haar minor rechten. Blendeman stemt er mee in dat het moeite vergt, maar “we zien ook dat bij de goede studenten die combinatie tussen twee richtingen zeker lukt.” Hoewel de student een moeilijkheid ondervindt, is die toch enthousiast over de voordelen van een gevarieerde leerstof door de combinatie van twee richtingen: “in filosofie leer je denken en in je minor krijg je inhoud om over te denken,” aldus Jeroen Frans over zijn minor sociologie.
Conflict De keuze tussen de minorrichtingen en de optie algemene wijsbegeerte, de vrijheid om bepaalde vakken in een fase naar keuze te nemen (afhankelijk van de minor die je neemt red.) en daarnaast de vrijheid om zelf examens te plannen, geeft eveneens moeilijkheden. In de eerste plaats bij de uurroosters: de vakken van de minorrichtingen worden georganiseerd door de faculteiten waartoe die minorrichtingen behoren. Zij houden vooral rekening met hun faculteitsstudenten. De enkele studenten filosofie die het vak volgen zijn geen voldoende reden om een vak in een uurrooster te verplaatsen: “voor hen zijn die paar studenten filosofie collateral damage,” voegt Blendeman toe. Bijgevolg kan het al eens voorkomen dat er een overlap in het uurrooster is tussen vakken filosofie en vakken van de minor: “we botsen op de grenzen qua programmering,” licht vicedecaan De Block de moeilijkheid toe. Het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte doet zijn uiterste best om studenten een zo goed mogelijk uurrooster te bezorgen. Dat wil zeggen een conflictvrij uurrooster waarbij als uitgangspunt dient: “we behouden wat goed is en passen aan wat niet goed is,” vertelt Blendeman. Anderzijds moeten we de conflicten niet overdrijven: “tot op heden zijn de conflicten beperkt,” vertelt De Block. “Op de 144 studenten verspreid over de drie fases waren er dit jaar misschien tien met een conflict,” concretiseert Blendeman. Indien er zich dan toch conflicten voordoen zijn daar oplossingen voor: “voor studenten in de tweede fase stellen we wissels voor: neem een ander vak op en laat een vak vallen waarmee je een overlap hebt en neem dat het volgende jaar op. Daarnaast hebben we geluk dat we een Engelstalig programma hebben, we kunnen dan studenten aanraden de Engelse tegenhanger van dat vak op te nemen. Als allerlaatste
#15
oplossing stellen we een zelfstudiepakket samen.” De vicedecaan onderwijs vult aan: “het avondprogramma zorgt er ook voor dat de studenten niet echt last hebben van conflicten.”
vrijheid/verantwoordelijkheid In het oude systeem had je ook een niet-filosofische component bij de opleiding. Die was echter niet gestructureerd volgens een minorgedeelte zoals we dat nu kennen. Het huidige systeem is een goede verbetering ten opzichte van het vorige systeem: “in het vorige systeem namen alle studenten uit verschillende faculteiten meerdere vakken op. Nu zit er veel meer systematiek in het systeem,” licht vicedecaan De Block de verbetering toe. Die systematiek zorgt dan ook voor het voordeel van de doorstroommogelijkheden: “iets wat je in het oude systeem niet had,” legt Blendeman uit. Daarnaast is het onderwijssysteem ook geflexibiliseerd, wat zorgt dat studenten ook meer verantwoordelijkheid krijgen voor hun studieloopbaan. Meer vrijheid voor de student om een studieloopbaan op te stellen, maar ook verantwoordelijkheid om een conflictvrij rooster te voorzien wanneer ze een flexibel traject volgen. Dat zorgt soms voor een dubbele houding ten opzichte van de vrijheid, zo blijkt uit een reactie van student Erik De Cock over zijn minor psychologie: “je hebt een grote vrijheid welke vakken je in welk jaar opneemt. Het voordeel daarvan is dat je kan kiezen in functie van een goed uur- en examenrooster. Het nadeel is dat je het laatste jaar verplicht bent alle overblijvende vakken op te nemen, met overlappingen in het uur- en examenrooster tot gevolg. Het zou beter zijn om voor alle vakken een standaard volgorde vast te leggen, waarbij er dan ook garanties zijn dat er géén overlappingen zullen zijn.” De verantwoordelijkheid om conflict in uur- en examenroosters te vermijden ligt dus niet enkel in handen van het HIW. Vrijheid en verantwoordelijkheid gaan hand in hand. Het is het dunne koord waarop het instituut en de studenten samen proberen te balanceren. Soms met moeite, vaak heel vlot.
////Also Sprach •
“Stupide voicemail, omdat hij mij probeert te overtuigen om iets te doen, maar ik weet niet wat. Ik heb me laten bedriegen door de technologie.” - Roland Breeur
•
“Dit is een sleutelslide, die zou u boven uw bed moeten hangen.” - Filip Buekens
•
“Stel dat ik een marsmannetje ben en hier wel sta les te geven maar stiekem gewoon hier ben om te… oh nee, dit gaat in deWijzer komen!” - Roger Vergauwen
•
“Dit is eigenlijk een sleutelcollege.” - Filip Buekens
•
“Mijn punt is echter deze lijn.” - Lorenz Demey
•
“Over de bivalentie van waarheid: ‘Ziet gij mij graag? 2/3.”- Stefan Cuypers
•
“Ongelijkaardig de pisbloem en de rat kan de mens de roep van het zijn horen.” - Erik Meganck
•
“I need you and I love you.” - André Cloots
////ex-student welke rol speelt filosofie in hun leven? Ex-student: Yves Petry Van tijd tot stond bevraagt men zijn voorgangers. In ex-student bevragen we enkele mensen die ons voor gingen in de studie van de filosofie. Vandaag Yves Petry: over de rol van filosofie en filosofiestudie in zijn leven. Giuseppe minervini Met Yves Petry gaat alles prima. Na zijn studie wiskunde en filosofie vult drukte zijn succesvol schrijversbestaan. In 2011 won Yves in navolging van o.a. Hugo Claus en Harry Mulisch de Libris Literatuurprijs met zijn roman ‘De maagd Marino’ In deze roman benadert hij de zaak rond de kannibaal van Rotenburg op een ethische manier. De kannibaal van Rotenburg at de penis van zijn slachtoffer op en bewaarde de resten ervan in zijn diepvries. Wat voor Yves Petry de doorslag gaf zijn roman eraan te wijden, was dat het slachtoffer daar toestemming voor gaf. De opleiding filosofie is als een grondtoon in Yves Petry’s literatuur aanwezig. Wat mag je als filosofiestudent van je diploma verwachten? “Niet veel,” is het antwoord, maar het siert ons wel dat we daar onze voeten aan vegen. Het mooie aan de studie filosofie is, volgens Petry, dat je een heel uitgebreide algemene kennis opbouwt zonder je op een of ander beperkt terrein te moeten specialiseren en door die specialisatie intellectueel helemaal te worden opgeslorpt. Van daaruit ontstaat de
mogelijkheid om je in heel wat zaken die niets met de studie te maken hebben te verdiepen. Zoals een tijdschrift maken, een toneel regisseren of dromen over het misschiene meisje van je leven. En op zich is de sfeer in het HIW belangrijker dan het diploma zelf, vindt Petry. Vooral de gesprekken in de lounge en de algemene sfeer onder filosofiestudenten heeft Petry tot een volwassen mens en een minder triviale schrijver gemaakt. “Kortom, van filosofie word je geen specialist, maar daar is ook geen gebrek aan. Je kunt er wel een generalist van worden, en wel een hele wijze, die beseft dat er meer is tussen hemel en aarde dan waar de gemiddelde gediplomeerde van dromen kan.” Aldus Petry.
Wilt gij ook schrijven? Mail
[email protected]
Siegfried gaat niet akkoord met Pandaberen, darwinistisch gezien één van de meest hopeloze diersoorten. Zo’n beest eet enkel bamboe, de Big Mac van de natuur, en is ook nog eens te lui om zichzelf voort te planten. Er is een reden waarom Pixar moest werken met computeranimatie. Steek ze maar ver weg in Wallonië!
Het rechtssysteem. Ok, de kleine man die wordt leeg geperst met boetes terwijl echte criminelen vrijuit gaan, daar kan ik nog inkomen. Maar blijf alstublieft met je poten af van het alfabet! C’s die A’s worden… veel gekker moet het niet!
Epidemieën. We hebben polio bijna volledig van de kaart geveegd maar toch zit ik hier over men laptop gebogen met een druipneus. Allemaal de schuld van de zakdoeklobby!
Het paradijs. Wie gaat dat allemaal betalen denkt ge?
Kerstmis, niet Borsato’s beste single.
Ziekenhuizen. Niemand wou mijn verkoudheid behandelen, betekent de eed van Hippocrates dan niets meer?!
De blok. Ik zie het al, u bent nu waarschijnlijk lichtjes enthousiast omdat u mijn mening deelt. Maar hoor ik van u een onderbouwde mening? Een alternatief? Ik dacht het niet, dus stop al maar met grijnzen!
#16
Politie-escortes, voor wat ziet u me aan? Een panda?
#17
////NFK Theater nfk speelt aurélie een liefdesverhaal
////Opiniestuk reclame aan de ku leuven De slag om de student Een nieuw schooljaar, een nieuwe lading afstuderende adolescenten die ernaar uitkijken om hun vleugels uit te spreiden en de vertrouwde schoolgebouwen achter zich te laten. Nog een jaartje afzien en dan begint het échte leven! Eerst je leerkrachten nog overtuigen om je te laten gaan, dan nog snel een studiekeuze maken en beslissen waar je ‘de beste jaren van je leven’ wilt doorbrengen. Voor de meeste leerlingen valt dat eerste goed mee, maar voor velen is de studiekeuze een veel groter struikelblok. Die keuze is – letterlijk – van levensbelang, want je studie bepaalt grotendeels welke job je de rest van je leven zult (kunnen) uitoefenen. Eens die precaire kwestie van de baan rest enkel nog de vraag: “waar?” De universiteit die het gemakkelijkst te bereiken valt, leek mij de logische optie. De diploma’s zijn evenwaardig, dus zullen de opleidingen en universiteiten dat toch ook zijn? Helaas is ook de keuze voor een instelling niet zo simpel. Eerst en vooral hou je best rekening met waar je je het meest thuis voelt (en onvermijdelijk kijk je dan ook waar je vrienden terechtkomen). Bovendien zijn er wel degelijk verschillen in hoe de universiteiten bepaalde studies aanpakken. Het minorsysteem van filosofie in Leuven is bijvoorbeeld heel anders dan het systeem in Gent. Dat de keuze niet zo eenvoudig is als ze lijkt, ontgaat de universiteiten natuurlijk niet. Elk jaar worden er dan ook grote budgetten gespendeerd aan reclame om aspirant-studenten te overtuigen van het feit dat hun instelling de beste is. Meer studenten betekent immers meer subsidies. Dus redeneren de universiteiten: hoe meer reclame, hoe meer studenten. Nu is de vraag of men die redenering wel zo onproblematisch mag voltrekken. Het budget van hogescholen en universiteiten bestaat bijna volledig uit overheidsgeld. Ik kan me dan ook niet indenken dat het de bedoeling zou zijn dat dat geld gebruikt wordt om elkaar te beconcurreren, aangezien alle instellingen door dezelfde overheid gesponsord worden. Een geliefkoosde methode om toekomstige studentenzieltjes te winnen is het opsturen van foldertjes. Resultaat: onze achttienjarigen worden vanuit alle uithoeken van het land onder een massa papier bedolven. Die papierverspilling lijkt me echter weinig efficiënt en zelfs opdringerig (het lijkt me sterk dat er veel ASO-studenten uitkijken naar informatie over de landbouw- of zeevaartschool). Kan die informatie niet evenzeer en veel gerichter via de scholen verspreid worden? Andere methodes hebben zelfs geen informatief nut. Affiches op bussen, in scholen en bioscoopcentra, advertenties in tijdschriften als Humo en Knack, radiospotjes op Studio Brussel en MNM… De KU Leuven doet het allemaal en is er op haar eigen website bovendien nog trots op. Niet vermeld op de website, maar even echt is de jaarlijkse sponsoring van fuiven van klassen van scholen in Aalst. Vroeger koos men één fuif per school, per jaar uit om via een schenking van ongeveer 200 euro één van de hoofdsponsors te worden, maar dit jaar werden op het Sint-Jozefscollege
#18
alleen al een stuk of vijf klassen gesponsord met een soortgelijk bedrag. Indien gevraagd, waren er ook gratis T-shirts en andere gadgets ter beschikking en ook de KaHo-Sint-Lieven (een afdeling van de KU Leuven) stak graag vijftig euro toe. Naast de vraag welke studenten zich laten beïnvloeden door zulke reclames, stel ik me toch vooral de vraag of zulke bedragen niet beter aangewend kunnen worden voor de aanschaffing van lesmaterialen en dergelijke. Bovendien zijn de sommen die door de Vlaamse universiteiten worden uitgegeven zeker niet klein. Een kritisch artikel uit 2012 in De Morgen sprak van een bedrag van 1,8 miljoen euro voor het jaar 2011. Jan Dries, de directeur communicatie van de universiteit Antwerpen verwoordt het als volgt: “richt ik een aula in met de nieuwste multimediasnufjes of betaal ik een spot op Studio Brussel? Die afweging moet je maken.” Het lijkt mij dat die afweging inderdaad gemaakt moet worden. En het lijkt me bovendien dat het antwoord nooit “een spot op Studio Brussel” mag zijn. Ewoud De Sadeleer
////Drommels Toen Jacques Lacan vernam van het boek ‘Anti-Oedipus’, geschreven door Deleuze en Guattari (een leerling van Lacan), was hij zo furieus dat elke verwijzing ernaar in zijn colleges verboden was. Niet voor niets dat Deleuze ‘Lacan wantrouwde als de pest,” aldus Guattari. Toen de jonge Thomas Kuhn voor het appartement van Gaston Bachelard stond met een aanbevelingsbrief van Alexandre Koyré, hoopte hij in Bachelard een bondgenoot te vinden voor zijn begrip van ‘paradigma’. In plaats daarvan werd hij verwelkomt door een forse man in zijn onderhemd. En op Kuhns vraag , ‘‘My French is bad, may we talk in English?’ werd resoluut ‘non’ geantwoord. Het gesprek was dan ook geen lang leven beschoren. A History of Western Philosophy is een van de bekendste werken van Bertrand Russell, maar het scheelde niet veel of het was zijn laatste. In oktober 1948 nam Russell het vliegtuig naar Noorwegen voor een van zijn vele lezingen. Bij het landen raakte het vliegtuig echter in de problemen en stortte het neer. Van de 45 mensen aan boord stierven er 19. Russell echter was ongedeerd. Later verklaarde hij dat roken zijn leven had gered: de overlevenden bevonden zich immers allemaal in rookcoupé achteraan in het vliegtuig.
#19
////Klotencolumn
////Rechtzetting
zaad naar de wetenschap
aandachtige lezer: andries verslyppe
Klotencolumn Ik heb mijn zaad aan de wetenschap gegeven. Niet geheel uit eigen beweging, daar zou ik te verlegen voor zijn. Wel in het kader van een onderzoek naar de gezondheid bij kinderen verwekt via ICSI (een techniek waarbij een eicel in het laboratorium wordt bevrucht door injectie van een spermastaal). Ongeveer elke vier jaar krijg ik zo een uitnodiging. Werden me bij eerdere deelnames aan het onderzoek echter tennisballen toegeworpen om mijn reflexen te meten, dan zou het er nu veel serieuzer aan toegaan. Ditmaal werd met mijn ballen gespeeld. Begrijp me niet verkeerd. Ik heb nooit met tegenzin deelgenomen. Ik was steeds vrij een uitnodiging af te wijzen of bepaalde testen naast me neer te leggen, maar dat is voor mij geen ernstige mogelijkheid. Mijn hele bestaan heb ik te danken aan dat onderzoek, aan die wetenschappers, in dat universitaire ziekenhuis. Het zou van een onvoorstelbare hoogmoedigheid getuigen niet in te gaan op hun eenvoudige vraag af en toe mee te werken aan hun studie. Zoals je niet je grootmoeder uit het huis zet, net nadat ze je verjaardagsgeld in je handen heeft geklemd, maar je haar toch minstens koffie en gebak aanbiedt, zo is participeren het minste wat ik kan doen. In die zin lijkt het alsof mijn recht op leven afhangt van de dankbaarheid die ik toon voor het onderzoek dat mij het leven heeft geschonken. Na de bloedafname, begaf ik me naar de afdeling urologie, waar ik wachtte tot een jonge vrouw, niet eens veel ouder dan mezelf, me kwam halen en naar een kleine kamer bracht. Daar aangekomen, werd me duidelijk dat ze een echografie van mijn teelballen zou maken. Wellicht was het te wijten aan mijn onoplettendheid, maar dat kwam als een verrassing. Ze droeg me op mijn broek te laten zakken, bracht de contrastvloeistof aan en merkte gevat op dat ik besneden ben. Vervolgens deelde ze mee dat ze nog even mijn penis zou meten, waarbij ze prompt een lintmeter uit haar binnenzak toverde en een reeks getallen mompelde. Naar de betekenis vroeg ik niet. Me een handdoek aanreikend, gaf ze me permissie alles schoon te vegen en te beschikken. Op weg naar het op één na laatste onderzoek, het moment suprême: de spermastaal. Nadat ik een document had ondertekend over het feit dat ik geen religieuze of andere bezwaren maak tegen spermaonderzoek, werd me een kamertje gewezen waar ik me, zo lang als nodig, mocht terugtrekken. Voor de gezelligheid had men twee posters opgehangen met verwijzingen naar Parijs, de stad van de liefde. Op de wastafel lag een handleiding masturberen, getekend in dezelfde stijl als de boekjes in het vliegtuig die je tonen hoe je een zuurstofmasker omdoet. De handleiding raadde me aan eerst mijn handen te wassen, wat ik plechtstatig deed alvorens ik mijn opdracht voltrok.
en terwijl ik mijn erfelijk materiaal aanschouwde overviel me een onstuitbare onzekerheid. Uit zo’n dubieus kwakje komt geen leven voort. Plots was het voor mij heel erg helder dat ik zelf volkomen onvruchtbaar moest zijn. Ik zal niet ontkennen dat ik aanvankelijk enigszins geflatteerd was toen men belde met de vraag of ze bij mij een zaadonderzoek mochten afnemen. Wiens zaad kan immers rekenen op zoveel interesse van de wetenschap? Het besef dat de uiteindelijke resultaten van het onderzoek wel eens minder flatterend zouden kunnen zijn, kwam heel wat later. Ik diende mijn spermastaal in bij de balie en een vrouw met een hoofddoek nam het aan. Ze bekeek me weifelend, kuchte bijna onhoorbaar en vroeg toen met aarzelstem of dit mijn volledige staal was. Het laatste onderzoek omvatte een uitgebreide meting van lengte, gewicht en vetpercentages. Ondertussen was het middaguur aangebroken en de dokter die me zou ontvangen was nergens te bespeuren. Na een halfuurtje verscheen hij, zijn vingers nog aflikkend en de broodkruimels van zijn handen vegend. “Wacht u even hier,” zei hij. “Het onderzoek zal door twee masterstudenten worden afgenomen in het kader van hun thesis. Ik ga ze even halen.” Twee jonge vrouwen, één ervan likte met het puntje van haar tong een stukje tomaat van haar lippen, kwamen binnen en vertelden me dat ik me mocht ontkleden tot aan mijn onderbroek. Toen ik naar beneden keek, zag ik dat de vraag van de vrouw aan de balie niet geheel onterecht was geweest. Ik had me na het vorige onderzoek niet helemaal verschoond – dat stond niet op de handleiding. En daar, met een vetmeter in mijn lenden vastgeknepen, werd me duidelijk hoeveel de wetenschap zich permitteert. Niet enkel ter kwader trouw, of met de macht van het kruis, vraagt men je persoonlijke grenzen te overschrijden. In de regels van de wetenschap is geen ruimte voor sentiment. Wie weigert, is onredelijk. Dat men zich niet even over de emoties van ongemak heen kan zetten en de onweerlegbare voordelen van vijftien minuten vernedering toelaten, zou ronduit stompzinnig zijn. De wetenschap houdt geen rekening met een trilling in de stem en schaamrood op de wangen. Een professionele aanpak is een onpersoonlijke aanpak. Wij zijn een object van studie, een thesisonderwerp, een spermadonor. Je mag geen greintje inleving verwachten als je je broek tot aan je enkels laat zakken, een jonge verpleegster met lintmeter de afstand van je eikel tot je scrotum ijkt, in naam van de wetenschap.
Hans-Peter Wachtenau
In de vorige deWijzer sloop een fout. Andries Verslyppe merkte dit op en stuurde een lezersbrief. deWijzer wenst zich te verontschuldigen. Daarnaast willen wij ons ook bij de schrijver van de lezersbrief verontschuldigen omdat zijn brief ingekort is.
////cursiefje Het Thomasfeest. Over jarige kleuters en verjaarde bejaarden
Geachte meneer de hoofdredacteur van deWijzer We kunnen in deWijzer lezen dat NFK de Studentenraad KU Leuven opneemt in haar statuten. Dat is uiteraard een belangrijke (en noodzakelijke) aanpassing, maar deze werd niet gedaan omwille van de reden die er in het artikel werd vermeld. Daar staat geschreven dat de Stura (Studentenraad KU Leuven) werd opgenomen omdat er enkele hogescholen waren toegetreden tot de ‘associatie KU Leuven’. Naast het feit dat StAL (Studentenraad Associatie Leuven) hoogstwaarschijnlijk niet tevreden is met deze vermeende - en niet bestaande - concurrentie, is dat helemaal niet de reden waarom de Stura werd opgericht, alleen al omdat er afgelopen jaar geen enkele hogeschool tot de associatie is toegetreden!
Wat is er dan wel gebeurd? Sinds dit jaar zijn een heel aantal hogeschoolopleidingen ‘geïntegreerd’ aan de KU Leuven. Dat wil zeggen dat opleidingen zoals industrieel ingenieur, toegepaste taalkunde, architectuur... niet langer professionele opleidingen zijn, maar academische opleidingen. Concreet zijn dit de hogeschoolopleidingen die in het verleden reeds een master aanboden. Nu zijn dat echter geen hogeschoolopleidingen meer, maar universitaire opleidingen die aan een ‘campus’ van de KU Leuven worden aangeboden. Dat wil zeggen dat wie aan de KU Leuven studeert, niet noodzakelijk ook in Leuven studeert, maar even goed les kan volgen in Oostende, Gent, Brussel, Diepenbeek...
Een groot gevolg daarvan is dat beslissingen die gelden voor de hele universiteit (concreet: onderwijsbeleid, en internationaal en sociaal beleid op universiteitsbreed niveau) niet langer door LOKO konden worden besproken. Een studentenvertegenwoordiger van de Stura vertegenwoordigt ALLE studenten van de KU Leuven, over de campusgrenzen heen, maar vertegenwoordigt niet alle associatiestudenten (over hogeschool en universiteitsgrenzen heen). Het zijn dan ook de sturamandatarissen die zetelen in het GeBu, de RvB, de Academische Raad en alle andere hogere organen aan de KU Leuven.
Andries Verslyppe | Ondervoorzitter Studentenraad KU Leuven
Een woensdagochtend in augustus, het is vroeg, het begin van een nieuwe speelpleindag. De mama van Thomas komt naar mij. “Thomas is vandaag jarig,” zegt ze. “Fijn,” antwoord ik terwijl ik de cake in ontvangst neem. Thomas zelf staat er bedeesd bij, zoals elke morgen, zich duidelijk van geen kwaad of verjaardag bewust. Marie Vanwingh Verjaren, ieder doet het zo op zijn eigen manier. zestienjarigen bijvoorbeeld doen dat bij voorkeur ’s nachts in een overvolle fuifzaal met hun eerste legale pint. Kleuters zijn jarig wanneer mama of papa zegt dat het zo is. “Juf,” zeggen ze dan op de zwemles, “ik ben straks jarig.” Straks, maar nu nog niet, wat een vertederend tijdsbesef. Er komt een dag waarop verjaren omslaat in bejaren. Als je dat lang genoeg volhoudt, beloont de burgemeester je met een bloemetje en misschien zelfs met een of ander record. Want, hoe dan ook moet je verjaardag gevierd worden. Kennelijk vinden we het een lovenswaardige prestatie het nog maar eens een jaartje te hebben volgehouden op deze aardbol. Eén dag in het jaar word je daarvoor beloond met een dikke proficiat en drie zoenen. Meestal is die dag je geboortedag. Als je patroonheilige bent van filosofen en theologen kan het wel eens gebeuren dat je verjaardag gevierd wordt op je sterfdag. Thomas van Aquino († 7 maart 1274) zou in het recht al lang letterlijk verjaard zijn. En in het recht kan je maar beter niet verjaard zijn, of je ligt al gauw in hetzelfde ziekenbedje als de beruchte procedurefout. Verjaren, het klinkt als overtijdse yoghurt, plattekaas of andere melkproducten die ook maar beter linea recta geseponeerd worden. Hoe lelijk het woord ook mag klinken, hoe vervallen de betekenis, wij blijven in alle vrolijkheid verjaren en vieren. En dat lot zal Thomas van Aquino ook dit jaar weer te beurt vallen. Filosofen hebben zo hun manier van vieren. Ik vraag me af wat hij zelf verkiest, een lezing of een voetbalmatch. Ondertussen is het half vier, tijd voor een vieruurtje. Ik sta te midden van een kudde kleuters. Ik vertel hen opgetogen dat er iemand jarig is vandaag. De blikken gaan rond en komen weer uit bij mij. Ik voel me even een god in het diepst van mijn gedachten. Er is geen kleuter die ernaar zou kraaien als ik een ander kind dan de daadwerkelijke jarige zou aanduiden. Ze wachten in spanning af wie ik zal kiezen. “Thomas, jij bent toch jarig vandaag?!” Zijn gezicht klaart op bij de gedachte dat hij vandaag de uitverkorene is. Confetti, cake en aandacht van de juf zullen zijn deel zijn.
Op het plastieken potje kleefde een etiket met mijn naam
#20
#21
////kort verhaal
////Doorgedicht
THor en zijn vriendin Damien reed te snel. Niet omdat hij verlangde thuis te zijn, maar omdat hij daar zin in had. Hij had de avonddienst net afgerond. Politieagent was zijn roeping geweest; de overvloed aan klootzakken moest beboet worden. Hij had vannacht, omdat hij jarig was, een dronken tiener mogen afranselen. Dat was de traditie wanneer je moest werken op je verjaardag. Dertig, een hekel had hij nog altijd aan verjaardagen. Gedurende de afgelopen vijf jaar had hij op zijn verjaardag, toevallig ook Allerheiligen, aanwezig moeten zijn op het slaapverwekkend griezelfeest van zijn schoonfamilie. Hij zat elke keer de ganse avond aan een tafel in de verst mogelijke hoek. Daar observeerde hij dan de gasten, zijn gezicht bedekt met een afgedragen weerwolvenmasker. Hij beeldde zich in dat hij hun vastgeketend had in zijn kelder, hen dagenlang martelde tot langzaam, krakend en zuchtend, het laatste stukje van hun ziel zou breken. Het viel hem ook elke keer op hoe zijn vriendin, verkleed als Catwoman, flirtte met Thor én Dracula. Vorig weekend had ze ruzie gemaakt met haar ouders, daardoor waren ze niet meer uitgenodigd. Damien wist niet waar de onenigheid over ging en dat kon hem ook niet schelen. Belangrijker was dat hij geëxcuseerd was van het verkleden, de pompoensoep en de pastaspinnen in tomatenbloed. Heeft dat kreng toch een keer voor iets goeds gezorgd, dacht hij, de gaspedaal nog wat dieper indrukkend. Ze zou vanavond gaan logeren bij haar beste vriendin. Hij vermoedde dat het leugens waren. Als hij niet zo snel had gereden, had hij gemerkt dat er auto’s stonden in zijn straat die daar niet thuishoorden. Had hij de wagens opgemerkt, waren ze hem bekend voorgekomen. Had hij een korte blik van aandacht gehad voor hun huis, terwijl hij de oprit opreed, zou hij gezien hebben dat alle lichten plots uit flitsten. Hij merkte echter niets van dat alles op, omdat hij druk aan het malen was op de gedachte dat zijn hoerige vriendin hem bedroog. Damien stapte uit, sloeg het portier hard dicht. Had hij geen duizenden uren heavy metal geluisterd, zouden de trilharen in zijn oren nog niet platgebombardeerd zijn en had hij het stil geroezemoes kunnen horen dat tussen het cement van de bakstenen naar buiten gesijpeld kwam. Hij slenterde naar de voordeur, wou zijn sleutel in het sleutelgat steken en zag plots iets opmerkelijks. Er lag een grote hamer
#22
in het portaal. Terwijl hij naar de hamer liep, hoorde hij meerdere voetstappen. Een grimas overmeesterde zijn mond. Jarenlang ervaring bij het politiekorps hadden hem voorbereid op dit moment. Hij wist wat er daarbinnen aan het gebeuren was. Het was jammer dat hij zijn dienstwapen niet mee had, maar de hamer zou ook dienen. Damien stak de sleutel zacht in het sleutelgat en draaide langzaam. Hij hief de hamer met de andere hand over zijn schouder, klaar om meteen toe te slaan. Hij liet de deur open glijden. Er liep iemand op hem af. Hij sloeg meteen hard en herhaaldelijk met de hamer op het hoofd tot hij door de schedel het zachte van de hersenen voelde uiteenspatten. Tegelijkertijd werd er door een horde mensen op de achtergrond geroepen “verrassing!”. Het licht floepte aan. Niemand bewoog. Thor, Dracula en alle andere monsters, keken naar de opengereten schedel van zijn vriendin. Hij liet de hamer op de grond vallen. De moeder van de jongedame zaliger, stormde naar voren en begon op hem te slaan met haar kleine vuistjes. Haar vader had zich in de zetel laten ploffen en keek met glazige ogen naar de vloertegels. Het was Thor die de moeder kalmeerde. Het was zijn hamer, dus zijn schuld, vond Damien. Geen enkel zinnig persoon zou een echte hamer meenemen naar een verkleedfeestje. Dracula belde 112 en beschreef met rauwe stem wat er gebeurd was. Damien moest mee naar het politiebureau. De gasten reden ook naar daar en iedereen legde zijn verklaring af. De ouders van zijn vriendin kregen de raad snel bij een psycholoog langs te gaan. Het voorval werd opgetekend als een ongeluk en hij werd weer thuis afgezet door zijn collega’s. Damien stapte over de opgedroogde plas bloed naar binnen, morgen zou de schoonmaakploeg daarvoor komen. Hij nam een stuk taart en zette zich vredig in zijn fauteuil. Terwijl hij een verjaardagsliedje neuriede, nam hij een grote hap en liet de zoetigheid zijn mond vergenoegen. Zo, van die griezelfeestjes was hij ook weer af.
Katleen Pasgang
Hard lopen
Mijn verloren stad
Je hield van rokende longartsen, obese diëtisten en depressieve psychiaters.
Ze wandelt eigenaardig traag en ook die lome lach van haar... het moet zijn dat zij zich overslapen heeft.
Soms ging je rennen, de illusie te lopen je wou dan sprinten, weg maar was al moe voor je vertrok.
Ze kust mijn wangen en haar lippen snijden, zodra zal ze wijzen naar de vlekken op mijn hemd.
Je verlangde geen geluk, beoogde geen genot maar vroeg een doel.
En er zijn zo van die vrijpartijen die een gedicht verdienen, of op z’n minst een paar vale verzen, en als dat niet vlot kan je nog altijd zingen.
Je wenste een absolutie, die er niet was dus rookte je te veel at je te veel en was je ongelukkig.
Of zuipen, schat, je doet maar, met zenuwziek misbaar werp je de lakens van je lijf.
Je ging hardlopen, om je beter te voelen hypocriet mensenkind.
Katleen Pasgang
Je hebt een hele dag gewacht, en van wachten ga je roken, ik heb een hele dag gedacht dat je nooit meer weg zou gaan. Brenda van Breendonck
De Zee Het uur der verleiding is aangebroken. Het geroffel zingt in de verte. Het ritme reist mee, op golven van kapotgeteerd verlangen. Deze kamer is oneindig, en de muren met water behangen. Dit gegaloppeer gaat diep in mij gestaag op en neer, ik heb de lust rond mijn schouders gevleid en word wakker in een koud oerwoud zonder geweer. Maar jij wil me heel, dus ik vlucht zachte zwaluw naar warmte boven. De zee. De zee. De golven, de wind, het bruisen, ik zachte zwaluw, met gespreide vleugels. Galopperend over deze wolkenvlaktes op mijn woeste Pegasus zonder teugels. Zon, sabel me neer. Ik wil tuimelen, razen, schuimen. Ik wil bruisen. De golven, het bruisen, de diepte, de zee. De zee.
Speels Holderdebolder in haar blikkenveld Nachtkermis braakt in zijn maag Glimlach zaagt het gebeente Bedachtzaamheid past haar niet, Probeer bewegelijk te zijn. Jouw zoveelste puberale daad. Geen soelaas. Kotrikali Deurwachter
Snessnaj
#23
////Wegwijzer wijst je weg
Spreken is zilver, zwijgen is goud. Vandaar dat de Wegwijzer deze week zijn gezever eens voor zich houdt.
Speech is silver, silence is golden… Tuesday our Fakbar will be an Open Mike Fak. Whether you would like to perform, or you just want to have an entertaining evening, be at the M-café at 10 pm!
On Wednesday our NFK soccer team will compete against a team of (post-)PhD Students. The Dinsdag toveren we het M-café nogmaals om in winner will have the honor of competing against een Open Mic Fakbar, kom al ons talent bewonKatechetica during the Thomascup. Meeting at midderen vanaf 22u! day at the KBC sports hall. Woensdag speelt onze voetbalploeg tegen de (post-)doctorandi om te bepalen wie de Thomascup tegen Katechetika mag spelen. Je kan onder andere Simon Truwant, Willem Styfhals, Chris Bessemans, Pieter Adriaens, Ollivier Lemeire en Lode Lauwaert hun beste beentje zien voorzetten. Kom dit om 12u bewonderen in de KBC-hal.
We would also like to invite you to our Swing Night on Wednesday. We’ll be swing dancing all night at ‘t Vervolg, starting from 9pm. The entrance fee is € 2 for classy ladies, well-dressed gentlemen and frivolous flappers, others pay €3. If you do not master the art of swing dancing yet there will be a free initiation at half past eight.
Woensdagvond is het tijd om de benen los te On Friday there is our cozy Bread meal at 1 o’clock gooien op NFK’s Swing Night. Iedereen is welin the Lounge. kom vanaf 21u in ’t Vervolg om een avondje te doen alsof we in de swingende jaren 30 leven. De inkom bedraagt €2 voor mensen met aangepaste outfit, anders moet je €3 neertellen. Zij die de kunst van het swingdansen nog niet onder de knie hebben zijn een half uurtje vroeger al welkom voor een gratis dansinitiatie. Vrijdag spreken we traditiegetrouw om 13u af in onze lounge voor een gezellige Broodmaaltijd.