s r e t e e P e n y l e v 12. E ... over ontwikkelingen in de maatschappij bijbenen met vertrouwen in jongeren
Volwassenen moeten leren van jongeren Voor Evelyne Peeters, initiatiefnemer en directeur van TEDxYouth, is het duidelijk: niet de jongeren moeten leren van de ouderen, maar juist de oudere generatie moet kennis overnemen van de jonge garde. De maatschappij gaat steeds sneller, voor jongeren is dit de normaalste zaak van de wereld. Zij moeten dus, met ondersteuning van docenten en andere volwassenen, richting geven aan de ontwikkelingen die de nieuwe media ons brengen. “De grootste verandering voor jongeren op het gebied van media, is dat ze nu heel snel zelf een actor in het verhaal worden”, vertelt Evelyne Peeters. “Je ontvangt nieuws, maar doordat je erop reageert en het doorstuurt, word je bijna direct ook producent van informatie.” Dat, in combinatie met de snelheid waarmee informatie de wereld over gaat, maakt dat de omgang met media tegenwoordig heel anders is dan vroeger.
Evely ne Peeters is initia tiefnemer en directeur van TEDx Youth Amsterdam. TEDxYou th biedt een podium aan jonge, ins pirerende sprekers en zorgt ervoor dat de visies en ideeën van jon geren onder de 18 gehoord wo rden. Zij is daarnaast opr ich ter en directeur van Be The Change Foundation, een stichti ng die schoolprogramma’s organiseert, waarin kin deren gestimuleerd worden om na te denken over hun toekom stdromen. Ook is zij bestuurslid van de Source Connection Fou ndation, een organisatie ger ich t op het bestrijden van armoed e in Zambia door praktische kennis overdracht vanuit Nederland. De ze stichting leert mensen zaken zèl f op te lossen in hun str ijd teg en armoede. Evely ne Peeters is lid van het Comité van Aanbevelin g van stichting Hoezo Ander s, een stichting die zich inzet voor kinderen en jongeren met een niet-zichtbare beperk ing zoals ADHD of autisme. Eerder werkte Peeters als interim-directeur voo r de non-profitorganisatie The Hunger Project.
167
Bovendien zijn veel meer media direct gericht op jongeren. Mediawijsheid is voor Peeters de kunst om met behulp van al die informatie je eigen mening te bepalen. “Mediawijsheid betekent voor mij dat je informatie kunt plaatsen en filteren. Nu de informatiestromen steeds sneller en intenser zijn, is dat moeilijker dan vroeger, het is vooral voor jongeren ook lastig te overzien. Die omgang moet je leren, doordat mensen het je aanreiken, doordat je op school leert hoe je met nieuws omgaat, en door op te groeien”, denkt Peeters. “Ouder worden is een pré als het gaat om mediawijsheid. Je ziet dat de dingen die je voor waar hebt aangenomen toen je jonger was, een tijd later heel anders blijken te liggen.” Maar dat is dan ook het enige aspect van mediawijsheid waaraan de oudere generatie nog iets kan bijdragen. Voor het grootste deel moeten we juist op de kennis en kunde van jongeren vertrouwen, om de ontwikkelingen op mediagebied bij te kunnen benen, aldus Peeters.
Generatieverschillen “De ontwikkelingen in de maatschappij gaan steeds sneller. Dat is iets dat we niet kunnen tegenhouden. Ontwikkelingen gaan ook altijd sneller dan een systeem, zoals het onderwijssysteem, kan bijhouden. Maar uiteindelijk zal de wal het schip keren: we zullen wel moeten met z’n allen”, voorziet Peeters. De vraag die gesteld moet worden is dan ook niet: Waar gaan we naartoe? “We zitten er al middenin. Waar het naartoe gaat, weten we nu niet. Over tien jaar voeren we een heel andere discussie. Wat we ons beter af kunnen vragen, is: wat doen we nu? Ik denk dat het huidige onderwijssysteem hopeloos ouderwets is. Het is niet geëvolueerd met de maatschappij. Het is een log systeem, gemaakt om mensen af te leveren die, op verschillende niveaus, seriearbeid kunnen verrichten. Aan de basis ligt: wie het slimste is, komt het verst”, verklaart Peeters het achterblijven van het onderwijs als het gaat om mediaontwikkelingen. “Ik heb niets tegen nadenken, maar we streven op deze manier iets na dat in onze maatschappij niet meer het meest relevant is. Wat we nodig hebben, zijn mensen die kunnen schakelen, reageren, acteren.
Iedereen heeft creatief vermogen bij zijn geboorte meegekregen, maar het huidige schoolsysteem verwaarloost dat vermogen juist.” Een problematische situatie, vindt Peeters, maar een snelle oplossing voor het probleem is er niet. “Een systeem verander je niet zomaar. Maar je kunt wel de nodige lapmiddelen toepassen. Knagen aan de zijkantjes, kijken wat je in de marge kunt aanpassen. Jongeren zijn daarbij onmisbaar. Jongeren schakelen heel snel, veel sneller dan volwassenen. Daarom zijn de volwassenen ook degenen die moeten leren. Kinderen nemen ongelofelijk veel informatie op. Maar als mensen ouder worden, kunnen ze dat steeds minder goed. Ze vinden verandering moeilijk, of eng. Kinderen die opgroeien in een alsmaar sneller gaande maatschappij, hebben een andere maatstaf.”
TEDxYouth Leren van de jeugd is dus de oplossing, maar ook dat is iets dat nog niet altijd even goed in ons systeem past. Met de TEDxYouthconferentie die Evelyne Peeters in Amsterdam organiseert, probeert ze dan ook aan de wereld, zowel aan andere jongeren als aan volwassenen, te laten zien dat er een hoop jongeren zijn die goede ideeën hebben.
Goede ideeën die uitgevoerd kunnen worden. “TEDxYouth wil jongeren een stem geven en zo laten zien dat we ze serieus nemen. Daarmee worden we een voorbeeld, voor andere jongeren, maar ook voor andere autoriteiten. We laten zien hoe het ook kan. We walk our talk, door in onze organisatie gebruik te maken van nieuwe media, te communiceren via Twitter en Facebook. Dat werkt heel goed en kan voor anderen een voorbeeld zijn. Ik kan me voorstellen dat schoolbesturen in sociale media een manier vinden om met hun leerlingen in gesprek te gaan.” Dat vereist een andere houding van de samenleving ten opzichte van jongeren. “Volwassenen waarschuwen vaak: ‘Pas op, dadelijk val je’. Als maatschappij geven wij die boodschap aan de jongeren: ‘Kijk uit, het kan mislukken’. Als je in Amerika een bedrijf start en je gaat failliet, dan is de reactie ‘Prima, dan moet ik het de volgende keer anders aanpakken’. Maar als je in Nederland failliet gaat, is dat een schande. Mensen mogen niet falen. Ik vind dat jongeren juist gestimuleerd moeten worden om iets uit te proberen, ook al lopen ze daarbij de kans dat het niet goed gaat.”
169
Daar moeten ze de kans voor krijgen. “We proberen nu ook om bedrijven te stimuleren jongeren binnen te halen, zodat ze – nu al – kunnen zien hoe jongeren omgaan met communicatie, creativiteit, nieuwe media. Dat is nodig als ze in de toekomst feeling willen houden met de generaties die eraan komen.” TEDxYouth maakt daarvoor optimaal gebruik van sociale media. “Dankzij internet en sociale media is het veel gemakkelijker geworden om jongeren een stem te geven. Verhalen kunnen gemakkelijker verteld en verspreid worden, waardoor je niet kunt volhouden dat jongeren niets te zeggen hebben.”
Wat je aandacht geeft, groeit Die positieve aandacht voor jongeren is belangrijk, want: wat je aandacht geeft, groeit. “Dat geldt voor alles. Je hoeft negatieve dingen niet onder het tapijt te schuiven, maar als we in de media evenveel aandacht zouden besteden aan positieve zaken, zou de wereld er een stuk leuker uitzien”, denkt Peeters. “Ook in het onderwijs kunnen we daar veel mee bereiken. Nu komt het er vaak op neer dat er een vraag is vanuit de docent, met een gewenst antwoord.
Geef je als leerling dat ene antwoord niet, dan gaat er een rode streep door. Je krijgt terug wat je fout doet.” Het onderwijs moet zich niet meer richten op het reproduceren van voorgekauwde informatie, maar op creativiteit. “Als mensen beloond worden voor hun creativiteit, zullen ze aan het eind van de rit ook creatievere mensen zijn. Op die manier train je jongeren om verbindingen te leggen tussen verschillende soorten informatie en boodschappen, om zelf na te denken.” Competenties die in de huidige, snelle maatschappij steeds belangrijker worden. “In Nederland gaat het altijd om cognitieve intelligentie en niet om creativiteit. Maar het is zo belangrijk dat mensen nieuwsgierig blijven. Bij TEDxYouth staan allerlei verschillende jongeren op het podium. Dat zijn niet allemaal Einsteins, maar wel jongeren met een tof idee dat ze willen uitvoeren en waarover ze kunnen vertellen.” Dat soort mensen hebben we nodig om het systeem aan te passen. “Er is een groeiende groep mensen die vernieuwing wil en die, elk op hun eigen manier, iets aan dat ouderwetse systeem wil doen. Er ontstaat een nieuwe stroming. Ook TED-Ed is daar een voorbeeld van.”
TED-Ed wil door middel van interessante video’s inhoudelijke kennis verspreiden. Wetenschappers en andere inspirerende onderwijzers werken daarvoor samen met animatiemakers. TED-Ed is een vanuit Amerika gerealiseerd idee dat TED.com een grote bijdrage kan leveren aan nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. Zo ontstond TED-Ed, waarbij -Ed staat voor: Education. Op de site van TED-Ed (http://ed.ted.com/) staat een groeiend aantal interactieve lessen die zò door iedere docent in de klas te gebruiken zijn. Het bijzondere van dit initiatief is dat iedereen die de lessen gebruikt, actief gevraagd wordt naar een eigen inbreng en eventueel een toevoeging om de lessen nog beter te maken. Toekomstige gebruikers profiteren daar dan weer van. Zo is dit een prachtig voorbeeld van een in beweging zijnde leerschool. Ook ideeën van leerlingen worden op deze manier geïmplementeerd.
“Het zou mooi zijn als de mensen die wel willen ontwikkelen, die wel meekunnen in die snelle wereld, meer samenwerken met het onderwijs. App-ontwikkelaars bijvoorbeeld. Die samenwerking vindt steeds meer plaats, maar het is nog maar een kleine beweging. De meeste scholen hebben nog nooit van TED-Ed gehoord. Daar is nog een wereld te winnen.”
171
Maatschappij in de klas Niet alleen jongeren moeten nieuwsgierig blijven, maar ook docenten. “Docenten moeten zich bewust worden van de invloed van sociale media. Idealiter raken nieuwe media zo geïntegreerd in het onderwijs dat elke docent ermee overweg kan en jongeren in het gebruik ervan kan ondersteunen. Net als bij lezen en schrijven nu.” Hoewel er nu nog een groot gat gaapt tussen veel docenten en de leefwereld van de jongeren, zal dat in de toekomst vanzelf kleiner worden. “Dat gat lost uiteindelijk vanzelf op. Maar dat wil niet zeggen dat we er niets mee hoeven te doen. Juist omdat de ontwikkelingen steeds sneller gaan, moeten docenten inzien dat ze van jongeren kunnen leren. Hoe gebruiken zij sociale media? Je kunt niet meer zeggen dat er in de klas geen telefoons gebruikt mogen worden. Zo leer je aan leerlingen dat de maatschappij iets anders is dan de wereld in de klas, terwijl de klas juist bedoeld is als voorbereiding op de maatschappij. Docenten moeten, met de hulp van hun leerlingen, een manier zoeken om die virtuele wereld de klas binnen te halen.”
In de maatschappij gaat het er uiteindelijk om dat mensen ideeën met elkaar delen, vindt Peeters – al dan niet dezelfde. Dat jongeren daar een grote bijdrage aan kunnen leveren, is iets dat docenten zich moeten realiseren. “Nieuwe media bieden veel mogelijkheden voor degenen die ermee om kunnen gaan en daar ook in ondersteund worden. Of het leven daarmee gemakkelijker wordt, weet ik niet. De uitdagingen worden ook groter. Het belangrijkste vind ik dat mensen zelf de mogelijkheden ervaren, zodat ze zich er zelf een mening over kunnen vormen. Jongeren èn ouderen.”
Favorieteediatool nieuwem ijn favoriete
m “Tw it ter is is niet iatool. Het ed em al soci den door maar er wor , d en ak gm zali ogelijk heden heel veel m Tw it ter wel iet waren. er eerder n ie d n te lo onts , omdat ik het intensief Ik gebr uik te vragen n de wereld nogal veel aa account rmijn Tw it te ik en To . heb moet ik nu ht ik: ‘Wat opende, dac is het zover ?’ Maar nu en jv ri h sc op s niet meer ter er opeen it Tw s al , dat TEDxYouth de helft van ik , jn zi u zo niseren.” moeten orga anders zou
173