Brussel, 30 november 2012 (04.12) (OR. en)
RAAD VA DE EUROPESE UIE
15646/12
ECOFI 898 UEM 308
IGEKOME DOCUMET van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 30 november 2012 aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Nr. Comdoc.: COM(2012) 739 final Betreft: MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Gevolg gegeven aan Besluit 2011/734/EU van de Raad van 12 juli 2011 gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen (november 2012)
Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2012) 739 final.
Bijlage: COM(2012) 739 final
15646/12
fb DG G I
L
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 30.11.2012 COM(2012) 739 final
MEDEDELIG VA DE COMMISSIE AA DE RAAD Gevolg gegeven aan Besluit 2011/734/EU van de Raad van 12 juli 2011 gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen (november 2012)
NL
NL
MEDEDELIG VA DE COMMISSIE AA DE RAAD Gevolg gegeven aan Besluit 2011/734/EU van de Raad van 12 juli 2011 gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen (november 2012)
1.
ILEIDIG
In deze mededeling worden de maatregelen beoordeeld die Griekenland heeft getroffen om te voldoen aan Besluit 2011/734/EU van de Raad, zoals gewijzigd bij Besluit 2012/211/EU van 13 maart 20121. De mededeling levert, samen met een in overleg met de ECB opgesteld nalevingsverslag van de diensten van de Commissie2, ook een bijdrage aan de evaluatie van de inachtneming van het memorandum van overeenstemming (MoU)3 in de context van de financiering die de lidstaten van de eurozone aan Griekenland verstrekken via de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF). Deze beoordeling is gebaseerd op de najaarsprognose 2012 van de diensten van de Commissie en op de gedetailleerde beoordeling die de diensten van de Commissie samen met het IMF en personeel van de ECB hebben verricht bij de herziening van het economische aanpassingsprogramma. 2.
BESLUIT VA DE RAAD VA 13 MAART 2012
Op 13 maart 2012 heeft de Raad op grond van artikel 126, lid 9, en artikel 136 VWEU zijn goedkeuring gehecht aan een besluit gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie uiterlijk in 2014 te verhelpen. Dat besluit wijzigde het besluit van juli 20114, dat was herschikt om verschillende opeenvolgende wijzigingen van Besluit 2010/320/EU van 10 mei 2010 te consolideren. Het besluit van maart 2012 is vastgesteld bij de aanvang van het tweede aanpassingsprogramma voor Griekenland. Volgens het besluit moest Griekenland een aantal concrete maatregelen treffen met het oog op de verwezenlijking van een primair overheidstekort van niet meer dan 1 % van het bbp in 2012 en van een primair overschot van ten minste 1,8 % van het bbp in 2013 en 4,5 % van het bbp in 2014. Na de PSI-schuldenruil correleerden deze streefcijfers met een algeheel tekort van 7,3 % van het bbp in 2012; 4,7 % van het bbp in 2013 en 2,2 % van het bbp in 2014. Om deze streefcijfers te halen was in de
1 2
3
4
NL
PB L 113 van 25.4.2012, blz. 8. "The Economic Adjustment Programme for Greece – November 2012", European Economy – Occasional Paper. Zie genoemd document voor een diepgaandere beoordeling van de ontwikkelingen inzake macro-economische, financiële, budgettaire en structurele hervormingen. "Memorandum of Economic and Financial Policies" en "Memorandum of Understanding of Specific Economic Policy Conditionality" van maart 2012. Besluit 2011/734/EU van de Raad (herschikking) (PB L 296 van 15.11.2011, blz 38).
2
NL
periode 2009-2014 een verbetering van het structurele begrotingstekort met ten minste 10 % van het bbp vereist. 3.
EE VEEL ZWAKKER MACRO-ECOOMISCH KLIMAAT
Momenteel wordt ervan uitgegaan dat de economische activiteit veel zwakker zal zijn dan werd verwacht toen in maart 2012 Besluit 2012/734/EU is vastgesteld. De Griekse economie bevindt zich voor het vijfde opeenvolgende jaar in een recessie. Volgens de najaarsprognose 2012 van de diensten van de Commissie zal het reële bbp in 2012 krimpen met 6,0 % en in 2013 met 4,2 % - in vergelijking met 4,7 % en 0,0 % in het vorige besluit van de Raad gevolgd door een groei van slechts 0,6 % in 2014 en 2,9 % en 3,7 % in 2015 en 2016. In het besluit van de Raad van maart 2012 werd er daarentegen van uitgegaan dat de groei al in 2013 zou hervatten. Vergeleken met de in maart verwachte krimp van slechts 0,4 % zal het nominale bbp in 2013 thans naar verwachting krimpen met 5,4 %, alvorens het in 2014, 2015 en 2016 weer met 0,2 %, 3,2 % en 4,9 % zal groeien. In vergelijking met de ramingen van maart geeft de najaarsprognose 2012 van de diensten van de Commissie een aanzienlijk grotere en meer aanhoudende krimp van de economische activiteit te zien, waarbij de daling van de binnenlandse vraag nog wordt verergerd door de begrotingsmaatregelen die nodig zijn om de Griekse begroting weer op een duurzaam pad te brengen en door een zwakke netto-uitvoer. Verschillende onderliggende factoren verklaren deze ontwikkeling. In de eerste plaats is het vertrouwen ondermijnd door de grote onzekerheid over de politieke verantwoordelijkheid voor het programma tijdens de twee parlementsverkiezingen in het voorjaar, die heeft geleid tot vertraging bij de uitvoering van het programma. De onzekerheid over de situatie van Griekenland deed het vertrouwen geen goed en stond een herstel van de investeringen en de uitvoer in de weg. In de tweede plaats heeft een verzwakkende wereldeconomie gewogen op de uitvoer van goederen en diensten. In de derde plaats heeft het gecombineerde effect van de vertraging bij de uitvoering van het programma en de desbetreffende betalingen, en van de strengere kredietvoorwaarden nadat aanzienlijke bedragen uit de banksector waren gestroomd waardoor de particuliere sector moeilijk toegang kreeg tot krediet, de krimp van de particuliere consumptie en van de investeringen verergerd. Tot slot gaf de recente herziening van de Griekse nationale rekeningen in oktober 2012 een veel sterkere krimp van het reële bbp te zien (de reële productie daalde met 4,9 % in 2010 en met 7,1 % in 2011) dan de onderliggende cijfers in het besluit van de Raad (een daling van de productie van 3,5 % en 6,9 % in die twee jaren).
NL
3
NL
Tabel 1. Macro-economisch scenario belangrijkste kenmerken (2011-2016)
Reëel bbp (groei) Totale bijdrage van de binnenlandse vraag* Bijdrage van de nettohandel
2011
2012
2013
2014
2015
2016
-7,1
-6,0
-4,2
0,6
2,9
3,7
-10,1
-9,0
-6,7
-0,8
1,8
3,0
2,4
3,3
2,5
1,5
1,1
0,8
Werkgelegenheid (groei)
-5,6
-7,9
-2,1
1,4
2,0
3,0
Werkloosheid (percentage van de beroepsbevolking)
17,7
23,6
24,0
22,2
20,6
18,9
Beloning van werknemers, particuliere sector per hoofd
-3,9
-8,9
-9,5
1,9
2,2
2,5
Arbeidskosten per eenheid (groei)
-2,4
-8,7
-5,0
-0,4
-1,0
1,0
3,1
1,1
-0,8
-0,4
0,6
1,1
GICP-inflatie GICP-inflatie bij ongewijzigde belastingen Saldo van de lopende rekening (percentage van bbp) Nettofinancieringstekort tegenover rest van de wereld (percentage van bbp)
1,2
0,2
-1,3
-0,6
0,5
1,1
-11,7
-8,3
-6,3
-5,2
-3,4
-2,1
-9,8
-6,1
-3,9
-2,7
-1,0
0,3
-120,9
-94,4
-102,5
-105,6
-105,1
-102,5
Overheidstekort (percentage van bbp)
-9,4
-6,9
-5,4
-4,5
-3,4
-2,0
Primair overheidsoverschot (percentage van bbp)
-2,3
-1,5
0,0
1,5
3,0
4,5
170,6
176,8
189,4
190,1
184,7
175,7
Netto externe activa (percentage van bbp)
Overheidsschuld (percentage van bbp) * Exclusief veranderingen in voorraden en netto aankoop van kostbaarheden
Bron: Europese Commissie
4.
DE BUITESPORIGTEKORTSITUATIE VERHELPE
4.1.
Begrotingsbeleid in 2012
Aan Griekenland was aanbevolen om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig werd geacht om de buitensporigtekortsituatie uiterlijk in 2014 te verhelpen, en daarbij te zorgen voor een verbetering van het structurele saldo met ten minste 10 procentpunten van het bbp over de periode 2009-2014. Griekenland heeft in 2012 overeenkomstig Besluit 2011/734/EU van de Raad doeltreffende actie ondernomen om het buitensporig tekort van de overheid te verhelpen. Het begrotingstekort van de overheid is aanzienlijk gedaald, van 15,6 % van het bbp in 2009 tot 9,4 % van het bbp in 2011 en, volgens de gedetailleerde beoordeling in het nalevingsverslag, tot 6,9 % van het bbp in 2012, met een primair tekort (tekort minus renteuitgaven) van 1,5 % van het bbp. Voor het gehele jaar zal het totale ESR-tekort in 2012 naar verwachting 0,4 procentpunt van het bbp lager zijn dan het maximale overheidstekort van 7,3 % van het bbp (op ESR95-basis) dat voor 2012 in het besluit van de Raad is vastgelegd. Het nominale overheidstekort voor 2012 zal naar verwachting 13,4 miljard EUR bedragen, vergeleken met het in het besluit van de Raad vastgelegde maximumtekort van 14,8 miljard EUR. Het primaire tekort zal wegens de erger dan verwachte recessie naar verwachting evenwel iets hoger zijn dan de beoogde 1,0 % van het bbp. Geschat wordt dat Griekenland zijn structurele tekort5 met 13,9 procentpunten van het bbp heeft teruggebracht, van 14,7 % in 2009 tot een geraamd tekort van 1,5 % in 2012. Volgens
5
NL
Het structureel saldo wordt omschreven als het jaarlijks conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen.
4
NL
de najaarsprognose 2012 van de diensten van de Commissie zal het conjunctuurgezuiverde begrotingstekort in 2012 verbeteren met 3,9 procentpunten van het bbp. De onderliggende begrotingsinspanning in 2009-2012 is groter dan de 10 % van het bbp die in het besluit van de Raad was aanbevolen voor de hele periode 2009-2014. In het licht van de geringere economische activiteit heeft de regering extra consolidatiemaatregelen genomen om het effect van de recessie op de openbare financiën te beperken. Deze omvatten loonsverlagingen voor specifieke beroepen (rechters, politie, defensie en hoogleraren) vanaf augustus 2012 en maatregelen ter vermindering van de overbesteding in de gezondheidssector. Bovendien is het publieke investeringsbudget aanzienlijk verlaagd. Dit werd vergemakkelijkt door de invoering van een beter toezicht op en een betere controle van de begroting, de invoering van budgettering op middellange termijn en belangrijke structurele hervormingen in de gezondheidssector. Rentebetalingen die bijna 1,0 % van het bbp lager waren dan verwacht, hebben ook bijgedragen tot deze aanpassing. Het begrotingsresultaat is verwezenlijkt zonder een significante toename van de betalingsachterstanden. Hoewel het prestatiecriterium en het indicatieve streefcijfer voor de niet-accumulatie van achterstallige betalingen van vakministeries en ziekenhuizen en de overheidssector voor eind juni en eind september niet werden gehaald (zie tabel 2), blijft de totale stijging van de achterstallige betalingen met 1,6 miljard EUR sinds het begin van het jaar beperkt. De betalingsachterstanden zijn voornamelijk opgebouwd in de gezondheids- en defensiesector. Tabel 2. Kwantitatieve budgettaire prestatiecriteria (miljard EUR)
eind maart 2012 Gegevens Criterium
eind juni 2012 Gegevens Criterium
eind september 2012 Gegevens Criterium
Prestatiecriteria Primair cashsaldo van de overheid
1,2
-2,5
-2,5
-6,0
-1,8
-5,0
Primaire overheidsuitgaven Maximale opbouw van nieuwe binnenlandse betalingsachterstanden door ziekenhuizen en vakministeries
13,1
13,9
26,4
29,2
37,9
43,1
0,5
0,0
0,7
0,0
0,9
Schuuld van de centrale overheid
289,9
340,0
308,0
340,0
340,0
Nieuwe garanties, verstrekt door de centrale overheid
0,0
0,0
-0,2
0,0
0,0
Indicatief streefcijfer Maximale opbouw van nieuwe binnenlandse betalingsachterstanden door de overheid
0,8
0,0
1,9
0,0
0,0
0,0
Bron: diensten van de Commissie.
Volgens de gedetailleerde beoordeling in het nalevingsverslag zal de geconsolideerde overheidsschuld in 2012 naar verwachting met 11,1 miljard EUR afnemen, terwijl in het besluit van de Raad 26,957 miljard EUR is vastgesteld. Dit is het gevolg van de lager dan verwachte privatiseringsopbrengsten, een lager dan verwachte consolidatie van de overheidsschuld en tegenvallende cash-accruals en andere aanpassingen van de rente. Daar het nominale bbp na de herziening van de statistische gegevens lager uitvalt en gelet op de slechtere macro-economische vooruitzichten, zal de schuldquote in 2012 waarschijnlijk stijgen tot 162,5 %.
NL
5
NL
4.2.
Aanpassing van het budgettaire middellangetermijntraject
Gelet op de diepere en langer dan verwachte economische recessie beveelt de Commissie de Raad aan het budgettaire aanpassingstraject met twee jaar te verlengen en de streefcijfers voor de Griekse begrotingsrekeningen voor de periode 2013-2016 vast te stellen op basis van het nominale primaire saldo. Na een primair tekort van 2 925 miljoen EUR (1,5 % van het bbp) in 2012, zou Griekenland in 2013 een primair evenwicht moeten bereiken, en primaire overschotten van 2 775 miljoen EUR in 2014 (1,5 % van het bbp), 5 700 miljoen EUR in 2015 (3 % van het bbp) en 9 000 miljoen EUR in 2016 (4,5 % van het bbp) (zie tabel 3). De maatregelen die nodig zijn om de herziene streefcijfers te halen, bedragen 9,2 miljard EUR in 2013 en nog 4,3 miljard EUR in 2014. Het herziene traject betekent dat het begrotingssaldo van de overheidssector tot onder 3 % van het bbp zal dalen in 2016. Tabel 3. Primair saldo en saldo van de overheidssector 2013-2016
2012
2013
2014
-7,3 -1,0
-4,7 1,8
-2,2 4,5
-6,9 -1,5
-5,4 0,0
-4,5 1,5
2015
2016
-3,4 3,0
-2,0 4,5
Streefcijfers herziening maart Overheidssaldo Primair saldo Herziene streefcijfers Overheidssaldo Primair saldo
Bron: diensten van de Commissie.
Het nieuwe budgettaire traject komt overeen met een verbetering van de verhouding tussen het conjunctuurgezuiverde primaire saldo en het bbp van 4,1 % in 2012 tot 6,2 % in 2013, 6,4 % in 2014 en ten minste 6,4 % van het bbp in 2015 en 20166. De autoriteiten zullen in de daaropvolgende jaren maatregelen nemen in het kader van de normale begrotingsprocedures. Er zij evenwel op gewezen dat de prognoses over het resterende begrotingstekort in latere jaren inherent onzeker zijn en in grote mate afhankelijk zijn van de sterkte van het herstel en van de opbrengst van de verbetering van de belastings- en socialezekerheidsdiensten. 4.3.
Maatregelen voor naleving van het begrotingsbeleid uit hoofde van de BMTS 2013-16
Om overeenkomstig Besluit 2011/734/EU van de Raad zo spoedig mogelijk een einde te maken aan de huidige buitensporigetekortsituatie, hebben de Griekse autoriteiten beslissende stappen genomen tot consolidatie van hun openbare financiën in 2013 en 2014, door de
6
NL
De overeenkomstige cijfers voor het conjunctuurgezuiverde overheidssaldo worden geraamd op -1,3 % van het bbp in 2012, 0,7 % van het bbp in 2013 en 0,4 % van het bbp in 2014.
6
NL
begroting voor 2013 en de budgettaire middellangetermijnstrategie voor de periode 2013-2016 vast te stellen. Op 11 november 2012 is de begroting voor 2013 aangenomen door het Griekse parlement, met inbegrip van consolidatiemaatregelen aan de ontvangsten- en uitgavenzijde ten bedrage van meer dan 9,2 miljard EUR, meer dan 5 % van het bbp, om het primaire tekort in 2013 terug te dringen. De begroting voor 2013 maakt deel uit van de budgettaire middellangetermijnstrategie (BMTS) voor 2013-2016, die enkele dagen eerder, op 7 november 2012, door het Griekse parlement werd aangenomen. De BMTS en de bijbehorende wetgeving om deze ten uitvoer te leggen omvatten een zeer omvangrijke budgettaire consolidatie waarvan het zwaartepunt in de beginperiode valt en die steunt op een omvangrijk pakket structurele maatregelen. De totale budgettaire aanpassing voor 2013-2014 bedraagt ongeveer 7,2 % van het bbp, waarbij de in 2013 te nemen maatregelen twee derde van deze consolidatie-inspanning vertegenwoordigen. Dit moet de weg vrijmaken voor de verwezenlijking van een primair overschot van 4,5 % van het bbp en een overheidstekort van 2,0 % van het bpp tegen 2016. In kwalitatief opzicht bestaat de aanpassing voor het grootste deel uit uitgavenmaatregelen die in de beginfase van het programma zullen worden genomen. De begroting voor 2013, de BMTS en de afzonderlijke maatregelen zijn uitvoerig door de Griekse autoriteiten besproken met de diensten van de Commissie in het kader van het economische aanpassingsprogramma en de financiële steun die Griekenland ontvangt. Tijdens deze besprekingen werden de budgettaire consolidatiemaatregelen bekeken in samenhang met de hervormingen die zij met zich meebrengen, teneinde te zorgen voor een duurzame correctie van het buitensporige tekort en een haalbaar schuldentraject, maar ook om ervoor te zorgen dat de gevolgen voor de groei en de Griekse samenleving in aanmerking worden genomen. Tijdens deze besprekingen is voortdurend rekening gehouden met sociale overwegingen en de rol van sociale partners bij het opstellen en ten uitvoer leggen van de maatregelen (zo is bij pensioenhervormingen bijvoorbeeld geprobeerd de gepensioneerden uit de laagste inkomensgroepen te ontzien). De budgettaire consolidatiemaatregelen hebben betrekking op het hele scala van overheidsactiviteiten, met als belangrijkste aandachtsgebieden: •
NL
een duurzamer pensioenstelsel, dankzij vermindering van de pensioenkosten en naar voren halen van het volledige effect van de pensioenhervorming. De pensioenmaatregelen zullen over 2013-2014 naar verwachting een besparing van ongeveer 5,3 miljard EUR opleveren, ongeveer 2,8 % van het bbp. Zij vertegenwoordigen ongeveer twee vijfde deel van het totale pakket voor 2013-2014. Deze maatregelen zijn een aanvulling op de reeks hervormingen die in 2010 is ingezet met de pensioenhervorming ter compensatie van de zeer snelle pensioenverhogingen in de periode 2000-2009. De algemene pensioengerechtigde leeftijd zal worden opgetrokken van 65 tot 67 jaar, waarbij de leeftijdsgrenzen voor bijna alle categorieën gepensioneerden evenredig zullen worden gewijzigd; hiermee wordt een onderdeel van de pensioenhervorming van 2010 naar voren gehaald dat oorspronkelijk pas vanaf 2015 van start zou gaan. Alle seizoensgebonden bonussen bovenop basis- en aanvullende pensioenen zullen worden afgeschaft, en tegelijkertijd zal het maandbedrag van de basis- en aanvullende pensioenen per begunstigde geleidelijk worden verlaagd (met 5 % van 1 000 tot 1 500 EUR; met 10 % van 1 500 tot 2 000 EUR; met 15 % van 2 000 tot 3 000 EUR en met 20 % vanaf 3 000 EUR). Bovendien zal worden bezuinigd op nieuwe als afkoopsom uitgekeerde bedragen
7
NL
voor overheidspersoneel en voor alle SSF's. De pensioenen voor bijzondere loonregimes zullen eveneens omlaag gaan ten gevolge van loonsverlagingen en de afschaffing van automatische loonpromoties. Andere maatregelen zijn onder meer een verhoging van de bijdragen voor landbouwers, verlaging van de pensioenen van verkozen ambtsdragers, de invoering van van de bestaansmiddelen afhankelijke pensioenen voor specifieke categorieën begunstigden, de afschaffing van de speciale pensioenuitkeringen voor vakbondsmensen en toepassing van kruiscontroles om een einde te maken aan onterechte pensioenuitkeringen;
NL
•
permanente verlagingen van de loonkosten in de overheidssector. Na de aanzienlijke stijgingen in de periode 2000-2009 en na de forse bezuinigingen op de lonen in het verleden, is de regering nu van plan een nieuwe reeks permanente verlagingen van de lonen ten belope van ongeveer 1,3 miljard EUR (0,7 % van het bbp) door te voeren in 2013-2014. Deze categorie bezuinigingen vertegenwoordigt 10 % van het totale begrotingspakket voor 2013-2014. De rationalisering van de loonkosten voor werknemers die onder een bijzonder loonstelsel vallen (rechters, diplomaten, artsen, professoren, strijdkrachten en politie, luchthavenpersoneel en secretarissen-generaal), zal worden bereikt door middel van een progressieve verlaging, met ingang van 1 augustus 2012, van het maandloon, wat resulteert in de volgende marginale verminderingen: 2 % voor lonen onder 1 000 EUR, 10 % voor lonen van 1 000 tot 1 500 EUR, 20 % voor lonen van 1 500 tot 2 500 EUR, 30 % voor lonen van 2 500 tot 4 000 EUR, en 35 % voor lonen boven 4 000 EUR. Deze bezuinigingen zullen in 2014 worden aangevuld door de afschaffing van de automatische loonpromoties van de strijdkrachten, wat jaarlijks goed is voor ten minste 88 miljoen EUR. Een andere belangrijke maatregel is de afschaffing van de seizoensbonussen van werknemers bij de staat en de lokale overheden en in publiekrechtelijke of privaatrechtelijke juridische entiteiten, in de periode 2013-2016 aangevuld door de schorsing van de prestatiepremies in de hele overheidssector;
•
andere loongerelateerde maatregelen zijn onder meer de rationalisering van de loonkosten van de staat (inclusief vermindering van de loonsom voor raadsgeneesheren en een vacaturestop bij het Ministerie van Burgerbescherming en het Ministerie van Onderwijs), de toepassing, voor de parlementaire medewerkers, van de uniforme salaristabel voor ambtenaren en afschaffing van de uitzonderingen op de in 2011 ingevoerde hervorming van de salaristabel voor de overheidssector. De BMTS heeft ook tot doel de loonkosten van de lokale overheden te verminderen. Het aantal werknemers in de overheidssector wordt verder beperkt door vermindering van het aantal nieuwe inschrijvingen in de professionele academies en van het aantal tijdelijke docenten, zowel in het secundair onderwijs als aan universiteiten en technische hogescholen, en door een verdere verlaging met 10 % van de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde duur. Ten slotte zullen tegen november 2013 27 000 ambtenaren in de mobiliteitsregeling worden geplaatst, onder meer door de afschaffing van de statussen van bepaalde categorieën werknemers of met gesloten/samengevoegde entiteiten gepaard gaande statussen en door de behandeling van tuchtrechtelijke zaken (onder meer via rechtstreekse ontslagen). In november 2012 zijn reeds 2 000 van deze werknemers in deze regeling geplaatst;
•
de rationalisering van de sociale uitkeringen (exclusief pensioenen) zal in 20132014 naar verwachting een besparing van ongeveer 300 miljoen EUR (0,2 % van het bbp) opleveren. De vastgestelde maatregelen omvatten onder meer de rationalisering van uitkeringen voor niet-verzekerde personen, de invoering van van
8
NL
de bestaansmiddelen afhankelijke gezinsuitkeringen, verlaging van subsidies aan landbouwers, verhoging van de leeftijdsvoorwaarde voor ontvangers van een inkomensafhankelijke toeslag op lage pensioenen (EKAS), bezuinigingen op speciale werkloosheidsuitkeringen en rationalisering van vervoersvergoedingen voor bepaalde categorieën patiënten, en hebben tot doel dat sociale uitkeringen beter bij huishoudens met een laag inkomen terechtkomen en daar meer effect hebben, in overeenstemming met de aanbevelingen van de technischebijstandspartners (OESO). De maatregelen zorgen ervoor dat de voorwaarden voor het ontvangen van sociale bijstand worden aangescherpt en dat deze beter wordt afgestemd op de kwetsbaarste bevolkingsgroepen. Het pakket omvat ook de invoering van twee nieuwe sociale programma's, die gericht zijn op het verzachten van de gevolgen voor de bevolking van hoge werkloosheidscijfers en inkrimping van het besteedbaar inkomen;
NL
•
kostenbesparingen en verbetering van de efficiëntie in de gezondheidszorg, met inbegrip van de uitgaven aan geneesmiddelen. Kostenbesparingen bij de uitgaven aan geneesmiddelen zijn goed voor ongeveer twee derde van de totale besparing in de gezondheidszorg van ongeveer 1,0 miljard EUR (0,6 % van het bbp) in 20132014. Er wordt bespaard door verdere ontwikkeling van stimulansen en verplichtingen tot het gebruik van generieke geneesmiddelen, een herziening van de eigenbijdrageregeling voor geneesmiddelen, waarbij nog slechts voor een beperkt aantal met specifieke therapieën verband houdende geneesmiddelen geen eigen bijdrage hoeft te worden betaald, door de regelmatige herziening van de geneesmiddelenprijzen op basis van de drie EU-landen met de laagste prijzen en door de toepassing van het automatische terugvorderingsmechanisme ("claw back") op de farmaceuticaproducenten. Dit laatste zal ervoor zorgen dat de farmaceutische uitgaven voor ambulante verzorging de streefcijfers van 2 440 miljoen EUR in 2013 en 2 000 miljoen EUR in 2014 niet overschrijden zodat de algemene doelstelling van 1 % van het bbp tegen 2014 wordt gehaald, terwijl de verstrekking aan patiënten in stand wordt gehouden. Verlaging van de ziekenhuisuitgaven, verhoging van de eigen bijdragen in de ziekenhuizen en voor voorgeschreven geneesmiddelen vanaf 2014, en het stroomlijnen van het netwerk van ziekenhuizen zullen ook bijdragen tot het terugdringen van de uitgaven;
•
verlaging van de operationele uitgaven van de regering. Maatregelen ten belope van ongeveer 239 miljoen EUR in 2013 en nog eens 225 miljoen EUR in 2014, in totaal ongeveer 0,5 miljard EUR (0,3 % van het bbp), omvatten de geleidelijke invoering van elektronische aanbestedingen voor alle overheidsdiensten, 25 % vermindering van de discretionaire niet-loongebonden uitgaven, een vermindering van de subsidies voor de binnenlandse veerboten en van de toekenningen aan buiten de begroting gehouden en niet tot de overheidssector gerekende fondsen, de afschaffing van subsidies aan de landbouwvakbonden, gekoppeld aan bijstand bij het aanvragen van financiële bijstand van de EU en het verder verstrengen van de uitgavenregel voor het Groene Fonds in 2014;
•
verminderen en ombuigen van de operationele defensie-uitgaven. In 2013-2014 zal ongeveer 340 miljoen EUR worden bezuinigd op de uitgaven voor militaire aankopen, bovenop de verlaging van de uitgaven voor de aankoop van militaire uitrusting die in het verleden reeds is doorgevoerd. Andere maatregelen zijn onder meer een verlaging van de operationele uitgaven door middel van de sluiting van militaire kampen en een vermindering van het aantal inschrijvingen in militaire
9
NL
scholen. Naar verwachting zal in 2013-2014 ongeveer 400 miljoen EUR (0,2 % van het bbp) worden bespaard;
NL
•
bevorderen van besparingen bij en een scherper toezicht op staatsbedrijven, door een verhoging van de ontvangsten en een vermindering van de overdrachten uit de rijksbegroting aan niet-overheidsentiteiten en van de operationele en personeelskosten (door middel van harmonisatie van de salaristabel van alle publieksrechtelijke staatsbedrijven met de salaristabel die voor de rest van de overheidssector geldt), voor een totaalbedrag van meer dan 350 miljoen EUR in 2013-2014 (0,2 % van het bbp). Om de doorvoering van deze besparingen af te dwingen wordt uiterlijk in 2013 een nieuw toezichts- en handhavingskader ingevoerd waarbij specifieke doelstellingen voor de financiële resultaten van elk staatsbedrijf worden vastgesteld en sancties worden opgelegd voor het geval van de doelstelling wordt afgeweken;
•
kostenbesparingen en verbetering van de efficiëntie bij onderwijsuitgaven, ten belope van ten minste 86 miljoen EUR in 2013, en nog eens 37 miljoen EUR vanaf 2014, door vermindering van de financiering van entiteiten die buiten de algemene overheidsbegroting voor onderwijs vallen, rationalisering van het netwerk van instellingen voor hoger onderwijs en verlaging van de kosten van de centrale en de regionale onderwijsadministraties. Deze kostenbesparingen moeten overeenstemmen met het actieplan voor verbetering van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het onderwijssysteem, tot de uitvoering waarvan de regering zich heeft verplicht, en mogen geen negatieve gevolgen hebben voor de soepele uitvoering van onderwijshervormingen waarvoor medefinanciering uit de EU-structuurfondsen wordt ontvangen;
•
verlaging van de overdrachten van de staat aan de lokale overheden, door verlaging van de overdrachten voor gewone uitgaven en investeringen van de lokale overheden, voor een totaalbedrag van 220 miljoen EUR in 2013-2014. Om de doorvoering van deze besparingen af te dwingen wordt een op begrotingsevenwicht gebaseerd intern stabiliteitspact stringenter gemaakt doordat een systeem voor toezicht op de uitgaven van de gemeenten wordt opgezet, het afwijken van de doelstellingen per begrotingsjaar economisch wordt ontmoedigd en de mogelijkheid tot tekortfinanciering wordt uitgesloten. Dit zal naar verwachting besparingen opleveren van ten minste 100 miljoen EUR in 2013 en nog eens 120 miljoen EUR vanaf 2014 (0,1 % van het bbp in de periode 2013-2014);
•
verminderingen van de kapitaaluitgaven (binnenlands gefinancierde overheidsinvesteringen en investeringssteun) met een totaalbedrag van 300 miljoen EUR in 2013-2014, 0,2 % van het bbp). Om de negatieve effecten op het bbp van deze besparingen te verzachten, heeft de regering toegezegd te besparen op projecten met een geringe toegevoegde waarde en met name projecten die minder kapitaalintensief zijn;
•
een ingrijpende hervorming van de directe belastingen en de belastingdienst en verhoging van de belastingen, om bestaande verstoringen aan te pakken. Deze groep maatregelen moet 1 668 miljoen EUR in 2013 en 1 820 miljoen vanaf 2014 (1,9 % van het bbp) leveren en vertegenwoordigt daarmee ongeveer een kwart van het hele pakket. Er zal een grote belastinghervorming worden doorgevoerd, die in 2014 besparingen van bijna 1,6 miljard moet opleveren. De hervorming van de
10
NL
belastingdienst moet ook de belastinginning versterken. De belastingmaatregelen omvatten onder meer de verhoging van de honoraria voor rechtszaken, de verhoging van de belasting op de activa van reders, de verlaging van de btw-teruggave voor landbouwers, de vermindering van de dieselaccijnssubsidie die aan landbouwers wordt verleend, de gelijkschakeling van het accijnstarief voor lpg en motordiesel door de belasting op lpg te verhogen, de gelijkschakeling van de socialezekerheidsbijdragen door het maximum voor werknemers die voor het eerst in dienst zijn getreden vóór 1993, te verhogen tot het maximum voor werknemers die voor het eerst in dienst zijn getreden na 1993, een hervorming van de accijnzen op tabak, de instelling van een belasting van 30 % op de brutogokinkomsten van OPAP, een belasting op winsten uit loterijen van 10 % en verhoging van het belastingtarief voor rente op spaargelden van 10 naar 15 %. De in de BMTS opgenomen maatregelen zijn over het algemeen van hoge kwaliteit. De BMTS zorgt voor een permanente correctie van de uitgavenposten die vanaf 2000 buitensporig zijn gestegen. De BMTS houdt een aanzienlijke verschuiving van de samenstelling van de uitgaven in, waarbij uitkeringen en lonen een kleiner aandeel gaan uitmaken: de bezuinigingen op de pensioenen en de lonen in de overheidssector maken samen ongeveer twee derde van de totale opbrengst van het pakket uit. Een deel van de besparingen op operationele uitgaven steunt op structurele maatregelen, zoals de introductie van een elektronisch systeem voor aanbestedingen, mobiliteit van personeel en een uitgebreide functionele evaluatie van de centrale overheidsdiensten. Naast de aanpassingen op het gebied van pensioenen en lonen, bevat het pakket ook realistisch maar minder goed doordachte beleidsmaatregelen, zoals bezuinigingen op binnenlandse investeringen. Ondanks deze bezuinigingen zullen de binnenlands gefinancierde investeringen op de middellange termijn naar verwachting fors toenemen. Ook zij opgemerkt dat de BMTS geen betrekking heeft op de bezuinigingen die naar verwachting zullen worden bereikt door middel van een uitgebreide reeks administratieve maatregelen, aangezien de tenuitvoerlegging daarvan volgens complexere stappen verloopt en deze maatregelen dus hogere leveringsrisico's met zich meebrengen. De uitvoering van deze maatregelen is echter van doorslaggevend belang voor de verdere verbetering van de efficiëntie van overheidsuitgaven, en zij zullen worden opgenomen in de memoranda van samenwerking tussen het ministerie van Financiën en de andere vakministeries.
NL
11
NL
Tabel 4. Begrotingsmaatregelen in de BMTS 2013-2014
(cumulatieve effecten, % van bbp)
2013
2014
Herstructurering overheidsdiensten
0,1
0,3
Subnationale overheden
0,0
0,1
Loonkosten overheidssector
0,6
0,7
Pensioenen
2,6
2,8
Sociale uitkeringen
0,1
0,2
Volksgezondheid
0,2
0,6
Defensie
0,2
0,2
Onderwijs
0,0
0,1
Rationalisering van staatsbedrijven
0,1
0,2
Rationalisering van nationaal PIB
0,1
0,2
Wijzigingen in belastingstelsel
0,9
1,9
Totaal pakket
5,1
7,2
Bron : diensten van de Commissie.
4.4.
Structurele maatregelen die voor de begroting relevant zijn
Naast en ter ondersteuning van de in het vorige hoofdstuk beschreven budgettaire beleidsmaatregelen heeft Griekenland een aantal structurele beleidsmaatregelen genomen die voor de begroting relevant zijn. Het privatiseringsprogramma kan aanzienlijke inkomsten genereren om de schulden af te bouwen, maar het heeft tot dusver niet de verwachte bedragen opgeleverd. Het programma werd door twee verkiezingen onderbroken maar heeft sinds september 2012 weer enige nieuwe impulsen gekregen. Verwacht wordt dat de totale inkomsten eind 2012 slechts ongeveer 1,7 miljard EUR zullen bedragen, al zullen verschillende activa naar verwachting in de eerste helft van 2013 kunnen worden verkocht. Het parlement heeft onlangs het gouden aandeel (25 %) in de staatsbedrijven die de komende jaren geprivatiseerd moeten worden, afgeschaft, wat de opbrengst van een aantal van deze activa zou kunnen verhogen. Verwacht wordt dat de totale inkomsten als gevolg van de privatiseringen eind 2013 ongeveer 3,4 miljard EUR zullen bedragen en dat dit bedrag eind 2016 zal oplopen tot 10,4 miljard EUR. Er bestaan echter nog steeds twijfels over de efficiëntie van het beheer van het privatiseringsproces. Gepleit wordt voor betere stimuleringsmaatregelen die niet alleen hogere opbrengsten genereren maar ook de industrie ten goede komen, meer investeringen opleveren en tot meer nettowerkgelegenheid leiden.
NL
12
NL
Tabel 5. Verwachte inkomsten uit de privatiseringen Eind:
Totale inkomsten sinds juni 2011 (in miljard EUR)
2012
1,7
2013
4,1
2014
6,0
2015
8,0
2016
10,4
Een grondige hervorming van de inkomensbelasting zal de belastinggrondslag verbreden en zo de belastingdruk gelijker helpen spreiden. De hervorming zal naar verwachting in januari 2013 ingaan maar de gevolgen voor de begroting zullen wellicht pas in 2014 ten volle zichtbaar zijn. De hervorming, die oorspronkelijk in het najaar van 2011 had moeten worden goedgekeurd, is nu een concreet initiatief, dat naar verwachting inkomsten zal opleveren (aanvankelijk was een inkomstenneutrale hervorming gepland). In de MTFS is rekening gehouden met de gevolgen van de hervormingen voor de belastinginkomsten. De belastinghervorming omvat vooral een nieuw belastingstelsel voor zelfstandigen, dat niet langer voorziet in belastingvoordelen en in de omvorming van de vennootschapsbelasting van dividenden naar winstbelasting. De belastinghervorming wil ook speciale belastingregelingen en belastingaftrek afschaffen zodat de belastingdruk beter kan worden gespreid. De volledige uitvoering van de hervorming zou gevaar kunnen lopen door de verwachte tegenstand van de vrije beroepen en de zelfstandigen. Het pensioenstelsel wordt nog steeds hervormd. De autoriteiten hebben reeds maatregelen genomen en onlangs een wet tot herziening van het aanvullende pensioenstelsel goedgekeurd. Krachtens deze wet is een enkel nieuw fonds (ETEA) opgericht waarin [bijna] alle (talrijke) fondsen zijn opgegaan. In de wet is ook een nieuwe formule vastgesteld, die op een actuarieel neutrale berekening van de pensioenuitkeringen (een stelsel van "notioneel vastgestelde bijdragen") is gebaseerd en met een duurzaamheidsfactor is aangevuld om de duurzaamheid van het stelsel in de toekomst te waarborgen. De nieuwe formule wordt met terugwerkende kracht toegepast op de pensioenrechten die sinds 2001 zijn opgebouwd, en zal gevolgen hebben voor de vanaf januari 2015 betaalde pensioenen. De te genereuze forfaitaire uitkeringen op het moment van de pensionering zijn aanzienlijk besnoeid en de regering ontwikkelt momenteel een nieuwe actuarieel neutrale formule voor de berekening van toekomstige forfaitaire rechten. De komende maanden moeten – eventueel met technische bijstand van andere lidstaten – ernstige inspanningen worden geleverd om de hervormingen uit te voeren (met name de organisatie van ETEA en het opstellen van geïndividualiseerde pensioendossiers). De gezondheidszorg wordt verder gestroomlijnd. De hervormingen worden voortgezet en in maart 2012 werd een belangrijke stap gezet met de goedkeuring van de nieuwe wet inzake gezondheidszorg (wet 4052/2012) en van een groot aantal gerelateerde ministeriële besluiten. De wetgeving beoogt 1) de uitgaven in de farmaceutische sector te verminderen en daarna te beheersen; 2) een enkele universele sociale ziektekostenverzekering – EOPYY (National
NL
13
NL
Organisation for the Provision of Health Services) – in te stellen; en 3) de ziekenhuissector te hervormen. De tot dusver uitgevoerde maatregelen beginnen resultaten op te leveren. Elektronische doktersrecepten vormen bijvoorbeeld al meer dan 90 % van alle voorschriften en het systeem kan onvertraagde informatie verstrekken voor continue monitoring en beoordeling. Nadat vóór en na de verkiezingen slechts langzaam vooruitgang is geboekt bij de uitvoering van een aantal maatregelen (bijvoorbeeld de updating van de prijzen van geneesmiddelen en van de lijsten van terugbetaalde geneesmiddelen, het INN-voorschrift en de inning van terugvorderingen), hebben de autoriteiten zich er nu opnieuw toe verbonden de bij wet goedgekeurde hervormingen uit te voeren. Bovendien hebben ze tal van nieuwe beleidsmaatregelen voorgesteld. Andere structurele hervormingen zijn nog lopende:
NL
•
er worden andere maatregelen genomen om de hervorming van de belastingdiensten mogelijk te maken en de strijd tegen de corruptie op te voeren. De op 7 november 2012 goedgekeurde vervanging van de wet op de boeken en de akten en de half 2013 verwachte goedkeuring van een moderne belastingwetgeving zijn van cruciaal belang om de hervorming van de belastingdiensten te vergemakkelijken en de draagwijdte van belastinghervorming te verruimen. Er worden tal van andere maatregelen uitgevoerd om de belastinginning te verbeteren: er wordt meer aandacht geschonken aan inbare belastinginkomsten, er zijn nieuwe verordeningen vastgesteld om niet-inbare schulden af te schrijven en betalingen in cash zullen in belastingkantoren worden verboden. Wat corruptie betreft, wil de regering een begin maken met de uitvoering van het plan ter bestrijding van corruptie, klokkenluiders beter beschermen en beslissingen over interne disciplinaire maatregelen centraliseren;
•
de regering is vastbesloten scherpere controle over alle algemene overheidsuitgaven uit te oefenen en heeft op dit gebied al belangrijke maatregelen genomen. Het ministerie van Financiën heeft het toezicht op de betalingsverplichtingen helpen versterken door het aanleggen van registers van betalingsverplichtingen bij de voor de uitgaven verantwoordelijke organen. Ondanks aanvankelijke vertragingen bij het opzetten van een doeltreffende structuur voor het beheer van de overheidsfinanciën heeft 72 % van de overheidsorganen in juni 2012 gegevens via de registers van betalingsverplichtingen gemeld, waardoor de structurele benchmarks voor juni werden gehaald. Verwacht wordt dat dit percentage in december 2012 zal stijgen tot 90 % omdat het belangrijkste orgaan voor het verlenen van gezondheidsdiensten (EOPYY) uiterlijk oktober 2012 gegevens via het e-portaal zal beginnen melden. EOPYY moet volledig voldoen aan de eisen wat betreft de bekendmaking van de registers van betalingsverplichtingen via het eportaal. Het begrotingstoezicht op de sociale zekerheid en de gezondheidszorg moet worden verbeterd;
•
de uitvoering en het beheer van de begroting worden verbeterd onder meer dankzij een grotere rol voor het ministerie van Financiën. Op 17 november 2012 heeft de ministerraad een wet goedgekeurd, die op 18 november in werking is getreden en voorziet in: i) memoranda van samenwerking tussen het ministerie van Financiën en de andere ministeries of tussen de ministeries en de managers van de onder toezicht staande overheidsorganen, die jaarlijks uiterlijk 31 december ondertekend moeten worden; ii) een intern stabiliteitspact voor lokaal bestuur op basis van een evenwichtige begroting en met corrigerende en sanctiemechanismen
14
NL
(zoals automatische verminderingen van de uitgaven wanneer verwacht wordt dat doelstellingen niet worden gehaald); iii) een versterkt toezicht op de maandelijkse uitvoering van de begroting door staatsbedrijven, met sancties voor die staatsbedrijven die zich niet houden aan de overeengekomen doelstellingen; en iv) een versterkte centralisatie van de begrotingsplanning en -uitvoering waarbij de coördinatiebevoegdheden van het Government Accounting Office (GAO) ten aanzien van de directoraten-generaal Financiële Diensten van de vakministeries worden versterkt. De wet bepaalt ook dat het programma van de begrotingsuitvoering en de eigenlijke begrotingsuitvoering maandelijks moeten worden voorgelegd aan de toezichthoudende directeur-generaal Financiële Diensten en het GAO (afhankelijk van de omvang van hun begroting). Krachtens de wet kan het ministerie van Financiën het hele jaar door ook corrigerende maatregelen nemen tegen alle organen (behalve staatsbedrijven en lokale overheden) die hun begrotingsverplichtingen niet nakomen (dergelijke organen kunnen bijvoorbeeld onder het directe toezicht van het ministerie van Financiën worden geplaatst). 5.
COCLUSIE
Griekenland heeft doeltreffende maatregelen genomen om het buitensporige tekort in overeenstemming met Besluit 2011/734/EU van de Raad af te bouwen. Het land heeft verzekerd het structurele saldo in 2010-2012 te verbeteren (het is al groter dan de door de Raad aanbevolen minstens tien procentpunten van het bbp in 2009-2014). Geschat wordt dat Griekenland zijn structurele tekort al met 13,9 procentpunten van het bbp heeft verlaagd (van een tekort van 14,7 % in 2009 tot een tekort van naar schatting 1,5 % in 2012). Het reële begrotingstekort van de overheid is teruggedrongen van 15,6 % in 2009 tot 6,9 % van het bbp in 2012. Griekenland heeft maatregelen genomen om het tekort in 2012 onder controle te houden. Om zo snel mogelijk in overeenstemming met Besluit 2011/734/EU van de Raad een einde te maken aan het huidige buitensporige tekort hebben de Griekse autoriteiten ook doortastende maatregelen genomen om de openbare financiën in 2013 en 2014 te consolideren (goedkeuring van de begroting voor 2013 en de Medium-Term Fiscal Strategy 2013-2016). De door het parlement goedgekeurde begroting voor 2013 omvat aanvullende maatregelen aan de ontvangsten- en uitgavenzijde van meer dan 9,2 miljard EUR (meer dan 5 % van het bbp). De BMTS en de desbetreffende uitvoeringswetgeving omvatten een zeer forse en vroeg doorgevoerde begrotingsconsolidering met een omvangrijke reeks structurele maatregelen die aan de begrotingsconsolidering ten grondslag liggen. Doel is het pad te effenen voor een primair overschot van 4,5 % van het bbp en een overheidstekort van 2,0 % van het bbp uiterlijk 2016. Momenteel wordt ervan uitgegaan dat de economische activiteit veel zwakker zal zijn dan werd verwacht toen Besluit 2012/734/EU in maart 2012 werd vastgesteld. Verwacht wordt dat het reële bbp in 2012 en 2013 respectievelijk met 6,0 % en 4,2 % zal krimpen (in het vorige besluit van de Raad werd nog uitgegaan van respectievelijk 4,7 % en 0,0 %). In vergelijking met de prognoses in maart gaan de huidige prognoses uit van een aanzienlijk grotere en langdurigere daling van de economische activiteit. Deze duidelijke verslechtering van het economische scenario gaat – als het beleid onveranderd blijft – gepaard met een overeenkomstige verslechtering van de vooruitzichten voor de overheidsfinanciën.
NL
15
NL
De Commissie beveelt de Raad daarom aan de termijn voor de correctie van het buitensporige tekort met twee jaar (d.w.z. tot 2016) te verlengen, de budgettaire streefcijfers waaraan Griekenland in 2013 en 2014 moet voldoen, te herzien en nieuwe streefcijfers voor 2015 en 2016 vast te stellen. Deze streefcijfers moeten worden vastgesteld op basis van het primaire saldo van de overheid in nominale termen. In 2012 zou het primaire tekort 2 925 miljoen EUR (1,5 % van het bbp) moeten bedragen. In 2013, 2014, 2015 en 2016 zou het primaire saldo respectievelijk 0 EUR (0 % van het bbp), 2 775 miljoen EUR (1,5 % van het bbp), 5 700 miljoen EUR (3,0 % van het bbp) en 9 000 miljoen EUR (4,5 % van het bbp) moeten bedragen. Het nieuwe begrotingstraject impliceert een verbetering van het conjunctuurgezuiverde primaire saldo met 4,1 % van het bbp in 2012, 6,2 % in 2013 en ten minste 6,4 % in 2014, 2015 en 2016. De streefcijfers voor het primaire saldo impliceren een algemeen tekort van 5,4 % van het bbp in 2013, 4,5 % van het bbp in 2014, 3,4 % van het bbp in 2015 en 2,0 % van het bbp in 2016. De equivalente cijfers voor het conjunctuurgezuiverde overheidssaldo worden geraamd op -1,3 % van het bbp in 2012, 0,7 % van het bbp in 2013 en 0,4 % van het bbp in 2014. De equivalente cijfers voor het conjunctuurgezuiverde overheidstekort worden geraamd op -1,3 % van het bbp in 2012, 0,7 % in 2013, 0,4 % in 2014, 0,0 % in 2015 en -0,4 % in 2016. Om ervoor te zorgen dat de budgettaire toezeggingen worden nagekomen, worden op een aantal belangrijke gebieden (corrigerende en sanctiemechanismen, transparantie, verantwoordingsplicht en toezicht) maatregelen genomen. Zo wordt voor de nodige institutionele verbeteringen gezorgd. Daarbij wordt onder meer de governance en de onafhankelijkheid van het HRADF versterkt via driemaandelijkse automatische correctiemechanismen wanneer bij het privatiseringsproces de streefcijfers niet worden gehaald. Verder wordt het bestaande Parliamentary Budget Office op basis van beste internationale praktijken gereactiveerd door de reputatie, de onafhankelijkheid en de technische competentie ervan te versterken zodat het als een echte begrotingsraad kan functioneren (en bijvoorbeeld prognoses kan doen/bevestigen bij de voorbereiding van de begroting, toezicht kan houden op de naleving van de begrotingsdoelstellingen en begrotingsregels, en budgettaire ontwikkelingen en uitdagingen onafhankelijk kan beoordelen). De regering zal voor een efficiënte en tijdige schuldenaflossing zorgen en op de cashflows toezien via een versterkte implementatie van de bij wet 4063/2012 vastgestelde rekening voor schuldenaflossingen (de wet voorziet in een aparte rekening bij de Bank of Greece). Stortingen op deze rekening kunnen bij wet uitsluitend worden gebruikt voor de aflossing van schulden, met inbegrip van de amortisatie en de rentebetalingen van alle Griekse leningen, schuldenbeheertransacties en derivaten, evenals parallelle kosten (honoraria en andere onkosten) met betrekking tot de aflossing van schulden en tot het schuldenbeheer van de overheid in het algemeen. De opbrengst van deze rekening bestaat uit de uitbetaling van EFSF-leningen (afhankelijk van een acceptatiebericht van de EFSF) en de bijdragen van Griekenland aan de schuldenaflossing (met inbegrip van alle inkomsten uit de privatisering van staatsactiva en ten minste 30 % van de inkomstenmeevallers). Over alle betalingen vanaf deze rekening moet vooraf gedetailleerd verslag aan de EFSF/ESM worden uitgebracht en de betalingen moeten achteraf door de rekeninghouder worden bevestigd.
NL
16
NL
BIJLAGE:
BIJ BESLUIT 2011/734/EU van 13 maart 2012 VEREISTE MAATREGELE
Artikel 1, lid 1: Griekenland maakt zo spoedig mogelijk en uiterlijk vóór 2014 een einde aan de huidige buitensporigtekortsituatie.
IET I ACHT GEOME – nieuwe aanbeveling om de termijn voor het verhelpen van het buitensporige tekort te verlengen tot 2016.
Artikel 1, lid 2: Met het aanpassingstraject in de richting van de correctie van het buitensporige tekort wordt de verwezenlijking beoogd van een primair overheidstekort (tekort minus renteuitgaven) van niet meer dan 2 037 miljoen EUR (1,0 % van het bbp) in 2012 en van een primair overschot van ten minste 3 652 miljoen EUR (1,8 % van het bbp) in 2013 en 9 352 miljoen EUR (4,5 % van het bbp) in 2014. Na de schuldenruil correleren deze streefcijfers voor het primaire tekort/overschot met een algeheel tekort van 14 811 miljoen EUR (7,3 % van het bbp) in 2012, 9 462 miljoen EUR (4,7 % van het bbp) in 2013 en 4 499 miljoen EUR (2,2 % van het bbp) in 2014. Daarmee zal over de periode 2009-2014 een verbetering van het structurele saldo met ten minste 10 % van het bbp tot stand zijn gebracht. De opbrengsten uit de privatisering van (financiële en nietfinanciële) activa, alsmede alle overdrachten die verband houden met het besluit van 21 februari 2012 van de Eurogroep met betrekking tot inkomsten van de nationale centrale banken in de eurozone, met inbegrip van de Bank van Griekenland, die afkomstig zijn van hun beleggingsportefeuilles van Griekse staatsobligaties, doen geen afbreuk aan de vereiste budgettaire consolidatie-inspanningen en tellen niet mee bij de beoordeling van deze streefcijfers.
DEELS I ACHT GEOME – volgens de gedetailleerde beoordeling in het nalevingsverslag zal het overheidstekort in 2012 naar verwachting 6,9 % van het bbp bedragen, met een primair tekort van 1,5 % van het bbp. Het totale ESR-tekort in 2012 zal naar verwachting 0,4 procentpunt van het bbp lager zijn dan het maximale overheidstekort van 7,3 % van het bbp (op ESR95-basis) dat voor 2012 in het besluit van de Raad is vastgelegd. Het primaire tekort zal wegens de erger dan verwachte recessie naar verwachting evenwel iets hoger zijn dan de beoogde 1,0 % van het bbp. De cumulatieve verbetering in het structurele saldo zal voor 2009-2012 naar verwachting 13,9 % van het bbp zijn; het streven voor de periode 2009-2014 was een verbetering van 10 %.
Artikel 1, lid 3: Het in lid 2 genoemde aanpassingstraject correleert met een jaarlijkse verandering in de geconsolideerde bruto overheidsschuld van 26 954 miljoen EUR in 2012, 6 775 miljoen EUR in 2013 en 1 492 miljoen EUR in 2014.
IET I ACHT GEOME – de geconsolideerde bruto overheidsschuld zal in 2012 naar verwachting met 11,1 miljard EUR afnemen, terwijl in het besluit van de Raad 26,957 miljard euro is vastgesteld. Dit is het gevolg van de lager dan verwachte privatiseringsopbrengsten, een lager dan verwachte consolidatie van de overheidsschuld en tegenvallende cash-accruals en andere aanpassingen van de rente.
Artikel 2, lid 7bis: Griekenland stelt onverwijld de volgende maatregelen vast: a) een verlaging van de uitgaven aan geneesmiddelen in 2012 met ten minste 1 076 miljoen EUR;
NL
17
I ACHT GEOME. - Wet 4052/2012 (Staatsblad 41/A/01.03.2012) - Verlaging van de prijs van geneesmiddelen: Ministerieel Besluit YG/151/29.02.2012 – Staatsblad 545/B/01.03.2012.
NL
- Vermindering van prijs voor generieke geneesmiddelen: Ministerieel Besluit YG/151/29.02.2012 – Staatsblad 545/B/01.03.2012. - Vermindering van generieke prijzen: Ministerieel Besluit YG/151/29.02.2012 – Staatsblad 545/B/01.03.2012. - Vermindering van de prijs van merkproducten: Ministerieel Besluit YG/151/29.02.2012 – Staatsblad 545/B/01.03.2012. - Verhoging van de eigen bijdrage: Gezamenlijk Ministerieel Besluit F42000oik2555/353/28.02.2012 – Staatsblad 497/28.02.2012. - Vermindering van de winstmarges van apothekers en groothandelaren: Ministerieel Besluit YG/151/29.02.2012 – Staatsblad 545/B/01.03.2012. - Verplicht gebruik van elektronische doktersrecepten: Ministerieel Besluit YG/148/29.02.2012 – Staatsblad 545/B/01.03.2012. - Verplichte protocollen: Ministerieel Besluit Y4a/29.02.2012 – Staatsblad 545/B/01.03.2012. - Apothekers alleen vergoeden op grond van een e-recept: Ministerieel Besluit YG/148/29.02.2012 – Staatsblad 545/B/01.03.2012. - Kortingen voor een positieve lijst: Ministerieel Besluit YG/151/29.02.2012 – Staatsblad 545/B/01.03.2012. - Rondzendbrieven met het verzoek om bijwerking van de begroting van ziekenhuizen en socialezekerheidsfondsen: F.80000/5368/1108/06.03.2012 en 22435/06.03.2012 en Gezamenlijk Ministerieel Besluit Y10/G.P. oik GY156/01.03.2012. - «Claw-back»: Ministerieel Besluit GY 150/01.03.2012 – Staatsblad 681/B/08.03.2012. b) een verlaging van de loontoeslagen voor overwerk aan ziekenhuisartsen in 2012 met ten minste 50 miljoen EUR;
I ACHT GEOME. - Vermindering van loontoeslagen voor overwerk aan artsen: Wet 4051/2012, Staatsblad 40/A/29.02.2012. - Tenuitvoerleggingsrondzendbrief 2/17589/022/29.02.2012.
c) een verlaging van de aankopen van militair materieel in 2012 met 300 miljoen EUR (contant en leveringen);
I ACHT GEOME. Vermindering van de aankoop van militair materieel: Wet 4051/2012, Staatsblad 40/A/29.02.2012.
d) een verlaging van de bezoldiging van gekozen ambtsdragers en hun medewerkers op decentraal
I ACHT GEOME.
NL
18
NL
niveau in 2012 met 10 % en een verlaging van het aantal locoburgemeesters en hun medewerkers in 2013, teneinde in 2012 een bedrag van ten minste 9 miljoen EUR en in 2013 een aanvullend bedrag van 28 miljoen EUR te besparen;
Vermindering met 10 % van de bezoldiging van gekozen ambtsdragers en hun medewerkers: Wet 4051/2012, Staatsblad 40/A/29.02.2012. De verlaging van de bezoldiging gaat onmiddellijk in. De vermindering van het aantal locoburgemeesters en hun medewerkers zal echter pas op 1 januari 2013 worden uitgevoerd.
e) een verlaging van de operationele uitgaven van de centrale overheid, en van de verkiezingsgerelateerde uitgaven met ten minste 370 miljoen EUR (ten opzichte van de begroting van 2012), waarvan ten minste 100 miljoen EUR aan militaire operationele uitgaven en ten minste 70 miljoen EUR aan electorale uitgaven;
I ACHT GEOME. Verlaging van de operationele uitgaven van de centrale overheid en van verkiezingsgerelateerde uitgaven: Wet 4051/2012, Staatsblad 40/A/29.02.2012. Hoewel wetswijzigingen hebben plaatsgevonden, blijkt de vermindering van de sociale uitgaven in sommige categorieën achteraf kleiner te zijn dan aanvankelijk in het programma opgenomen. Dit is te wijten aan het feit dat sommige onverwachte uitgaven onvoldoende zijn gecompenseerd door andere besparingen (waardoor de kredieten moesten worden verhoogd vanuit de reserve voor onvoorziene uitgaven).
f) een verlaging van de operationele uitgaven van de decentrale overheid in 2012 met ten minste 50 miljoen EUR;
I ACHT GEOME. Bezuinigingen op subsidies en beurzen: Wet 4051/2012, Staatsblad 40/A/29.02.2012.
g) een verlaging van subsidies aan mensen die in een afgelegen gebied wonen, en een verlaging van subsidies aan de verschillende entiteiten die onder toezicht van de ministeries staan, teneinde de uitgaven in 2012 met ten minste 190 miljoen EUR terug te brengen;
I ACHT GEOME. - Afgelegen gebieden: Gezamenlijk Ministerieel Besluit nr. 1411/25952/05.03.2012. - Subsidies: Ministerieel besluit tot wijziging van de begroting van het Ministerie van Onderwijs F.1/A/137/23741/IB/06.03.2012, tot wijziging van de uitvoeringsbegroting F.a/A9017022/16.02.2012, op beurzen voor universiteiten voor contractuele werknemers F.a/G23736/IB/06.03.2012, op beurzen voor universiteiten voor lopende uitgaven 1/A/23740/IB/06.03.2012, op beurzen voor universiteiten betreffende levensmiddelenuitgaven voor studenten F.1/B/23738/IB/06.03.2012 , op beurzen voor technische scholen voor contractuele werknemers, operationele uitgaven en levensmiddelen voor studenten 23734/IB/06.03.2012.
NL
19
NL
- Op de gewijzigde begroting van het Ministerie van Cultuur en Toerisme YPPOT/OIKON/A1/19924/05.03.2012. (h) een verlaging van het publieke investeringsbudget (PIB) in 2012 met 400 miljoen EUR. Deze verlaging van het PIB zal geen gevolgen hebben voor projecten waarvoor medefinanciering uit de structuurfondsen wordt ontvangen (waaronder de TEN-T-projecten);
I ACHT GEOME. Verlaging van het PIB: Wet 4051/2012, Staatsblad 40/A/29.02.2012.
i) wijzigingen in aanvullende pensioenfondsen en pensioenfondsen die hoge gemiddelde pensioenen uitkeren of hoge subsidies uit de begroting ontvangen, en verlaging van de overige hoge pensioenen om in 2012 ten minste 450 miljoen EUR (netto, dus rekening houdend met de gevolgen voor de belastingen en sociale bijdragen) te besparen;
I ACHT GEOME. - Veranderingen in aanvullende pensioenen: Wet 4051/2012 Staatsblad 40/A/29.02.2012. - Gezamenlijk Ministerieel Besluit voor NAT Staatsblad 499/B/28.02.2012.
j) een verlaging in 2012 van de gezinsuitkeringen aan huishoudens met een hoog inkomen met 43 miljoen EUR;
I ACHT GEOME. Bezuinigingen op gezinsuitkeringen: Wet 4052/2012 Staatsblad 41/A/01.03.2012.
k) ministeriële besluiten ter voltooiing van de volledige invoering van de nieuwe salaristabel in alle desbetreffende entiteiten, en wetgeving voor de terugvordering van te veel betaalde salarissen met terugwerkende kracht vanaf november 2011;
I ACHT GEOME. - Salaristabel: Wet 4051/2012, Staatsblad 40/A/29.02.2012. - Gezamenlijk Ministerieel Besluit voor personeel van ministeries 2-16306/0022/23.02.2012: Staatsblad 78/Yo/24.02.2012. - Gezamenlijk Ministerieel Besluit voor contracten met vaste looptijd 2-391/0022/17.02.2012: Staatsblad B 414/23.02.2012. - Gezamenlijk Ministerieel Besluit inzake zwaar werk: Staatsblad 465/B/24.02.2012. - Gezamenlijk Ministerieel Besluit advocaten: Staatsblad 498/B/28.02.2012. - Gezamenlijk Ministerieel Besluit inzake wetenschappers van onafhankelijke instanties: Staatsblad 498/B/28.02.2012.
(l) de wijziging van de artikelen 3 en 21 van Wet 4038/2012, ter herziening van de voorwaarden voor het verlengen van de termijnbetalingsregelingen voor achterstallige belastingen en sociale premies: de regelingen gelden alleen voor bestaande betalingsachterstanden van minder dan 10 000 EUR bij particulieren en 75 000 EUR bij bedrijven. Belastingbetalers die om een verlenging van een betalingsregeling vragen, moeten de belastingdienst volledige inzage geven in hun financiële
I ACHT GEOME.
NL
20
NL
situatie; m) een kaderwet met een grondige herziening van de werking van de secundaire/aanvullende openbare pensioenfondsen, teneinde de pensioenuitgaven te stabiliseren en de budgettaire neutraliteit van deze regelingen, alsmede de houdbaarheid van het stelsel op middellange en lange termijn te waarborgen.
I ACHT GEOME.
Artikel 2, lid 8: Griekenland neemt de volgende maatregelen vóór eind maart 2012: a) een hervorming van de secundaire/aanvullende pensioenregelingen, zulks in overleg met de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds en gevalideerd door het EU-Comité voor de economische politiek wat betreft het geraamde effect ervan op de langetermijnhoudbaarheid. De parameters van de nieuwe secundaire theoretische toegezegdebijdragenregeling zorgen op lange termijn voor een actuarieel evenwicht, zoals berekend door de nationale autoriteit voor het actuariaat;
I ACHT GEOME.
b) een aanpassing van de winstmarges van apotheken en de invoering van regressieve winstmarges om de algehele winstmarge terug te brengen tot onder de 15 %;
I ACHT GEOME E WERKZAAMHEDE GAADE. Wet 4052/2012 is aangenomen door het parlement. De autoriteiten hebben bij Wet 4052/2012 van eind september de winstmarge van apotheken van 6, 7 en 8 % voor geneesmiddelen boven 200 EUR opgeheven. Als gevolg is er alleen een forfaitaire bijdrage van 30 EUR voor geneesmiddelen boven 200 EUR.
c) aanvang van de tweede fase van de bestaande functionele evaluatie van de sociale programma’s, die een meer gedetailleerde evaluatie van specifieke programma’s omvat en tot doel heeft de overmatige versnippering te verminderen, te besparen en voor efficiëntiewinst te zorgen;
WERKZAAMHEDE GAADE. Het OESO-verslag over sociale programma's is noch voltooid noch is daarover overeenstemming met de Griekse autoriteiten. Toch zijn sommige bevindingen gebruikt om de beleidsmaatregelen voor de sociale programma's bij te stellen.
d) gebruik van elektronische recepten voor alle medische handelingen (geneesmiddelen, verwijzingen, diagnosen, heelkunde) bij de voorzieningen van de nationale gezondheidsdienst, de door de EOPYY op contractbasis in dienst genomen zorgverleners en de socialezekerheidsfondsen; opstelling van gedetailleerde maandelijkse auditverslagen door de voorzieningen van de nationale gezondheidsdienst en de contractuele zorgverleners; toewijzing van een lager kostendelingspercentage aan generieke geneesmiddelen met een duidelijk lagere prijs dan de referentieprijs (minder dan 60 % van de prijs van merkproducten) op basis van de ervaring van andere lidstaten; publicatie door de socialezekerheidsfondsen van een jaarlijks verslag over het
I ACHT GEOME E WERKZAAMHEDE GAADE. Wet 4052/2012 en het desbetreffende ministeriële besluit zijn vastgesteld. Op dit moment zijn meer dan 90 % van de recepten voor farmaceutische producten elektronisch. Het elektronisch receptensysteem voor doorverwijzing en diagnostische tests bestaat, maar wordt nog maar in beperkte mate gebruikt en is nog niet geïntegreerd in het andere elektronische receptensysteem. De autoriteiten werken momenteel met de Zweedse autoriteiten samen
NL
21
NL
voorschrijven van geneesmiddelen; vastleggingskredieten;
gebruik
door
alle
ziekenhuizen
van
registers
van
om het elektronisch receptensysteem te verbeteren. De autoriteiten zullen het elektronisch diagnosesysteem medio november samenvoegen met het elektronische systeem voor geneesmiddelenrecepten. I ACHT GEOME E WERKZAAMHEDE GAADE. EOPYY heeft nu dagelijks toegang tot elektronische receptengegevens en kan verslagen over elektronische recepten samenstellen. Autoriteiten hebben een zeer eenvoudige eerste rapport begin oktober onderling kunnen delen. I ACHT GEOME E WERKZAAMHEDE GAADE. De kostendeling is lager voor de goedkoopste generieke geneesmiddelen aangezien bij Wet 4052/2012 en per ministerieel besluit is aangegeven dat alleen het goedkoopste geneesmiddel in elke INN-groep vergoed zou worden, en de patiënt voor de andere geneesmiddelen het prijsverschil zou betalen. Met andere woorden, de prijs van het goedkoopste generieke geneesmiddel is de referentieprijs voor vergoeding. Autoriteiten hebben een intern systeem van referentieprijzen op ATC-4 niveau ingevoerd, samen met de publicatie van de positieve lijst in medio november. I ACHT GEOME E WERKZAAMHEDE GAADE. De autoriteiten zijn bezig met het produceren en analyseren van gegevens en hebben een eerste ontwerpverslag tegen eind september voorgelegd. De structuur en inhoud van het verslag moet sterk worden verbeterd. I ACHT GEOME E WERKZAAMHEDE GAADE. Er zijn interne controleurs toegewezen aan de meeste maar niet alle ziekenhuizen. Een verslag over hun activiteiten moet uiterlijk eind november bij de Commissie worden ingediend.
e) overschakeling naar een nieuw systeem voor gecentraliseerde aankoop van farmaceutische producten en medische goederen voor de nationale gezondheidsdienst via het Comité voor de leveringscoördinatie, met behulp van het Comité voor de specificaties; hiervoor wordt gebruikgemaakt van het eenvormige coderingssysteem voor medische benodigdheden en
NL
22
WERKZAAMHEDE GAADE. Er zijn verscheidene aanbestedingen uitgeschreven voor medische benodigdheden en geneesmiddelen voor gebruik in ziekenhuizen, die aanzienlijke besparingen kunnen opleveren.
NL
farmaceutische producten; f) om de uitgaven beter in de hand te houden: vaststelling van wetgeving die de procedure voor de indiening en de goedkeuring van aanvullende begrotingen stroomlijnt; voortzetting van het proces tot instelling van voor de hele centrale overheid geldende registers van vastleggingskredieten;
TE DELE I ACHT GEOME. In het eerste kwartaal is een administratieve tijdschema voor het bijwerken van de begrotingsstrategie voor de middellange termijn vastgesteld. De strategie is goedgekeurd. Besprekingen met de autoriteiten over de vaststelling van wetgeving tot stroomlijning van de procedures voor de indiening en goedkeuring van aanvullende middelen zijn lopende. I ACHT GEOME E WERKZAAMHEDE GAADE. In maart is een rondzendbrief uitgegaan betreffende registers van vastleggingskredieten voor de investeringsbegroting. 72 % van de betalingseenheden melden dat gegevens uit registers van vastleggingskredieten in juli voldeden aan het desbetreffende structurele ijkpunt (het andere ijkpunt, met betrekking tot verschillen tussen de gegevens uit enquêtes en registers van vastleggingskredieten, werd net niet gehaald).
g) de afronding van de lopende functionele evaluatie van de sociale programma’s;
WERKZAAMHEDE GAADE. Het OESO-verslag over sociale programma's is noch voltooid noch is daarover overeenstemming met de Griekse autoriteiten. Toch zijn sommige bevindingen gebruikt om de beleidsmaatregelen voor de sociale programma's bij te stellen.
h) benoeming van de SPPA-leden;
I ACHT GEOME.
i) de inventarisatie van de regelingen waarbij de uitkeringen ineens bij pensionering niet in overeenstemming zijn met de betaalde bijdragen, en aanpassing van de uitkeringen;
IET I ACHT GEOME. De technische werkzaamheden voor het opzetten van een actuariële formule voor de berekening van het aanvullend pensioen zal in november worden voltooid. Een ministerieel besluit zal vóór of in december worden aangenomen.
j) een verlaging van de winstmarges van de farmaceutische groothandel die moeten convergeren naar een bovengrens van 5 %;
I ACHT GEOME. Wet 4052/2012 is aangenomen door het parlement.
NL
23
NL
k) de nodige aanbestedingsprocedures voor de invoering van een breed en uniform informatiesysteem voor de gezondheidszorg (e-gezondheidszorgsysteem);
I ACHT GEOME E WERKZAAMHEDE GAADE. Er zijn aanbestedingen van start gegaan, maar het proces is nog niet voltooid.
l) de benoeming van alle juridische, technische en financiële adviseurs voor de in 2012 en 2013 door te voeren privatiseringen.
TE DELE I ACHT GEOME. De benoeming van adviseurs voor EAS is nog hangende.
Artikel 2, lid 9: Griekenland neemt de volgende maatregelen vóór eind juni 2012: a) de afronding van de evaluatie van de publieke uitgavenprogramma’s. Deze evaluatie, waarvoor een beroep wordt gedaan op externe technische bijstand, is gericht op de pensioenen en sociale overdrachten (met dien verstande dat de sociale basisbescherming behouden blijft), op de defensieuitgaven, met als uitgangspunt dat het defensievermogen van het land niet wordt aangetast, en op een herstructurering van de centrale en de lokale bestuursdiensten. Ook zal nader worden bepaald hoe de farmaceutische uitgaven en operationele uitgaven van ziekenhuizen en de sociale uitkeringen verder worden gestroomlijnd;
WERKZAAMHEDE GAADE. KEPE heeft een evaluatie uitgevoerd van de overheidsuitgaven met concrete resultaten die de regering heeft gebruikt als onderdeel van de maatregelen die zijn aangenomen in het begrotingspakket.
b) de vaststelling van een fiscale hervorming om het belastingstelsel te vereenvoudigen, vrijstellingen en preferentiële regelingen af te schaffen en de grondslagen te verbreden, zodat de belastingtarieven geleidelijk kunnen worden verlaagd naarmate de ontvangsten toenemen. Deze hervorming heeft betrekking op de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, de onroerendgoedbelasting, de btw en op de sociale bijdragen, terwijl de relatieve belastingdruk van de indirecte belastingen wordt gehandhaafd;
IET I ACHT GEOME. VOORUITGAG GEBOEKT. Uitgebreide en gedetailleerde besprekingen over cruciale parameters en budgettaire gevolgen van de PIT- en CITinkomstenbelastinghervorming. Ontwerpwetgeving betreffende PIT, CIT en sancties enz. is in omloop en zal hoogstwaarschijnlijk eind december 2012 van kracht worden.
c) de herziening van de juridische waarde van onroerend goed en een betere afstemming ervan op de marktprijzen;
IET I ACHT GEOME. VOORUITGAG GEBOEKT. Volgens de Bank van Griekenland heeft de daling van de vastgoedprijzen in 2011 en 2012 de discrepantie tussen de prijzen en de juridische waarden de facto met 80 % verlaagd. De autoriteiten hebben daarom hun inspanningen gericht op een dynamisch proces om de juridische waarden tijdig aan te passen aan de marktprijzen. Het ministerie van Financiën heeft het initiatief genomen tot de ontwikkeling en de tenuitvoerlegging van een standaardprocedure voor herziening van de juridische waarden. Er is een wijzigingvoorstel om dit onder verantwoordelijkheid van het directoraat voor Kapitaalbelasting te stellen. Dit nieuwe proces zal de mate van politieke inmenging bij de vaststelling van de waarde van
NL
24
NL
onroerende zaken verminderen. d) de stopzetting van betalingen met contant geld en cheques in belastingkantoren en de vervanging ervan door bankoverschrijvingen zodat het personeel meer tijd overhoudt voor werkzaamheden met een hogere toegevoegde waarde (audits, belastinginning en advies aan belastingbetalers);
IET I ACHT GEOME. VOORUITGAG GEBOEKT. De vereiste institutionele veranderingen zijn nu bekend, en er wordt gewerkt aan de voltooiing van deze taak, hetgeen voor of in december 2012 moet geschieden. Er wordt gewerkt aan de betaling van de vastgestelde schulden via de banken, dat eind oktober geschied moet zijn. Dit omvat ook schulden die onder betalingsregelingen vallen (momenteel het merendeel, als gevolg van de crisis).
e) een verlaging met gemiddeld 12 % van de "bijzondere lonen" in de publieke sector, waarop de nieuwe salaristabel niet van toepassing is. Deze gaat op 1 juli 2012 in en levert een besparing op van ten minste 205 miljoen EUR (netto, dus rekening houdend met de gevolgen voor de belastingen en sociale bijdragen);
I ACHT GEOME. De regering heeft in november in de "bijzondere lonen" gesnoeid; zij zijn opgenomen in de "omnibuswet" (paragraaf C.1/13-39). Alhoewel de bezuinigen in juni van kracht hadden moeten worden, en niet in november, zijn zij retroactief van kracht vanaf 1 augustus 2012.
f) besluiten tot vaststelling van de uitvoeringsverordening voor de centrale autoriteit voor overheidsopdrachten (SPPA). De SPPA begint met haar werkzaamheden in het kader van haar opdracht, doelstellingen en bevoegdheden zoals vastgesteld in de wet op de SPPA en in het actieplan dat in november 2010 met de Europese Commissie is overeengekomen.
IET I ACHT GEOME. VOORUITGAG GEBOEKT. De besluiten betreffende de aanstelling van de leden van de raad van de SPPA, het formatieplan voor SPPA-personeel, en de presidentiële decreten betreffende het functioneren van de SPPA (PD 122/2012; FEK A 215/05.11.2012) en de organisatie van de SPPA (PD 123/2012; FEK A 216/05.11.2012) zijn allemaal goedgekeurd. Het presidentiële decreet inzake het Financieel Reglement van de SPPA zal in november gereed zijn. I ACHT GEOME. De leden van de raad zijn benoemd en zeven personeelsleden (vijf advocaten, twee ingenieurs) zijn medio september 2012 naar de Autoriteit overgeplaatst uit verschillende Griekse openbare lichamen. Overeenkomstig het presidentiële decreet inzake de organisatie van de SPPA moet meer personeel bij de autoriteit worden gedetacheerd om ervoor te zorgen dat zij volledig operationeel wordt. Het SPPApersoneel maakt momenteel medegebruik van het kantoor van het Griekse secretaris-generaal van koophandel en zal later in 2012 naar een nieuw gebouw verhuizen. De Griekse autoriteiten moeten erop
NL
25
NL
toezien dat de verhuizing van de SPPA naar de nieuwe kantoorruimte tijdig geschiedt. Verder heeft de SPPA met ingang van medio september 27 negatieve besluiten vastgesteld tegen de vaststelling van een procedure van gunning via onderhandelingen zonder bekendmaking in de sector gezondheidszorg. Artikel 2, lid 10: Griekenland neemt uiterlijk eind september 2012 de volgende maatregelen: a) een ontwerpbegroting voor 2013 op basis van het bij artikel 1, lid 2, vastgestelde streefcijfer voor het primaire overschot;
I ACHT GEOME.
b) regels en procedures voor gecentraliseerde aankoop-/raamcontracten voor frequente leveringen en diensten op centraleoverheidsniveau met de verplichting voor de ministeries en centraleoverheidsinstanties om op basis van deze contracten aankopen te doen, en facultatief gebruik ervan door de regionale entiteiten.
IET I ACHT GEOME.
NL
26
NL