10
Diederik Laman Trip.
www.bankingreview.nl
www.bankingreview.nl
Wessel Berkman Wessel Berkman is de oprichter van The Brown Paper Company (www.brownpapercompany.nl) dat zich richt op het incasseren van het grote onbenutte potentieel op de werkvloer van organisaties. Daarnaast is hij oprichter en bestuurslid van www.nintes.nl, het platform voor toekomstige bestuurders en eigenaar van De Fietsfabriek.
winter 2012/2013
Dennis Mensink Dennis Mensink is journalist en oprichter van Functioneel Wit (www.functioneelwit.com), een redactiebureau gespecialiseerd in zakelijke dienstverlening, met bijzondere aandacht voor finance, IT en ondernemerschap. Mensink is tevens auteur van enkele ondernemersboeken en uitgever van platform voor familiebedrijven Fambizz (www.fambizz.nl).
DieDeriK laman trip:
‘intrinsieke MOtivatie MOet vOOrOp staan’ Diederik Laman trip, voormalig bestuursvoorzitter van InG nederland, zet zich sinds zijn afscheid in 2004 onder meer in voor microfinanciering in nederland. behalve coach van mensen in outplacement-situaties en bestuurder van nL financial Investments (nfLI) is hij ook voorvechter van microkredieten. “microfinanciering is een buitengewoon nuttige zaak: bankieren zoals het ooit bedoeld was.” tekst: Wessel
Berkman en Dennis mensink | beeld: Hermien lam
jonkheer drs. Diederik Laman Trip Geboren: 1946, Eindhoven Carrière: Laman Trip werkte na zijn studie bedrijfskunde in Rotterdam enkele jaren bij AKZO. In 1979 trad hij in dienst bij Westland/Utrecht Hypothekenbank, waarmee hij in 1985 overstapte naar Nationale-Nederlanden. Daarna vertrok hij voor enkele jaren naar de Verenigde Staten om in 1989 weer terug te keren naar NationaleNederlanden, vanaf 1991 onderdeel van de ING Groep. Hij aanvaarde in 1995 de functie van directievoorzitter van RVS en werd een jaar later directievoorzitter van Postbank. In 2000 trad hij toe tot het toenmalige Executive Committee Europa. In 2003 en 2004 was hij voorzitter van het bestuur van ING Nederland en sindsdien richt hij zich op andere maatschappelijke interesses onder andere als Voorzitter van de ANWB en de Stichting Bio Kinderrevalidatie te Arnhem.
11
U bent een van de bestuurders van de stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen, ofwel NL Financial Investments (NFLI), waarmee Jan Kees de Jager tegemoet is gekomen aan de wens van de Tweede Kamer om het aandeelhouderschap in ABN Amro en ASR onafhankelijk in te vullen. Een bijzondere functie. “Absoluut. NLFI is een zelfstandige stichting met een wettelijke taak. Wij beheren voor de staat de aandelen in ABN Amro Group N.V., ASR Nederland N.V. en de twee kleinere vennootschappen ABN Amro Preferred Investments B.V. en RFS Holdings B.V. We vormen een mooi bestuur en prima team met z’n drieën (met ex-NIBCbestuursvoorzitter Michael Enthoven en oud-advocate Lilian Gonçalves-Ho Kang You, red.). Het is interessant om te zien hoe wij de belangen van de overheid als aandeelhouder goed kunnen ordenen. Het is complex ook, want het exitscenario is nog altijd niet echt duidelijk. Dat is natuurlijk erg lastig voor de Raden van Bestuur en de Raden van Commissarissen van ABN Amro en ASR, want
12
www.bankingreview.nl
die staan voor de uitdaging een grote organisatie richting te geven en te motiveren.” In uw carrière heeft u zelf de top bereikt. U bent ook veel betrokken geweest bij management development-trajecten. Wat kenmerkt financieel specialisten die weten door te dringen tot het topmanagement? “Ik heb vroeger inderdaad veel sollicitanten gehad, management trainees die wilden doordringen tot de top. De echt goede waren altijd bezig het gesprek in hun richting te draaien. Zij hadden een aantal criteria voor zichzelf opgesteld waaraan hun werkgever moest voldoen en aan wie ze hun kennis en energie wilden aanbieden. Ze wilden internationaal actief zijn, met mensen werken die slimmer zijn dan zijzelf en iets doen met maatschappelijke relevantie. Mijn kinderen zijn ook bezig met dat laatste; ze willen iets doen dat maatschappelijk relevant is. Dat zouden financiële instellingen ook meer moeten doen. Dat is de enige methode om de maatschappij meer vertrouwen te laten krijgen in onze sector.”
Gateway naar de toekomst
Doet de financiële wereld in uw ogen genoeg op het gebied van maatschappelijke betrokkenheid? “Een aantal partijen is hier heel serieus mee bezig. Ook leidinggevende mensen. Die praten, luisteren, denken en doen. Het is soms best lastig voor hen om hun nek uit te steken. Maar ook onder hen is een generatie van mensen die goed bezig is op dit gebied. Jonge mensen zijn helemaal niet bang voor een kritische dialoog binnen hun onderneming en daar buiten. Dat is mooi om te zien. Angst zou ook nooit de drijfveer mogen zijn. Intrinsieke motivatie moet voorop staan. Als dat een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van de maatschappij, dan heb ik daar vertrouwen in. Ik help daar graag bij. Bijvoorbeeld door me in te zetten voor microkredieten, iets wat ik al jaren doe. Het is buitengewoon belangrijk dat kleine ondernemers ruimte krijgen om te starten en iets kunnen opbouwen. Met behulp van kapitaal kunnen ze grotere bedrijven worden. In mijn reizen over de wereld stelde ik altijd de vraag aan de beleidsmakers hoe belangrijk microkrediet is. Enorm belangrijk blijkt telkens weer. Als je iemand een lening verstrekt, spreekt daar een groot vertrouwen uit. ‘Dat is heel bijzonder in dit land’, is een opmerking die ik vaak hoorde. Mensen die dit vertrouwen krijgen, gaan vervolgens via hun micro-onderneming rente betalen en aflossen. Zij beschamen het gekregen vertrouwen niet en zijn daar trots op. Wanneer een onderneming daadwerkelijk van de grond komt en de lening kan uiteindelijk worden afgelost, levert dit onafhankelijkheid op. Dan heb je de drie aspecten – vertrouwen, trots en onafhankelijkheid – van een well balanced society te pakken. Wereldwijd zijn er meer dan 150 miljoen mensen die een microkrediet hebben gekregen. En het gaat goed met heel veel van deze mensen.”
U bent ook bij de verstrekking van microfinancieringen in Nederland actief betrokken. Hoe gaat het hiermee? “In ons land zijn inderdaad ook mensen genoeg die vertrouwen, trots en onafhankelijkheid nastreven en die een kapitaalbehoefte hebben om een bedrijfje op te zetten. Vaak zijn dit mensen die niet bij een bank naar binnen durven te stappen voor een paar duizend euro, omdat die te ver van hen af staat of omdat ze zich onterecht zorgen maken dat bekend wordt dat ze tot op heden ‘zwart’ in hun inkomen voorzagen. Die mensen hebben iemand nodig. Een coach van Qredits bijvoorbeeld, de organisatie waar ik me voor inzet. Qredits heeft de afgelopen jaren meer dan 3.000 financieringen in Nederland verstrekt, met een gemiddelde omvang van 17.000 euro. We hebben in vier jaar tijd meer dan 50 miljoen euro aan leningen verstrekt waarvan inmiddels zo’n 10 miljoen is afgelost. Bij minder dan 3 procent is het mis gelopen! In het regeerakkoord is opgenomen dat het kredietplafond voor Qredits is verhoogd van 50 naar 150 duizend euro.
‘Het probleem van te weinig verdienen is dat je te veel uitgeeft’ Dat biedt nog meer mogelijkheden. Microfinanciering is een buitengewoon nuttige zaak: bankieren zoals het ooit bedoeld was. De coach staat aan de kant van de klant. De mensen die bij Qredits werken, zijn zeer gemotiveerd en verdienen ook niet zo veel als bij andere banken. Ze rijden in een Fiat500 en werken vaak vanuit het kantoor van de Kamer van Koophandel. Wij zijn de aangesloten banken overigens zeer dankbaar dat ze een bijdrage leveren aan dit initiatief. Ze verwijzen micro-ondernemers door naar Qredits, maar hebben ook aan seed funding gedaan en leveren een deel van de vrijwillige coaches. Eigen medewerkers die in de avonduren micro-ondernemers coachen! Dat is toch fantastisch? Bovendien is het ook een gateway naar toekomstige ondernemers, want degenen die een financiering krijgen, openen allemaal een rekening bij de bank, die de customer owner is en verdere groei kan begeleiden.”
Honerering
Hoe kijkt u aan tegen commercie en beloning binnen de financiële wereld? “Het is belangrijk dat instellingen evenwicht vinden in hun maatschappelijke rol. Daar worstelen zij dagelijks mee. De ouderwetse manier van beloning zal niet meer terugkomen, daar ben ik van overtuigd. Er wordt terecht paal en perk gesteld aan te hoge honorering. Dat is lastig voor mensen die er qua inkomen op achteruit gaan. Jonge
www.bankingreview.nl
winter 2012/2013
13
In gesprek met...
mensen die veel willen verdienen moeten maar naar de UK of de VS gaan. Laat ze in godsnaam gaan. Kun je als mens wennen aan deze nieuwe werkelijkheid? Natuurlijk, zolang je je niet gek laat maken door anderen. Het probleem van te weinig verdienen is dat je te veel uitgeeft. In de financiële sector verdient het midden- en hogere kader nog altijd te veel. Financiële instellingen moeten naar hun eigen markt- en kapitaalpositie kijken en dus niet structureel te duur zijn. Ze zouden even goed moeten betalen als andere sectoren.” De vraag is natuurlijk: waar ligt de grens tussen commercieel en té commercieel handelen? “Ik denk dat je die grens vroeger veel met je opvoeding meekreeg. Je omgeving en het sociaal-maatschappelijke
‘Het is allemaal zo onpersoonlijk geworden’ niveau van je ouders bepaalden wat je meekreeg en hoe je je gedroeg. Dat is allemaal veel platter geworden. Veel mensen hebben het tegenwoordig beter dan hun ouders. Zij zijn gaan studeren en in een andere omgeving terechtgekomen. De individuele ruimte is groter geworden. Dat betekent ook dat de grenzen minder duidelijk zijn geworden – in de ogen van mensen die deze grenzen nog wel zien althans. Hebben jonge mensen de ruimte die ze kregen verkeerd gebruikt? Wellicht. Daarom zal de financiële wereld moeten veranderen. Ik kon met trots uitdragen voor wie ik werkte. Ik had altijd een das
om van Nationale-Nederlanden en later ING. Met name nadat we met de NMB Postbank samengingen, kwamen er mensen die meer wilden verdienen dan elders. De mensen die alleen veel wilden verdienen, zaten eerst onder me, toen naast me en uiteindelijk boven me. Toen was het voor mij tijd om te gaan.” Stop een kikker in een pan kokend water en hij weet niet hoe snel hij er weer uit moet komen. Zet een kikker in een pan koud water op een laag vuurtje en hij blijft zitten tot hij dood gekookt is. Het is een bekend verhaal, maar het klopt dus niet altijd… “Ik ben er in gegaan toen het water koud was, maar er halverwege weer uit uitgesprongen. Met verdergaande maatschappelijke verantwoordelijkheid moet je jezelf als bank of verzekeraar de vraag stellen of je wel een onderneming in de Angelsaksische manier van denken kunt zijn. Toen ik bij NN werkte, gold: hoe meer winst we op korte termijn maakten, hoe slechter het ging. Want we waren alleen op de lange termijn gefocust. Ik was met name actief in de levensverzekeringen en dat zijn echt producten voor de lange termijn. Gelukkig troffen we bij de Postbank wel mensen die er hetzelfde over dachten. We waren er voor de Volkskrant-lezers. Intelligente mensen, het volk, ex-ambtenaren. Het lastige bij NN was de relatie met de klant, die bepaald niet intensief was. Een levensverzekering verkocht je immers maar een keer, en dan ook nog via een tussenpersoon. Bij de Postbank had men iedere dag contact met de klant. Heel anders en erg leerzaam.” Maar de organisatie veranderde? “Op een gegeven moment kwam er een zakenbank
14
www.bankingreview.nl
bij, een investment bank. Dat was weer heel anders dan een retailbank. Dat beide organisaties de naam ‘bank’ dragen, werkt heel verwarrend. Ik zou nooit bij een investment bank kunnen werken. Ik zou het niet in m’n hoofd halen en ook niet kunnen. Mensen die daar werken zijn bezig met het maken van een grote deal. Dat heeft niets te maken met een maatschappelijke rol, een langetermijnrelatie of customer intimacy, zoals retailbanken en verzekeraars die nastreven. Deze verschillende soorten organisaties moet je heel goed uit elkaar houden. Je kunt je dan ook afvragen of beide activiteiten binnen één organisatie thuishoren. Daar moet je voorzichtig mee zijn, denk ik. Stel dat mensen tijdens een management development-traject ervaring opdoen in het andere deel van de organisatie, dan zorgt dat voor lastige situaties. Neem alleen al de verdiensten. De investment bankers verdienden veel; in vergelijking met hen waren onze verdiensten als retailers laag. Voor eigen rekening en risico performen, zoals een investment banker wil, moet je niet doen binnen een organisatie die de hele markt bedient.”
Maatschappelijke relevantie
Hoe ziet de financiële sector er over tien jaar uit? “Er zijn ongetwijfeld andere partijen die financiële diensten leveren, waardoor consumenten meer gaan shoppen voor financiële producten. Of de dienstverlening verandert? Het zou goed zijn als we weer dichter tegen de klant aankruipen. De bankdirecteur van vroeger kende zijn klanten. Het is allemaal zo onpersoonlijk geworden. Maar ik heb hoop voor de toekomst. Dat kan relatief goedkoop met alle nieuwe middelen die tot onze beschikking staan. Het hoeft echt geen kantoor te zijn waar de klant elke maand komt, intensief contact kan ook via andere media. Ik hoop van harte dat maatschappelijke relevantie bepalend is voor hoe de sector vorm krijgt.” «