Instaallatie en gebruikshanleiding Nederlands
More languages on: www.zodiac-poolcare.com
H0439100.A - 2013/10
Lees deze handleiding aandachtig voordat u verder gaat met de installatie, het onderhoud of het repareren van dit apparaat! Het symbool geeft belangrijke informatie aan, waar verplicht rekening mee moet worden gehouden om elk risico op letsel aan personen of schade aan het apparaat te voorkomen. Het symbool
geeft nuttige informatie aan, als aanwijzing.
Waarschuwingen
Daar wij onze producten constant verbeteren, kunnen deze worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Gebruik uitsluitend voor: verwarming van zwembadwater (mag voor geen ander doel gebruikt worden). De installatie van het apparaat moet worden uitgevoerd door een erkend technicus, volgens de instructies van de fabrikant en de geldende plaatselijke normen. De installateur is verantwoordelijk voor de installatie van het apparaat en het respecteren van de geldende plaatselijke normen betreffende de installatie. In geen geval kan de fabrikant aansprakelijk worden gesteld indien de geldende plaatselijke normen betreffende de installatie niet nageleefd worden. Het is belangrijk dat dit apparaat wordt bediend door competente en (fysiek en mentaal) geschikte personen die vooraf gebruiksinstructies hebben ontvangen (door de gebruiksaanwijzing te lezen). Iedereen die niet aan deze criteria voldoet moet uit de buurt van het apparaat blijven, omdat hij anders blootgesteld kan worden aan gevaarlijke elementen. Bij gebrekkige werking van het apparaat: niet proberen zelf het apparaat te repareren, maar contact opnemen met uw installateur. Alvorens werkzaamheden uit te voeren aan de machine, controleren of deze spanningloos en buiten gebruik gesteld is en of de functie "voorrang verwarming" uitgeschakeld is. Alvorens deze aan te sluiten, controleren of de aangegeven spanning op de typemerkplaat overeenkomt met die van het elektriciteitsnet. Het verwijderen of kortsluiten van één van de veiligheidsvoorzieningen leidt automatisch tot verval van de garantie, dit geldt eveneens voor het vervangen van onderdelen door niet uit onze magazijnen afkomstige onderdelen. Geen R410A in de lucht laten ontsnappen. Dit is een gefluoreerd broeikasgas zoals vermeld in het protocol van Kyoto, met een aardopwarmingspotentieel (GWP) = 1975 – (zie de regelgeving betreffende gefluoreerde gassen van de Europese Gemeenschap, EG‐richtlijn 842/2006). Elke onjuiste installatie kan ernstige materiële of lichamelijke schade veroorzaken (kan de dood tot gevolg hebben). Houd het apparaat buiten bereik van kinderen. Deze warmtepomp is compatibel met elk type waterbehandeling.
H0439100.A1.NL – 2013/10
1
Inhoud
1. Informatie voor installatie ....................................................................................... 2 1.1 Algemene leveringsvoorwaarden, opslag en transport ............................................................................... 2 1.2 Inhoud .......................................................................................................................................................... 2 1.3 Functioneringsvoorwaarden ........................................................................................................................ 3 1.4 Technische gegevens ................................................................................................................................... 3 2. Plaatsing .................................................................................................................. 3 2.1 Toegang tot het technische compartiment ................................................................................................. 3 2.2 Keuze van de installatieplaats ...................................................................................................................... 3 2.3 Plaatsing van het apparaat .......................................................................................................................... 4 2.4 Hydraulische aansluitingen .......................................................................................................................... 4 2.5 Elektrische aansluitingen ............................................................................................................................. 5 3. Gebruik .................................................................................................................... 7 3.1 Presentatie van de bediening ...................................................................................................................... 7 3.2 Inschakelen van het apparaat ...................................................................................................................... 8 3.3 Uit te voeren controles na het in werking stellen ....................................................................................... 8 3.4 Overwintering .............................................................................................................................................. 9 4. Onderhoud .............................................................................................................. 9 4.1 Onderhoudsinstructies ................................................................................................................................ 9 4.2 Aanvullende instructies ............................................................................................................................... 9 4.3 Beschikbare accessoires ............................................................................................................................. 10 4.4 Recyclage van het product ......................................................................................................................... 10 5. Wat te doen bij storingen ...................................................................................... 10 5.1 Presentatie van de bediening .................................................................................................................... 10 5.2 Functioneringsfout van het apparaat ........................................................................................................ 12 5.3 FAQ ............................................................................................................................................................. 13 6. Online registreren .................................................................................................. 13
Beschikbaar in de bijlagen aan het eind van de handleiding: - bedradingsschema's - afmetingen - beschrijving - verklaring van overeenstemming
1. Informatie voor installatie
1.1 Algemene leveringsvoorwaarden, opslag en transport
Alle goederen, zelfs als deze geleverd worden zonder verzend‐ en verpakkingskosten, worden vervoerd op risico van de ontvanger. De ontvanger dient op de leveringsbon van de transporteur voorbehoud aan te tekenen, als hij vaststelt dat er tijdens het transport schade is opgetreden (bevestiging binnen 48 uur per aangetekend schrijven aan de transporteur). Het apparaat moet altijd rechtop op zijn pallet en in zijn originele verpakking vervoerd en opgeslagen worden. Als het apparaat is omgevallen, dient u hiervoor een schriftelijk voorbehoud te maken bij de transporteur.
1.2 Inhoud
Ø50
X1
X2
X2 X1 in een zakje in het technische compartiment, zie §2.1
H0439100.A1.NL – 2013/10
2
1.3 Functioneringsvoorwaarden
Werkingsbereik: tussen 5°C en 38°C omgevingstemperatuur voor standaardmodellen, tussen ‐8°C en 38°C omgevingstemperatuur voor D modellen, tussen 10°C en 32°C watertemperatuur,
Max. temperatuur beperkt tot 32°C ter bescherming van de liner van het zwembad. De modellen D kunnen ontdooiingscycli uitvoeren door middel van geforceerde ventilatie of door omkering van de kringloop.
1.4 Technische gegevens
Z300
Spanning
M4 M5 T5 M7 MD5 TD5 MD8 TD8
230V‐50Hz 230V‐50Hz 400V‐50Hz 230V‐50Hz 230V‐50Hz 400V‐50Hz 230V‐50Hz 400V‐50Hz
Opgenomen vermogen* Afgegeven vermogen* kW kW 1,7 7,6 2,2 10,4 2,2 10,5 2,88 13,9 2,2 10,7 2,2 10,5 3,6 15,7 3,6 15,7
Nominale stroomsterkte* A 7,9 10,3 4,25 13 10 4,4 16 7,4
COP* 4,5 4,7 4,8 4,8 4,9 4,8 4,5 4,5
* bij een omgevingslucht van + 15°C en zwembadwater op 26°C, hygrometrie 70% (volgens het referentiesysteem NF‐414) Beschermingsfactor: IP 24 klasse: I, koelgas: R410A vervuilingsgraad: 2, koelvermogen: zie het typeplaatje van het product overbelastingscategorie: II
2. Plaatsing
Het apparaat niet optillen aan de carrosserie, maar bij het voetstuk vasthouden.
2.1 Toegang tot het technische compartiment
2.2 Keuze van de installatieplaats
Het apparaat moet verplicht buiten geïnstalleerd worden, met ruimte eromheen (zie §2.4).
de warmtepomp moet geïnstalleerd worden op een minimale afstand van de zwembadrand, om opspattend water op het apparaat te voorkomen. Deze afstand wordt bepaald door de geldende norm in het betreffende land (in Frankrijk: 3,5 meter). de warmtepomp mag niet geïnstalleerd worden: - in de buurt van een warmtebron of een brandbaar gas, - in de buurt van een weg met risico van opspattend water of modder, - op een plek met sterke wind, - met de blazer gericht naar een permanent of tijdelijk obstakel (raam, muur, haag, etc...) op minder dan 4m afstand. H0439100.A1.NL – 2013/10
3
2.3 Plaatsing van het apparaat op een stabiele, stevige ondergrond (bijv. betonvloer), op niveau en zwevend, beschermen tegen overstromingsgevaar door condenswater dat wordt geproduceerd door het apparaat tijdens zijn werking (zie §2.4), bevestigingsopeningen
De trillingenwerende blokjes zijn onder de sokkel van de warmtepomp geïntegreerd. Het apparaat kan op de grond bevestigd worden met behulp van de gaten in de pootjes (bevestigingen niet meegeleverd). Een perforatieschema is achter op de doos te vinden.
2.4 Hydraulische aansluitingen
Neem de hydraulische aansluitrichting in acht (zie § "Afmetingen" in bijlage).
De aansluiting vindt plaats met een drukpvc‐buis Ø50, vanaf een bypass, op het filtercircuit van het zwembad, na de filter en voor de waterbehandeling . controleer of de hydraulische aansluitingen correct zijn aangespannen en of er geen lekkage is,
V1‐V2‐V3: bypass kranen V5‐V4 : regelkranen (facultatief) * minimale afstand bypass filter waterbehandeling doosjes voor elektrische bescherming
Z300 M4 M5‐T5‐ MD5‐TD5 M7 M8‐TD8
Druk van het hydraulische circuit proefdruk bedrijfsdruk bar bar
3
Koppelstukken = ingang = uitgang
1,5
Ø50
Gemiddeld waterdebiet m³/h 4
Stukverlies mCE 1,4
5
1,5
6 6,5
1,5 1,1
H0439100.A1.NL – 2013/10
4
Afvoer condens: Let op! uw apparaat kan meerdere liters water per dag afvoeren, het wordt sterk aanbevolen de afvoer in de richting van de riolering te plaatsen. sluit een buis binnen‐Ø18 (niet meegeleverd) aan op het afvoerkanaal op de voet van het apparaat.
uitgang: richting achterzijde of zijkant:
2.5 Elektrische aansluitingen
2.5.1 Spanning en beveiliging
De elektrische voeding van de warmtepomp dient afkomstig te zijn uit een inrichting met differentieelschakelaar en veiligheidsschakelaar (niet meegeleverd), die voldoen aan de geldende normen en voorschriften van het land waar de installatie uitgevoerd wordt, een aanvullende bescherming kan nodig zijn tijdens de installatie om de overbelastingscategorie II te garanderen, het apparaat is ontworpen voor een aansluiting op een hoofdvoeding met een sterpuntschakeling TT en TN.S, elektrische beveiliging: door een stroomverbreker (kromme D) of zekering (Am) (voor kaliber, zie §2.5.3), met een aparte differentieelschakelaar 30 mA (veiligheidsschakelaar of stroomonderbreker).
de leidingen van de elektrische aansluiting dienen vast te zijn, aanvaardbaar spanningsverschil: ± 6% (tijdens de werking), gebruik een kabel geschikt voor gebruik buitenshuis van het type RO2V of gelijkwaardig in landen buiten de EU, en met een buitendiameter tussen 9 en 18 mm, gebruik de pakkingbus voor de doorvoer van de voedingskabel in het apparaat.
2.5.2 Aansluitingen
de elektrische voedingskabel moet geïsoleerd zijn van alle snijdende of warme elementen die hem kunnen beschadigen of verpletteren, controleer of de voedingskabel goed vast zit aan het aansluitblok.
Slecht aangespannen klemmen kunnen aanleiding geven tot oververhitting van het klemmenbord, wat de garantie doet vervallen. Het apparaat moet verplicht op een geaard stopcontact worden aangesloten. Gevaar voor elektrische schok in het apparaat. Alleen een gekwalificeerde en ervaren elektricien mag de bekabeling van het apparaat uitvoeren. Als de voedingskabel beschadigd is, moet hij worden vervangen door een gekwalificeerd elektricien.
Een fase
drie fasen Fasen (L1 + L2 + L3) + nulleider (N) + Aarde (PE)
Fase (L) + nulleider (N) + Aarde (PE)
2.5.3 Kabeldoorsnede
•doorsnede voedingskabel: voor kabels met een maximale lengte van 20 meter (berekeningsbasis: 5A/mm²), moet gecontroleerd en in het voorkomende geval aangepast worden naar gelang de installatie voorwaarden.
Z300
Spanning
M4 M5‐MD5 T5‐TD5 M7 M8 T8
230V‐50Hz 230V‐50Hz 400V‐50Hz 230V‐50Hz 230V‐50Hz 400V‐50Hz
Maximale opgenomen stroomsterkte A 10 14,5 5 16,1 22 9,4
H0439100.A1.NL – 2013/10
Kabeldoorsnede mm² 3 x 2,5 3G2,5 3 x 2,5 3G2,5 5 x 2,5 5G2,5 3 x 4 3G4 3 x 6 3G6 5 x 2,5 5G2,5
Elektrische beveiliging A 16 16 10 20 25 10
5
2.5.4 Aansluitingsopties
gebruik kabels met een doorsnede van: minstens 2x0,75 mm², type RO2V of gelijkwaardig in landen buiten de EU, en met een buitendiameter tussen 8 en 13 mm.
Verwijder het sluitplaatje (boven de pakkingbus) en plaats de meegeleverde pakkingsbus voor het doorvoeren van de kabels in het apparaat. De gebruikte kabels voor de opties en de voedingskabel moeten in het apparaat, net na de pakkingbus worden samengebonden met een klem. Een slechte aansluiting op de klemmen 1 tot 8 zou de regelaar kunnen beschadigen en tot annulering van de garantie kunnen leiden. In geen geval de motor van de filterpomp rechtstreeks van stroom voorzien via de klemmen 1‐2. In geval van werkzaamheden aan de oranje klemmen 1 tot 8 bestaat er een gevaar voor elektrische stroominversie.
"voorrang verwarming" - Functie: sturing voor het inschakelen van de filterpomp (per cyclus van minstens 5 minuten per uur, met de filter in werking als de temperatuur van het zwembad lager is dan de gewenste temperatuur), - via een droog contact (zonder polariteit I max. = 8 A) - tussen de klemmen 1‐2, alarm - Functie: verbinding van een relais met het alarmcontact, - via een droog contact (zonder polariteit I max. = 2 A) - tussen de klemmen 5‐6, "aan/uit" afstandsbediening - Functie: verbinding van een knop 'aan/uit' op afstand, - via een vrij potentieelcontact, zonder polariteit 230V ‐50Hz, sluit de kabel aan op het klemmenbord tussen klem 7‐8, - schakel de bediening in door 5 seconden te drukken op vervolgens “Yes” met behulp van de toets af te sluiten.
, druk vervolgens 3 seconden op , en bevestig door te drukken op
:
:
, kies , druk op
om
Nulleider
Fase
als de regeling niet op stand‐by staat:
filterklok vermogensschakelaar (driepolig of tweepolig), die de motor van de filterpomp voedt A1‐A2: voeding van de spoel van de vermogensschakelaar van de filterpomp aparte aansluitkabel voor de functie "voorrang verwarming" klemmenbord losse aansluitkabel voor relais alarmcontact relais alarmcontact "aan/uit" schakelaar op afstand losse aansluitkabel voor de "aan/uit" afstandsbediening
Fase
Nulleider
module afstandsbediening - Functie: sturing op afstand van de werking van de warmtepomp, - voor de aansluiting: zie handleiding van de module van de afstandsbediening.
H0439100.A1.NL – 2013/10
6
3. Gebruik
3.1 Presentatie van de bediening
Watertemperatuur
Koude modus (op modellen D alleen)
Koude modus
Symbool
temperatuur omgevingslucht
lampje werking
lampje ontdooien
knop "aan/uit"
naam waterdebiet
vast correct waterdebiet
knippert te laag, te hoog of geen waterdebiet
voldoende
onvoldoende
bezig met verwarmen of afkoelen tijdens het ontdooien
in afwachting van een werkingsverzoek /
knop voor het instellen en valideren van de parameters
knoppen voor het instellen van de waarden
3.1.1 Het aflezen en veranderen van de parameters
H0439100.A1.NL – 2013/10
7
3.1.2 Vergrendeling, ontgrendeling van het toetsenbord
Druk 3 seconden op
en
of
:
3.2 Inschakelen van het apparaat
controleren of er geen gereedschap of andere vreemde voorwerpen in het apparaat zijn achtergebleven, de toegangsdeur voor toegang tot het technische gedeelte moet geplaatst zijn, de bypass‐ en regelkranen (zie §2.4) moeten op de volgende manier afgesteld worden: - kraan 1 wijd open, - kranen 2, 3, 4 en 5 gesloten.
Een verkeerde afstelling van de bypass kan tot storingen in de warmtepomp leiden.
schakel het filtersysteem in, sluit geleidelijk kraan 1 zodanig dat de druk van het filter met 150 g (0,150 bar) verhoogd wordt, zet de kranen 2, 3 en 4 wijd open, vervolgens kraan 5 half open (zie §2.4) (de opgehoopte lucht in de condensator van de warmtepomp en in het filtercircuit kan nu ontsnappen),
Als de kranen 4 en 5 niet aanwezig zijn, zet dan de kraan 2 wijd open en houd de kraan 3 half gesloten.
voorzie de warmtepomp van stroom, als de warmtepomp op stand‐by staat:
, druk 3 seconden op
verschijnt
,
(verschillende softwarenummers volgens het model) gedurende 3
2 seconden vervolgens
seconden en de water‐ en richttemperatuur worden weergegeven: minuten begint, stel de gewenste watertemperatuur in: - druk op
om de temperatuur te verhogen,
- druk op
om de temperatuur te verlagen,
, een tijdvertraging van 2
Wanneer het zwembad de gewenste temperatuur heeft, schakelt de warmtepomp automatisch uit.
stel het waterdebiet af met behulp van het menu, wanneer het lampje toestand van het waterdebiet te bekijken:
vast brandt: druk op
om de
status
correct waterdebiet
weergave
geen waterdebiet
te laag waterdebiet
te hoog waterdebiet
stel het debiet in met behulp van kraan 5 (of 3 als er geen kraan 5 is), om het menu te verlaten drukt u op
.
In deze afstelfase moet iedere keer na het veranderen van de positie van de klep enkele minuten worden gewacht tot het apparaat in evenwicht is.
3.3 Uit te voeren controles na het in werking stellen
De warmtepomp moet stoppen te werken wanneer: men de richttemperatuur op de regelaar verlaagt, men het filtersysteem uitschakelt of men de kraan 2 of 3 sluit, men de regelaar uitschakelt door een druk op
,
H0439100.A1.NL – 2013/10
8
3.4 Overwintering
Een overwinteringsbehandeling is noodzakelijk om vorstschade aan de condensor te voorkomen, dit geval valt niet onder de garantie. Om schade aan het apparaat als gevolg van condensatie te voorkomen, mag dit niet hermetisch worden afgesloten.
zet de regelaar in de "stand‐by" functie door 3 seconden te drukken op en de elektrische voeding afsluiten, open kraan 1, sluit de kranen 2 en 3 en open de kranen 4 en 5 (indien aanwezig), verzeker u ervan dat er geen water meer door de warmtepomp stroomt, tap de watercondensator af door de twee koppelstukken van de ingang en de uitgang van het zwembadwater op de achterzijde van de warmtepomp los te draaien. in geval van een complete overwinteringsbehandeling van het zwembad: draai de twee koppelstukken weer een slag aan ter voorkoming van indringing van vreemde deeltjes in de condensor, indien alleen de warmtepomp overwintert: schroef de koppelstukken niet opnieuw vast maar plaats 2 doppen (meegeleverd) op de ingang en de uitgang van de condensator. breng een winterbeschermhoes met microperforaties aan op de warmtepomp (als optie verkrijgbaar, zie §4.3).
4. Onderhoud
4.1 Onderhoudsinstructies
Algemeen onderhoud van het apparaat wordt aangeraden tijdens de overwintering en het opnieuw in gebruik nemen, om het goed functioneren van het apparaat te controleren en de prestaties op peil te houden evenals ter voorkoming van bepaalde storingen. Deze werkzaamheden vallen ten laste van de gebruiker en ze moeten worden uitgevoerd door een bevoegd technicus. Geen waterstraal onder hoge druk gebruiken.
controleer of het ventilatierooster niet verstopt is door vreemde voorwerpen, maak de verdamper schoon met een kwast met soepele haren en een zachte waterstraal (apparaat spanningloos), buig de metalen schoepen niet, vervolgens de evacuatiebuis voor condensaat schoonmaken om de onzuiverheden te verwijderen die het zouden kunnen hinderen, reiniging van de buitenzijde van het apparaat. Gebruik hiertoe in geen geval producten op basis van oplosmiddelen. Bij ons is als optie een speciale reinigingsset PAC NET verkrijgbaar (zie §4.3), controleer of de condensatoren goed doorstromen tijdens werking van het apparaat. controleer of de regeling goed werkt, controleer de elektrische elementen, controle van de aansluiting van de metalen massa’s op de aarde, controleer de dichtheid en de aansluitingen van de elektrische kabels en of het technische compartiment schoon is,
4.2 Aanvullende instructies inzake de Richtlijn Drukapparatuur (PED‐97/23/EG)
4.2.1 Installatie en onderhoud het is verboden het apparaat te installeren in de buurt van brandbare stoffen of van een luchtinlaatopening van een aangrenzend gebouw. voor bepaalde apparaten dient men verplicht een afsluithek te gebruiken als de installatie uitgevoerd wordt op een plaats waarvan de toegang niet gereglementeerd is. Tijdens de installatie‐, reparatie‐ en onderhoudsfasen, is het verboden om de leidingen als opstap te gebruiken: onder deze belasting zouden de leidingen kunnen breken en zou de koelvloeistof ernstige brandwonden kunnen veroorzaken. Tijdens de onderhoudsfase van het apparaat, dienen de samenstelling en de staat van de warmtegeleidende vloeistof gecontroleerd te worden en dienen eventuele sporen van koelvloeistof opgespoord te worden. Tijdens de jaarlijkse controle dient in overeenstemming met de geldende wetgeving de afdichting van het apparaat, de juiste aansluiting van de hoge en lage drukregelaars op het koelcircuit en de onderbreking van het elektrisch circuit in geval van activering gecontroleerd te worden. H0439100.A1.NL – 2013/10
9
Tijdens de onderhoudsfase dient men te controleren of er geen sporen zijn van corrosie of olievlekken rond de koelcomponenten. Voorafgaand aan werkzaamheden aan het koelcircuit, dient men het apparaat verplicht uit te schakelen en enkele minuten te wachten alvorens temperatuur‐ of drukmeters aan te brengen, omdat bepaalde onderdelen, zoals de compressor en de leidingen, temperaturen van meer dan 100°C kunnen bereiken en de hoge druk ernstige brandwonden kan veroorzaken.
4.2.2 Wat te doen bij storingen soldeerwerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden door erkende soldeerspecialisten voor de vervanging van de leidingen mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van koperen buizen overeenkomstig de norm NF EN 12735‐1. detectie van lekken, testen onder druk: - gebruik nooit droge zuurstof of lucht, gevaar voor brand of ontploffingen, - gebruik gedehydreerde stikstof of een mengsel van stikstof en het op het typeplaatje aangegeven koelmiddel, - de proefdruk aan de lage en hoge drukzijde mag niet meer bedragen dan 42 bar. voor leidingen van het hogedrukcircuit uitgevoerd met een koperen buis van een diameter gelijk aan of meer dan 1’’5/8, dient een certificaat §2.1 overeenkomstig de norm NF EN 10204 aangevraagd te worden bij de leverancier en aan het technisch installatiedossier toegevoegd te worden. De technische informatie met betrekking tot de veiligheidseisen van de verschillende toegepaste richtlijnen staan aangegeven op het typeplaatje. Al deze informatie dient geregistreerd te worden in de installatiehandleiding van het apparaat, die deel uit dient te maken van het technische installatiedossier: model, code, serienummer, max. en min. TS, PS, fabrieksjaar, CE‐markering, adres van de fabrikant, koelvloeistof en gewicht, elektrische instellingen, thermodynamische en akoestische prestaties.
4.3 Beschikbare accessoires
Benaming
PAC NET
Overwinteringshoes
Module afstandsbediening
Technische ruimte bouwpakket
Weergave
4.4 Recyclage van het product Dit symbool betekent dat uw apparaat niet in de vuilnisbak mag worden weggeworpen. Het dient apart opgehaald te worden i.v.m. zijn hergebruik, recycling of nuttige toepassing. Indien het elementen bevat die mogelijk schadelijk zouden kunnen zijn voor de omgeving, dan moeten deze worden verwijderd of geneutraliseerd. Vraag uw detailhandelaar om informatie over de recyclingmodaliteiten.
5. Wat te doen bij storingen
5.1 Presentatie van de bediening
Weergave
Naam Bescherming van de warmtewisselaar in koude modus Fout: hoge temperatuur verdamper in modus "koud"
Oorzaak Temperatuur ST4‐sonde te laag
Temperatuur sonde ST3 hoger dan 60°C of vervuilde verdamper
Oplossing Wacht tot de buitentemperatuur stijgt De verdamper schoonmaken, als de storing aanhoudt, een erkende monteur inschakelen
Herstel Automatisch Automatisch indien temperatuur sonde ST3 lager dan 45°C
H0439100.A1.NL – 2013/10
10
Weergave
Naam
Oorzaak
Oplossing 1. keer de fasen op het 1. de bekabeling op het voedingsklemmen‐ voedingsklemmenbord bord om (apparaat van het apparaat is niet Verkeerde spanningloos) in acht genomen, fasevolgorde 2, 3, 4. neem contact 2. wijziging van de (alleen op de op met het fasevolgorde door het driefasen elektriciteitsbedrijf om elektriciteitsbedrijf, modellen) te horen of er een 3. tijdelijke wijziging is stroomonderbreking van aangebracht aan uw één of meerdere fasen installatie. Geen druk in het lage Storing lage druk circuit (als de Schakel een erkende druk koelcircuit storing blijft bestaan na monteur in herstel) 1. controleer het hydraulische circuit van het zwembad 2. verhoging van het 1. lucht‐wateremulsie in debiet d.m.v. de het apparaat gekomen, bypass, controleer of 2. slecht waterdebiet, het zwembadfilter niet Storing hoge 3. debietregelaar verstopt is) druk koelcircuit geblokkeerd 3. controleer de 4. vuile of gehinderde debietmeter wisselaar 4. de warmtewisselaar schoonmaken 5. als de storing aanhoudt, een erkende monteur inschakelen Storing Temperatuur bij temperatuur Schakel een erkende opvoerhoogte monteur in opvoerhoogte compressor te hoog compressor Storing Sonde buiten bedrijf of regelingssonde afgekoppeld (stekker J2 Sonde vervangen of (ST1) rood van plaatje A1) opnieuw aansluiten Storing sonde in Sonde buiten werking of verband met losgekoppeld het waterdebiet (stekker J8 wit van het (ST4) plaatje A1) Sonde buiten bedrijf of Storing afgekoppeld (klemmen ontdooiings‐ 1‐2 van stekker J3 wit sonde (ST3) van het plaatje A2)
Herstel
Door een stroomonder‐ breking of een druk
op de toets
Automatisch (indien minder dan 4 storingen per uur) of
druk op
Automatisch (indien minder dan 4 storingen per uur) of
druk op
Druk 3 seconden op Door een stroomonder‐ breking of een druk
Sonde vervangen of opnieuw aansluiten
op Door stroomonder‐ breking of automatisch als de storing verdwenen is Door een stroomonder‐ breking of een druk op Door een stroomonder‐ breking of een druk
Sonde vervangen of opnieuw aansluiten
Storing vorstbeveiliging s‐sonde (ST2)
Sonde buiten werking of losgekoppeld (klemmen 3‐4 van de stekker J3 wit van het plaatje A2)
Sonde vervangen of opnieuw aansluiten
Storing sonde bij opvoerhoogte compressor (ST5)
Sonde buiten werking of losgekoppeld (stekker J7 zwart van het plaatje A1)
Sonde vervangen of opnieuw aansluiten
op
Door stroomonder‐ breking of automatisch als de storing verdwenen is
H0439100.A1.NL – 2013/10
11
Weergave
Naam
Oorzaak
Communicatie‐ storing tussen hoofdkaart A1 en kaart weergave A2
1. Slechte aansluiting tussen de plaatjes A1 en A2 2. defect voeding van kaarten 3. kaarten buiten gebruik
Oplossing 1 en 2. De aansluitingen controleren (stekkers J8 en J9 geel, en J7 en J4‐J5 zwart) 1, 2 en 3. als de storing blijft, een erkende monteur inschakelen
Herstel
Door stroomonder‐ breking of automatisch als de storing verdwenen is
5.2 Functioneringsfout van het apparaat
Storing Het apparaat werkt niet
Het apparaat werkt, maar de temperatuur van het water stijgt niet
Oorzaken Geen enkele weergave De temperatuur van het water is hoger dan de ingestelde temperatuur Er staat een bericht op het scherm Geen of slecht waterdebiet Onvoldoende filtertijd Gebruiksperiode niet conform De warmtepomp is te klein Het automatisch vullen van het bad is geblokkeerd in openstaande positie De isotherm afdekking is niet gebruikt De verdamper is vervuild Het apparaat is slecht geplaatst Er staat een bericht op het scherm
De ventilator draait, maar de compressor stopt af en toe zonder foutmelding De warmtepomp laat uitgeschakeld de hoofdzekering
Verificatie/oplossing Controleer de voedingsspanning en de zekering F1 De ingestelde temperatuur verhogen Controleer de betekenis van het bericht §5.1 Controleer het waterdebiet (bypass, filter) Zet de filtering op handmatig 24/24 uur voor de temperatuurstijging Controleer of de buitentemperatuur overeenkomt met het werkingsbereik (zie §1.3) Controleer de kenmerken van de warmtepomp in vergelijking met het bad Controleer het juist functioneren van het automatisch vullen Plaats de isotherm afdekking Maak de verdamper schoon (zie §4.1) Het apparaat moet buiten geïnstalleerd worden. Controleer of er geen obstakel is op minder dan 4 meter vanaf de blazer en op 0,50 meter achter de warmtepomp. Controleer de betekenis van het bericht §5.1
De warmtepomp draait af en toe ontdooiingcycli
Normaal als de buitentemperatuur onder 12°C is
De verdamper is vervuild
Maak de verdamper schoon (zie §4.1)
De zekering is te klein of heeft de verkeerde grootte De kabeldoorsnede is te klein De voedingsspanning is te laag De spanning daalt als de compressor wordt gestart Varistor VA1 en/of VA2 is/zijn buiten werking
Controleer de zekering (zie § 2.5.3) Controleer de kabeldoorsnede (zie § 2.5.3) Neem contact op met uw elektriciteitsbedrijf Voeg een soft starter toe op de modellen M5, MD5 en M7 Vervang de varistor(en)
H0439100.A1.NL – 2013/10
12
5.3 FAQ
Is het mogelijk de temperatuur sneller te doen stijgen?
Waarom verwarmt mijn warmtepomp niet?
Waar moet het waterbehande‐ lingssysteem ten opzichte van het verwarmings‐ systeem geplaatst worden? Mijn apparaat voert water af: is dat normaal?
Om uw warmtepomp efficiënter te laten werken, is het aanbevolen om:
het zwembad af te dekken (thermisch zeil, schuifpaneel …) om warmteverlies te voorkomen van een periode met zachte buitentemperaturen (gemiddeld > 10 °C) te profiteren voor een snellere temperatuurstijging (dit kan enkele dagen duren en de tijd is afhankelijk van de weersomstandigheden en de afmetingen van de warmtepomp) hoe warmer de omgevingslucht, hoe efficiënter de warmtepomp zal zijn de verdamper schoon te houden Controleer of de tijdens het opwarmen moet het water continu circuleren (24u/24) filtertijd om de temperatuur het hele seizoen op peil te houden, is een voldoende is "automatische" circulatie van minstens 12u/dag nodig (hoe langer deze tijd, hoe meer de warmtepomp over een voldoende werkingsbereik voor het verwarmen beschikt) Door de richttemperatuur op de maximale stand te zetten zal het water niet sneller warm worden bij het starten blijft het apparaat 3 minuten in de "pauze"‐stand staan alvorens in te schakelen: controleer of deze tijd verstreken is wanneer de richttemperatuur bereikt is, stopt de warmtepomp met verwarmen: controleer of de watertemperatuur lager is dan de richttemperatuur (zie §3.2) wanneer er geen of onvoldoende waterdebiet is, schakelt de warmtepomp uit: controleer of het water goed in de warmtepomp circuleert en of de hydraulische aansluitingen goed uitgevoerd zijn wanneer de buitentemperatuur onder de 5 of ‐8°C komt, schakelt de warmtepomp uit: controleer de buitentemperatuur het is mogelijk dat de warmtepomp een werkingsstoring gedetecteerd heeft: controleer of er een code is weergegeven op het scherm, zo ja, zie §5.1 Als deze punten gecontroleerd zijn en het probleem nog steeds bestaat: neem contact op met uw installateur Het waterbehandelingssysteem (chloorbehandeling, apparaat voor zoutelektrolyse, enz.) moet bij voorkeur voor de warmtepomp geïnstalleerd worden (zie installatie §2.4), en hiermee compatibel zijn (vraag dit aan de fabrikant)
Uw apparaat voert condens af. Dit water is het vocht in de lucht dat condenseert bij contact met bepaalde koude organen in de warmtepomp. Let op! uw apparaat kan meerdere liters water per dag afvoeren.
6. Online registreren
Registreer uw product op onze website: - U wordt als eerste geïnformeerd over de actualiteiten van Zodiac en onze aanbiedingen. - Help ons om voortdurend de kwaliteit van onze producten te verbeteren.
Australia – New Zealand Europe, South Africa and rest of the world
www.zodiac.com.au www.zodiac‐poolcare.com
H0439100.A1.NL – 2013/10
13
Elektrisch schema
Z300 M4‐M5‐M7
H0439100.A1.NL – 2013/10
1
Z300 T5
H0439100.A1.NL – 2013/10
2
Z300 MD5
H0439100.A1.NL – 2013/10
3
Z300 MD8
H0439100.A1.NL – 2013/10
4
Z300 TD5‐TD8
H0439100.A1.NL – 2013/10
5
L‐N‐PE L1‐L2‐L3‐N‐PE PE ( ) 1‐2 3‐4 5‐6 7‐8 20S A1 A2 C1 C2 C3 D1 H HP LP J1 M1 M2 MOV PHC R1‐R2 ST1 ST2 ST3 ST4 ST5 VA1‐VA2 BK BN BU G GN/YE PK OG RD VT WH YE
Voeding (230V‐1N‐50Hz) Voeding (400V/3N/50Hz) Aarde Bediening pomp (contact max. 8A) Bediening elektrische voorverwarmer (contact max. 2A) Bediening alarm (contact max. 2A) Afstandsbediening Spoel 4‐wegklep Elektronische regelkaart Elektronische displaykaart Condensator ventilator Compressor condensator Filter Progressieve starter Weerstand antivries Hoge drukpressostaat Lage drukpressostaat Debietschakelaar Motor ventilator Motor compressor Reduceerklep Fasenvolgorde regelaar contactsluiter Regelsonde Antivriessonde Ontdooiingssonde Sonde vloeistoflijn Sonde opvoerhoogte compressor varistor Zwart Bruin Blauw Grau Groen/geel roos Oranje Rood Paars Wit Geel
H0439100.A1.NL – 2013/10
6
Afmetingen en beschrijving
Basis Gevel Motorkap Technische deur Achterpaneel Stijgend Rooster Regelaar Ingang zwembadwater Ø1” ½ Uitgang zwembadwater Ø1” ½ luchtverdamper Pakkingbus
Z300 M4 M5‐T5‐MD5‐TD5 M7 MD8‐TD8
gewicht (Kg) 52 63 68 81
H0439100.A1.NL – 2013/10
7
Zodiac Pool Care Europe - BP 90023 - 49180 St Barthélémy d’Anjou cedex - S.A.S.U. au capital de 517 200 € / SIREN 395 068 679 / RCS PARIS
www.zodiac-poolcare.com Pour plus de renseignements, merci de contacter votre revendeur. For further information, please contact your retailer. ZODIAC® is a registered trademark of Zodiac International, S.A.S.U., used under license.
Votre revendeur / your retailer