vijf jaar eTwinning in Vlaanderen
eTwinning
de community voor scholen in Europa
oktober 2010 eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 1
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
contactgegevens eTwinning
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Departement Onderwijs en Vorming Koning Albert II laan 15 – 7C02 1210 Brussel 02 553 96 34
[email protected] http://etwinning.classy.be www.etwinning.be
colofon Redactie
Sara Gilissen Guy Verzele en Tim Vuylsteke
EINDREDACTIE Bart Verswijvel
Werkten mee aan deze publicatie
Marie-Leet Bens, Inge De Cleyn, Robert Conings, Ria De Wilde, Ivan Dewinne, Marie-Paule Doom, Anne Gilleran, Ludo Jacobs, Irène Indemans, Glen Jansen, Hugo Germonpré, Lut Hoornaert, Eric Noyen, Greet Snoekx, Anne-Mie Van Aperen, Lieven Van Parys, Bart Verswijvel
Ontwerp The Red Barn
Deze publicatie geeft uitsluitend de meningen weer van de auteurs, en de Europese Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin vervat is. Deze publicatie is gepubliceerd onder de bepalingen en voorwaarden van de licentie voor Naamsvermelding 3.0 Unported van Creative Commons http://creativecommons.org/licenses/by/3.0
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 2
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
voorwoord D
eze publicatie verschijnt naar aanleiding van het 5-jarig bestaan van eTwinning. eTwinning is een actie van het programma Comenius en maakt zo deel uit van het “Programma voor Levenslang Leren” van de Europese Unie. eTwinning is in amper een half decennium uitgegroeid tot het grootste Europees netwerk voor het onderwijs. In de deelnemende landen wordt er stilgestaan bij deze verjaardag en de meeste landen presenteren een bilan en een staalkaart van eTwinning. Van een leven lang leren en mobiliteit een realiteit maken, is een van de strategische doelstellingen die de Europese Unie zichzelf heeft gesteld. Die mobiliteit kan ook virtueel verlopen en dan is een organisatie als eTwinning een uitstekend instrument. eTwinning verenigt ondertussen nagenoeg 95.000 Europese leerkrachten die allemaal met elkaar kunnen communiceren, elkaar inspireren en vooral projecten opstarten met hun leerlingen.
eTwinning past perfect in de nieuwe visie op leren. Met moderne communicatiemedia die aansluiten bij de leefwereld van jongeren kan de kaart getrokken worden van levensecht en sociaal ingebed leren. De kracht van eTwinning is dat ze de verworvenheden van de moderne communicatietechnologie op een eenvoudige, maar zinvolle manier kan aanwenden voor het realiseren van zowel vakgebonden als vakoverschrijdende onderwijsdoelstellingen. Ook voor leerkrachten is het opzetten van projecten een verrijking en een kans voor professionele ontwikkeling. eTwinning maakt van levenslang leren een realiteit. eTwinning voedt leerlingen en leerkrachten op tot Europees burgerschap en tot verdraagzaamheid. Het stimuleert creativiteit, ondernemerschap en innovatie. eTwinning is naar mijn oordeel dan ook een bijzonder belangrijk instrument om de digitale geletterdheid in Vlaanderen verder te versterken.
Pascal SMET Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 3
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
inhoud 3 Voorwoord 5
Vijf jaar eTwinning – reacties van leerkrachten
6
Leren en onderwijzen in het internettijdperk
7
eTwinning in de klas – reacties van leerlingen
8
12
14
Waarom starten met eTwinning?
Interview met leerkrachten Inge De Cleyn, Lut hoornaert en Lieven Van Parys
Waarom eTwinning in het schoolbeleid integreren?
Twee directeurs vertellen Interview met Eric Noyen en Hugo Germonpré
Leerkrachten in Europa roepen om verandering
Interview met Anne Gilleran, pedagogisch manager van eTwinning
16
Project basisonderwijs – Aan tafel
18
Project basisonderwijs – Make a Wiz
20
Project basisonderwijs – Snapshot of Europe
22
Project secundair onderwijs – Tous en Forme
24
Project secundair onderwijs – Experiments without frontiers
26
eTwinning in Comenius: een geslaagd partnerschap
Interview met Greet Snoekx en Ria De Wilde
28
Overzicht vijf jaar eTwinning in Vlaanderen
30
Tip: favoriete tools en projectactiviteiten
32
Tips voor een geslaagd project
34
Tip: overzicht internationalisering, projecten subsidiemogelijkheden
36
Tip: veelgestelde vragen
38
Tip: woordenlijst over eTwinning
4
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 4
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Vijf jaar eTwinning reacties van leerkrachten
“D
ankzij eTwinning leerde ik hele leuke collega’s kennen, over de grenzen heen. We inspireerden elkaar, en ook onze ICT-vaardigheden zijn aanzienlijk uitgebreid. Het was een verrijkende ervaring. Niet alleen voor onszelf, ook voor de leerlingen. Want hun motivatie nam toe door de authenticiteit van de opdrachten en de uitdagingen die een internationale samenwerking biedt. Met eTwinning verleg je de grenzen van je klaslokaal en haal je de wereld binnen.” —Ludo Jacobs, Kardinaal Van Roey-Instituut in Vorselaar
“D
it is het tweede jaar waarin ik een eTwinning-project heb. Het spreekt me ongelofelijk aan. Er ging een wereld voor me open: bedankt! Mijn hoofdtaak nu? Mijn collega’s motiveren.” —Inge De Cleyn, Sint-Janshof in Mechelen
“H
ieperdepiep hoera! Hopelijk twinnen we met nog meer landen.” —Irène Indemans, Middenschool Heilig Hart in Bree
“B
ijna honderdduizend leerkrachten mobiliseren en nog veel meer jongeren enthousiasmeren in amper vijf jaar tijd … Dat is eTwinning! Een droom voor Europa die werkelijkheid wordt!” —Marie-Leet Bens, Immaculata Instituut in Oostmalle
“E
Twinning: reizen en thuiskomen in Europa.” —Bart Verswijvel, Immaculata Instituut in Oostmalle
“E
Twinning bouwt al vijf jaar aan grensverleggende vriendschappen!” —Ivan De Winne, Sint-Donatusinstituut in Merchtem
“N
a vijf jaar eTwinnen ben ik een grote fan van Europa, net zoals mijn collega's en leerlingen.” —Guy Verzele, Sint-Bernarduscollege in Oudenaarde
“T
oen eTwinning vijf jaar geleden van start ging, kon ik niet vermoeden dat het zo’n groot succes zou worden. eTwinning is nu dé motor achter heel wat goede praktijkvoorbeelden, en daarop kunnen alle deelnemende scholen trots zijn. Proficiat met vijf jaar bloggen, expertise uitwisselen, skypen, leermiddelen delen, internationaliseren, netwerken, intercultureel les volgen en geven, en nog zoveel meer ...” —Jan De Craemer, Departement Onderwijs en Vorming, Strategische Beleidsondersteuning
“M
et eTwinning is Europese samenwerking in het onderwijs kinderspel. Workshops, tools, TwinSpace en vooral een uitgebreid netwerk van enthousiaste leerkrachten in heel Europa maken van eTwinning al vijf jaar lang een succes. Happy birthday, en nu op naar de tien!” —Tim Vuylsteke, Lyceum Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen in Kortrijk
5
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 5
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Leren en onderwijzen in het internettijdperk
V
olgens het populaire You Tube-filmpje ‘Shift happens’ leven we in exponentiële tijden op het gebied van informatie en informatieontwikkeling. Het filmpje begint met de zin: Did you know? En dan volgen een aantal indrukwekkende feiten. De technologische informatie verdubbelt elk jaar. In het jaar 2008 zou er 4 exabytes aan informatie gegenereerd zijn. Een week de New York Times lezen geeft de lezer meer informatie dan iemand uit de 18de eeuw in heel zijn leven vergaarde. Niet alleen de informatiehoeveelheid groeit enorm, ook de verspreiding en bereikbaarheid ervan is gigantisch toegenomen door het ontstaan van internet. De radio deed er nog 38 jaar over om een publiek van 50 miljoen gebruikers te halen. Internet bereikte die massa al na 4 jaar, de iPod na 3 jaar en Facebook na 2 jaar. Allemaal leuke weetjes. Maar wat betekent dat nu voor het onderwijs? Door die explosie van technologie en informatie staan scholen voor een enorme uitdaging. Scholen leiden de leerlingen van vandaag op voor jobs, technologieën en problemen die nu nog niet bestaan. Bovendien brengt deze internetevolutie heel wat vragen met zich mee. Beïnvloedt het de manier van denken en leren van jongeren? Moet het onderwijs zich aan deze evolutie aanpassen, en zo ja: hoe? Een aanzet tot discussie vinden we in twee boeken over de zogenaamde Einsteingeneratie: Generatie Einstein, slimmer sneller en socialer: communiceren met jongeren van de 21ste eeuw, van Jeroen Boschma en Inez Groen, en Is het nu generatie X,Y of Einstein?, van Pedro De Bruyckere en Bert Smits. Boschma en Groen schetsen een heel positief beeld over de jeugd van tegenwoordig. Jongeren van vandaag zijn sneller, slimmer en socialer dan eender welke generatie vroeger. Ze leren lateraal en in beelden, en zijn creatief. De auteurs pleiten daarom voor de invoering van het ‘natuurlijke leren’. Dat is onderwijs dat een beroep doet op meerdere intelligenties en competenties. Het is gericht op ervaring opdoen en in een betekenisvolle context samen leren. De Bruyckere en Smits daarentegen zijn in hun boek genuanceerder over de jeugd, en pleiten voor een degelijk mediaonderwijs. De jeugd van tegenwoordig hanteert wel vliegensvlug nieuwe tools. Maar om de inhoud te doorgronden, zijn ze nog te weinig kritisch en mediasmart. De leerkracht moet daarom niet alleen een
coach, maar ook een regisseur zijn. Iemand die op een authentieke manier lesgeeft, een doorgedreven vakkennis bezit en kwaliteitsvolle leerprocessen voorbereidt en begeleidt. In beide boeken pleiten de auteurs voor netwerkleren. Jongeren zijn door de constante blootstelling aan informatie via allerlei media in staat om niet-lineair te leren. Ze kunnen discontinue informatie verwerken. Leerkrachten moeten de leeromgeving zo inrichten dat leerlingen er alle informatie zelf vinden en hun sociaal netwerk optimaal leren gebruiken. Ze spreken daarvoor niet alleen leeftijdsgenoten aan, maar ook inhoudelijke experts, zoals leerkrachten. Lijken de leerlingen van vandaag meer op Einstein en zijn ze slimmer dan vroeger? Daarover bestaat heel wat discussie. Maar de informatisering en technologiering van de samenleving is een feit. En het onderwijs moet de jongeren voorbereiden op de toekomst. Met eTwinning leveren leerkrachten daaraan een bijdrage. Natuurlijk leren, mediaonderwijs en netwerkleren zijn onderwijsmethoden die bij eTwinning aan bod komen. In een eTwinning-project krijgen leerlingen authentieke lesinhoud en opdrachten. Ze leren omgaan met informatie, en leren van en met elkaar. Leerkrachten kunnen bovendien vele opleidingen en trainingen volgen om deze methoden beter onder de knie te krijgen. Door internet en andere media is ook de internationalisering razendsnel toegenomen. De wereld is een dorp geworden. Jongeren moeten elkaar leren kennen, en krijgen te maken met verschillen in cultuur en opvattingen. Met eTwinning ervaren ze de gelijkenissen en verschillen aan den lijve. Bovendien gebruiken ze hun favoriete tools. Wedden dat ook hún motivatie om te leren enorm toeneemt?
Meer lezen over de Einsteingeneratie?
Jeroen Boschma & Inez Groen (2006) Generatie Einstein, slimmer sneller en socialer: communiceren met jongeren van de 21ste eeuw. Pearson Education
Pedro De Bruyckere en Bert Smits (2006) Is het nu generatie X,Y of Einstein? Plantyn. http://xyofeinstein.wordpress.com
6
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 6
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
eTwinning in de klas reacties van leerlingen
1 Ik leerde me vlotter uitdrukken in het Engels. Ik kreeg informatie over andere culturen, en ontwikkelde ICT-vaardigheden. 2 Het leukste vond ik het chatten op de Twinspace. 3 Soms mailden de partners niet terug. Dat was minder leuk. Ook de lange procedure om je aan te melden en een profiel aan te maken, vond ik niet zo onaangenaam. 4 Ja, ik zou een eTwinning-project zeker aanraden. Want zo leer je nieuwe mensen en culturen kennen. Het is echt de moeite waard. —Middenschool Heilig Hart in Bree (klassen van Irène Indemans)
1 Wat hebt u geleerd tijdens het eTwinning-project?
2 Wat vond u de leukste activiteit?
3 Wat vond u een minder leuke ervaring?
4 Zou u een eTwinning-project bij uw vrienden aanraden?
1 De andere kinderen maken ook mooie dingen, zoals tekeningen en animaties. Maar soms hebben ze andere ideeën. 2 Skypen vond ik heel plezant, en ook de Japanner die op bezoek kwam, zal ik nooit vergeten. 3 Het minst leuke? Dat was het wachten op nieuws. 4 eTwinning maakt de lessen interessant. Er zit ook veel ICT in, met animaties, mindmappen, tekenen en skypen. Dus ja, ik raad dit zeker aan. —GVBS Sint-Amandus in Meulebeke (klassen van Lieven Van Parys) 1 Ik heb ervaren dat je Frans kunt bijleren zónder het gevoel dat je moet leren. En dat is heel plezant. 2 Ik vond verschillende dingen leuk, zoals in het Frans vragen stellen over de foto’s van onze correspondenten.Verbazingwekkend hoe snel die Duitsers in het Frans reageerden op de foto’s van onze excursie! Ook leuk: via internet nieuwjaarswensen krijgen en versturen! Het was fantastisch dat er in het buitenland mensen naar onze rubriek ‘études de mode’ surften. Ze keken
naar onze modeshow en lazen alles over onze stages. 3 Mindmaps maken, was niet zo leuk als foto’s bekijken en bespreken. We moesten soms lang wachten op de reactie van de projectpartner. 4 Ik kan iedereen een eTwinning-project aanbevelen. Want les aan de computer is altijd leuker, en je leert Frans zonder dat je het weet. Ik had nooit gedacht dat Frans zo plezant kon zijn. Ongelooflijk hoeveel we over andere mensen te weten zijn gekomen. Creatief zijn aan de computer is eens wat anders dan een handboek! Het is ook erg leuk om taken te maken voor iemand, in plaats van voor punten. —Immaculata Instituut in Oostmalle (klassen van Marie-Leet Bens) 1 Ik leerde veel bij over Spanje. En ik ben nu veel handiger op de computer: foto’s bewerken, een filmpje maken, een eigen blog schrijven, … Het is heel boeiend om met mensen van een ander land te communiceren. 2 De leukste activiteiten vond ik foto’s bewerken, met het buitenland communiceren, een kort filmpje maken en een poll ineensteken. 3 Minder leuk vond ik de wedstrijd met de Google-hits. Tijdens het jaar deden de Spanjaarden veel minder dan wij. Maar tijdens de wedstrijd waren ze opeens heel actief, en verloren wij. Frustrerend! Mijzelf op de blog voorstellen, vond ik ook niet zo aangenaam. 4 Ja, ik zou eTwinning zeker aanraden. Het is een unieke ervaring om met buitenlanders samen te werken. Zo leer je mensen van een ander land kennen. Het is een creatieve manier van leren. Kortom, heel interessant om te doen. —Immaculata Instituut in Oostmalle (klassen van Bart Verswijvel)
7
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 7
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Waarom starten met eTwinning? Interview met leerkrachten Inge De Cleyn, Lut Hoornaert en Lieven Van Parys
Buitengewoon internationaliseren Ook leerlingen met een mentale beperking in het buitengewoon onderwijs hebben baat bij internationalisering. Daarvan zijn ze in het Sint-Janshof te Mechelen rotsvast overtuigd. Vorig schooljaar experimenteerde de school met een Europees project voor leerlingen uit het OV1 (jongeren met een ernstig verstandelijke beperking), het OV2 (jongeren met een matig verstandelijke beperking) en het OV3 (jongeren met een licht verstandelijke beperking). Ondertussen raakten ook meer en meer collega’s overtuigd dat internationalisering en de ondersteunende kracht van
beperking. Die werken over het algemeen vlot met de computer. Toch ervoer ik vorig jaar dat alle leerlingen heel snel vertrouwd waren met Google translate, Picasa en PowerPoint. Dus ook de leerlingen met een ernstige en matige verstandelijke beperking! We werkten samen met Engelstalige partners. Want het was moeilijk om een Nederlandse partner te vinden. Geen sinecure, want onze leerlingen leren geen tweede taal. Dat probleem losten we op door veel beelden te gebruiken. En met Google Translate vertaalden we eenvoudige zinnen. Het resultaat was meer dan behoorlijk!”
Vernieuwende onderwijsaanpak
eTwinning nuttig zijn. Daarom werken er dit schooljaar een vijftal leerkrachten samen met het autiteam in een internationaal project rond autisme. En voor volgend schooljaar staan er twee nieuwe eTwinningprojecten op stapel.
Grenzen verleggen
Inge De Cleyn, de stuwende kracht achter internationalisering op het Sint-Janshof, is heel enthousiast: “Onze leerlingen hebben een mentale beperking. Hun ICT-vaardigheden zijn dus minimaal, behalve bij de leerlingen met een licht verstandelijke
Zowel leerlingen als leerkrachten ontwikkelen nieuwe competenties door nieuwe ICT-toepassingen en een vreemde taal te oefenen. Ook de omgang met een vreemde cultuur, andere waarden en normen en een nieuwe manier van werken, is een enorme meerwaarde. Dit jaar zijn er bij de internationale projecten geen leerlingen betrokken. In Mechelen loopt er een Comeniuspartnerschap rond autisme. De kerngroep bestaat uit vijf leerkrachten die met het autiteam samenwerkt. Er is ook een eTwinning-community voor leerkrachten. eTwinning is hier een handig communicatiemedium om op internationaal vlak ideeën uit te wisselen. De ervaringen van vorig jaar waren zo inspirerend dat ook andere collega’s een project willen starten. Ze voelen de uitdaging om nieuwe toepassingen te leren kennen en hun didactische aanpak te vernieuwen. Bovendien weten ze dat ze hulp kunnen krijgen van iemand die het al eens gedaan heeft. Een hele geruststelling!
Integreren in het lesprogramma
Omkadering en integratie zijn heel belangrijk voor een internationaal project,
weet ook Inge De Cleyn: “Onze directeur staat erg open voor ICT. De school heeft twee, weliswaar verouderde computerklassen. Maar toch was dit voldoende om met de leerlingen aan de slag te gaan. Vooraf schreef ik het projectidee uit – heel belangrijk – en ging ik na of ik voldoende over de computers kon beschikken. Daarna liep alles heel vlot.” De school integreerde het project in het gewone lesprogramma en kaderde het in de ICT-ontwikkelingsdoelen. ‘Leren leren’ en ‘taalvaardigheden’ kwamen ruim aan bod. Toch was het niet eenvoudig om het programma rond te krijgen. Inge De Cleyn: “Je moet rekening houden met de timing in de partnerscholen en de mogelijkheden die zij hebben om aan het project te werken. Achteraf bleek dat er heel wat minder werd uitgevoerd dan gepland. Een mogelijke oplossing? Duidelijker deadlines afspreken.”
V
ijf leerkrachten en het autiteam van het Sint-Janshof in Mechelen werken dit jaar in een Comenius-project rond autisme. Via het eTwinning-platform communiceren ze met collega’s uit Turkije, Ierland, Roemenië en Italië. Vorig schooljaar diende Twinspace om resultaten van een leerlingenproject uit te wisselen. De leerlingen komen uit het Buitengewoon Secundair Onderwijs OV1, OV2 en OV3. Volgend schooljaar willen enthousiaste collega’s een eTwinning-project rond kunst opstarten. Ook ‘Engels na schooltijd’ is een mogelijk onderwerp. Leerkracht Inge De Cleyn: “Ik ben op ICT-vlak een echte autodidact. Ik leerde bijna alles zelf, met vallen en opstaan. Als eTwinning-ambassadeur volgde ik ondertussen wel online een leerevenement over web 2.0-toepassingen. Dat helpt om inspiratie op te doen voor de volgende projecten en collega’s te begeleiden. Dergelijke bijeenkomsten zijn leuk en erg zinvol. Je moet er wel wat ICT-vaardig voor zijn. Het grote voordeel? Je leert er nieuwe partners kennen voor toekomstige projecten.”
8
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 8
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Lego en techniek Wiskundeleraar Lut Hoornaert van het Vrij Technisch Instituut in Veurne is met het legovirus besmet. Sinds een paar jaar werkt ze vanuit die interesse samen met leerlingen van de derde graad aan internationale projecten. Door de integratie in een Comenius-partnerschap hebben de deelnemers aandacht voor de culturele eigenheid van de diverse partners, bij wie ze ook effectief op bezoek gaan. In de toekomst wil de school ook in zijn BSO-afdeling en de lagere TSO-jaren met eTwinning aan de slag gaan.
•
Leerkrachten wetenschappen en talen werken samen in het VTI Veurne aan internationale projecten. • Er lopen zowel eTwinning-projecten als Comenius-partnerschappen. • Het project Lego Mindstorm loopt met Zweden, Denemarken, Griekenland, Hongarije en Italië. • Leerlingen uit de tweede en derde graad TSO en het zevende jaar BSO doen mee aan het project.
Leerkracht Lut Hoornaert: “De uitdaging van een eTwinning-project? Het vinden van gemotiveerde collega’s met voldoende ICT-kennis, en buitenlandse partners waarmee het klikt. Daarmee staat of valt elk project. Je moet voldoende geduld en doorzettingsvermogen hebben. Geduld omdat het niet altijd evident is om de juiste partner te vinden. Iedere partner komt ook niet altijd even punctueel afspraken na. Doorzettingsvermogen omdat een tegenslag niet meteen het einde van het project mag betekenen. Kun je dit aan de dag leggen, dan is eTwinning een boeiende ervaring.”
Meer dan ‘spelen met de blokjes’
De school integreert alle projecten in de dagelijkse lessen. Zeker de taalkundige aspecten (Nederlands, Frans en Engels), maar ook de projectinhoudelijke. Naargelang van het onderwerp werken de leerlingen aan het project in het vak wiskunde, biologie, natuurkunde, mechanica of elektronica. Het project maakt ook deel uit van de jaarlijkse Geïntegreerde Proef (GIP) van de laatstejaars industriële wetenschappen. Lut Hoornaert: “Onze leerlingen hebben vaak meer ICT-vaardigheden dan de leerkrachten. Het zijn vooral zij die vooruitgang boeken. De leerlingen op hun beurt leren hun ICT-vaardigheden doelmatiger en meer gestructureerd gebruiken. Zowel leerlingen als leerkrachten krijgen uiteindelijk een bredere ervaring met programmeren (flash, director, LEGO NXT). Daarnaast delen ze efficiënter informatie via websites, blogs en het eTwinning-platform, en leren ze PowerPointpresentaties maken en met audio- en videobestanden werken.”
Een ruime impact
Naast de toegenomen ICT-vaardigheden gaan ook andere competenties vooruit. Zo leren de deelnemers zaken precies formuleren, niet alleen in de eigen taal, maar ook in de projecttaal. Want ze moeten de projectgegevens met internationale partners delen. Alle opdrachten zijn bovendien groepswerken. Daardoor boeken de leerlingen grote vooruitgang in de planning, opvolging en evaluatie van het teamwerk, dat ook nog eens tegen een bepaalde deadline klaar moet zijn.
Lut Hoornaert: “Om de motivatie aan te zwengelen, kiezen we telkens voor onderwerpen die leiden tot ‘bruikbare’ eindproducten. Die zijn hopelijk nog jarenlang nuttig voor andere deelnemers. Op zijn beurt garandeert dit het streven naar een grotere kwaliteit.” Door de link met technische onderwerpen wordt ook de vakkennis vanzelfsprekend verdiept. En ten slotte versterken projecten met internationale partners een Europees bewustzijn.
Steeds meer eTwinning De eerste eTwinning-ervaring deed het
VTI op in het laatste jaar van een lopend Comenius-partnerschap. Toen gebruikten ze eTwinning vooral voor communicatie en gegevensuitwisseling. Op een van de meetings (in Praag) vond Lut Hoornaert nieuwe partners voor het laatste project. Tijdens een contactseminarie in Maastricht leerden de deelnemers werken met de nieuwe Twinspace, die nu volop gebruikt wordt. In Sevilla deden ze ervaring op met de ‘loudblog’ om met audiobestanden te werken. Lut Hoornaert: “Ondertussen zijn we daarin gegroeid en proberen we om eTwinning uitdagender en interactiever te gebruiken voor leerlingen en leerkrachten. De nieuwe Twinspace biedt daartoe voldoende mogelijkheden. Momenteel geven onze leerlingen via dat kanaal allerlei (ICT-)opdrachten aan de leerlingen van onze toekomstige Comenius-scholen.”
9
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 9
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Jarenlang eTwinnen in het basisonderwijs De basisscholen in Meulebeke zijn al sinds 1997 met internationale projecten bezig. Stuwende kracht achter het hele gebeuren is Lieven Van Parys. Hij begon in zijn eigen Sint-Amandusschool, en werkt nu als ICT-coördinator voor vijf vrije basisscholen. Zijn jarenlange ervaring leverde Lieven een beproefde methode op. Hij sleepte ook heel wat prijzen in de wacht. Maar zijn allerbelangrijkste advies is en blijft: ‘Keep it simple’.
Inspelen op prioriteiten
eTwinning ondersteunt de bestaande prioriteiten van de school. Het is een extra middel om de doelstellingen van de school te bereiken. De laatste jaren werkte de school in eTwinning-projecten rond zorg, emotionele ontwikkeling, wereldoriëntatie en techniek.
Lieven Van Parys: “ De prioriteiten van de school krijgen in de klas een nieuwe uitwerking. Zo resulteert eTwinning ook in de kennismaking met ICT-vaardigheden die verdergaan dan de traditionele computertoepassingen.” ICT-integratie is volgens hem een belangrijk middel om onderwijsvernieuwing door te voeren. Moderne technologieën verrijken de leeromgeving, en maken ons onderwijs niet langer wereldvreemd. Toch spreekt de ervaren ICT-coördinator liever over ‘ICT-verdieping’: een betere integratie en bredere toepassing van ICT in alle vakken. Dus niet zomaar ‘drill and practice’. De confrontatie met andere culturen is altijd belangrijk als ‘feedback’ bij de uitwerking van bepaalde thema’s in eTwinning. Zo leren de kinderen inzien dat iedereen ‘evenwaardig’ en ‘eigenaardig’ is.
10
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 10
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Doe het zelf
Met de uitbouw van de internationale projecten kregen vele klassen de kans om aan deze nieuwe ICT-strategie mee te werken. Daardoor werden de ICT-vaardigheden bij leerling en leerkracht verruimd en verbeterd. Lieven Van Parys :“Ik gebruik vaak freeware zoals Tux Paint, Pivot en BlockCad. Als je software gebruikt die gratis is, is er voor niemand van de partners een probleem. Ik creëerde ook zelf enkele onlinetoepassingen om het hen nog gemakkelijker te maken. En met de huidige ontwikkeling van allerlei web 2.0-tools ligt er voor iedereen genoeg materiaal voor het grijpen.” Ook het belang van workshops valt niet te onderschatten. “Ik kreeg zelf de kans om verschillende workshops in binnen- en buitenland te geven. Daar leer je uit de vragen van de deelnemers hoe je projecten kunt vernieuwen en verdiepen. De trainingen van NSS en CSS deden me nadenken over de toekomst van eTwinning en de dynamiek die achter deze beweging steekt. Ik werd er meer en meer van bewust dat de Europese dimensie belangrijk is voor ons leven.” Maar het allerbelangrijkste vindt Van Parys de contacten met andere deelnemers, de ‘tips & tricks’ en de nieuwste ontwikkelingen die we mogen verwachten. eTwinning is vooruit kijken!
Tienpuntenplan
In de loop der jaren ontwikkelde Lieven Van Parys een eigen strategie met tien belangrijke punten: 1 KIS: Keep It Simple! 2 Gebruik een universele taal, zoals tekeningen, objecten, animaties en symbolen. 3 Gebruik een universeel onderwerp, zoals emotionele ontwikkeling, wereldproblemen en kunst. 4 Betrek al uw leerlingen bij uw projecten. 5 Zoek naar partners in Europa en in heel de wereld. 6 Maak gebruik van echte en virtuele voorwerpen, zoals knikkers, blokjes en digitale stempels. 7 Maak uw eigen onlinetools of gebruik bestaande tools op het web (web 2.0). 8 Beantwoord altijd uw e-mails. 9 Doe mee aan de projecten van uw partners. 10 Laat uw projecten evalueren. ICT-coördinator Lieven Van Parys: “Nu betekent ‘extra muros’ daadwerkelijk contact met diverse landen en culturen. En dat is veel meer dan de vroegere leerwandeling rond de school. Een van onze eerste eTwinning-partners uit Japan gaf ondertussen al twaalf keer les op onze scholen. Ja, de Europese grenzen zijn al lang doorbroken. De schoolpoort staat open voor de ganse wereld. Ik zou dus vooral de lerarenopleidingen aanraden om zich te verdiepen in deze onderwijsstrategie van de toekomst. Zij dragen een grote verantwoordelijkheid.”
11
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 11
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Waarom eTwinning in het schoolbeleid integreren? Twee directeurs vertellen
Internationalisering op school vertrekt vanuit de leerkracht of de directie. Beide benaderingen hebben voor- en nadelen. Het belangrijkste is de wisselwerking tussen leerkrachten en directie. Een van de sleutelwoorden daarbij is communicatie. De leerkracht houdt de directeur en collega’s op de hoogte van de projecten. En de directeur betrekt zoveel mogelijk leerkrachten bij de Europese projectwerking. Twee directeurs vertellen.
Eric Noyen Directeur Immaculata Instituut in Oostmalle
Eric Noyen: “De eTwinning-projecten op onze school zijn gestart vanuit de leerkrachten. In onze school realiseerden een aantal leerkrachten uitstekende projecten. Het is mijn verantwoordelijkheid om die op termijn in een structuur in te bedden. Het kan niet zijn dat projecten staan of vallen met leerkrachten die op hun ‘eigen eilandje’ goed werk leveren. Ze moeten ook participeren aan de pedagogische ondersteuning van collega’s en de uitwisseling van expertise. Op school organiseerden we al een pedagogische studiedag over Europa om ook de andere leerkrachten bewust te maken. Sterke en ervaren leerkrachten moeten hun expertise delen via een interne nascholing van collega’s.Via een werkgroep ondersteunen we de leerkrachten ook op pedagogisch en logistiek vlak bij de uivoering van hun projecten. Als school hebben we ook gekozen voor een duidelijk ICT-investeringsplan voor meerdere jaren.
Om het leerkrachtenteam nog meer te motiveren en ondersteunen, volgde ik zelf een eTwinning-workshop in Zweden. Dit was een unieke ervaring om met Europese collega’s en bestaande projecten kennis te maken. Het contact met collega-directeurs ter plaatse ging heel vlot. Ik leerde verschillen en gelijkenissen kennen in de onderwijswereld in de Europese Unie, en legde concrete contacten met collega’s. Wat mij opviel was de grote vraag naar internationale contacten bij de directeurs. Daarom is de verdere uitwerking van de eTwinninggroep voor directeurs belangrijk. Het is zinvol om samen te reflecteren, suggesties uit te wisselen, elkaar te ontmoeten, discussies te voeren en elkaar oplossingen aan te reiken. eTwinning biedt leerlingen en leerkrachten enorme mogelijkheden om met landen in de EU samen te werken, zonder ter plaatse te gaan. Zo wakkeren we de bewustwording van de Europese gedachte bij onze jongeren aan. Er zijn tal van mogelijkheden om innovatieve projecten in taal te integreren. Daardoor past eTwinning perfect in het taalbeleid van de school. Bovendien worden computer- en communicatievaardigheden van leerlingen én leerkrachten gestimuleerd. eTwinning zorgt voor een grotere participatie en motivatie van leerkrachten en leerlingen. Dat leidt tot beter en gemotiveerder onderwijs. Het belangrijkste voordeel voor de school? Dat is de internationale uitstraling. Ook de uitstraling naar onze leerlingen is positief. Het zelfbeeld van de leerlingen wordt er beter van.”
12
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 12
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Hugo Germonpré Vrije Basisschool Sint-Jozef in Lombardsijde
“Sinds 2007 werken we in onze school aan een tweede Comenius-partnerschap: Feel at home@EU Schools. Ons eerste project, Europe@play, verliep in samenwerking met Engeland, Italië en Zweden.Voor Feel at home@EU Schools werken we samen met scholen in Duitsland, Italië, Polen en Spanje.Via eTwinning vonden we een aantal partnerscholen. Ten laatste binnen vijf jaar wil ik minstens twee leerkrachten aan eTwinning laten deelnemen. Dat is de uitdaging voor mij als directeur. Momenteel werk ik aan een eTwinningproject op niveau van directeurs. Het project richt zich op het beleid van de school, meer bepaald op het aspect ‘zelfevaluatie van de schoolwerking’. Zo wil ik de mogelijkheden van eTwinning verkennen en uittesten. Om collega’s te overtuigen en motiveren, is het belangrijk dat je er als directeur ook tijd in stopt, en zelf voldoende kennis en vaardigheden hebt. Daarnaast is het belangrijk om te luisteren naar de leerkrachten en de leerlingen, en naar de ideeën die van onderuit komen. Ik probeer altijd een aantal leerkrachten als ‘trekkers’ in de ontwikkeling van een projectplan te betrekken. Daarnaast
proberen we een schoolthema in het project te integreren, zodat het team achter het project kan staan. De inhouden en doelstellingen van het project worden tijdens overlegmomenten op school uitgewerkt, ook in samenwerking met het beleidsondersteunend personeel. We proberen alle collega’s bij het project te betrekken. Zo krijgt iedereen bijvoorbeeld de kans om aan een Comenius-mobiliteit deel te nemen en naar een projectmeeting in het buitenland te gaan. De school investeerde ook veel in een degelijke ICT-infrastructuur voor deze projecten. Dat werkt ook motiverend voor de leerkrachten. Iedere leerkracht krijgt toegang tot de nodige hard- en software in de klas en op school. ICT is trouwens sowieso een belangrijk punt op onze school. Het wordt geïntegreerd in het nascholingstraject van elke leerkracht, en dat traject wordt opgevolgd in de functioneringsgesprekken. Europese projectwerking is belangrijk voor de school. Leerlingen krijgen een bredere kijk, en hun interesse in verschillende culturen en talen wordt aangewakkerd. Ze gebruiken meer ICT, en vooroordelen verdwijnen als sneeuw onder de zon. Maar ook voor leerkrachten is het een verrijkende ervaring. Door het contact met andere leerkrachten krijgen ze een andere kijk op hun eigen onderwijsfunctioneren. Het kan aanzetten om vastgeroeste tradities te bevragen en eventueel bij te sturen. Ze overwinnen hun angst om andere talen te gebruiken. En ze zijn meer gemotiveerd om met ICT aan de slag te gaan.”
13
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 13
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Interview Anne Gilleran Meer leerling-gericht, samenwerkend en probleemoplossend onderwijs
“Leerkrachten in Europa roepen om verandering”
eTwinning is de ‘Community voor leerkrachten in Europa’. Waarom is zo’n gemeenschap van leerkrachten belangrijk? Anne Gilleran: “Leerkrachten maken graag deel uit van een groter geheel. Ze willen lid zijn van een groep die hun klas- en schoolmuren overschrijdt. Sinds de oprichting van eTwinning in 2005 hebben we gemerkt dat veel leerkrachten in projecten willen samenwerken. Maar sommige leerkrachten zijn voorzichtig en twijfelen nog. Ze stappen niet meteen in een project, maar zoeken wel persoonlijk contact met leerkrachten in Europa. Door deze leerkrachten een platform te geven, kunnen meer timide leerkrachten leren van de meer ervaren en expressieve leerkrachten. Ook het succes van de onlineleerevenementen bewijst dat leerkrachten in Europa nieuwsgierig zijn naar elkaar en naar nieuwe onderwijsmethoden. Ze willen zich bijscholen, ervaringen met elkaar delen en van een Europese onderwijsruimte deel uitmaken.” Hoe past eTwinning in het onderwijs van de 21ste eeuw? Anne Gilleran: “Leerlingen in het secundair onderwijs zitten nog te vaak ongeïnteresseerd op de schoolbanken. Ze worden te weinig uitgedaagd. Ze moeten leerstof begrijpen zonder te weten waarom. Maar dit verandert langzaam. Onderwijs wordt meer groepsgeoriënteerd, probleemoplossend en leerling-gericht. En er gaat meer aandacht naar de relevantie van de leerstof.Vaak zijn de scholen ook niet
de oorzaak van het probleem. Het beleid verandert te traag. De examenmethodes, het curriculum en de lerarenopleiding passen zich traag aan. Sommige landen in Europa zijn zich meer bewust van de veranderingen. In Denemarken bijvoorbeeld is er al enkele jaren een nieuwe examenmethode. Leerlingen mogen computers en boeken gebruiken. Ze krijgen een probleemscenario voorgeschoteld en moeten een oplossing zoeken. Dat benadert veel meer het echte leven, en zo leren jongeren vaardigheden ontwikkelen die ze later in hun job moeten gebruiken. eTwinning brengt die veranderingen en noden van het onderwijs onder de aandacht. In Europa zijn er vele leerkrachten die echt een verandering willen en die het - bij wijze van spreken - uitschreeuwen. Deze leerkrachten vinden elkaar dankzij eTwinning, en kunnen zo een zachte revolutie ontketenen.”
Anne Gilleran – CV
• huidige positie: pedagogisch manager bij European Schoolnet (koepel van 28 ministeries van onderwijs uit Europa) voor eTwinning • sinds 2001 actief bij European schoolnet, ervaring met Europese projecten zoals School Manager Centre,Virtual School en ENIS (Europees Netwerk voor Innovatieve scholen) • jarenlange ervaring in het onderwijs als leerkracht, leerlingenbegeleider, directeur en lerarenopleider • master in Letteren en master in Informatietechnologie in Dublin • verschillende publicaties
Waarom is ICT in het onderwijs zo belangrijk? Anne Gilleran: “Als het onderwijs de jongeren wil voorbereiden op de toekomst, moet het ook de tools van de toekomst gebruiken. Maar scholen hebben vaak schrik van nieuwe dingen. ICT is misschien alleen een hulpmiddel, maar wel een heel krachtig medium. Het geeft een stem aan mensen. We moeten leerkrachten helpen om dit nieuwe hulpmiddel te gebruiken en de kracht ervan te leren begrijpen. Dankzij de nieuwe ICT-middelen leggen we ook gemakkelijker contacten met anderen. In Europa vormen we nu één geheel, één ruimte. Het is dus belangrijk dat jongeren hun eigen cultuur leren kennen, maar ook de cultuur van anderen, en ze moeten Europa leren begrijpen. De enige manier om dat te doen is via contact, van jongs af aan.” ICT schrikt leerkrachten vaak nog af. Kunt u de typische eTwinning-leerkracht beschrijven? Anne Gilleran: “Er is geen typische eTwinning-leerkracht. Er bestaat een grote mix van opleidingen en achtergronden onder de eTwinners. Het enige wat ze gemeen hebben, is dat ze geïnteresseerd zijn in nieuwe dingen en contact zoeken
14
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 14
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
met andere mensen. Dat verklaart ook het succes van eTwinning: vele mensen voelen zich aangetrokken tot het programma. Er zit iets in voor iedereen; niet alleen voor techneuten of taalleerkrachten. Iedereen kan het proberen. Je mag altijd mislukken en opnieuw beginnen.” Naast de ontwikkeling van projectwerk wil eTwinning ook de professionele ontwikkeling van leerkrachten stimuleren. Op welke manier gebeurt dat? Anne Gilleran: “In 2009 volgden een
duizendtal leerkrachten in Europa een nascholing bij eTwinning. Tijdens deze driedaagse seminaries in een Europese stad leerden ze over projectwerk en ICT-integratie in het onderwijs. Deelnemers kregen er ook de kans om contacten te leggen en projecten te starten. Met de onlineleerevenementen bereiken we 2500 leerkrachten per jaar. Het voordeel hiervan is dat leerkrachten van thuis uit en op het moment dat voor hen past nascholing kunnen volgen. Dankzij deze onlinetrainingen zullen we in de toekomst nog meer leerkrachten in Europa kunnen bereiken. We merken dat de deelnemers van onlineleerevenementen achteraf terugkomen en actief gaan deelnemen aan de eTwinning-community. Ze ontmoeten dezelfde deelnemers en bouwen zo een netwerk op. Dat is het mooie aan eTwinning. Ook via onlinecontact kun je relaties uitbouwen. Die gemeenschap van ideeën en opinies is heel belangrijk.
Daarvoor hoef je elkaar niet altijd in levende lijve te ontmoeten.” Als projectleider van ENIS en Virtual School hebt u veel ervaring met Europese ICT-projecten. Wat maakt eTwinning dan aantrekkelijk voor u? Anne Gilleran: “Achter eTwinning staat in elk Europees land een toegewijde groep van mensen die eTwinning promoot en ondersteunt. Dit netwerk van ondersteuningsdiensten is de kracht van eTwinning. Ze hebben een gezamenlijke visie en werken samen aan de toekomst van
eTwinning in Europa. Leerkrachten kunnen er terecht met al hun vragen en noden. Daarnaast is eTwinning uniek in Europa. Projecten zijn flexibel en mogen mislukken. Leerkrachten krijgen de kans om te experimenteren, opnieuw te proberen en te verbeteren. We effenen het pad voor een actieve community waar leerkrachten ook op een informele manier van elkaar kunnen leren. Dat is opwindend en nog nooit gezien in Europa.” Hebt u nog een verjaardagsboodschap voor de meer dan 95.000 eTwinningleerkrachten in Europa? Anne Gilleran: “Proficiat met al het werk dat jullie de laatste vijf jaar verzet hebben. En veel succes en geluk gewenst voor de toekomst! Als we in de komende vijf jaar nog eens half zoveel werk verzetten als in de afgelopen jaren, dan kunnen we samen het onderwijs in Europa echt veranderen.” 15
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 15
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Project Basisonderwijs Project:
Aan tafel
Leerkracht(en):
Anne-Mie Van Aperen, ICT-coördinator
School:
VBS H. Hart van Maria in ’s-Gravenwezel
Leeftijdsgroep:
9 tot 12 jaar
Taal:
Nederlands
Thema:
Voeding, voedingsgewoonten, gezondheid, recepten en menu’s, ‘kookmomenten’, beleefdheid … over de grenzen heen. Deze thema’s komen aan bod in de jaarplanning (Diversiteit over de grenzen heen). Het project wordt geïntegreerd in de vakken Nederlands, wiskunde, Frans (in België), Engels (in Nederland) en wereldoriëntatie.Voor al deze vakken is ICT-integratie mogelijk.
Doelstellingen:
• leren over (gezonde) voeding: woordenschat, spreekwoorden, voeding in andere talen, maten en gewichten en de verhoudingen; • recepten leren klaarmaken, menu’s leren opstellen en creatief bewerken, de tafelschikking leren kennen; • zingen en gedichten leren voordragen; • leren over normen en waarden, en respectvol leren omgaan met medemensen.
Werkwijze:
1 brainstormsessie in onze eigen school, waarop we de leeftijdsgroep, doelstellingen en eindtermen bepaalden; 2 zoeken van een partner, met wie we samen verder brainstormden over het project, de data bepaalden voor gezamenlijke tweedaagsebijeenkomsten in Nederland en België, doelstellingen formuleerden en praktische afspraken maakten; 3 informeren van de kinderen en ouders; 4 korte uitwisseling van doe-activiteiten via Twinspace; 5 concrete voorbereiding van de eerste tweedaagse; 6 informeren van de kinderen en ouders; 7 wederzijdse voorstelling van de leerlingen; 8 tweedaagse in Nederland, met een carrouselsysteem met diverse opdrachten, bedrijfsbezoeken, doe-momenten en een receptie voor de kinderen en de Nederlandse ouders; 9 contact (nu ook met echte ‘vriendjes’) via Twinspace; 10 concrete voorbereiding van de tweede tweedaagse; 11 informeren van de kinderen en ouders; 12 tweedaagse in België, met opnieuw een carrouselsysteem, een bezoek aan de grootkeuken van de school en het restaurant, doe-momenten en een walking dinner voor de kinderen en de Belgische ouders; 13 opnieuw contact via Twinspace; 14 evaluatie door leerlingen, ouders, leerkrachten en directie.
Gebruik van
ICT:
We gebruikten een pc met beamer,hoofdtelefoons, software, Twinspace, … Chatten en e-mailen gebeurde vooral thuis en onder het toezicht van de ouders.
Resultaten:
PowerPointpresentaties, Word-documenten (menu’s, menukaarten, …), een blijvend contact met Nederlandse leerlingen en leerkrachten, en de waarden en normen en het respect dat de leerlingen zich eigen maakten. Daarnaast zijn onze leerlingen nu echte ‘keukenpietjes’ geworden.
Tips:
KISS, houd vol, en contacteer de Nationale Ondersteuningsdienst!
Meer informatie:
Website: http://new-twinspace.etwinning.net/web/p17475 E-mailadres:
[email protected]
16
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 16
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Aan tafel Interview Anne-Mie Van Aperen
Hoe leerde u eTwinning kennen? Anne-Mie Van Aperen: “Via de website van KlasCement, een portaalsite voor en door leerkrachten. Daar zag ik de aankondiging voor een nascholing in Oostmalle. Die volgde ik, en ik was meteen gebeten door de eTwinning-microbe. Zo’n project leek me heel leuk, voor leerlingen én leerkrachten.” Hoe begon u aan uw eerste project? Anne-Mie Van Aperen: Ik ben ICT-coördinator, dus na die nascholing ging ik op zoek naar geïnteresseerde leerkrachten, vooral in het zesde leerjaar. Ik beloofde hen om het moeilijkste deel van het werk op mij te nemen: een partner vinden en contacten leggen. De leerkrachten moesten mij alleen het materiaal bezorgen.” Waarom begon u aan een eTwinningproject? Anne-Mie Van Aperen: “Omdat het mij boeiend, leerrijk en uitdagend leek. Als leerlingen tijdens zo’n project iets maken, is het niet alleen voor de juf bedoeld, maar ook voor andere mensen, op andere locaties. Dat motiveert hen!” Hoe ontstond uw projectidee? Anne-Mie Van Aperen: “Na de nascholing volgde wat gemijmer. Daarna deed ik een voorstel aan onze partner. Dat leidde uiteindelijk tot het project ‘Aan tafel’, waarbij we informatie over eetgewoonten met een Nederlandse school uitwisselden.” Welke moeilijkheden ondervond u tijdens het project? Hoe overwon u ze? Anne-Mie Van Aperen: “Onze eerste partnerschool was ook een Belgische school. Daarom moesten we het project via een omweg opstarten. Daarnaast waren er ook wat problemen met de nieuwe Twinspace. Gelukkig kregen we veel hulp van eTwinning-ambassadeur Bart Verswijvel en eTwinning-coördinator voor Vlaanderen Sara Gilissen. Wat leerden de leerlingen allemaal? Anne-Mie Van Aperen: “Dat Nederlanders best aangenaam en leuk zijn én niet zo hard verschillen van ons. Daarnaast vonden ze het vooral leuk om iets te maken ‘voor de andere school’.”
Wat leerde u als leerkracht? Anne-Mie Van Aperen: “Dat ik niet mag opgeven en moet blijven geloven in het project, ook als het eens moeilijk gaat. Ook belangrijk: collega’s blijven motiveren, en voortdurend vragen naar materiaal voor op de projectwebsite.” Kreeg u steun van collega’s en schooldirectie? Hielp dit u tijdens het project? Anne-Mie Van Aperen: “Ik kreeg veel steun van een aantal collega’s, en ook van de directie, die eTwinning als visitekaartje kan uitspelen.” Volgde u extra opleiding, nascholing of training? Hielp dit u tijdens het project? Anne-Mie Van Aperen: “Ik volgde een contactseminarie in Maastricht, en dat was heel voor de start van het project. Want contact zoeken via het eTwinningforum blijft moeilijk. Ik wil graag nog wat extra uitleg krijgen over het gebruik en de mogelijkheden van de nieuwe Twinspace, want daarmee leren werken was voor mij heel tijdrovend.” Hebt u nog toekomstplannen voor uw project of een nieuw project? Anne-Mie Van Aperen: “Ja, volgend schooljaar gaan we verder met ‘Aan tafel’, maar ook met onze andere projecten. Misschien zoeken we wel naar een alternatief voor Twinspace.” Wat zijn volgens u de drie voorwaarden om een goed project te starten? Anne-Mie Van Aperen: “Een blijvende inzet van klassenleerkrachten en ICT-coördinatoren. Een toegankelijke Twinspace (die volgens mij nu té veel mogelijkheden heeft). En een leuk projectidee.” Hebt u nog een eTwinning-boodschap? Anne-Mie Van Aperen: “Ik ben gebeten door de eTwinning-microbe. Collega’s denken soms dat eTwinning extra werk betekent, maar ik probeer hen te tonen dat een groot deel van hun gewone werk perfect bruikbaar is voor een project. Weliswaar in een ander kleedje.”
17
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 17
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Project Basisonderwijs Project:
Make @ Wiz
Leerkracht(en):
Lieven Van Parys, ICT-coördinator
School:
Vrij Katholiek Basisonderwijs in Meulebeke (5 scholen)
Leeftijdsgroep:
6 tot 12 jaar
Taal:
Universeel: tekeningen en animaties; Nederlands, Engels, Spaans, Galicisch en Japans
Thema:
Wereldoriëntatie en ICT
Doelstellingen:
Het hoofddoel van dit project is de ‘integratie van ICT’ en ‘internationalisering’ binnen het leerplan Wereldoriëntatie te ontwikkelen: ‘een ruimere en kritische kijk op de wereld…’. Het project biedt de leerkrachten kansen om binnen wereldoriëntatie elk thema te optimaliseren: ‘kritisch en creatief ’. Ook hier is de innovatieve integratie van ICT een pluspunt.
Werkwijze:
Kinderen dromen over de toekomst. In dit project bouwen ze aan een betere wereld, stap voor stap, 'steentje voor steentje'… Ze 'doen een wens' door een animatie te maken waarin onze tovenaar Wizzy de hoofdrol speelt. Hij beeldt er de ideeën uit van de kinderen.Via computeranimaties kunnen de leerlingen kritische bedenkingen uiten over problemen en moeilijkheden die ze ontdekken binnen en buiten hun leefomgeving … Na elk wero-thema werd op een kritische wijze een probleem onderzocht en tot een animatie verwerkt. Bij de kritisch benadering van de vele ‘wereldproblemen’ botsten we automatisch op conflicten en vraagstukken die de diversiteit van culturen benadrukken. Naast de inschakeling van ‘ontwikkelteams’ uit België, Spanje en Japan is de inbreng van ‘evaluatieteams’ uit Canada, Zuid-Afrika en Israël van groot belang geweest als feedback over de vorm en inhoud van dit project.
Gebruik van
ICT:
Tux Paint (creëren van de achtergronden in de animaties), Pivot (ontwikkelen van de objecten en animaties), Skype (communiceren met de partners via het digitaal bord) en MindMan Personal (zelfstandig analyseren en opbouwen van de scenario’s).
Resultaten:
De speciale projectwebsite bevat alle uitgewerkte animaties en foto’s van de activiteiten van de ontwikkelteams en feedbackteams (in diverse talen). Er is ook extra informatie beschikbaar over de integratie in onze eigen leerplannen. Deze innovatieve leeromgeving stimuleert de kinderen om creatief en kritisch te werken. De ontmoeting met leerkrachten en kinderen uit andere culturen is voor velen een openbaring. Het resultaat? De integratie van ICT op een eenvoudige en efficiënte wijze!
Tips:
Internationalisering kan ook (eenvoudig) met jonge kinderen!
Meer informatie:
Website: www.sintamandusmeulebeke.be E-mailadres:
[email protected]
18
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 18
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Make @ Wiz Interview Lieven Van Parys
Hoe leerde u eTwinning kennen? Lieven van Parys: “Vijf jaar geleden ben ik in eTwinning gestapt. Het was als het ware het vervolg van onze werking binnen de Virtual School, een vorig project van European Schoolnet.” Hoe begon u aan uw eerste project? Lieven van Parys: “Ik zoek altijd ‘dingen, beelden en symbolen’ waarmee zelfs de kleinste kinderen kunnen communiceren, over alle grenzen heen. Daarom liet ik hen echte dieren knutselen voor in een virtuele zoo – dieren die iedereen kon gebruiken en via internet uitwisselen.” Waarom begon u aan een eTwinningproject? Lieven van Parys: “De klassen liggen vol ideeën die een eTwinning-boost kunnen krijgen.Vroeger waren extramurosactiviteiten beperkt tot een leerwandeling. In een internetomgeving zijn er geen grenzen meer. De confrontatie met andere culturen verrijkt ook het leerproces.” Welke moeilijkheden ondervond u tijdens het project? Hoe overwon u ze? Lieven van Parys: “We ondervonden geen moeilijkheden. Als je eTwinning echt in de onderwijsleeromgeving integreert, dan gaat alles vanzelf. eTwinning wordt niet ‘bovenop’ de rest geplaatst, het is een wiel dat meedraait in het grote raderwerk.” Welke ervaringen/activiteiten tijdens het project bleven u speciaal bij? Lieven van Parys: “Het verrassend mooie resultaat. Zelfs volwassenen zijn gefascineerd door de veelheid van kleuren en vormen.” Wat leerden de leerlingen? Lieven van Parys: “Dat ze door samen te werken tot betere resultaten komen. Niet alle kinderen hebben voor hetzelfde probleem dezelfde oplossingen” Wat leerde u als leerkracht? Lieven van Parys: “eTwinning zorgt ervoor dat de ICT-competenties veel beter en ongedwongen worden verworven. Alles wordt in een natuurlijk geheel ingebed, met een gezamenlijk doel. Zo’n project is geen activiteit om de activiteit.” Ondervond de school ook voordelen? Lieven van Parys: “De integratie van ICT verloopt vlotter. Computergebruik
komt los te staan van traditionele toepassingen rond rekenen en taal.” Kreeg u steun van collega’s en schooldirectie? Hielp dit u tijdens het project? Lieven van Parys: “Als ICT-coördinator heb ik geen echte klas – ik heb wel vijf scholen. Toch staan de leerkrachten in de rij om aan het volgende project mee te werken.” Volgde u extra opleiding, nascholing of training? Hielp dit u tijdens het project? Lieven van Parys: “Ik volgde geen extra opleiding. Maar als navormer leerde ik wat collega’s nodig hebben. Zo kan ik mijn projecten beter oriënteren op de lespraktijk.” Hebt u nog toekomstplannen voor uw project of voor een nieuw project? Lieven van Parys: “Iedere jaar probeer ik een nieuw project te creëren. Eentje dat aansluit bij de prioriteiten van mijn scholengroep. Zo kan ik niet alleen internationaal werken, maar ook schooloverstijgend hier in het veld. Ondertussen is een nieuw project, ‘Biodiversity’, ook al afgewerkt. Want 2010 is het internationale jaar van de Biodiversiteit!” Wat zijn volgens u de drie voorwaarden om een goed project te starten? Lieven van Parys: “Keep it simple, gebruik een universele taal (tekeningen, symbolen, objecten, …) en werk rond een universeel thema.” Hebt u nog een laatste eTwinningboodschap? Lieven van Parys: “eTwinning is winning!”
19
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 19
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Project Basisonderwijs Project:
A snapshot of Europe
Leerkracht(en):
Glenn Jansen, onderwijzer
School:
VBS Scharrel in Minderhout
Leeftijdsgroep:
5 tot 12 jaar
Taal:
Engels
Thema:
Fotografie en leefomgevingen. De leerlingen van de verschillende scholen nemen (digitale) foto’s van hun omgeving. Elke school verzamelt alle foto’s en brengt ze onder in verschillende categorieën. Ze kiest ook één foto die meedoet aan een internationale wedstrijd. Alle deelnemende leerlingen stemmen dan voor hun favoriete foto’s in elke categorie.
Doelstellingen:
• • • •
Werkwijze:
• start: foto’s nemen van vier aspecten uit de leefomgeving (plaatsen, mensen, natuur en sport); de leerlingen krijgen enkele maanden de tijd om foto’s te nemen en in de verschillende categorieën te selecteren; • ondertussen: contact leggen via de weblog; • begin april: in elk land de favoriete foto in elke categorie selecteren en doorsturen; • eind april: punten geven in elke categorie; de leerkrachten hebben via Twinspace en de blog contact gehad; omdat er zo veel landen waren, hebben enkele leerkrachten het voortouw genomen en de deadlines gesteld; de leerlingen konden steeds de foto’s van de andere landen bekijken, om er uit te leren. Echt contact tussen de leerlingen was er niet. Dit kwam enerzijds door de variatie in leeftijd (van 6 tot 12) en anderzijds door de omvang van het project.
Gebruik van
ICT:
leerplan ICT: leren omgaan met een fototoestel; leerplan ICT: goede foto’s leren nemen; leerplan WO: gericht kijken naar de wereld in zijn verschillende aspecten; overkoepelende doelstellingen: kritisch kunnen zijn, keuzes maken en ze kunnen verantwoorden, kunnen samenwerken.
De leerlingen hanteerden zelf een fototoestel. De foto’s die ze maakten, werden met een beamer in de computerklas bekeken. Op de blog verschenen dan onze foto’s en die van de andere landen. Die bekeken we heel gericht. Zo probeerden we ons eigen kunnen te verbeteren: hoe neem je foto’s (kikvors- of vogelperspectief), wat moet er op staan, wat wil je laten zien, … Deze foto’s bekeken we in de computerklas met een beamer.
Resultaten:
Het was een project met veel verschillende landen dat eenvoudig te realiseren was. De doelstellingen waren duidelijk en de deadlines haalbaar. De leerlingen konden actief een aantal taken uitvoeren, waardoor ze echt betrokken waren bij het project. Ze kregen een beeld van de natuur, mensen, sportactiviteiten … in andere landen.
Tips:
Maak het uzelf niet te moeilijk. Zorg dat u het project kunt uitvoeren tijdens uw normale lessen en binnen uw normale programma. Zo moet u geen extra tijd investeren in het project tijdens uw uren.
Meer informatie:
Websites: • http://new-twinspace.etwinning.net (login: snapshots, paswoord: RTCc3B) • http://twinblog.etwinning.net/15275/ • http://snapshotofeurope.blogspot.com E-mailadres:
[email protected]
20
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 20
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
A snapshot of Europe Interview Glenn Jansen
Hoe leerde u eTwinning kennen? Glenn Jansen: “Via de directeur van onze school. We hebben al lang een Comenius-partnerschap lopen. Op een keer kregen we geen subsidies, en toen ging hij op zoek naar alternatieven.” Hoe begon u aan uw eerste project? Glenn Jansen: “Na een PDW (Professional Development Workshop, een workshop voor beginnende eTwinners uit verschillende Europese landen) in het Nederlandse Zandvoort, startten we ons eerste project: ‘The European friendship club’. Daarin ontwierpen de leerlingen logo’s.” Waarom begon u aan een eTwinningproject? Glenn Jansen: “Ik vind eTwinning een meerwaarde voor de leerlingen, hoe klein ook. Ook voor mezelf was het een uitdaging.” Hoe ontstonden uw projectideeën? Glenn Jansen: “Het eerste project ontwierp ik samen met anderen tijdens de PDW.Voor ‘A snapshot of Europe’ kwam er een voorstel van iemand die het eerste project had gevolgd.” Welke moeilijkheden ondervond u tijdens het laatste project? Hoe overwon u ze? Glenn Jansen: “Met veel scholen werken, is niet eenvoudig omdat niet iedereen alles op hetzelfde moment kan doen. Strikte deadlines zijn dan een absolute must. Dat is niet altijd even gemakkelijk, maar zo blijft het project wel goed lopen.” Welke ervaringen/activiteiten tijdens het project bleven u speciaal bij? Glenn Jansen: “De kwaliteit van de foto’s was enorm goed. Ik zag ook de foto’s van onze eigen leerlingen verbeteren doordat ze gericht naar de andere foto’s keken, en er veel uit leerden.”
Wat leerden de leerlingen? Glenn Jansen: “Ze leerden foto’s nemen die andere leerlingen ook graag bekijken. Door foto’s uit andere landen te bestuderen, leerden ze zelf betere foto’s maken.” Wat leerde u als leerkracht? Glenn Jansen: “Dat je met kleine aanpassingen aan je lessen tijdens een Europees project veel bereikt met je leerlingen, en dat ze best veel bijleren.” Kreeg u steun van collega’s en schooldirectie? Hielp dit u tijdens het project? Glenn Jansen: “Mijn parallelcollega’s hebben me goed geholpen en gesteund. Ze werkten altijd enthousiast mee aan het project. In ons tweede leerjaar zijn er drie klassen, en dankzij mijn collega’s konden al die leerlingen van eTwinning proeven.” Volgde u extra opleiding, nascholing of training? Hielp dit u tijdens het project? Glenn Jansen: “Ik volgde een eTwinning-workshop in Brussel en de PDW in Zandvoort. Daardoor kwam ik met gemotiveerde mensen in contact.” Hebt u nog toekomstplannen voor uw project of voor een nieuw project? Glenn Jansen: “We hebben ‘A snapshot of Europe’ onlangs verlengd. Twee andere collega’s zijn ondertussen met eigen projecten gestart. Een van hen ging óók naar een PDW.” Wat zijn volgens u de drie voorwaarden om een goed project te starten? Glenn Jansen: “Houd u aan deadlines, maak het niet te moeilijk en antwoord meteen op e-mails van uw partners. Zo wint u vertrouwen en daar krijgt u veel van terug!”
21
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 21
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Project secundair onderwijs Tous en forme
Project: Leerkracht(en):
Marie-Leet Bens, lerares Frans en esthetica
School:
Immaculata Instituut in Oostmalle (TSO en BSO)
Leeftijdsgroep:
16 tot 18 jaar
Taal:
Frans
Thema:
De rode draad in het uitwisselingsproject is ‘la bonne forme’. Gezondheid, een goede fysieke conditie en mentaal evenwicht zijn essentieel op alle leeftijden. Door te reflecteren, informatie uit te wisselen en samen te werken, leren jongeren bewuster omgaan met verschillende aspecten van gezondheid en ontwikkelen ze een positieve attitude. Bovendien beheersen ze het Frans beter. Ook vakken als lichamelijke opvoeding en PAV, en de vakoverschrijdende themawerking zorgen voor de nodige input.
Doelstellingen:
• De leerlingen toetsen hun kennis van de Franse taal aan de praktijk. Hun nieuwsgierigheid wordt geprikkeld door foto’s van excursies van hun correspondenten. • Ook communicatieve vaardigheden worden ontwikkeld. Zo overleggen de leerlingen via mindmaps hoe je kan werken aan ‘la bonne forme’. • De leerlingen werken ten slotte aan een positieve attitude.Vlamingen en Duitsers wisselen ervaringen uit, geven elkaar tips en maken elkaar attent op interessante interculturele gelijkenissen en verschillen.
Werkwijze:
• herfst 2009: ontmoeting leerkrachten tijdens een Ryckeveldeseminarie rond motivatie voor de Franse lessen; • winter 2009: uitwisseling van projectideeën tussen de leerkrachten; • januari 2010: start van het project voor de leerlingen met kennismakingsactiviteiten en mindmaps over ‘la bonne forme’; • februari 2010: uitwisseling van recepten, ervaringen, …; • maart 2010: op zoek naar tips en trucs van elkaars nationale helden; • april 201: uitwisseling van foto’s en filmpjes van excursies vormen aanleiding voor uitwisseling van ideeën over ‘jeunes en forme’; • mei 2010: creatie van quizzen en spelletjes voor de partnerschool.
Gebruik van
ICT:
e-mail, Google Docs, TwinSpace (http://twinblog.etwinning.net/17826), weblog (http://wordpress.org en http://jeunesenforme.wordpress.com), mindmaps (http://bubbl.us, http://smartdraw.com en http://cmap.ihmc.us/conceptmap.html), SmartArt (Microsoft Word), PowerPoint, Windows Movie Maker en kruiswoordraadsels, puzzels en quizzen (http://puzzlemaker.discoveryeducation.com).
Resultaten:
De leerlingen maakten kennis met leeftijdsgenoten uit Duitsland. Door in het Frans ideeën uit te wisselen over ‘la bonne forme’ liepen gezondheid en fysieke en mentale conditie als een rode draad door het schooljaar. De leerlingen testten nieuwe ICT-tools uit en leerden overleggen en samenwerken over de landsgrenzen heen binnen verschillende thema’s: voeding, ergonomie, sport en avontuur, rolmodellen en cultuur. Ook hun nieuwsgierigheid en creativiteit werden aangescherpt. Ze wilden alles weten over elkaars cultuur en verrasten elkaar met originele voorstellen en voorstellingen.
Tips:
Beginnende leerkrachten raad ik aan om vooral te kiezen voor een ‘jong’ en veelzijdig thema. Regelmatig overleg tussen de leerkrachten van de partnerscholen is noodzakelijk, maar er moet ook plaats zijn voor voorstellen van de jongeren zelf.
Meer informatie:
Websites: zie hoger — E-mail:
[email protected]
22
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 22
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Tous en Forme Interview Marie-Leet Bens
Hoe leerde u eTwinning kennen? Marie-Leet Bens: “De eerste eTwinning-projecten in onze school werden opgestart door mijn collega’s Engels en Nederlands.Veel aanmoediging had ik niet nodig om als leerkracht Frans en esthetica mee op de Europese trein te stappen.” Hoe begon u aan uw eerste project? Marie-Leet Bens: “Ik registreerde me tijdens een eTwinning-workshop in onze school en de eerste potentiële projectpartner die ik aanschreef, was meteen de goede. Met de Spaanse Elena Peleato – ondertussen een echte vriendin! – rondde ik al drie projecten Frans tweede taal af.” Waarom begon u aan een eTwinningproject? Marie-Leet Bens: “Sinds mijn eerste schooldag als leerkracht is mijn motto: ‘Talen leren? Met plezier!’Voor mijn tso-klassen stond er dan ook al snel een taaluitwisseling met een Waalse school in de startblokken. Ook de Europese Dag van de Talen ging nooit ongemerkt voorbij.Voor mijn bso-klassen zocht ik nog een extra uitdaging en die vond ik in eTwinning.” Hoe ontstond uw projectidee? Marie-Leet Bens: “Als je weet dat de eerste partnerschool in het Spaanse Aragón ligt, is meteen ook de oorsprong van de naam van het project duidelijk: ‘Fabiola’! Inhoudelijk stond in dat project de uitwisseling van ideeën rond cultuur centraal.” Welke moeilijkheden ondervond u tijdens het project? Hoe overwon u ze? Marie-Leet Bens: “In de loop van het eerste project werd de vader van mijn projectpartner Elena heel ziek. Hierdoor verliep het overleg tussen de twee scholen onregelmatig. Een idee dat toen ontstond als noodoplossing, maakt intussen deel uit van al mijn projecten: de leerlingen maken voor hun correspondenten zelf Franse spelletjes en kruiswoordraadsels.” Wat leerden de leerlingen? Marie-Leet Bens: “De leerlingen ondervinden dat hun Franse taalvaardigheid, hoe beperkt ook, hen de mogelijkheid biedt om over de landsgrenzen heen te communiceren en samen te werken. Door de kennismaking met nieuwe ICT-tools en uitdagende werkvormen verleggen de leerlingen hun grenzen. Ze winnen aan autonomie en aan zelfzekerheid. Ze worden
fier op hun eigen cultuurpatrimonium en staan meer open voor andere culturen.” Wat leerde u als leerkracht? Marie-Leet Bens: “Ik leerde enorm veel bij over ICT-tools. Ook mijn creativiteit werd aangescherpt door het overleg rond projectideeën.” Ondervond ook de school voordelen? Marie-Leet Bens: “Het project ‘Créations Mode Jeune’ werd een enorm succes. De hele school raakte erbij betrokken! Hierdoor voelen de leerlingen bso Mode zich meer gerespecteerd.” Kreeg u steun van collega’s en schooldirectie? Hielp dit u tijdens het project? Marie-Leet Bens: “De schooldirectie stond van bij het begin positief tegenover eTwinning-projecten. Op onze school vind je ook altijd collega’s die hun steentje willen bijdragen.” Volgde u extra opleiding, nascholing of training? Hielp dit u tijdens het project? Marie-Leet Bens: “Als eTwinningambassadeur volgde ik al een aantal leerrijke seminaries en workshops, en ook bij Ryckevelde deed ik heel wat ideeën op. En dan was er nog ‘Teacher Aid’, een project van mijn collega Bart Verswijvel. Daarbij krijgen leerkrachten informatie van leerlingen Informaticabeheer over Web 2.0-tools.” Hebt u nog toekomstplannen voor uw project of voor een nieuw project? Marie-Leet Bens: “Mijn leerlingen sluiten hun projecten nooit af op 30 juni. Ze blijven contact houden met hun ‘nieuwe vrienden’.Verder staan er alweer nieuwe projecten op stapel.” Wat zijn volgens u de drie voorwaarden om een goed project te starten? Marie-Leet Bens: “De link met leerplannen, eindtermen en geïntegreerde proeven is essentieel. Ook een ‘jong’ en veelzijdig thema is aan te raden. Daarnaast is regelmatig overleg noodzakelijk.” Hebt u nog een eTwinning-boodschap? Marie-Leet Bens: “eTwinning is een uitdaging die jongeren met plezier aangaan!”
23
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 23
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Project secundair onderwijs Project:
Experiments without frontiers
Leerkracht(en):
Marie-Paule Doom, leraar wetenschappen, en Dominique Berbiers, leraar Frans
School:
MSGO De Moerbei Moerbeke-Waas
Leeftijdsgroep:
14 tot 18 jaar
Taal:
Engels en Frans
Thema:
Uitwisseling van (wetenschappelijk) onderzoek en werk gemaakt in de klas of in het kader van de lessen thuis. Zo leren de leerlingen klas-, land- en taaloverstijgend van elkaar (peer-to-peer). Ze bieden elkaar via internet methodes aan om bepaalde stukken van de leerstof te begrijpen en ze op een andere manier te interpreteren. Ze beoordelen elkaars werk, inhoudelijk en eventueel ook op creatief vlak.
Doelstellingen:
• de leerlingen kunnen zich mondeling voorstellen in het Frans of het Engels; • de leerlingen kunnen een wetenschappelijk experiment delen met de andere deelnemers aan het project via ICT; • de leerlingen kunnen via de video’s van de andere groepen stukken leerstof onder de knie krijgen; • de leerlingen kunnen een website bouwen; • de leerlingen kunnen een PowerPointpresentatie maken; • de leerlingen kunnen een videomontage maken met Windows Media Player of Windows Movie Maker (VOETen ICT secundair onderwijs).
Werkwijze:
• de leerlingen stellen zich voor in een videopresentatie; ze maken daarvoor een website en plaatsen hun filmpje online; • ze stellen de behandelde leerstof voor aan de leerlingen van de andere school via een proef of een persoonlijke verwerking; • ze bekijken de presentaties van de anderen en verwerken op die manier nieuwe leerstof; • ze geven feedback aan hun collega’s van de andere school.
Gebruik van
ICT:
• pc en toebehoren; • programma’s: Microsoft Office Word, Microsoft Office PowerPoint, Windows Movie Maker; • digitaal fototoestel; • website van het volledige project: http://matoumatheux.ac-rennes.fr/divers/twinning2009/accueil1.htm; • leerlingenwebsites: http://demoerbei3a2009.wordpress.com, www.bloggen.be/jensfruytier, www.bloggen.be/sharonyzewijn, www.bloggen.be/jensdebie, www.bloggen.be/farahcarlie_, www.bloggen.be/yornbram, www.everyoneweb.com/COOKIEMONSTERS.
Resultaten:
De leerlingen maakten een PowerPointpresentatie, twee video’s en een website. Ze verwerkten daarin leerstof uit de vakken wiskunde, fysica, chemie, ecologie, enz..
Tips:
Maak gebruik van TwinSpace in plaats van een website van een van de leden. Zo communiceren de leerlingen beter en vooral vlotter met elkaar.
Meer informatie:
Websites: zie hoger E-mailadres:
[email protected]
24
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 24
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Experiments without frontiers Interview Marie-Paule Doom
Hoe leerde u eTwinning kennen? Marie-Paule Doom: “Via Ryckevelde, het Europees en internationaal vormingsen informatiecentrum in Brugge. Ik volgde er een nascholing over internationalisering van a tot z, de mogelijkheden, de voorwaarden om toe te treden tot bepaalde projecten en de subsidies.” Hoe begon u aan uw eerste project? Marie-Paule Doom: “Door op het aanbod van een leerkracht op het eTwinning-forum in te gaan.” Waarom begon u aan een eTwinningproject? Marie-Paule Doom: “Ik nam in Valencia deel aan een workshop rond duurzame consumptie, georganiseerd onder Comenius 3. Daar raakte ik overtuigd van de verrijking die internationale samenwerking en uitwisseling kunnen bieden.” Hoe ontstond uw projectidee? Marie-Paule Doom: “Het is ontstaan bij de projectcoördinator, en ik tekende erop in. Tijdens dit project werkte ik met mijn leerlingen vooral rond fysica. En in het vak Frans stelden ze zichzelf voor aan de projectleden uit Frankrijk en Spanje.” Welke moeilijkheden ondervond u tijdens het project? Hoe overwon u ze? Marie-Paule Doom: “Deadlines naleven tijdens een project is niet gemakkelijk, maar door een tandje bij te steken, zijn we daarin toch geslaagd.” Welke ervaringen/activiteiten tijdens het project bleven u speciaal bij? Marie-Paule Doom: “De sprongen in het werken met ICT en de mogelijkheid om leerlingen van andere leerlingen te laten leren, ook al gebeurt dat in een andere taal.”
Wat leerden de leerlingen? Marie-Paule Doom: “Naast de verwerving van vakinhoudelijke kennis (vooral fysica en wiskunde, maar ook een stukje ecologie), moesten ze samenwerken, rekening houden met elkaar, deadlines naleven en met ICT werken. Ze zagen dat leerlingen in andere West-Europese landen nagenoeg dezelfde dingen leren als zij.” Wat leerde u als leerkracht? Marie-Paule Doom: “Ik leerde enorm veel bij over ICT, vooral van mijn leerlingen: werken met YouTube, websites ontwerpen, … Ik leerde ook veel meer differentiëren: iedereen is met iets anders bezig, met wat hij of zij (aan)kan. Én ik leerde om nog meer vertrouwen te hebben in mijn leerlingen.” Kreeg u steun van collega’s en schooldirectie? Hielp dit u tijdens het project? Marie-Paule Doom: “De directie juicht dergelijke projecten toe, maar levert geen inhoudelijke bijdrage. Mijn collega’s waren heel behulpzaam als ik het ze vroeg. Zo begeleidde de leerkracht Engels de leerlingen bij het schrijven van de Engelse teksten, en is een collega informatica ons komen helpen met het ICT-gedeelte.” Hebt u nog toekomstplannen voor uw project of voor een nieuw project? Marie-Paule Doom: “Ik zou graag een project rond duurzaamheid opzetten.” Wat zijn volgens u de drie voorwaarden om een goed project te starten? Marie-Paule Doom: “1) Eén platform creëren waar alle informatie-uitwisseling gebeurt en waar alle betrokken partijen (of tenminste de betrokken leerkrachten) beheerder van zijn. 2) Een afgebakend thema kiezen met duidelijke doelen, zowel inhoudelijk als op het gebied van ICT. 3) Voldoende lestijd voorzien in een goed uitgebouwd ICT-lokaal om aan het project te werken.”
25
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 25
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
eTwinning in Comenius: een geslaagd partnerschap eTwinning maakt deel uit van Comenius binnen het Europese programma "Een leven lang leren". De meeste leerkrachten associëren Comenius met de schoolpartnerschappen. Dit zijn projecten met meerdere Europese partners waarbij zowel de leerkrachten als een aantal leerlingen naar elkaar reizen. Daarnaast biedt Comenius aan scholen ook voorbereidende bezoeken, assistenten, in service-trainingen en studiebezoeken voor het basis en secundair onderwijs. En natuurlijk ook eTwinning. Tussen die schoolpartnerschappen en eTwinning-projecten bloeit er vaak iets moois. Ze vullen elkaar perfect aan en kunnen in combinatie gebruikt worden. Ria De Wilde en Greet Snoekx vertellen over hun ervaring.
Greet Snoekx, De Bosmier
“Onze school neemt al tien jaar deel aan Comenius-schoolpartnerschappen. In 2001 startten we ons eerste project met partners uit Spanje, Finland en Noorwegen. Samen met deze projectpartners en een partner uit een ander Comenius-partnerschap begonnen we een eTwinning-project. Ik leerde eTwinning kennen op een Comenius Monitoringdag in Alden Biezen. We startten op niveau van de leerkrachten, en gebruikten eTwinning vooral als communicatiemiddel.Volgend schooljaar willen we Twinspace gebruiken om onze leerlingen meer in het project te betrekken.
Ik volgde een aantal eTwinningworkshops om de tools onder de knie te krijgen. Tijdens de projectmeetings in België en Finland lichtte ik de werking toe aan onze Comenius-schoolpartners. Twinspace biedt heel wat mogelijkheden om de communicatie tussen de leerlingen te bevorderen. Onze leerlingen werken nu aan woordenboekjes Nederlands-Spaans. Die willen we in de toekomst online uitwisselen. Onze leerlingen zijn dankzij het Comenius-partnerschap op bezoek geweest in Spanje. Het werd een schitterend en onvergetelijk avontuur. We logeerden in een jeugdherberg en kregen van onze Spaanse partnerschool een mooi programma voorgeschoteld. Sportdagen, lesdagen met taalspelletjes en uitstappen naar Compostella stonden op het menu. Tijdens het schooljaar werkten we op diverse manieren samen. Met een logowedstrijd, een Olympische openingsdag op beide scholen, uitwisseling van gameboxen, sportactiviteiten, werkjes over sport, uitwisseling van klasmascotte, een woordenboek, taalinitiatie Spaans uitwisseling van kerst- en paaskaarten, enz. Zo betrokken we alle leerlingen op school bij het project. Al deze internationale contacten hebben een positieve invloed op de motivatie van kinderen én leerkrachten. Op een speelse en uitdagende manier brengen we de Europese dimensie binnen op school.”
Greet Snoekx
• directeur in GBS de Bosmier in Balen (basisonderwijs) • eTwinning-projecten en Comenius-partnerschap: The Olympic Spirit: the Bridge between Comenius friends
26
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 26
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Ria De Wilde, Sint-Janscollege Ria De Wilde
• leerkracht Frans en graadcoördinator in het Sint-Janscollege in Poperinge • 6 eTwinning-projecten: Projet de correspondance scolaire, La démocratie en Belgique et en Pologne, Eurodrawing, 10 × 10 × 10, Planète @dos, Mot de passe: CYBER ESPACE, Our creativity, Notre fabuleuse histoire européenne • Comenius project: The Quest for the European Grail
nuttige tools en laat het toe om creatief te zijn. Een ander voordeel van eTwinning is dat je het gemakkelijk in de lessen kan integreren. Bovendien werk je aan taalvaardigheden én ICT-vaardigheden bij de leerlingen. De leerlingen zijn heel enthousiast over de contacten met hun Europese leeftijdsgenoten. Zowel digitaal als in levende lijve. Chatten of skypen met Europese jongeren brengt altijd een uitgelaten sfeer in de klas. Toneel spelen en filmpjes maken in een vreemde taal, werkt motiverend voor de leerlingen. Zij vinden het bovendien leuk wanneer ze reacties krijgen op hun werk, en ze geven ook graag commentaar op het werk van anderen. De projectmeetings zijn in een Comenius-partnerschap best ingrijpende momenten. Leerlingen logeren dan in gastgezinnen en worden met andere “Voor mij was eTwinning ‘liefde op het gewoontes geconfronteerd. Jill, een leerlinge, eerste gezicht’. Ik woonde de openingsschrijft over haar gastgezin in Frankrijk: conferentie bij in Brussel, in januari 2005, “Daar zag ik verschillende rare dingen. Ik en was meteen verkocht. Mijn Portugese dacht: waar ben ik hier terechtgekomen. Ik projectpartner, Adelina Moura, ging ook vond het niet mis om eens in een andere onmiddellijk akkoord. Ons project – omgeving te wonen. Het zou wel wennen Corresponderen in het Frans – liep toen al. …” Plots kregen we enorm veel ondersteuning Ook voor mijzelf als leerkracht is dit en mogelijkheden aangeboden. We kregen projectwerk een hele verrijking. Ik leerde een gestructureerd kader voor ons project. samenwerken en organiseren. En dankzij Zo is de bal aan het rollen gegaan. Want mijn projectpartner ontdekte ik heel wat op de eTwinning-conferentie in Linz nieuwe web 2.0-toepassingen. Professionele (2006) ontmoette ik een Poolse leerkracht, ontwikkeling gebeurt zowel informeel via Agnieszka, waarmee het meteen klikte. We projectpartners als formeel via eTwinninghielden contact en op een gegeven moment workshops en -conferenties. Daarnaast vroeg zij mij om mee te doen aan een volgde ik ook nog een Comenius-training Comenius-project. Agnieszka leerde op een ‘Designing Activities for the 2.0 Language eTwinning-workshop onze Noorse projectClassroom’ in Utrecht. partner John kennen. Ook de school profiteert van deze projecten. Ook voor de Comenius-partnerWij zijn een landelijk gelegen school. schappen vinden scholen veel ondersteuning. Leerlingen en leerkrachten verruimen Wij klopten aan bij Inés Verplancke van hun horizon en maken kennis met andere Stichting Ryckevelde. Zij kwam op onze culturen en ideeën.” school een voorstelling geven, en overtuigde onze directeur. Dankzij eTwinning heb ik dus mijn projectpartners voor Comeniuspartnerschap gevonden. We deden ook een oproep voor nieuwe projectpartners via het eTwinning-forum. Daarnaast maken we voor ons Comenius-partnerschap intensief gebruik van het onlineplatform ‘Twinspace’. Naast de jaarlijkse live ontmoetingen werken we in deze projecten ook veel via de digitale weg. Twinspace biedt heel wat
27
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 27
21/09/10 16:37
vijf jaar eTwinning
Overzicht vijf jaar eTwinning in Vlaanderen Scholen en projecten Van bij de start kon eTwinning zich verheugen in een groot aantal nieuwe registraties. In de loop van de prille eTwinning-geschiedenis hebben ongeveer 900 Vlaamse leerkrachten, directieleden, studenten lerarenopleiding e.d. zich geregistreerd. Ongeveer 2000 mensen zijn geabonneerd op de maandelijkse digitale nieuwsbrief. Het merendeel van de leerkrachten dat zich in de voorbije jaren heeft geregistreerd, komt uit het secundair onderwijs (69%). De
leerkrachten uit het kleuteronderwijs en lager onderwijs vertegenwoordigen 31%. Jaar na jaar is het aantal geregistreerde projecten in de hoogte gegaan. De meeste projectregistraties gebeuren bij het begin van het schooljaar in de maanden september en oktober.Voor het jaar 2010 mogen we nog een significante aangroei verwachten. Het valt ook op dat sommige projecten gedurende een aantal jaren blijven doorlopen.
Kwaliteitslabels en wedstrijd Vanuit de Nationale Ondersteuningsdienst maar ook vanuit de Centrale Ondersteuningsdienst worden inspanningen geleverd om kwaliteitsvolle projecten de nodige erkenning te geven. Elk schooljaar worden nationale kwaliteitslabels uitgereikt aan leerkrachten die waardevol projectwerk ontwikkelen en die met hun project een hoog niveau halen voor verschillende criteria. Het nationaal kwaliteitslabel wordt verleend aan projecten
die hoog scoren op het vlak van pedagogische innovatie en creativiteit, integratie in het leerplan, samenwerking, creatief gebruik van ICT, duurzaamheid en resultaten. Als ten minste één projectpartner in zijn/ haar land eveneens het nationaal kwaliteitslabel ontvangt, krijgt het project naast een nationaal ook een Europees kwaliteitslabel. eTwinning organiseert ook jaarlijks een wedstrijd op nationaal en Europees niveau, en reikt voor de beste projecten prijzen uit.
Workshops en evenementen professionele ontwikkeling voor leerkrachten De Nationale en Europese Ondersteuningsdiensten organiseren diverse vormen van nascholingen en engageren zich voor de professionele ontwikkeling van de geregistreerde leerkrachten en directieleden. De Nationale Ondersteuningsdienst in Vlaanderen heeft de voorbije jaren tal van initiatieven genomen om leerkrachten bij de uitbouw van Europese samenwerkingsprojecten te begeleiden. Een kort overzicht: • nationale workshops voor starters; • lokale workshops voor diverse doelgroepen; • workshops over het gebruik van web 2.0; • workshops en infosessies in samenwerking met partners (Stichting
Ryckevelde, Landcommanderij Alden Biesen, REN, ICT-dagen, Europe Direct, enz.); • Europese workshop voor lerarenopleiders – oktober 2008 in Leuven; • contactseminaries met de buurlanden (Saarbrucken 2007, Brussel 2008, Maastricht 2009, Luxemburg 2010); • deelname van Vlaamse leerkrachten aan Europese Professional Development Workshops; • deelname van Vlaamse leerkrachten aan onlineleerevenementen (in de toekomst worden er ook onlineleerevenementen in het Nederlands georganiseerd.)
28
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 28
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
eTwinning ambassadeurs Netwerk van experten Een bijzondere taak bij de disseminatie van eTwinning is weggelegd voor de eTwinning-ambassadeurs. Het team van ambassadeurs bestaat uit ongeveer vijftien leerkrachten afkomstig uit alle niveaus, netten en opleidingsvormen. Het is een netwerk van experten die starters uit hun omgeving bijstaan bij het opstarten van projecten en die op lokale workshops praktijkvoorbeelden voorstellen. De ambassadeurs komen op regelmatige basis
samen om expertise uit te wisselen, nieuwe plannen te maken en zich professioneel te ontwikkelen. De Vlaamse ambassadeurs zijn actief betrokken bij het Europese netwerk van ambassadeurs. Enkele ambassadeurs werden al door andere Europese Ondersteuningsdiensten uitgenodigd om hun projecten voor te stellen aan een internationaal publiek.
aantal nieuwe registraties Vlaamse leerkrachten
kleuteronderwijs–lager onderwijs vs. secundair onderwijs
aantal nieuwe projectregistraties in Vlaanderen
29
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 29
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
tip Favoriete Tools en projectactiviteiten van eTwinning-ambassadeurs Met eTwinning integreert u eenvoudig allerlei innovatieve en creatieve ICT-tools in uw lessen en projecten. Enkele eTwinning-ambassadeurs vertellen over hun favoriete tool en projectactiviteit. Op de website www.etwinning.net vindt u nog meer ICT-hulpmiddelen voor een geslaagd project. U ontdekt er ook uitgewerkte projectpakketten en projectactiviteiten. (ga naar Hulpmiddelen - Meer hulpmiddelen en Inspiratie - Pakketten of Modules)
TOOLS GOOGLE
Mijn favoriete tools zijn Google-producten, zoals Picasa, docs en maps. Ze zijn heel eenvoudig in gebruik en je bereikt er leuke resultaten mee.Vooral Picasa is mijn favoriet. Ik gebruik het veel voor fotobewerking en collages. www.google.be Inge De Cleyn
TWINSPACE
Mijn favoriete tool is de chat op Twinspace. De chat is gebruiksvriendelijk. Bovendien chatten leerlingen er in een beschermde omgeving, zonder contacten van buitenaf. We gebruiken het om te chatten met onze Turkse projectpartner. www.etwinning.net Irène Indemans
TUXPAINT en PIVOT
Mijn favoriete tool is Pivot en Tux Paint. Je creëert er animaties en tekeningen. Iedereen kan het gebruiken. Het is bovendien gratis en universeel inzetbaar. De animaties dienen als universele taal in het project. Zo werken ook jonge kinderen samen over de taalbarrières heen. www.tuxpaint.org http://pbone.it-mate.co.uk/pivot.htm Lieven Van Parys
WALLWISHER
Met wallwisher kan iedereen zonder registratie een berichtje op je muur achterlaten. Zie http://new-twinspace.etwinning.net/c/ portal/layout?p_l_id=4505467 www.wallwisher.com Robert Conings
WEBNODE
Mijn favoriete tool is Webnode, een combinatie van een website en een blog. We gebruiken het als platform, waarop leerlingen en leerkrachten via blog communiceren, en als verzamelplaats voor het materiaal dat de leerlingen maken en becommentariëren. www.webnode.com Marie-Leet Bens
eTwinning Bureaublad
WORdPRESS
Mijn favoriete tool is Wordpress, waarvan mijn leerlingen zelf eigenaar zijn. Ze plaatsen hun producten op hun eigen Wordpress-ruimte en dragen er verantwoordelijkheid voor. De blog is heel stabiel, heeft veel mogelijkheden en bevat geen reclame. www.wordpress.com Bart Verswijvel
GOOGLE DOCS
In ons laatste project gebruiken we Google Docs om de interactie te verhogen. De leerlingen van de andere landen kregen een worddocument met wat uitleg over de leerlingen en de school. In een enquête moesten ze daarna vragen over onze school en leerlingengroep beantwoorden. http://new-twinspace.etwinning.net/web/ p19337/welcome Lut Hoornaert
Wie zich bij eTwinning registreert, krijgt toegang tot een groot netwerk van Europese leerkrachten. Leerkrachten vinden in hun persoonlijk bureaublad tools om zich te profileren, partners te benaderen, te discussiëren en zichzelf professioneel te ontwikkelen.Vanaf oktober 2010 wordt het bureaublad uitgebreid met nog meer mogelijkheden om te komen tot een sociale netwerksite die professionele contacten en professionele ontwikkeling ondersteunt.
WORDLE
De tool om ‘wordles’ te maken, vind ik eenvoudig, gebruiksvriendelijk, creatief en visueel aantrekkelijk. Leerlingen maakten een ‘wordle’ om zichzelf met een aantal trefwoorden voor te stellen. www.wordle.net Ludo Jacobs
30
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 30
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
PROJECTACTIVITEIT FOTO’S
Leerlingen proberen foto’s te linken aan de beschrijving van leerlingen. Dit is een eenvoudige opdracht, maar erg visueel en aantrekkelijk voor leerlingen. We gebruiken het in ons project als kennismaking met de andere leerlingen. Inge De Cleyn
VOKI
eTwinning Twinspace
Leerlingen maken een Voki. Dat is een avatar die ze zelf kiezen. Het is voor de leerlingen een heel leuke opdracht. Ze kunnen hun Voki helemaal personaliseren. De leerlingen gebruikten deze tool om zich aan elkaar voor te stellen, in plaats van een gewoon mailtje te sturen. www.voki.com Irène Indemans
ANIMATIES
Twinspace is een veilige omgeving om met uw projectpartners samen te werken, en is bedoeld voor leerkrachten en leerlingen. U gebruiktTwinspace voor de begeleiding achter de schermen, de procesopvolging en het delen van de projectresultaten. U communiceert via e-mail en chat. U deelt documenten en werkt samen aan een blog of wiki, en voegt webinhoud toe. Twinspace kan ook publiek gemaakt worden.
Leerlingen maken animaties (korte tekenfilmpjes of tekeningen) over het projectthema. Het is een speelse manier om ICT-competenties te trainen. Bovendien kun je met animaties op een universele manier communiceren en ideeën delen. Zelfs met jonge kinderen die geen vreemde talen kennen. www.sintamandusmeulebeke.be Lieven Van Parys
WEDSTRIJD
Een wedstrijd die tijdens de duur van het project loopt, verhoogt de betrokkenheid van de deelnemers. Je kunt bijvoorbeeld een Flagcounter op de blogs van de deelnemers plaatsen en per land zoveel mogelijk vlaggen laten verzamelen. De vlaggen zijn de sporen van de virtuele blogbezoekers uit verschillende landen. www.flagcounter.com Bart Verswijvel
GEZAMENLIJK EINDPRODUCT We werkten samen aan een eindproduct dat in de verschillende scholen kan worden gebruikt. Zo zijn leerlingen veel actiever. Ze hebben ook meer aandacht voor kwaliteit. De aanloop is de kennismaking van leerlingen met het land en de school. Het uiteindelijke doel is altijd een gezamenlijk eindproduct afleveren. • Eerste project: cd-rom te verkrijgen bij ‘De Nachtegaal’ De Panne. • Tweede project: lespakketten over lego, sommige vind je terug op KlasCement. • Derde project: startfase en kennismaking, met veel aandacht voor de interactie tussen landen, waardoor alles weer vertraagt. Lut Hoornaert
VISUELE VOORSTELLINGEN
Werken rond en met visuele voorstellingen om Frans te leren. Leerlingen stellen in het Frans vragen of formuleren hypothesen over foto’s en filmpjes van de partnerschool, en komen zo tot communicatie. http://jeunesenforme.wordpress.com http://modejeune.wordpress.com Marie-Leet Bens
31
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 31
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
tip Tips voor een geslaagd eTwinning-project Een eTwinning-project opstarten, gebeurt vaak met vallen en opstaan. Ook voor de leerkracht is het een nieuwe manier van werken, en dus een leerproces. De eTwinning-ambassadeurs zijn leerkrachten met al heel wat projectervaring. Ze geven u graag hun belangrijkste tips. 1 Keep it simple! Loop niet te hard van stapel en begin met een kleine stap.Verwacht niet te veel en start klein. Plan niet te veel activiteiten. 2 Communiceer regelmatig met uw partners en wees geduldig als er niet meteen reactie komt op uw e-mails. 3 Gebruik een universele taal, zoals tekeningen, objecten, animaties en symbolen.
11 Overleg heel regelmatig met de leerkrachten van de partnerscholen voor een goed onderbouwde structuur van het project waarin toch veel plaats blijft voor inbreng van de jongeren zelf. 12 Eindtermen, leerplannen, geïntegreerde proeven, ... Laat u niet afschrikken! U vindt meer inspiratie dan u denkt. Met eTwinning werken uw leerlingen met plezier. Realiseer een deel van uw leerplan.
I
n de eTwinning-publicatie ‘Levensloop van een internationaal project’ vindt u een handleiding om stap voor stap een geslaagd Europees project op te starten. Bestel dit handboek gratis via de publicatiedienst van het ministerie van Onderwijs en Vorming. http://ond.vlaanderen.be/publicaties
4 Gebruik een universeel onderwerp, zoals emotionele ontwikkeling, wereldproblemen of kunst. 5 Neem voldoende tijd om de leerlingen met elkaar te laten kennis maken. 6 Spreek een duidelijke timing af en respecteer zelf ook de afgesproken deadlines. 7 Leer aanvaarden dat ‘samenwerken met andere landen’ niet altijd van een leien dakje loopt doordat vakantie- en examenperiodes vaak verschillen. Besef dat iedereen ook bezig is met het dagelijkse lesgebeuren. 8 Loop niet te snel van stapel door allerlei tools te proberen. Start eenvoudig! 9 Bij niet-taalvaardige leerlingen zorgt u beter voor een geleidelijke opbouw in de communicatie. We starten met het geven van info via een document, daarna gaan we e-mailen om ten slotte aandacht te hebben voor chatten en bloggen. 10 Kies voor een ‘jong’ en veelzijdig thema dat kadert binnen uw vakinhouden.
32
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 32
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
33
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 33
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
Tip Internationalisering op school project- en subsidiemogelijkheden voor leerkrachten
Buurlandenbeleid
ba sec lln lkr andere X X
wat
X X X
Klasuitwisseling (minstens één dag) tussen de verschillende Belgische gemeenschappen
Samenwerking minstens één schooljaar en wederzijdse uitwisseling van leerlingen (minstens twee dagen) met NL, F, D, Lux en VK Schoolteam Studiebezoeken naar Nl, F, D, Lux en VK
Buurlandenbeleid
Prins Filipfonds
Prins Filipfonds
Leerkrachten geven les in andere gemeenschap
Prins Filipfonds
Directie en Wederkerige samenwerking met gemeenschap: beleid directies of beleidsondersteuners observeren elkaar
Comenius X X X Schoolpartnerschap Bilateraal Comenius X X (X) X Schoolpartnerschap Multilateraal Comenius X X X Nascholingen Ontvangen van een X X Comenius Assistent
Wederzijdse klasuitwisseling tussen twee projectpartners, het project duurt minstens twee schooljaar vooral gericht op leerlingen Directie en Minstens drie3 projectpartners gedurende twee beleid schooljaren. De mobiliteiten zijn vooral gericht op leerkrachten. Directie Leerkracht of directeur volgt een nascholingscursus (uit databank of zelf voorgesteld) Leerkracht in spe werkt een semester tot een schooljaar in school mee
info Jozef Van Thielen www.ond.vlaanderen.be/internationaal
[email protected] Jozef Van Thielen www.ond.vlaanderen.be/internationaal
[email protected] www.prins-filipfonds.org Greet Massart T 02 545 08 08 E
[email protected] www.prins-filipfonds.org Greet Massart T 02 545 08 08 E
[email protected] www.prins-filipfonds.org Greet Massart T 02 545 08 08 E
[email protected] www.epos-vlaanderen.be
[email protected] www.epos-vlaanderen.be
[email protected] www.epos-vlaanderen.be
[email protected] www.epos-vlaanderen.be
[email protected]
34
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 34
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
Comenius Contactseminarie en voorbereidende bezoeken Nascholingscursus Frans Formaprim
ba sec lln lkr andere X X X
X 1e gr
X
Nascholingscursus Frans Formacom
X
X
Nascholingscursus Engels
X
X
Nascholingscursus Duits
X
X
GROS
X X X
Euroklassen
X X X
Twinning Vlaanderen– Marokko Uitwisseling leerkrachten in Brussel
X X X X
X
wat
Om een partnerschap voor te bereiden kan een leerkracht deelnemen aan een contactseminarie of een voorbereidend bezoek brengen aan een mogelijke partnerschool Nascholingscursus Frans voor leerkrachten uit het basisonderwijs en eerste graad secundair onderwijs
info www.epos-vlaanderen.be
[email protected]
Jozef Van Thielen www.ond.vlaanderen.be/internationaal
[email protected] Leerkrachten Frans die nascholer worden, kunnen Nina Mares een cursus in Frankrijk volgen www.ond.vlaanderen.be/internationaal
[email protected] Nascholingscursus voor leerkrachten Engels uit het Nina Mares Secundair Onderwijs in Cambridge www.ond.vlaanderen.be/internationaal
[email protected] Nascholingscursus Duits in Duitsland Jozef Van Thielen www.ond.vlaanderen.be/internationaal
[email protected] Samenwerking met school uit een van de buurlanden, Kevin Corcoran een project met wederzijdse klasuitwisseling www.ond.vlaanderen.be/internationaal
(minstens drie dagen en drie nachten) Samenwerking met Europees land, vanaf vierde jaar secundair, project van een schooljaar met wederzijdse klasuitwisseling (minstens zes dagen en zes nachten) Gedurende het schooljaar wordt er samengewerkt rond een bepaald thema. Wederzijdse klasuitwisseling
Kevin Corcoran www.ond.vlaanderen.be/internationaal
Ilse Scheirlinckx www.ond.vlaanderen.be/twinnings
[email protected] Uitwisseling van taalleerkrachten (moedertaalsprekers) Jozef Van Thielen in Brussel www.ond.vlaanderen.be/internationaal
[email protected]
35
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 35
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
Tip veelgestelde vragen
Wat is eTwinning?
eTwinning is de community voor scholen in Europa. Leerkrachten uit de deelnemende landen gebruiken na registratie de onlinehulpmiddelen om met elkaar in contact te komen, ideeën en praktijkvoorbeelden uit te wisselen, samen te werken in groepen, samen te leren bij de onlineleerevenementen en onlineprojecten uit te voeren.
Wie kan meedoen?
Een eTwinning-project kan uitgevoerd worden door twee of meer leerkrachten, leerkrachtenteams, directies, bibliothecarissen, ICT-coördinatoren en leerlingen uit scholen in heel Europa. Kleuterscholen, lagere scholen en secundaire scholen kunnen allemaal meedoen (leeftijd van de leerlingen: 3 tot 19 jaar).
Welke landen doen mee aan eTwinning?
eTwinning is bedoeld voor landen van de Europese Unie (België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië,Verenigd Koninkrijk en Zweden). Daarnaast kunnen ook scholen uit Kroatië, IJsland Noorwegen en Turkije deelnemen.
Moet ik goed met ICT overweg kunnen om mee te doen?
Absoluut niet! Een van de doelen van eTwinning is juist de verbetering van de ICT-vaardigheden van leerkrachten. eTwinning wil ICT deel laten uitmaken van het dagelijks leven in het klaslokaal. eTwinning biedt training, ondersteuning en hulpmiddelen voor alle niveaus van ICT-kennis.
Wat is een eTwinningproject?
Ten minste twee scholen uit ten minste twee verschillende Europese landen zetten een project op en maken gebruik van ICT om hun projectactiviteiten uit te voeren. Omdat de scholen via internet communiceren en samenwerken, zijn aan het programma geen subsidies of voorwaarden verbonden en zijn er geen persoonlijke ontmoetingen vereist.
Wat kan ik in een eTwinning-project doen?
U kiest samen met uw projectpartner rond welk thema u wilt werken. De keuze voor het projectthema is volledig vrij. Er moet in de projecten een goed evenwicht zijn tussen het gebruik van ICT en activiteiten in de klas, en ze moeten bij voorkeur passen in de nationale leerplannen van de scholen die aan het project meedoen.
Hoe kan ik meedoen?
Op de portaalsite www.etwinning.net vindt u alle middelen die u nodig hebt om een project op te starten. U moet zich eerst registeren. Dan krijgt u toegang tot het eTwinning-bureaublad waarop u een geschikte projectpartner kunt vinden. U communiceert via chat en mail. Dan kunt u een project registeren en krijgt u toegang tot Twinspace. In deze onlineleeromgeving kunt u collega's en leerlingen uitnodigen, en met uw projectpartner communiceren en samenwerken. Er is ook ruimte om documenten en de nieuwste hulpmiddelen, zoals wiki en weblog, te delen.
36
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 36
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
37
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 37
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
Tip eTwinning woordenlijst
Ambassadeurs
Ervaren leerkrachten die eTwinning op nationaal en Europees niveau vertegenwoordigen en promoten.
Bureaublad
Het eTwinning-bureaublad is een onlineomgeving waarin alleen eTwinners toegang krijgen. Deelnemers kunnen er een profiel maken, projectpartners zoeken en communiceren.
Comenius
eTwinning is een actie van het programma Comenius. Dit maakt deel uit van het programma ‘Een Leven Lang Leren’ van de Europese Unie. Comenius richt zich naar het leerplichtonderwijs (kleuter, lager, alle vormen van secundair en buitengewoon onderwijs) en naar de lerarenopleiding en -nascholing.
Comenius-partnerschappen
In het Comenius-programma worden jaarlijks een aantal beurzen toegekend voor samenwerkingsprojecten. Dit zijn bi- of multilaterale projecten die twee jaar duren. De projecten zijn leerling- of schoolgericht. Leerkrachten en leerlingen krijgen subsidies om naar hun projectpartner te reizen (‘mobiliteiten’).
Community
Een community is een groep mensen die communiceren en/of samenwerken, vooral via internet of een andere informatietechnologie, in plaats van elkaar in levenden lijve te ontmoeten.
Contactseminarie
Tijdens een eTwinning-contactseminarie volgen deelnemers workshops en leggen ze contacten met andere deelnemers. Doelstelling van een seminarie is kennismaking met eTwinning, werken met de tools, contacten leggen en projecten opstarten.
eTwinning
Een Europees programma om de samenwerking en netwerken tussen scholen in Europa met behulp van ICT te bevorderen.
EPOS
EPOS staat voor ‘Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking’. EPOS vzw is het Nationaal Agentschap van Vlaanderen dat instaat voor de implementatie van het Europees Programma ‘Een Leven Lang Leren’. EUN is een netwerk van 31 ministeries van Onderwijs binnen en buiten Europa. EUN is tien jaar geleden opgericht om innovatie in leren en onderwijzen te versterken. European Schoolnet coördineert de eTwinning-actie op Europees niveau en is verantwoordelijk voor o.a. de portaalsite. Subgroepen binnen eTwinning, waar leerkrachten discussiëren en informatie delen over bepaalde thema’s of vakken.
European Schoolnet
Groepen
38
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 38
21/09/10 16:38
vijf jaar eTwinning
Leerevenementen
Leven Lang Leren Programma LLP
Tijdens deze korte online-evenementen maakt de deelnemer kennis met een bepaald thema. eTwinners kunnen online deelnemen aan discussies, opdrachten maken en evalueren. Dit is een Europees programma voor onderwijs en training. Comenius (en eTwinning) maken hiervan deel uit en richten zich op scholen. Erasmus is het subprogramma voor hoger onderwijs, Leonardo Da Vinci voor beroepsonderwijs en training, en Grundtvig voor volwassenenonderwijs.
Nationale Ondersteu- De organisatie die eTwinning op nationaal niveau vertegenwoordigt. Elke ningsdienst NSS NOD biedt training en ondersteuning, organiseert evenementen en publiceert
publicaties. De dienst wordt ook National Support Service genoemd (NSS). In Vlaanderen verzorgt het Departement Onderwijs en Vorming - Internationale Relaties de diensten van de NSS voor scholen. Professional Development Workshop PDW
Leerkrachten die hun vaardigheden op het gebied van ICT en samenwerking willen ontwikkelen, nemen kosteloos deel aan een Professional Development Workshop. Deze workshops worden gedurende het hele schooljaar in verschillende Europese steden georganiseerd.
Portaalsite
De portaalsite www.etwinning.net is de onlineontmoetingsplaats voor leerkrachten. Iedere leerkracht krijgt na registratie toegang tot alle hulpmiddelen (zoals het bureaublad, Twinspace), en kan zo contacten leggen en met collega's in heel Europa samenwerken.
39
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 39
21/09/10 16:38
eTwinning is een actie van het programma Comenius. Dit maakt deel uit van het “Programma voor Levenslang Leren” van de Europese Unie. eTwinning wordt gesteund door de Vlaamse Overheid.
eTwinning_5jaar-2010-10_v6.indd 40
21/09/10 16:38