KOMO® attest Nummer
K43594-K43644-K43645/04
Vervangt
K43594-K43644-K43645/04
Uitgegeven
2011-01-01
d.d.
2010-02-01
Geldig tot
2012-01-15
Pagina
1 van 43
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
FERMAROCK®
VERKLARING VAN KIWA Dit attest is afgegeven op basis van BRL 1003 "Niet-dragende binnenwanden" d.d. 2003-12-16 , inclusief wijzigingsblad d.d. 2006-04-01, conform het Kiwa-Reglement voor Productcertificatie. Kiwa verklaart dat FERMAROCK® niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden prestaties leveren die in dit attest omschreven zijn, mits: − voldaan wordt aan de in dit attest vastgelegde toepassingsvoorwaarden en technische specificatie(s); − de vervaardiging van het bouwdeel geschiedt overeenkomstig de in dit attest vastgelegde voorschriften en/of verwerkingsmethoden. Kiwa verklaart dat voor dit attest geen controle plaatsvindt op de productie van FERMAROCK® niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden, noch op de vervaardiging van het bouwdeel. Kiwa verklaart, dat met inachtneming van het bovenstaande het bouwdeel voldoet aan de relevante eisen van het Bouwbesluit. Dit attest is een door VROM erkende kwaliteitsverklaring overeenkomstig de Tripartiete overeenkomst (Staatscourant 132, 2006), de Woningwet en het Bouwbesluit. Het attest is opgenomen in het “Overzicht van erkende kwaliteitsverklaringen in de bouw” op de website van SBK: www.bouwkwaliteit.nl.
Bouke Meekma Directeur Kiwa Nederland B.V.
Advies: raadpleeg www.kiwa.nl om na te gaan of dit certificaat geldig is. Kiwa Nederland B.V. Sir Winston Churchilllaan 273 Postbus 70 2280 AB RIJSWIJK Tel. 070 414 44 00 Fax 070 414 44 20 www.kiwa.nl
Certificaathouders Fermacell B.V. Postbus 398 6600 AJ WIJCHEN T 024-6495111 F 024-6495126 I www.fermacell.nl
® is een collectief merk van Stichting Bouwkwaliteit.
Rockwool B.V. Postbus 1160 6040 KD ROERMOND T 0475-353535 F 0475-353484 I www.rockwool.nl
Dingemans Elementenbouw B.V. Postbus 65 5170 AB Kaatsheuvel T 0416-275081 F 0416-277241 I www.dingemanselem.nl
Product is: eenmalig beoordeeld op prestatie in de toepassing Herbeoordeling minimaal elke 5 jaar
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden INHOUDSOPGAVE 1.
BOUWBESLUITINGANG
2. 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.5.4 2.5.5 2.5.6 2.5.7 2.5.8 2.5.9 2.5.10 2.5.11 2.5.12 2.5.13 2.5.14 2.6
TECHNISCHE SPECIFICATIE Wandtypen Algemeen Niet-dragende binnenwanden Niet-dragende woningscheidende- en woningbegrenzende wanden Niet-dragende binnenwanden ter plaatse van vluchtwegen en ruimten met hoge bezettingsgraad Aansluitingen DINGEMANS® stalen profielen Merken Vorm en samenstellling ROCKWOOL® isolatie Merken Vorm en samenstelling Afmetingen FERMACELL Gipsvezelplaten Merken Vorm en samenstelling Nominale afmetingen Haaksheid Volumieke massa, BRL 1102 artikel 4.4.1 Vochtgehalte, BRL 1102 artikel 4.4.2 Oppervlakte impregnering, BRL 1102 artikel 4.4.3 Breuklast en doorbuiging Brandgedrag Verhoogde oppervlaktehardheid, type GF-I Wateropname van de oppervlakte, type GF-W2 Waterdampdoorlatendheid Thermische isolatie Schadelijke stoffen (Cadmiumbesluit) Overige materialen
3. 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 2.3.7 3.2.8 3.2.9 3.2.10 3.2.11 3.2.12 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.4
VERWERKING Transport en opslag DINGEMANS® stalen profielen ROCKWOOL® isolatie FERMACELL Gipsvezelplaten Montage Algemeen, bouwplaatsomstandigheden Algemeen, onderconstructie Algemeen, beplaten Plaatsing isolatie Sluiten van de wand Vloeraansluiting Plafondaansluiting Wandaansluiting ruwbouw Hoeken en onderlinge aansluitingen Dilataties Kozijnaansluitingen Afvoegen Afwerking Algemeen Behang Pleister Schilderwerk Tegelwerk Bevestiging van voorwerpen
4. 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
PRESTATIES Constructieve veiligheid Sterkte van de bouwconstructie, Bouwbesluit afdeling 2.1 Sterkte van de bouwconstructie tegen wind, BRL 1003 artikel 4.1.1 Sterkte van de bouwconstructie onder invloed van excentrische verticale belasting, BRL 1003 artikel 5.1 Sterkte van de bouwconstructie tegen schokken, BRL 1003 artikel 5.2
Pagina 2 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.2 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.4 4.4.1 4.4.2 4.5 4.5.1 4.5.2 4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3
Brandveiligheid Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie, Bouwbesluit afdeling 2.11 Beperking van ontwikkeling van brand, Bouwbesluit afdeling 2.12 Beperking van uitbreiding van brand/Verdere beperking van uitbreiding van brand, Bouwbesluit afdeling 2.13 en 2.14 Beperking van ontstaan van rook, Bouwbesluit afdeling 2.15 Beperking van verspreiding van rook, Bouwbesluit afdeling 2.16 Gezondheid Bescherming tegen geluid van buiten, Bouwbesluit afdeling 3.1 Bescherming tegen geluid van installaties, Bouwbesluit afdeling 3.2 Geluidwering tussen verblijfsruimten van dezelfde/verschillende gebruiksfuncties, Bouwbesluit afdeling 3.3 en 3.5 Beperking van galm, Bouwbesluit afdeling 3.4 Wering van vocht van buiten, Bouwbesluit afdeling 3.6 Wering van vocht van binnen, Bouwbesluit afdeling 3.7 Beperking van de toepassing van schadelijke materialen, Bouwbesluit afdeling 3.15 Bruikbaarheid Gedrag van de aansluitingen met de draagconstructie (ruwbouw), BRL 1003 artikel 5.3.1 Vormveranderingen, BRL 1003 artikel 5.3.2 Energiezuinigheid Thermische isolatie, Bouwbesluit afdeling 5.1 Beperking luchtdoorlatendheid, Bouwbesluit afdeling 5.2 Overige aspecten Uiterlijk aanzien en vlakheid, BRL artikel 5.4 Voorzieningen voor afbouw en afwerking, BRL artikel 5.5 Duurzaamheid, BRL artikel 5.6
5.
WENKEN VOOR DE TOEPASSER
6.
LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN
7.
TEKENINGBLADEN
Pagina 3 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 1.
BOUWBESLUITINGANG Nr
afdeling
grenswaarde / bepalingsmethode
prestaties volgens kwaliteitsverklaring
2.1
Algemene sterkte van de bouwconstructie
Uiterste grenstoestand, bepaling volgens NEN 6700-serie
De wanden zoals gespecificeerd in dit attest worden geacht te voldoen. De wanden zijn bestand tegen: 1. Een gelijkmatige belasting van 1900 N/m2 (enkel frame) Een gelijkmatige belasting van 2200 N/m2 (dubbel frame) 2. Excentrische belasting van 100 kg 3. schokbelasting van 10 Nm met stalen kogel 4. schokbelasting 240 Nm met zandzak De wanden zoals gespecificeerd in dit attest worden geacht te voldoen aan eisen t.a.v.: - vormveranderingen t.g.v. excentrische belasting van 50 kg: < 0.002 x hoogte wand met maximum van 50 kg - vormverandering bij schokbelasting van 120 Nm. Zie § 4.4.2 - vormverandering bij gelijkmatig verdeelde belasting van 230 Nm: < 0.002x hoogte van de wand met maximum van 5 mm. Niet onbrandbaar
2.13
Beperking van uitbreiding van brand
Onbrandbaar volgens NEN 6064, dan wel brandklasse A1 volgens NEN-EN 13501-1 Bijdrage brandvoortplanting ten minste klasse 4 volgens NEN 6065, dan wel ten minste brandklasse D volgens NEN-EN 13501-1 WBDBO ten minste 30 minuten volgens NEN 6068
2.14
Verdere beperking van uitbreiding van brand
WBDBO ten minste 30 minuten volgens NEN 6068
2.15
Beperking van ontstaan van rook
Rookdichtheid ten hoogste 10 m-1 volgens NEN 6066, dan wel ten minste rookklasse s2 volgens NEN-EN 13501-1
< 0,1 m-1 volgens NEN 6066 of klasse s1 volgens NEN-EN 13501-1
2.16
Beperking van verspreiding van rook
WRD ten minste 30 minuten volgens NEN 6075
2.19
Inrichting van rookvrije vluchtroutes Bescherming tegen geluid van buiten
Brandwerendheid >90 resp. 120 minuten, afhankelijk van constructie. Zie tabel 8. Niet beoordeeld
2.11
2.12
3.1
3.3
3.4
Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie Beperking van ontwikkeling van brand
Controle prestaties conform tabel 2.166 Karakteristieke geluidwering ten minste 20 dB(A) volgens NEN 5077 Geluidwering tussen Ilu;k ten minste -20 dB volgens verblijfsruimten van dezelfde NEN 5077 gebruiksfunctie Ico;k ten minste -20 dB volgens NEN 5077 Beperking van galm
Geluidsabsorptie (in m 2) ≥ * inhoud ruimte (in m3) volgens NEN 5078 Nagalmtijd 1 of 1,5 seconde volgens NEN 5077
opmerkingen i.v.m. toepassing De details voor vloer-, plafonds- en wandaansluitingen moeten zijn toegepast zoals aangegeven in dit certificaat
Klasse 1 volgens NEN 6065 of klasse A2 volgens NEN-EN 13501-1
Brandwerendheid >60 resp. 90 minuten, afhankelijk van constructie. Zie tabel 7. Brandwerendheid >60 resp. 90 minuten, afhankelijk van constructie. Zie tabel 7.
De invloed van eventuele bekledingsmaterialen, coatings, afwerklagen en dergelijke is niet bij de beoordeling betrokken De brandwerendheid van de totale wandconstructie moet worden beoordeeld. Voor het bepalen van de branddoorslag en brandoverslag kan gebruik worden gemaakt van de in artikel 4.1.7 opgenomen informatie De invloed van eventuele bekledingsmaterialen, coatings, afwerklagen en dergelijke is niet bij de beoordeling betrokken
Niet beoordeeld
Ilu;k ten minste -20 dB
In tabel 9 van het attest zijn geluidisolatie-indices opgenomen.
Niet beoordeeld
Niet beoordeeld
Niet beoordeeld
Indien de wanden worden toegepast in een besloten ruimte die bestemd is voor het ontsluiten van in een woongebouw gelegen woningen dan moet voor het bepalen van deze eigenschappen een akoestisch adviseur worden ingeschakeld.
Pagina 4 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden Nr
afdeling
grenswaarde / bepalingsmethode
prestaties volgens kwaliteitsverklaring
3.5
Geluidwering tussen verblijfsruimten van verschillende gebruiksfuncties
Ilu;k ten minste -5 dB volgens NEN 5077
Ilu;k ten minste -5 dB voor wanden - FR 2-752 (120) - FR 1-75-75-1 (180) - FR 1-75-75-1 (200) - FR 2-75-75-2 (200) Niet beoordeeld
Ico;k ten minste 0 dB volgens NEN 5077 3.6
Wering van vocht van buiten Waterdicht volgens NEN 2778
Niet beoordeeld
3.7
Wering van vocht van binnen Controle prestaties conform tabel 3.26; factor van de temperatuur van de binnenoppervlakte ten minste ≥ 0,5 volgens NEN 2778
Niet beoordeeld
Wateropname gemiddeld ≤ 0,01 kg/(m².s1/2) en overal ≤ 0,2 kg/(m².s1/2) volgens NEN 2778
3.15 4.14.18 5.1 5.2
5.3
Beperking van de toepassing Controle prestaties conform tabel van schadelijke materialen 3.106 (regeling bouwbesluit 2003) Bruikbaarheid Controle prestaties betreffende tabellen Thermische isolatie Warmteweerstand volgens NEN 1068 Beperking van Luchtvolumestroom (van het totaal luchtdoorlatendheid aan gebieden en ruimten) ≤ 0,2 m³/s volgens NEN 2686 Energiezuinigheid Verwijzing naar 5.1
Niet beoordeeld
opmerkingen i.v.m. toepassing In tabel 9 van het attest zijn geluidisolatie-indices opgenomen.
Dit aspect is alleen van toepassing bij wanden die worden toegepast als scheidingscontructie tussen een verblijfsgebied en een serre, schuur, garage e.d. Dit aspect is alleen van toepassing bij wanden die worden toegepast als scheidingscontructie tussen een verblijfsgebied en een serre, schuur, garage e.d. Dit aspect is van toepassing voor wanden die een scheiding vormt tussen toilet- of badruimte en andere besloten ruimte. De wanden moeten conform de toepassingsvoorwaarden van artikel 4.2.6 worden toegepast.
Geen formaldehyde aanwezig Niet beoordeeld Niet beoordeeld Niet beoordeeld
Niet beoordeeld
Dit aspect is alleen van toepassing als de wanden worden toegepast als inwendige scheidingscontructie van een verblijfsgebied, toiletruimte of badruimte, die de scheiding vormt met een andere besloten ruimte.
2.
TECHNISCHE SPECIFICATIE
2.1
WANDTYPEN
2.2.1
Algemeen Voor de toepassing als niet-dragende binnenwanden, niet-dragende woningscheidende- en woningbegrenzende binnenwanden en niet dragende wanden ter plaatse van vluchtwegen en ruimten met hoge bezettingsgraad, worden in hoofdstuk 4 de prestaties gegeven zoals bedoeld in de beoordelingsrichtlijn BRL 1003 "Niet-dragende binnenwanden". Aansluitend op de terminologie van het Bouwbesluit zijn de betreffende binnenwanden verticale inwendige scheidingsconstructies die worden toegepast in de volgende gebouwen: - woningen en woongebouwen - niet tot bewoning bestemde gebouwen waaronder: - kantoorgebouwen; - ziekenhuizen, verpleegtehuizen; - logiesverblijven en logiesgebouwen.
2.2.2
Niet dragende binnenwanden Wandtype FR 1-75-1 (100)-60 mm isolatie: - bestaat uit een frame van DINGEMANS® 75 mm stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met aan weerszijden een enkele 12,5 mm zoals op blad 23 is aangegeven; - heeft in de spouw van de wand een vulling van 60 mm steenwol, ROCKWOOL® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 100 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3000 mm.
Pagina 5 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden Wandtype FR 1-75-1 (100)-70 mm isolatie: - bestaat uit een frame van DINGEMANS® 75 mm stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met aan weerszijden een enkele 12,5 mm FERMACELL Gipsvezelplaat zoals op blad 23 is aangegeven; - heeft in de spouw van de wand een vulling van 70 mm steenwol, ROCKWOOL® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 100 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3500 mm. Wandtype FR 2-75-2 (120): - bestaat uit een frame van DINGEMANS® 75 mm stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met aan weerszijden een 12,5 mm en 10 mm FERMACELL Gipsvezelplaat zoals op blad 24 is aangegeven; - heeft in de spouw van de wand een vulling van 60 mm steenwol, ROCKWOOL® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 120 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3500 mm. Wandtype FR 1-75-75-1 (180): - bestaat uit twee frames van DINGEMANS ® 75 mm stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met daartussen een spouw van minimaal 5 mm met aan weerszijden een enkele 12,5 mm FERMACELL Gipsvezelplaat zoals op blad 25 is aangegeven; - heeft in de wand ter plaatse van beide frames een vulling van 60 mm steenwol, ROCKWOOL ® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 180 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3500 mm. Wandtype FR 2-75-75-2 (200): - bestaat uit twee frames van DINGEMANS ® 75 mm stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met daartussen een spouw van minimaal 5 mm met aan weerszijden een 12,5 mm en 10 mm FERMACELL Gipsvezelplaat zoals op blad 26 is aangegeven; - heeft in de wand ter plaatse van beide frames een vulling van 60 mm steenwol, ROCKWOOL ® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 200 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3500 mm. Tabel 1: Totaaloverzicht Niet-dragende binnenwanden (ruimte begrenzende wanden) Wandtype FERMAROCK® FR 1-75-1 (100)
Dikte [mm] 100
Hoogte [mm] 3000
FR 1-75-1 (100)
100
3500
FR 2-75-2 (120)
120
3500
FR 1-75-75-1 (180)
180
3500
FR 2-75-75-2 (200)
2.2.3
200
3500
Frame
DINGEMANS® 1x C 75, h.o.h. 600 1x C 75, h.o.h. 600 1x C 75, h.o.h. 600 2x C 75, h.o.h. 300 2x C 75, h.o.h. 600
mm mm mm
Plaatsing stijlen (gelijk/verspringend) n.v.t.
Spouw (minimaal) n.v.t.
Isolatie, type 204 ROCKWOOL® 1 x 60 mm
Beplating FERMACELL 1 x 12,5 mm
n.v.t.
n.v.t.
1 x 70 mm
1 x 12,5 mm
n.v.t.
n.v.t.
1 x 60 mm
Gelijk of verspringend
5 mm
2 x 60 mm
1 x 12,5 mm + 1 x 10 mm 1 x 12,5 mm
Gelijk of verspringend
5 mm
2 x 60 mm
mm mm
1 x 12,5 mm + 1 x 10 mm
Niet dragende woningscheidende- en woningbegrenzende wanden Wandtype FR 1-75-75-1 (200): - bestaat uit twee frames van DINGEMANS ® 75 mm verspringend staande stalen C- en U-profielen, h.o.h. 300 mm met daartussen een spouw van minimaal 25 mm met aan weerszijden een enkele 12,5 mm FERMACELL Gipsvezelplaat zoals op blad 25 is aangegeven; - heeft in de wand ter plaatse van beide frames een vulling van 60 mm steenwol, ROCKWOOL ® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 200 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3000 mm. Wandtype FR 2-75-75-2 (200): - bestaat uit twee frames van DINGEMANS ® 75 mm verspringend staande stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met daartussen een spouw van minimaal 5 mm met aan weerszijden een 12,5 mm en 10 mm FERMACELL Ggipsvezelplaat zoals op blad 26 is aangegeven; - heeft in de wand ter plaatse van beide frames een vulling van 60 mm steenwol, ROCKWOOL ® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 200 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3500 mm. Tabel 2: Totaaloverzicht Niet-dragende woningscheidende- en woningbegrenzende wanden Wandtype FERMAROCK® FR 1-75-75-1 (200)
Dikte [mm] 200
Hoogte [mm] 3000
FR 2-75-75-2 (200)
200
3500
Frame DINGEMANS® 2x C 75, h.o.h. 300 mm 2x C 75, h.o.h. 600 mm
Plaatsing stijlen (gelijk/verspringend) Verspringend
Spouw (minimaal) 25 mm
Isolatie, type 204 ROCKWOOL® 2 x 60 mm
Verspringend
5 mm
2 x 60 mm
Beplating FERMACELL 1 x 12,5 mm 1 x 12,5 mm + 1 x 10 mm
Pagina 6 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 2.2.4
Niet dragende binnenwanden ter plaatse van vluchtwegen en ruimten met hoge bezettingsgraad Wandtype FR 1-75-1 (100)-60 mm isolatie: - bestaat uit een frame van DINGEMANS® 75 mm stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met aan weerszijden een enkele 12,5 mm FERMACELL Gipsvezelplaat zoals op blad 23 is aangegeven; - heeft in de spouw van de wand een vulling van 60 mm steenwol, ROCKWOOL® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 100 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3000 mm. Wandtype FR 1-75-1 (100)-70 mm isolatie: - bestaat uit een frame van DINGEMANS® 75 mm stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met aan weerszijden een enkele 12,5 mm FERMACELL Gipsvezelplaat zoals op blad 23 is aangegeven; - heeft in de spouw van de wand een vulling van 70 mm steenwol, ROCKWOOL® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 100 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3500 mm. Wandtype FR 2-75-2 (120): - bestaat uit een frame van DINGEMANS® 75 mm stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met aan weerszijden een 12,5 mm en 10 mm FERMACELL Gipsvezelplaat zoals op blad 24 is aangegeven; - heeft in de spouw van de wand een vulling van 60 mm steenwol, ROCKWOOL® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 120 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3500 mm. Wandtype FR 1-75-75-2 (190): - bestaat uit twee frames van DINGEMANS ® 75 mm stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met daartussen een spouw van minimaal 5 mm met aan weerszijden een enkele 12,5 mm FERMACELL Gipsvezelplaat en aanvullend aan de vluchtwegzijde een 10 mm FERMACELL Gipsvezelplaat; - heeft in de wand ter plaatse van beide frames een vulling van 60 mm steenwol, ROCKWOOL ® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 190 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3500 mm. Wandtype FR 2-75-75-2 (200): - bestaat uit twee frames van DINGEMANS ® 75 mm versprongen stalen C- en U-profielen, h.o.h. 600 mm met daartussen een spouw van minimaal 5 mm met aan weerszijden een 12,5 mm en 10 mm FERMACELL Gipsvezelplaat zoals op blad 26 is aangegeven; - heeft in de wand ter plaatse van beide frames een vulling van 60 mm steenwol, ROCKWOOL ® ScheidingswandPlaat 204; - heeft een totale dikte van 200 mm; - heeft een hoogte van maximaal 3500 mm. Tabel 3: Totaaloverzicht binnenwanden ter plaatse van vluchtwegen en ruimten met hoge bezettingsgraad Wandtype FERMAROCK® FR 1-75-1 (100)
Dikte [mm] 100
Hoogte [mm] 3000
FR 1-75-1 (100)
100
3500
FR 2-75-2 (120)
120
3500
FR 2-75-75-1 (190)
190
3500
FR 2-75-75-2 (200)
200
3500
Frame
DINGEMANS® 1x C 75, h.o.h. 600 1x C 75, h.o.h. 600 1x C 75, h.o.h. 600 2x C 75, h.o.h. 300
mm
Plaatsing stijlen (gelijk/versringend) n.v.t.
Spouw (minimaal) n.v.t.
Isolatie, type 204 ROCKWOOL® 1 x 60 mm
Beplating FERMACELL 1 x 12,5 mm
n.v.t.
n.v.t.
1 x 70 mm
1 x 12,5 mm
n.v.t.
n.v.t.
1 x 60 mm
Gelijk of verspringend
5 mm
2 x 60 mm
Gelijk of verspringend
5 mm
2 x 60 mm
1 x 12,5 mm + 1 x 10 mm 1 x 12,5 mm (+ 1x 10 mm aan vluchtwegzijde) 1 x 12,5 mm+ 1 x 10 mm
mm mm mm
2x C 75, h.o.h. 600 mm
2.2.5
Aansluitingen Voor de aansluitingen van de gipsvezelplaten en de wanden wordt verwezen paragraaf 3.2.6 t/m 3.2.9.
2.3
DINGEMANS® STALEN PROFIELEN
2.3.1
Merken De profielen, fabrikaat DINGEMANS te Kaatsheuvel, worden gemerkt met CE 14195/2005. Plaats van het merk: op elk profiel / verpakkingseenheid.
2.3.2
Vorm en samenstelling Het stijl-en regelwerk is samengesteld uit de in tabel 4 genoemde staalprofielen overeenkomstig CE 14195.
Pagina 7 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden Tabel 4: Maatvoering staalprofielen Type Stijlen:
Regels:
C C C U U U
75 100 125 75 100 125
Hoogte [mm] 49/51 49/51 49/51 40 40 40
Breedte [mm] 75 100 125 75 100 125
Dikte [mm] 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6
De staalprofielen vallen onder certificaat FPC43279. 2.4
ROCKWOOL® ISOLATIE
2.4.1
Merken De isolatie, fabrikaat ROCKWOOL B.V. te Roermond, ScheidingswandPlaat 204 wordt op elke verpakkingseenheid gemerkt met het KOMO®-merk. De uitvoering van dit merk is als volgt:
K10363 Verplichte aanduidingen: - certificaatnummer K10363; - fabrieksnaam of gedeponeerd handelsmerk; - productnaam; - nominale lengte, breedte en dikte; - aantal stuks en vierkante meters per verpakkingseenheid; - productiecode; - type bekleding, indien aanwezig; - klasse-aanduiding voor brandgedrag: A1; - gedeclareerde warmteweerstand Rd 1,60 m2 K/W; - gedeclareerde warmtegeleidingscoëfficiënt λd 0,037 W/m K; - aanduidingscode volgens NEN-EN 13162 hoofdstuk 6; - productiejaar (de laatste twee cijfers); - afgiftejaar CE-certificaat: 2003. 2.4.2
Vorm en samenstelling Rechthoekige vlakke platen bestaande uit thermoharde kunststofgebonden steenwolvezels. De isolatie is al dan niet voorzien van een bekleding. Voor alle platen geldt dat ze uiterlijk gaaf worden geleverd. Dit betekent geen putten, breuk of ongelijke kanten. De overige eisen te stellen aan de isolatie is vastgelegd in het KOMO ®-productcertificaat K10363.
2.4.3
Afmetingen ROCKWOOL® ScheidingswandPlaat 204 wordt geleverd in platen van 1200 x 600 mm.
2.5
FERMACELL GIPSVEZELPLATEN
2.5.1
Merken De FERMACELL Gipsvezelplaten worden gemerkt met het KOMO®-merk. De uitvoering van dit merk is als volgt: Productielocatie W1:
K2103
Productielocatie W3:
K47973
Productielocatie W4:
K2538
Verplichte aanduidingen: - fabrieksnaam en/of gedeponeerd handelsmerk; - code productielocatie; - productiedatum; - KOMO-beeldmerk en certificaatnummer. Plaats van het merk: op de rugzijde van iedere gipsvezelplaat. 2.5.2
Vorm en samenstelling De FERMACELL Gipsvezelplaten, type GF-I-W2-C1, zijn rechthoekig en aan beide zijden vlak, zonder verdikkingen en/of oneffenheden. De langskanten en korte zijden zijn haaks uitgevoerd. De gipsvezelpaten zijn vervaardigd van met gips gebonden cellulosevezels. Het percentage cellulosevezels bedraagt 17-20 % (m/m).
Pagina 8 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden Samenstellende materialen: - calciumsulfaat-halfhydraat; - cellulosevezels; - water; - hydrophoberingsmiddel op basis van siliconen. De volgende typen worden geleverd onder dit KOMO productcertificaat: - GF-W2 : Gipsvezelplaat met beperkte wateropname van de oppervlakte; - GF-I : Gipsvezelplaat met verhoogde oppervlaktehardheid. 2.5.3
Nominale afmetingen De FERMACELL Gipsvezelplaten hebben de volgende afmetingen: - dikte : 10 mm, 12,5 mm, 15 mm en 18 mm. De FERMACELL Gipsvezelplaten behoren tot klasse C1 volgens NEN-EN 15283-2. - lengte : maximaal 6000 mm; - breedte : maximaal 2540 mm. In tabel 5 zijn de standaardafmetingen van de gipsvezelplaten vermeld. Tabel 5 – Standaard afmetingen in mm Lengte Breedte 600 1000 1200 2540 1200 X1) 1500 X1) 2400 X1) 2500 O1) 2540 2600 X1) X1) 2800 3000 X1) 6000 X x) = dikten 10 mm, 12,5 mm, 15 mm en 18 mm O) = dikten 10 mm en 12,5 mm 1) = dikten 10 mm, 12,5 mm en 15 mm met 2-zijdig of 4 zijdig afgeschuinde kant leverbaar. In tabel 6 zijn de toleranties op nominale afmetingen, bepaald overeenkomstg NEN 15283-2, vermeld. Tabel 6 – Toleranties op nominale afmetingen in mm Afmeting Tolerantie lengte + 0 / - 5 mm breedte + 0 / - 4 mm dikte ± 0,2 mm
2.5.4
Haaksheid De maximale afwijking op de haaksheid bedraagt, bepaald overeenkomstig NEN 15283-2, niet meer dan 2,5 mm per 1,0 m 1.
2.5.5
Volumieke massa, BRL 1102 artikel 4.4.1 De volumieke massa bedraagt 1120 tot 1250 kg/m³.
2.5.6
Vochtgehalte, BRL 1102 artikel 4.4.2 Het gemiddelde vochtgehalte bedraagt niet meer dan 2,0 % (m/m).
2.5.7
Oppervlakte impregnering, BRL 1102 artikel 4.4.3 De gemiddelde wateropname bedraagt niet meer dan 47,0 gram.
2.5.8
Breuklast en doorbuiging De breuklast, bepaald overeenkomstg NEN 15283-2, bedraagt ten minste 5,5 N/mm². In tabel 7 is de maximale doorbuiging, bepaald overeenkomstg NEN 15283-2, vermeld. Tabel 7 – Maximale doorbuiging in mm Dikte Maximale doorbuiging [mm] [mm] 10 1,5 12,5 1,0 15 1,0 18 1,0
2.5.9
Brandgedrag De brand- en rookklasse aan de zichtzijde van de gipsvezelplaten bedraagt, bepaald overeenkomstig NEN-EN 13501-1, klasse A2-s1-d0.
Pagina 9 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 2.5.10
Verhoogde oppervlaktehardheid, type GF-I De oppervlaktehardheid van de FERMACELL Gipsvezelplaten voldoet aan de eisen overeenkomstig NEN-EN 15283-2.
2.5.11
Wateropname van de oppervlakte, type GF-W2 De wateropname van de oppervlakte van de FERMACELL Gipsvezelplaten bedraagt, bepaald overeenkomstig NEN-EN 15283-2, niet meer dan 1500 g/m2.
2.5.12
Waterdampdoorlatendheid De waterdampdoorlatendheid van de FERMACELL Gipsvezelplaten bedraagt, bepaald overeenkomstig NEN-EN 15283-2, µ = 13.
2.5.13
Thermische isolatie De thermische geleidbaarheid van de FERMACELL Gipsvezelplaten bedraagt, bepaald overeenkomstig NEN-EN 12524, = 0,32 W/(m·K).
2.5.14
Schadelijke stoffen (Cadmiumbesluit) De FERMACELL Gipsvezelplaten voldoen aan de voorschriften.
2.6
OVERIGE MATERIALEN De volgende materialen worden door de producent meegeleverd, maar vallen niet onder de productcertificatieregeling. - FERMACELL Snelbouwschroeven types 3,9 x 30, 3,9 x 45 of (met boorpunt) 3,5 x 25 mm; - FERMACELL Voegenlijm; - FERMACELL Voegengips; - FERMACELL Gaasband AK. Voor de overige materialen die bij de montage van de wanden moeten worden gebruikt, wordt verwezen naar het overzicht op bladzijde 20. Deze materialen worden niet door de producent meegeleverd en vallen niet onder de productcertificatieregeling.
3.
VERWERKING
3.1
TRANSPORT EN OPSLAG
3.1.1
DINGEMANS® stalen profielen De DINGEMANS® profielen worden aangeleverd in DINGEMANS® stapelpallets. Om beschadiging te voorkomen verdient dit de voorkeur. De profielen zijn dompel verzinkt en hierdoor in principe bestand tegen normale weersinvloeden. Het staal is op een speciale wijze geprepareerd en zorgt zodoende voor een optimale verwerking.
3.1.2
ROCKWOOL® isolatie Ter voorkoming van beschadigingen van pakken of losse platen moeten maatregelen worden getroffen tijdens transport en opslag. De platen zijn bestand tegen normale belastingen en stoten tijdens opslag en transport. De platen zijn tevens bestand tegen weersinvloeden, maar afscherming tegen deze invloeden is gewenst. De maximale stapelhoogte mag maximaal 7 pakken bedragen.
3.1.3
FERMACELL Gipsvezelplaten FERMACELL gipsvezelplaten worden standaard aangeleverd op pallets. Op verzoek gebeurt dit met folieverpakking. Bij omstapeling in verband met bouwplaatstransport is het raadzaam de platen met de rugzijde naar boven te leggen. De platen dienen droog, vrij van de grond en vlak te worden opgeslagen. Bij voorkeur op de plaats waar ze verwerkt worden. Indien de platen in de buitenlucht worden opgeslagen, dienen ze altijd afgedekt te worden met een waterdicht folie. Bij de opslag dienen onderslagen te worden gebruikt met een maximale h.o.h. afstand van 400 mm. Bij intern horizontaal transport de platen vlak vervoeren met een palletwagen. Losse platen met de breedte rechtop vervoeren. Vochtig geworden platen mogen pas worden verwerkt als ze weer geheel teruggedroogd zijn. De FERMACELL Voegenlijm en FERMACELL Gaasband AK opslaan bij een temperatuur tussen 5 en 25 °C. FERMACELL Voegengips droog opslaan.
3.2
MONTAGE
3.2.1
Algemeen, bouwplaatsomstandigheden De verwerking van gipsvezelplaten moet geschieden nadat het gebouw wind- en regendicht gemaakt is. De relatieve vochtigheid in de ruimten moet zich blijvend onder de 80% bevinden en de temperatuur moet zich boven de 0 °C bevinden. Indien er geen esthetische eisen worden gesteld, kan in overleg met de fabrikant hierop afgeweken worden.
3.2.2
Algemeen, onderconstructie Eerst de plaats aftekenen waar de onder- en bovenregels komen. Eventuele kozijnen (incl. eventuele verzwaarde stijlen) volgens opgave producent plaatsen en fixeren aan ruwbouw. Vervolgens de onder- en bovenregel, bestaande uit U-profielen monteren zoals omschreven in paragraaf 3.2.6 en 3.2.7. De stijlen, bestaande uit DINGEMANS ® C-profielen, circa 10 mm korter knippen dan de vertikale afstand tussen de lijven van de onder- en bovenregel. Deze kunnen vervolgens aan de ruwbouw, of aansluitende FERMAROCK ® wanden worden gemonteerd zoals omschreven in paragraaf 3.2.8 en 3.2.9. De tussenliggende DINGEMANS ® C-profielen tussen de flenzen van de boven- en onderregel schuiven. De h.o.h. afstand tussen de stijlen dient, conform de tabellen 1 t/m 3, 300 mm of 600 mm te bedragen.
Pagina 10 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 3.2.3
Algemeen, beplaten De gipsvezelplaten op maat zagen. Hierbij een zaagmachine met stofafzuiging gebruiken. Vervolgens aan één wandzijde de platen vastschroeven. Wanden met enkele beplating Voor het aanzicht en doorsneden van de FR 1-75-1 (100) en FR 1-75-75-1 (180) wanden, zie tekeningbladen hoofdstuk 7. Bij een enkele beplating, de 12,5 mm gipsvezelplaten met afgeschuinde kant met FERMACELL Snelbouwschroeven 3,9 x 30 mm h.o.h. 250 mm stotend vastschroeven aan de DINGEMANS ® C-profielen. Wanden met dubbele beplating Voor het aanzicht en doorsneden van de FR 2-75-2 (120) en FR 2-75-75-2 (200) wanden, zie tekeningbladen hoofdstuk 7. Bij een dubbele beplating, de eerste laag 12,5 mm gipsvezelplaten met rechte kanten met FERMACELL Snelbouwschroeven 3,9 x 30 mm h.o.h. 400 mm stotend vastschroeven aan de DINGEMANS ® C-profielen. De eerste plaatlaag behoeft geen onderlinge voegverbinding te hebben. De tweede laag 10 mm gipsvezelplaat met FERMACELL Snelbouwschroeven 3,9 x 45 mm h.o.h. 250 mm stotend vastschroeven in de DINGEMANS® C-profielen. Alternatief hierop is de tweede plaatlaag in de eerste laag bevestigen. De eerste laag 12,5 mm gipsvezelpaat met rechte kanten met FERMACELL Snelbouwschroeven 3,9 x 30 mm h.o.h. 250 mm stotend vastschroeven aan de DINGEMANS ® C-profielen. De tweede 10 mm gipsvezelplaat met afgeschuinde kant met FERMACELL Snelbouwschroeven 3,9 x 30 mm h.o.h. 250 mm in rijen h.o.h. 400 mm stotend vastschroeven in de onderliggende plaat. Hierbij een minimale verspringing van 200 mm tussen de eerste en tweede plaatlaag aanhouden. Om de tweede gipsvezelplaat te bevestigen kunnen ook speciale spreidnieten met een lengte van 18-19 mm h.o.h. 150 mm in rijen h.o.h. 400 mm gebruikt worden. Deze spreidnieten hebben een minimale draaddoorsnede van 1,5 mm, een rugbreedte van minimaal 10 mm en zijn verzinkt en geharst. Bij eventuele horizontale naden tussen de gipsvezelplaten, de rechte plaatkant voorzien van FERMACELL Voegenlijm. De minimale temperatuur van de werkruimte en de lijm dient 10 °C te bedragen. Vervolgens de volgende plaat stotend monteren tegen de, van lijm voorziene kant van de eerste plaat en vastschroeven aan het DINGEMANS ® C-profiel. Zie details 9.
3.2.4
Plaatsing isolatie Na het monteren van de ene wandzijde, worden bij de wanden de ROCKWOOL ® ScheidingswandPlaat 204 geplaatst. Ook kunnen eventuele leidingen en voorzieningen worden aangebracht. De ROCKWOOL ® ScheidingswandPlaat 204 moet onder lichte druk, goed sluitend met de lange zijde bij voorkeur horizontaal, tegen het binnenspouwblad worden aangebracht. De platen moeten bij voorkeur in halfsteensverband worden aangebracht. Beschadigde (delen van) platen mogen niet worden verwerkt. Indien producten na het aanbrengen worden beschadigd, moeten deze alvorens het tweede spouwblad te bevestigen, worden vervangen. Eventuele ongerechtigheden moeten vooraf van de aansluitnaden worden verwijderd. Bij gedeeltelijke vulling van de spouw (wandtypen FR 1-75-75-1 en FR 2-75-75-2) moet de ROCKWOOL ® ScheidingswandPlaat 204 op tenminste drie punten worden bevestigd. Bij volledige vulling van de spouw moeten de platen op tenminste twee punten worden bevestigd. De afstand van bevestigingspunten tot de rand, loodrecht op de rand gemeten, moet tenminste een halve plaatdikte bedragen. De afstand tussen twee bevestigingspunten mag minimaal een halve plaatlengte bedragen. Er moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een gelijkmatige verdeling van de bevestigingspunten over de ROCKWOOL ® ScheidingswandPlaat 204. De platen moet men bij een omgaande wand laten doorsteken. Daarna kan de omgaande isolatielaag worden aangebracht. Deze moet goed aan sluiten tegen de hiervoor genoemde laag. Vervolgens wordt het uitstekende deel langs een lat afgesneden.
3.2.5
Sluiten van de wand De andere wandzijde kan hierna worden gesloten met één (FR 1-75-1 en FR 1-75-75-1) of twee (FR 2-75-2 en FR 2-75-75-2) lagen FERMACELL Gipsvezelplaten op dezelfde wijze als hiervoor onder hoofdstuk 3.2.3 Beplaten, omschreven. Hierbij de voegen tussen de FERMACELL Gipsvezelplaten aan de voor- en achterzijde van de wand op hetzelfde DINGEMANS ® C-profiel houden.
3.2.6
Vloeraansluiting De vloeraansluitingen dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de details 2. De montage van het DINGEMANS® U-profiel, met opname van 2 stroken cellenband 5 x 10 mm aan onderzijde van het U profiel, geschiedt met slagpluggen/schroeven h.o.h. max. 700 mm in de afwerkvloeren. De FERMACELL Gipsvezelplaten 3 à 5 mm vrijhouden van afwerkvloer en niet in het DINGEMANS ® U-profiel schroeven. Bij onafgewerkte ruwe vloeren die naderhand voorzien worden van een cementdekvloer of anhydrietvloer dient, voor het plaatsen van de DINGEMANS® U-profiel, een houten regel van voldoende hoogte bevestigd te worden met spijker/slagpluggen (h.o.h. max. 600 mm). Vervolgens kan de afwerkvloer worden aangebracht. Op deze houten regel het DINGEMANS® U-profiel monteren, met opname van 2 stroken cellenband van 5 x 10 mm tussen profiel en houten regel. Het DINGEMANS® U-profiel kan met de FERMACELL Snelbouwschroeven 3,9 x 30 mm h.o.h. 500 mm op de houten regel geschroefd worden.
Pagina 11 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden De onderaansluiting bij alle wandtypes, afhankelijk van de geluidseisen wel of niet dichtzetten met FERMACELL Voegengips of een elastisch blijvende kit. Bij toepassing van een elastisch blijvende kit moet deze zijn afgestemd op de brandwerendheid van de wand. Bij 30 minuten brandwerendheid kan volstaan worden met een akrylaat kit, bij hogere brandwerendheden moet de brandwerendheid van de kit daarop worden afgestemd. De vloeraansluitingen in natte ruimtes dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig detail 16. 3.2.7
Plafondaansluiting De plafondaansluitingen dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de details 1. Het DINGEMANS® U-profiel bevestigen met spijker-/slagpluggen h.o.h. 700 mm, en met opname van 2 stroken voorgeschreven cellenband van 5 x 10 mm tussen profiel en bovenliggende vloer. De platen 5 à 7 mm vrijhouden van bovenliggende vloer en niet in het DINGEMANS® U-profiel schroeven. Bij verwachte vloerdoorbuigingen van meer dan 5 mm een glijdende aansluiting toepassen zoals aangegeven in detail 10. Hierbij kan een doorbuiging van maximaal 20 mm worden opgenomen. De bovenaansluiting bij alle wandtypes, afhankelijk van de geluidseisen wel of niet dichtzetten met FERMACELL Voegengips of een elastisch blijvende kit. Bij toepassing van een elastisch blijvende kit moet deze zijn afgestemd op de brandwerendheid van de wand. Bij 30 minuten brandwerendheid kan volstaan worden met een akrylaat kit, bij hogere brandwerendheden moet de brandwerendheid van de kit daarop worden afgestemd.
3.2.8
Wandaansluiting ruwbouw De wandaansluitingen dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig de details 3. Het DINGEMANS® C-profiel, met opneming van 2 stroken 5 x 10 mm cellenband aan de rugzijde, bevestigen aan de ruwbouw met de spijker/slagpluggen h.o.h. max. 1000 mm. De platen 5 à 7 mm vrijhouden van ruwbouw en bij alle wandtypes, afhankelijk van de geluidseisen wel of niet dichtzetten met FERMACELL Voegengips of een elastisch blijvende kit. Bij toepassing van een elastisch blijvende kit moet deze zijn afgestemd op de brandwerendheid van de wand. Bij 30 minuten brandwerendheid kan volstaan worden met een akrylaat kit, bij hogere brandwerendheden moet de brandwerendheid van de kit daarop worden afgestemd.
3.2.9
Hoeken en onderlinge aansluitingen Hoeken dienen te worden uitgevoerd volgens details 4. Bij de buitenhoek dienen de platen onderling te worden verlijmd. Bij de binnenhoek dienen de platen 5-7 mm vrijgehouden te worden en te worden afgevoegd met FERMACELL Voegengips. In gevallen waar grote dynamische krachten verwacht worden (ziekenhuizen e.d.) op de buitenhoeken achteraf een, zichtbaar, hoekbeschermingsprofiel toepassen. T-aansluitingen tussen FERMACELL wanden dienen te worden uitgevoerd volgens details 5. Het DINGEMANS® C-profiel t.p.v. de aansluiting aan de andere FERMACELL wanden bevestigen m.b.v. FERMACELL Snelbouwschroeven 3,9 x 30 mm (of 3,9 x 45 mm bij aansluiting op dubbel beplate wanden) h.o.h. afstand max. 600 mm. De platen 5 à 7 mm vrijhouden van elkaar en afvoegen met FERMACELL Voegengips.
3.2.10
Dilataties Dilataties dienen te worden toegepast bij wandlengtes groter dan 8 meter en daar waar in de ruwbouw dilataties zijn opgenomen. De dilataties dienen te worden uitgevoerd conform details 11.
3.2.11
Kozijnaansluitingen De wijze van aansluiten op kozijnen hangt af van het toegepaste kozijntype. Bij de aansluiting aan koudgevormde plaatstalen kozijnen dient het kozijn gefixeerd te worden aan de ruwbouw. Als de deurbreedte groter is dan 90 cm, of het gewicht meer dan 25 kg of de wandhoogte meer dan 2,6 meter dan dienen normaliter verstevigingsstijlen toegepast te worden. Dit is uit te voeren m.b.v. dompel verzinkte verzwaarde C-profielen, 2 mm dik waaraan de kozijnbeugels worden bevestigd. Zie detail 12 t/m 14. FERMACELL Gipsvezelplaten kunnen hieraan worden bevestigd m.b.v. FERMACELL Snelbouwschroeven met boorpunt (lengte 25 mm) h.o.h. 200 mm. Deze verstevigingsstijlen vastzetten aan de ruwbouw m.b.v. stalen hoekprofielen.
3.2.12
Afvoegen De FERMACELL Gipsvezelplaten mogen worden afgevoegd als het restvochtgehalte in de plaat onder de 1,3% ligt en blijft. Dit vochtgehalte wordt normaliter gehaald als de platen gedurende 48 uren worden blootgesteld aan een relatieve vochtigheid van ten hoogste 70% en een ruimtetemperatuur boven de 15 °C. Natte dekvloeren moeten zijn uitgedroogd. Het afvoegen van de AKvoeg en gelijktijdig dichtzetten van de schroefgaatjes geschied normaliter in twee arbeidsgangen. Maak de voeg goed stofvrij en breng het FERMACELL Gaasband op het midden van de voeg in het verdiepte gedeelte aan. De eerste arbeidsgang geschied door het volledig vullen van het verdiepte gedeelte met FERMACELL Voegengips, zie details 7. Bij het drogen van de FERMACELL Voegengips zal het iets inklinken. Deze inklinking dient met de tweede arbeidsgang te worden vlakgestreken.
3.3
AFWERKING
3.3.1
Algemeen Na uitharding van de FERMACELL Voegengips, het overtollige gips afschuren. Eventueel afhankelijk van de eindapplicatie een geheel of gedeeltelijke finishlaag aanbrengen. Na het drogen hiervan de eindapplicatie aanbrengen. Het egaliseren en de eindafwerking kan plaatsvinden nadat het vochtgehalte in de plaat zich stabiel heeft ingesteld op max. 1,3%. Veronderstelt kan worden dat dit het geval is als gedurende 3 dagen de relatieve luchtvochtigheid niet hoger is geweest dan 70%.
Pagina 12 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 3.3.2
Behang Zie hiervoor de adviezen van de betreffende (lijm-)fabrikanten. In het algemeen geldt dat bij vinyl- of waterwerende behangsoorten, zogenaamde waterarme lijm dient te worden gebruikt.
3.3.3
Pleister Zie hiervoor de adviezen van de betreffende fabrikanten. In het algemeen geldt dat er een laagdikte van max. 4 mm in een keer mag worden aangebracht. Bij dikkere lagen zal dit in meerdere arbeidsgangen met toereikende droogtijd moeten geschieden. Het soort pleistermateriaal dient door de betreffende fabrikant uitdrukkelijk geschikt te worden geacht voor FERMACELL Gipsvezelplaten. Voorstrijken is nodig indien de fabrikant dit voorschrijft.
3.3.4
Schilderwerk Zie hiervoor de adviezen van de betreffende fabrikanten. In het algemeen geldt dat er eerst een grondlaag/finishlaag aangebracht dient te worden die reparaties en oneffenheden nivelleert. Vervolgens kunnen toplagen worden aangebracht, afhankelijk van gladheideisen e.d. Het verfsysteem dient door de betreffende fabrikant uitdrukkelijk geschikt te worden geacht voor FERMACELL Gipsvezelplaten. Het verdient aanbeveling om bij grotere oppervlakten het verfsysteem op een proefvlak of wand te proberen om hiermee het eindresultaat beter te kunnen voorspellen.
3.3.5
Tegelwerk Zie hiervoor de adviezen van de betreffende (lijm-)fabrikanten. In het algemeen geldt dat de meest gebruikelijke dispersielijmen geschikt zijn. De FERMACELL Gipsvezelplaten dienen voor het betegelen droog en stofvrij (voorstrijkmiddel gebruiken) te zijn. Na het verlijmen van de tegels dient gewacht te worden met het voegwerk tot de lijm droog is. Het tegellijmsysteem dient door de betreffende fabrikant uitdrukkelijk geschikt te worden geacht voor FERMACELL Gipsvezelplaten. Voor tegelwerk dat ligt binnen het zogenaamde 'sproeibereik' in badkamers e.d. wordt verwezen naar § 4.3.6. Onder 'sproeibereik' worden alle oppervlakten verstaan die regelmatig direkt aan waterbelasting bloot staan, zoals douchehoeken, boven badkuipen e.d.
3.4
BEVESTIGING VAN VOORWERPEN Lichte (tot circa 17 kg) aan het wandoppervlak hangende platte voorwerpen (b.v. schilderijen) kunnen direct aan de FERMACELL Gipsvezelplaten worden bevestigd m.b.v. schilderijhaken of draadnagels. Kleine consolelasten tot 30 kg en 300 mm vanaf het wandoppervlak kunnen direct aan de FERMACELL Gipsvezelplaten worden bevestigd m.b.v. schroef met doorlopende schroefdraad en doorsnede van minimaal 5 mm. Middel grote consolelasten tot 50 kg en 300 mm vanaf het wandoppervlak (b.v. boekenplanken) kunnen m.b.v. hollewandpluggen worden opgehangen (bijv. Fischer ∅ 8 mm). Grotere consolelasten (b.v. wastafels en douchekranen) kunnen worden bevestigd aan de stijlen (eventueel extra stijlen plaatsen) of worden aangebracht aan het achterhout tussen de stijlen. Zie detail 15.
4.
PRESTATIES
4.1
CONSTRUCTIEVE VEILIGHEID
4.1.1
Algemene sterkte van de bouwconstructie, Bouwbesluit afdeling 2.1 In de genoemde Bouwbesluitafdeling wordt geëist dat een uiterste grenstoestand van een bouwconstructie niet mag worden overschreden onder invloed van fundamentele en bijzondere belastingscombinaties zoals bedoeld in NEN 6702. Voor niet-dragende binnenwanden zijn de volgende belastingen uit NEN 6702 van toepassing: - windbelasting volgens artikel 8.6.1.3; - veranderlijke horizontale belastingen volgens artikel 8.2.6.1 (alleen voor wanden t.p.v. een niveauverschil); - stootbelasting volgens artikel 9.6 (alleen voor wanden t.p.v. een niveauverschil). Deze belastingen hoeven niet te worden gecombineerd. De wanden zoals gespecificeerd in dit attest worden geacht te voldoen aan de genoemde bouwbesluiteisen indien aan de hieronder gestelde toepassingsvoorwaarden wordt voldaan. Toepassingsvoorwaarden - De wandhoogte is niet hoger dan vermeld in de tabellen 1, 2 en 3. - De rekenwaarde van de windbelasting waarop de wanden worden belast is niet groter dan 1900 N/m² voor de niet-dragende binnenwanden en niet groter dan 2200 N/m² voor de niet-dragende woningscheidende- en woningbegrenzende binnenwanden. - De wanden mogen alleen worden toegepast bij niveauverschillen in gebouwen en ruimten zoals bedoeld in NEN 6702 artikel 8.2.2.1 a), b), c) en f), mits deze worden verstevigd zoals is aangegeven in detail 15. - De wanden worden niet toegepast in gebouwen of ruimten met een blijvend hoge relatieve luchtvochtigheid zoals bijvoorbeeld zwembaden en wasserijen.
Pagina 13 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 4.1.2
Sterkte van de bouwconstructie tegen wind, BRL 1003 artikel 4.1.1 De wanden zoals gespecificeerd in dit attest zijn bestand tegen een gelijkmatige belasting van 1900 N/m 2 voor de wanden met een enkel frame van minimaal 75 mm DINGEMANS ® profielen niet groter dan 2200 N/m² voor de wanden met een dubbel frame van minimaal 75 mm DINGEMANS® profielen, zoals bedoeld in artikel 4.1.1 van BRL 1003, indien voldaan wordt aan de eerste en vierde toepassingsvoorwaarde uit paragraaf 4.1.1.
4.1.3
Sterkte van de bouwconstructie onder invloed van excentrische verticale belasting, BRL 1003 artikel 5.1 De wanden zoals gespecificeerd in dit attest zijn bestand tegen een verticale excentrische belasting van 100 kg zoals bedoeld in artikel 5.1 van BRL 1003, indien voldaan wordt aan de vierde toepassingsvoorwaarde uit paragraaf 4.1.1.
4.1.4
Sterkte van de bouwconstructie tegen schokken, BRL 1003 artikel 5.2 De wanden zoals gespecificeerd in dit attest zijn bestand tegen schokbelastingen van 10 Nm en 240 Nm met respectievelijk een stalen kogel en een zak gevuld met zand, zoals bedoeld in artikel 5.2 van BRL 1003, indien voldaan wordt aan de eerste en vierde toepassingsvoorwaarde uit paragraaf 4.1.1.
4.2
BRANDVEILIGHEID
4.2.1
Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie, Bouwbesluit afdeling 2.11 De gipsvezelplaten zijn niet onbrandbaar zoals bedoeld in NEN 6064 zijn daarmee niet geschikt voor toepassingen zoals bedoeld in de genoemde bouwbesluitartikelen. Toelichting De gipsvezelplaten mogen daarom (met bepaalde uitzonderingen) niet worden toegepast: - ter plaatse van of in de nabijheid van een in NEN 6061 bedoelde stookplaats (bijvoorbeeld open haarden); - aan de binnenzijde van schachten, kokers en kanalen die grenzen aan meer dan één brandcompartiment; - in voorzieningen voor de afvoer van rook alsmede in de nabijheid van zo’n afvoer, voorzover er een temperatuur kan optreden van meer dan 363 K (90 °C).
4.2.2
Beperking van ontwikkeling van brand, Bouwbesluit afdeling 2.12 De wanden zoals gespecificeerd in dit attest behoren tot klasse 1 van de bijdrage tot brandvoortplanting overeenkomstig NEN 6065 dan wel klasse A2-s1, d0 overeenkomstig NEN-EN 13501-1. Toepassingsvoorwaarde De klasse van de bijdrage tot brandvoortplanting wordt mede bepaald door de afwerking van de wanden. De toegepaste afwerking moet worden beoordeeld op dit aspect.
4.2.3
Beperking van uitbreiding van brand/Verdere beperking van uitbreiding van brand, Bouwbesluit afdeling 2.13 en 2.14 Of de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten voldoet aan de genoemde artikelen uit het Bouwbesluit, moet worden bepaald overeenkomstig NEN 6068. Voor de bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten kan gebruik worden gemaakt van de in tabel 9 gegeven waarden voor de brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie overeenkomstig NEN 6069. Tabel 9 – Brandwerendheid m.b.t. de scheidende functie overeenkomstig NEN 6069. Wandtype FERMAROCK® FR 1-75-1 / 60mm isolatie FR 1-75-1 / 70mm isolatie FR 2-75-2 FR 1-75-75-1 FR 1-75-75-1 FR 1-75-75-2 FR 2-75-75-2
Wanddikte [mm] 100 100 120 180 200 190 200
Wandhoogten [mm] 3000 4000 4000 4000 4000 4000 4000
Brandwerendheid [minuten] E60 / EW60 / EI60 E90 / EW90 / EI60 E90 / EW90 / EI90 E60 / EW60 / EI60 E60 / EW60 / EI60 E60 / EW60 / EI60 E90 / EW90 / EI90
Toepassingsvoorwaarden De in tabel 9 genoemde waarden gelden alleen voor wanden zoals gespecificeerd in dit attest en indien: - de stijlen zodanig zijn gefixeerd dat er boven en onder 7,5 mm vrije uitzettingsruimte bestaat en de stijlen niet aan de bovenen onderregel zijn bevestigd; - de wanden niet hoger zijn dan aangegeven tabel 9; - de wanden overeenkomstig dit attest zijn samengesteld; - de naden tussen de wand en de ruwbouw zijn dichtgezet met voegengips of een elastische kit met een brandwerendheid overeenkomstig de brandwerendheid van de wand of detaillering zodanig is dat deze niet eerder de brand zal doorlaten. 4.2.4
Beperking van ontstaan van rook, Bouwbesluit afdeling 2.15 De wanden zoals gespecificeerd in dit attest hebben een maatgevende rookdichtheid behorende tot rookklasse s1 overeenkomstig NEN-EN 13501-1. Gecombineerd met het feit dat de wanden behoren tot klasse A2 van de bijdrage tot brandvoortplanting overeenkomstig NEN 6065 houdt dit in dat de wanden geschikt zijn om te worden toegepast ter plaatse van vluchtwegen.
Pagina 14 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden Toepassingsvoorwaarde De invloed van eventuele bekledingsmaterialen, coatings, afwerklagen en dergelijke is niet bij de beoordeling betrokken. Dergelijke toepassingen moeten per geval worden beoordeeld. 4.2.5
Beperking van verspreiding van rook, Bouwbesluit afdeling 2.16 De wanden zoals gespecificeerd in dit attest hebben weerstand tegen rookdoorgang zoals vermeld in tabel 10. De wanden voldoen daarmee voor iedere toepassing aan de bovengenoemde Bouwbesluiteisen. Tabel 10 – Rookwerendheid m.b.t. de scheidende functie overeenkomstig NEN 6069. Wandtype FERMAROCK® FR 1-75-1 / 60mm isolatie FR 1-75-1 / 70mm isolatie FR 2-75-2 FR 1-75-75-1 FR 1-75-75-1 FR 1-75-75-2 FR 2-75-75-2
Wanddikte [mm] 100 100 120 180 200 190 200
Wandhoogten [mm] 3000 4000 4000 4000 4000 4000 4000
Rookwerendheid [minuten] 90 120 120 90 90 90 120
Toepassingsvoorwaarde Zie de toepassingsvoorwaarden zoals omschreven bij artikel 4.2.3. 4.3
GEZONDHEID
4.3.1
Bescherming tegen geluid van buiten, Bouwbesluit afdeling 3.1 Voor de wanden zoals gespecificeerd in dit attest zijn de eisen uit de genoemde Bouwbesluitartikelen alleen van toepassing als de wanden worden toegepast als inwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied die niet de scheiding vormt met een ander verblijfsgebied. In dat geval dient overeenkomstig NEN 5077 te worden bepaald of voldaan wordt aan de gestelde eisen. Toelichting In het Bouwbesluit wordt bedoeld dat indien zich tussen een verblijfsgebied en de buitenlucht een besloten ruimte (bijvoorbeeld een serre of besloten galerij) bevindt, de inwendige scheidingsconstructie tussen dat verblijfsgebied en die serre of galerij, met inbegrip van het positieve effect van de serre en galerij, dezelfde geluidwering moet hebben als een uitwendige scheidingsconstructie van een vergelijkbaar verblijfsgebied dat direct grenst aan de buitenlucht.
4.3.2
Bescherming tegen geluid van installaties, Bouwbesluit afdeling 3.2 In de genoemde Bouwbesluitartikelen worden eisen gesteld aan het karakteristieke geluidsniveau van installaties (toilet, kraan, mechanische ventilatiesysteem, etc). Het karakteristieke geluidsniveau dient te worden bepaald overeenkomstig NEN 5077. Bij deze bepaling moet de gehele constructie rondom de betreffende installatie in beschouwing worden genomen. De wandconstructie is hierbij slechts een onderdeel. Indien de installaties worden toegepast conform NPR 5072 t/m NPR 5075 dan kan worden verondersteld dat de bescherming tegen geluid van installaties voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit.
4.3.3
Geluidwering tussen verblijfsruimten van dezelfde/verschillende gebruiksfuncties, Bouwbesluit afdeling 3.3 en 3.5 Of de geluidwering tussen ruimten voldoet aan de eisen uit het Bouwbesluit, moet worden bepaald overeenkomstig NEN 5077. Bij toepassing van de wanden zoals gespecificeerd in dit attest-met-productcertificaat kan voldaan worden aan de eis die gesteld wordt aan de isolatie-index voor luchtgeluid I lu;k tussen in een woning gelegen verblijfsruimten, zijnde I lu;k -20 dB. Wandtypen FR 1-75-75-1 (180), FR 2-75-2 (120) en FR 2-75-75-2 (200) voldoen aan de eisen voor woningscheidende wanden uit het Bouwbesluit. Wandtype FR 2-75-75-2 (200) voldoet tevens aan de comfortklasse zoals genoemd in de eisen van het Nationaal pakket Duurzaam Bouwen. In de NPR 5086 kan voor de spouwwand volgens hoofdstuk 2.2.1 voor zowel de I lu;k -5 dB als de Ilu;k 0 dB de wandopbouw FR 1-75-75-1 (180) en FR 2-75-75-2 (200) gebruikt worden. In tabel 11 zijn de geluidisolatie-indices vermeld die in de praktijk kunnen worden gehaald met de genoemde wandtypen en inbouwsituaties.
Pagina 15 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden Tabel 11: geluidisolatie-indices Rw en Ilu;k FERMAROCK® Wandtype
Wanddikte
FR 1-75-1 (100)
100
FR 1-75-1 (100)
100
FR 2-75-2 (120)
120
[mm]
FR 1-75-75-1 (180) 180 FR 1-75-75-1 (200) 200 FR 1-75-75-2 (190) 190 FR 2-75-75-2 (200) 200
DINGEMANS® profielen [mm] 1x C75 h.o.h. 600 mm 1x C75 h.o.h 600 mm 1x C75 h.o.h. 600 mm 2x C75 h.o.h. 600 mm 2x C75 h.o.h. 300 mm 2x C75 h.o.h. 600 mm 2x C75 h.o.h. 600 mm
Spouw ROCKWOOL® isolatie [mm] [mm]
FERMACELL beplating [mm]
n.v.t.
1 x 60
1x 12,5
n.v.t.
1 x 70
n.v.t.
Geluidisolatie ISO 717-1 Rw (C;Ctr)1) [dB] 51 (-3;-8) randen gekit 49 (-3;-7) randen gips
NPR 5079 / 5086 Ilu;k = Ra -75 Ra = Rw + C [dB] -9 -11
1x 12,5
53 (-3;-9) randen gekit
-7
1 x 60
1x 12,5 + 10
61 (-2;-7) randen gekit
2
5
2 x 60
1x 12,5
64 (-3;-10) randen gekit
4
25
2 x 60
1x 12,5
61 (-3;-10) randen gekit
1
5
2 x 60
1 x 12,5 + 10 en 1 x 12,5
64 (-3;-10) randen gekit
4
5
2 x 60
1x 12,5 + 10
70 (-2;-7) randen gekit
11
Toelichting 1) Rw is bepaald conform ISO 717-1 2) Ilu;k is berekend volgens methode in NPR 5086 4.3.4
Beperking van galm, Bouwbesluit afdeling 3.4 Indien de wanden worden toegepast in een besloten gemeenschappelijke verkeersruimte die is bestemd voor het ontsluiten van in een woongebouw gelegen woningen, dan moet door derden een akoestisch adviseur worden ingeschakeld. Deze moet nagaan of voldaan kan worden aan de eis in het Bouwbesluit voor de totale geluidabsorptie bepaald overeenkomstig NEN 5078.
4.3.5
Wering van vocht van buiten, afdeling 3.6 Voor de wanden zoals gespecificeerd in dit attest zijn de eisen uit de genoemde Bouwbesluitartikelen alleen van toepassing als de wanden worden toegepast als inwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied, toiletruimte of badruimte, voor zover die constructie niet de scheiding vormt met een ander verblijfsgebied of met een andere toiletruimte of badruimte. In dat geval dient overeenkomstig NEN 2778 te worden bepaald of voldaan wordt aan de gestelde eisen. Toelichting Bedoeld wordt bijvoorbeeld de inwendige scheidingsconstructie tussen een woning en een serre, schuur of garage voor zover deze gevels en/of daken hebben die bepaald overeenkomstig NEN 2778 niet waterdicht zijn. Bij de bepaling van de waterdichtheid van de inwendige scheidingsconstructie mag dan wel rekening gehouden worden met de positieve effecten van de gevels en/of daken van de serre, schuur of garage.
4.3.6
Wering van vocht van binnen, Bouwbesluit afdeling 3.7 Temperatuurfactor Voor de wanden zoals gespecificeerd in dit attest zijn de eisen uit de genoemde Bouwbesluitartikelen alleen van toepassing als de wanden worden toegepast als inwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied, toiletruimte of badruimte, voor zover die constructie niet de scheiding vormt met een ander verblijfsgebied of met een andere toiletruimte of badruimte. In dat geval dient overeenkomstig NEN 2778 de temperatuurfactor (≥ 0,65 of 0,50, afhankelijk van de toepassing) te worden bepaald. Toelichting Bedoeld wordt bijvoorbeeld de inwendige scheidingsconstructie tussen een woning en een serre, schuur of garage voor zover deze gevels en/of daken hebben die niet voldoen aan de gestelde eis met betrekking tot de temperatuurfactor. De inwendige scheidingsconstructie tussen een woning en zo'n serre, schuur of garage moet dan voldoen aan de gestelde eis ter beperking van condens op de binnenzijde van deze inwendige scheidingsconstructie. Wateropname De wanden zoals gespecificeerd in dit attest kunnen worden toegepast als scheidingsconstructies tussen een toilet- of badruimte en een andere besloten ruimte. Toepassingsvoorwaarden De wanden dienen als volgt aan de naar de toilet- of badruimte toegekeerde zijde te worden afgewerkt met materialen die een gemiddelde wateropname hebben van minder dan 0,01 kg/(m² s1/2) overeenkomstig NEN 2778: - Bij een toilet- en badruimte tot een hoogte van 1,2 m boven de vloer van die ruimte; - Bij een badruimte bovendien ter plaatse van het bad of de douche over een lengte van ten minste 3 m tot een hoogte van 2,1 m boven de vloer. Dit kan door de betreffende oppervlakten te betegelen zoals aangegeven op detail 16. - De overige naar de toilet- of badruimte toegekeerde wandoppervlakken dienen te worden afgewerkt met een watervaste afwerklaag. - De wanden mogen niet aan beide zijden dampremmend worden afgewerkt. - Leidingdoorvoeren moeten circa 10 mm groter zijn dan de diameter van de door te voeren leiding. Deze ruimte moet na montage worden afgedicht met blijvend elastische kit of met daarvoor geschikte wandmanchetten. - De aansluiting met andere wanden moet blijvend waterdicht worden afgewerkt. - De binnenhoeken van de FERMACELL Gipsvezelplaten moeten 5-7 mm vrij van elkaar worden gehouden en worden gevuld met acrylaatkit. Pagina 16 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 4.3.7
Beperking van de toepassing van schadelijke materialen, Bouwbesluit afdeling 3.15 Bij de afgifte van dit attest was alleen een Ministeriële Regeling van kracht die betrekking heeft op de beperking van de aanwezig van formaldehyde. In de wanden zoals gespecificeerd in dit attest is geen formaldehyde aanwezig.
4.4
BRUIKBAARHEID
4.4.1
Gedrag van de aansluitingen met de draagconstructies (ruwbouw), BRL 1003 artikel 5.3.1 De aansluitingen met de draagconstructie van de wanden zoals gespecificeerd in dit attest zullen onder invloed van normaal te verwachten vormveranderingen van de draagconstructie geen breuk of voor de gebruiker gevaarlijke beschadigingen van de wand teweeg brengen. Toepassingsvoorwaarden - In het ontwerp van de wand is rekening gehouden met een vormverandering van de bovengelegen vloer tot 5 mm. - Bij grotere vormveranderingen tot 20 mm dient de plafondaansluiting te worden uitgevoerd volgens detail 10. - Bij de keuze van de plafondaansluiting dient rekening te worden gehouden met de totale doorbuiging van de vloerconstructies. De doorbuiging (inclusief kruip) van betonvloeren is afhankelijk van de vloerbelasting, de vloeroverspanning, de vloerdikte, de hoeveelheid wapening en de ouderdom van de vloeren.
4.4.2
Vormveranderingen, BRL 1003 artikel 5.3.2 Voor wat betreft de vormveranderingen van de niet-dragende binnenwanden, zoals gespecificeerd in dit attest en met een maximale hoogte zoals vermeld in tabel 1, geldt het volgende. Vormveranderingen ten gevolge van excentrische belastingen Ten gevolge van een excentrische belasting van 50 kg, zoals omschreven in BRL 1003, zullen de wanden niet meer doorbuigen dan 0,002 van de hoogte van de wand met een maximum van 5 mm. Vormveranderingen onder invloed van schokbelasting Onder invloed van een schokbelasting van 120 Nm, zoals omschreven in BRL 1003, is de tijdelijke doorbuiging van de wanden met een enkel frame kleiner of gelijk aan 0,016 van de hoogte van de wand met een maximum van 40 mm (klasse II, niet dragende binnenwanden). De tijdelijke doorbuiging van de wanden met een dubbel frame is kleiner of gelijk aan 0,008 van de hoogte van de wand met een maximum van 20 mm (klasse I, niet dragende binnenwanden). Vormveranderingen ten gevolge van gelijkmatig verdeelde belasting Ten gevolge van een gelijkmatig verdeelde belasting van 230 N/m2, zoals omschreven in BRL 1003 is de doorbuiging van de wanden niet groter dan 0,002 van de hoogte van de wand met een maximum van 5 mm. Voor wat betreft de vormveranderingen van de niet-dragende woningscheidende- en woningbegrenzende binnenwanden, zoals gespecificeerd in dit attest en met een maximale hoogte zoals vermeld in tabel 2 geldt het volgende. Vormveranderingen ten gevolge van excentrische belastingen Ten gevolge van een excentrische belasting van 50 kg, zoals omschreven in BRL 1003, zullen de wanden niet meer doorbuigen dan 0,002 van de hoogte van de wand met een maximum van 5 mm. Vormveranderingen onder invloed van schokbelasting Onder invloed van een schokbelasting van 120 Nm, zoals omschreven in BRL 1003, is de tijdelijke doorbuiging aan de achterzijde van de wanden op de helft van de hoogte van de wand met een maximum van 1,5 m 1, kleiner dan 10 mm (klasse III, niet dragende woningscheidende- en woningbegrenzende binnenwanden). Vormveranderingen ten gevolge van gelijkmatig verdeelde belasting Ten gevolge van een gelijkmatig verdeelde belasting van 230 N/m2, zoals omschreven in BRL 1003 is de doorbuiging van de wanden niet groter dan 0,002 van de hoogte van de wand met een maximum van 5 mm. Voor wat betreft de vormveranderingen van de niet-dragende binnenwanden ter plaatse van vluchtwegen en wegen met een hoge bezettingsgraad, zoals gespecificeerd in dit attest en met een maximale hoogte van zoals vermeld in tabel 3, geldt het volgende. Vormveranderingen ten gevolge van excentrische belastingen Ten gevolge van een excentrische belasting van 50 kg, zoals omschreven in BRL 1003, zullen de wanden niet meer doorbuigen dan 0,002 van de hoogte van de wand met een maximum van 5 mm. Vormveranderingen onder invloed van schokbelasting Onder invloed van een schokbelasting van 120 Nm, zoals omschreven in BRL 1003, is de tijdelijke doorbuiging van de wanden met een enkel frame kleiner of gelijk aan 0,016 van de hoogte van de wand met een maximum van 40 mm (klasse II). De tijdelijke doorbuiging van de wanden met een dubbel frame is kleiner of gelijk aan 0,016 van de hoogte van de wand met een maximum van 20 mm (klasse I). Vormveranderingen ten gevolge van gelijkmatig verdeelde belasting Ten gevolge van een gelijkmatig verdeelde belasting van 230 N/m2, zoals omschreven in BRL 1003 is de doorbuiging van de wanden niet groter dan 0,002 van de hoogte van de wand met een maximum van 5 mm.
Pagina 17 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 4.5
ENERGIEZUINIGHEID
4.5.1
Thermische isolatie, Bouwbesluit afdeling 5.1 Voor de wanden zoals gespecificeerd in dit attest zijn de eisen uit de genoemde Bouwbesluitartikelen alleen van toepassing als de wanden worden toegepast als inwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied, toiletruimte of badruimte, voor zover die constructie niet de scheiding vormt met een ander verblijfsgebied of met een andere toiletruimte of badruimte. In dat geval dient overeenkomstig NEN 1068 de warmteweerstand (≥ 2,5 m²K/W) te worden bepaald. Toelichting Bedoeld wordt bijvoorbeeld de inwendige scheidingsconstructie tussen een woning en een serre, schuur of garage voor zover deze gevels en/of daken hebben die geen warmteweerstand hebben ≥ 2,5 m²K/W. De inwendige scheidingsconstructie moet dan tezamen met de uitwendige scheidingsconstructie van de serre, schuur of garage een warmteweerstand hebben van ≥ 2,5 m²K/W. Hierbij kan dan gebruik worden gemaakt van de in tabel 12 gegeven waarden voor de warmteweerstand R c. Tabel 12: Warmteweerstand Rc FERMAROCK® Wandtype FR 1-75-1 (100) - 60 mm isolatie FR 1-75-1 (100) - 70 mm isolatie FR 2-75-2 (120) FR 1-75-75-1 (180) FR 1-75-75-1 (200) FR 1-75-75-2 (190) FR 2-75-75-2 (200)
Rc [m2K/W] 1,18 1,25 1,24 2,41 1,88 2,44 2,47
U [W/m2K] 0,69 0,66 0,67 0,37 0,47 0,37 0,37
Bij de wandtypen FR 1-75-1 (100) - 60mm, FR 2-75-2 (120), FR 1-75-75-1 (180) en FR 2-75-75-2 (200) is hierbij uitgegaan van een isolatieplaat met een dikte van 60 mm en een warmtegeleidingscoëfficiënt van 0,037 W/(m K). Bij wandtype FR 1-75-1 (100) - 70mm is hierbij uitgegaan van een isolatieplaat met een dikte van 70 mm en een warmtegeleidings-coëfficiënt van 0,037 W/(m K). 4.5.2
Beperking luchtdoorlatendheid, Bouwbesluit afdeling 5.2 Voor de wanden zoals gespecificeerd in dit attest zijn de eisen uit de genoemde Bouwbesluitartikelen alleen van toepassing als de wanden worden toegepast als inwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied, toiletruimte of badruimte die de scheiding vormt met een andere besloten ruimte. In dat geval mag deze inwendige scheidingsconstructie, ter beperking van warmteverlies door tocht, geen grotere luchtvolumestroom hebben dan 0,2 m³/s overeenkomstig NEN 2686. Toelichting Bedoeld wordt bijvoorbeeld de inwendige scheidingsconstructie tussen een woning en (onverwarmde) schuur of garage.
4.6
OVERIGE ASPECTEN
4.6.1
Uiterlijk aanzien en vlakheid, BRL 1003 artikel 5.4 De wanden zijn vlak en zonder onregelmatigheden indien de wand wordt gemonteerd overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften zoals omschreven in dit attest.
4.6.2
Voorzieningen voor afbouw en afwerking, BRL 1003 artikel 5.5 De wanden zijn geschikt voor het aanbrengen van een afwerklaag (zoals behang, verf en keramische tegels), voor het ophangen van lichte en zware voorwerpen en het aanbrengen van leidingen. Toepassingsvoorwaarde Het aanbrengen van bovengenoemde voorzieningen moet geschieden overeenkomstig de verwerkingsvoorschriften in dit attest.
4.6.3
Duurzaamheid, BRL 1003 artikel 5.6 De wanden zoals gespecificeerd in dit attest zullen onder invloed van normaal te verwachten invloeden voldoende duurzaam zijn en de in dit attest omschreven gebruikswaarden behouden. Toepassingsvoorwaarden - Onderhoud en eventueel noodzakelijk herstel moeten tijdig worden uitgevoerd. - Eventuele beschadigingen kunnen worden hersteld met FERMACELL Voegengips of met FERMACELL passtukken.
Pagina 18 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 5.
WENKEN VOOR DE GEBRUIKER
5.1
Controleer bij aflevering van de onder “technische specificatie” vermelde producten of: - geleverd is wat is overeengekomen; - de producten voldoen aan de onder “Technische specificatie”vermelde eisen, volgens de genoemde bepalingsmethoden; - de producten geen zichtbare gebreken vertonen als gevolg van transport en dergelijke.
5.2
Keur bij aflevering van de onder “verwerking” vermelde producten of deze voldoen aan de daarin genoemde specificatie.
5.3
Indien u op grond van het hiervoor gestelde tot afkeuring overgaat, neem dan contact op met: - Fermacell B.V. en zo nodig met: - Kiwa Nederland B.V.
5.4
Voer de opslag, het transport en de verwerking uit overeenkomstig de onder “verwerking” genoemde bepalingen.
5.5
Neem de onder “prestaties” genoemde toepassingsvoorwaarden in acht.
6.
LIJST VAN VERMELDE DOCUMENTEN* NEN NEN NEN NEN
1068:2001 2686:1997 2778:2001 5077:2001
Thermische isolatie van gebouwen. Rekenmethoden, inclusief wijzigingsblad A1. Luchtdoorlatendheid van gebouwen. Meetmethoden, inclusief wijzigingsblad A1. Vochtwering in gebouwen. Bepalingsmethoden. Inclusief wijzigingsblad A2. Geluidwering in gebouwen. Bepalingsmethoden voor de grootheden voor luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidwering van scheidingsconstructies en geluidniveaus veroorzaakt door installaties. NEN 5078:1997 Geluidwering in gebouwen. Rekenmethode voor de bepaling van de geluidabsorptie in ruimten, inclusieef wijzigingsblad A1. NEN 6061:1991 Bepaling van de weerstand tegen het ontstaan van brand bij stookplaatsen, inclusief wijzigingsblad NEN 6064:2001 Bepaling van de onbrandbaarheid van bouwmaterialen, inclusief wijzigingsblad A2. NEN 6065:1997 Bepaling van de bijdrage tot brandvoortplanting van bouwmateriaal(combinaties), inclusief wijzigingsblad A1. NEN 6066:1997 Bepaling van de rookproduktie bij brand van bouwmateriaal(combinaties) , inclusief wijzigingsblad A1. NEN 6068:2001 Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten. NEN 6069:1991 Experimentele bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen. NEN 6075:1997 Bepaling van de weerstand tegen rookdoorgang tussen ruimten, inclusief wijzigingsblad A1. NEN 6702:2001 Technische grondslagen voor bouwconstructies. TGB-1990. Belastingen en vervormingen. NEN-EN 13162:2001 Producten voor thermische isolatie van gebouwen - Fabrieksmatig vervaardigde producten van minerale wol (MW) – Specificaties. NEN-EN 13501-1:2005 Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen – Deel 1: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag. NPR 5072:1991 NPR 5073:1991 NPR 5074:1991 NPR 5075:1991 NPR 5086:2006 NPR 5079:1999
Geluidwering in woningen en woongebouwen – Luchtafvoersystemen, inclusief correctieblad C1. Geluidwering in woongebouwen – Liftinstallaties, inclusief correctieblad C1. Geluidwering in woningen en woongebouwen - Centrale-verwarmingsinstallaties met radiatoren of convectoren, inclusief correctieblad C1. Geluidwering in woningen en woongebouwen. Sanitaire toestellen en installaties voor de aan- en afvoer van water, inclusief correctieblad C1. Geluidwering in woongebouwen - Geluidwering van lichte, woningscheidende wanden Geluidwering in gebouwen – Het bepalen en hanteren van ééngetalsaanduidingen voor de geluidwering in gebouwen en van bouwelementen.
SBR-rapport F59, Akoestische kwaliteitsbeheersing van verplaatsbare wanden Bouwbesluit Stb. 2001, 410; Stb. 2002, 203, 516, 518, 582 en de Ministeriële Regeling Stcrt. 2002, 241. Beoordelingsrichtlijn 1003 "Niet-dragende binnenwanden" d.d. 2003-08-05 Beoordelingsrichtlijn 1102 "Gipsvezelplaat" d.d. 2003-12-01 KIWA-Reglement voor Produktcertificatie * Voor de juiste versie van de vermelde normen wordt verwezen naar het laatste wijzigingsblad bij BRL 1003.
Pagina 19 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden 7.
TEKENINGBLADEN Detailnummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Omschrijving Bovenaansluiting ruwbouw Onderaansluiting ruwbouw Zijaansluiting ruwbouw Hoekaansluiting T-aansluiting Wandbeëindiging Verticale plaatvoeg (horizontale doorsnede) Ongebruikt Horizontale voeg (verticale doorsnede) Glijdende ruwbouwaansluiting Dilatatie Principe kozijnaansluiting stalen kozijn dubbele stijl Principe kozijnaansluiting stalen kozijn verzwaarde stijl Principe kozijnaansluiting houten kozijn dubbele stijl Principe achterhout Principe toepassing natte ruimten
Toevoeging: A B C D
Wandtype: FR 1-75-1 (100) FR 2-75-2 (120) FR 1-75-75-1 (180) FR 2-75-75-2 (200)
De nummers die bij de details zijn vermeld komen overeen met de volgende materialen. 1 FERMACELL Gipsvezelplaat AK d = 12,5 mm 2 FERMACELL Gipsvezelplaat RK d = 12,5 mm 3 FERMACELL Gipsvezelplaat AK d = 10 mm 4 DINGEMANS® U-profiel 5 DINGEMANS® C-profiel 6 Cellenband 5 x10 mm 7 ROCKWOOL® ScheidingswandPlaat 204 d = 60 mm 8 ROCKWOOL® ScheidingswandPlaat 204 d = 70 mm 9 Slagplug 10 FERMACELL Snelbouwschroef 3,9 x 30 mm 11 FERMACELL Snelbouwschroef 3,9 x 45 mm 12 Spreidniet 13 FERMACELL Voegenlijm 14 Voegafwerking AK-voeg (FERMACELL Gaasband AK + FERMACELL Voegengips) 15 Voegafwerking boven (voegengips of kitvoeg) 16 Voegafwerking onder (voegengips of kitvoeg) 17 Voegafwerking inwendige hoek (voegengips of kitvoeg) 18 Voegafwerking uitwendige hoek (voegengips of kitvoeg) 19 Kimband 20 Waterdichte coating 21 Waterdichte tegellijm 22 Tegel 23 Siliconen kitvoeg
Pagina 20 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 21 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 22 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 23 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 24 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 25 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 26 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 27 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 28 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 29 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 30 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 31 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 32 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 33 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 34 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 35 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 36 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 37 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 38 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 39 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 40 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 41 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 42 van 43
KOMO® attest
K43594/04-K43644/04-K43645/04
Niet-dragende binnenwanden en niet-dragende woningscheidende en woningbegrenzende binnenwanden
Pagina 43 van 43