Versie 10/02
Bestnr.
93 03 03 93 04 20 -set
Pocket Comm Double
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 2005 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.nl E-mail:
[email protected]
Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Let hier op als u het apparaat doorgeeft aan derde. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Inhoudsopgave
pagina
Introductie Gebruik waarvoor het apparaat bedoeld is Aanwijzingen betreffende de veiligheid Display- en bedieningselementen Inleggen en vervangen van de batterijen Gebruik Apparaat in-/ uitschakelen Zendwerking Instellen van de functies Zendband instellen Zendkanaal instellen CTCSS code instellen Squelch (ruisonderdrukking) instellen VOX instellen VOX-functie in- /uitschakelen Gevoeligheid VOX-functie instellen CALL- toon (oproepsignaal) instellen Monitorfunctie in-/ uitschakelen Zoekfunctie inschakelen Volume instellen Toetsen blokkeren/ deblokkeren Verzorging, onderhoud en verwijdering Schoonmaken & onderhoud Verwijdering Technische gegevens Verhelpen van storingen
3 3 4 5 7 8 9 9 9 9 10 10 11 11 11 12 13 13 13 14 14 15 15 16 18
2
Introductie Geachte klant, Hartelijk dank voor het kopen van deze zendontvanger. Lees eerst deze gebruiksaanwijzing volledig en zorgvuldig door voordat u de Pocket Comm Double in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische helpdesk E-mail:
[email protected] Tel.: 0900 - 0993 (5 cent/min. + evt. GSM-tarief) Voor openingstijden kunt u kijken op www.conrad.nl
Gebruik waarvoor het apparaat bedoeld is Bij de Pocket Comm Double gaat het om een hand-zendontvanger voor het PMR(Private Mobile Radio) en het LPD- bereik (Low Power Device) binnen de 70 cm band. Het apparaat kan in het PMR- bereik op 8 kanalen en in het LPD- bereik op 69 kanalen werken. U hoeft voor het apparaat geen licentie te hebben, het niet aan te melden bij KPN en er zijn geen kosten aan het verbruik verbonden. Het apparaat is niet spat-waterbestendig en moet daarom daartegen beschermd in de openlucht gebruikt worden. Het gebruik geschiedt via vier batterijen of accu’s van het type potlood (type AAA). De opbouw voldoet aan de Europese en nationale eisen betreffende de elektromagnetische verdraagzaamheid. Het gebruik is weliswaar in vele Europese landen toegestaan, maar u dient zich op de hoogte te stellen van de specifieke regelingen in het betreffende land, voor u de pocket Comm Double in gebruik neemt. De conformiteit is bewezen, de desbetreffende verklaringen en documenten bevinden zich bij de fabrikant. Het apparaat hoeft niet aangemeld te worden en er zijn geen kosten verschuldigd. Aanwijzing betreffende de toelating! Het apparaat mag qua constructie niet veranderd worden, d.w.z. u moet de op het apparaat aangebrachte antenne gebruiken. Ook maatregelen voor het vergroten van het zendvermogen mogen niet uitgevoerd worden. Anders verliest het apparaat de toelating en de algemene toestemming voor gebruik, bovendien leiden technische veranderingen tot vernieling van elektronische componenten. Instellingsposities binnenin het apparaat mogen evenmin versteld worden. De instelling is door de fabrikant reeds optimaal uitgevoerd. De verkoop en de ingebruikneming van de zender is in Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk en Nederland toegestaan.
U dient beslist te letten op de aanwijzingen betreffende de veiligheid!
3
Een ander gebruik dan hiervoor beschreven leidt tot beschadiging van dit product. Bovendien zijn hieraan gevaren verbonden, zoals brand, elektrische schok enz. Het totale product mag niet geopend, veranderd resp. omgebouwd worden!
Aanwijzingen betreffende de veiligheid Bij schades, die het gevolg zijn van het niet in acht nemen van deze handleiding, vervalt het recht op garantie! Voor schades die daarvan het gevolg zijn, zijn wij niet aansprakelijk! Bij schade of persoonlijk letsel dat door onoordeelkundig gebruik of het niet in acht nemen van deze aanwijzingen betreffende de veiligheid is ontstaan, zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt elk recht op garantie. Om redenen van veiligheid en toelating (CE) mag het apparaat niet geopend of omgebouwd worden! Het apparaat mag niet blootgesteld worden aan extreme temperaturen, sterke trillingen, hoge vochtigheid of aan sterke mechanische invloeden. Gebruik het apparaat niet zonder toezicht. Elektrische apparaten horen niet thuis in kinderhanden! Wees, als er kinderen in de buurt zijn, bijzonder voorzichtig! Giet nooit vloeistoffen uit over het apparaat. Als er desondanks toch eens vloeistof het apparaat binnendringt, verwijder dan de batterijen en wendt u tot een vakman. Het gebruik van het apparaat is niet toegestaan in auto’s en vliegtuigen. Vanwege de gevoelige elektronica die in auto’s toegepast wordt, kan een beïnvloeding daarvan door de zender niet uitgesloten worden. Bovendien werkt de auto als een kooi van Faraday. De door de zender uitgezonden geluidsgolven worden daardoor afgeschermd. Het bereik van het apparaat is daardoor zeer gering. Binnen in de auto is daarentegen de belasting door de zendstraling extra hoog. Leg het apparaat nooit in het werkingsgebied van een airbag. Als de airbag in werking treedt, zou de zender weggeslingerd kunnen worden en verwondingen kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van zeer gevoelige apparaten, zoals b.v. in ziekenhuizen. De zender zou deze apparatuur kunnen storen. Personen met pacemakers, gehoorapparaten enz. moeten het apparaat niet gebruiken. Schakel uw zendontvanger steeds uit, als desbetreffende waarschuwingen het gebruik van mobiele telefoons en zendontvangers verbieden. 4
In commerciële instellingen dient u zich te houden aan de ARBOvoorschriften. Als u nog vragen heeft die niet in de loop van deze handleiding beantwoord worden, neem dan contact op met onze helpdesk (053 – 428 54 80 of
[email protected]) of met een andere vakman. Wendt u ook tot een vakman, als u twijfelt aan de werkwijze of de veiligheid van het product.
Display- en bedieningselementen
(1) Antenne De antenne is vast met het apparaat verbonden en kan niet gedemonteerd worden. (2) Oortelefoon / microfoonbus Aansluitmogelijkheid voor een externe microfoon/ oortelefoonunit (headset) met 2,5mm jackplug. (3) CALL toets (oproeptoets) Als u op de CALL- toets drukt (signaaloproep), dan schakelt het apparaat over van ontvangst op het zenden van een signaaloproep. Het apparaat zendt een oproeptoon uit, waardoor het partnerstation kan herkennen dat het opgeroepen wordt (net als de bel van een telefoon). (4) PTT- toets (zendtoets) Als u op deze toets drukt wordt de zendfunctie ingeschakeld. (5) LC – display Weergave van de instelling van het apparaat, het kanaal, enz.
5
(6) Omhoog- toets (UP- toets) Insteltoets omhoog (voorwaarts). Als deze toets langer dan 1 sec ingedrukt wordt, loopt de in te stellen waarde continu op, tot de toets losgelaten wordt. (7) Aan / Uit & bevestigingstoets Toets voor het aan- resp. uitschakelen van het apparaat. Tijdens het gebruik kan door kort op deze toets te drukken de verlichting van het display voor een periode van ca. 15 sec ingeschakeld worden. De toets is bovendien bedoeld als bevestigingstoets bij de verschillende instellingsprocedures. (8) VOLUME toets (toets voor het geluidsniveau) Toets voor het oproepen van de volume- instelling. (9) Omlaag- toets (DOWN- toets) Insteltoets omlaag (terug). Als deze toets langer dan 1 sec ingedrukt wordt, loopt de in te stellen waarde continu omlaag, tot de toets losgelaten wordt. (10) Microfoon Spreek met normaal volume op een afstand van ca. 5 tot 10 cm in de ingebouwde microfoon. (11) Luidspreker Ingebouwde luidspreker (12) Riemclip Riemclip om het apparaat aan uw riem vast te maken (13) Batterijvakdeksel Onder dit deksel bevindt zich het batterijvak (14) Batterijvakvergrendeling De vergrendeling is bedoeld om het batterijvakdeksel te zekeren. (15) Vergrendeling voor de riemclip Als u de riemclip wilt verwijderen moet u de vergrendeling een beetje optillen en de riemclip naar boven schuiven. (16) Laadcontacten Via deze contacten maakt het apparaat verbinding met de oplader (niet bij de levering inbegrepen). Gebruik uitsluitend de extra hiervoor aangeboden oplader. Als een oplader gebruikt wordt, dient u er op te letten dat zich in de zender accu’s en geen batterijen bevinden. Batterijen mogen niet opgeladen worden, omdat daardoor de zendontvanger resp. de batterijen beschadigd worden.
6
LC- Display (A) VOX symbool Het zendontvanger-symbool verschijnt, als het apparaat zich in handmatig gebruik bevindt, d.w.z. de VOX- functie is uitgeschakeld. Bij actieve VOX- functie verschijnt een microfoonsymbool. (B) Symbool voor toetsblokkering Het symbool verschijnt als de toetsblokkering actief is.
I.v.m. technische wijzigingen kunnen de volgende displayafbeldingen iets afwijken
(C) Batterijsymbool Weergave van de toestand van de batterijen; bij volle batterijen is het symbool gevuld, bij lege batterijen is het symbool ook leeg. (D) CTCSS kanalen Weergave van het ingestelde CTCSS- kanaal. U kunt kiezen uit 38 CTCSS- kanalen. Als hier niets getoond wordt, dan is de CTCSS- functie uitgeschakeld. (E) Kanaalaanduiding Aanduiding van het gekozen kanaal. (F) Zend- / ontvangstaanduiding De aanduiding “R” verschijnt bij ontvangst. De aanduiding “T” verschijnt bij het zenden. (G) Zendband symbool Het symbool "P" verschijnt bij PMR- gebruik, bij LPD- gebruik verschijnt het symbool "L" voor LPD.
Inleggen en vervangen van de batterijen Batterijen horen niet in kinderhanden. Verwijder de batterijen als u het apparaat langere tijd niet gebruikt. Verwijder lege batterijen direct uit het apparaat. laat de batterijen niet rondslingeren, er bestaat het gevaar dat ze door kinderen of huisdieren ingeslikt worden. Ga in een dergelijk geval onmiddellijk naar een dokter. Let er op dat de batterijen niet kortgesloten of in het vuur gegooid worden (explosiegevaar). Een uitgelopen of beschadigde batterij kan bij aanraking met de huid brandwonden veroorzaken, gebruik daarom in een dergelijk geval geschikte veiligheidshandschoenen.
7
• •
• • •
• •
Het batterijvak bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat. Voor het inleggen resp. vervangen van de batterijen is het makkelijk om de riemclip te verwijderen. Voor het verwijderen van de riemclip dient u de blokkering (15) iets omhoog te bewegen en de riemclip naar boven te schuiven. Maak de vergrendeling (14) van het batterijvak los. Verwijder het batterijvakdeksel. Plaats 4 alkaline potlood batterijen (AAA) met de juiste polariteit. De juiste polariteit kunt u herkennen door het opschrift in het batterijvak. Er kunnen zowel gewone batterijen als micro-accu’s gebruikt worden voor dit apparaat. Bij gebruik van accu’s wordt door de mindere capaciteit van de accu de gebruiksduur van het apparaat korter. Sluit het batterijvakdeksel en vergrendel het weer. Bevestig de riemclip weer.
Als u batterijen gebruikt, neem dan alkaline batterijen om een zo lang mogelijke werkingsduur te bereiken. Bij sommige types accu kunnen er vanwege de brede pluscontacten problemen ontstaan bij het contact maken met de pluscontactveren van de zender. De pluscontacten van de zender liggen enigszins verdiept en bij grote accu- pluscontacten komen die niet tot aan de contacten van de zender. Gebruik accu’s met smalle pluscontacten. Bij volle batterijen verschijnt het batterijsymbool gevuld . Afhankelijk van de toestand van de batterijen wordt het batterijsymbool leger. Het is noodzakelijk om de batterijen te vervangen, als de aanduiding “Batterij leeg” op het display knippert, de aanduidingen op het display zwak worden of het zendvermogen minder wordt. U dient steeds de gehele set batterijen te vervangen.
Gebruik Neem het apparaat nooit direct in gebruik, als het van een koude naar een warme ruimte gebracht wordt. Het condenswater dat hierbij ontstaat zou onder ongunstige omstandigheden het apparaat kunnen vernielen. Laat het apparaat oningeschakeld op kamertemperatuur komen. Het apparaat dient beschermd te worden tegen vochtigheid en stof. Bewaar het nooit op plaatsen die blootgesteld worden aan sterke verhitting en/ of direct zonlicht. Het apparaat is niet spatwaterdicht. Het mag daarom slechts bij geschikte weersomstandigheden in de openlucht gebruikt worden.
8
Apparaat in-/ uitschakelen Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) en houd deze toets ca. 2 sec ingedrukt. Het apparaat wordt ingeschakeld en meldt zich gelijktijdig met een pieptoon. Het apparaat meldt zich met de tijdens de vorige keer ingestelde waarden. Om het apparaat uit te schakelen drukt u op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) en houd deze toets ca. 2 sec ingedrukt. Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Zend-/ ontvangstwerking Het apparaat geeft elektromagnetische energie af in het hoogfrequente bereik. Opdat het apparaat optimaal functioneert en om de absorptie van elektromagnetische energie door de bedienende persoon zo klein mogelijk te houden, dient u op het volgende te letten: Houd tijdens het zenden een afstand van tenminste 5 cm tussen het lichaam en de antenne van het apparaat aan. Schakel het apparaat in. U kunt spreken met een persoon, die eveneens over een PMR of LPD zendontvanger beschikt. De voorwaarde hiervoor is echter, dat op beide apparaten hetzelfde kanaal, dezelfde band (PMR/LPD) en dezelfde CTCSS code is ingesteld. Als het kanaal al door andere groepen gebruikt wordt, is een wederzijdse storing van de uitzendingen mogelijk. Zoek een vrij kanaal. De instelfuncties zoals volume, kanaal, enz. worden onder het punt “Instellen van de functies” uitgelegd. Druk kort op de “CALL”-toets (3) als u een oproepsignaal wilt uitzenden. Druk op de PTT(zend)-toets (4) om te spreken. Op het display verschijnt het symbool “T ”. Om over te schakelen op ontvangst laat u de PTT(zend)toets (4) weer los. Zodra het apparaat een signaal ontvangt, verschijnt op het display een “R”. Aanwijzing: Uitzendingen kunnen door andere personen meegeluisterd worden.
Instellen van de functies Schakel het apparaat in. De beschrijving hoe de desbetreffende instelfunctie opgeroepen kan worden, gaat steeds uit van het basisdisplay (dus hoe het apparaat zich na het inschakelen meldt). Het apparaat schakelt na het bevestigen van de uitgevoerde instelling weer terug naar het basisdisplay. Denk er aan, dat het apparaat de instelfunctie automatisch verlaat, als er gedurende 3 sec geen toets ingedrukt wordt. Zendband instellen Druk eenmaal op de UP-toets (6). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7). Kies met de UP-toets (6) of Down-toets (9) de zendband-instelfunctie (Band). Bevestig uw invoer met de aan-/ uit & bevestigingstoets (7).
9
Kies met de UP-toets (6) of Down-toets (9) de gewenste band PMR of LPD. Bevestig uw invoer met de aan/ uit & bevestigingstoets (7)
Kies met de UP-toets (6) of Down-toets (9) het gewenste kanaal. Bevestig uw invoer met de aan/ uit & bevestigingstoets (7), het apparaat schakelt weer terug naar het uitgangsdisplay. Weergave bij PMR-werking
of
of
Weergave bij LPD-werking
Zendkanaal instellen Druk eenmaal op de UP-toets (6). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7). Kies met de UP-toets (6) of Down-toets (9) de kanaal-instelfunctie (CH). Bevestig uw invoer met de aan/ uit & bevestigingstoets (7). Kies met de UP-toets (6) of Down-toets (9) het gewenste kanaal. In de PMR- band staan er 8 kanalen tot uw beschikking, Bevestig uw invoer met de aan-/ uit & bevestigingstoets (7), het apparaat schakelt terug naar het basisdisplay.
of
CTCSS code instellen Met de CTCSS- signalen kan het apparaat gericht aangesproken worden. Alleen bij een geldig herkenningssignaal (gelijke CTCSS- code) wordt de ontvangst hoorbaar. U vermijdt hiermee, dat u uitzendingen van andere stations die op hetzelfde kanaal zenden, maar een andere CTCSS- code ingesteld hebben, kunt horen. Druk twee keer op de UP- toets (6). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7). Kies met de UP- toets (6) of de DOWN- toets (9) de gewenste CTCSS- code (0 – 38). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de invoer te bevestigen, het display gaat weer terug naar het basisdisplay.
10
Aanwijzing: In de instelling “00” is de CTCSS- functie uitgeschakeld. Dit betekent, dat u alle personen die op het door u ingestelde kanaal uitzenden kunt ontvangen, ook als die een CTCSS- code ingesteld hebben. Andere deelnemers met een ingestelde CTCSS- code kunnen uw gesprek daarentegen niet ontvangen. Om een communicatie te kunnen opbouwen, moeten bij alle aan het gesprek deelnemende apparaten dezelfde CTCSS- code en kanaal ingesteld zijn. De ingestelde CTCSS- code wordt steeds voor beide banden gebruikt, d.w.z. als er in de PMR- band een CTCSS- code ingesteld wordt, dan neemt het apparaat deze code over bij het omschakelen op de LPD- band. Squelch (ruisonderdrukking) instellen Druk drie meer op de UP- toets (6). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de keuze te bevestigen. Druk op de UP- toets (6) of de Down- toets (9) om de gewenste squelchwaarde (ruisonderdrukking) in te stellen. Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de ingestelde waarde te bevestigen. VOX instellen Uw apparaat is uitgerust met een VOX- functie (vrije spraak- functie); dit is een automatische functie die het ‘handsfree’ gebruik van uw zender mogelijk maakt. Spreek bij actieve VOX- functie gewoon in de microfoon en het apparaat gaat automatisch over op zenden. Als het apparaat herkent dat er niet meer gesproken wordt, schakelt het weer over op ontvangst. De VOX- functie kan gebruikt worden met de interne microfoon of met een externe microfoon (niet bij de levering inbegrepen). De gevoeligheid van de VOX- functie kan ingesteld worden. Opdat de VOX- functie correct werkt, moet u op het volgende letten. Het apparaat heeft enige tijd nodig om over te schakelen van ontvangst naar zenden. Hierdoor kan de eerste lettergreep bij het spreken verloren gaan. Maak geen te lange spreekpauzes in de zin, omdat anders het apparaat weer overschakelt op ontvangst. VOX- functie in- / uitschakelen Druk vier keer op de UP- toets (6). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de keuze te bevestigen.
11
Deze aanduiding op het display betekent, dat de VOX- functie is uitgeschakeld. Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de VOX- functie in te schakelen. Deze aanduiding op het display betekent dat de VOX- functie al ingeschakeld is. Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) Basisaanduiding bij VOX uit
Basisaanduiding bij VOX aan
Gevoeligheid van de VOX- functie instellen Druk vier keer op de UP- toets (6). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de keuze te bevestigen. Kies met de UP- (6) of de DOWN- toets (9) het microfoonsymbool. Bevestig de invoer met de aan-/ uit & bevestigingstoets (7). Druk op de UP- (6) of de DOWN- toets (9) om de gewenste VOX- gevoeligheid in te stellen. Deze aanduiding op het display betekent de hoogste VOX- gevoeligheid. Dit is de beste instelling bij een rustige omgeving. Het apparaat reageert bij een lager spraakvolume. Deze aanduiding op het display betekent de laagste VOX- gevoeligheid. Dit is de beste instelling bij een drukke omgeving. Het apparaat reageert pas bij een relatief hoog spraakvolume. Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de ingestelde waarde te bevestigen.
12
CALL- toon (oproepsignaal) instellen Het oproepsignaal dient als herkenningsteken, aan de hand waarvan het partnerstation kan herkennen dat men opgeroepen wordt. Druk vijf keer op de UP- toets (6). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de keuze te bevestigen. Druk op de Up- (6) of de DOWN- toets (9) om het gewenste oproepsignaal (CALL toon/ belteken) in te stellen. Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om het ingestelde signaal te bevestigen. Er kunnen 8 verschillende signalen ingesteld worden; tijdens de instelprocedure worden de desbetreffend ingestelde signalen weergegeven. Monitorfunctie in- / uitschakelen Bij geactiveerde monitorfunctie worden zowel de ruisonderdrukking (squelch) als de evaluatie van de CTCSS- codes (voor zover ingesteld) buiten werking gesteld. In deze functie kunnen ook zeer zwakke zendsignalen en zendsignalen zonder desbetreffend herkenningssignaal ontvangen worden (echter met ruis). Druk zes keer op de UP- toets (6). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de keuze te bevestigen. Het display toont de monitorfunctie en het ingestelde zendkanaal, b.v. Bij actieve monitorfunctie heeft u alleen de beschikking over de instelfuncties voor volume en voor de squelch- waarde. Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de monitorfunctie uit te schakelen.
Zoekfunctie inschakelen Bij geactiveerde zoekfunctie worden alle kanalen en CTCSS- codes doorlopend afgezocht. Als er op een kanaal een signaal ontvangen wordt, dan wordt het zoeken tijdelijk onderbroken. Na ca. 10 sec begint het afzoeken van de kanalen opnieuw.
13
Druk zeven keer op de UP- toets (6). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de keuze te bevestigen. Kies met de UP- (6) of de DOWN- toets (9) tussen de aanduidingen UP (voor zoeken opwaarts) of DOWN (voor het zoeken neerwaarts). Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om de keuze te bevestigen; het apparaat begint het zoeken. Op het display beginnen de kanaalnummers door te lopen. Het zoeken stopt, zodra er op een kanaal een signaal ontvangen wordt. Op het display worden het kanaal alsmede de CTCSS- code getoond. Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om het kanaal te bevestigen. Als er niet op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) gedrukt wordt, dan begint het apparaat na ca. 10 sec weer met het zoeken. Het zoeken kan afgebroken worden door op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) te drukken. Volume instellen Druk kort op de VOLUME- toets (8). Druk op de UP- (6) of de DOWN- toets (9) om het volume in te stellen. Druk op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) om het ingestelde volume te bevestigen. Toetsen blokkeren / deblokkeren Terwijl het apparaat zich in de basisuitgangspositie bevindt, drukt u op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) en houdt u deze ingedrukt. Druk dan gelijktijdig op de UP- toets (6); op het display verschijnt een sleutelsymbool. Nu zijn alle toetsen behalve de PTT- toets (4) geblokkeerd. Om de toetsblokkering weer op te heffen, drukt u op de aan-/ uit & bevestigingstoets (7) en houdt u deze ingedrukt. Druk dan gelijktijdig op de UP- toets (6). Het sleutelsymbool verdwijnt.
14
Onderhoud, verzorging en verwijdering Schoonmaken en onderhoud Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat, b.v. op beschadiging van de behuizing. Het gebruik met een beschadigde antenne is niet toegestaan. Er bestaat gevaar voor brandwonden bij contact met de huid. Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, dient u het apparaat buiten gebruik te stellen en te beschermen tegen het onbedoelde gebruik door derden. Verwijder de batterijen! U kunt aannemen dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, als: • het apparaat zichtbaar beschadigd is • het apparaat niet meer werkt • na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden • na transport onder moeilijke omstandigheden Voor u het apparaat schoonmaakt of er onderhoud aan pleegt, dient u beslist te letten op de volgende aanwijzingen betreffende de veiligheid: Schakel het apparaat uit en verwijder de batterijen. Een reparatie mag alleen gedaan worden door een vakman, die met de daaraan verbonden gevaren resp. de desbetreffende voorschriften vertrouwd is. Van tijd tot tijd dient u de toestand van de batterijen te controleren. U dient verbruikte batterijen direct uit het apparaat te verwijderen. Ze zouden anders kunnen uitlopen en het apparaat kunnen beschadigen. U dient steeds de complete set batterijen te vervangen. Het apparaat mag niet geopend worden. U mag niet zelf reparaties of een compensatie uitvoeren, elke verandering resp. een compensatie door derden kan leiden tot het vervallen van de gebruiksvergunning alsmede tot het vervallen van het recht op garantie en reparaties. Als het apparaat niet goed functioneert mag het niet gebruikt worden. Voor het schoonmaken van de buitenkant van het apparaat hoeft u alleen een zachte, niet pluizende, antistatische doek te gebruiken. Gebruik in geen geval schuur- of oplosmiddelen, omdat anders de behuizing resp. het apparaat beschadigd kan worden.
Verwijdering Verwijder het onbruikbaar geworden apparaat volgens de geldende wettelijke voorschriften. De eindverbruiker is wettelijk verplicht alle gebruikte batterijen en accu’s (van knoopcel tot loodaccu) terug te brengen. Het verwijderen via het huisvuil is verboden. U kunt uw verbruikte batterijen en accu’s zowel bij onze vestiging in Boekelo als bij andere inleverdepots (winkels e.d.) inleveren. Lever uw bijdrage aan het milieu!
15
Technische gegevens Voedingsspanning
6VDC (4x alkaline potlood batterijen (AAA) of 4 x micro- accu’s)
Stroomverbruik bij PMR
ca. 8 – 52 mA (ontvangst)// ca. 310 mA (zenden)//
Stroomverbruik bij LPD
ca. 8 – 52 mA (ontvangst)// ca.100 mA (zenden)//
Low Bat aanduiding
batterijspanning < 3,6V
Werktemperatuurbereik
0 °C tot +40 °C
Relatieve luchtvochtigheid
<90% (niet condenserend)
Zendkanalen
PMR 8 & LPD 69
CTCSS kanalen
38
Frequentiebereik
PMR: 446,00625 – 446,09375 MHz LPD: 433,075 – 434,775 MHz
Modulatie
FM
Zendvermogen
PMR: 500 mW LPD: 10 mW
Bereik
PMR: tot ca. 3 km (zichtverbinding) LPD: tot ca. 1 km (zichtverbinding)
Achtergrondverlichting
lichtduur ca. 15 sec na elke druk op een toets
16
PMR kanaal frequentietabel: Kanaal 1 2 3 4
Frequentie (MHz) 446.00625 446.01875 446.03125 446.04375
Kanaal 5 6 7 8
Frequentie (MHz) 446.05625 446.06875 446.08125 446.09375
LPD- kanaal frequentietabel
CTCSS- kanaal frequentietabel
17
Verhelpen van storingen Met dit apparaat heeft u een product aangeschaft, dat volgens de laatste ontwikkelingen in de techniek is gebouwd en veilig in gebruik is. Toch kan het voorkomen dat zich problemen of storingen voordoen. Daarom willen we hier beschrijven, hoe u mogelijke storingen kunt verhelpen. Fout
Apparaat kan niet ingeschakeld worden
Oplossing
Batterij- pluscontacten hebben geen contact met de pluscontacten van het apparaat. Pluscontacten van de batterijen zijn te breed. Gebruik batterijen met kleinere pluscontacten. Batterijen zijn zwak. Vervang de batterijen.
Apparaat zendt niet/ niet goed Batterijen zijn zwak. Vervang de batterijen. Er komt geen zendverbinding tot Er is niet het juiste zendkanaal resp. dezelfde stand CTCSS- kanaal als bij het andere apparaat ingesteld. Stel dezelfde kanalen of band in. Batterijen zijn zwak. Vervang de batterijen Bereik is te klein Geluidsgolven worden door gebouwen, staalconstructies of bomen afgeschermd. Er bevinden zich sterke storingsvelden in de omgeving (mobiele telefoon/ elektromotor enz.). Verander van positie. Batterijen zijn zwak. Vervang de batterijen Er is geen ontvangst te horen Uw apparaat zendt op dit moment. Volume is te laag ingesteld. Slechte ontvangst Storingen door andere apparaten, afstand houden. Batterijen zijn zwak. Vervang de batterijen. Staalconstructies, bomen e.d. zwakken het signaal af. Apparaat zendt zelfstandig, VOX- functie is geactiveerd, indien gewenst, deze zonder dat de PTT- toets deactiveren. ingedrukt wordt.
18