Elektronisch mengventiel voor thermische desinfectie
CALEFFI
serie 6000
cert. n° 0003
ISO 9001
01086/07 NL vervangt folder 01086/02
Functie Het elektronisch mengventiel wordt gebruikt in centrale warmwaterinstallaties voor sanitaire toepassingen. Dit mengventiel houdt de temperatuur van het mengwater dat naar de verbruikers wordt gevoerd, constant op de ingestelde waarde. De mengwatertemperatuur wordt namelijk beïnvloed door schommelingen in de temperatuur en voedingsdruk van het ingaande warme en koude water of door veranderingen in het afgenomen debiet. Deze specifieke serie elektronische mengventielen is voorzien van een speciale regelaar die een aantal thermische desinfectieprogramma’s ter bestrijding van de legionellabacterie kan uitvoeren. Bovendien kan men nagaan of de ingestelde temperatuur en desinfectieperioden gerespecteerd zijn en indien nodig corrigerende acties uitvoeren. Alle parameters worden dagelijks bijgewerkt en opgeslagen met registratie van de temperaturen. De temperatuurniveaus en desinfectietijden kunnen aangepast worden aan het soort systeem en de behoefte van de gebruikers. Bovendien is de regelaar voorzien van een aansluiting voor datatransmissie.
Gepatenteerd
Productassortiment Serie 6000 Elektronisch mengventiel met thermische desinfectie. Met schroefdraadaansluiting. Serie 6000 Elektronisch mengventiel met thermische desinfectie. Met flensaansluiting.
3/4” - 1” - 1 1/4” - 1 1/2” - 2” DN 65 en DN 80
Technische gegevens Materialen: - Lichaam: Messing EN 12165 CW617N - Kogel: Messing EN 12165 CW617N. Verchroomd - Afdichtingselementen: NBR
Prestaties mengventiel Nauwkeurigheid: Max. werkingsdruk (dynamisch):
Max. werkingsdruk (statisch): Max. inlaattemperatuur: Schaal thermometer:
Digitale regelaar Materiaal: - Behuizing: - Kap:
10 bar 100°C 0÷80°C
Aansluitingen warm en koud water: 3/4”÷2” F Aansluiting mengwater: 3/4”÷2” F, met wartel Flensaansluitingen: DN 65 en DN 80, PN 16 te combineren met tegenflens EN 1092-1 Servomotor voor schroefdraaduitvoering Voeding: 230 V (ac) - 50/60 Hz (vanaf de regelaar) Nominaal vermogen: 8 VA Beschermkap: zelfdovend VO Beschermingsgraad: IP 44 Omgevingstemperatuur: -10÷55°C Lengte voedingskabel: 0,9 m Servomotor voor flensuitvoering Voeding: 230 V (ac) - 50/60 Hz (vanaf de regelaar) Nominaal vermogen: 10,5 W Beschermkap: zelfdovend VO Beschermingsgraad: IP 65 Omgevingstemperatuur: -10÷55°C Lengte voedingskabel: 2m
Max. drukverhouding aan de inlaat (W/K of K/W) met G = 0,5 Kv:
± 2°C 5 bar 2:1
zelfdovend ABS kleur wit RAL 1467 zelfdovend SAN, doorzichtig
Voeding: 230 V (ac) 50/60 Hz Opgenomen vermogen: 6,5 VA Instelbereik gebruikstemperatuur: 20÷65°C Instelbereik desinfectietemperatuur: 40÷85°C Omgevingstemperatuur: 0÷50°C Beschermingsgraad: IP 54 (wandmontage), (klasse II) Vermogen van de contacten: - Besturing mengventiel: 5(2) A / 250 V - Alarmrelais (R2): 5(2) A / 250 V - Relais 1, 3, 4: 10(2) A / 250 V Zekeringen: 1A Noodvoeding: 15 dagen bij netstoring d.m.v. oplaadbare noodbatterij 3 cellen van 150 mAh. Vrijgave door jumper. Oplaadtijd batterij: 72 uur Keurmerk: CE Temperatuursensoren: - Type: NTC - Werkbereik: -10÷125°C - Weerstand: 10000 Ohm bij 25°C - Tijdsconstante: 2,5 s Max. afstand aanvoersensor: 25 m Max. afstand retoursensor: 1000 m
Afmetingen
regelt in werking Ok
F
D
A
F
Ok
Menu
A
Shock
C
Ok
Return °C
13/02/2006
A
E
Ok
Menu
A
E
Mixed °C
dinsdag
regelt in werking Shock
Return °C
13/02/2006
C
Mixed °C
dinsdag
40 60
20
D
80
0
°C
60 40
°C
80 100
20 0
A B
G Code A B 600050 3/4" 74 600060 1” 75 600070 1 1/4” 85 600080 1 1/2” 100 600090 2” 110
C 200 212 226 248 266
D 85 95 140 150 170
E 145 145 145 145 145
F 180 180 180 180 180
G G 105 105 105 105 105
120
A B
Gewicht(kg)
1,3 1,7 2,3 2,9 5,0
Code A B 600006 DN 65 235 600008 DN 80 235
C 600 600
D 275 275
E 145 145
F 180 180
G 105 105
Gewicht(kg)
28 30,4
Legionellabestrijding en verdeeltemperatuur
Thermische desinfectie
In warmwaterinstallaties voor sanitaire toepassingen waarbij opslag van warm water plaatsvindt, moet om de gevaarlijke legionairsziekte te voorkomen, het warme water op een temperatuur van minimaal 60°C worden bewaard. Bij deze temperatuur zal de groei van de bacterie die deze infectie veroorzaakt, geheel worden geremd. Deze temperatuur is echter te hoog om het water direct te kunnen gebruiken en geeft bovendien kans op brandwonden. Daarom moet de temperatuur van het warme water naar een lagere en voor de gebruiker geschikte waarde worden teruggebracht. Bovendien dient niet alleen de wateropslag, maar ook de installatie op gezette tijden onderworpen te worden aan een thermische “desinfectie”. Anders zou er een snelle groei van bacteriën kunnen plaatsvinden.
In de tekening hiernaast is het gedrag van de Legionella Pneumophila-bacterie te zien bij verschillende watertemperaturen. Voor een adequate thermische desinfectie mag de temperatuur niet lager liggen dan 60°C.
Daarom is het aanbevolen een elektronisch mengventiel te installeren, dat in staat is om: · de opslagtemperatuur van het water terug te brengen tot een geschikte gebruikstemperatuur; · de temperatuur van het mengwater constant te houden ongeacht schommelingen in de inlaattemperatuur, de inlaatdruk of het afgenomen debiet; · een thermische “desinfectie” te programmeren bij een hoger temperatuurniveau dan die bij normaal gebruik, op de noodzakelijke tijdstippen en gedurende de perioden van minimaal verbruik (‘s nachts).
70
Bacteriën sterven onmiddellijk af
60
90% van de bacteriën sterft binnen 2 minuten af
50
90% van de bacteriën sterft binnen 2 uur af
40 30
Optimale temperatuur voor bacteriegroei
20 10 0
De bacteriën overleven maar zijn inactief
Energiebesparing Het thermostatisch mengventiel bespaart aanzienlijk veel energie doordat de temperatuur instelbaar en begrensbaar is. Het doel van deze temperatuurbeperking is zo veel mogelijk passief warmteverlies via het waterleidingnet tegen te gaan en de toevoer van te warm water te voorkomen. Toepassingen Het elektronisch mengventiel wordt veelal gebruikt in centrale verwarmingsinstallaties van ziekenhuizen, verpleeghuizen, sportcentra, winkelcentra, hotels, campings en scholen. Meer dan op andere plaatsen is in deze openbare gebouwen een legionellabestrijdingsprogramma hoogst noodzakelijk, samen met een optimaal beheer van de desinfectietijden.
Kenmerkende componenten
1 3
3
2
2
6
6
4
4 5 40 60
20
1) 2) 3) 4) 5) 6)
Digitale regelaar Legiomix Mengventiel Servomotor mengventiel Aanvoersensor mengwatertemperatuur Retoursensor Aanvoerthermometer mengwater
80
0
°C
60 40
°C
80 100
20 0
120
KOUD
Het mengventiel ontvangt warm water van de boiler en koud water van de waterleiding en mengt het water. De regelaar meet met een speciale sensor de temperatuur van het mengwater aan de uitgang van het ventiel en bedient het mengventiel om de ingestelde temperatuur te behouden. Ook bij drukdalingen als gevolg van het aftappen van warm of koud water of bij temperatuurschommelingen aan de inlaat, zal het mengventiel automatisch de waterdebieten regelen om de ingestelde temperatuur te bereiken. De regelaar heeft een ingebouwde digitale klok waarmee de desinfectietijdstippen tegen legionella kunnen worden geprogrammeerd. De installatie wordt gedesinfecteerd door de temperatuur van het water gedurende een vastgelegde tijd op een hogere temperatuur te brengen. Voor een optimale controle van de thermische desinfectie kan het bij dit soort installaties nodig zijn om tevens de temperatuur van het retourwater te meten; deze meting wordt uitgevoerd met behulp van de retoursensor. Deze gegevens worden gebruikt om de temperatuur te beheersen en te controleren die in de hele installatie of een deel van de installatie wordt bereikt, daar de temperatuursensor op een afstand in de installatie kan worden geplaatst. Het apparaat is voorzien van een seriële uitgang RS 485 voor controle en instelling via randapparatuur en via een speciaal relais kunnen alarmsignalen en andere toestellen in de installatie bediend worden.
WARM
Werkingsprincipe
retoursensor
20
80 0
40
°C
60
aanvoersensor
GEMENGD
Hydraulische gegevens Δp (bar)
3/4”
1”
1 1/4” 1 1/2”
2”
Δp (m w.k.)
Δp (bar)
DN 65
DN 80
Δp (m w.k.)
1,0
10
0,5
5
0,5
5
0,3
3
0,3
3
0,2
2
0,2
2
0,1
1
0,1
1
0,05
0,5
0,05
0,5
3/4” 1” 1 1/4” 1 1/2” 2”
3/4” 1” 1 1/4” 1 1/2” 2”
Minimum (m3/h) 0,5 0,7 1,0 1,5 2,0
2000
50 1000
20
10
500
500
200
5 50
100
2 20
200
De AANBEVOLEN debieten voor een stabiele werking en een nauwkeurigheid van ± 2°C
De AANBEVOLEN debieten voor een stabiele werking en een nauwkeurigheid van ± 2°C Kv (m3/h) 5,2 9,0 14,5 23,0 32,0
200 Debiet (l/min) (m3/h)
10
100
1,0
50 Debiet (l/min) (m3/h)
15
20
1,5
10
15
1
1,5
Maximum* (m3/h) 6,4 11,0 17,8 28,0 39,0
DN 65 DN 80
Kv (m3/h) 90,0 120,0
DN 65 DN 80
Minimum (m3/h) 4,0 5,0
Maximum* (m3/h) 110,0 146,0
* Δp = 1,5 bar
* Δp = 1,5 bar
Achterzijde bedieningspaneel Verwijder het elektrische schakelpaneel door het te draaien en het uit zijn zitting te nemen.
Zekering apparaat 1 A - 250 V vertraagd
6 5
Relais 3
4 3
Relais 2
2 1
Relais 1
Schroef voor sluiten van front. Met opening voor verzegeling
21 20 19
t° sensoren
Aanvoer Gemeensch Retour
thermische shock vrijgegeven
Contacten relais
18 17 16 RS485
Resetknop
PIN disable
8 7
Relais 4
Toets voor uitschakelen PIN-code
Reset
15 14 13 12 11 10 9
Dicht Gemeensch. Open Aarde Aarde Neutraal Fase
Meng-ventiel Voeding mengventiel 230V
Zekering mengventiel 1 A - 250 vertraagd
Klem Interface RS485
Klem voor temperatuursensoren Contacten voor jumper van vrijgave thermische shock-functie
Shock niet-vrijgegeven Aansluiting batterij Batterij aangesloten
Batterij niet aangesloten
Shock vrijgegeven
Aansluiting van sensor De aansluitkabel tussen de aanvoer- en retoursonde en de regelaar moet in een afzonderlijke kabelgoot worden geplaatst. Als de aansluitkabel samen met andere stroomkabels in een kabelgoot wordt geplaatst, dient een afgeschermde en geaarde kabel te worden gebruikt.
Front van bedieningspaneel
1
2
3
4
5
1 LCD-display
6
2 LED-display: UU:MM 3 LED-display: TMixed-mengwatertemperatuur 4 Signaal-LED
Mixed °C
dinsdag
Aan - Status OK - Batterij - Alarm
Return °C
13/02/2006
5 LED-display: TReturn-retourtemperatuur
regelt in werking
Ok
6 LED mengventiel open-dicht 7 Toets voor thermische shock
Shock
Menu
Ok
8 Navigatietoets - Menu - OK OMHOOG OMLAAG 9 Frontale aansluiting RS 485
7
8
9
Beschrijving van signaleringen Signaleringen via LED-display Op de voorzijde van de regelaar bevinden zich 3 LED-displays die op ieder moment de juiste tijd en de door de aanvoer- en retoursensor (hercirculatie van installatie) gemeten temperaturen aangeven.
Signaleringen met de LEDs Op de voorzijde van de regelaar bevinden zich de volgende signalisatie-LEDs: Netspanning: rode LED: brandt constant wanneer er netspanning is.
Aanvoer
Retour
Signaleringen via LCD-display Op de voorzijde van de regelaar bevindt zich een groen alfanumeriek display met retroverlichting en met vier regels van 20 karakters voor de instelling van de parameters, de programmering van de ingrepen, de weergave van de foutberichten en de status van het toestel. Door met behulp van de toetsen op het front (”MENU”, ”OMHOOG”, ”OMLAAG” en ”OK”) in de specifieke menu-items te navigeren, kan het toestel geconfigureerd worden, kunnen de verschillende parameters worden ingesteld en kan de historie van de temperaturen worden weergegeven.
dinsdag
13/02/2006
regelt in werking
dinsdag
13/02/2006
desinfectie in werking
Return
Ok
Mengventiel: • open - rode LED: brandt bij het openen van warm water • dicht - blauwe LED: brandt bij het openen van koud water
Status toestel: groene LED: brandt constant wanneer er geen storingen of actieve alarmen zijn. Batterijstatus: rode LED: brandt constant wanneer de batterij defect is; anders is deze gedoofd. Algemeen alarm: rode LED: brandt constant wanneer er een alarm is geactiveerd (probleem met temperatuursensor, shock bezig, toestel is gereset). Knippert als het toestel in low power is.
Bedrijfsstatus Afhankelijk van het tijdstip en van de ingevoerde programma’s kan het apparaat zich in één van de volgende bedrijfstoestanden bevinden: • Regeling; • Desinfectie; • Spoeling; • Thermische shock (deze functie heeft prioriteit t.o.v. de anderen). Bij een storing aan het toestel of in de installatie wordt het alarm door het systeem bediend. Afhankelijk van de situatie, zal het systeem in bepaalde mate blijven functioneren. In dat geval zijn er twee bedrijfstoestanden mogelijk: • Actief in alarmstaat • Inactief in alarmstaat. De regelaar is uitgerust met een oplaadbare batterij die de klok in werking houdt wanneer de netspanning wegvalt. Bij een black-out schakelt het toestel in een zodanige toestand dat de autonomie van de batterij zo lang mogelijk verzekerd wordt: • Inactief in low power. Regeling In deze toestand controleert het toestel voortdurend de temperatuur die door de aanvoersensor wordt gemeten en regelt indien nodig het mengventiel, zodat de aanvoertemperatuur constant blijft op de ingestelde waarde. Desinfectie In deze toestand voert de regelaar een desinfectie uit. Deze desinfectie bestaat uit het verhogen van de temperatuur tot de vooringestelde waarde gedurende een bepaalde tijd; het mengventiel wordt hiervoor op gepaste wijze aangestuurd. Via het menu kan men instellen op welke dagen van de week er moet worden gedesinfecteerd. Wanneer de desinfectie beëindigd is, worden de statistische gegevens die betrekking hebben op de zojuist afgeronde desinfectie, in het archief opgeslagen. De toegang en het verlaten van deze functies vindt geheel automatisch plaats op de door de gebruiker ingestelde begin- (TIME ON) en eindtijd (TIME OFF).
CONTROLE VAN DE DESINFECTIE
Temperatuur t1
t2
SET2 - PRG1A SET3 - PRG1B of 2
Tijd tDIS = Σ ti > tMIN TIME ON
TIME OFF
Wanneer bij een ingestelde tDIS groter dan tMIN in het tijdvenster (TIME OFF - TIME ON) de effectieve desinfectietijd is bereikt, wordt de desinfectie met een positief resultaat beëindigd. De regelaar verlaat automatisch deze toestand en keert terug in de regeltoestand. Indien de duur van tDIS niet lang genoeg is, zal de desinfectiefase hoe dan ook op het TIME OFF - tijdstip worden beëindigd.
Voorbeeld: Time ON: Time OFF: tMIN: Programma: t°desinfectie:
2:00 3:00 30 min 1A 60°C
Als in het tijdvenster 1 uur wordt weergegeven en gedurende 30 minuten de temperatuur boven de 60°C komt, heeft de desinfectie een positief resultaat en zal de regelaar naar de regelstatus terugkeren. Anders zal de desinfectie hoe dan ook om 3:00 eindigen.
Programma’s Naargelang het type installatie en de wijze van beheer kan men op de regelaar verschillende desinfectieprogramma's instellen: Programma 0 (fabrieksinstelling - default) Dit programma zorgt voor een constante aanvoertemperatuur en een automatische desinfectie op instelbare tijdstippen. Dit programma maakt geen gebruik van de retoursensor; als deze wel aanwezig is, heeft deze uitsluitend een monitorfunctie. Tijdens de desinfectiefase moet de temperatuur van de aanvoersensor zich gedurende een tDIS-tijd, die ten minste gelijk moet zijn aan tMIN, boven de waarde van SET2 bevinden. Als dit het geval is, is de desinfectie geslaagd. Van zodra er aan de voorwaarden voor een succesvolle desinfectie is voldaan, wordt deze afgebroken. Er wordt geen alarmsignaal gegeven als de desinfectie niet geslaagd is. Programma 1A Dit programma zorgt voor een constante aanvoertemperatuur en een automatische desinfectie op instelbare tijdstippen. Dit programma maakt geen gebruik van de retoursensor; als deze wel aanwezig is, heeft deze uitsluitend een monitorfunctie. Tijdens de desinfectiefase moet de temperatuur van de aanvoer zich gedurende een tDIS-tijd, die ten minste gelijk moet zijn aan tMIN, boven de waarde van SET2 bevinden. Als dit het geval is, is de desinfectie geslaagd. Van zodra aan de voorwaarden voor een succesvolle desinfectie is voldaan, wordt deze afgebroken. Indien de desinfectietemperatuur niet wordt bereikt of deze gedurende een te korte tijd is gehandhaafd, wordt het alarm voor een mislukte desinfectie geactiveerd. Het alarm wordt in het archief geregistreerd. Programma 1B Dit programma kan alleen worden ingesteld indien de retoursensor aanwezig is. Het is gelijkaardig aan het voorgaande met als enige verschil dat de succesvolle afsluiting van de desinfectiefase geverifieerd wordt met behulp van de retoursensor met betrekking tot SET3 in plaats van de aanvoersensor met betrekking tot SET2. Van zodra aan de voorwaarden voor een succesvolle desinfectie is voldaan, wordt deze afgebroken. Indien de desinfectietemperatuur niet wordt bereikt of deze gedurende een te korte tijd is gehandhaafd, wordt het alarm voor een mislukte desinfectie geactiveerd. Het alarm wordt in het archief geregistreerd. Programma 2 Dit programma kan alleen worden ingesteld indien de retoursensor aanwezig is. Het is gelijkaardig aan het voorgaande programma met als enige verschil dat als na een wachttijd (tWAIT) vanaf de start van de desinfectie de retourtemperatuur niet SET3 bereikt, de aanvoertemperatuur SET2 verhoogd wordt met een waarde gelijk aan (SET3 – bereikte TR), rekening houdend met het feit dat SET2 hoe dan ook niet de limiet van SETMAX kan passeren. Deze corrigerende actie (enkel in positieve zin) van de SET van desinfectie is een herhalend proces: indien nodig wordt deze binnen het door TIME ON en TIME OFF gedefinieerde tijdsvenster herhaald, met een regelmaat die gedefinieerd wordt door tWAIT. Van zodra aan de voorwaarden voor een succesvolle desinfectie is voldaan, wordt deze afgebroken. Als de desinfectietemperatuur niet wordt bereikt of deze gedurende een te korte tijd is gehandhaafd, wordt het alarm voor een mislukte desinfectie geactiveerd. Het alarm wordt in het archief geregistreerd.
Thermische desinfectie De temperaturen en de overeenkomstige desinfectietijden van de installatie dienen gekozen te worden op basis van de soort installatie en het gebruik waarvoor het is bestemd. In navolging van de eisen die wereldwijd door de meest geavanceerde regelgeving op dit gebied worden gesteld, kunnen bij benadering de volgende criteria worden toegepast: t° = 70°C gedurende 10 minuten t° = 65°C gedurende 15 minuten t° = 60°C gedurende 30 minuten De desinfectie wordt gewoonlijk uitgevoerd in de uren waarin de installatie in beperkte mate wordt gebruikt, bijvoorbeeld ‘s nachts. Hierdoor wordt het risico op eventuele brandwonden bij de gebruikers zo klein mogelijk gehouden. Het is aanbevolen de installatie iedere dag, of ten minste één keer per week, te desinfecteren. Overzichtstabel programma's voor thermische desinfectie
Type controle
Regeling en eenvoudige desinfectie zonder controle Regeling en controle van de desinfectie aan de hand van de aanvoertemperatuur Regeling en controle van de desinfectie aan de hand van de retourtemperatuur Continue desinfectie
Progr.
0
Gebruik retoursensor Nee
1A
Nee
1B
Ja
1B
Ja
Regeling en controle van de desinfectie met 2 aanpassing van de aanvoertemperatuur in functie van de retourtemperatuur
Ja
Regeltemperatuur
Desinfectietemperatuur
Aanvoer: (SET 1) 50÷55°C Aanvoer: (SET 1) 50÷55 Aanvoer: (SET 1) 50÷55°C —
Aanvoer: (SET 2) 60°C Aanvoer: (SET 2) 60°C Circulatie: (SET 3) 57°C Circulatie: (SET 3) 55°C –24 h Circulatie: (SET 3) 55°C met wijziging aanvoertemperatuur tot max. waarde
Aanvoer: (SET 1) 50÷55°C
Spoeling Het toestel gaat automatisch over naar deze toestand als de desinfectiefase beëindigd is. Het kan toegepast worden om de watertemperatuur snel te laten terugkeren naar de ingestelde waarde of om bezinksel periodiek uit de boiler af te voeren. Thermische shock Het toestel zorgt ervoor dat gedurende een ingestelde tijd de aanvoertemperatuur zich op de ingestelde waarde voor de thermische shock bevindt. Het is mogelijk om de thermische shock te starten door op de speciale toets aan de voorzijde van het apparaat te drukken (gedurende ten minste 5 sec.) terwijl het werkscherm wordt weergegeven, ofwel door het speciale item in het menu te programmeren om de uitvoering ervan uit te stellen (countdown in minuten) ofwel door via randapparatuur hiertoe opdracht te geven. Als de procedure eenmaal gestart is, kan deze hoe dan ook nog onderbroken worden door op de shocktoets te drukken en zijn opschorting met de ”OK” toets te bevestigen (geleide procedure op het display), ofwel deze met behulp van de randapparatuur te onderbreken. Als de thermische shock-fase beëindigd is, keert het toestel terug naar zijn regelfunctie. Low power Wanneer de spanning wegvalt, gaat het toestel over in low power-toestand. Het toestel beheert wel nog de klok met interne datumaanduiding. In deze toestand is er echter geen energie meer om de relais om te zetten. De regelaar is daarom buiten bedrijf en zal derhalve ook geen desinfectie uitvoeren. Bij het terugkeren van de spanning wordt in het archief de opgetreden black-out geregistreerd en zal de door de programmering voorziene werking worden hervat, behalve indien de fase zonder spanning zolang heeft geduurd dat de batterij helemaal leeg is geraakt. In dit geval zal er bij het terugkeren van de netspanning een reset plaatsvinden. Bij een reset of na een langdurige onderbreking van de elektrische voeding keert de regelaar terug naar de fabrieksinstellingen.
Reset
Reset
Op het achterpaneel is er een speciale resettoets voorzien waarmee de initiële instellingen hersteld kunnen worden. Als na een reset of na inschakeling de datum en de tijd niet worden ingesteld, regelt de regelaar conform de fabrieksinstellingen.
Relais Op de voedings- en klemmenstrook bevinden zich de contacten van de relais die gebruikt worden voor het besturen van de randapparatuur en voor het aangeven van de alarmen. • Relais 1: circulatiepomp (actief tijdens desinfectie). • Relais 2: algemeen alarm (defecte sensor, defecte batterij, black-out of verlies van de tijdweergave). Dit relais is aangesloten door middel van het NG-contact. • Relais 3: tweede thermostaat • Relais 4: spoelkleppen.
Relaiscontact voor boilerthermostaat
circulatiepomp
en
tweede
Hieronder geven we de elektrische aansluiting van relais 1 aan indien een klok voor het beheer van de tijden van de circulatiepomp aanwezig is.
Hieronder geven we de elektrische aansluiting van relais 3 aan voor aansluiting van de tweede boilerthermostaat.
T1 60°C
Relais 1 1
Relais 3 5
2
L
L
N
N Circulatiepomp
T2 70°C
6
Hoofdpomp boiler
Alarmen Om eventuele functionele problemen die tijdens de installatie en de inwerkingstelling zijn opgetreden op te lossen, is de regelaar zo geconfigureerd dat functionele storingen door middel van speciale alarmen worden gesignaleerd en ook de passende oplossingen worden aangegeven. De oorzaak van het alarm wordt op het LCD-display weergegeven. Indien het alarm niet alle functies blokkeert, wordt het alarmscherm afgewisseld door het statusscherm. Tabel beschrijving alarmen Alarmindicatie
Beschrijving
AL1
Aanvoersensor defect
AL2
Retoursensor defect
AL3
Desinfectie mislukt
AL4
Thermische shock in uitvoering
AL5
Black-out netspanning
AL6
Reset apparaat
AL7
Batterij defect
Afhankelijk van het type alarm vinden bepaalde acties plaats, wordt de status van de relais gewijzigd en wordt er informatie weergegeven door middel van de LED-displays, het LCD-display en de LED's op de voorzijde van het bedieningspaneel. Voor de operatieve details wordt verwezen naar de handleiding voor installatie en inwerkingstelling.
Historie Het archief is een FIFO-lijst (circulaire buffer) die voortdurend wordt bijgewerkt en waarin enkele parameters worden opgeslagen die betrekking hebben op de regel- en desinfectiefasen die zich gedurende de dag hebben voorgedaan. De laatste 40 dagen worden opgeslagen, waarna de gegevens van de oudste dag voortdurend worden overschreven. Ieder uur worden in een EEPROM de gemiddelde waarden van de aanvoer- en retourtemperaturen opgeslagen. De alarmen worden opgeslagen op de tijdstippen van activering. Op ieder moment kunnen de gemiddelde uurwaarden van de huidige dag worden weergegeven (uiteraard alleen de geregistreerde). De gegevens van de desinfectiefase worden aan het einde van een desinfectie opgeslagen. Het archief kan zowel op het display worden weergegeven (door middel van het betreffende menu-item) ofwel op eventuele randapparatuur die aangesloten is op de seriële interface RS485. De in de historie opgeslagen parameters zijn: - Datum (dag, maand, jaar) - Ingesteld programma. Dit gegeven wordt opgeslagen op het moment dat de desinfectie begint. - tDIS: werkelijke desinfectietijd (in stappen van een minuut). Als het ingestelde programma 0 of 1A is, staat deze parameter voor de tijd waarin de temperatuur van de aanvoersensor hoger was dan SET2. Als het ingestelde programma 1B of 2 is, staat deze parameter voor de tijd waarin de temperatuur van de retoursensor hoger was dan SET3. Deze parameter is vooral nuttig als deze lager is dan tMIN, om te begrijpen hoeveel het tijdvenster TIME ON : TIME OFF vergroot moet worden om de desinfectie te vervolledigen. - TRMAX: max. temperatuur van de retoursensor tijdens de desinfectie (als er op die dag een desinfectie is afgerond). - TRMIN: min. temperatuur van de retoursensor tijdens de desinfectie (als er op die dag een desinfectie is afgerond). Wordt berekend vanaf het moment waarop de retoursensor een waarde hoger dan SET3 heeft gemeten, dat wil zeggen vanaf het moment waarop de desinfectie effectief begint. - Alarmen AL1, AL2, AL3, AL4, AL5, AL6, AL7 op de dag dat ze zijn geactiveerd. - 24 gemiddelde uurwaarden van de aanvoertemperatuur. - 24 gemiddelde uurwaarden van de retourtemperatuur. - een indicatie die aangeeft dat de voorgaande gegevens betrouwbaar zijn. De indicatie wordt gebruikt in het geval van een reset, uurwijziging, datumwijziging, en iedere andere gebeurtenis waardoor de opgeslagen gegevens mogelijk niet meer betrouwbaar zijn. Als er op die dag geen enkele desinfectie heeft plaatsgevonden, zullen de betreffende velden een defaultwaarde hebben. Als er zich sensorstoringen hebben voorgedaan, zullen de gegevens van de gemiddelde uurwaarden met streepjes worden weergegeven. Als er gaten zijn gevallen of gegevens niet beschikbaar zijn als gevolg van een datum-, uur- of andere wijziging, bevatten de cellen een defaultwaarde en worden ze op het display met streepjes weergegeven.
archief 06/04/2005 tDIS 060’ PGRM 1A TR MAX 58° TR MIN 48° ALARM ---45-7-
archief 06/04/2005 h 01 02 03 04 05 06 TA ----------------TR -----------------
archief 06/04/2005 H 07 08 09 10 11 12 TA 50 50 50 51 49 52 TR 47 47 47 47 46 48
Geschikt voor aansluiting op telebeheer De regelaar is voorzien van een seriële uitgang type RS485 en kan dus ook door een computer worden beheerd. Deze uitgang is toegankelijk via klemmen voor een vaste bedrading en via een connector op de voorzijde. Aangezien de interface van het type multipunt bus is (half duplex) dient ieder toestel dat op de bus wordt aangesloten, van een geschikt adres te worden voorzien om identificatieconflicten te voorkomen. Voor een gedetailleerde beschrijving van de te volgen procedure en van de opdrachten die via de met deze interface gebruikte randapparatuur kunnen worden gegeven, verwijzen wij naar het volgende speciale informatieblad: "Transmissieprotocol voor serie 6000”, op aanvraag leverbaar.
Toepassingsschema’s Terugslagklep Kogelkraan
20
80 0
40
°C
60
Thermometer Terugstroombeveiliger Pomp Expansievat T
T2
Thermostaat
T1
Veiligheidsklep
20
80 0
40
°C
60
Filter
T2 T1
TEKST VOOR LASTENBOEK Serie 6000 met schroefdraad Elektronisch mengventiel met programmeerbare thermische desinfectie. Bestaande uit: Ventiellichaam. Aansluitingen warm en koud water: 3/4” F (van 3/4” tot 2”), aansluiting mengwater: 3/4” F (van 3/4” tot 2”) met wartel. Lichaam van messing. Kogel van messing. Verchroomd. Afdichtingselementen van NBR. Max. werkingdruk (statisch): 10 bar. Max. inlaattemperatuur: 100°C. Schaal thermometer: 0÷80°C. Servomotor. Elektrische voeding: 230 V (ac) - 50/60 Hz rechtstreeks vanaf de regelaar. Nominaal vermogen: 8 VA. Beschermingsgraad: IP 44. Omgevingstemperatuur: -10÷55°C. Zelfdovende beschermkap van VO. Lengte voedingskabel: 0,9 m. Mengventiel. Nauwkeurigheid: ± 2°C. Max. werkingsdruk (dynamisch): 5 bar. Max. verhouding tussen de ingangsdrukken (W/K of K/W), met G = 0,5 Kv: 2:1. Digitale regelaar. Elektrische voeding: 230 V (ac) - 50/60 Hz. Opgenomen vermogen: 6,5 VA. Instelbereik gebruikstemperatuur: 20÷65°C. Instelbereik desinfectietemperatuur: 40÷85°C. Omgevingstemperatuur: 0÷50°C. Met een programma waarmee de effectieve temperatuurniveaus en de thermische desinfectietijden gecontroleerd kunnen worden; met opslag van dagelijks gemeten parameters. Geschikt voor aansluiting op monitoring en telebeheer. Beschermingsgraad IP 54 (wandmontage). Conform de CE-richtlijnen. Serie 6000 met flenzen Elektronisch mengventiel met programmeerbare thermische desinfectie. Bestaande uit: Ventiellichaam. Flensaansluitingen DN 65 (DN 65 en DN 80), PN 16 te combineren met tegenflens EN 1092-1. Lichaam van messing. Kogel van messing. Verchroomd. Afdichtingselementen van NBR. Max. werkingsdruk (statisch): 10 bar. Max. inlaattemperatuur: 100°C. Schaal thermometer: 0÷80°C. Servomotor. Elektrische voeding: 230 V(ac) - 50/60 Hz rechtstreeks vanaf de regelaar. Nominaal vermogen: 10,5 W. Beschermingsgraad: IP 65. Omgevingstemperatuur: -1÷55°C. Zelfdovende beschermkap van VO. Lengte voedingskabel: 2 m. Mengventiel. Nauwkeurigheid: ± 2°C. Max. werkingsdruk (dynamisch): 5 bar. Max. verhouding tussen ingangsdrukken (W/K of K/W), met G = 0,5 Kv: 2:1. Digitale regelaar. Elektrische voeding: 230 V(ac) - 50/60 Hz. Opgenomen vermogen: 6,5 VA. Instelbereik gebruikstemperatuur: 20÷65°C. Instelbereik desinfectietemperatuur: 40÷85°C. Omgevingstemperatuur: 0÷50°C. Met een programma waarmee de effectieve temperatuurniveaus en de thermische desinfectietijden gecontroleerd kunnen worden; met opslag van dagelijks gemeten parameters. Geschikt voor aansluiting op monitoring en telebeheer. Beschermingsgraad IP 54 (wandmontage). Conform de CE-richtlijnen.
Accessoires
6001
LEGIOMIX-interface
LEGIOMIX-interface voor transmissie en lokale bediening of bediening vanop afstand van het elektronisch mengventiel serie 6000. Voorzien van: - aansluitkabel interface-computer RS232, - aansluitkabel met telefoonplug legiomix-interface, - transmissie- en beheersoftware. Voeding: 230 (V) - 50 Hz - 5 VA. Afmetingen: 160 x 125 x 40 mm.
Productassortiment Art. code
600100 755845 755846 755855
LEGIOMIX-interface analoge modem digitale GSM-modem buskabel (FROR 450/750 - 2x1 mm2) - rol 100 m
Het elektronische mengventiel Legiomix kan vanop afstand worden beheerd met de transmissieinterface en een specifieke transmissiesoftware.
Legiomix id 3
id 6 Mixed °C
Martedi
Return °C
Mixed °C
13/02/2006
Martedi
regolazione in corso Shock
Return °C
Ok
Mixed °C
13/02/2006
Martedi
regolazione in corso
Ok
Menu
Teletransmissie met GSM-modem
id 9
Shock
13/02/2006
regolazione in corso
Ok
Menu
Ok
Return °C
Shock
Ok
Menu
Ok
CALEFFI
De interface wordt op de Legiomixregelaar aangesloten met de connector aan de voorkant voor het lokale beheer, of met de klemmen op de achterkant van het paneel voor het beheer vanop afstand. Met een buskabel kunnen tot 9 Legiomix-regelaars op één interface aangesloten worden. De interface kan zowel op een analoge als op een digitale GSMtransmissiemodem worden aangesloten.
Legiomix-interface
id 2
id 5 Mixed °C
Martedi
Return °C
Mixed °C
13/02/2006
Martedi
regolazione in corso Shock
Return °C
Ok
Shock
id 1
Mixed °C
13/02/2006
Martedi
regolazione in corso
Ok
Menu
Ok
Martedi
Shock
Met de software die bij de interface geleverd wordt, kan de regelaar zowel tijdens de gegevensverwerving als tijdens het wijzigen van de bedrijfsparameters worden beheerd. Daardoor is het mogelijk om ook op afstand informatie te verkrijgen over de bedrijfsstatus van het apparaat, temperatuurgegevens en in het archief opgeslagen alarmen te verwerven, thermische shocks aan te sturen en de instellingen van de verschillende parameters te wijzigen. Dit type beheer is bijzonder nuttig bij meervoudige installaties met één of meerdere apparaten, die allemaal onder de verantwoordelijkheid van één beheerder of onderhoudsmonteur vallen. Typische voorbeelden zijn hotels, openbare gebouwen, scholen, enz.
Mixed °C
Martedi
Ok
Lokale transmissie
Return °C
Ok
Shock
Mixed °C
13/02/2006
Martedi
regolazione in corso
Ok
Menu
Ok
Menu
id 7
Return °C
13/02/2006
regolazione in corso Shock
Return °C
13/02/2006
regolazione in corso
Ok
Menu
id 4 Mixed °C
Teletransmissie met analoge modem
id 8
13/02/2006
regolazione in corso
Ok
Menu
Ok
Shock
Return °C
Ok
Menu
Ok
Archief
Parameters Parametri dispositivo ID bus
1 1a
Programma Taal
Time ON hh Time OFF hh
Programmering desinfectie
English
°C Gebruiktst° Desinfectiet° °C Retourt° °C t° thermische shock °C t°max. °C
M D W D V Z Z
50 60 57 60 65
2 mm 3 mm
Wijziging uitgevoerd
Datum Prgm T dis TR TR Alarmen 04-07-06 02 30 60 57 0 0 0 0 0 0 0 0 max min 1 2 3 4 5 6 7 8 (’)
Retoursensor (J/N)
0 0
tWAIT tMIN tFLUX tSHOCK
min min sec min
2 30 0 5
tMOTOR tPLAY
min min
60 2
Bevestig
Gemiddelde t° Uur Aanvoer Ret.
Uur
00-01 01-02 02-03 03-04 04-05 05-06 06-07 07-08 08-09 09-10 10-11 11-12
12-13 13-14 14-15 15-16 16-17 17-18 18-19 19-20 20-21 21-22 22-23 23-24
51 51 51 51 50 50 52 52 50 50 50 50
34 32 31 31 30 30 31 36 46 46 46 46
Help
Gemiddelde t° Aanvoer Ret. 50 50 50 50 50 50 50 50 51 58 58 51
Print
47 47 46 46 46 47 47 47 40 42 52 37
Opslaan
Gebruiksveiligheid
Temperatuur - Blootstellingsduur
Zoals in de grafiek hiernaast te zien is kan men bij warmwatertemperaturen van boven de 50°C zeer snel brandwonden oplopen. Bijvoorbeeld: bij 55°C ontstaat een gedeeltelijke verbranding na ongeveer 30 seconden, terwijl bij 60°C al na ongeveer 5 seconden een gedeeltelijke verbranding ontstaat. Bij kinderen of bejaarden zijn deze tijden gemiddeld half zo kort.
°C 75
Afhankelijk van het type installatie en zijn gebruiksbestemming, en op grond van de desbetreffende risicobeoordeling, kunnen er verschillende toestellen geïnstalleerd worden om gebruikers te beschermen tegen brandwonden die het gevolg zijn van heet water.
55
Volledige verbranding
70 65
Gedeeltelijke verbranding
60
Veiligheidsmaatregelen Maximale blootstellingstijd tegen een bepaalde temperatuur
50 45
0,1
1
10
100
1.000
10.000
Seconden
Thermische beveiliging voor sanitaire toepassingen code 600140 Functie De thermische beveiliging sluit de waterstroom af indien de temperatuur ervan de ijkwaarde bereikt. Dit toestel is geschikt voor toepassing in warmwaterinstallaties met elektronische mengventielen en een programma voor thermische desinfectie. Het wordt direct aan de uitlaat van het gebruikspunt geïnstalleerd en voorkomt dat de gebruikers tijdens de desinfectieperiode (t°>50°C) brandwonden zouden oplopen door het heet water.
messing EN 12164 CW614N. Verchroomd roestvrij staal
Max. werkingsdruk (statisch): Max. werkingsdruk (dynamisch): IJktemperatuur:
Afmetingen
Kv = 0,8 (m3/h) A
Materialen: - Lichaam: - Veren:
Hydraulische gegevens
10 bar 5 bar 48±1°C
B Code
Aansluitingen:
A
Technische gegevens
C A
600140 1/2”
1/2” F inlaat 1/2” M uitlaat
B
C
8
38
Toepassingsschema
Werking Open
Dicht
TEKST VOOR LASTENBOEK Code 600140 Thermische beveiliging voor sanitaire toepassingen. Aansluitingen: 1/2” F (inlaat) x 1/2” M (uitlaat). Lichaam van messing. Verchroomd. Roestvrijstalen veren. Max. werkingsdruk: 10 bar. IJktemperatuur: 48°C ±1°C.
Wij behouden ons het recht voor ten allen tijde en zonder voorafgaand bericht eventuele wijzigingen of correcties aan te brengen aan de beschreven producten en hun desbetreffende technische specificaties.
CALEFFI CALEFFI INTERNATIONAL N.V. Moesdijk 10-12 - P.O. BOX 10357 - 6000 GJ Weert - Nederland Nederland Tel. +31 495-54 77 33 · Fax +31 495-54 84 02 · België Tel. +32 89-38 68 68 · Fax +32 89-38 54 00 · www.caleffi.nl ·
[email protected] · © Copyright 2007 Calef fi S.P.A.