VLINDERKLEPAFSLUITER MET METALEN ZITING Series L1 en L2, DIN uitvoering Aanwijzingen voor montage, onderhoud en gebruik 2 L1 72 nl Uitgave 5/02
2
Inhoudsopgave 1
2 3
4 5
6
7 8 9 10 11 12
ALGEMEEN ..................................................... 3 1.1 Bedoeling van deze handleiding ............ 3 1.2 De omschrijving van de afsluiter ............ 3 1.3 De merktekens op de afsluiter ............... 3 1.4 Technische gegevens ............................ 4 1.5 Goedkeuringen van de afsluiter ............. 4 1.6 CE merk ................................................. 4 1.7 Recycling en verwijderen van een afgekeurde afsluiter................................ 4 1.8 Veiligheidsvoorschriften ......................... 4 VERVOER, ONTVANGST EN OPSLAG ......... 5 INSTALLATIE .................................................. 5 3.1 Algemeen ............................................... 5 3.2 Montage in de pijpleiding ....................... 5 3.3 De aandrijving ........................................ 7 INGEBRUIKNAME........................................... 7 ONDERHOUD.................................................. 8 5.1 Algemeen ............................................... 8 5.2 Het verwijderen van de afsluiter uit de pijpleiding .......................................... 8 5.3 Het vervangen van de stopbuspakking .. 8 5.4 Afsluiterlekkage...................................... 9 5.5 Het vervangen van de zitting.................. 9 5.6 Het vervangen van de schotel, assen en lagers...................................... 9 HET VERWIJDEREN EN MONTEREN VAN DE AANDRIJVING......................................... 11 6.1 Algemeen ............................................. 11 6.2 Het verwijderen van de aandrijving ...... 11 6.3 Het monteren van de aandrijving op de afsluiter....................................... 11 6.4 Het afstellen van de begrenzingsbouten11 WERKTUIGEN............................................... 13 HET BESTELLEN VAN RESERVE ONDERDELEN .............................................. 13 EXPLODED VIEW AND PARTS LIST........... 16 AFMETINGEN EN GEWICHTEN................... 17 TYPEKODERING........................................... 22
LEES DEZE AANWIJZINGEN EERST! Deze aanwijzingen geven informatie aangaande de veilige hantering en het gebruik van de afsluiter. Indien U verdere assistentie wenst, stelt U zich dan in verbinding met de fabrikant of diens vertegenwoordiger. De adressen en telefoonnummers staan op de achterzijde van deze handleiding vermeld. BEWAAR DEZE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG!
Wijzigingen voorbehouden. Alle andere merk- of produktnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respektievelijke eigenaars.
3
1
ALGEMEEN
1.3
1.1
Bedoeling van deze handleiding
De merktekens op het afsluiterhuis zijn op de zijkant ervan ingegoten. De afsluiter is ook voorzien van een identifikatieplaatje, zie fig. 2.
Deze handleiding bevat informatie van essentieel belang aangaande de Neldisc ® vlinderklepafsluiters van de series L1 en L2. Aandrijvingen en andere aanbouwapparaten worden slechts kort behandeld. Sla de afzonderlijke handboeken op voor informatie aangaande hun montage, gebruik en onderhoud.
De merktekens op de afsluiter
(1)
AT T E N T I O N :
LET OP: De keuze en het gebruik van de juiste afsluiter voor een bepaalde toepassing vergt nauwkeurige overweging van vele verschillende factoren. Gezien de aard van het produkt, kan dit handboek niet alle individuele toestanden die zich bij het gebruik van de afsluiter kunnen voordoen, overzien. Indien U onzeker bent over het gebruik of de geschiktheid van de afsluiter voor de door U beoogde doeleinden, neemt U dan kontakt op met Metso Automation voor nadere inlichtingen.
1.2
De omschrijving van de afsluiter
De Neldisc afsluiters van de serie L1 zijn vlinderklepafsluiters van het tussenklemtype, de serie L2 is van het enkelgeflensdtype. De afsluiter is uitgevoerd met een metalen zitting. De schotel is elliptisch en heeft een dubbelexcentrische offset. Wanneer de afsluiter wordt gesloten, duwt de schotel de zitting op de plaats van de assen naar buiten waardoor de zitting het kontakt zoekt rondom de rand van de schotel. Bij het openen van de afsluiter wordt het kontakt direct verbroken en verkrijgt de zitting zijn originele centrische vorm weer terug (zie figuur 1). De schotel is aan de assen met pennen bevestigd en er bevinden zich geen gaten door de schotel. De gedetailleerde struktuur is te zien in de typekodering op het identifikatieplaatje van de afsluiter. De typekodering wordt in hoofdstuk 11 verklaard. De afsluiter is ontworpen voor zowel regelings- als afsluittoepassingen.
Fig. 1.
De konstruktie van een vlinderklepafsluiter
(5)
(6)
(8)
(9)
R E A D I N S T R U C T I O N S B E F O R E I N S T A L L AT I O N O R S E R V I C I N G. C O N T A C T M E T S O F I E L D S Y S T E M S F O R C O P Y.
t max. t min. ps
B O DY TRIM SHAFT S E AT
(2)
Fig. 2.
(3)
TYPE N o. R AT I N G M A D E B Y M E T S O A U TO M AT I O N
(4)
(7)
XXXX
(10)
Het identifikatieplaatje
Op het identifikatieplaatje staan de volgende gegevens vermeld: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Afsluiterhuismateriaal Asmateriaal Schotelmateriaal Zittingmateriaal Maximale werktemperatuur Minimale werktemperatuur Maximale afsluitdruk Typekodering Afsluiterstuklijstnummer Drukklasse
4
1.4
Technische gegevens
Type:
Volledige doorlaat, vlinderklepafsluiter met metalen zitting
Drukklasse Afsluiterhuis: Binnenwerk:
L1L, L2L L1M, L2M
DIN PN 25/16/10 ISO PN 50/DIN PN40
L1L, L2L
DIN PN 25: DN 80-DN 150 ISO PN 20: DN 200ISO PN 50/DIN PN 40
L1M, L2M Temperatuursbereik:
-200 °C...+600 °C (Bij werktemperaturen +600 °C dient de fabrikant geraadpleegd te worden)
Doorstroomrichting:
Bi-directioneel
Afmetingen:
Zie bladzijden 19-23
Gewichten:
Zie bladzijden 19-23
1.5
Goedkeuringen van de afsluiter
Afsluiter is TÜV goedgekeurd (Baumuster - Bauteilprüfung). De afsluiter beantwoord aan de voorschriften van BS6755/API 607 aangaande brandveiligheid. Afsluiters met een ’T’ of een ’G’ op plaats 11 in de typekodering hebben een TA-Luft goedkeuring.
1.6
Recycling en verwijderen van een afgekeurde afsluiter
De meeste afsluiteronderdelen kunnen worden gerecycled indien deze gesorteerd zijn naar materiaal. De meeste onderdelen hebben een materiaalmarkering. Bij de afsluiter wordt een materialenlijst geleverd. Bovendien zijn er aparte recycling en verwijderinginstructies verkrijgbaar van de fabrikant. Een afsluiter kan ook worden geretourneerd naar de fabrikant voor recycling en verwijdering tegen betaling.
1.8
WAARSCHUWING: Bescherm Uzelf tegen lawaai! De afsluiter kan lawaai in de pijpleiding veroorzaken. Het lawaainiveau hangt van de toepassing van de afsluiter af. Het kan gemeten worden of berekend worden met behulp van het Metso Automation Nelprof computerprogramma. De arbeidsveiligheidsvoorschriften aangaande het lawaai moeten nageleefd worden. WAARSCHUWING: Wees voorzichtig met uiterst koude of hete afsluiters! Het afsluiterhuis kan gedurende het gebruik zeer koud of zeer heet zijn. Bescherm Uzelf tegen verwondingen.
CE merk
De afsluiter voldoet aan de vereisten van de Europese Richtlijn 97/23/EC met betrekking op drukequipement en is overeenkomstig de Richtlijn gemarkeerd.
1.7
WAARSCHUWING: Pas op voor de snijbeweging van de schotel! Houdt handen en andere lichaamsdelen, gereedschap en andere voorwerpen weg van de openstaande doorstroompoort. Laat geen vreemde deeltjes in de pijpleiding liggen. Als de afsluiter bediend wordt, werkt de schotel als een snijgereedschap. De positie van de schotel kan ook veranderen als de afsluiter bewogen wordt. Sluit de druktoevoerleiding van de aandrijving af en maak deze los voordat met het onderhoud aan de afsluiter begonnen wordt. Als dit voorschrift niet gevolgd wordt, kunnen schaden en persoonlijke ongelukken ontstaan.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING: De prestatiegrenzen van de afsluiter niet overschrijden! Het overschrijden van de op de afsluiter aangegeven limieten kan schade veroorzaken en tot onkontroleerbare drukontsnapping leiden. Het gevolg hiervan kan letsel aan personen zijn.
WAARSCHUWING: Bij het hanteren van de afsluiter of de kombinatie van afsluiter en aandrijving, het gewicht ervan in acht nemen! De afsluiter of de kombinatie van afsluiter en aandrijving nooit bij de aandrijving, klepstandsteller, eindschakelaar of de instru-mentluchtleidingen optillen. Afsluiters met diameter DN600 en groter zijn voorzien van een hijsoog. De hijstouwen op veilige wijze rond het afsluiterhuis aanbrengen (zie fig. 3). Schaden of persoonlijke ongelukken kunnen ontstaan door vallende delen. LET OP: Verdraai de schotel nooit meer dan 90 graden, daar dit de zitting kan beschadigen. De afsluiter is zo ontworpen dat deze alleen functioneert tussen 0 en 90 graden.
5
2
VERVOER, ONTVANGST EN OPSLAG
Kontroleer de afsluiter en de meegeleverde apparaten op eventuele transportschaden. De afsluiter zorgvuldig vóór de montage opslaan, bij voorkeur binnenshuis op een droge plaats.
De aanbevolen positie van de geperforeerde plaat is aan de bovenzijde van de pijpleiding
Breng de afsluiter niet naar de plaats waar het gebruikt moet worden en neem de flensbeschermingskappen niet af voordat daadwerkelijk met de installatie van de afsluiter begonnen wordt. De afsluiter wordt geleverd in gesloten positie. Een afsluiter, dat met veerterugslagaandrijving uitgerust is, wordt geleverd in de door de veer bepaalde positie.
3
INSTALLATIE
3.1
Algemeen
Verwijder de flensbeschermingskappen en kontroleer of de afsluiter onbeschadigd is en van binnen schoon is. WAARSCHUWING: Bij het hanteren van de afsluiter of de kombinatie van afsluiter en aandrijving, het gewicht ervan in acht nemen!
Stromingsrichting
Fig. 4.
Het monteren van de afslutier in de pijpleiding
Het kan nodig zijn de pijpleiding goed te ondersteunen om de afsluiter tegen extreme spanningen te beschermen. Een goede ondersteuning reduceert ook de trillingen van de pijpleiding hetgeen een goed functioneren van de klepstandsteller waarborgt. Bevestig de ondersteuningen van de pijpleiding niet aan de flensbouten of aan de aandrijving. De stroming veroorzaakt een zogenaamd dynamisch moment op de schotel welke probeert de afsluiter te sluiten. In een pijpbocht is de druk aan de buitenzijde hoger dan aan de binnenzijde. Wanneer de afsluiter direct na een pijpbocht wordt gemonteerd, dient de as naar het middelpunt van de pijp te wijzen (zie fig. 5). Dit is vooral belangrijk wanneer de afsluiter voor regeling wordt gebruikt. Wanneer de afsluiter direct na een centrifugaalpomp wordt gemonteerd dient de as van de afsluiter loodrecht op die van de pomp te staan (zie fig. 6). Op deze manier gemonteerde afsluiters hebben een meer gelijkmatig belaste schotel wat de kans op vibraties sterk vermindert.
Fig. 3.
Het optillen van de afsluiter
3.2
Montage in de pijpleiding
Spoel of blaas de pijpleiding zorgvuldig schoon vóór het installeren van de afsluiter. Vreemde deeltjes, zoals zand of stukjes laselektrode, kunnen het afdichtingsvlak van schotel en zitting beschadigen. De afsluiter kan in iedere willekeurige positie gemonteerd worden en sluit af in beide richtingen (bi-directioneel). Monteer de afsluiter in de pijpleiding zo, dat de as van de afsluiter horizontaal staat, indien mogelijk. Toch is het evenwel aan te bevelen te vermijden, dat de afsluiter gemonteerd wordt met de as naar beneden, want vuil, dat door de pijpleiding meestroomt, kan in de holte van het afsluiterhuis dringen en de stopbuspakking beschadigen.
Fig. 5.
Montage na een pijpbocht
Fig. 6.
Montage na een centrifugaalpomp
Indien de afsluiter uitgerust is met een zogenaamd stromingsbalancerend binnenwerk (type S-L1) dient deze zich aan de achterzijde van de afsluiter te bevinden. De afsluiter dient zo gemonteerd te worden dat er zich geen verontreinigingen kunnen ophopen achter de geperforeerde plaat (zie fig. 4). Kies flensdichtingen volgens de bedrijfskondities.
6
Wanneer de afsluiter wordt gemonteerd dient deze in de gesloten positie te staan en dient nauwkeurig gecentreerd te worden tussen de pijpflenzen zo dat bij het verdraaien van de schotel de rand van de pijpleiding en/of flenspakkingen niet worden geraakt.
3.2.1
Bij sommige afsluiters gaan de flensbouten niet makkelijk langs het afsluiterhuis. Het afsluierhuis is dan voorzien van groeven, doorlopende gaten of met schroefdraadgetapte gaten (zie §3.2.1).
❑ ❑
Verzeker je ervan date de schotel kan draaien in de open positie na het losjes aandraaien van de flensbouten. De aandrijvingen van regelafsluiters zijn uitgerust met begrenzingsbouten die een openingshoek van 80 graden toestaan.
❑ ❑
❑
❑
❑ ❑
Fig. 7.
Montage mogelijkheden X Flensbouten passeren de nek van het afsluiterhuis UH Doorlopende gaten in de nek van het afsluiterhuis SB Draadeinden in de nek van het afsluiterhuis BH Draadeinden in de nek van het afsluiterhuis en gefreesde groeven in afsluiterhuis en flensring FH Doorlopende gaten in de nek van het afsluiterhuis en gefreesde groeven in afsluiterhuis en flensring XF Flensbouten passeren de nek van het afsluiterhuis en gefreesde groeven in afsluiterhuis en flensring HM Gefreesde groeven in de nek van het afsluiterhuis voor de flensbouten — Flensboring niet mogelijk
Montage afmetingen
Tabel 1. Montage afmetingen (mm) Valve size 80
Fig. 8.
D L1L
L1M
68
68
100
89
89
125
115
115
150
142
200
190
250
242
Montage mogelijkheden
Tabel 2. Montage mogelijkheden Afsluitertype
PN 10
PN 16
PN 25
PN 40
Afsluitertype
PN 25
PN 40
136
L1L80
X
X
X
188
L1L100
X
X
X
X
L1M80
X
X
X
L1M100
X
227
L1L125
X
X
X
X
X
L1M125
X
X
X
X
X
X
L1M150
XF
XF
300
288
281
L1L150
350
327
317
L1L200
X
X
X
X
L1M200
FH
FH
400
374
352
L1L250
X
X
X
—
L1M250
FH
UH
450
422
400
L1L300
X
X
HM
HM
L1M300
BH
SB
UH
UH
UH
—
L1M350
BH
SB
500
464
443
L1L350
600
565
536
L1L400
UH
UH
UH
—
L1M400
BH
SB
700
665
L1L450
SB
SB
SB
—
L1M450
BH
SB
750
716
L1L500
SB
SB
SB
—
L1M500
BH
SB
762
L1L600
SB
SB
SB
—
L1M600
BH
SB
900
870
L1L700
SB
SB
SB
SB
L1M700
BH
SB
1000
960
L1L800
SB
SB
SB
SB
L1M900
—
BH
L1L900
SB
SB
SB
SB
L1L1000
SB
SB
SB
SB
800
7
Tabel 3. Draadeindafmetingen (mm), montage mogelijkheden SB, BH Afsluitertype
A
R
L
L1
L2
S
L2
S
L1L450 114 M24 125 107
85
16 M27 150 132 110
16
L1L500 127 M24 125
R
L
L1
R
L
L1
L2
M33 140 122 100
S
Afsluitertype
A
R
L
16 L1M300 114 M27 110
L1
L2
S
L2
S
82
74
24 M30 140 114 101
R
L
L1
22
99
79
24 M30 140 114
93
24
M33 140 114
94
24 L1M350 127 M30 120
85
82
30 M33 140 105 103
30
L1L600 154 M27 150 119
95
28 M33 140 109
85
28
M36 170 139 115
28 L1M400 165 M33 135
90
91
40 M36 170 125 126
40
L1L700 229 M27 150 107
75
35 M33 160 117
92
85
35
M39 180 137 105
35 L1M450 180
L1L800 241 M30 180 137 102
35 M36 190 147 112
35
M45 190 147 112
35 L1M500 200 M33 140
112
M36 170 129 129
40 M39 180 132,5 134
40
L1L900 241 M30 180 143 110
35 M36 190 153 120
35
M45 190 153 120
35 L1M600 240 M36 160 100 100
50 M45 170 110 110
50
L1L1000 300 M33 190 140 100
40 M39 200 150 110
40
M52 210 160 120
40 L1M700 250 M39 160 110 110
42 M45 170 120 120
45
L1M900 360
4
M52 200 135 135
36
55
INGEBRUIKNAME
Kontroleer dat er geen vuil of vreemde deeltjes achtergebleven zijn in de afsluiter of in de pijpleiding. Spoel de pijpleiding zorgvuldig door. Houd de afsluiter gedurende het spoelen 30-40 graden open. Wanneer de pomp wordt opgestart dient de afsluiter gesloten te zijn of op zijn hoogst 20 graden open. Waterslag, dat kan ontstaan bij het opstarten van hoge kapaciteitspompen, veroorzaakt een momentpiek op van de schotel. Indien de afsluiter tussen de 30 en 90 graden open staat kan dit de pinskonstruktie tussen as en schotel beschadigen. De stopbuspakking kan na langere tijd van opslag in het magazijn lekken. De pakking dichten door gelijkmatig vastdraaien van beide moeren totdat het lekken ophoudt. Fig. 9.
Montage afmetingen van draadeinden (mm), montage mogelijkheden SB, BH
3.3
De aandrijving
Bij het monteren van de aandrijvingen kontroleren, dat de afsluiter / aandrijvingkombinatie behoorlijk funktioneert. Uitvoerige inlichtingen aangaande het monteren van de aandrijving worden gegeven in hoofdstuk 6 . Let op dat er genoeg ruimte is om de aandrijving te verwijderen. Het is aan te bevelen dat de cylinder van de aandrijving rechtop staat. De aandrijving mag in geen geval de pijpleiding aanraken, daar de vibratie van de pijpleiding het kan beschadigen of in ieder geval zijn werking ongunstig kan beïnvloeden. In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer een aandrijving van grote afmetingen wordt gebruikt of wanneer de pijpleiding heftig vibreert, is ondersteuning van de aandrijving aan te bevelen. Stelt U zich dan in verbinding met Metso Automation voor nadere inlichtingen.
8
5
ONDERHOUD
WAARSCHUWING: Observeer voor het aanvangen van onderhoudswerk de veiligheidsvoorschriften zoals beschreven in paragraaf 1.8! WAARSCHUWING: Om veiligheidsredenen dienen de bevestigingsplaten ALTIJD volgens paragraaf 5.2 aangebracht worden.
5.1
Algemeen
De afsluiters van de serie L1 en L2 hebben geen regelmatig onderhoud nodig. Men moet echter regelmatig de dichtheid van de stopbuspakking nazien. Indien de afsluiter om de een of andere reden onderhoud zou behoeven, zijn gewoonlijk enkele eenvoudige onderhoudsmaatregelen genoeg. dit hoofdstuk vermeldt de onder-houdsingrepen die door de gebruiker zelf gedaan kunnen worden. De tussen haakjes aangegeven nummers verwijzen naar de stuklijst en de uittrektekening van de afsluiter in hoofdstuk 9. LET OP: Mocht U een afsluiter naar de fabrikant willen zenden voor reparatie, haal het dan niet uit elkaar. Maak het wel zorgvuldig schoon, ook van binnen. Om veiligheidsredenen wordt U dringend verzocht de fabrikant te melden welk medium door de afsluiter heeft gestroomd wanneer U hem opstuurt.
5.3
Het vervangen van de stopbuspakking
WAARSCHUWING: Haal de afsluiter niet uit elkaar of verwijder hem niet van de pijpleiding terwijl het onder druk staat! PTFE ringen worden als standaard pakkingsmateriaal gebruikt. In de hoge temperatuurskonstruktie worden ringen van grafiet toegepast. De dichtheid wordt verzorgd door het kontakt tussen de pakkingdrukker en de pakkingringen. De stopbuspakking (20) moet vervangen worden door een nieuwe als lekkage optreedt zelfs nadat de zeskantmoeren (25) diverse malen zijn aangetrokken. De aandrijving hoeft niet te worden verwijderd wanneer er een PTFE pakking wordt vervangen. Bij het vervangen van grafietpakkingen dient de aandrijving wel te worden verwijderd. ❑ ❑ ❑
❑
❑
Kontroleer, dat de afsluiter niet onder druk staat. Maak de moeren (25) los en verwijder de opsluitplaatjes (42) en de pakkingdrukker (9). Verwijder de vijf oude pakkingringen (20), beschadig hierbij niet de oppervlakken van de pakkingsring en de pakkingsuitsparing in het afsluiterhuis. Reinig de uitsparing voor de pakkingringen. Zet de nieuwe pakkingringen er een voor een in, waarbij de pakkingdrukker als werktuig gebruikt kan worden. De snij uiteinden van de PTFE ringen dienen ten opzichte van elkaar onder 90 graden te staan. Schuif de grafietpakkingsringen over de as en let op dat eventuele bramen op de spiebaan van de as de ringen niet beschadigen. Zet de opsluitplaatjes (42) terug op hun plaats, waarbij opgelet moet worden, dat het woord UPSIDE naar boven wijst (zie fig. 10).
LET OP: Gebruik altijd originele reserveonderdelen om er zeker van te kunnen zijn dat de afsluiter werkt zoals het moet.
5.2
Het verwijderen van de afsluiter uit de pijpleiding
WAARSCHUWING: De afsluiter niet uit elkaar halen of uit de pijpleiding nemen terwijl het onder druk staat! Over het algemeen is het eenvoudigst de aandrijving en overige accessoires eerst te verwijderen (zie §6), voordat men de afsluiter uit de leiding neemt. Indien de afsluiter/ aandrijving kombinatie klein is, of deze bevindt zich op een moeilijk toegankelijke plaats kan het handiger zijn het gehele pakket in een keer uit de leiding te nemen. Verzeker je ervan dat de afsluiter niet onder druk staat en dat de leiding leeg is. Zorg er ook voor dat er in het gedeelte waar onderhoud wordt gepleegd geen medium kan stromen. De afsluiter moet in de gesloten stand staan wanneer deze uit de leiding komt. Ondersteun de afsluiter zorgvuldig met een hijsstrop. Plaats de hijsstroppen nauwkeurig en schroef de pijpflensbouten los. Zorg dat de hijsstroppen zorgvuldig gepositioneerd zijn (zie fig. 3). Hijs de afsluiter op de juiste manier op (zie fig. 3).
Fig. 10. Het monteren van de opsluitplaatjes ❑
De moeren op de bouten zetten en de stopbuspakking dichten door vastdraaien der moeren volgens tabel 4. ❑ Indien nodig deze opnieuw aandraaien. Tabel 4. Draaimomenten voor de stopbuspakkingmoeren en opsluitmarges Draaimoment, Nm
Min. opsluitmarge, mm
As ø
Schroefdraad
15-20
5/16 UNC
10
7
25-40
3/8 UNC
20
9
45-55
1/2 UNC
50
10
70-85
5/8 UNC
90
13
95-130
3/4 UNC
150
13
135-
7/8 UNC
240
24
9
5.4
Afsluiterlekkage
Afsluiterlekkage wordt niet altijd veroorzaakt door een beschadigde zittingsring of schotel. De reden kan ook een niet volledig gesloten schotel zijn. ❑
Kontroleer de positie van de aandrijving ten opzichte van de afsluiter. De schroeven kunnen los zitten of de beugel tussen afsluiter en aandrijving kan beschadigd zijn. ❑ Kontroleer de afstelling van de begrenzingsbouten van de aandrijving in de gesloten stand (zie §6.4). De markeringslijn evenwijdig aan de schotel aan de bovenuiteinde van de as geeft de positie van de schotel aan (zie fig. 12).
❑
❑ ❑
Drukgolven in de pijpleiding kunnen de pinverbinding tussen schotel en as doen lostrillen, het gevolg is dat de as draait maar de schotel op zijn plaats blijft staan, waardoor de afsluiter niet volledig zal sluiten.
Centreer de zittingsring (4) voorzichtig in zijn groef en verdraai de schotel om licht kontakt tussen schotel en zitting te houden. Monteer de flensring (2) en draai de schroeven (27) licht aan. Open de schotel een beetje en draai deze terug zodat de zitting zich in de juiste positie kan zetten.
open
Indien de afsluiter na het verhelpen van bovengenoemde kontrolles nog lekt dient deze gedemonteerd te worden en de benodigde onderdelen te worden vervangen.
Fig. 12. De kontaktlijn tussen schotel en zittingsring
5.5
❑
Het vervangen van de zitting
WAARSCHUWING: Haal de afsluiter niet uit elkaar of verwijder hem niet van de pijpleiding terwijl het onder druk staat! ❑ ❑
❑ ❑ ❑ ❑
Verzeker je ervan dat de afsluiter niet onder druk staat. Verwijder de afsluiter uit de pijpleiding. Gedurende het verwijderen moet de afsluiter gesloten zijn. Volg de hijsinstrukties op welke zijn genoemd in §3. Verwijder de flensring (2) na het losdraaien van de schroeven (27). Verwijder de oude huispakking (19) en de zittingsring (4). Vervang de zitting indien deze is beschadigd. Reinig alle afdichtingsoppervlakken tussen huis en flensring. Kontroleer het oppervlak van de zittingsring. Kontroleer ook de konditie van de schotel. Voor het vervangen van een beschadigde schotel zie §5.5.
gesloten
❑
❑
Draai de schroeven (27) gelijkmatig aan. Een ongelijkmatig aangezette flensring kan de zitting beschadigen. De koppen van de schroeven dienen in de flensring verzonken te zijn. Kontroleer de positie tussen de zittingsring en de schotel. De afsluiter sluit tegen de wijzers van de klok in (zie fig. 12). Monteer de aandrijving op de afsluiter. Stel de begren-zingsbouten voor de open en gesloten positie op de juiste wijze af (zie §6.4).
5.6
Het vervangen van de schotel, assen en lagers
5.6.1
Het demonteren van de afsluiter
Indien men de schotel (3), assen (11, 12) of lagers (15, 16) wil vervangen dient de pinverbinding in de schotel te worden uitgeboord. Men dient als volgt te werk te gaan: ❑ ❑ ❑
Haal de afsluiter uit de leiding en verwijder de aandrijving. Verwijder flensring (2) en ziiting (4) zoals omschreven in §5.4. Plaats de afsluiter horizontaal op de een stevige ondergrond zodat de aszijde van de afsluiter naar U toegericht staat (zie fig. 13).
Fig. 11. Montage van de huispakking ❑ ❑
❑
Kontroleer de konditie van de pinverbinding. Voor het repareren van deze zie §5.5. Monteer een nieuwe, zelfklevende huispakking (19) in de daarvoor bestemde uitsparing. Het oppervlak moet schoon en vetvrij zijn. Behandel de uiteinden van de pakking volgens fig. 11. Spuit een dun laagje droge smeervloeistof, bijv. Molykote 321R of vergelijkbaar in de groef van de zitting, op de oppervlakken van de flensring en op de zittingsring.
Fig. 13. Het uitboren van de pennen
10
❑
❑ ❑ ❑ ❑ ❑
❑ ❑
Boor de gatenvoorzichtig in het midden van de pennen (14). Kies hierbij een boor met een diameter die 0.2-0.5 mm kleiner is als de pennen zelf. Boor de gaten diep, maar let op dat de boor niet in de schotel zelf komt. Trek de pennen uit. Demonteer de stopbuspakking volgens §5.2. Verwijder de schroeven (26) en de bodemflens (10). Verwijder tevens de pakking (18). Plaats rubber strippen of soortgelijke bescherming tussen de schotelrand en het afsluiterhuis en verwijder de assen (zie fig. 14). Verwijder de lagers (15, 16). Reinig en kontroleer alle onderdelen zorgvuldig.
as met het lager voorzichtig in het huis (zie fig. 16).
Fig. 16. Montage van de H-konstruktie lagers Plaats de schotel horizontaal op een opervlak zodanig dat de platte zijde van de schotel tegen het oppervlak aan ligt. Til het huis zodanig rond de schotel dat de asgaten in dezelfde lijn liggen als de gaten in de schotel. Bescherm de schotel als in fig. 14. Pers de assen in de gaten van de schotel. Zorg dat de pengaten in de juiste lijn komen te liggen. Voor de positie van de as (11) tegen de schotel zie fig. 12. LET OP: Gebruik allen die pennen die door de fabrikant worden verstrekt! Fig. 14. Bescherming van de schotel demonteren en assembleren
5.6.2
tijdens
Het assembleren van de afsluiter
❑ ❑
Vervang de beschadigde onderdelen door nieuwe. Positioneer eerst de schotel en de assen. Indien de pen-gaten zijn beschadigd tijdens het verwijderen van de oude pennen, kunnen deze een maat groter geboord worden. Vijl eventuele bramen weg van de as. Het lagermateriaal van de standaarduitvoering is een roestvrijs-talen raster in PTFE ingebed. De lagers voor de hoge temperatuursuitvoering (H-konstruktie) zijn op kobaltbasis gelegeerde busjes welke samen met de assen in het huis worden gemonteerd. ❑
LET OP: De pennen moeten zo in de assen worden gedrukt, zodat de kracht voldoende is om deze te deformeren, zodat er een spelingsvrije verbinding ontstaat. ❑
Ondersteun de schotel in een horizontale positie gedu-rende het aanbrengen van de pennen. Stop de nieuwe pennen in de daarvoor bestemde gaten en druk deze aan met een pers tot de uiteindelijke vorm (zie fig. 17). Gebruik hiervoor een iets kleiner gereedschap als de diameter van de pen. Voor de benodigde kracht zie tabel 5.
Monteer de lagers in het huis (zie fig. 15).
Fig. 17. Het aandrukken van de pennen Tabel 5. Aandrukkingskrachten voor de pennen Fig. 15. Montage van de standaardlagers H-konstruktie: Monteer de lagers op de as. Spuit een dun laagje droge smeervloeistof, bijv. Molykote 321R of vergelijkbaar, op het binnenoppervlak van het lagerbusje en de lageruitsparing van de as. Klem het lagerbusje met een klemring in de lageruitsparingsgroef op de as en plaats de
Pen diameter, mm
Kracht, kN
Pen diameter, mm
Kracht, kN
5
45
20
500
6
60
25
780
8
80
30
1125
10
125
35
1500
12
180
40
2000
15
280
50
3150
11
❑
❑ ❑ ❑ ❑
Plaats de pakking (18) en de bodemflens (10). De schroeven van de bodemflens moeten gelijkmatig worden aangedraaid. Een ongelijkmatig aangedraaide bodemflens kan de zitting beschadigen. Plaats de zittingsring. Voor details zie §5.4. Installeer de huisafdichting (19) en de klemring (2). Voor details zie §5.4. Plaats de stopbuspakking (zie §5.2). Kontroleer de kontaktlijn tussen de zittingsring en de schotelrand (zie fig. 12).
6
HET VERWIJDEREN EN MONTEREN VAN DE AANDRIJVING
6.1
Algemeen
WAARSCHUWING: Bij het hanteren van de afsluiter of afsluiterpakket, houd dan rekening met het gewicht!
6.3 ❑ ❑
❑
❑
❑
LET OP: Verdraai de schotel niet meer dan 90 graden daar dit de zitingsring kan beschadigen. De afsluiter is zo ontworpen dat deze alleen wordt bediend tussen 0 en 90 graden.
6.2
Het verwijderen van de aandrijving
WAARSCHUWING: De aandrijving kan niet worden verwijderd van de afsluiter wanneer de pijpleiding onder druk staat, als gevolg van het dynamisch moment op de schotel. LET OP: Voor demontage dient scherp gelet te worden op de positie van de aandrijving t.o.v. de afsluiter en overige accessoires zodat het geheel weer op de juiste wijze gemonteerd kan worden. De aandrijving is in de fabriek gemonteerd op de afsluiter en de begrenzingsbouten voor de juiste slag zijn vooraf afgesteld. Verzeker je ervan dat de pijpleiding niet onder druk staat. ❑
❑ ❑
❑
Sluit alle toevoerverbindingen naar de aandrijving af; verwijder de luchttoevoerleidingen en maak de regelsignaalkabels los van hun konnektors. Draai de beugelschroeven los. Verwijder de aandrijving gebruikmakende van een geschikte extraktor. Het juiste gereedschap kan bij de fabrikant worden besteld (zie fig. 18). Verwijder de beugel en de koppeling, indien aanwezig.
❑
❑ ❑
❑
Het monteren van de aandrijving op de afsluiter Draai de afsluiter in de gesloten positie voordat men begint met het monteren van de aandrijving. Reinig de as en het asgat en vijl eventuele bramen weg die de montage zouden kunnen bemoeilijken. Bescherm de verbindingsoppervlakken tegen korrosie, bijv. met Cortec VCI 369. Indien en koppelingsbus tussen asgat en as nodig is, monteer deze dan eerst in het asgat van de aandrijving. De spiebaan van de afsluiter is aan die zijde tegenovergesteld aan de platte zijde van de schotel. Het asgat van de aandrijving heeft twee spiebanen die onder 90 graden van elkaar staan. Bij een dubbelwerkende cylinderaandrijving, BC en een enkelwerkende cylinderaandrijving BJ (veersluitend) dient die spiebaan gekozen te worden waarbij de afsluiter gesloten is en de zuiger van de aandrijving in zijn bovenste stand staat. Bij de enkelwerkende cylinderaandrijving BJA (veerope-nend), kies die spiebaan waarbij de zuiger in de onderste positie staat en waarbij de afsluiter geheel geopend is. Bij afsluiters met handbediening wordt de schotel gesloten door het handwiel in de richting van de klok te draaien. Kontroleer visueel dat de aandrijving ten opzichte van de afsluiter goed gepositioneerd is. Draai alle bevestigings-bouten goed vast. Stel de begrenzingsbout voor de gesloten positie af (zie §6.4). De openingshoek in een regelklep is gewoonlijk begrensd door een bout tot 80 graden. De openingshoek van afsluitventielen wordt begrensd tot 90 graden. Wanneer een asverlenging nodig is, dient de berekening hiervan te worden besproken met de fabikant.
6.4
Het afstellen van de begrenzingsbouten
6.4.1
Algemeen
Sluit de metaaldichtende vlinderklep door verdraaiing van de schotel tegen de zitting met behulp van een momentsleutel. Kies het moment uit tabel 7-10 om de de begrenzingsbout voor de gesloten positie van de aandrijving af te stellen. Probeer de gegeven waarden niet te overschrijden omdat een overmatig moment de zitting en de verbinding tussen as en pennen kan beschadigen. De begrenzingsbout dient altijd na het vervangen van een zitting en montage van de aandrijving te worden afgesteld.
6.4.2
Aandrijvingen die niet getabuleerd zijn
Sluit de afsluiter volgens het moment dat staat vermeld in de tabel en stel de bgrenzingsbouten zodanig af. Let op de toename van het moment veroorzaakt door de aandrijving wanneer de afsluiter gesloten is.
Fig. 18.
Het verwijderen van de aandrijving m.b.v. een extraktor
LET OP: Metso Automation aanvaart geen verantwoording voor de toepasbaarheid van aandrijvingen welke niet zijn geïnstalleerd door Metso Automation.
12
6.4.3
Het veranderen van de montage positie
WAARSCHUWING: De aandrijving kan niet worden verwijderd van de afsluiter wanneer de pijpleiding onder druk staat, als gevolg van het dynamisch moment op de schote! Verwijder altijd de aandrijving van de afsluiter voordat men deze in een andere spiebaan monteert. De begrenzingsbout voor de gesloten positie dient hierna opnieuw te worden afgesteld. Bij handbediende aandrijvingen dient de afsluiter te sluiten als men het handwiel in de richting van de klok verdraaid. Bij een dubbelwekende cylinder dient de zuiger bij een gesloten afsluiter in de bovenste stand te staan. In deze positie heeft de aandrijving zijn hoogste moment. Verdraai de schotel nooit meer als 90 graden, daar dit de zitting kan beschadigen.
slag terug en verzeker deze met Loctite 225 of een vergelijkbaar niet hard wordend afdichtingsmiddel. Dit afdichtingsmiddel mag niet in de cylinder komen. Een extra lange bout is nodig voor openingshoeken < 80 graden.
❑
6.4.5 ❑
Handbediende aandrijving M Sluit de afsluiter volgens het getabuleerde primaire moment M1 (moment van het handwiel) uit tabel 7-10. Verdraai de begrenzingsbout voor de gesloten positie totdat deze het mechanisme raakt. Draai deze vervolgens een 1/4 slag terug en verzeker deze met Loctite 225.
❑
Begrenzingsbout voor de open positie
Begrenzingsbout voor de gesloten positie
Fig. 21. Aandrijving, series M
6.4.6 ❑ Fig. 19. Het veranderen van de montage positie
6.4.4 ❑ ❑
Handbediening RM Monteer de handel op de afsluiter, maar draai de zeskantbouten (A) nog niet vast. Verdraai de handel met de kracht F genoemd in tabel 6. Wanneer het sluitmoment is toegepast, verdraai dan de vertanding van de behuizing (B) van de gesloten limiet om het kontakt te houden met de handel. Draai nu de zeskantbouten (A) vast.
❑
Dubbelwerkende cylinder aandrijving BC Pas de getabuleerde afsluitdruk Pc toe aan de luchtaansluiting aan de basis van de cylinder. Met de begrenzingsbout verwijdert, kontroleer door het gat van de luchtaansluiting dat de zuiger het cylinder uiteinde niet raakt. Indien dit het geval is, draai dan de beugelschroeven los en draai de aandrijving in de richting van de klok om de afstelmarge te vegroten.
Begrenzingsbout voor de gesloten positie
Fig. 22. Handbediening, series RM Tabel 6. Handbediening RM, afstelwaarden Begrenzingsbout voor de open positie
Fig. 20. Cylinder aandrijving, series BC/B1C ❑
Draai de begrenzingsbout voor de gesloten positie totdat deze de zuiger raakt.. Draai deze dan een 1/4
Maat
L
L1
DN
mm
mm
Nm
Moment lbf ft
N
F lbf
80
400
350
40
30
115
26
100
400
350
70
52
200
45
125
400
350
100
74
285
63
150
500
450
135
100
300
67
13
6.4.7
Elektrische aandrijving
Instrukties voor de afstelling van dit soort aandrijvingen worden gegeven in een aparte brochure met kode D304568. Deze brochure is verkrijgbaar bij de fabrikant.
6.4.9
Veeropenend ❑
❑
❑
Fig. 23. Elektrische aandrijving
6.4.8
Enkelwerkende cylinder aandrijving BJ
Veersluitend ❑ ❑
❑
❑
❑
Voordat men de cylinder monteert, schroef eerst de begrenzingsbout voor de gesloten positie geheel in. De voetnoot *) veer in de tabel geeft aan dat het moment welke wordt gegenereerd door de veer het maximale toegelaten sluitmoment Mc niet overschrijdt. Anders dient de getabuleerde toevoerdruk Pc op de luchtaansluiting aan het cylinderuiteinde tegen de veerkracht toegepast te worden. De begrenzingsbout mag niet worden verwijderd wanneer de cylinder onder druk staat! Draai de begrenzingsbout uit de cylinder totdat deze de zuiger niet meer raakt. Draai de begrenzingsboutsbout voor de gesloten positie dan in de cylinder totdat deze de zuiger raakt, draai deze daarna een 1/4 slag terug en verzekeren met Loctite 225 of vergelijkbaar niet hard wordend afdichtingsmiddel. Het afdichtingsmiddel mag hierbij niet in de cylinder komen. Na de afstelling, dient men de afstel marge te kontroleren door het gat van de luchttoevoeraansluiting. De zuiger mag het cylinder uiteinde niet raken. Indien dit het geval is, draai dan de beugelschroeven los en draai de aandrijving in de richting van de klok om de afstelmarge te vegroten. Een extra lange bout is nodig voor openingshoeken < 80 graden.
Begrenzingsbout voor de gesloten
❑
Begrenzingsbout voor de open positie
Fig. 25. Cylinder aandrijving, series BJA
7
WERKTUIGEN
Er is geen speciaal gereedschap nodig voor het plegen van onderhoud van de afsluiter. We bevelen echter een zogenaamde ’extraktor’ aan voor het verwijderen van de aandrijving. Dit gereedschap kan bij de fabrikant worden besteld.
8
HET BESTELLEN VAN RESERVE ONDERDELEN
Bij het bestellen van reserve onderdelen dient altijd de volgende informatie opgegeven te worden: ❑
❑
Fig. 24. Cylinder aandrijving, series BJ
Bij een drukloze aandrijving moet de afsluiter open staan. Draai de begrenzingsbout voor de gesloten positie geheel uit (aandrijvingshuis). Pas de getabuleerde afsluitdruk Pc toe op de luchttoevoeraansluiting aan de bodem van de cylinder, om de afsluiter tegen de veerkracht in te sluiten. Kontroleer door het gat van de begrenzingsbout dat de zuigerstang het cylindertopeinde niet raakt. Indien dit het geval is, draai dan de beugelschroeven los en draai de aandrijving in de richting van de klok om de afstelmarge te vegroten. Draai de begrenzingsboutsbout voor de gesloten positie dan in het aandrijvingshuis totdat deze de zuigerstang raakt, draai deze daarna een 1/4 slag terug en verzekeren met Loctite 225 of vergelijkbaar niet hard wordend afdichtingsmiddel. Het afdichtingsmiddel mag hierbij niet in de cylinder komen. Een extra lange bout is nodig voor openingshoeken < 80 graden.
Begrenzingsbout voor de gesloten positie
❑
Begrenzingsbout voor de open positie
Enkelsekende cylinder aandrijving BJA
De typekodering van de afsluiter (afkomstig van het identifikatieplaatje of dokumenten). Stuklijst nummer van de afsluiter, het stuknummer, naam van het onderdeel en het gewenste aantal, of, het nummer van deze handleiding, het stuknummer, naam van het onderdeel en het gewenste aantal.
14
Tabel 7. Maat
80 100
125
150
200
250
300
350
400
450 500 600
700
750
800
Series L1L, sluitmomenten SluitBC en BJ BC BJ BJA BJK BJKA Quadra-Powr aandrijving veerveermoment aandrijving toevoerveerveerveerveersluitend openend druk sluitend openend sluitend openend Pc Pc Pc Pc Pc Pc Pc Mc (bar) / (psi) (bar) / (psi) (Nm) / (lbf ft) (bar) / (psi) (bar) / (psi) (bar) / (psi) (bar) / (psi) (bar) / (psi) 45 / 33 6 2.5 / 36 QP2C 0.6 / 9 3.6 / 52 8 2.1 / 30 0.7 / 10 3.3 / 48 0.3 / 4 2.8 / 41 QP3C 1.1 / 16 3.2 / 46 10 1.6 / 23 1.1 / 16 2.8 / 41 0.7 / 10 2.2 / 32 75 / 55 6 4.1 / 59 QP2C 4.3 / 62 8 3.4 / 49 0.2 / 3 3.8 / 55 *) veer 3.3 / 48 QP3C 0.8 / 12 3.5 / 51 9 2.1 / 30 10 1.9 / 28 0.9 / 13 3.1 / 45 0.5 / 7 2.6 / 38 11 1.1 / 16 110 / 80 6 6.0 / 87 QP3C 0.3 / 4 3.9 / 57 8 5.0 / 72 *) veer 4.5 / 65 3.8 / 55 QP4C 1.0 / 14 3.3 / 48 9 3.0 / 43 10 2.4 / 35 0.6 / 9 3.4 / 49 0.2 / 3 2.9 / 42 11 1.5 / 22 12 1.3 / 19 1.1 / 16 3.0 / 43 0.7 / 10 2.2 / 32 150 / 6 8.2 / 119 QP3C 4.3 / 62 110 9 4.1 / 59 QP4C 0.8 / 12 3.5 / 51 10 3.3 / 48 0.2 / 3 3.8 / 55 *) veer 3.2 / 46 11 2.1 / 30 12 1.6 / 23 0.9 / 13 3.1 / 45 0.5 / 7 2.6 / 38 300 / 10 6.5 / 94 *) veer 5.0 / 72 4.4 / 64 QP4C 4.3 / 62 220 11 4.2 / 61 QP5C 0.8 / 12 3.5 / 51 12 3.3 / 48 0.2 / 3 3.8 / 55 *) veer 3.2 / 46 13 2.1 / 30 16 1.6 / 23 0.9 / 13 3.1 / 45 0.5 / 7 2.6 / 38 500 / 12 5.5 / 80 *) veer 4.6 / 67 4.0 / 58 QP5C 0.1 / 1 4.1 / 59 370 13 3.5 / 51 16 2.8 / 41 0.5 / 7 3.6 / 52 *) veer 3.0 / 43 17 1.8 / 26 825 / 13 5.8 / 84 610 16 4.5 / 65 *) veer 4.2 / 61 3.6 / 52 17 3.0 / 43 20 2.3 / 33 0.6 / 9 3.4 / 49 0.2 / 3 2.8 / 41 1160 / 16 6.4 / 93 *) veer 4.9 / 71 4.3 / 62 860 17 4.2 / 61 20 3.3 / 48 0.3 / 4 3.7 / 54 *) veer 3.1 / 45 25 1.7 / 25 0.9 / 13 3.1 / 45 0.5 / 7 2.6 / 38 1650 / 16 9.5 / 138 5.9 / 86 5.2 / 75 1220 17 6.0 / 87 20 4.7 / 68 *) veer 4.2 / 61 3.6 / 52 25 2.4 / 35 0.6 / 9 3.4 / 49 0.2 / 3 2.8 / 41 2200 / 20 6.3 / 91 *) veer 4.8 / 70 4.2 / 61 1620 25 3.2 / 46 0.4 / 6 3.7 / 54 *) veer 3.1 / 45 32 1.6 / 23 0.9 / 13 3.1 / 45 0.5 / 7 2.5 / 36 2700 / 25 3.9 / 57 0.1 / 1 3.9 / 57 *) veer 3.3 / 48 1990 32 1.9 / 28 0.8 / 12 3.2 / 46 0.4 / 6 2.7 / 39 4400 / 25 6.4 / 93 *) veer 4.8 / 70 4.2 / 61 3240 32 3.2 / 46 0.4 / 6 3.7 / 54 *) veer 3.1 / 45 40 1.5 / 22 6500 / 32 4.7 / 68 *) veer 4.2 / 61 3.6 / 52 4790 322 0.6 / 9 0.2 / 3 40 2.3 / 33 50 1.2 / 17 8000 / 32 5.8 / 84 4.6 / 67 4.0 / 58 5900 322 0.5 / 7 *) veer 40 2.8 / 41 50 1.4 / 20 9400 / 322 0.3 / 4 *) veer 6930 40 3.3 / 48 50 1.7 / 25 -
900
12600 / 9290
1000
16400 / 12090
1200
25600 / 18880 40000 / 29500
1400
322 40 50 40 50 502 50 502 50 502
4.4 / 64 2.3 / 33 5.7 / 83 2.9 / 42 1.3 / 19 4.8 / 70 2.0 / 29 7.6 / 110 3.1 / 45
*) veer -
-
-
-
*) Het moment van de veer is niet toereikend om de lekdichtheid volgens ISO 5208 Rate D, BS 6755 Part 1 Rate D, ANSI/FCI 70.2 Class V, IEC 534-4 of MSS-SP72 / 1970.
AR11 M7
Primair moment M1 Handwiel (Nm) / (lbf ft) 4/3 4/3
AR11 M7
6/4 7/5
AR11 M7
9/7 10 / 7
AR11 M7
12 / 9 14 / 10
AR11 M10
24 / 18 27 / 20
AR11 M12
40 / 30 44 / 32
AR21 M14
50 / 37 51 / 38
AR21 M14
70 / 52 72 / 53
AR31 (AR21) M15
70 / 52 95 / 70 80 / 59
AR31 M15 M16 AR41 M16 AR41 M16
95 / 70 107 / 779 83 / 61 110 / 80 102 / 75 190 / 140 166 / 122
Handbediende aandrijving
Limitorque Torkmatic T325/SGA 75 / 55 WTR60/SGA 75 / 55 Limitorque T325/SGA T425/SGA WTR130/SGA Limitorque T325/SGA T425/SGA WTR130/SGA Limitorque T425/SGA WTR130/SGA Limitorque T425/SGA WTR130/SGA Limitorque T450/SGA Limitorque T500/SGA
Torkmatic 90 / 65 95 / 70 65 / 48 Torkmatic 100 / 75 110 / 80 75 / 55 Torkmatic 150 / 110 100 / 75 Torkmatic 190 / 140 130 / 95 Torkmatic 200 / 150 Torkmatic 210 / 155
15
Tabel 8. Series L1M, sluitmomenten Maat
80
100
125
150
200
250
300 350
400 450
500 600
700
750 800
900 1000
BC en BJ BC BJ BJA BJK BJKA Quadra- Quadra-Powr Quadra-Powr Handveeraandrijving toevoerveerveerveerveerPowr veerbediende druk sluitend openend sluitend openend aandrijving sluitend openend aandrijving Pc Pc Pc Pc Pc Pc Pc Mc (Nm) / (lbf ft) (bar) / (psi) (bar) / (psi) (bar) / (psi) (bar) / (psi) (bar) / (psi) (bar) / (psi) (bar) / (psi) 45 / 33 6 2.5 / 36 QP2C 0.6 / 9 3.6 / 52 AR 11 8 2.1 / 30 0.7 / 10 3.3 / 48 0.3 / 4 2.8 / 41 QP3C 1.1 / 16 3.2 / 46 M7 10 1.6 / 23 1.1 / 16 2.8 / 41 0.7 / 10 2.2 / 32 75 / 55 6 4.1 / 59 QP2C 4.3 / 62 AR 11 8 3.4 / 49 0.2 / 3 3.8 / 55 *) veer 3.3 / 48 QP3C 0.8 / 12 3.5 / 51 M7 9 2.1 / 30 10 1.9 / 28 0.9 / 13 3.1 / 45 0.5 / 7 2.6 / 38 11 1.1 / 16 110 / 80 6 6.0 / 87 QP3C 0.3 / 4 3.9 / 57 AR 11 8 5.0 / 72 *) veer 4.5 / 65 3.8 / 55 QP4C 1.0 / 14 3.3 / 48 M7 9 3.0 / 43 10 2.4 / 35 0.6 / 9 3.4 / 49 0.2 / 3 2.9 / 42 11 1.5 / 22 12 1.3 / 19 1.1 / 16 3.0 / 43 0.7 / 10 2.2 / 32 230 / 10 5.0 / 72 *) veer 4.4 / 64 3.8 / 55 QP4C 0.3 / 4 3.9 / 57 AR 11 170 11 3.2 / 46 QP5C 1.0 / 14 3.3 / 48 M10 12 2.5 / 36 0.5 / 7 3.5 / 51 0.1 / 1 2.9 / 42 13 1.6 / 23 16 1.3 / 19 0.9 / 13 3.0 / 43 0.6 / 9 2.3 / 33 460 / 11 6.4 / 93 QP5C 0.3 / 4 3.9 / 57 AR 11 340 12 5.0 / 72 *) veer 4.4 / 64 3.8 / 55 M14 13 3.2 / 46 16 2.5 / 36 0.5 / 7 3.5 / 51 0.1 / 1 2.9 / 42 17 1.7 / 25 20 1.4 / 20 1.0 / 14 2.9 / 42 0.6 / 9 2.3 / 33 800 / 13 5.6 / 81 AR 21 590 16 4.4 / 64 *) veer 4.2 / 61 3.6 / 52 M14 17 2.9 / 42 20 2.3 / 33 0.7 / 10 3.3 / 48 0.3 / 4 2.8 / 41 1250 / 17 4.6 / 67 AR 21 920 20 3.6 / 52 0.2 / 3 3.8 / 55 *) veer 3.2 / 46 M15 25 1.8 / 26 0.8 / 12 3.2 / 46 0.4 / 6 2.6 / 38 1750 / 17 6.4 / 93 AR 31 1290 20 5.0 / 72 *) veer 4.3 / 62 3.7 / 54 M16 25 2.6 / 38 0.6 / 9 3.4 / 49 0.2 / 3 2.9 / 42 32 1.3 / 19 1.0 / 14 2.9 / 42 0.6 / 9 2.3 / 33 2500 / 25 3.6 / 52 0.2 / 3 3.8 / 55 *) veer 3.2 / 46 AR 31/41 1840 32 1.8 / 26 0.8 / 12 3.2 / 46 0.4 / 6 2.6 / 38 M16 3400 / 25 4.9 / 71 *) veer 4.3 / 62 3.7 / 54 AR 41 2510 32 2.4 / 35 0.6 / 9 3.4 / 49 0.2 / 3 2.8 / 41 M16 40 1.2 / 17 4100 / 32 3.0 / 43 0.4 / 6 3.6 / 52 *) veer 3.0 / 43 AR 41 3020 40 1.4 / 20 M16 322 0.9 / 13 3.0 / 43 0.5 / 7 2.4 / 35 6700 / 32 4.8 / 70 *) veer 4.3 / 62 3.6 / 52 Limitorque 4940 322 0.6 / 9 0.2 / 3 T325/SGA 40 2.3 / 33 WTR60/SGA (AR 41) 9800 / 322 0.2 / 3 *) veer Limitorque 7230 40 3.4 / 49 T325/SGA 50 1.8 / 26 WTR60/SGA 12000 / 322 *) veer Limitorque 8850 40 4.2 / 61 T425/SGA 50 2.2 / 32 WTR130/SGA 14000 / 40 4.9 / 71 Limitorque 10320 50 2.5 / 36 T425/SGA WTR130/SGA 19000 / 50 3.4 / 49 Limitorque 14010 502 1.5 / 22 WTR130/SGA 25000 / 50 4.5 / 65 Limitorque 18440 502 2.0 / 29 T450/SGA Sluitmoment
*) Het moment van de veer is niet toereikend om de lekdichtheid volgens ISO 5208 Rate D, BS 6755 Part 1 Rate D, ANSI/FCI 70.2 Class V, IEC 534-4 of MSS-SP72 / 1970.
Primair moment M1 Handwiel (Nm) / (psi) 4/3 4/3 6/4 7/5
9/7 10 / 7
20 / 15 21 / 15
37 / 27 28 / 21
50 / 37 49 / 36 75 / 55 61 / 45 75 / 55 85 / 63 110 / 80 94 / 69 145 / 110 128 / 94 175 / 130 155 / 114 Torkmatic 75 / 55 75 / 55 280 / 210 Torkmatic 110 / 80 110 / 80 Torkmatic 150 / 110 95 / 70 Torkmatic 170 / 125 110 / 80 Torkmatic 150 / 110 Torkmatic 130 / 95
16
9
UITTREKTEKENING EN STUKLIJST Identifikatienummer Gietnummer Fabrikage nummer
Stuk. nr. Aantal 1 1 2 1 3 1 4 1 9 1 10 1 11 1 12 1 13 1 14 3 15 1 16 1 18 1 19 1 20 1 set 24 2 25 2 26 27 28 1 29 1 42 2
Omschrijving Afsluiterhuis Flensring Schotel Zitting Pakkingdrukker Bodem flens Drijfas As Spie Pen Lager Lager Dichting Huisafdichting Stopbuspakking Draadeind Zeskantmoer Zeskantbout Inbusbout Hijsoog (DN600- ) Identifikatieplaatje Opsluitplaatje
Aanbevolen reserveonderdelen
x
x x x
17
10
AFMETINGEN EN GEWICHTEN E
C P
R
ØO
DN
N
A
A1
B
M
K S
S
U V
U
V
V
U
U
V
S
S
T
T
T
L1l/PN 25 Afmetingen, mm DN
A
A1
B
C
E
S
T
U mm
V mm
Afmetingen, mm O
R
M
P
N
Gewicht kg
80
49
19
132
80
180
70
-
M10
M8
15
70
4,76
17
25
4
100
56
22
160
100
210
90
-
M12
M8
20
80
4,76
22,2
35
6
125
64
22
190
115
225
90
-
M12
M8
20
80
4,76
22,2
35
9
150
70
29
216
130
290
110
32
M12
M8
20
110
4,76
22,2
35
15
200
71
28
272
160
320
110
32
M12
M10
25
110
6,35
27,8
46
20
250
76
31
327
210
360
130
32
M12
M10
30
140
6,35
32,9
51
30
300
83
33
375
275
420
130
32
M12
M10
35
140
9,52
39,1
58
45
350
92
38
435
290
460
160
40
M16
M10
40
165
9,52
44,2
68
70
400
102
41
485
330
500
160
40
M16
M14
45
165
12,7
50,4
80
95
500
127
53
590
415
600
160
55
M20
M14
55
180
12,7
60,6
90
160
600
154
65
690
505
745
230
90
M27
M18
70
250
19,05
78,2
119
280
700
229
96
805
545
810
230
90
M27
M18
85
250
22,23
94,7
146
400
800
241
101
910
600
960
330
120
M33
M20
95
330
22,23
104,8
156
550
900
241
105
1010
660
995
330
120
M33
M20
105
330
25,4
116,2
180
710
1000
300
130
1120
715
1090
330
120
M33
M20
120
330
31,75
133,8
205
950
E
S
T
U mm
V mm
O
R
N
Gewicht kg
L1M/PN 40 Afmetingen, mm DN
A
A1
B
C
Afmetingen, mm M
P
80
49
19
132
80
180
70
-
M10
M8
15
70
4,76
17
25
4
100
56
22
160
100
210
90
-
M12
M8
20
80
4,76
22,2
35
6
125
64
22
190
115
225
90
-
M12
M8
20
80
4,76
22,2
35
9
150
76
31,5
245
150
280
110
32
M12
M10
25
110
6,35
27,8
46
20
200
89
38
303
205
350
130
32
M12
M10
35
140
9,52
39,1
58
40
250
114
56
352
265
435
160
40
M16
M14
45
165
12,7
50,4
80
70
300
114
53
415
305
490
160
55
M20
M14
50
180
12,7
55,5
90
90
350
127
62
470
335
515
160
55
M20
M14
55
180
12,7
60,6
90
125
400
165
83
530
385
635
230
90
M27
M18
70
250
19,05
78,2
119
200
500
200
100
625
465
705
230
90
M27
M18
85
250
22,23
94,7
146
305
600
240
120
743
525
860
330
120
M33
M20
95
330
22,23
104,8
156
540
700
250
125
848
615
935
330
120
M33
M27
120
330
31,75
133,8
205
830
900
360
180
1100
730
1060
360
135
M33
M27
165
330
38,10
181,0
280
2000
18
L1L + M
Z
V
G B DN
A1 A
H
L1L + M Type
F
G
J
V
øZ
kg
M07
196
152
58
39
125
3
M10
297
239
67
52
200
5
M12
357
282
81
67
250
10
M14
435
345
94
90
457
18
M15
532
406
106
123
457
31
M16
642
466
127
154
610
45
L1L + RM
L1L + RM Afsluitertype en aandrijving
DN
A
A1
J
C
B
C 80
H
J
K
L
260 180 100 400
kg
L1L 80 - RM415
80
49
19
132
L1L 100 - RM420
100
56
22
160 100 310 210 100 400
5 8
L1L 125 - RM420
125
64
22
190 115 340 225 100 400
11
L1L 150 - RM520
150
70
29
216 130 420 290 130 500
19
F
19
L1L + BC/B1C (DN 80...400)
NPT X
G F
NPT DN B
V
C
A1
J
I
H
A
Afmetingen, mm
Afsluitertype en aandrijving
DN
A
A1
B
C
F
G
H
L1L 80 - BC6
80
49
19
132
80
400
260
L1L 80 - BC9
80
49
19
132
80
455
315
L1L 100 - BC6
100
56
22
160
100
400
260
X
I
J
V
375
90
225
213
36
370
110
225
214
43
415
90
225
233
36
Gewicht 5 kg
H*
1/4
9
375
1/4
15
370
1/4
11
415
NPT
L1L 100 - BC9
100
56
22
160
100
455
315
410
110
225
234
43
1/4
17
410
L1L 100 - BC11
100
56
22
160
100
540
375
420
135
230
240
51
3/8
22
420
L1L 125 - BC6
125
64
22
190
115
400
260
445
90
225
248
36
1/4
14
445
L1L 125 - BC9
125
64
22
190
115
455
315
440
110
225
249
43
1/4
20
440
L1L 125 - BC11
125
64
22
190
115
540
375
450
135
230
255
51
3/8
25
450
L1L 150 - BC9
150
70
29
216
130
455
315
505
110
225
299
43
1/4
26
505
L1L 150 - BC11
150
70
29
216
130
540
375
515
135
230
305
51
3/8
34
515
L1L 150 - BC13
150
70
29
216
130
635
445
560
175
245
331
65
3/8
48
565
L1L 200 - BC11
200
71
28
272
160
540
375
575
135
230
335
51
3/8
38
575
L1L 200 - BC13
200
71
28
272
160
635
445
620
175
245
361
65
3/8
53
625
L1L 200 - BC17
200
71
28
272
160
770
545
650
215
260
376
78
1/2
76
655
L1L 250 - BC11
250
76
31
327
210
540
375
665
135
230
375
51
3/8
51
665
L1L 250 - BC13
250
76
31
327
210
635
445
690
175
245
381
65
3/8
66
695
L1L 250 - BC17
250
76
31
327
210
770
545
720
215
260
396
78
1/2
89
725
L1L 300 - BC13
300
83
33
375
275
635
445
815
175
245
441
65
3/8
81
820
L1L 300 - BC17
300
83
33
375
275
770
545
845
215
260
456
78
1/2
105
850
L1L 300 - BC20
300
83
33
375
275
840
575
875
215
275
475
97
1/2
125
890
L1L 350 - BC17
350
92
38
435
290
770
545
875
215
260
471
78
1/2
145
880
L1L 350 - BC20
350
92
38
435
290
840
575
905
215
275
490
97
1/2
185
920
L1C 350 - BC25
350
92
38
435
290
1040
710
985
265
310
533
121
1/2
210
1015
L1C 400 - BC17
400
102
41
485
330
770
545
955
215
260
511
78
1/2
150
960
L1C 400 - BC20
400
102
41
485
330
840
575
985
215
275
530
97
1/2
175
1000
L1C 400 - BC25
400
102
41
485
330
1040
710
1065
265
310
573
121
1/2
235
1095
* = Afmeting H voor BCM
20
L1L + BC/B1C (DN 500...1000) Afmetingen, mm
Afsluitertype en aandrijving
DN
A
A1
B
C
F
G
H
X
I
J
V
NPT
Gewicht kg
*H
L1L 500 - BC25
500
127
53
590
415
1040
710
1235
265
310
658
L1L 500 - BC32
500
127
53
590
415
1330
910
1320
395
350
705
121
1/2
305
1265
153
3/4
420
L1L 600 - BC25
600
154
65
690
505
1040
710
1410
265
310
1350
743
121
1/2
425
L1L 600 - BC32
600
154
65
690
505
1330
910
1485
395
1440
350
780
153
3/4
540
L1L 600 - BC40
600
154
65
690
505
1660
1150
1610
505
1515
365
850
194
3/4
755
1655
L1L 700 - BC32
700
229
96
805
545
1330
910
1590
395
350
845
153
3/4
650
1620
L1L 700 - BC40
700
229
96
805
545
1660
1150
1715
505
365
915
194
3/4
875
1760
L1L 700 - BC50
700
229
96
805
545
1970
1350
1815
610
415
965
242
1
1260
-
L1L 800 - BC32
800
241
101
910
600
1330
910
1725
395
350
925
153
3/4
820
1755
L1L 800 - BC40
800
241
101
910
600
1660
1150
1865
505
365
1010
194
3/4
1035
1910
L1L 800 - BC50
800
241
101
910
600
1970
1350
1965
610
415
1060
242
1
1410
-
L1L 900 - BC40
900
241
105
1010
660
1660
1150
1960
505
365
1045
194
3/4
1185
1205
L1L 900 - BC50
900
241
105
1010
660
1970
1350
2060
610
415
1095
242
1
1580
-
L1L 1000 - BC40
1000
300
130
1120
715
1660
1150
2110
505
365
1140
194
3/4
1455
2155
L1L 1000 - BC50
1000
300
130
1120
715
1970
1350
2210
610
415
1190
242
1
1830
-
Afsluitertype en aandrijving
DN
A
A1
B
C
F
G
H
X
I
J
V
NPT
Gewicht kg
*H
L1M 80 - BC6
80
49
19
132
80
400
260
375
90
225
213
36
1/4
9
375
L1M 80 - BC9
80
49
19
132
80
455
315
370
110
225
214
43
1/4
15
370
L1M 100 - BC6
100
56
22
160
100
400
260
415
90
225
234
36
1/4
11
415
L1M 100 - BC9
100
56
22
160
100
455
315
410
110
225
234
43
1/4
17
410
L1M 100 - BC11
100
56
22
160
100
540
375
420
135
230
240
51
3/8
23
420
L1M 125 - BC6
125
64
22
190
115
400
260
445
90
225
248
36
1/4
14
445
L1M 125 - BC9
125
64
22
190
115
455
315
440
110
225
249
43
1/4
20
440
L1M 125 - BC11
125
64
22
190
115
540
375
450
135
230
255
51
3/8
26
450
L1M 150 - BC11
150
76
32
245
150
540
375
525
135
230
295
51
3/8
39
525
L1M 150 - BC13
150
76
32
245
150
635
445
570
175
245
321
65
3/8
54
575
L1M 150 - BC17
150
76
32
245
150
770
545
600
215
260
336
78
1/2
77
605
L1M 200 - BC13
200
89
38
303
205
635
445
675
175
245
371
65
3/8
74
680
L1M 200 - BC17
200
89
38
303
205
770
545
705
215
260
386
78
1/2
97
710
L1M 200 - BC20
200
89
38
303
205
840
575
735
215
275
405
97
1/2
115
750
L1M 250 - BC17
250
114
56
352
265
770
545
825
215
260
446
78
1/2
130
830
L1M 250 - BC20
250
114
56
352
265
840
575
855
215
275
465
97
1/2
145
870
L1M 250 - BC25
250
114
56
352
265
1040
710
935
265
310
508
121
1/2
205
965
L1M 300 - BC20
300
114
53
415
305
840
575
955
215
275
525
97
1/2
170
970
L1M 300 - BC25
300
114
53
415
305
1040
710
1015
265
310
548
121
1/2
230
1045
L1M 350 - BC20
350
127
62
470
335
840
575
1010
215
275
550
97
1/2
200
1025
L1M 350 - BC25
350
127
62
470
335
1040
710
1070
265
310
573
121
1/2
265
1100
L1M 400 - BC25
400
165
83
530
385
1040
710
1180
265
310
633
121
1/2
340
1210
L1M 400 - BC32
400
165
83
530
385
1330
910
1255
395
350
670
153
3/4
465
1285
L1M 500 - BC32
500
200
100
625
465
1330
910
1405
395
350
740
153
3/4
570
1435
L1M 500 - BC40
500
200
100
625
465
1660
1150
1530
505
365
810
194
3/4
775
1575
L1M 600 - BC32
600
240
120
743
525
1330
910
1550
395
350
825
153
3/4
810
1580
L1M 600 - BC40
600
240
120
743
525
1660
1150
1690
505
365
910
194
3/4
1015
1735
L1M + BC/B1C Afmetingen, mm
21
NPT
X
G F
DN B
V
A1
J
C
A
I
H
L1L + BJ/B1J Afsluitertype en aandrijving
Afmetingen, mm DN
A
A1
B
C
F
G
H
X
I
J
V
NPT
Gewicht kg
L1L 80 - BJ8
80
49
19
132
80
560
420
370
135
200
213
43
3/8
20
L1L 100 - BJ8
100
56
22
160
100
560
420
415
135
200
238
43
3/8
23
L1L 100 - BJ10
100
56
22
160
100
650
490
435
175
205
245
51
3/8
33
L1L 125 -BJ8
125
64
22
190
115
560
420
445
135
200
253
43
3/8
26
L1L 125 - BJ10
125
64
22
190
115
650
490
465
175
205
260
51
3/8
36
L1L 150 - BJ10
150
70
29
216
130
650
490
525
175
205
305
51
3/8
42
L1L 150 - BJ12
150
70
29
216
130
800
620
570
215
215
331
65
1/2
68
L1L 200 - BJ10
200
71
28
272
160
650
490
585
175
205
335
51
3/8
47
L1L 200 - BJ12
200
71
28
272
160
800
620
630
215
215
361
65
1/2
73
L1L 200 - BJ16
200
71
28
272
160
990
760
670
265
235
376
78
1/2
115
L1L 250 - BJ12
250
76
31
327
210
800
620
690
215
215
371
65
1/2
85
L1L 250 -BJ16
250
76
31
327
210
990
760
730
265
235
386
78
1/2
125
L1L 300 - BJ16
300
83
33
375
275
990
760
865
265
235
446
78
1/2
140
L1L 300 - BJ20
300
83
33
375
275
1200
935
950
395
250
475
97
3/4
210
L1L 350 - BJ16
350
92
38
435
290
990
760
895
265
235
471
78
1/2
165
L1L 350 - BJ20
350
92
38
435
290
1200
935
990
395
250
500
97
3/4
235
L1L 350 - BJ25
350
92
38
435
290
1530
1200
1080
505
290
533
121
3/4
390
L1L 400 - BJ20
400
102
41
485
330
1200
935
1070
395
250
540
97
3/4
260
L1L 400 - BJ25
400
102
41
485
330
1530
1200
1160
505
290
573
121
3/4
420
L1L 500 - BJ25
500
127
53
590
415
1530
1200
1330
505
290
658
121
3/4
480
L1L 500 - BJ32
500
127
53
590
415
1830
1410
1390
540
330
705
153
1
870
L1L 600 - BJ25
600
154
65
690
505
1530
1200
1505
505
290
743
121
3/4
600
L1L 600 - BJ32
600
154
65
690
505
1830
1410
1555
540
330
780
153
1
990
L1L 700 - BJ32
700
229
96
805
545
1830
1410
1660
540
330
845
153
1
1120
L1L 800 - BJ32
800
241
101
910
600
1830
1410
1795
540
330
925
153
1
1270
DN
A
A1
B
C
H
X
I
J
V
NPT
Gewicht kg
L1M + BJ/B1J Afsluitertype en aandrijving
Afmetingen, mm F
G
L1M 80 - BJ8
80
49
19
132
80
560
420
370
135
200
213
43
3/8
20
L1M 100 -BJ8
100
56
22
160
100
560
420
415
135
200
238
43
3/8
23
L1M 100 -BJ10
100
56
22
160
100
650
490
435
175
205
245
51
3/8
33
L1M 125 -BJ8
125
64
22
190
115
560
420
445
135
200
253
43
3/8
26
L1M 125 -BJ10
125
64
22
190
115
650
490
455
175
205
260
51
3/8
36
L1M 150 -BJ10
150
76
32
245
150
650
490
535
175
205
295
51
3/8
47
L1M 150 - BJ12
150
76
32
245
150
800
620
580
215
215
321
65
1/2
73
L1M 200 - BJ12
200
89
38
303
205
800
620
675
215
215
361
65
1/2
93
L1M 200 - BJ16
200
89
38
303
205
990
760
715
265
235
376
78
1/2
135
L1M 250 -BJ16
250
114
56
352
265
990
760
845
265
235
446
78
1/2
165
L1M 250 -BJ20
250
114
56
352
265
1200
935
940
395
250
475
97
1/2
235
L1M 300 -BJ20
300
114
53
415
305
1200
935
1020
395
250
515
97
3/4
255
L1M 300 - BJ25
300
114
53
415
305
1530
1200
1105
505
290
548
121
3/4
410
L1M 350 -BJ20
350
127
62
470
335
1200
935
1075
395
250
540
97
3/4
290
L1M 350 - BJ25
350
127
62
470
335
1530
1200
1160
505
290
573
121
3/4
445
L1M 400 - BJ25
400
165
83
530
385
1530
1200
1270
505
290
633
121
3/4
520
L1M 400 - BJ32
400
165
83
530
385
1830
1410
1325
540
330
670
153
1
915
L1M 500 - BJ32
500
200
100
625
465
1830
1410
1475
540
330
740
153
1
1020
L1M 600 - BJ32
600
240
120
743
525
1830
1410
1620
540
330
825
153
1
1260
22
11
TYPEKODERING VLINDERKLEPAFSLUITER, Series L1, L2, DIN uitvoering 1.
1. S-
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11..
L1
L
M
A
250
K
K
J
A
F
S-DISC KONSTRUKTIE Stromingsbalancerend binnenwerk aan de uitlaatzijde van het huis
2. L1 L2
PRODUKTSERIES Tussenklemtype, volledige doorlaatopening Met monoflens, volledige doorlaatopening
3. L M
PN 10/16 (25) (25) PN 40 (25)
DRUKKLASSEN
4. M
Metalen zitting
5. A C H Y
KONSTRUKTIE Standaard uitvoering Cryogene uitvoering Hoge temperatuursuitvoering Speciale konstruktie
6. 7. K L R Y
ZITINGSONTWERP
MAAT 80...100 HUISMATERIAAL Werkstoff no. 1.4408 Werkstoff no. 1.4308 Werkstoff no. 1.0619 Speciaal materiaal
12.
/
13..
01
8. K L Y
SCHOTELMATERIAAL Werkstoff no. 1.4408 Werkstoff no. 1.4308 Speciaal materiaal
9. C J Y
AS- EN PENMATERIAAL 17-4PH SIS 2324 Speciaal materiaal
10. A B Y
Incoloy 825 SS Avesta 248 SV Speciaal materiaal
11. F T G Y
NIET STANDAARD UITVOERING Grafiet stopbuspakking Veerbelaste PTFE stopbuspakking Veerbelaste grafiet stopbuspakking Speciaal materiaal
12. 01
BEWERKING VAN HET FLENSOPPERVLAK Zonder teken: Stock Finish Smooth Finish
13.
FLENSBORING Zonder teken: volgens de drukklasse van de afsluiter als standaard
ZITTINGSMATERIAAL
Metso Automation Inc. Europe, Levytie 6, P.O. Box 310, 00811 Helsinki, Finland. Tel. +358 20 483 150. Fax +358 20 483 151 North America, 44 Bowditch Drive, P.O. Box 8044, Shrewsbury, MA 01545, USA. Tel. +1 508 852 0200. Fax +1 508 852 8172 Latin America, Av. Central, 181-Chácaras Reunidas,12238-430 São José dos Campos, SP Brazil. Tel. +55 123 935 3500. Fax +55 123 935 3535 Asia Pacific, 501 Orchard Road, #05-09 Wheelock Place, 238880 Singapore. Tel. +65 673 552 00. Fax +65 673 545 66 Middle East, Roundabout 8, Unit AB-07, P.O. Box 17175, Jebel Ali Freezone, Dubai, United Arab Emirates. Tel. +971 4 883 6974. Fax +971 4 883 6836 www.metsoautomation.com