KOELINSTALLATIES DERDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS september 2005 LICAP – BRUSSEL D/2005/0279/006
KOELINSTALLATIES DERDE GRAAD BSO LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS LICAP – BRUSSEL D/2005/0279/006 september 2005 (vervangt D/1992/0279/033B met ingang van 1 september 2005) ISBN 90-6858-455-3
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Inhoud Lessentabel ........................................................................................................................5 1
Inleiding .................................................................................................................7
2
Studierichtingsprofiel en samenhang .................................................................8
2.1
2.8 2.9 2.10
Situering van de studierichting Koelinstallaties BSO in het logisch BSO-curriculum van de studiegebieden Koeling en warmte en Mechanica-elektriciteit .......................................8 Instroom .............................................................................................................................................9 Beginsituatie......................................................................................................................................9 Factoren die de keuze voor deze studierichting kunnen beïnvloeden........................................9 Persoonlijkheidsvereisten..............................................................................................................10 Sancties van de studies en uitstroom...........................................................................................10 Profilering van de studierichting Koelinstallaties BSO t.o.v. aanverwante studierichtingen in de 3de graad van het studiegebied Koeling en warmte.............................11 Studierichtingsprofiel .....................................................................................................................12 Doelstellingen..................................................................................................................................12 Van leerplan tot jaarplan ................................................................................................................13
3
Algemene pedagogisch-didactische wenken ...................................................13
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Inleiding............................................................................................................................................13 Geïntegreerd werken.......................................................................................................................14 Projectmatig werken .......................................................................................................................17 Aandachtspunten ............................................................................................................................17 De geïntegreerde proef ...................................................................................................................18 Welzijn op het werk en het behalen van een VCA B-attest .........................................................19
4
Evaluatie ..............................................................................................................19
4.1 4.2 4.3 4.4
Wat en waarom evalueren?............................................................................................................19 Wanneer evalueren? .......................................................................................................................19 Hoe evalueren?................................................................................................................................20 Hoe rapporteren ..............................................................................................................................20
5
Leerplandoelstellingen, leerinhouden en didactische wenken.......................21
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Kennis voor alle vormingsclusters ...............................................................................................21 Installatiewerkzaamheden aan koelinstallaties volgens opgelegde criteria en de code van de goede praktijk, uitvoeren ...................................................................................................30 Vormgeven door het bewerken en verbinden van plaat en profielmateriaal (U) ......................38 Een airconditioning installeren (U)................................................................................................45 Elektrische onderhoudswerkzaamheden uitvoeren (U) ..............................................................47 Via stages kennismaken met de bedrijfscultuur..........................................................................48
6
Minimale materiële vereisten .............................................................................49
6.1 6.2 6.3 6.4
Infrastructuur...................................................................................................................................49 Algemene uitrusting........................................................................................................................49 Gemeenschappelijk klein gerief ....................................................................................................50 Gemeenschappelijke materialen ...................................................................................................51
2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
3de graad BSO Koelinstallaties
3 D/2005/0279/006
7
Nuttige adressen .................................................................................................51
8
Nuttige websites..................................................................................................53
9
Bibliografie ..........................................................................................................54
4 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
Lessentabel Pedagogische vakbenaming Minimum-maximum
uren/week
Administratieve vakbenaming
30-36
30-36
Godsdienst
2
2
AV Godsdienst
Lichamelijke opvoeding
2
2
AV Lichamelijke opvoeding
Maatschappelijke vorming
0/2
0/2
AV Maatschappelijke vorming
Nederlands
0/2
0/2
AV Nederlands
Project algemene vakken
4/0
4/0
AV Project algemene vakken
Realisaties airco
0-2
0-2
PV Praktijk / TV Koeltechniek/ Elektromechanica/Mechanica/ Elektriciteit
Realisaties elektriciteit
0-2
0-2
PV Praktijk / TV Koeltechniek/ Elektromechanica/Mechanica/ Elektriciteit
22-24
22-24
Realisaties koeling
Realisaties plaatbewerking
0-2
0-2
12-14
12-14
PV Praktijk of PV/TV Stage (1) Koeltechniek/Elektromechanica/ Mechanica/Elektriciteit
10-12
10-12
TV Koeltechniek/ Elektromechanica/Mechanica/Elektriciteit PV Praktijk / TV Koeltechniek/ Elektromechanica/Mechanica/ Lassen-constructie
Leerplan in deze brochure opgenomen.
(1)
Minimum-maximum aantal uren stage: in het 1ste leerjaar: 0-2; in het 2de leerjaar: 2-6
3de graad BSO Koelinstallaties
5 D/2005/0279/006
1
Inleiding
Nieuwe impulsen Volgende impulsen liggen aan de basis van het vernieuwen van het leerplan: •
vernieuwde pedagogisch-didactische inzichten op het vlak van geïntegreerd werken en het bewaken van de diverse leerlijnen;
•
de zorg van de sector om de snel evoluerende technologieën te kunnen implementeren;
•
de vraag van zowel de onderwijsverstrekkers als van de werkgevers en werknemers om het onderwijsaanbod en het opleidingsaanbod zo transparant mogelijk te maken;
•
de vraag van het VEV naar een zo breed mogelijke polyvalente vorming;
•
de verticale samenhang bewaken op vernieuwde visies in de leerplannen van de basisopties, de beroepenvelden, de 2de graad Basismechanica, en Elektrische installaties en de studierichting Koelinstallaties BSO;
•
de mogelijkheden om vakoverschrijdende thema’s te integreren;
•
de stijgende aandacht voor veiligheid, gezondheid, hygiëne, milieu en ergonomie
•
de mogelijkheden die het geïntegreerd gebruik van ICT biedt zowel inhoudelijk als pedagogisch-didactisch.
3de graad BSO Koelinstallaties
7 D/2005/0279/006
2
Studierichtingsprofiel en samenhang
2.1
Situering van de studierichting Koelinstallaties BSO in het logisch BSOcurriculum van de studiegebieden Koeling en warmte en Mechanicaelektriciteit
Eerste graad
Tweede graad BSO
Derde graad BSO
Derde graad BSO
Studiegebied
2de leerjaar
1ste en 2de leerjaar
1ste en 2de leerjaar
3de leerjaar
3de graad
Elektriciteit (7 uur)
Elektrische installaties
Elektrische installaties
Industriële elektriciteit Computergestuurde werktuigmachines Matrijzenbouw
Industrieel onderhoud
Lassenconstructie
Metaal- en kunststofschrijnwerk
Mechanica-elektriciteit
Werktuigmachines
Fotolassen Pijpfitten-lassen-monteren
Kunststofverwerking
Composietverwerking
Metaal (7 uur) Auto-elektriciteit
Basismechanica Nijverheid (14 uur)
Bedrijfsvoertuigen Auto
Carrosserie
Carrosserie en spuitwerk
Vrachtwagenchauffeur
Bijzonder transport
Centrale verwarming en
Verwarmingsinstallaties
Non-ferro metalen dakbedekkingen
Koelinstallaties Elektriciteit (7 uur)
8 D/2005/0279/006
Koeling
sanitaire installaties
en warmte
Scheeps- en havenwerk
Auto
Diesel- en LPG-motoren
Koeltechnische installaties
Elektrische installaties
3de graad BSO Koelinstallaties
De plaats van de 3de graad Koelinstallaties BSO wordt in bovenstaand curriculumschema1 aangegeven. Dit schema – dat van links naar rechts wordt gelezen – geeft een aantal studierichtingen weer in een aantal studiegebieden van de tweede en de derde graad. Het studiegebied Mechanica-elektriciteit start vanaf de tweede graad. De studiegebieden Auto en Koeling en warmte starten pas vanaf de derde graad. Uit het schema blijkt dat de studierichting Koelinstallaties BSO: •
aansluit op de studierichtingen Basismechanica en Elektrische installaties BSO in de 2de graad;
•
een uitstekende voorbereiding is voor het specialisatiejaar Koeltechnische installaties.
2.2
Instroom
De meeste leerlingen in de 3de graad BSO Koeltechnieken volgden een logisch curriculum en komen uit de studierichting Basismechanica of Elektrische installaties 2de graad BSO. Toch komen ook leerlingen uit de 2de graad Mechanische technieken TSO, ofwel na het behalen van een Battest, ofwel na heroriëntering. Indien deze leerlingen een inspanning willen leveren om hun praktische vaardigheden te ontwikkelen en voldoende interesse hebben voor het uitvoeren van werkzaamheden koeltechnieken, hebben ze kans op slagen. Instroom vanuit andere studierichtingen is eerder zeldzaam. Leerlingen die pas in de 3de graad het Beroepssecundair Onderwijs aanvangen, hebben nood aan een speciale opvang.
2.3
Beginsituatie
Het merendeel van de leerlingen kwam dus al in min of meerdere mate in contact met praktische vaardigheden die nodig zijn bij werkzaamheden koelinstallaties. De studierichting bouwt bijgevolg vooral verder op de inzichten, vaardigheden en attitudes verworven in de tweede graad: •
vormgeven door het bewerken van plaat- en profielmateriaal, lassen en solderen,
•
vormgeven door het monteren en demonteren van constructieonderdelen,
•
vormgeven door het installeren van elektrische installaties en energiekringen.
2.4
Factoren die de keuze voor deze studierichting kunnen beïnvloeden
Bepaalde lichamelijke en fysische gebreken kunnen een belemmerende factor zijn voor het uitoefenen van één of meerdere beroepen waarop deze studierichting voorbereidt. Een gepaste oriëntering en begeleiding is dan ook ten zeerste aangewezen, enerzijds omdat ze invloed hebben op de slaagkansen van de leerlingen en anderzijds omdat ze de uitoefening van heel wat beroepen bemoeilijken. In heel wat beroepen – waarop deze studierichting voorbereidt – gelden bepaalde beroepsdrempels. •
lichamelijke letsels die de normale fysieke inspanning – eigen aan de diverse beroepen – beletten of bemoeilijken;
•
handicaps die het normaal motorisch functioneren – eigen aan het uitoefenen van diverse beroepen – bemoeilijken;
•
gewrichts- en rugaandoeningen;
•
beperkt gezichtsvermogen;
•
aandoeningen aan de luchtwegen;
•
producteczeem, contacteczeem en allergieën;
1
Dit is het schema dat progressief in voege ging vanaf het schooljaar 1999-2000.
3de graad BSO Koelinstallaties
9 D/2005/0279/006
•
2.5
kleurenblindheid.
Persoonlijkheidsvereisten
Vele beroepen stellen ook heel wat eisen op persoonlijkheidsvlak. Leerlingen van de studierichting Koelinstallaties BSO bezitten deze reeds in bepaalde mate of geven in ieder geval blijk dat ze deze willen ontwikkelen; •
interesse voor één of meerdere aansluitende beroepen,
•
verantwoordelijkheidszin,
•
flexibiliteitl en bereidheid om in diverse omstandigheden te functioneren,
•
aandacht voor aspecten die het welzijn op het werk bevorderen,
•
uitvoeringsgerichte communicatievaardigheid.
2.6
Sancties van de studies en uitstroom
Door het slagen in de studierichting Koelinstallaties krijgt de leerling een studiegetuigschrift van het 2de leerjaar van de 3de graad secundair onderwijs en bereikt hij de vaardigheden van een beginnend koelmonteur. Zoals reeds vermeld, biedt de studierichting Koelinstallaties ook een uitstekende voorbereiding voor een specialisatiejaar binnen het studiegebied Koeling en warmte zoals Koeltechnische installaties. In de specialisatiejaren kunnen de leerlingen ook een diploma van secundair onderwijs behalen. Door de realisatie van het profiel van de studierichting heeft de leerling een polyvalente vorming gekregen voor het uitvoeren van werkzaamheden Koelinstallaties. Heel wat functies kunnen dan ook worden uitgeoefend binnen de installatiebedrijven. Verder hebben de afgestudeerden via deze opleiding, de mogelijkheid om diverse certificaten te bereiken.
10 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
2.7
Profilering van de studierichting Koelinstallaties BSO t.o.v. aanverwante studierichtingen in de 3de graad van het studiegebied Koeling en warmte
In onderstaande tabel worden een aantal aanverwante (elektro)mechanische studierichtingen in de 3de graad van het studiegebied Mechanica-elektriciteit en Koeling en warmte opgesomd. Voor elke studierichting wordt de eigenheid verduidelijkt. Dit gebeurt enerzijds door een omschrijving te geven van het te bestuderen ‘studieobject’ en anderzijds door een schematische voorstelling dat het aandeel weergeeft van de theoretische en de praktische vormingscomponenten in het geheel van de opleiding.
Studierichting
Eigenheid Studieobject De studie van varianten van een uitgevoerd project Drie- en tweedimensionaal communiceren om het concept van productrealisaties te analyseren.
Elektromechanica TSO
Schematische voorstelling vormingscomponenten
uitvoeren 20%
Conceptuele kenmerken van productrealisaties uit de sector elektromechanica analyseren.
concept 80%
De impact van de conceptuele kenmerken van productrealisaties uit de sector elektromechanica op de uitvoering duiden. De studie van een uit te voeren project Communiceren om het concept van de werkzaamheden te begrijpen en de uitvoering voor te bereiden,
Koel- en warmtetechnieken Gevraagde kwaliteitscriteria te bereiken de TSO noodzakelijke uitvoeringsrichtlijnen formuleren,
uitvoeren 50%
concept 50%
De uitvoering voorbereiden, opvolgen en bijsturen. Het uitvoeren van een project Communiceren om de werkzaamheden koelinstallaties te kunnen uitvoeren. Koelinstallaties BSO
De kenmerken van het concept begrijpen en voorzieningen treffen om de uitvoering ervan mogelijk te maken.
concept 25%
uitvoere n 75%
Onder leiding de werkzaamheden koelinstallaties uitvoeren volgens opgelegde kwaliteitscriteria.
3de graad BSO Koelinstallaties
11 D/2005/0279/006
2.8
Studierichtingsprofiel
De studierichting Koelinstallaties BSO heeft een dubbele doelstelling. De startkwalificatie te verwerven om het beroep van Koelmonteur te kunnen uitoefenen. Dit houdt in dat hij/zij verantwoordelijkheid kan opnemen voor het eigen werk en – na een korte in service-training in het installatiebedrijf – aan de hand van technische informatie werkzaamheden Koelinstallaties kan uitvoeren. Voldoende competenties verwerven om zich te kunnen vervolmaken via vervolgopleidingen die op deze studierichting aansluiten. Inzonderheid kan dit in het specialisatiejaar Koeltechnische installaties en de talrijke (bedrijfs-) vervolgopleidingen waarbij heel wat certificaten kunnen worden behaald.
2.9
Doelstellingen
Leerlingen die de studierichting Koelinstallaties hebben gevolgd verwerven heel wat kennis en vaardigheden en streven naar attitudes. Sommige doelstellingen slaan op diverse vormingsclusters en hebben een belangrijke transferwaarde. Andere zijn specifiek en dienen voornamelijk om beroepsgerichte vaardigheden te verwerven.
2.9.1
Hoofddoelstellingen
2.9.1.1
Basis
•
Bij het uitvoeren volgens opgelegde criteria rekening houden met de elementen van de organisatie van een koeltechnisch bedrijf. −
De monteur in het koelbedrijf
−
Planning werkzaamheden
−
Veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu
−
Kostprijs
•
Tekeningen en schema’s lezen en aanvullen.
•
Installatiewerkzaamheden aan koelinstallaties volgens opgelegde criteria en de code van de goede praktijk, uitvoeren. −
Kennis van de koelinstallatie
−
Uitvoeren van koeltechnische installaties
−
Een koelinstallatie inbedrijfstellen
−
De uitgevoerde montagewerkzaamheden evalueren
−
Via stages kennismaken met de bedrijfscultuur
2.9.1.2 •
Complementair
Vormgeven door het bewerken en verbinden van plaat- en profielmateriaal −
Plaatbewerkingen uitvoeren
−
Verbindingstechnieken uitvoeren
•
Een airconditioning installeren
•
Elektrische onderhoudswerkzaamheden uitvoeren
12 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
2.9.2
Na te streven attitudes
Het is enorm belangrijk om attitudes bewust en expliciet op diverse momenten na te streven. Attitudes die bijzondere aandacht verdienen zijn de volgende: •
erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een opgedragen taak nauwkeurig te voltooien.
•
de afgesproken regels en afspraken naleven.
•
ondanks moeilijkheden, willen verder werken om het einddoel te bereiken.
•
bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden (andere materialen, andere gereedschappen, nieuwe opdrachten, nieuwe technologieën …).
•
zich inleven in de situatie waarin mensen zich bevinden, er begrip voor opbrengen en er tactvol mee omgaan.
•
bereid zijn om informatie te raadplegen en op te zoeken.
•
handelen met het oog op tevredenheid van zichzelf en van anderen.
•
in een team willen functioneren.
•
bereid zijn om correct en volledig te rapporteren,
•
probleemoplossend handelen en zoeken naar oplossingen voor problemen die zich stellen,
•
kwaliteitsvol en kostprijsbewust handelen
•
maatregelen treffen opdat richtlijnen i.v.m. preventie, milieu, gezondheid, hygiëne en ergonomie zouden kunnen worden nageleefd.
•
voor zijn mening durven uitkomen en deze op een beleefde manier formuleren en argumenteren, besluitvaardig zijn,
Al deze attitudes terzelfder tijd nastreven is uiteraard onmogelijk. Het is daarom aangewezen om in functie van de opdracht telkens één of enkele attitudes expliciet te benadrukken.
2.10
Van leerplan tot jaarplan
Dit leerplan is een graadleerplan. Het lerarenteam dient, in overleg, de leerplandoelstellingen en leerinhouden te spreiden over de twee leerjaren. Dit moet resulteren in een gezamenlijk opgestelde jaarplanning.
3
Algemene pedagogisch-didactische wenken
3.1
Inleiding
Dit leerplan wil hoofdzakelijk een leidraad zijn. De erin opgenomen doelstellingen en leerinhouden zijn een referentiekader waarmee het lerarenteam vrij kan omgaan. Het is zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop deze doelstellingen en leerinhouden door de leerlingen kunnen worden verworven. De gekozen pedagogischdidactische methode is dus niet zonder belang. De in dit leerplan opgenomen pedagogisch-didactische wenken zijn dan ook bedoeld als suggesties, als tips. Het leerplan op zichzelf mag in geen geval een excuus zijn om niet naar de noden van de maatschappij en de verwachtingen van de leerlingen te luisteren. Daarom is het noodzakelijk dat er voldoende aandacht blijft bestaan voor opvoeding, voor ontplooiingskansen van elke individuele leerling, voor geloofsovertuiging… De geboden vorming is typisch en attractief is voor een koelmonteur. De samenhang tussen hetgeen in de klas gebeurt en in de realiteit van het arbeidsproces in het bedrijfsleven is duidelijk. Het gegeven onderwijs is dus levensecht.
3de graad BSO Koelinstallaties
13 D/2005/0279/006
Het is belangrijk dat leerlingen tijdens hun leerproces zo dikwijls mogelijk succes beleven. Zij moeten dan ook voldoende worden gewaardeerd voor het gepresteerde werk. Gebruik zoveel mogelijk werkvormen. Combineer voortdurend de theorie en de praktijk. Doe steeds een beroep op denken en doen. Vermijd langdurige opdrachten met steeds terugkomende vaardigheden. Hou de momenten van theorie kort maar herhaal veelvuldig. Schenk voldoende aandacht aan het werken in team.
3.2
Geïntegreerd werken
3.2.1
Waarom geïntegreerd werken
Het geïntegreerd werken biedt onmiskenbaar een aantal pedagogisch-didactische voordelen. Deze worden hieronder in het kort besproken. Just in time learning Het geïntegreerd werken biedt de kans om de ogenblikken, waar aandacht wordt gevergd voor theorie, te plaatsen daar waar de kans op effect het grootst is. Bijvoorbeeld op het ogenblik waar de leerling de opdracht krijgt om iets uit te voeren en de vraag stelt: “Ik moet dat nu uitvoeren, maar hoe moet dat nu en waarom?” De theorie wordt dus zoveel mogelijk gegeven in directe aansluiting met de praktijk. Krachtige leeromgeving De klemtoon dient gelegd op zinvol leren. Het leren moet voor de leerlingen de moeite waard zijn. Het ideale zou zijn dat zo realistisch mogelijk wordt gewerkt, zo dicht mogelijk aanleunend bij de beroepsrealiteit. Het “geïntegreerd werken” wordt nog leerkrachtiger en boeiender door met de klasgroep simultaan aan verschillende projecten te werken. Men kan kijken en vergelijken, van elkaar leren. Het leerproces van de leerling staat centraal De didactiek vertrekt niet van kennisoverdracht, maar van het verwerven van kennis door zelfwerkzaamheid. Het leerproces van de leerling staat centraal. Door het geven van opdrachten en uitdagingen stimuleert de leraar het leerproces van de leerling. De rol van de leraar is dus duidelijk deze van opdrachtgever, coach, begeleider. Het blijft uiteraard de opdracht om kennis en vaardigheden over te dragen, maar dan in de filosofie van: “liever dat de leerling het vraagt”, dan dat “de leraar het ongevraagd aanbiedt”. Werken in team Het opzetten van grotere projecten, waar meerdere leerlingen samen aanwerken, is de pedagogische aanpak bij uitstek om het werken in team aan te leren. Interdisciplinaire probleemsituaties De meeste projecten Het geïntegreerd werken vereist het gebruik van kennis en vaardigheden uit diverse domeinen (schetsen, diverse uitvoeringstechnieken, praktijk, PAV, ICT, …). Deze domeinen (vakken) vormen een samenhangend geheel. Daar er geen splitsing in vakken is, gebeurt de integratie van kennis en vaardigheden uit diverse disciplines automatisch. De leraar – beter het lerarenteam – dient echter wel te zorgen voor een goed evenwicht tussen theorie en praktijk. De de jaarplanning is hier bepalend. Een grote uitdaging is het bewaken van diverse leerlijnen. Herhaling en terugkoppeling Door telkens met nieuwe projecten te werken, waarin aspecten uit vorige voorkomen, is er voortdurend herhaling en terugkoppeling mogelijk. Voor een doelgroep – BSO – is dit, vanuit pedagogisch-didactisch standpunt, een groot pluspunt.
14 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
Succesbeleving Elk project biedt een nieuwe kans op succesbeleving. De leerling heeft dus niet alleen kans op succesbeleving op het einde van een semester, op het einde van een leerjaar maar na elk nieuw project. Dit houdt dus in dat er permanent wordt geëvalueerd. De eindevaluatie baseert zich dan op een portfolio van gerealiseerde en geëvalueerde doelstellingen.
3de graad BSO Koelinstallaties
15 D/2005/0279/006
3.2.2
Werken volgens het technologisch proces
Elk project dient in min of meerdere mate te verlopen volgens het technologische proces. Onderstaande flowchart licht dit proces toe.
Opdrachtbeschrijving vanuit een reële behoefte en formuleren van de eisen
Opdoen van de relevante voorkennis en verzamelen van de nodige gegevens
bijsturen evaluatie
OK
Voorbereiding, planning en organisatie
evaluatie
bijsturen
OK
Uitvoeren, realiseren
bijsturen
evaluatie
bijsturen
OK
Einde project
16 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
3.3
Projectmatig werken
Een mogelijkheid om integratie te bevorderen is het werken met projecten. In de context van dit leerplan verstaan we onder project: “Op inzichtelijke wijze Koelwerkzaamheden praktisch realiseren, individueel en/of in team, deels onder begeleiding, deels zelfstandig”. Binnen een project komen zowel kennis vaardigheden en attitudes aan bod. Ook is er voortdurend aandacht voor evaluatie en bijsturing. Kennis; begrippen en inzichten om een opgedragen taak inzichtelijk te kunnen uitvoeren. Dit betekent eenvoudig gezegd: het denken voor het doen, voorkennis en voorbereiding. Vaardigheden elementen nodig om de uitvoering te realiseren. Evaluatie slaat zowel op het proces als op het product met als bedoeling om de eigen kennis en vaardigheden bij te sturen en aldus te komen tot kwaliteitsverbetering. Onder attitude wordt verstaan: resultaatsgerichtheid, initiatief nemen, kostenbewustzijn, doorzetting, klantgerichtheid, kwaliteitszorg, werkmethodiek, discipline, interesse, sociale houding, …
3.4
Aandachtspunten
3.4.1
Het gebruik van Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Het is evident dat van de mogelijkheden die de computer, op het didactisch vlak biedt, optimaal gebruik moet worden gemaakt. Typische mogelijkheden die op dit leerplan betrekking hebben zijn: •
het opzoeken van onder meer: kenmerken van materialen, gereedschappen en uitvoeringstechnieken via Internet, cd-roms …,
•
het gebruik van educatieve programma’s in verband met het lezen van tekeningen, ruimtelijk voorstellingsen waarnemingsvermogen,
•
eenvoudige rekenbladen of geprogrammeerde formulieren om de kostprijs te berekenen,
•
programma’s ter ondersteuning van zelfevaluatie,
•
eenvoudige software om op een actieve manier kennis en inzichten te verwerven.
Er dient opgemerkt dat de programma’s die men aanwendt dermate gebruiksvriendelijk zijn dat de klemtoon ligt op de te verwerven leerplandoelstellingen en zeker niet op de beheersing van één of ander softwarepakket.
3.4.2
De aanpak van schetsen2 en tekenen3
Algemene doelstellingen Bij het schetsen en het technisch tekenen zijn de volgende doelstellingen van essentieel belang:
2
3
Onder een ‘schets’ verstaan we een voorstelling die in hoofdlijnen het onderwerp (vormgeving, werkingsprincipe, uitvoeringsmethode, …) toelicht. Onder een ‘technische tekening’ verstaan we de voorstelling van een uit te voeren of uitgevoerde constructie waarop alle afmetingen, materiaalaanduidingen, uitvoeringsvoorschriften, … éénduidig en op schaal worden weergegeven.
3de graad BSO Koelinstallaties
17 D/2005/0279/006
•
het verhogen van het waarnemings-, het voorstellingsvermogen en het ruimtelijk inzicht,
•
het begrijpen van uitvoeringstekeningen om volgens de verstrekte richtlijnen uit te voeren,
•
tekenen/schetsen als communicatiemiddel gebruiken vóór, tijdens en na de uitvoering van de werken.
Schetsen en tekenen geen doel op zich Het is dus absoluut niet de bedoeling dat de leerlingen zelf volledige plannen leren tekenen. Ze moeten de voorgelegde plannen en schema’s kunnen lezen en interpreteren om correct uit te voeren. Dit wil niet zeggen dat er niet getekend/geschetst mag worden, doch het maken van tekeningen situeert zich eerder op het vlak van communiceren in verband met de uitvoering of het aanbrengen van uitvoeringsgerichte aanvullingen. Daar er zoveel als mogelijk projectmatig wordt gewerkt staat het schetsen en het tekenen steeds in relatie met het praktisch werk. Het schetsen en het tekenen mag dus geen eigen leven gaan leiden los van de theoretische inzichten en de praktische uitvoering. Doelstellingen op het vlak van uitvoeringstekeningen lezen: •
zich de te construeren delen driedimensionaal kunnen voorstellen,
•
de maatvoering lezen,
•
de gebruikte genormaliseerde en symbolische voorstellingen verklaren voor de praktische uitvoering,
•
de bijschriften met eigen woorden toelichten in functie van de uitvoering
Doelstellingen op het vlak van het maken van schetsen: •
het plannen van de inrichting van de werkplek,
•
twee- en driedimensionaal schetsen om zowel voor, tijdens en na de uitvoeringdetails toe te lichten,
•
de te construeren onderdelen beter duiden via aanvullende detailschetsen, zowel twee- als driedimensionaal,
•
aanvullende aanduidingen om de maatvoering en de afwerking beter te begrijpen.
Middelen en resultaat Voor het maken van schetsen en tekeningen zijn er diverse middelen beschikbaar: •
een bord en krijt,
•
een blad papier en een potlood,
•
een tekenplank met tekendriehoek,
•
een CAD-pakket.
Het middel dient in ieder geval ondergeschikt en in functie te zijn van de hierboven vermelde doelstellingen.
3.5
De geïntegreerde proef
De geïntegreerde proef vormt een belangrijk onderwerp van het 2de leerjaar. Deze proef is enerzijds bedoeld als onderdeel van evaluatie, maar maakt anderzijds ook deel uit van de vorming, de opleiding. Voor de concretisering van de geïntegreerde proef verwijzen we naar: •
de omzendbrief van 25 juni 1999 punt 8 “Evaluatie en bekrachtiging van de studies”,
•
naar het algemene kader in verband met de geïntegreerde proef van het VVKSO,
•
naar het vademecum in verband met de geïntegreerde proef specifieke invulling “studiegebied Koeling en warmte”, studierichting Koelinstallaties BSO.
18 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
3.6
Welzijn op het werk en het behalen van een VCA B-attest
In dit leerplan werden de betreffende doelstellingen en inhouden opgenomen. Voor de modaliteiten om het VCA B-attest te behalen, verwijzen we naar de bevoegde organisaties en instanties.
)
Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken. Op het voorliggende leerplan kunt u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail (
[email protected]) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel). Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer. Langs dezelfde weg kunt u zich ook aanmelden om lid te worden van een leerplancommissie. In beide gevallen zal de Dienst Leerplannen zo snel mogelijk op uw schrijven reageren.
4
Evaluatie
4.1
Wat en waarom evalueren?
Evalueren is geen doel op zich. Het maakt deel uit van het didactisch proces. Via allerlei vormen van evalueren krijgen de leerlingen en de leraar informatie over de bereikte en de niet-bereikte leerdoelen. Zowel het proces als het product worden geëvalueerd. De klemtoon ligt daarbij uiteraard op het proces want de hoofdbedoeling van het evalueren is bijsturen, remediëren. Bij het evalueren wordt aandacht besteed aan: •
cognitieve vaardigheden (kennen, begrijpen, inzien, toepassen...),
•
psychomotorische vaardigheden (nadoen, oog-hand-coördinatie, ritme, snelheid, nauwkeurigheid, beheersen),
•
attitudes (doorzetting, efficiëntie, sociale gerichtheid, …).
Cognitieve elementen worden alleen getoetst in de context van de projecten en de realisaties, in directe relatie tot wat wordt of zal worden uitgevoerd. De einddoelstelling is dat de leerling door zelfevaluatie zijn eigen handelen leert bijsturen om te komen tot kwaliteitsverbetering.
4.2
Wanneer evalueren?
Het lerend bezig zijn van de leerlingen en de vorderingen die ze daarbij maken worden permanent beoordeeld en geëvalueerd. De evaluatie gebeurt bij elke stap die ze zetten bij de realisatie van een product. Hun technisch en technologisch kennen en kunnen wordt permanent getoetst. Daarbij kunnen de leerlingen ook nog periodiek aan de hand van goed gekozen en duidelijk omschreven opdrachten bewijzen dat ze bepaalde vaardigheden en ondersteunende kennis verworven hebben.
3de graad BSO Koelinstallaties
19 D/2005/0279/006
Evalueren helpt ook het onderwijsproces sturen. Daarom wordt het evalueren doorgedreven geïntegreerd in dat onderwijsproces. Evaluatie is geen afzonderlijke activiteit en is meer een leermoment dan een beoordelingsmoment. Daardoor worden het leerproces van de leerling en de instructie van de leraar geoptimaliseerd. Bovendien moet aan een aantal doelstellingen, dat voortdurend in de praktijk moet worden toegepast, elke les worden gewerkt. Zij kunnen niet het voorwerp zijn van een eenmalige of sporadische evaluatie. Dit is bijvoorbeeld zo voor het begrijpen en toepassen van de algemene en de machinegebonden veiligheidsvoorschriften of voor de attitude van zorg en respect voor materiaal. In deze visie kunnen ‘klassieke examens’ voor deze vakken op het niveau van de tweede graad BSO overbodig worden. Ze onderbreken alleen maar een natuurlijk en logisch leerproces en geven geen meerwaarde.
4.3
Hoe evalueren?
Toetsen van cognitieve elementen via schriftelijke opdrachten als ‘Verklaar ...’, ‘Omschrijf ...’, ‘Leg uit met je eigen woorden ...’ brengen heel veel BSO-leerlingen, ook al kennen ze het antwoord, niet tot een goed einde. Ze leveren dus heel vaak een foutieve beoordeling van de leerling op. Andere vormen van schriftelijke evaluatie zijn wel bruikbaar: •
meerkeuzevragen;
•
aanvullen van een tekening of schema (geen loutere invuloefening!);
•
opdrachten als ‘verbind de samenhorende elementen met een pijl’, ‘plaats in de juiste volgorde’ ...;
•
vooraf klaargemaakte tabellen of controlelijsten kunnen door de leerlingen individueel of in groep ingevuld worden en als basis dienen voor de evaluatie - mogelijke inhouden daarbij zijn: de opgemeten hoeveelheden, de te bestellen materialen, de beschrijving van de werkvolgorde, de geraamde en de werkelijke tijdsduur, de toegepaste veiligheidsvoorzieningen;
•
het kunnen lezen van een werktekening kan men evalueren door bijvoorbeeld het nodige aantal te bestellen materialen te laten berekenen.
Voor wat betreft het ‘kunnen’ is het vooral ook de bedoeling dat de leerling zijn eigen werk leert beoordelen, dus aan zelfevaluatie doet. Het zelf kunnen deelnemen aan de evaluatie werkt stimulerend en motiverend voor de leerling. Bij iedere opdracht wordt duidelijk op voorhand opgegeven welke items zullen worden geëvalueerd en hoe de beoordeling zal worden opgevat.
4.4
Hoe rapporteren
De rapportering gebeurt niet louter via een cijferrapport. De vorderingen van de leerling en vooral de tips voor remediëren worden in een eenvoudige en directe taal omschreven. Een soort portfolio of dossier bijhouden van de gerealiseerde projecten (eventueel geïllustreerd met foto’s van de gerealiseerde projecten) kan een middel zijn om de succesbeleving te bevorderen.
20 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
5
Leerplandoelstellingen, leerinhouden en didactische wenken
5.1
Kennis voor alle vormingsclusters
(U) staat voor uitbreiding.
5.1.1
Bij het uitvoeren volgens opgelegde criteria rekening houden met de elementen van de organisatie van een koeltechnisch bedrijf
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De monteur in het koelbedrijf 1
Via opdrachten info verwerven over de taken en Het installatieteam verantwoordelijkheden van de leden van het ‘instal• Opdrachtgever, klant latieteam’. • Nascholingsverantwoordelijke •
Werkplaatsverantwoordelijke
•
Koelmonteur
•
Koeltechnieker
•
Verkoper
•
Veiligheidsverantwoordelijke
Eigenheid taken Organigram Eigenheid verantwoordelijkheden Aansprakelijkheid Oplevering 2
Via opdrachten info verwerven over de eigenheid Eigenheid diverse installatiebedrijven van de diverse installatiebedrijven. • Keten
3de graad BSO Koelinstallaties
•
Onafhankelijk
•
Gespecialiseerd −
Airco, witgoed
−
Nijverheidsinstallaties
•
Vestiging: lokaal, regionaal
•
Dealernet, dealerstructuur
•
Merkgebonden, multimerk
•
Productengamma
•
Onderhoud – herstelling
•
Personeelsbezetting
•
Innovatie
•
Koelinstallaties als hoofd- en nevenactiviteit
21 D/2005/0279/006
• 3
4
Marketing
Via opdrachten info verwerven over de koelbedrij- Koelbedrijven in België ven in de Belgische economie. • Diensten •
Tewerkstelling
•
Vestiging
•
Zakencijfers
Info verwerven over de tewerkstellings- en nascho- Beroepen in de koeling lingsmogelijkheden van een koelmonteur. Nascholingsmogelijkheden •
Volwassenenonderwijs
•
Sectorale opleidingen
•
Certificeringen
•
VDAB
•
Bedrijfsopleidingen
Tewerkstellingsmogelijkheden
5
Info verwerven over het statuut van werknemer.
•
Aard
•
Soort contract
•
Interimarbeid
•
Federaties
•
Beroepsorganisaties
Werknemersstatuut •
Rechten
•
Plichten
•
Arbeidsovereenkomsten
•
Sociale zekerheid
DIDACTISCHE WENKEN •
Voor cijfers in verband met het belang van de sector kan contact opgenomen worden met de overkoepelende sectororganisaties.
•
Bedrijfsbezoeken en relaties met bedrijven kunnen het mogelijk maken heel wat van de doelstellingen uit deze cluster praktisch te ondersteunen door bedrijfsvoorbeelden.
•
In het kader van de doelstelling levenslang leren kan er een bezoek worden gebracht aan een school met een 3de leerjaar van de derde graad Koelinstallaties en ook aan een opleidingscentrum uit de buurt dat met opleidingen Koelinstallaties bezig is.
•
Om leerlingen wegwijs te maken de problematiek van de arbeidsovereenkomsten kan beroep worden gedaan op een deskundige uit een bedrijf of werknemersorganisatie.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Planning werkzaamheden 6
Van een opgemaakte netwerkplanning de belang- Parameters die de planning beïnvloeden rijkste factoren herkennen. • Aanvang werkzaamheden •
22 D/2005/0279/006
Einde werkzaamheden
3de graad BSO Koelinstallaties
7
•
Algemene werkbeschrijving
•
Kritieke pad (U)
•
Speling (U)
Opbouw Voorstelling op een balkendiagram (Ganttkaart) Netwerkplanning Afgeleide planningen Personeelsplanning Aankoop- en leveringsplanning In een totale opdracht de persoonlijke taak herken- Totale opdracht nen. • omschrijving •
taakverdeling
Persoonlijke taak •
materiaal
•
machines en gereedschappen
•
personeel
Het verband tussen een persoonlijke taak en de totale werkopdracht 8
9
De criteria voor de samenstelling van een ploeg Criteria herkennen. • Personeelskwalificaties
Bij uitvoering van taken de tijdsduur registreren.
•
Hoeveelheid werk
•
Totale tijdsduur
•
Aard van het werk; routine, specifiek
•
Relatie tussen de werkzaamheden
•
Tijdsduur per bewerking
Registratie •
Werkkaarten
•
Computer
•
Planningbord
Bepaling tijdsduur (U) •
Aard van het werk
•
Ervaring
10 Bij een gemaakte planning de belangrijkste criteria Tijdschalen van een tijdschaal herkennen. • Kalenderdagen •
Werkdagen
•
Verloven
•
Lang- en kortlopende werkzaamheden
11 De kenmerken van een netwerkplanning en van Soorten planning (U) een planning met een tijdschaal met eigen woorden • Netwerkplanning uitleggen en hun relatie aangeven.(U) • Met een tijdschaal
3de graad BSO Koelinstallaties
23 D/2005/0279/006
•
Relatie van de soorten planning met elkaar
12 De wijze waarop het magazijn in de school is geor- De magazijnorganisatie in de school ganiseerd met eigen woorden uitleggen. • Inrichting
13 Eigen werkzaamheden plannen en organiseren.
•
Voorraadbeheer
•
Administratie
•
Bestellingen
•
Leveringen
•
Afspraken
Eigen werkzaamheden •
Planning
•
Organisatie
•
Inrichting eigen werkplek
DIDACTISCHE WENKEN •
Probeer aan de hand van sprekende voorbeelden de leerlingen te laten inzien dat het team met een bepaalde planningsmethode antwoord moet geven op de vraag: 'wie', 'wat' gaat doen, 'hoe', 'wanneer' en 'voor hoeveel'.
•
Licht voldoende toe dat bij de aanvang van het project niet alle parameters in detail gekend zijn, maar duidelijker worden naargelang de vorderingen van de werkzaamheden. Het is dus belangrijk dat in de beginfase de parameters zo goed mogelijk worden omschreven en bij opvolging zo goed mogelijk wordt ingespeeld op onverwachte gebeurtenissen.
•
Geef sprekende voorbeelden van optimale ploegsamenstellingen.
•
Toon duidelijk aan dat een netwerkplanning voornamelijk 'de combinatie van de bewerkingen' duidelijk maakt en dat een planning met een tijdschaal voornamelijk 'de uitvoeringstijd' benadrukt.
•
Zowel korte termijn (per dag, per week) als lange termijnplanningen aan de hand van praktisch voorbeelden toelichten
•
Geef voldoende praktische tips hoe bewerkingen in de tijd kunnen worden verschoven. Geef daarbij ook aan dat men kan het aantal ploegen en de ploegsamenstelling kan wijzigen.
•
Bespreek diverse Gantt-kaarten van uitgevoerde en zelf uit te voeren werken.
•
Stel gegevens ter beschikking van werkelijke uitvoeringstijden en laat leerlingen deze noteren van de werkzaamheden die ze zelf uitvoeren. Toon de invloed ervan aan op de voorziene planning en licht de bijsturingsmogelijkheden voldoende toe.
•
Geef voorbeelden van de wijze waarop afgeleide planningen kunnen worden gemaakt. Bespreek in team de afgeleide planningen van de eigen werkzaamheden.
•
Licht de mogelijkheid toe van een eenvoudig planningsprogramma, waar zowel een netwerkplanning, een Gantt-kaart en afgeleide planningen automatisch worden gegenereerd.
•
Toon, aan de hand van beeldend materiaal uit de praktijk, het belang aan van de plaats van het materieel en het materiaal bij een werkplaatsinrichting. Leg ook het verband tussen een goed ingerichte werkplek, het rendement, de netheid en het opruimen na de werktijd.
•
Bestudeer bij bedrijfsbezoeken de inrichting van de werkplaats en van het bedrijf. Laat eventueel bedrijfsdeskundigen een les in de school mee ondersteunen.
24 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu 14 In functie van het behalen van het VCA B-attest, de Basisveiligheid – VCA B-attest voorschriften i.v.m. basisveiligheid kennen. 15 In een bedrijfsbeleid de diverse preventie- en wel- Preventie en welzijnsaspecten zijnsaspecten herkennen. • Veiligheid •
Gezondheid
•
Hygiëne
•
Milieu
•
Psychosociale aspecten van de arbeid
•
Verfraaiing van de werkplaatsen
•
Ergonomie
•
Pesten en seksuele intimiteiten
Interne dienst Externe dienst Comité voor preventie en bescherming op het werk Preventieadviseur(s) Veiligheidsfilosofie •
Ongevallen uitsluiten
•
Ongevallen voorkomen
•
Ongevallen tot een minimum beperken
16 De voorschriften in verband met basisveiligheid Aandachtspunten naleven. • Mogelijke risico’s en ongevallen •
Gevaarlijke producten
•
Brand en ontploffingsgevaar
•
Werken in besloten ruimten
•
Gereedschap en machines
•
Struikelen, uitglijden en vallen
•
Elektrocutiegevaar
•
Werken in koelruimtes
•
Toolboxmetingen (U)
Signalisatie Te treffen maatregelen Werkvergunningen
3de graad BSO Koelinstallaties
25 D/2005/0279/006
17 De collectieve veiligheidsvoorzieningen herkennen Collectieve beschermingsmiddelen en volgens de verstrekte richtlijnen handelen. 18 Persoonlijke beschermingsmiddelen volgens ver- Persoonlijke beschermingsmiddelen strekte richtlijnen gebruiken. 19 Gevaarlijke situaties herkennen, melden en volgens Gevaarlijke situaties eigen aan de werkplek verstrekte richtlijnen handelen. 20 De werking en veiligheidsvoorschriften van de te Machine-, gereedschaps- en hulpmiddelen gebruiken machines, gereedschappen koel- en Machine-instructiekaart hulpmiddelen toelichten. Machine-veiligheidsinstructies Instructiekaarten Koelmiddelen 21 De elementaire voorzieningen van een EHBO-kit EHBO-kit kennen. 22 De nodige maatregelen die men bij een ongeval EHBO mag en kan treffen kennen. 23 De verstrekte richtlijnen op het vlak van milieu nale- Milieuvoorschriften ven. • Afvalvoorkoming en –verwerking •
Reinigings- en poetsproducten
•
Afzuiging van dampen
•
Ventileren van werkruimtes
24 Maatregelen nemen om op een milieuvriendelijke Duurzaam construeren wijze te werken. Duurzaam materiaalgebruik Recyclage Milieuvoorschriften i.v.m. koelmiddelen 25 Producten en materialen volgens afspraak en voor- Kenmerken van producten en materialen schriften verhandelen, bewerken, verwerken, sorteVerhandelen, bewerken, verwerken ren en opslaan. Sorteren Opslaan •
Oliën
•
Koelmiddelen: HFK’s....
•
Koudedragers
26 De ergonomische voorzieningen bij een werkpost Aangepaste voorzieningen herkennen, bij het werken een ergonomische werkErgonomische werkhouding houding aannemen. Lasten tillen, dragen, hijsen 27 De gevaren voor personen en omgeving toelichten. Elektrisch
26 D/2005/0279/006
•
Kortsluiting
•
Overbelasting
3de graad BSO Koelinstallaties
•
Brandgevaar
•
Koelmiddelen
•
Geventileerde ruimten
•
Verbranding van koelmiddelen
DIDACTISCHE WENKEN •
Wijs op de overeenkomsten tussen de in de school na te leven afspraken en deze die in het bedrijfsleven gelden.
•
Bij de doelstelling over de persoonlijke veiligheidsvoorschriften verwijzen sommige leerinhouden naar het te behalen VCA B-attest. Vermits heel wat van onze leerlingen tewerkgesteld worden in aannemingsbedrijven waar een zo’n certificering wordt gevraagd, is het zinvol hier voldoende aandacht aan te schenken.
•
Besteed bijzondere aandacht aan voorschriften in verband met preventie, persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen, hygiëne en milieu. Let er op dat elke leerling alvorens aan het werk te gaan aan een machine voldoende geïnstrueerd is over het werken ermee en de gevaren die ermee gepaard gaan. Zie toe op het noteren ervan in de agenda. Heb oog voor eventuele afwezigen.
•
Verwijs naar de impact van op het milieu bij de winning, productie, verwerking gebruik en verwerking na gebruik van materialen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Kostprijs 28 In een kostprijsberekening de bepalende factoren Loonkost herkennen • Reisuren Materiaalkost •
Gereedschaps- en machinekost
•
Aanvaardingsplicht
29 Van zelf uit te voeren werkzaamheden info verza- Dagrapporten melen met betrekking tot de kostprijs. Administratieve formulieren 30 Een dagrapport, administratieve formulieren invul- Kostprijsbepaling len. Hoeveelheden materialen Onderaannemingskost Hoeveelheid gepresteerde uren Aantal manuren 31 Het verschil tussen de patronale loonkost en het Uurloon netto loon duiden. Brutoloon Patronale sociale lasten Eigen sociale lasten Loonkost patronaal Belastingen Netto loon 32 Een gedetailleerde factuur toelichten met het oog Gedetailleerde samenstelling van de factuur op communicatie met de klant. • Garantieafhandeling op kosten van de fabriek
3de graad BSO Koelinstallaties
27 D/2005/0279/006
•
Vaste prijzen voor werkzaamheden
•
Uitwisselbaarheid van facturen, lease klanten
•
Vaste prijzen geeft de mogelijkheid om via de bemeten tijd de mechanieker te evalueren
DIDACTISCHE WENKEN •
Stel om materiaalprijzen bij te houden een standaard aanvaarde meetmethode ter beschikking.
•
Maak gebruik van type formulieren en laat uitwerken via een elektronisch rekenblad.
•
Laat bij het bepalen van hoeveelheden rekening houden met overmaten en het verschil tussen geleverde en geplaatste materialen.
•
Bij het berekenen van het aantal manuren kan men gebruik maken van de geregistreerde uren tijdens de uitvoering van een project door leraar en/of leerlingen.
•
Stel steeds realistische basisgegevens voor loonberekening ter beschikking. Verwijs naar collectieve arbeidsovereenkomsten die werkgevers en werknemers in de sector afsluiten.
•
Geef voldoende aandacht aan de relatie tussen verloning functie, beroepsbekwaamheid en statuut van arbeider en bediende.
•
Laat bij het bepalen van de machinekostprijs rekening houden met de totale tijd dat machines ter beschikking moeten zijn zowel transport, gebruik en onderhoud.
•
Als voorbeelden van gebruikseenheden gebruikt men best het materieel waarmee de leerlingen frequent in contact komen, zoals de draadsnijmachine.
5.1.2
Tekeningen en schema’s lezen en aanvullen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
33 Bij uit te voeren werkzaamheden de installaties en Constructie de –onderdelen, hun functie en hun relatie herkenOnderdelen nen. Benaming Functie Plaats in de installatie Relatie met andere onderdelen 34 De kenmerken van de verbinding herkennen.
Verbindingsaard •
Vast
•
Roterend
•
Ingeklemd
Soort verbindingen
28 D/2005/0279/006
•
Boutverbindingen
•
Lijmverbindingen
•
Soldeerverbindingen
•
Lasverbindingen
•
Persverbindingen
•
Klemverbindingen
3de graad BSO Koelinstallaties
Kenmerken •
Demontabel
•
Niet demontabel
•
Water- en luchtdicht
•
Temperatuurbestand
35 In uitvoeringstekeningen en schema’s de aange- Genormaliseerde en symbolische voorstellingen brachte genormaliseerde en symbolische voorstelElektrische en koeltechnische schema’s lingen herkennen. Bouwtekeningen •
• 36 De gehanteerde projectiemethode herkennen.
Materiaalaanduiding (U) −
Bevestigingselementen
−
Verbindingselementen
−
Toebehoren
Opgelegde kwaliteitscriteria (U)
Europese projectiemethode Amerikaanse projectiemethode
37 Aan de hand van voorstellingen en schetsen de Tweedimensionale voorstellingen uitvoering toelichten. • Aanzichten •
Doorsneden
Voorstelling in isometrische perspectief De functie en de uitvoering 38 Van uit te voeren constructies en –onderdelen uit Ontvouwingen (U) plaatmateriaal ontvouwingen tekenen en de plooiPlooivolgorde (U) volgorde aanduiden. (U) 39 De opgestelde stuklijsten van de te vervangen on- Stuklijsten derdelen invullen en controleren. • Verificatie op juistheid • 40 Werkopdrachten lezen en in functie van de uitvoe- • ring communiceren. •
Naleven van communicatieafspraken Het lezen van werkopdrachten Communiceren volgens afspraak
DIDACTISCHE WENKEN •
Men kan in het begin van de derde graad gerasterd papier gebruiken ter ondersteuning van het schetsen.
•
Schenk bij het schetsen ook aandacht aan referentielijnen en referentiepunten.
•
In de werkplaats kan men de leerlingen laten schetsen met krijt op een bord.
•
Het laten aanvullen van uitvoeringstekeningen van zelf uit te voeren constructieonderdelen is een efficiënte methode om tekeningen te leren lezen. Daarna kan de leerling ook beter zijn eigen werk evalueren.
•
Laat de leerlingen de kenmerken van materialen en in de handel verkrijgbare constructieonderdelen opzoeken. Heel wat firma’s stellen heel wat technische fiches, en cd-rom’s ter beschikking of bieden informatie aan via het Internet. Geef de leerlingen ook de gelegenheid om deze technische informatie te bundelen en te verwerken. Maak gebruik van de opportuniteit om hierbij ICT te integreren. Het verwerven en verzamelen
3de graad BSO Koelinstallaties
29 D/2005/0279/006
van eigen documentatie in functie van de uit te voeren projecten kan de betrokkenheid van de leerling heel sterk verhogen. •
Gebruik bij de bespreking van materialen en onderdelen zoveel mogelijk videomateriaal en stel vooraf een vragenlijst op. Ook studiebezoeken aan leveranciers van onderdelen kunnen een belangrijke bijdrage leveren.
•
Het ruimtelijk waarnemingsvermogen kan toenemen door gebruik te maken van 3D voorstellingen. Dit kan door via 3D CAD pakketten vanuit technische tekeningen, sprekende beelden en filmpjes te maken. Deze kunnen de leerling ook helpen bij het verwerven van inzichten en technologieën.
5.2
Installatiewerkzaamheden aan koelinstallaties volgens opgelegde criteria en de code van de goede praktijk, uitvoeren
5.2.1
Kennis van de koelinstallatie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
41 De kenmerken en de functie en de werking van de Koelinstallatie koelinstallatie en onderdelen toelichten. • Opbouw •
Symbolische voorstellingen
•
Schema-opbouw
•
Plaats en stand van onderdelen en comonenten
•
De koelkring in h/log p-diagram
Leidingen • Diameters en handelsmaten •
Hulpstukken
•
Beugels
•
Montagevoorschriften (leidingen en oliehuishouding)
Direct en indirect koelsysteem •
Verschillen
•
Voor- en nadelen
•
Toepassingsvoorbeelden
Verdampers •
droge verdampers −
•
soorten ….
natte verdampers −
soorten ….
Compressoren •
Blokschema
•
Indeling: −
•
30 D/2005/0279/006
open, hermetische en semi-hermetische
voor- en nadelen Soorten, kenmerken en principe werking van:
3de graad BSO Koelinstallaties
−
zuigercompressoren
−
scrollcompressoren
−
schroefcompressoren (U)
−
rolzuigercompressoren (U)
−
schottencompressoren (U)
−
turbocompressoren (U)
Voorname begrippen •
schadelijke ruimte, volumedebiet, massadebiet, slaglengte, slagvolume, slagvolumedebiet, compressieverhouding, volumetrisch rendement
Capaciteitsregelingen (U) Overbrengingen •
Directe koppelingen
•
Riemoverbrenging
Smering •
Principe
•
Doel: −
wrijvings- en sleetvermindering
−
olie in koelkring
Condensors •
luchtcondensors
•
watercondensors
•
koeltoren (U)
•
verdampingscondensor (U)
Expansieapparatuur •
capillair en automatisch
•
thermostatisch met in- en uitwendige drukvereffening
•
met MOP-vulling
•
elektronisch (U)
•
vlotterkleppen en niveauregelingen (U)
Hulpapparatuur
3de graad BSO Koelinstallaties
•
filter/drogers
•
warmtewisselaars
•
vloeistofafscheiders
•
olieafscheiders
•
kijkglazen
•
terugslagkleppen
•
overdrukkleppen
•
magneetkleppen
31 D/2005/0279/006
•
trillingsdempers
•
pulsatie- of geluidsdempers
•
manometers
•
afsluiters
•
vloeistofvaten
Regel- en schakelapparatuur •
drukregelaars (U)
•
thermostaten
•
−
mechanische
−
elektronische (U)
pressostaten
Dooisystemen •
luchtontdooiing
•
met elektrische weerstanden
•
heetgas ontdooiing (U)
•
waterontdooiing (U)
Koelmiddelen •
primaire koelmiddelen
•
secundaire koelmiddelen (U)
Ventilatoren •
soorten −
radiaal
−
axiaal
•
luchtworp
•
debiet
•
geluid
•
regeling (U)
42 De elementen van de warmteleer gebruikt in koelin- Temperatuur stallaties kennen Temperatuureenheden Soortelijke warmte Warmtehoeveelheid Warmteoverdracht •
Geleiding, convectie, straling, transmissie
•
Warmtegeleidingscoëfficiënt
•
Transmissiecoëfficiënt:
•
−
voor binnenoppervlakken
−
voor buitenoppervlakken
Het temperatuurverloop door een wand
Koudebrug
32 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
Dampscherm Tabellen voor het opzoeken van de waarden van λ en k.(U) 43 De verbanden tussen de elementen van de warmte- • leer in koelinstallaties kennen.
•
44 In damptabellen en diagrammen waarden aflezen
Gaswetten en eenheden −
Druk
−
Volume
−
Temperatuur
Aggregatietoestanden −
Vloeistof
−
Gas
−
Vast
−
Verdampings-, condensatie-, smelt- en stollingswarmte
−
Oplosbaarheid van gassen in vloeistoffen
−
Condensatie
−
Het beginsel van Watt
−
De wet van de koude wand
−
Dampspanning
−
Oververhitting
−
Onderkoeling
h-logp diagram h-x diagram (U)
45 De basisprincipes van de koelsystemen herkennen. Compressiekoelkring Absorbtiekoelkring Peltiersysteem DIDACTISCHE WENKEN •
Laat voldoende ruimte voor vernieuwende technologieën. Maak bij de besprekingen gebruik van beeldmateriaal via video, cd-rom, of het Internet.
•
Laat de leerlingen zelf aan het woord over door hen ingebrachte elementen. Spreek af met de leraar AV Nederlands of vreemde taal om een spreekoefening over zijn geplande of uitgevoerde activiteiten.
•
Leg bij de besprekingen de nadruk op het verband van de onderdelen met de functie van de installatie in het algemeen.
5.2.2
Uitvoeren van koeltechnische installaties
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
46 De verschillende componenten van een koeltechni- De hoofdcomponenten sche installatie monteren en demonteren • Verdamper, compressor, condensor en expansieorgaan
3de graad BSO Koelinstallaties
33 D/2005/0279/006
Hulp- en regelapparatuur •
Filter/drogers, pressostaten, trillingsdempers…
47 Het monteren en demonteren volgens de koeltech- Buizen nische leidingaanleg. • Koper •
Staal, inox en kunststof (U)
•
Diameters en diameterovergangen
•
Connecties
Buisbewerkingen •
Aftekenen, snijden, plooien
•
Verbinden, flare- koppelingen
•
Hardsolderen
Isoleren •
Eenvoudige selectie
•
Snijden en lijmen
•
Dampdichte montage
Oliehuishouding •
Gas- & vloeistofleidingen
•
Verticale en horizontale leidingen
•
Oliebochten, olieafscheider,
•
Oliedrukpressostaat (U)
Toepassingen op de wet van de koude wand •
Terugslagkleppen
•
Carterweerstanden
48 Het demonteren en aanleggen van het elektrisch Draden en kabels gedeelte van een koelinstallatie • Kleurcode •
Doorsneden
•
Sectie in functie van vermogen
•
Gebruiksvoorschriften
•
Sectie in functie van het vermogen
Bedraden van schakelkast • Elektrische kringen, stuur- en vermogenkring •
Beveiliging tegen kortsluiting
•
Beveiliging tegen overbelasting
•
Contactoren, relais, tijdrelais
Aansluiten van schakel- en regelapparatuur • Thermostaten
34 D/2005/0279/006
•
Pressostaten
•
Motortemperatuurbeveiliging (U)
3de graad BSO Koelinstallaties
•
Schakelklokken
•
Regelsystemen (U)
•
PLC (U)
Aansluiten van verschillende verbruikers • Voedings- en verdeelnet •
400V en 230 V
•
Monofasig en driefasig
•
Éénfasige motoren
•
Driefasige motoren
•
Ontdooiweerstanden
•
Magneetventielen
•
Verschillende soorten stekkers en stopcontacten aansluiten. (U)
49 Volgens verstrekte richtlijnen plaatselijke toestand Methodiek voor het opmeten van de bestaande toeopmeten, deze met de uitvoeringstekeningen ver- stand (U) gelijken. (U) Opmeetgereedschap (U) Notitietechnieken (U) 50 Een installatie demonteren en de ter beschikking Te nemen voorzorgen (U) komende onderdelen volgens richtlijn sorteren en Demonteertechnieken (U) opslaan. (U) Onderdelen (U) •
Sorteren
•
Opslaan
•
Recyclagetechnieken
•
Drukloos werken
51 Volgens opgelegde technieken mechanische on- Technieken (U) derdelen van compressoren en elektrische motoren • Metingen vervangen. (U) • Uitlijningen (U) Onderdelen (U) •
Lagers
•
Dichtingen
•
Kleppen
DIDACTISCHE WENKEN •
Alhoewel in dit leerplan een hoofdstuk gewijd is aan de veiligheid is het veilig werken overal aan de orde. Het is dan ook noodzakelijk om bij iedere praktijkopdracht nog eens de aandacht te vestigen op de specifieke veiligheidsaspecten.
•
Laat de leerlingen met de juiste gereedschappen en machines op de juiste manier werken, besteed voldoende aandacht aan de instructies van leveranciers.
•
Bij het werken aan installaties is het belangrijk dat de leerling werkt aan de hand van de specificaties en de terbeschikkinggestelde informatie van de fabrikanten. Voor de veiligheid van de uitvoerder en de klant en voor de kwaliteit van het geleverde werk zijn deze gegevens van zeer groot belang.
3de graad BSO Koelinstallaties
35 D/2005/0279/006
•
Laat de leerlingen zelf opzoekwerk verrichten en voorbereidingen maken alvorens aan de uitvoering te beginnen. Laat ze hierover overleg plegen met de verantwoordelijke leraar.
•
Het is zeer motiverend voor de leerlingen dat ze te maken krijgen met uitvoeringen waarin hedendaagse technologieën voorkomen. Vaak is het om didactische redenen noodzakelijk via oudere technologieën de opstap te maken maar het pedagogische mag geen excuus zijn om niet met moderne zaken bezig te zijn.
•
Streef ernaar om in de onmiddellijke omgeving van de werkplaats beschikking te hebben over en ruimte om informatie op te vragen, besprekingen te houden en overleg te plegen met leerkracht en medeleerlingen.
5.2.3
Een koelinstallatie in bedrijfstellen en onderhouden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
52 Een koelinstallatie vakkundig in bedrijfstellen.
Manifold •
Het aansluiten en afsluiten
•
Aflezen van druk en temperatuur
Lekdetectie •
Zeepsopmethode
•
Elektronische methode
•
Dichtheidstest
Installatie vacumeren •
Vacuüm meten
•
Vacuümpomp
•
Vacumeermethode
•
Vacuümtest
Vullen met koelmiddel • Langs lagedruk- en hogedrukzijde •
Door afweging
•
Het kijkglas
•
Temperatuur- en drukmetingen
Controle van drukken en temperaturen • Drukken en temperaturen •
Bepalen van onderkoeling en oververhitting
Invullen van het logboek van de installatie • Installatierapport of inbedrijfstellingsrapport Regelingen en beveilingen afstellen en instellen • Thermostaten •
Pressostaten
•
Ontdooiing
53 Het onderhouden van een koelinstallatie volgens Controle van drukken en temperaturen verstrekte .gegevens Controle van de luchtstroom
36 D/2005/0279/006
•
De verdamperzijde
•
De condensorzijde
3de graad BSO Koelinstallaties
Controle van de koelmiddelvulling •
Kijkglas
•
Druk- en temperatuurmetingen
Controle van het oliepeil Verwijderen van koelmiddel •
Gebruik van afpompinstallatie
•
Gebruik van recuperatiecilinder
Invullen van het logboek van de installatie •
Onderhoudsrapport
54 Elektrische grootheden in een koelinstallatie meten. Elektrische grootheden • Spanning •
Weerstand
•
Stroom
Meettoestel • Isolatiemeter •
Multimeter
•
A-tang
•
Plaats van het meettoestel
Aflezing meettoestel 55 Opsporen en herstellen van defecten in de elektri- Kortsluiting (U) sche kring van een koelinstallatie (U) Slecht contact (U) Onbeschermde leidingen (U)
DIDACTISCHE WENKEN •
Laat de leerlingen met de juiste meet- en controlegereedschappen op de juiste manier werken; besteed voldoende aandacht aan de instructies van leveranciers.
•
Bij het in bedrijfstellen van installaties is het belangrijk dat de leerlingen werken aan de hand van specificaties en de terbeschikkinggestelde informatie van de opdrachtgever of fabrikanten. Voor de veiligheid van de uitvoerder en de klant en voor de kwaliteit van het geleverde werk zijn deze gegevens van zeer groot belang.
•
Besteed voldoende tijd aan het aflezen en interpreteren van aflees- en controlegegevens.
•
Vertrek bij het in gebruik nemen van koelinstallaties steeds van enkele duidelijke primaire gegevens voor de basisinstellingen. Hiervan kan slechts binnen beperkte grenzen worden afgeweken. Daarna worden de secundaire parameters ingesteld. Zorg hier voor een leerlijn gaande van sterk gestuurd in het begin naar zelf sturend op het einde van de leerlijn.
•
Streef ernaar om in de onmiddellijke omgeving van de werkplaats beschikking te hebben over een ruimte om informatie op te vragen, besprekingen te houden en overleg te plegen met leerkracht en medeleerlingen.
3de graad BSO Koelinstallaties
37 D/2005/0279/006
5.2.4
De uitgevoerde montagewerkzaamheden evalueren
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
56 Na het uitvoeren van de werkzaamheden, in team, Productevaluatie de constructie en het constructieproces evalueren en op basis daarvan voorstellen formuleren tot bij- Procesevaluatie sturen. 57 De opgestelde evaluatiecriteria opvolgen.
Evaluatiecriteria Productcontrole Procescontrole
58 Tijdens de uitvoering van constructies, uitvoeringsfouten ontdekken en oplossingen formuleren.
Uitvoeringsfouten
59 Hedendaagse inzichten op het vlak van kwaliteitscontrole met eigen woorden uitleggen.
Technologisch proces
Suggesties tot bijsturen
Voortdurende bijstelling en optimalisatie •
Demingcirkel
DIDACTISCHE WENKEN •
Bij het evalueren is het belangrijk dat individuele leerlingenevoluties kunnen worden vastgesteld.
•
Leer de leerling meer en meer zichzelf en het eigen werk te evalueren.
•
Zorg ervoor dat evaluaties dicht aansluiten bij de werkzaamheden waarmee de leerlingen echt bezig zijn. Enkel op die manier kan er aan remediëring worden gedaan.
5.3
Vormgeven door het bewerken en verbinden van plaat en profielmateriaal (U)
De doelstellingen van dit onderdeel zijn volledig als uitbreiding (U) te beschouwen.
5.3.1
Plaatbewerkingen uitvoeren
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
60 Plaatbewerkingen uitvoeren.
Kennis Materialen Eigenschappen •
Verwerkbaarheid
•
Trekvastheid
•
Elasticiteit
•
Vervormbaarheid
•
Blijvende vervorming
Lasbaarheid
38 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
Verwerkingsvoorschriften •
Te treffen maatregelen
•
Werkplaatsuitrusting en voorzieningen
Ferro’s, •
Soorten staal
•
Legeringselementen
•
Soorten roestvast staal
Non-ferro’s •
Soorten koper, aluminium en legeringen
•
Legeringselementen
Kunststoffen Kunststofproducten •
Herkomst
•
Kenmerken
Aanduidingen De macromoleculaire opbouw van kunststoffen •
Thermoharders
•
Thermoplasten
•
Elastomeren
Toepassingsgebied van de toeslagmaterialen Van polymeer tot kunststof Machines Gereedschappen Gereedschapswisselingen •
Instellingen
•
Gebruik
•
Onderhoud
Instructiekaarten en bedieningshandleidingen Onderhoud van mechanismen •
Smeerschema’s
•
Vloeistofniveaus
•
Elektrische kringen
•
Pneumatische en hydraulische kringen
Technieken Bewegingen
3de graad BSO Koelinstallaties
•
Verplaatsingen
•
Bewegingsassen
•
Referentiepunten
39 D/2005/0279/006
•
Coördinatenstelsels
Gereedschaps- en werkstukverplaatsingen Werkstukvorm •
3D-structuur van de constructie
Werkmethode •
Bewerkingsvolgorde
•
CNC-programma
•
CAD-tekening
•
CAM-programma
•
ISO-codes
•
Vaste cycli
Symbolen Krachten •
Snijkracht
•
Plooikracht
•
Terugdrukkracht
De relatie tussen de belaste doorsnede en de machinekrachten •
Buigmomenten
•
Afschuifkrachten
Statisch evenwicht van de te bewerken platen Uitvoering Bewerkingstechnieken •
Kniptechnieken
•
Plooitechnieken
•
Ponstechnieken
•
Lasersnijden
•
Snijbranden
•
Plasmasnijden
•
Zaagtechnieken
•
Slijptechnieken
•
Buigtechnieken
•
Boortechnieken
Specifieke bewerkingen •
Lasverbinding voorbereiden
•
Boutverbinding voorbereiden
Klinkverbinding voorbereiden
40 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
5.3.2
Verbindingstechnieken uitvoeren
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
61 Verbindingstechnieken uitvoeren
Kennis Materialen Corrosie Soorten lijm Machines Lastoestellen •
Bediening
•
Instelling
Onderhoud Technieken Naadsoorten Overlap-, hoek-, stompe naad... Afmetingen BMBE-Lasprocédé Lastoestellen en toebehoren • De stroom-spanningsomvormer •
Kabels
•
Elektrodehouder
•
Werkstukklem
Procesvariabelen • De stroomsterkte •
De lasnaadvormen
•
De lasposities
•
De materiaalsoort
•
De lengte van de boog
•
De stand van de elektrode
•
De beweging van de elektrode
Elektrodekeuze • De functie van de bekleding •
Materiaal- en laspositie
•
De stoffen in de bekleding
•
Eisen aan de elektrode
•
De genormaliseerde aanduidingen −
3de graad BSO Koelinstallaties
NBN EN 499
•
Het bewaren van elektroden
•
Afmetingen
41 D/2005/0279/006
•
Speciale soorten (U)
Toepassingsgebied Kenmerken MAG-Lasprocédé Lastoestel en toebehoren •
Kabels en pistolen
•
Gasregeling
•
Draadaanvoer
•
Koeling
•
Smoorspoel
Procesvariabelen •
Boogspanning
•
Smoorspoelstand
•
Lasdraaddiameter
•
Draadsnelheid
•
Gassamenstelling
•
Gasdebiet
MIG-gassen (alu-constructies (U) MAG-gassen •
Soorten
•
Kleurcodes
Lasdraden •
Diameters
•
Soorten
•
Samenstelling
Toepassingsgebied Kenmerken TIG-lasprocédé Procesvariabelen • De lasnaadvorm
42 D/2005/0279/006
•
Gaskeuze
•
Draadkeuze
•
Elektrode: soort en diameter
•
Stroom: soort en sterkte
•
Boogstart
•
Gassen
•
Voor- en nastroming
•
Gasaanvoer
3de graad BSO Koelinstallaties
•
Slope
•
De booglengte
•
Lassnelheid en lasbeweging
•
Toortsstand
•
Draadtoevoer; manueel, automatisch
•
Ontsteking
Toestel en toebehoren • De gascup •
De elektrode
•
De toorts
•
Regelapparatuur
•
Koeling
Toepassingsgebied: RVS lassen Kenmerken Uitvoering Kunststoflasprocessen •
Heetelementlassen
•
Heteluchtlassen
•
Stomp-, mof-, elektromof
Gemeenschappelijk BMBE, MAG, TIG proces Beheersing van het smeltbad en de Lasprocesparameters •
Instelling
•
Regeling
•
Plaats −
In besloten ruimte
−
In open lucht
−
Ventilatie
−
Constructie-elementen
−
Plaat aan plaat BW, FW
Profiel aan plaat BW, FW Constructiegraad •
2D 90°
•
2D 0-90°
•
3D 90°
•
3D 0-90°
Materiaalsoorten
3de graad BSO Koelinstallaties
•
Staal W 01
•
Lasposities
43 D/2005/0279/006
•
PA, PB, PG
Kwaliteitscriteria •
Spatten
•
Gasinsluitsels
•
Doorbranding
•
Inkartelingen
•
Holle, bolle las
•
Scheuren
•
Slakinsluitsels
•
Controle
•
Visueel
Uit te voeren lasprocédés • Lasprocédé BMBE 111 •
Lasprocédé MAG 135
•
Lasprocédé TIG 141
Puntlassen Solderen Lijmen •
Ferrometalen
•
Non-ferrometalen
•
Kunststoffen
DIDACTISCHE WENKEN •
De doelstellingen van deze cluster dienen nauw aansluitend aan de uitvoering te worden behandeld. De onmiddellijke aanwezigheid van de machines en het toebehoren is dan ook wenselijk.
•
Vermits de volgende lasconstructies ook de vorige bevatten kunnen naar gelang de vordering niet alleen andere technieken maar ook gecompliceerdere oefeningen aan bod komen.
•
Bij de term constructiegraad wordt met 2D verwezen naar vlakke constructies, met 3D naar ruimtelijke constructies.
•
Met de term 90° worden verbindingen tussen constructie-elementen aangegeven met een rechte hoek, met 0-90° worden schuine verbindingen aangegeven.
•
Het spreekt vanzelf dat het maken van een gefundeerde keuze door de leerling van gereedschappen, machines en toebehoor zowel als het lasprocédé een doelstelling is die pas na de volledige derde graad kan worden behaald. Dit vaardig gedrag moet opgebouwd worden van “een gemaakte keuze verantwoorden” naar zelf “een verantwoorde keuze doen”.
•
De afbeeldingen en mogelijkheden van gereedschappen en hulpmiddelen voor de plaatbewerkingen zijn via het internet op te zoeken bij leveranciers, dit biedt tegelijkertijd de mogelijkheid om ICT te integreren en om een zinvolle taak aan de leerlingen aan te bieden.
•
Maak voor de technologie en de machines van het bewerken van platen, gebruik van simulaties en beeldmateriaal van producenten van plaatbewerkingsmachines.
•
Stel van de producten die moeten worden gerealiseerd een afgewerkte versie ter beschikking van de leerlingen en voeg daaraan toe de producten in ieder stadium van de opbouw, op die manier is voor hen de stap van de toegepaste bewerking duidelijk te volgen.
44 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
•
5.4
Laat de leerlingen voortdurend de link leggen tussen simulaties en hun eigen uitvoering.
Een airconditioning installeren (U)
De doelstellingen van dit onderdeel zijn volledig als uitbreiding (U) te beschouwen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
62 Het doel van een airco kennen.
Doel Behaaglijkheidsfactoren h-x –of psychrometrisch diagram
63 Het doel, plaats en de werking van elk component Componenten kennen. • Compressor
•
64 De principewerking en toepassingen van de verschillende soorten airco kennen.
−
scroll
−
capaciteitsregeling
−
drukschakelaars
Condensor −
condensordrukregelaar
−
expansieorgaan
−
verdamper
−
vloeistofafscheider
Soorten airco •
Raamkoeler
•
Split-unit
•
−
enkel koelen
−
warmtepomp
Twin −
Trippel
−
Multi-split
−
Satteliet met kanalen
−
VRV
−
Ventilatie met warmteterugwinning
Toepassing
65 Invullen thermisch bilan.
3de graad BSO Koelinstallaties
•
Huishoudelijk
•
Burelen
•
Zalen
Planberekening
45 D/2005/0279/006
66 De keuze van een airconditionering maken aan de hand van opgegeven criteria.
Soorten airco Criteria •
plan, thermisch bilan, …
•
kostprijsberekening
Catalogus 67 Installaties monteren volgens de code van goede praktijk.
Leidingen •
aanleg
•
isolatie
•
condensaatafvoer
Elektrische aansluitingen Bediening- en controlepaneel 68 Installaties in bedrijf stellen volgens de code van de goede praktijk.
69 Eenvoudige fouten opsporen en herstellen.
Installatiestappen •
lektest
•
vacumeren
•
koelmiddelhandelingen
•
controle op goede werking (metingen)
Soorten fouten •
elektrisch:(stuur- en vermogenkring)
•
koeltechnisch
DIDACTISCHE WENKEN •
Leg bij de leerlingen voldoende de nadruk op: −
het verbruik en de milieubelasting van een airco,
−
het beperken van het opwarmen van huizen door het aanbrengen van goede en voldoende isolatie.
•
Alhoewel in dit leerplan een hoofdstuk gewijd is aan de veiligheid en het milieu is het veilig en milieubewust werken zeker belangrijk bij het concreet installeren van een airco. Het is dan ook noodzakelijk om bij iedere praktijkopdracht nog eens de aandacht te vestigen op de specifieke veiligheids- en milieuaspecten.
•
Laat de leerlingen met de juiste gereedschappen en machines op de juiste manier werken; besteed voldoende aandacht aan de instructies van leveranciers.
•
Bij het werken aan airco’s is het belangrijk dat de leerling werkt aan de hand van de specificaties en de montagehandleidingen en de ter beschikking gestelde informatie van de fabrikanten. Voor de veiligheid van de uitvoerder en de klant en voor de kwaliteit van het geleverde werk zijn deze gegevens van zeer groot belang.
•
Het is zeer motiverend voor de leerlingen dat ze te maken krijgen met uitvoeringen waarin hedendaagse technologieën voorkomen. Vaak is het om didactische redenen noodzakelijk via oudere technologieën de opstap te maken maar het pedagogische mag geen excuus zijn om niet met moderne zaken bezig te zijn.
46 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
5.5
Elektrische onderhoudswerkzaamheden uitvoeren (U)
De doelstellingen van dit onderdeel zijn volledig als uitbreiding (U) te beschouwen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
70 De principewerking van de opwekking en de gelijk- Opwekking en gelijkrichting richting van elektrische energie in installaties toeWisselstroomgenerator lichten en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. • • Werkingsprincipe
71 Bestaande schema’s aanvullen.
•
Rotor stator
•
Ster- driehoekschakeling
•
Diodebrug
•
Spanningsregeling
•
Gelijkrichting
•
Voeding
Aanvullende tekeningen Meetpunten Aansluitpunten Bijkomende kringen
72 De werking van de in installaties toegepaste relais kennen.
Relais •
Soorten, maak, verbreek, wisselrelais
•
Stuur- en vermogenkring
•
Symbolen
•
Schema’s
73 De kenmerken en het werkingsprincipe van de in Elektronische componenten installaties toegepaste elektronische componenten • Weerstand kennen. • Diode •
Transistor
•
Tyristor
•
Condensator
•
IC
•
Sensoren
•
PLC
•
Bussystemen
•
Datacommunicatie
•
Programmeerbare sturingen
DIDACTISCHE WENKEN •
Bij het verwerven van de competenties rond elektriciteit gaat het in de eerste plaats om werkzaamheden op een technologisch-wetenschappelijk ondersteund te kunnen uitvoeren. Het werken met voorbeelden uit het vakgebied van de koeltechniek
3de graad BSO Koelinstallaties
47 D/2005/0279/006
•
is dan ook een vanzelfsprekendheid.
•
Voor het werken met schema’s is het aangewezen gebruik te maken van concrete voorbeelden. Leg bij het gebruik ervan de nadruk op de algemene schemaopbouw en de niet merkgebonden overeenkomsten tussen de schema’s.
•
Laat de leerlingen zoveel mogelijk werken aan elektrische en elektronische schakelingen met “levensechte” storingen.
•
Maak gebruik van hedendaagse technieken en technologieën. Multiplex bekabeling, comfortelektronica.
5.6
Via stages kennismaken met de bedrijfscultuur
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
74 Contacten leggen, communiceren en afspraken maken.
Contact met leden van het garageteam •
Solliciteren (U)
•
Contractuele afspraken −
Werkuren
−
Verplaatsing
−
Veiligheid en kledij
75 Met de bedrijfscultuur en –organisatie van een garage kennismaken.
Bedrijfscultuur
76 De eisen die de bedrijven aan de werknemers stellen zelf ervaren.
Gestelde eisen aan werknemers •
Arbeidsritme
77 De wijze waarop in een bedrijfscontext aspecten van preventie en welzijn worden behartigd en richtlijnen worden verstrekt ervaren en deze richtlijnen naleven.
•
Rendement en efficiëntie
•
Naleven van de bedrijfsrichtlijnen en voorschriften
•
Flexibiliteit
78 De noodzaak van de kennis van basisveiligheid op de bedrijfsvloer ervaren.
Bedrijfsorganisatie
Preventie en Welzijnsrichtlijnen
79 Met werkgevers en werknemers leren samenwerken.
Teamwerk
80 De in de school verworven kennis en vaardigheden in een reële arbeidssituatie toepassen.
Kennis
81 Met kennis en vaardigheden die slechts in een bedrijfscontext kunnen worden verworven, kennismaken.
Schoolsituatie
82 Zich in een methodisch en procesmatig werking van een bedrijf inpassen.
Methodisch en procesmatig werking van het bedrijf
Vaardigheden
Bedrijfssituatie
DIDACTISCHE WENKEN •
Stuur liefst niet meer dan één leerling naar een bedrijf.
•
Breng regelmatig een stagebezoek. Eén stagebezoek door de vakleraar per week per leerling is een minimum.
48 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
•
Maak duidelijke afspraken met de stagebedrijven voor de leerling op stage gaat.
•
Het organiseren van contactavonden tussen bedrijven, stagiairs en school kunnen een belangrijke bijdrage leveren om de kwaliteit van de stages te verbeteren.
•
Na de stage is een grondige evaluatie van de stagebedrijven op gebied van begeleiding, veiligheid, aangebrachte meerwaarde ... , aangewezen.
•
Zorg ervoor dat er goede afspraken worden gemaakt met de wijze waarop de leerling in het stagebedrijf wordt begeleid. Zorg ervoor dat de leraar de kans krijgt om met deze werknemer te communiceren over het functioneren van de leerling.
•
Bespreek de evaluatie van de stage met de leerlingen in de klas en laat de leerlingen hun ervaringen uitwisselen.
•
Geef de leerlingen voldoende instructies in verband met het naleven van de veiligheidsrichtlijnen vooraleer ze op stage gaan.
6
Minimale materiële vereisten
6.1
Infrastructuur
Voor de studierichting “CV SI BSO” dient men te beschikken over een ruime werkplaats, die beantwoordt aan de reglementaire eisen op het vlak van veiligheid, gezondheid, hygiëne, ergonomie en milieu. In het bijzonder wordt er aandacht gevraagd voor het verfraaien en het inrichten van oude of verouderde werkplaatsen. Zij bepalen immers in belangrijke mate het leer- en leefklimaat van de leerlingen. Voor alle betrokkenen blijft het een belangrijke uitdaging om voor deze leerlinggroep een aangename leeromgeving te creëren. Ook moet er voldoende ruimte worden voorzien voor het stapelen van materialen, het bergen van machines en het opbergen van onderhoudsmateriaal. Een ruimte voor het wegbergen van dure of breekbare gereedschappen en meettoestellen is eveneens geen overbodige luxe. Daarnaast zijn volgende lokalen, liefst aangrenzend, noodzakelijk: •
een goed uitgerust klaslokaal met documentatiecentrum, en voldoende pc’s
•
een wasplaats
•
een kleedkamer
6.2
Algemene uitrusting
•
Schoolmeubilair
•
Projector
•
pc’s
•
Printer
•
Software: −
Tekstverwerking
−
Rekenblad
−
Bestandsbeheer
3de graad BSO Koelinstallaties
49 D/2005/0279/006
6.3
Gemeenschappelijk klein gerief
•
Gereedschapskast
•
Handboormachine
•
Boorstandaard
•
Handslijpmolen
•
Elektrisch lastoestel (U)
•
Autogeen lastoestel
•
MIG-MAG lastoestel (U)
•
Hamer
•
Set schroevendraaiers
•
Set ring- en steeksleutels
•
dopsleutelset
•
Kabelmes
•
Silicone spuit
•
Waterpas
•
Laserwaterpas (U)
•
Zaagboog
•
Wipzaag (U)
•
Isolatiemeter
•
Multimeter
•
A- tang
•
Buizensnijder
•
Plooitangen
•
Plooiveren
•
Ontbramer
•
Flare apparaat
•
Uitzettang
•
Uitzetdoorn
•
Manifold
•
Elektronische lekzoeker
•
Vacuümpomp
•
Vacuümmanometer
•
Weegschaal
•
Vulcilinder
•
Temperatuurmeter
•
Afpompinstallatie
•
Recuperatiecilinder
•
Ratelsleutel
50 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
•
Lamellenkam
•
Oliepomp
•
Refractometer
6.4
Gemeenschappelijke materialen
Diverse koelinstallaties voor: • Montage van hoofdcomponenten en leidingnet •
Montage van hulp- en regelapparatuur
•
Opmeten van temperaturen en drukken
•
Inregelen van regelapparatuur
•
Inregelen van expansieapparatuur
Goed uitgeruste en beveiligde werkposten voor bedrading van elektrische borden en aansluiten van motoren.
7
Nuttige adressen
Agoria Vlaanderen Diamantbuilding Reyerslaan 80 B 1030 Brussel Website: http://www.agoria.be/ UBF-ACA J. Chantraineplantsoen 1 3070 Kortenberg http://www.ubf-aca.be Fechiplast Marie-Louizasquare 49 B 1000 Brussel BIN (Belgisch Instituut voor Normalisatie) Brabançonnelaan 29 1040 BRUSSEL Tel.: 02 520 22 33 Website: http://www.bin.be/NL/index.htm E-mail:
[email protected] DBO (Dienst voor Beroepsopleidingen) Koningsstraat 93 bus 3 1000 BRUSSEL Tel.: 02 227 14 11 Fax: 02 227 14 00 Website: http://www.ond.vlaanderen.be/dbo/ E-mail:
[email protected] KVIV (Koninklijke Vlaamse Ingenieurs Vereniging) Desguinlei 214 2018 ANTWERPEN Tel.: 03 216 09 96 E-mail:
[email protected] Website: http://www.ti.kviv.be/critto
3de graad BSO Koelinstallaties
51 D/2005/0279/006
Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden Tervurenlaan 463 1160 BRUSSEL Tel.: 02 773 16 80 VLOR (Vlaamse Onderwijsraad) Leuvenseplein 4 1000 BRUSSEL Tel.: 02 219 42 99 Fax: 02 219 81 18 E-mail:
[email protected] Website: http://www.vlor.be VIK (Vlaamse Ingenieurskamer) Herentalsebaan 643 2160 WOMMELGEM Tel.: 03 259 11 00 Fax 03 259 11 01 E-mail:
[email protected] Website: http://www.vik.be VMM (Vlaamse Milieumaatschappij) A. Van De Maelestraat 96 9320 EREMBODEGEM Tel.: 053 72 64 45 Website: http://www.vmm.be/ VVKSO (Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs) Guimardstraat 1 1040 BRUSSEL Tel.: 02 507 07 30 Fax: 02 511 33 57 E-mail:
[email protected] Website: http://www.vsko.be WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf) Maatschappelijke zetel Violetstraat 21-23 1000 BRUSSEL Tel.: 02 502.66.90 E-mail:
[email protected] Website: http://www.bbri.be/wtcb.htm WTCM ( Wetenschappelijk en Technisch Centrum van de Metaalverwerkende nijverheid) Celestijnenlaan 300C 3030 Heverlee
Kluwer uitgevers Ragheno Business Park Motstraat 30 2800 Mechelen Tel.: 0800/94571 E-mail:
[email protected] http://www.kluwer.be Tae nv ResaerchPark - Asse zone 1 52 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
Kranenberg 15 Bat 250 1731 Zellik Tel.: 02 481 79 00 Fax: 02 481 79 49 E-mail:
[email protected] http://www.tae.be Vanheck.fts J. Monnetlaan 3 1800 Vilvoorde Tel.: 02 255 97 50 Fax: 02 255 97 60 E-mail:
[email protected] http://www.vanheckfts.be
8
Nuttige websites
Software Coolpack http://www.et.dtu.dk/coolpack Berekeningsformulier voor comfortinstallaties http://www.koel-combi.nl/berekening/index1.html http://www.h-k-b.nl Hoe werkt een koelinstallatie http://www.refrigerationbasics.com http://home.plex.nl/~jlmvers/koel/1.htm http://www.tvb-airco.nl http://www.electrolux.nl/node882.asp Tips voor de koelmonteur http://be.refrignet.danfoss.com Koeltechnische verzamelsites http://koeltechniek.pagina.nl http://koeltechniek-airconditioning.pagina.nl
http://www.emersonclimate.com/PRODUCTSSERVICES/Services/Education/CC_000962.htm http://www.copeland-corp.com/ss/images/Educational%20Toolbox%20Order%20Form.pdf Hoe werkt een koelinstallatie http://www.refrigerationbasics.com http://home.plex.nl/~jlmvers/koel/1.htm http://www.tvb-airco.nl http://www.electrolux.nl/node882.asp Tips voor de koelmonteur http://be.refrignet.danfoss.com Koeltechnische verzamelsites http://koeltechniek.pagina.nl http://koeltechniek-airconditioning.pagina.nl
3de graad BSO Koelinstallaties
53 D/2005/0279/006
9
Bibliografie
DKV-Geschäftsstelle Pfaffenwaldring 10 70569 Stuttgart E-mail:
[email protected] Fax: 0711-685 3242 ASHRAE American society of heating, refrigeration and airconditioning engineers Inc. 1791 Tullie Circle NE Atlanta GA 30329 USA http://resourcecenter.ashrae.org/store/ashrae/ Karl Breidenbach DER KÄLTEANLAGENBAUER. Band 1: Grundkenntnisse. 2003. C.F. Müller Verlag, Heidelberg. 520 Seiten, gebunden ISBN: 3-7880-7671-2 M. Meliß: " Erneuerbare Energien" 3. Auflage, Mai 1995, S. 89-99, Bundesministerium für Wirtschaft, Referat Öffentlichkeit, Bonn B. Sanner: " Erdgekoppelte Wärmepumpen" IZW-Bericht 2/92, November 1992, Informationszentrum, Wärmepumpen+Kältetechnik U. Hesse: "Ersatzstoffe für FCKW" expert Verlag, Technische Akademie Esslingen, 1992 J. Arlt: "Die Berechnung für den Fachmann und Wärmebedarfsausweis" Bundesministerium für Raumordnung, Bauwesen und Städtebau, Deichmanns Aue, 53179 Bonn, Februar 1995 F. Ziegler: "Kompressions-Absorptions-Wärmepumpen" Dissertation A, TU München 1991 H. Loewer: "Ein Verfahren zur Ermittlung der Leistungscharakteristiken von Absorptions- Kältemaschinen bei Klimaanlagen" Kältetechnik, 16. Jahrgang, Heft 7/1964, S. 194 - 199 H. Dölz / D. Otto: "Ammoniak-Verdichter-Kälteanlagen" Band 1: Ausrüstungen, Berechnung und Projektierung, Verlag C.F. Müller GmbH, Karlsruhe, 1. Auflage 1992 Jungnickel; Angsten; Kraus: "Grundlagen der Kältetechnik" VEB Verlag Technik, Berlin, 1985 R. Seidel / H. Noack: "Der Kältemonteur" Handbuch für die Praxis, Verlag C.F. Müller GmbH, Karlsruhe, 7. Auflage 1992 Formulaire du froid Pierre Rapin Patrick Jacquard: Marque : Dunod/L'Usine Nouvelle ISBN: 2100078224
54 D/2005/0279/006
3de graad BSO Koelinstallaties
Authors: GUILLERMIC André Series: Collection des Cours de l'ENSPM ISBN: 2-7108-0324-0 (édition complète) http://www.editionstechnip.com/F/guillermic_chauffage_par_combustibles_690.asp Warmteleer voor technici Auteur: Kimmenaede, A.J.M. van Uitgever Wolters-Noordhoff B.V. ISBN 9001469353 Uitgever Reeks: Erscheinungstermin: ISBN:
3de graad BSO Koelinstallaties
SPRINGER, BERLIN Raumklimatechnik. 03.2005 3-540-57011-X
55 D/2005/0279/006