RAW-systematiek -
Nieuw deelhoofdstuk 51.6 Bomen in infrastructuur
-
Wijziging van artikel 01.09.01 van hoofdstuk 01 van de Standaard 2010
-
Wijziging van enige artikelen van deelhoofdstuk 51.0 van de Standaard 2010
Vastgesteld op 22 november door RIBP
Versie van 22-11-2012
Pagina 1 van 45
CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Deze not-for-profitorganisatie ontwikkelt, verspreidt en beheert praktisch toepasbare kennis voor beleidsvoorbereiding, planning, ontwerp, aanleg, beheer en onderhoud. Dit gebeurt in samenwerking met alle belanghebbende partijen, waaronder Rijk, provincies, gemeenten, adviesbureaus, uitvoerende bouwbedrijven in de grond-, water- en wegenbouw, toeleveranciers en vervoerorganisaties. De kennis, veelal in de vorm van richtlijnen, aanbevelingen en systematieken, vindt haar weg naar de doelgroepen via websites, publicaties, cursussen en congressen. CROW heeft zijn activiteiten gebundeld in vier domeinen: - Leefomgeving & Milieu - Verkeer & Vervoer - Aanbesteden & Contracteren - Bouwprocesmanagement
CROW Galvanistraat 1, 6716 AE Ede Postbus 37, 6710 BA Ede Telefoon (0318) 69 53 00 Fax (0318) 62 11 12 E-mail
[email protected] Website www.crow.nl
Versie van 22-11-2012
Pagina 2 van 45
Wij ontvangen graag uw opmerkingen U kunt uw opmerkingen op dit vastgestelde document geven per e-mail, per post of per fax: e-mail:
[email protected] post: CROW, t.a.v. ing. R. Buiter, Postbus 37, 6710 BA Ede. fax: CROW, t.a.v. ing. R. Buiter, telefoon 0318-621112. Bij voorkeur ontvangen wij uw opmerkingen per e-mail.
November 2012 Copyright 2012, CROW, Kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur, Galvanistraat 1, 6716 AE Ede (telefoon 0318-695300). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van bovengenoemde stichting, behoudens de beperkingen bij de wet gesteld. Het verbod betreft ook een gehele of gedeeltelijke bewerking. Het is verboden wijzigingen in de systematiek en de tekst aan te brengen.
Versie van 22-11-2012
Pagina 3 van 45
Inhoud van de tervisielegging Toelichting op de RAW-systematiek
5
Algemene toelichting op het onderwerp
7
Resultaatsbeschrijvingen Inhoudsopgave van de resultaatsbeschrijvingen Resultaatsbeschrijvingen Toelichting
8 9 37
Technische bepalingen Inhoudsopgave van de technische bepalingen Standaard RAW Bepalingen met toelichting
39 40
Versie van 22-11-2012
Pagina 4 van 45
Toelichting op de RAW-systematiek Algemeen Bij het opstellen van technische bepalingen en resultaatsbeschrijvingen ten behoeve van de RAWsystematiek voor bestekken in de grond-, water- en wegenbouwsector gelden de volgende uitgangspunten: - gelijkwaardigheid van partijen; - afbakening van verantwoordelijkheden; - eenduidige besteksinformatie gericht op de uitvoering; - kostenhomogeniteit; - betaling van productie. Met gelijkwaardigheid van partijen wordt gedoeld op de contractuele gelijkwaardigheid van partijen in de bouw. Voor de afbakening van verantwoordelijkheden wordt de verdeling aangehouden als bedoeld in de paragrafen 5 en 6 van de UAV 1989 (UAV 2012). Dit houdt in dat de opdrachtgever in beginsel de verantwoordelijkheid draagt voor het ontwerp en wat daarmee in verband staat, terwijl de aannemer in principe verantwoordelijk is voor de uitvoering en wat daarmee samenhangt. De omschrijving van het werk en de randvoorwaarden daaraan gesteld, moeten zodanig zijn geformuleerd dat zij niet voor meer dan één uitleg vatbaar zijn. Zij moeten een duidelijke omschrijving bevatten van rechten en verplichtingen van partijen. Bij het opstellen van deze informatie moet een goede aansluiting gewaarborgd worden naar calculatie, uitvoering en bedrijfsvoering. In een volgens de RAW-systematiek opgesteld bestek wordt deze informatie verstrekt in de vorm van een beschrijvende hoeveelhedenstaat en daarop afgestemde technische en administratieve bepalingen. Aan de besteksposten in de beschrijvende hoeveelhedenstaat wordt de eis gesteld dat zij kostenhomogeen moeten zijn. Kostenhomogeen wil zeggen dat de prijs per eenheid voor de gehele bij de bestekspost behorende hoeveelheid nagenoeg gelijk is. Indien het werk in duidelijke, meetbare besteksposten wordt omschreven, is een goede aansluiting verkregen naar calculatie, uitvoering en bedrijfsvoering. Daarmee is de basis voor betaling van geleverde productie gelegd. Tevens is het mogelijk een koppeling te leggen naar de besteksadministratie en de verrekening van meer en minder werk op verrekenbare hoeveelheden. Het bovenstaande met betrekking tot de scheiding van verantwoordelijkheden betekent dat in een RAW-bestek de opdrachtgever het ‘wat’, ‘waar’, ‘waarvan’ en ‘onder welke voorwaarden’ zal omschrijven. De aannemer zal het ‘hoe’ en ‘waarmee’ invullen. In de praktijk zal het bovenstaande beginsel ‘vrijheid in wijze van uitvoering’ niet altijd kunnen worden gerealiseerd. Afwijken is verantwoord indien: - een onevenredig groot risico voor één van de bouwpartners ontstaat; - een kans op onherstelbare fouten optreedt; - slechts één bepaalde uitvoeringswijze tot het gewenste resultaat leidt; - belangen van derden geschaad zullen worden. Resultaatsbeschrijvingen Om het werk op uniforme wijze te kunnen omschrijven in een beschrijvende hoeveelhedenstaat is de RAW-Catalagus met resultaatsbeschrijvingen, dat wil zeggen gestandaardiseerde werkbeschrijvingen, opgesteld. De resultaatsbeschrijvingen staan gesorteerd op werkcategorie (Grondwerken, Verhardingen, Rioleringen, Groenvoorzieningen, enzovoort) in de catalogus. Deze catalogus wordt periodiek onderhouden en aangevuld met nieuwe ontwikkelingen. De in de catalogus opgenomen resultaatsbeschrijvingen voldoen aan de genoemde uitgangspunten. Zij moeten daarbij een beschrijving bevatten van: - het gevraagde resultaat; - de benodigde bouwstoffen; - de te stellen kwaliteitseisen;
Versie van 22-11-2012
Pagina 5 van 45
- de activiteiten met inachtneming van de vrijheid die de aannemer heeft in de wijze van uitvoering en de keuze van het in te zetten materieel. Elke resultaatsbeschrijving bevat tenslotte de kostenbeïnvloedende factoren voor het beschreven resultaat. De bestekschrijver kan met behulp van resultaatsbeschrijvingen besteksposten formuleren, die kostenhomogeen en meetbaar zijn. Technische bepalingen In de technische bepalingen staan de randvoorwaarden voor de uitvoering van het werk (kwaliteitseisen aan het resultaat en/of de bouwstof, toegestane afwijkingen, enzovoort). De technische bepalingen zijn complementair aan de resultaatsbeschrijvingen. Het spreekt voor zich dat deze bepalingen volledig, ondubbelzinnig en juridisch verantwoord moeten zijn. Bepalingen die algemeen te stellen zijn aan uit te voeren werken worden opgenomen in de Standaard RAW Bepalingen. Bepalingen die per werk verschillen zullen in het bestek opgenomen kunnen worden, in aanvulling op deze standaardbepalingen. De technische bepalingen worden ingedeeld in hoofdstukken overeenkomend met de werkcategorieën en onderverdeeld in zeven vaste paragrafen, te weten: 1. Begrippen Afbakening c.q. beschrijving van in het bestek gebruikte termen, welke niet eenduidig zijn. 2. Eisen en uitvoering Randvoorwaarden welke gesteld worden aan de uitvoering en kwaliteitseisen aan het verlangde resultaat. 3. Informatie-overdracht Een beschrijving van de informatie, die opdrachtgever en aannemer elkaar ten minste behoren te verstrekken. 4. Risicoverdeling en garanties Een nadere afbakening van verantwoordelijkheden tijdens (en in bepaalde gevallen aansluitend op) de uitvoering. 5. Bijbehorende verplichtingen Een beschrijving van werkzaamheden, welke tot de verplichtingen van de aannemer behoren; deze werkzaamheden zijn van zodanige aard dat zij niet door middel van besteksposten verwoord worden, maar door middel van bepalingen. 6. Bouwstoffen Kwaliteitseisen te stellen aan bouwstoffen, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in door NEN (Nederlands Normalisatie-instituut) vastgestelde normbladen. 7. Meet- en verrekenmethoden Wijze van meting en verrekening van resultaat, activiteiten en bouwstoffen. Toelichting RAW-systematiek en GWW-Standaardbestek Voor een uitgebreide toelichting op te hanteren criteria bij het opstellen van technische bepalingen en resultaatsbeschrijvingen wordt verwezen naar de Handleiding RAW-systematiek, hoofdstuk 00 Algemeen. Voor meer informatie over bestekken in het algemeen en over standaardbestekken in het bijzonder, wordt verwezen naar het boek ‘Bestekken in de Grond-, Water- en Wegenbouw’. Dit boek is verkrijgbaar bij de Stichting CROW. Beoordelingsprocedure De door de werkgroep opgestelde resultaatsbeschrijvingen en technische bepalingen worden na gereed komen op de gestelde uitgangspunten getoetst door het bureau van CROW. Vervolgens worden zij beoordeeld door de Juridische en bestekstechnische commissie, waarna zij worden aangeboden aan de Raad voor het Infrabouwproces ter voorlopige goedkeuring. Hierna kan tervisielegging plaatsvinden. Na verwerking van commentaren op de tervisielegging door het bureau, de werkgroep en de Juridische en bestekstechnische commissie wordt het eindresultaat aangeboden aan de Raad voor het Infrabouwproces ter definitieve goedkeuring en vaststelling.
Versie van 22-11-2012
Pagina 6 van 45
Algemene toelichting op het onderwerp Inleiding CROW brengt dit jaar CROW-publicatie 280 ‘Combineren van onder- en bovengrondse infrastructuur en bomen’ uit. Deze publicatie beschrijft de mogelijkheden om bomen met een aantal typen infrastructurele voorzieningen te combineren, te weten wegconstructies, kabels, leidingen, riolering en openbare verlichting. De publicatie beschrijft ten behoeve van het ontwerp- en realisatieproces, zowel technische mogelijkheden en maatregelen, als specifieke aandachtspunten voor het combineren van bomen en infrastructurele voorzieningen. Bij het ontwerpen, inrichten en beheren van de openbare ruimte is het de kunst om alle noodzakelijke voorzieningen goed te laten functioneren. Als bomen en infrastructurele voorzieningen de ruimte moeten delen, dan is dat vaak een uitdaging. De beschikbare boven- en ondergrondse ruimte is vaak beperkt, de eisen die de bomen en de afzonderlijke voorzieningen stellen zijn vaak aanzienlijk. De groeiende ruimtebehoefte, vooral in stedelijk gebied, vraagt om ontwerpen met goede combinaties, efficiënte oplossingen bij problemen en een zorgvuldige toepassing van de beschikbare technieken. Het doel van CROW-publicatie 280 ‘Combineren van onder- en bovengrondse infrastructuur en bomen’ is om alle partijen die bij ontwerp, inrichting en beheer van de openbare ruimte zijn betrokken, te voorzien van de noodzakelijke informatie over de raakvlakken tussen bomen en infrastructurele voorzieningen. Deze informatie kan worden gebruikt om de combinatie tussen bomen en infrastructurele voorzieningen in nieuwe situaties te optimaliseren, en om knelpunten in bestaande situaties op te lossen. Bij het opstellen van de publicatie is gebleken dat voor een aantal specifieke maatregelen in de RAW-systematiek geen resultaatsbeschrijvingen en geen technische bepalingen beschikbaar waren. Deze tervisielegging moet in deze leemte voorzien. Met name zijn resultaatsbeschrijvingen opgesteld voor het maken van nieuwe groeiplaatsconstructies en voor het verbeteren van bestaande situaties. Tevens zijn naar aanleiding van CROW-publicatie 280 ‘Combineren van onder- en bovengrondse infrastructuur en bomen’ enkele bestaande technische bepalingen aangepast.
Versie van 22-11-2012
Pagina 7 van 45
Inhoudsopgave van de resultaatsbeschrijvingen 51
Groenvoorzieningen.
51.15
Beplantingswerk.
51.15.05
Grond verbeteren t.b.v. te planten bomen.
m3
(aanpassing van de bestaande hoofdcode 51.15.05)
51.51
Verankeren van bomen.
51.51.01 51.51.02 51.51.03
Aanbrengen ondergrondse kluitverankering boom. Naspannen verankering boom. Verwijderen verankering boom.
51.52
Groeiplaatsconstructies.
51.52.01 51.52.02 51.52.03 51.52.11 51.52.12 51.52.13 51.52.14 51.52.21 51.52.22
Aanbrengen groeiplaatsconstructie. Aanbrengen sandwichconstructie. Aanbrengen sandwichconstructie. Pneumatisch losmaken van de bodem. Groeiplaats van een boom voorzien van voedingspijlers. Grond zuigen uit de groeiplaats van een boom. Grond zuigen uit de groeiplaats van een boom. Aanbrengen drainage groeiplaats boom. Aanbrengen beluchtingssysteem groeiplaats boom.
51.52.23
Aanbrengen infiltratiesysteem groeiplaats boom.
st st st
st st m2 st st st m3 st st
(hiermee vervalt de bestaande hoofdcode 51.16.02)
st
(hiermee vervalt de bestaande hoofdcode 51.16.02)
51.52.24
Aanbrengen gietrand in groeiplaats boom.
Versie van 22-11-2012
st
Pagina 8 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.15.05 Grond verbeteren ten behoeve van te planten bomen. (betreft een aanpassing van de bestaande hoofdcode 51.15.05) WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 15
Groenvoorzieningen. Beplantingswerk. Grond verbeteren t.b.v. te planten bomen.
HOOFDCODE: 51.15.05 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
VERSIE
-
EENHEID
Grond verbeteren ten behoeve van te planten bomen. m3 # Situering in het werk vermelden. Eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Eventueel tekeningnummer(s) vermelden. # De te ontgraven en de aan te brengen grondsoort(en)vermelden. Voor het aangeven van de grondsoorten wordt verwezen naar de handleiding. # Bij meerdere grondsoorten de gemiddelde laagdikte per grondsoort vermelden; bij gescheiden ontgraven tevens de hoeveelheden per grondsoort vermelden. # Het aantal m3 grondverbetering of bomenzand per boom vermelden. # Het toedienen van eventuele meststoffen vermelden. 1
2
3
4
5
6
7
8
Versie van 22-11-2012
Sleuven; te ontgraven hoeveelheid gemiddeld * m3/m [tot 0,5 m3/m] # Afmetingen sleuven en eventuele taluds vermelden. Sleuven; te ontgraven hoeveelheid gemiddeld * m3/m [0,5 tot 1 m3/m] # Afmetingen sleuven en eventuele taluds vermelden. Sleuven; te ontgraven hoeveelheid gemiddeld * m3/m [1 tot 2 m3/m] # Afmetingen sleuven en eventuele taluds vermelden. Sleuven; te ontgraven hoeveelheid gemiddeld * m3/m [2 m3/m en meer] # Afmetingen sleuven en eventuele taluds vermelden. Gaten; te ontgraven hoeveelheid gemiddeld * m3 per gat [tot 4 m3 per gat; diepte tot 0,8 m] # Afmetingen gaten en eventuele taluds vermelden. Gaten; te ontgraven hoeveelheid gemiddeld * m3 per gat [tot 4 m3 per gat; diepte 0,8 m en meer] # Afmetingen gaten en eventuele taluds vermelden. Gaten; te ontgraven hoeveelheid gemiddeld * m3 per gat [4 m3 per gat en meer; diepte tot 0,8 m] # Afmetingen gat en eventuele taluds vermelden. Gaten; te ontgraven hoeveelheid gemiddeld * m3 per gat [4 m3 per gat en meer; diepte 0,8 m en meer] # Afmetingen sleuven en eventuele taluds vermelden.
Pagina 9 van 45
1
2 3
4
5
6
7
8
1 2 1
Versie van 22-11-2012
Vrijgekomen grond vervoeren # Plaats van bestemming vermelden of verwijzen naar een bestekspost grond vervoeren. Bij gescheiden ontgraven per grondsoort de plaats van bestemming vermelden. Hoedanigheid van de grond vermelden. Eventueel regeling acceptatiekosten vermelden. Vrijgekomen grond spreiden over naastliggend terrein # Eventueel laagdikte of breedte vermelden. Vrijgekomen grond wordt eigendom van de aannemer # Hoedanigheid van de grond vermelden. Milieuhygiënische kwaliteit van de grond vermelden. Verwijzen naar bij het bestek gevoegde onderzoeksresultaten. Deze inhoud niet gebruiken als de grond moet worden afgegeven aan een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting. Vrijgekomen * naast de ontgraving deponeren. Overige vrijgekomen grond spreiden over naastliggend terrein # Eventuele laagdikte of breedte vermelden. Vrijgekomen * naast de ontgraving deponeren. Overige vrijgekomen grond vervoeren # Plaats van bestemming vermelden of verwijzen naar een bestekspost grond vervoeren. Hoedanigheid van de grond vermelden. Eventueel regeling acceptatiekosten vermelden. Vrijgekomen * naast de ontgraving deponeren. Overige vrijgekomen grond wordt eigendom van de aannemer # Hoedanigheid van de grond vermelden. Milieuhygiënische kwaliteit van de grond vermelden. Verwijzen naar bij het bestek gevoegde onderzoeksresultaten. Deze inhoud niet gebruiken als de grond moet worden afgegeven aan een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting. Vrijgekomen * spreiden over naastliggend terrein # Eventuele laagdikte of breedte vermelden. Overige vrijgekomen grond vervoeren # Plaats van bestemming vermelden of verwijzen naar een bestekspost vervoeren. Hoedanigheid van de grond vermelden. Eventueel regeling acceptatiekosten vermelden. Vrijgekomen * spreiden over naastliggend terrein # Eventuele laagdikte of breedte vermelden. Overige vrijgekomen grond wordt eigendom van de aannemer # Hoedanigheid van de grond vermelden. Milieuhygiënische kwaliteit van de grond vermelden. Verwijzen naar bij het bestek gevoegde onderzoeksresultaten. Deze inhoud niet gebruiken als de grond moet worden afgegeven aan een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting. Bodem van de ontgraving loswerken tot een diepte van * m De aanvulling ter dikte van * m mengen met * m van de ondergrond Aanvullen met bodemverbeteraar tot # Hoogte m3 bovenzijde aanvulling vermelden of verwijzen naar tekening.
Pagina 10 van 45
2
3
4
1 2
3
4
Versie van 22-11-2012
Aanvullen met teelgrond tot # Hoogte bovenzijde m3 aanvulling vermelden of verwijzen naar tekeningnummer(s). Aanvullen met bomenzand tot # Hoogte bovenzijde m3 aanvulling vermelden of verwijzen naar tekeningnummer(s). Voor het eventueel aanvullen met straatzand verwijzen naar een aparte bestekspost. Aanvullen met bomengranulaat tot # Hoogte bovenzijde m3 aanvulling vermelden of verwijzen naar tekeningnummer(s). Eisen aan verdichtingsgraad, uitgedrukt als CBR-waarde (zie de handleiding) vermelden. Tevens het eventueel mengen van grond met een bodemverbeteraar vermelden. De aanvulling gelijkmatig aandrukken De aanvulling verdichten # Methode van verdichten vermelden of eisen aan het verdichten vermelden. De aanvulling in lagen verdichten # Laagdikte vermelden. Methode van verdichten vermelden of eisen aan het verdichten vermelden. De aanvulling niet verdichten # Eventueel bijzonderheden vermelden. 1 De plaats van de grondverbetering markeren door middel van # Markering omschrijven of verwijzen naar tekeningnummer(s).
Pagina 11 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.51.01 Aanbrengen van een ondergrondse kluitverankering van een boom. WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 51
VERSIE Groenvoorzieningen. Verankeren van bomen. Aanbrengen ondergrondse kluitverankering boom.
HOOFDCODE: 51.51.01 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
EENHEID
Aanbrengen van een ondergrondse kluitverankering st van een boom. # Situering in het werk vermelden. Eventueel bijzonderheden volgens handleiding vermelden. Eventueel tekeningnummer(s) vermelden. Voor het opnemen van een bestekspost voor het naspannen van een ondergrondse verankering van een boom gebruik maken van hoofdcode 51.51.02. 1 2 3 4 5 1
2 1
2 3
Versie van 22-11-2012
Aan te brengen aantal ankers per boom: 1 Aan te brengen aantal ankers per boom: 2 Aan te brengen aantal ankers per boom: 3 Aan te brengen aantal ankers per boom: 4 Aan te brengen aantal ankers per boom: * # Aantal ankers vermelden. Anker: # Soort anker en uitvoering beschrijven. Eventueel bijzonderheden vermelden. Anker ter keuze van de aannemer # Eventueel bijzonderheden vermelden. Aanbrengen aan bestaand ankerpunt groeiplaatsconstructie # Eventueel bijzonderheden vermelden. Aanbrengen aan bestaande boompaal # Eventueel bijzonderheden vermelden. Aanbrengen aan: # Bevestigingspunt beschrijven. Eventueel bijzonderheden vermelden.
st st st st st
Pagina 12 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.51.02 Naspannen van de verankering van een boom. WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 51
Groenvoorzieningen. Verankeren van bomen. Naspannen verankering boom.
HOOFDCODE: 51.51.02 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Naspannen van de verankering van een boom. # Situering in het werk vermelden. Eventueel bijzonderheden volgens handleiding vermelden. Eventueel tekeningnummer(s) vermelden. 1 2 3 4 5 1 2
Versie van 22-11-2012
VERSIE
-
EENHEID
st
Aantal ankers per boom: 1 # Anker beschrijven. Aantal ankers per boom: 2 # Anker beschrijven. Aantal ankers per boom: 3 # Anker beschrijven. Aantal ankers per boom: 4 # Anker beschrijven. Aantal ankers per boom: * # Aantal ankers per boom vermelden. Anker beschrijven. Bovengronds ankerpunt # Eventueel bijzonderheden vermelden. Ondergronds ankerpunt # Eventueel bijzonderheden vermelden.
Pagina 13 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.51.03 Verwijderen van de verankering van een boom. WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 51
Groenvoorzieningen. Verankeren van bomen. Verwijderen verankering boom.
HOOFDCODE: 51.51.03 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Verwijderen van de verankering van een boom. # Situering in het werk vermelden. Eventueel bijzonderheden volgens handleiding vermelden. Eventueel tekeningnummer(s) vermelden. 1 2 3 4 5 1 2 1 2 3 4 5 6 1
2
3
Versie van 22-11-2012
VERSIE
-
EENHEID
st
Aantal te verwijderen ankers per boom: 1 # Anker beschrijven. Aantal te verwijderen ankers per boom: 2 # Anker beschrijven. Aantal te verwijderen ankers per boom: 3 # Anker beschrijven. Aantal te verwijderen ankers per boom: 4 # Anker beschrijven. Aantal te verwijderen ankers per boom: * # Aantal ankers vermelden. Anker beschrijven. Het betreft een bovengrondse verankering # Eventueel bijzonderheden vermelden. Het betreft een ondergrondse verankering # Eventueel bijzonderheden vermelden. Ankerpunt verwijderen Ankerpunten verwijderen Ankerpunt niet verwijderen Ankerpunten niet verwijderen Boompaal verwijderen Boompalen verwijderen Vrijgekomen materialen verwerken volgens bestekspostnummer(s) # Bestekspostnummer(s) vermelden. Vrijgekomen materialen vervoeren # Plaats van bestemming vermelden. Eventueel wijze van opslag vermelden. Eventueel regeling acceptatiekosten vermelden. Vrijgekomen materialen worden eigendom van de aannemer # Hoedanigheid van de materialen vermelden. Deze inhoud niet gebruiken als de vrijgekomen materialen moeten worden afgegeven aan een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting..
Pagina 14 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.01 Aanbrengen van een groeiplaatsconstructie. WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 52
Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Aanbrengen groeiplaatsconstructie.
HOOFDCODE: 51.52.01 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Aanbrengen van een groeiplaatsconstructie. # Situering in het werk en eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Tekeningnummer(s)vermelden.
VERSIE
-
EENHEID
st
Let op dat het aantal groeiplaatsconstructies goed wordt vermeld. Een groeiplaatsconstructie kan bestemd zijn voor meerdere bomen. Voor het opnemen van besteksposten voor het uitvoeren van grondwerk gebruik maken van de hoofdcodes uit werkcategorie 22. 1
2
1 2 1
1
1
2
3
Versie van 22-11-2012
Vooraf vervaardigde groeiplaatsconstructie van: # Materiaal of materialen vermelden. Eisen vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. In het werk vervaardigde groeiplaatsconstructie van: # Materiaal of materialen vermelden. Eisen vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Groeiplaatsconstructie met open zijwandconstructie # Eisen vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Groeiplaatsconstructie met gesloten zijwandconstructie # Eisen vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Groeiplaatsconstructie aanvullen met teelgrond # Eisen aan de teelgrond vermelden. Eisen eventueel afstemmen op soort boom. Aanbrengen scheidingsdoek # Eisen aan het scheidingsdoek vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Voorzien van afdekplaat en verankeringspunten # Afdekplaat en verankeringspunten beschrijven. Eisen aan afdekplaat en verankeringspunten vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Eventueel verwijzen naar afzonderlijke besteksposten. Voorzien van afdekking en verankeringspunten # Afdekking en verankeringspunten beschrijven. Eisen aan afdekking en verankeringspunten vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Eventueel verwijzen naar afzonderlijke besteksposten. Voorzien van een afdekplaat # Afdekplaat beschrijven. Eisen aan de afdekplaat vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Eventueel verwijzen naar een afzonderlijke bestekspost.
st
st
m3
m2
Pagina 15 van 45
4
-
Versie van 22-11-2012
Voorzien van een afdekking # Afdekking beschrijven. Eisen aan de afdekking vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Eventueel verwijzen naar een afzonderlijke bestekspost. Voor het aanbrengen van een verankering, een beluchtingssysteem of een infiltratiesysteem een aparte bestekspost opnemen.
Pagina 16 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.02 Aanbrengen van een sandwichconstructie. WERKCATEGORIE:
51 52
Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Aanbrengen sandwichconstructie.
SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST: HOOFDCODE: 51.52.02 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Aanbrengen van een sandwichconstructie. # Situering in het werk en eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden.
VERSIE
-
EENHEID
st
Let op dat het aantal sandwichconstructies goed wordt vermeld. Een sandwichconstructie kan bestemd zijn voor meerdere bomen. Het aanbrengen van een verankering, een beluchtingsysteem of een infiltratiesysteem in aparte besteksposten opnemen. Voor het opnemen van besteksposten voor het uitvoeren van het benodigde grondwerk gebruik maken van de hoofdcodes uit werkcategorie 22. Eisen aan de vlakheid van de bodem van de uitgraving vermelden. 1 2
1
2
1 2
3
Versie van 22-11-2012
Aanbrengen bomenzand # Eventueel nadere eisen vermelden. Aanbrengen bomengranulaat # Eisen aan de bouwstof bomengranulaat vermelden. In de Standaard RAW Bepalingen zijn geen eisen aan de bouwstof bomengranulaat opgenomen. Eis aan de verdichting(CBR-waarde) vermelden. Sandwichconstructie # Toe te passen materialen vermelden. Eisen aan de toe te passen materialen vermelden. Eisen aan druksterkte, afmetingen en gewicht vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Eventueel afmetingen vermelden. Sandwichconstructie ter keuze van de aannemer # Eisen aan de constructie vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Eventueel afmetingen vermelden. Elementen opvullen met grondverbeteraar # Eisen aan grondverbeteraar vermelden. Elementen opvullen met grond # Eventueel eisen aan grond vermelden. Bij ter beschikking stellen van de grond de locatie van de terbeschikkingstelling vermelden. Elementen opvullen met teelaarde # Eventueel eisen aan teelaarde vermelden.
m3 m3
st
st
m3 m3
m3
Pagina 17 van 45
1
2
1 2
3
Versie van 22-11-2012
m2 Scheidingsdoek aanbrengen aan de bovenzijde en de zijkanten # Deze inhoud kiezen als het ontwerp van de constructie vast ligt. Eisen aan het scheidingsdoek vermelden. Eventueel aparte eisen aan het bovendoek en aparte eisen aan het onderdoek vermelden. Scheidingsdoek aanbrengen aan de bovenzijde en de zijkanten volgens bestekspostnr. # Bestekspostnr. vermelden. Deze inhoud kiezen als het ontwerp van de constructie niet vast ligt. Afwerken volgens bestekspostnummer(s) # Bestekspostnummer(s) vermelden. Afwerken met een vlijlaag m2 # Vlijlaag omschrijven. Eisen aan en afmetingen van de vlijlaag vermelden. Afwerken met # Afwerking omschrijven. Eisen aan en afmetingen van de afwerking vermelden.
Pagina 18 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.03 Aanbrengen van een sandwichconstructie. WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 52
Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Aanbrengen sandwichconstructie.
HOOFDCODE: 51.52.03 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Aanbrengen van een sandwichconstructie. # Situering in het werk en eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden.
VERSIE
-
EENHEID
m2
Let op dat het aantal sandwichconstructies goed wordt vermeld. Een sandwichconstructie kan bestemd zijn voor meerdere bomen. Het aanbrengen van een verankering, een beluchtingsysteem of een infiltratiesysteem in aparte besteksposten opnemen. Voor het opnemen van besteksposten voor het uitvoeren van het benodigde grondwerk gebruik maken van de hoofdcodes uit werkcategorie 22. Eisen aan de vlakheid van de bodem van de uitgraving vermelden. 1 2
1
2
1 2
3
Versie van 22-11-2012
Aanbrengen bomenzand # Eventueel nadere eisen vermelden. Aanbrengen bomengranulaat # Eisen aan de bouwstof bomengranulaat vermelden. In de Standaard RAW Bepalingen zijn nog geen eisen aan bomengranulaat opgenomen. Eis aan de verdichting(CBR-waarde) vermelden. Sandwichconstructie # Toe te passen materialen vermelden. Eisen aan de toe te passen materialen vermelden. Eisen aan druksterkte, afmetingen en gewicht vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Eventueel afmetingen vermelden. Sandwichconstructie ter keuze van de aannemer # Eisen aan de constructie vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. Eventueel afmetingen vermelden. Elementen opvullen met grondverbetereaar # Eisen aan rondverbeteraar vermelden. Elementen opvullen met grond # Eventueel eisen aan grond vermelden. Bij ter beschikking stellen van de grond de locatie van de terbeschikkingstelling vermelden. Elementen opvullen met teelaarde # Eventueel eisen aan teelaarde vermelden
m3 m3
m2
m2
m3 m3
m3
Pagina 19 van 45
1
2
1 2
3
Versie van 22-11-2012
m2 Scheidingsdoek aanbrengen aan de bovenzijde en de zijkanten # Deze inhoud kiezen als het ontwerp van de constructie vast ligt. Eisen aan het scheidingsdoek vermelden. Eventueel aparte eisen aan het bovendoek en aparte eisen aan het onderdoek vermelden. Scheidingsdoek aanbrengen aan de bovenzijde en de zijkanten volgens bestekspostnr. # Bestekspostnr. vermelden. Deze inhoud kiezen als het ontwerp van de constructie niet vast ligt. Afwerken volgens bestekspostnummer(s) # Bestekspostnummer(s) vermelden. Afwerken met een vlijlaag m2 # Vlijlaag omschrijven. Eisen aan en afmetingen van de vlijlaag vermelden. Afwerken met # Afwerking omschrijven. Eisen aan en afmetingen van de vlijlaag vermelden.
Pagina 20 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.11 Pneumatisch losmaken van de groeiplaats van een boom. WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 52
Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Pneumatisch losmaken groeiplaats boom.
HOOFDCODE: 51.52.11 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Pneumatisch losmaken van de groeiplaats van een boom. # Situering in het werk en eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Eventueel tekeningnummer(s) vermelden.
VERSIE
-
EENHEID
st
# Als een groeiplaatsonderzoek is uitgevoerd, dan naar dit onderzoek verwijzen. Dit onderzoek als bijlage toevoegen aan het bestek. # Gegevens over de aanwezige grondsoort(en) vermelden. 1
2 1 2 3 4 5 6
7 1 2 3 4 5 6
7 1 2
Versie van 22-11-2012
Gemiddelde hoeveelheid te behandelen doorwortelbare ruimte: ca. * m3 # Hoeveelheid vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Gemiddeld aantal injecties per groeiplaats: * st # Gemiddeld aantal injecties vermelden. Aantal injecties per m2: 0,5 Aantal injecties per m2: 1 Aantal injecties per m2: 2 Aantal injecties per m2: 3 Aantal injecties per m2: 4 Aantal injecties per m2 volgens groeiplaatsonderzoek # Verwijzen naar een besteksbijlage met daarin opgenomen het groeiplaatsonderzoek. Aantal injecties per m2 ter keuze van de aannemer # Eventueel bijzonderheden vermelden. Diepte van de injecties tot 0,5 m Diepte van de injecties tot 0,8 m Diepte van de injecties tot 1,0 m Diepte van de injecties tot 1,2 m Diepte van de injecties tot 1,5 m Diepte van de injecties volgens groeiplaatsonderzoek # Verwijzen naar een besteksbijlage met daarin opgenomen het groeiplaatsonderzoek. Diepte van de injecties ter keuze van de aannemer # Eventueel bijzonderheden vermelden. In open grond # Eventueel bijzonderheden vermelden. In verharding # Soort verharding omschrijven. Eventueel bijzonderheden vermelden.
Pagina 21 van 45
3
1
2
Versie van 22-11-2012
In halfverharding # Soort halfverharding omschrijven. Eventueel bijzonderheden vermelden. Onder gelijktijdig inbrengen vaste bodemverbeteraar m3 # Eisen aan de vaste bodemverbeteraar vermelden. Hoeveelheid vaste bodemverbeteraar per injectie vermelden. Onder gelijktijdig inbrengen vloeibare bodemverbeteraar l # Eisen aan de vloeibare bodemverbeteraar vermelden. Hoeveelheid vloeibare bodemverbeteraar per injectie vermelden.
Pagina 22 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.12 Groeiplaats van een boom voorzien van voedingspijlers. WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 52
Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Groeiplaats boom voorzien van voedingspijlers.
HOOFDCODE: 51.52.12 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Groeiplaats van een boom voorzien van voedingspijlers. # Situering in het werk en eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Eventueel tekeningnummer(s) vermelden.
VERSIE
-
EENHEID
st
# Als een groeiplaatsonderzoek is uitgevoerd, dan naar dit onderzoek verwijzen. Dit onderzoek als bijlage toevoegen aan het bestek. # Let op: vul als hoeveelheid resultaatsverplichting het aantal groeiplaatsen dat moet worden voorzien van voedingspijlers. # Gegevens over de aanwezige grondsoort(en) vermelden. 1
2 1 2 3 4 5 6
1 2 3
Versie van 22-11-2012
Gemiddeld te behandelen oppervlakte per groeiplaats: ca. * m2 # Te behandelen oppervlakte vermelden. Gemiddeld aantal pijlers per groeiplaats: * st # Gemiddeld aantal pijlers vermelden. Aantal voedingspijlers per m2: 0,5 # Eventueel bijzonderheden vermelden. Aantal voedingspijlers per m2: 1 # Eventueel bijzonderheden vermelden. Aantal voedingspijlers per m2: 2 # Eventueel bijzonderheden vermelden. Aantal voedingspijlers per m2: 3 # Eventueel bijzonderheden vermelden. Aantal voedingspijlers per m2: 4 # Eventueel bijzonderheden vermelden. Aantal voedingspijlers per m2, zoals vermeld in het aan het bestek toegevoegde onderzoeksrapport # Verwijzen naar een bij het bestek gevoegd onderzoeksrapport. Eventueel bijzonderheden vermelden. Lengte voedingspijler: * m [tot 0,5 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Lengte voedingspijler: * m [van 0,5 tot 1 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Lengte voedingspijler: * m [van 1,0 tot 1,5 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden.
Pagina 23 van 45
4 5
6 1 2 3 4
5
6 1 2
3
1
2
3
4
Versie van 22-11-2012
Lengte voedingspijler: # Lengte van de voedingspijler vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Lengte voedingspijler: zoals vermeld in het bij het bestek gevoegde onderzoeksrapport # Verwijzen naar een bij het bestek gevoegd onderzoeksrapport. Eventueel bijzonderheden vermelden. Lengte voedingspijler ter keuze van de aannemer # Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter voedingspijler: * m [tot 0,10 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter voedingspijler: * m [van 0,10 tot 0,15 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter voedingspijler: * m [van 0,15 tot 0,20 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter voedingspijler: * m [van 0,20 tot 0,25 m] # Diameter van de voedingspijler vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter voedingspijler: zoals vermeld in het bij het bestek gevoegde onderzoeksrapport # Verwijzen naar een bij het bestek gevoegd onderzoeksrapport. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter voedingspijler ter keuze van de aannemer # Eventueel bijzonderheden vermelden. Voedingspijlers in open grond aanbrengen # Eventueel bijzonderheden vermelden. Voedingspijlers in halfverharding aanbrengen # Soort halfverharding vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Voedingspijlers in verharding aanbrengen # Soort verharding vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Voedingspijler vullen met teelgrond m3 # Hoeveelheid teelgrond per pijler vermelden. Eventueel eisen aan teelgrond vermelden. Eventueel bovenste afwijkende laag vermelden, bijvoorbeeld straatzand. Voedingspijler vullen met bodemverbeteraar m3 # Hoeveelheid bodemverbeteraar per pijler vermelden. Eventueel eisen aan bodemverbeteraar vermelden. Eventueel bovenste afwijkende laag vermelden, bijvoorbeeld straatzand. Voedingspijler vullen met bomenzand m3 # Hoeveelheid bomenzand per pijler vermelden. Eventueel eisen aan bomenzand vermelden. Eventueel bovenste afwijkende laag vermelden, bijvoorbeeld straatzand. Voedingspijler vullen met # Materiaal vermelden. Hoeveelheid materiaal per pijler vermelden. Eventueel eisen aan het materiaal vermelden. Eventueel bovenste afwijkende laag vermelden, bijvoorbeeld straatzand. Eventueel wijze van verdichten van de bovenste laag vermelden.
Pagina 24 van 45
- Hoeveelheid bouwstof vermelden is niet mogelijk als de aannemer de afmetingen van de voedingspijler mag kiezen.
Versie van 22-11-2012
Pagina 25 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.13 Grond zuigen uit de groeiplaats van een boom. WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 52
Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Grond zuigen uit de groeiplaats van een boom.
HOOFDCODE: 51.52.13 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Grond zuigen uit de groeiplaats van een boom. # Situering in het werk en eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Eventueel tekeningnummer(s) vermelden.
VERSIE
-
EENHEID
st
# Grondsoort(en) vermelden. Als een groeiplaatsonderzoek is uitgevoerd, dan naar dit onderzoek verwijzen. Dit onderzoek als bijlage toevoegen aan het bestek. # Als verharding moet worden opgenomen en hersteld, dan verwijzen naar een apart bestekspostnummer. # Als werkzaamheden moeten worden uitgevoerd over een langere periode, dan dit vermelden. 1 1 2 3 4 1
2
1
2
Versie van 22-11-2012
Hoeveelheid te zuigen grond per boom: ca. * m3 # Aantal m3 te zuigen grond per boom vermelden. Zuigen tot een diepte van: * m [0,40 tot 0,60 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Zuigen tot een diepte van: * m [0,60 tot 0,80 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Zuigen tot een diepte van: * m [0,80 tot 1,00 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Zuigen tot een diepte van: * m # Diepte vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Groeiplaats is bereikbaar vanaf de openbare weg # Eventueel plaatselijke omstandigheden vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Groeiplaats is met gebruik van hulpmiddelen vanaf de openbare weg bereikbaar voor zuigmaterieel # Plaatselijke omstandigheden vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. In de groeiplaats aanbrengen van teelgrond m3 # Hoeveelheid aan te brengen teelgrond vermelden. Eventueel eisen aan de teelgrond vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. In de groeiplaats aanbrengen van bomenzand m3 # Hoeveelheid aan te brengen bomenzand vermelden. Eventueel eisen aan de bomenzand vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden.
Pagina 26 van 45
3
4
1
Versie van 22-11-2012
In de groeiplaats aanbrengen van het volgende materiaal m3 # Materiaal vermelden. Hoeveelheid aan te brengen materiaal vermelden. Eventueel eisen aan het materiaal vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. In de groeiplaats aanbrengen van materiaal ter keuze van m3 de aannemer # Hoeveelheid aan te brengen materiaal vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Afwerking van de groeiplaats # Afwerking van de groeiplaats vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. 1 Vrijgekomen grond verwerken volgens bestekspostnummer(s) # Bestekspostnummer(s) vermelden. Hoedanigheid van de grond vermelden. 2 Vrijgekomen grond vervoeren # Plaats van bestemming vermelden. Eventueel wijze van opslaan vermelden. Hoedanigheid van de grond Eventueel regeling acceptatiekosten vermelden. 3 Vrijgekomen grond wordt eigendom van de aannemer # Hoedanigheid van de grond vermelden. Milieuhygiënische kwaliteit van de grond vermelden. Verwijzen naar bij het bestek gevoegde onderzoeksresultaten. Deze inhoud niet gebruiken als de grond moet worden afgegeven aan een op grond van de Wet Milieubeheer vergunde inrichting.
Pagina 27 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.14 Grond zuigen uit de groeiplaats van een boom. WERKCATEGORIE:
51 52
Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Grond zuigen uit de groeiplaats van een boom.
SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST: HOOFDCODE: 51.52.14 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Grond zuigen uit de groeiplaats van een boom. # Situering in het werk en eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Eventueel tekeningnummer(s) vermelden.
VERSIE
-
EENHEID
m3
# Grondsoort(en) vermelden. Als een groeiplaatsonderzoek is uitgevoerd, dan naar dit onderzoek verwijzen. Dit onderzoek als bijlage toevoegen aan het bestek. # Als verharding moet worden opgenomen en hersteld, dan verwijzen naar een apart bestekspostnummer. # Als het werk moet worden gespreid over een langere periode, dan dit vermelden.. 1 1 2 3 4 5
6
1
2
Versie van 22-11-2012
Hoeveelheid te zuigen grond per boom: ca. * m3 # Aantal m3 te zuigen grond per boom vermelden. Zuigen tot een diepte van: * m [0,40 tot 0,60 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Zuigen tot een diepte van: * m [0,60 tot 0,80 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Zuigen tot een diepte van: * m [0,80 tot 1,00 m] # Eventueel bijzonderheden vermelden. Zuigen tot een diepte van: * m # Diepte vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Zuigen tot een in het werk te bepalen diepte, maar niet dieper dan 1,00 m # Eventueel bijzonderheden vermelden. Zuigen tot een diepte te bepalen op basis van het groeiplaatsonderzoek, maar niet dieper dan 1,00 m # Deze inhoud opnemen als de aannemer het groeiplaatsonderzoek moet uivoeren. Eventueel bijzonderheden vermelden. Groeiplaats is bereikbaar vanaf de openbare weg # Plaatselijke omstandigheden vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Groeiplaats is met gebruik van hulpmiddelen vanaf de openbare weg bereikbaar voor zuigmaterieel # Plaatselijke omstandigheden vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden.
Pagina 28 van 45
1
2
3
4
1
Versie van 22-11-2012
In de groeiplaats aanbrengen van teelgrond # Hoeveelheid aan te brengen teelgrond vermelden. Eventueel eisen aan de teelgrond vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. In de groeiplaats aanbrengen van bomenzand # Hoeveelheid aan te brengen bomenzand vermelden. Eventueel eisen aan het bomenzand vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. In de groeiplaats aanbrengen van het volgende materiaal # Materiaal vermelden. Hoeveelheid aan te brengen materiaal vermelden. Eventueel eisen aan het materiaal vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. In de groeiplaats aanbrengen van materiaal ter keuze van de aannemer # Hoeveelheid aan te brengen materiaal vermelden. Eventueel eisen aan het materiaal vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Afwerking van de groeiplaats # Afwerking van de groeiplaats vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. 1 Vrijgekomen grond verwerken volgens bestekspostnummer(s) # Bestekpostnummer(s) vermelden. Hoedanigheid van de grond vermelden. 2 Vrijgekomen grond vervoeren # Plaats van bestemming vermelden. Eventueel wijze van opslaan vermelden. Hoedanigheid van de grond vermelden. Eventueel regeling acceptatiekosten vermelden. 3 Vrijgekomen grond wordt eigendom van de aannemer. # Hoedanigheid van de grond vermelden. Milieuhygiënische kwaliteit van de grond vermelden. Verwijzen naar bij het bestek gevoegde onderzoeksresultaten. Deze inhoud niet gebruiken als de grond moet worden afgegeven aan een op grond van de Wet milieubeheer vergunde inrichting.
m3
m3
m3
m3
Pagina 29 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.21 Aanbrengen van een drainage in de groeiplaats van een boom. WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 52
Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Aanbrengen drainage in de groeiplaats boom.
HOOFDCODE: 51.52.21 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Aanbrengen van een drainage in de groeiplaats van een boom. # Situering in het werk vermelden. Eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden.
VERSIE
-
EENHEID
st
# Wijze waarop en plaats waar de drainage op moet worden aangesloten vermelden. 1
2
1
1
2
3
1 2 3 4
Versie van 22-11-2012
Bij een bestaande boom # Soort boom vermelden. Omvang van de stam van de boom vermelden. Bij een te planten boom # Verwijzen naar bestekspostnummer(s) voor het graven van een plantgat en het planten de boom. Manier van afdoppen of afdichten vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Drainage: # Drainage specificeren. Afstand tot stam van de boom vermelden. Drainage rondom boom of langs boom vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Drainage van geperforeerde niet-omhulde drainbuis m Inclusief hulpstukken en koppelstukken # Eventueel hulpstukken en koppelstukken omschrijven. Eventueel nadere eisen vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Drainage van geperforeerde vooromhulde drainbuis m Omhulling van polypropeen Inclusief hulpstukken en koppelstukken # Eventueel hulpstukken en koppelstukken omschrijven. Eventueel nadere eisen vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Drainage van geperforeerde vooromhulde drainbuis m Omhulling ter keuze van de aannemer Inclusief hulpstukken en koppelstukken # Eventueel hulpstukken en koppelstukken omschrijven. Eventueel nadere eisen vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter drainbuis: 80 mm Diameter drainbuis: 100 mm Diameter drainbuis: 125 mm Diameter drainbuis: * mm # Diameter van de drainbuis vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden.
Pagina 30 van 45
5
6 1 2
1 2 3 4 5
Versie van 22-11-2012
Diameter drainbuis ten minste: * mm # Diameter van de drainbuis vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter drainbuis ter keuze van de aannemer # Eventueel bijzonderheden vermelden. Lengte drainbuis per boom: ca. * m # Het betreft de totale lengte van de drainage. Lengte drainbuis per boom ter keuze van de aannemer # Het betreft de totale lengte van de drainage. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diepte van de drainage: 0,60 m Diepte van de drainage: 0,80 m Diepte van de drainage: 1,00 m Diepte van de drainage: * m # Eventueel bijzonderheden vermelden. Diepte ter keuze van de aannemer
Pagina 31 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.22 Aanbrengen van een beluchtingssysteem in de groeiplaats van een boom. (hiermee vervalt de bestaande hoofdcode 51.16.02) WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 52
VERSIE Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Aanbrengen beluchtingssysteem groeiplaats boom.
HOOFDCODE: 51.52.22 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Aanbrengen van een beluchtingssysteem in de groeiplaats van een boom. # Situering in het werk vermelden. Eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Beluchtingsysteem eventueel nader specificeren. Tekeningnummer(s) vermelden. 1
2
1
2
3
1 2 3 4 5 6 1
Versie van 22-11-2012
Bij een bestaande boom # Soort boom en leeftijd van de boom vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Bij een te planten boom # Verwijzen naar bestekspostnummer(s) voor graven plantgat en planten boom. Eventueel bijzonderheden vermelden. Systeem van geperforeerde niet omhulde buis Inclusief hulpmiddelen en koppelstukken # Eventueel hulpstukken en koppelstukken omschrijven. Eventueel nadere eisen vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Systeem van geperforeerde vooromhulde buis Omhulling van polypropeen Inclusief hulpmiddelen en koppelstukken # Eventueel hulpstukken en koppelstukken omschrijven. Eventueel nadere eisen vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Systeem van geperforeerde vooromhulde buis Omhulling van de buis ter keuze van de aannemer Inclusief hulpmiddelen en koppelstukken # Eventueel hulpstukken en koppelstukken omschrijven. Eventueel nadere eisen vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter drainbuis: 80 mm Diameter drainbuis: 100 mm Diameter drainbuis: 125 mm Diameter drainbuis: * mm # Diameter drainbuis vermelden. Diameter drainbuis te minste: * mm # Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter drainbuis ter keuze van de aannemer # Eventueel bijzonderheden vermelden. Lengte beluchtingsbuis: ca. * m # Het betreft de totale lengte van de beluchting.
EENHEID
st
m
m
m
Pagina 32 van 45
2
1
2
3
Versie van 22-11-2012
Lengte beluchtingsbuis ter keuze van de aannemer # Het betreft de totale lengte van de beluchting. Eventueel randvoorwaarden vermelden. Diepte van het systeem is gelijk aan de onderzijde van de kluit # Het betreft het vermelden van de diepte waarop het horizontale deel van het systeem komt te liggen. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diepte van het systeem: # Diepte van het systeem vermelden. Het betreft het vermelden van de diepte waarop het horizontale deel van het systeem komt te liggen. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diepte van het beluchtingsysteem ter keuze van de aannemer # Eventueel randvoorwaarden vermelden. Deze inhoud kiezen als plantgarantie wordt gevraagd. 1 Aantal verticaal aan te brengen beluchtingskanalen: * # Aantal kanalen vermelden. Aansluiting van de kanalen (bijvoorbeeld ondergronds verbonden) vermelden. Afwerking (bijvoorbeeld tegel of rooster) vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. 2 Aantal verticaal aan te brengen beluchtingskanalen in de vorm van (grind)kokers voorzien van omhullingsmateriaal: * # Aantal kanalen vermelden. Diameter, omhullingsmateriaal en vulmateriaal specificeren. Hoeveelheid materiaal per kanaal vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Inhoud 2 niet in combinatie met een inhoud uit positie 2, 3 en 4 gebruiken.
Pagina 33 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.23 Aanbrengen van een infiltratiesysteem in de groeiplaats van een boom. (hiermee vervalt de bestaande hoofdcode 51.16.02) WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 52
Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Aanbrengen infiltratiesysteem groeiplaats boom.
HOOFDCODE: 51.52.23 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Aanbrengen van een infiltratiesysteem in de groeiplaats van een boom. # Situering in het werk vermelden. Eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Infiltratiesysteem eventueel nader specificeren. Tekeningnummer(s) vermelden. 1
2
1
2
3
1 2 3 4 5 6 1
Versie van 22-11-2012
Bij een bestaande boom # Soort boom en leeftijd van de boom vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Bij een te planten boom # Verwijzen naar bestekspostnummer(s) voor graven plantgat en planten boom. Eventueel bijzonderheden vermelden. Systeem van geperforeerde niet omhulde buis Inclusief hulpstukken en koppelstukken # Eventueel hulpstukken en koppelstukken omschrijven. Eventueel nadere eisen vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Systeem van geperforeerde vooromhulde buis Omhulling van polypropeen Inclusief hulstukken en koppelstukken # Eventueel hulpstukken en koppelstukken omschrijven. Eventueel nadere eisen vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Systeem van geperforeerde vooromhulde buis Omhulling van de buis ter keuze van de aannemer Inclusief hulpstukken en koppelstukken # Eventueel hulpstukken en koppelstukken omschrijven. Eventueel nadere eisen vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diameter infiltratiebuis: 80 mm Diameter infiltratiebuis: 100 mm Diameter infiltratiebuis: 125 mm Diameter infiltratiebuis: * mm # Diameter infiltratiebuis vermelden. Diameter infiltratiebuis ten minste: * mm # Diameter infiltratiebuis vermelden. Diameter infiltratiebuis ter keuze van de aannemer # Eventueel randvoorwaarden vermelden. Lengte infiltratiebuis per boom: ca. * m # Het betreft de totale lengte van de infiltratie.
VERSIE
-
EENHEID
st
m
m
Pagina 34 van 45
2
1
2
3
Versie van 22-11-2012
Lengte infiltratiebuis ter keuze van de aannemer # Het betreft de totale lengte van de infiltratie. Eventueel randvoorwaarden vermelden. Diepte van het infiltratiesysteem is gelijk aan de onderzijde van de kluit # Het betreft het vermelden van de diepte waarop het horizontale deel van het systeem komt te liggen. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diepte van het infiltratiesysteem: # Diepte van het systeem vermelden Het betreft het vermelden van de diepte waarop het horizontale deel van het systeem komt te liggen. Eventueel bijzonderheden vermelden. Diepte van het infiltratiesysteem ter keuze van de aannemer # Eventueel randvoorwaarden vermelden. Deze inhoud kiezen als plantgarantie wordt gevraagd. 1 Aantal verticaal aan te brengen infiltratiekanalen: * # Aantal kanalen vermelden. Aansluiting van de kanalen (bijvoorbeeld ondergronds verbonden) vermelden. Afwerking (bijvoorbeeld tegel of rooster) vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. 2 Aantal verticaal aan te brengen infiltratiekanalen in de vorm van (grind)kokers voorzien van omhullingsmateriaal: * # Aantal kanalen vermelden. Diameter, omhullingsmateriaal en vulmateriaal specificeren. Hoeveelheid materiaal per kanaal vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Inhoud 2 niet in combinatie met een inhoud uit positie 2, 3 en 4 gebruiken.
Pagina 35 van 45
Resultaatsbeschrijving 51.52.24 Aanbrengen van een gietrand in de groeiplaats van een boom. WERKCATEGORIE: SUBWERKCATEGORIE: ROMPTEKST:
51 52
Groenvoorzieningen. Groeiplaatsconstructies. Aanbrengen gietrand in groeiplaats boom.
HOOFDCODE: 51.52.23 DEFICODE TEKSTEN 1 2 3 4 5 6
Aanbrengen van een gietrand in de groeiplaats van een boom. # Situering in het werk vermelden. Eventueel bijzonderheden volgens de handleiding vermelden. Tekeningnummer(s) vermelden. 1 2
1
1 1 1
Versie van 22-11-2012
Bij een bestaande boom # Eventueel bijzonderheden vermelden. Bij een te planten boom # Verwijzen naar bestekspostnummer(s) voor graven plantgat en planten boom. Eventueel bijzonderheden vermelden. Gietrand # Toe te passen materiaal vermelden. Eisen aan het materiaal vermelden. Afstand tot de stam van de boom vermelden. Eventueel bijzonderheden vermelden. Gedeelte van de gietrand boven het maaiveld: ca. * cm # Hoogte vermelden. Gedeelte van de gietrand onder het maaiveld: ca. * cm # Diepte vermelden. Bevestiging: # Bijvoorbeeld het plaatsen van paaltjes en aantal paaltjes vermelden. Wijze van bevestigen van de gietrand aan de paaltjes vermelden. Toe te passen materialen vermelden. Bijzonderheden vermelden.
VERSIE
-
EENHEID
st
m
Pagina 36 van 45
Toelichting op de resultaatsbeschrijvingen Algemeen Bij nagenoeg alle opgenomen werkzaamheden moet in de bodem worden gegraven. In de Standaard RAW Bepalingen 2010 zijn voor graafwerkzaamheden in de nabijheid van kabels en leidingen duidelijke bepalingen opgenomen in paragraaf 01.09 Kabels en leidingen. In artikel 01.09.02 is onder meer bepaald dat het bestek apart het aantal te graven proefsleuven vermeldt en de wijze waarop meldingen voor het aantreffen van afwijkende liggingen of onbekende netten worden verrekend. Hoofdcode 51.15.05 - Grondverbeteren ten behoeve van te planten bomen Bij het toepassen van bomengranulaat moet de gewenste verdichting in de vorm van de CBRwaarde worden vermeld. De CBR waarde is te bepalen met behulp van RAW-proef 106 (zie hoofdstuk 02 van de Standaard RAW Bepalingen). De relatie tussen de verkeersklasse en de CBRwaarde wordt als volgt aangenomen: Verkeersklasse 0,1,2 3,4 5
CBR-waarde 20 – 40 40 – 50 > 50
Hoofdcode 51.52.01 - Aanbrengen van een groeiplaatsconstructie Uitgangspunt voor deze resultaatsbeschrijving is dat de opdrachtgever zelf het ontwerp heeft gemaakt. Bijna altijd zal van de groeiplaatsconstructie een ontwerp (tekeningen) zijn gemaakt, waarnaar kan worden verwezen. Voor het aanbrengen van een beluchtingssysteem (zie hoofdcode 51.52.22) en een infiltratiesysteem (zie hoofdcode 51.52.23) moeten aparte besteksposten worden opgenomen. Voor het ontgraven en het afvoeren van grond moet ook een aparte bestekspost worden opgenomen. Hoofdcode 51.52.02 - Aanbrengen van een sandwichconstructie (eenheid st) Het uitgangspunt bij deze resultaatsbeschrijving is dat de opdrachtgever zelf het ontwerp heeft gemaakt. Bijna altijd zal van de groeiplaatsconstructie een ontwerp (tekeningen) zijn gemaakt, waarnaar kan worden verwezen. Voor het aanbrengen van een beluchtingssysteem (zie hoofdcode 51.52.22) en een infiltratiesysteem (zie hoofdcode 51.52.23) moeten aparte besteksposten worden opgenomen. Voor het ontgraven en het afvoeren van grond moet ook een aparte bestekspost worden opgenomen. De keuze tussen hoofdcode 51.52.02 (eenheid st) en hoofdcode 51.52.03 (eenheid m2) zal vooral afhangen van de mate van detaillering en aantallen en verschillen tussen constructies en de onzekerheid dat de bedachte afmetingen ook daadwerkelijk kunnen worden gemaakt. Hoofdcode 51.52.03 - Aanbrengen van een sandwichconstructie (eenheid m2) Het uitgangspunt bij deze resultaatsbeschrijving is dat de opdrachtgever zelf het ontwerp heeft gemaakt. Bijna altijd zal van de groeiplaatsconstructie een ontwerp (tekeningen) zijn gemaakt, waarnaar kan worden verwezen. Voor het aanbrengen van een beluchtingssysteem (zie hoofdcode 51.52.22) en een infiltratiesysteem (zie hoofdcode 51.52.23) moeten aparte besteksposten worden opgenomen. Voor het ontgraven en het afvoeren van grond moet ook een aparte bestekspost worden opgenomen.
Versie van 22-11-2012
Pagina 37 van 45
De keuze tussen hoofdcode 51.52.02 (eenheid st) en hoofdcode 51.52.03 (eenheid m2) zal vooral afhangen van de mate van detaillering en aantallen en verschillen tussen constructies en de onzekerheid dat de bedachte afmetingen ook daadwerkelijk kunnen worden gemaakt. . Hoofdcode 51.52.11 - Pneumatisch losmaken van de groeiplaats van een boom Het beschrijven van het pneumatisch losmaken van de bodem kan het beste gebeuren op basis van een groeiplaatsonderzoek. Indien een onderzoek aanwezig is, hiernaar verwijzen in deze resultaatsbeschrijving. Hoofdcode 51.52.12 - Groeiplaats van een boom voorzien van voedingspijlers Het beschrijven van het aanbrengen van voedingspijlers kan het beste gebeuren op basis van de resultaten van een groeiplaatsonderzoek. Als een groeiplaatsonderzoek is uitgevoerd, dan moet de bestekschrijver bij het opstellen van een bestekspost naar dit onderzoek te verwijzen en het betreffende onderzoek als bijlage bij het bestek te voegen. Bij het bepalen van de diepte van de voedingspijler moet erop worden gelet dat niet dieper wordt gegaan dan de ‘gemiddeld hoogste grondwaterstand’. Als onder dit niveau organisch materiaal wordt aangebracht, dan zal dit leiden tot anaerobe vertering van het organische materiaal. Hoofdcode 51.52.13 - Grond zuigen uit de groeiplaats van een boom (eenheid st) Het opstellen van een bestekspost voor het grond zuigen uit de groeiplaats van een boom met behulp van deze resultaatsbeschrijving kan het beste gebeuren op basis van de resultaten van een groeiplaatsonderzoek. Als een groeiplaatsonderzoek is uitgevoerd, dan moet de bestekschrijver bij het opstellen van een bestekspost naar dit onderzoek te verwijzen en het betreffende onderzoek als bijlage bij het bestek te voegen. De eenheid st is met name te gebruiken bij solitaire bomen. Hoofdcode 51.52.14 - Grond zuigen (eenheid m3) Het opstellen van een bestekspost voor het grond zuigen uit de groeiplaats van een boom met behulp van deze resultaatsbeschrijving kan het beste gebeuren op basis van de resultaten van een groeiplaatsonderzoek. Als een groeiplaatsonderzoek is uitgevoerd, dan moet de bestekschrijver bij het opstellen van een bestekspost naar dit onderzoek te verwijzen en het betreffende onderzoek als bijlage bij het bestek te voegen. De eenheid m3 is met name te gebruiken bij meerdere (laan)bomen.
Versie van 22-11-2012
Pagina 38 van 45
Inhoudsopgave van de technische bepalingen 01
ALGEMEEN EN ADMINISTRATIEF
01.09 01.09.01
KABELS EN LEIDINGEN Algemeen
51
GROENVOORZIENINGEN
51.6
COMBINEREN VAN INFRASTRUCTUUR EN BOMEN
51.61 51.61.01
BEGRIPPEN Algemeen
51.62 51.62.01 51.62.02 51.62.03 51.62.04 51.62.05
EISEN EN UITVOERING Pneumatisch losmaken van de bodem Ondergronds verankeren van een boom Grond zuigen Aanbrengen van voedingspijlers Standplaats van bomen in een verharding verbeteren met bomengranulaat
51.63
INFORMATIE-OVERDRACHT (Deze paragraaf bevat geen bepalingen.)
51.64
RISICOVERDELING EN GARANTIES (Deze paragraaf bevat geen bepalingen.)
51.65 51.65.01 51.65.02
BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN Pneumatisch losmaken van de bodem onder een verharding Aanbrengen van een voedingspijler onder een verharding
51.66
BOUWSTOFFEN (Deze paragraaf bevat geen bepalingen.)
51.67 51.67.01
MEET- EN VERREKENMETHODEN Hoeveelheidsbepaling grond zuigen
51.0 51.01.01 51.02.03 51.02.26 51.06.02
GROENVOORZIENINGEN Algemeen Standplaats bomen in verharding verbeteren met bomenzand Wondhandeling Bomenzand
Versie van 22-11-2012
Pagina 39 van 45
STANDAARD RAW BEPALINGEN 01
ALGEMEEN EN ADMINISTRATIEF
01.09
KABELS EN LEIDINGEN Artikel 01.09.01 lid 01 van de Standaard 2010 is als volgt gewijzigd.
01.09.01
Algemeen 01 Bij het mechanisch verrichten van werkzaamheden in de ondergrond in de nabijheid van kabels en leidingen is tevens van toepassing CROW-publicatie 250, zoals deze drie maanden voor de dag van aanbesteding luidt. Toelichting Artikel 01.09.01 lid 01 van de Standaard 2010 luidt als volgt: Bij graafwerkzaamheden in de nabijheid van kabels en leidingen is tevens van toepassing CROWpublicatie 250, zoals deze drie maanden voor de dag van aanbesteding luidt. Publicatie 250 is verkrijgbaar bij CROW in Ede. CROW-publicatie 250 'Graafschade voorkomen aan kabels en leidingen - Richtlijn zorgvuldig graafproces' is in het verlengde van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Grondroerdersregeling) opgesteld als richtlijn voor het uitvoeren van een zorgvuldig graafproces. In de genoemde wet zijn graafwerkzaamheden gedefinieerd als: het mechanisch verrichten van werkzaamheden in de ondergrond. De in artikel 01.09.01 lid 01 van de Standaard 2010 gebruikte term graafwerkzaamheden dekt bij nader inzien niet alle mechanische werkzaamheden in de ondergrond af. Zo is de in deze tervisielegging opgenomen activiteit 'pneumatisch losmaken van de bodem' wel te beschouwen als een mechanische werkzaamheid in de ondergrond (in de zin van de genoemde wet), maar niet te beschouwen als een graafwerkzaamheid (in de zin van artikel 01.09.01 lid 01 van de Standaard). Teneinde voor 'pneumatisch losmaken van de bodem' een aanvullende bepaling in deelhoofdstuk 51.6 te voorkomen en artikel 01.09.01 lid 01 van de Standaard 2010 ook dekkend te maken voor eventuele andere in de Standaard RAW Bepalingen of de RAW-catalogus met resultaatsbeschrijvingen vermelde werkzaamheden, die beschouwd kunnen worden als 'mechanisch werkzaamheden in de ondergrond', wordt artikel 01.09.01 lid 01 van de Standaard 2010 als volgt gewijzigd,
Versie van 22-11-2012
Pagina 40 van 45
STANDAARD RAW BEPALINGEN 51
GROENVOORZIENINGEN Hoofdstuk 51 van de Standaard 2010 is uitgebreid met deelhoofdstuk 51.6 'Inpassen van bomen in infrastructuur'.
51.6
BOMEN IN INFRASTRUCTUUR
51.61
BEGRIPPEN
51.61.01
Algemeen 01 Te verstaan is onder: a. dragende- en drukspreidende constructie: ondergrondse constructie voor het opvangen en spreiden van verticale en horizontale krachten; b. groeiplaatsconstructie: dragende en drukspreidende constructie voor het bieden van een geconditioneerde groeiplaats; c. sandwichconstructie: open dragende en drukspreidende constructie van geprefabriceerde elementen en doek voor het bieden van een geconditioneerde groeiplaats die onder een verharding is aangebracht; d. voedingspijler: verticale uit bodemverbeteraar, bomenzand of teelgrond bestaande kolom in de bodem; e. grond zuigen: verwijderen van grond rondom te handhaven wortels met behulp van onderdruk; f. pneumatisch losmaken van de bodem: losmaken van de bodem met behulp van luchtdruk, al dan niet onder het gelijktijdig inbrengen van vaste of vloeibare bodemverbeteraar; g. scheidingsdoek: materiaal met waterdoorlatende, luchtdoorlatende en drukverdelende eigenschappen voor het scheiden van lagen. h. bomengranulaat: gebroken natuurlijk gesteente dat na het aanbrengen zware verkeersbelastingen kan dragen, waarin wortels van bomen kunnen groeien en waaraan al dan niet voedingsstoffen zijn toegevoegd;
51.62
EISEN EN UITVOERING
51.62.01
Pneumatisch losmaken van de bodem 01 In te brengen bodemverbeteraar gelijkmatig onder de kroonprojectie verdelen. 02 De hoogteligging van te handhaven verharding mag na het pneumatisch losmaken van de bodem niet meer dan 0,01 m afwijken van de oorspronkelijke hoogteligging.
51.62.02
Ondergronds verankeren van een boom 01 Een ondergrondse verankering van een boom over de kluit aanbrengen. 02 Aan of om de stam van een boom geen verankering aanbrengen.
51.62.03
Grond zuigen 01 Bij grond zuigen mag van een bestaand wortelpakket niet meer dan 20% worden
Versie van 22-11-2012
Pagina 41 van 45
verwijderd of worden beschadigd. Toelichting op lid 01: Bij het voorschrijven van grond zuigen in het bestek wordt aanbevolen om voorafgaand aan de werkzaamheden te laten onderzoeken waar en hoe veilig kan worden gewerkt en waar en hoeveel wortels kunnen worden verwijderd. Tevens wordt aanbevolen om het verwijderen van wortels te faseren over twee groeiseizoenen met een tussenperiode van ten minste 1 jaar.
51.62.04
Aanbrengen van voedingspijlers 01 Voedingspijlers gelijkmatig onder de kroonprojectie verdelen. 02 Voedingspijlers niet dieper dan tot aan de volcapillaire of de gereduceerde zone aanbrengen.
51.62.05
Standplaats van bomen in een verharding verbeteren met bomengranulaat Algemene toelichting op artikel 51.62.05: De in dit artikel gestelde eisen aan de uitvoering moeten een goede verwerking van bomengranulaat waarborgen. Voor het toezicht op de juiste verwerking van bomengranulaat verdient het aanbeveling relevante stop- en bijwoonpunten in het bestek te vermelden. De samenstelling van het toe te passen bomengranulaat moet zorgvuldig worden gekozen, waarbij rekening moet worden gehouden met de bestaande bodem, de grondwaterstanden ter plekke en de benodigde draagkracht. De eisen aan bomengranulaat zijn vooralsnog niet opgenomen in paragraaf 51.66, maar betreffen draagkracht, poriënvolume, waterdoorlatendheid, biologische stabiliteit, percentage organische stof, zoutbelasting, percentage CaCO3, gehalte aan chloride en gehalte aan voedingsstoffen. Bomengranulaat moet als een draagkrachtige laag van breuksteen onder een verharding kunnen fungeren en moet een goede voedingsbodem voor bomen bieden. Daarom worden eisen gesteld aan de draagkracht, het poriënvolume en de waterdoorlatendheid. De biologische stabiliteit bepaald de snelheid waarmee organisch stof wordt afgebroken. Bomengranulaat moet organisch stof bevatten dat niet snel onder invloed van zuurstof afbreekt. Het percentage organisch stof mag niet kleiner zijn dan 1%. Dit relatief lage percentage maakt het mogelijk dat ook aan de eisen van draagkracht kan worden voldaan. Een te hoog percentage zal niet voorkomen omdat dan niet voldoende draagkracht kan worden verkregen. Er is om die reden dan ook geen maximum eis gesteld. De eisen aan het toe te passen bomengranulaat moeten in het bestek worden vermeld.
01 Bij het verbeteren van grond ten behoeve van het verbeteren van de standplaats van bomen grond niet dieper dan 0,20 m boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand of niet dieper dan 0,10 m boven de bovenkant van de gereduceerde zone ontgraven. 02 Bomengranulaat niet verwerken als van dit materiaal het gehalte aan droge stof (NEN-EN 13040) minder dan 80% bedraagt. 03 Bomengranulaat aanbrengen in lagen van ten hoogste 0,20 m. 04 Van aangebracht bomengranulaat mag de verdichtingsgraad (proef 10) van de bovenste 0,20 m niet kleiner zijn dan 95% en niet groter zijn dan 100%. Toelichting op lid 04: Het verdichten van bomengranulaat is nodig voor het verkrijgen van goede dragende eigenschappen. Teveel verdichten kan echter tot gevolg hebben dat de waterdoorlatend-heid en het poriënvolume teveel afnemen, waardoor groeiproblemen kunnen ontstaan. Daarom mag de verdichtingsgraad van de bovenste laag niet groter dan 100% zijn.
05 Bomengranulaat droog vervoeren, droog opslaan en onder droge omstandigheden verwerken.
Versie van 22-11-2012
Pagina 42 van 45
Toelichting op lid 02: Het aanbrengen van bomengranulaat moet altijd onder droge omstandigheden geschieden om ontmenging en aantasting van de fysische eigenschappen te voorkomen.
06 Bomengranulaat per aangebrachte laag verdichten op de dag van aanbrengen. 07 Bomengranulaat na het verdichten niet berijden en beschermen tegen verdere verdichting. 08 Bomengranulaat niet verdichten door middel van aanplempen of inwateren. 09 Bomengranulaat na het verdichten afdekken met een niet-waterdoorlatend materiaal. 10 Bomengranulaat niet verwerken bij vorst of als de grond bevroren is. 51.63
INFORMATIE-OVERDRACHT (Deze paragraaf bevat geen bepalingen.)
51.64
RISICOVERDELING EN GARANTIES (Deze paragraaf bevat geen bepalingen.)
51.65
BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN
51.65.01
Pneumatisch losmaken van de bodem onder een verharding 01 Tot het pneumatisch losmaken van de bodem onder een verharding behoort tevens het zonodig verwijderen en weer aanbrengen van de verharding, voor zover hiervoor geen resultaatsverplichtingen zijn vermeld in het bestek.
51.65.02
Aanbrengen van een voedingspijler onder een verharding 01 Tot het aanbrengen van een voedingspijler onder een verharding behoort tevens het zonodig verwijderen en weer aanbrengen van de verharding, voor zover hiervoor geen resultaatsverplichtingen zijn vermeld in het bestek.
51.66
BOUWSTOFFEN (Deze paragraaf bevat geen bepalingen.)
51.67
MEET- EN VERREKENMETHODEN
51.67.01
Hoeveelheidsbepaling grond zuigen 01 Tenzij het bestek anders vermeldt, geschiedt de bepaling van de hoeveelheid opgezogen grond door meting in middelen van vervoer.
Versie van 22-11-2012
Pagina 43 van 45
STANDAARD RAW BEPALINGEN 51
GROENVOORZIENINGEN
51.0
GROENVOORZIENINGEN In deelhoofdstuk 51.0 van de Standaard 2010 zijn enige bestaande bepalingen gewijzigd, enige nieuwe bepalingen toegevoegd en is een bepaling vervallen.
51.01.01
Algemeen Artikel 51.01.01 lid 01 sub h van de Standaard 2010 is gewijzigd. 01 Te verstaan is onder: h. bomenzand: samengesteld zandmengsel geschikt voor bomen in verhardingen met een lage verkeersbelasting; Toelichting op het gewijzigde sub h: Naar aanleiding van het opnemen van het begrip bomengranulaat (gebroken natuurlijk gesteente dat na het aanbrengen zware verkeersbelastingen kan dragen, waarin wortels van bomen kunnen groeien en waaraan al dan niet voedingsstoffen zijn toegevoegd) is het begrip bomenzand aangepast.
51.02.03
Standplaats bomen in verharding verbeteren met bomenzand De leden 01 en 02 van artikel 51.02.03 van de Standaard 2010 zijn gewijzigd. Aan artikel 51.02.03 van de Standaard 2010 is een nieuw lid 11 toegevoegd. Aan artikel 51.02.03 van de Standaard 2010 is een nieuw lid 12 toegevoegd. 01 Bij het verbeteren van grond ten behoeve van bomen niet dieper ontgraven dan tot 0,20 m boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand of tot 0,10 m boven de bovenkant van de gereduceerde zone. 02 Bomenzand niet verwerken indien het percentage droge stof gerekend in gewichtsprocenten (NEN-EN 13040) minder dan 80 bedraagt. 11 Bomenzand droog vervoeren, droog opslaan en onder droge omstandigheden verwerken. 12 Bomenzand niet verwerken bij vorst of als de grond bevroren is.
51.02.26
Wondbehandeling Lid 02 van artikel 51.02.26 van de Standaard 2010 komt te vervallen, omdat wondbehandeling met wondbeschermingsmiddel niet meer wordt toegepast en volgens de inzichten van de laatste jaren ook niet meer is aan te bevelen. 02 Indien het bestek daarin voorziet, alleen snoeiwonden met een diameter groter dan 30 mm behandelen met het voorgeschreven wondbeschermingsmiddel.
Versie van 22-11-2012
Pagina 44 van 45
51.06.02
Bomenzand Artikel 51.06.02 van de Standaard 2010 is lid 04 als volgt gewijzigd. Aan artikel 51.06.02 van de Standaard 2010 is lid 12 toegevoegd. 04 Van bomenzand is het geleidingsvermogen (NEN-EN 13038) kleiner dan of gelijk aan 60 mS/m. Toelichting op het gewijzigde lid 04: De norm voor zoutbelasting was tot nu toe weergegeven in mS/cm. Dit was niet correct. In de gestandaardiseerde methode voor het beproeven van het geleidingsvermogen (NENEN 13038) wordt uitgegaan van een geleidingsvermogen dat wordt uitgedrukt in mS/m. Tussen de eenheid mS/cm en de eenheid mS/m bestaat geen lineair verband.
12 De biologische stabiliteit (FprEN 16087-1: 2011) is kleiner dan 5 mmol zuurstof per kg organisch stof per uur. Toelichting op het nieuwe lid 12: Tot nu toe ontbrak een goede bepalingsmethode voor de biologische stabiliteit van bomenzand. De biologische stabiliteit bepaalt de snelheid waarmee organisch stof wordt afgebroken. Bomenzand moet voldoende organisch stof bevatten, dat niet snel onder invloed van zuurstof afbreekt.
Versie van 22-11-2012
Pagina 45 van 45